Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Fagel (Gaspar)

Drama

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 november 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 november 1671 Rüsselsheim
Lees hier de originele brief

In de afgelopen periode herhaalde Margaretha vaak haar verhalen in de brieven. Daar zat een praktische reden achter: ze wilde geen brief overslaan en ze wist niet welke brieven haar man wel en welke hij niet gekregen had. In deze brief heeft ze niet de luxe zichzelf te herhalen: er gebeurt opeens zoveel tegelijk… En het is een drama.

Geld

Het meest verontrustende is dat tijdens de veldtocht met de keurvorst Godard Adriaans rustwagen verdwenen is en vervangen moet worden. De zekerheid van een slaapplaats bij het eindeloze reizen en het slechte weer is onontbeerlijk. Hij heeft die rustwagen dus echt nodig. Hij heeft de raadspensionaris al benaderd en nu spreekt ook Margaretha Gaspar Fagel hierover aan. De relatie tussen die twee loopt inmiddels niet zo goed meer. Margaretha moet nog steeds geld krijgen voor het werk van haar man. Volgens de heren van de Staten van Holland is het geld betaald en is het aan Fagel om een uitbetaling te doen. Fagel belooft al zes weken dat hij werk zal maken van de betaling en heeft haar de laatste keer laten afwimpelen met de mededeling dat hij weet van haar zaak. Margaretha weet niet wat ze ervan moet denken.

Eerste brieffragment over het krijgen van geld
Tweede brieffragment over het krijgen van geld

weegens de versochte ses duijsent gul is noch
niet gedaen se segge het alleen staet aenden
heere raet pensionaris fagel die weegens men
heere van hollant aende generaelijtijt moet
voorbrenge en segge dat hollant inde post
van defroijemente1Defroyement: Onkostenvergoeding over heeft betgelt2Begelden: Betalen en ver
=soecke dat het geene sij nu so aen uhEd als
anders sulle avanseere3Avanceren: voorschieten het selfve haer opt
toekoomende ijaer mach werde goet gedaen
dit heeft hij heer raetpensionaris nu meer
als ses weecke geleede aengenoome en belooft
te doen maer stelt het van dach tot dach
wt daer komt niet van ick heb hem gesocht
doen ick laest hier was hier over te spreecke

dan liet mij segge ick hem woude Exskuseere dat
hij mijn saeck wel wiste, en anders niet, ick sal
hem Evewel alweer soecke te spreecke en sien
watter van sal koomen, weet niet wat ick sege
of dencke sal, [dat uhEd so weijnich briefve van]

Informatie

Als diplomaat is het belangrijk dat je vanuit je thuisland voldoende informatie krijgt. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief geklaagd, dat de informatievoorziening vanuit de Republiek spaak loopt. Zelfs van zijn oom en politieke partner in Utrecht, Johan van Reede van Renswoude, lijkt geen informatie te komen. Margaretha heeft wel gehoord hoe het kan komen, maar durft het bijna niet hardop te zeggen. Ze gebruikt een afkorting. Misschien in de hoop dat een ongewenste meelezer er overheen leest?

Brieffragment over het gebrek aan infromatie bij Godard Adriaan

[of dencke sal,] dat uhEd so weijnich briefve van
hier krijcht en van die sijn oom4Johan van Reede van Renswoude so placht te ont=
sien is mij in groote konfidensi geseijt dat hem aen
uhEd te schrijfve Espres van s h5Sijn Hoocheijt, Zijne Hoogheid, de prins van Oranje zelf… is verboode sonder
dat ick de reedenen daer van kan verneemen,

Margaretha gebruikt dit ongeloofwaardige nieuws om een bruggetje te maken. Ze heeft eerder wel naar Godard Adriaan gereageerd dat ze hem alleen maar op de hoogte wil houden, want dat hij zich niet kan voorstellen hoe het hier echt aan toe gaat. Dat heeft ze nu met deze openbaring wel bewezen! Dit is gelijk voor haar een aansporing om een klaagzang aan te heffen over hoe zwaar zij het heeft, zeker met die vier arme kleine kinderen…

Brieffragment over Margaretha's bekommeringen

uhEd vindt vreemt dat ick in mijn briefve somtijts
overt Een ent ander klaechge maer hij weet niet
hoet hier in alles staet, och och die verseeckert
mocht weesen hier deese winter te mooge blijfve
en gerust op sijn bedt te mooge ruste, vier sulcke
kleijne onnoosele g soete kindere en Een swan
gere vrou geeft mij geen kleijne bekomerin
doch stel alleen mijn vertrouwe op dien al=
moogende en barmhartige godt die ick hoope
mij ten beste sal redde, [den vijant heeft weer]

Gravure van brandende huizen aan een vaart. Er zijn op verschillende plekken soldaten en een ongewapende burger valt neer. Er wordt geschoten vanaf een schip.
Gezicht op het dorp Waverveen tijdens de plundering en brandstichting door de Fransen in 1672. Isaäc Sorious, 1672). Collectie Het Utrechts Archief

Waverveen

Dat die angst van Margaretha niet ongegrond is, heeft de vijand weer eens bewezen. Ze hebben het dorp Waverveen platgebrand en om haar verhaal extra kracht bij te zetten schrijft ze over een vrouw die nog maar 24 uur daarvoor bevallen was, die met haar kindje verbrand is.

Brieffragment over Waverveen

mij ten beste sal redde, den vijant heeft weer
voorleedene vrijdach snachts Een dorp genaemt
waefvereveen Een half eur vanden wthoorn
op acht plaetse aen brant gesteecken dat gans
af gebrant is Een kraem vrou die 24 Eure
kraems was met haer kintge verbrant, dit
sijn imers seer schricklijcke dinge diemen
dagelijcks hoort daermen wel vervaert van
mach sijn, [de vrou van de kloese schrijft aende vrou]

Het is natuurlijk de vraag of Godard Adriaan dit verhaal geloofde, of dat hij ook hier denkt dat zijn vrouw overdrijft. Het platbranden van Waverveen was inderdaad een gruweldaad, maar de kraamvrouw en haar baby kwamen niet om. Uiteindelijk worden er 59 huizen verwoest en is er een tiental doden.

Gelderland

Een volgend punt van zorg is hoe Margaretha kan voorkomen dat haar schoondochter, Ursula Philippota, naar Gelderland gaat. Haar schoondochter krijgt een brief van een bekende waarin staat dat de Fransen in Gelderland het goed van een aantal Staatsgezinde edelen en burgers zonder uitstel wil verwoesten. Het huis van Ursula Philippota’s man, de heer Van Ginkel, wordt hierbij expliciet genoemd. Middachten is het familiehuis van Ursula Philippota, waar haar familie al eeuwen woont. Hierdoor is Ursula Philippota zo ongerust geworden en ze vraagt zich af of ze dit zou kunnen beletten door naar haar huis in Gelderland af te reizen. Margaretha doet wat ze kan om haar daarvan te weerhouden.

De veldtocht

Ondertussen is de Heer van Ginkel zelf onderweg met een gigantisch leger. Men zegt dat ze naar Luik gaan. Margaretha tekent de bewegingen van de troepen even uit.

Brieffragment over de troepen

[roosendael is in gelderlant,] de heer van ginck
kel is mee met de ruijterij daer tien duijsent
tevoet bij sijn en 14000 te paert, men seijt
nu dat die naert lant van luijck sulle gaen
hoope der sorch sal gedrage worde dat de
poste hier bewaert sulle blijven, men seijt
dat lutsenburch6François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg met 3000 ruijterij naer
weesel is en datter noch so te kuijlenburch7Culemborg
als te wttrecht en voort int sticht onrent de tien duijsent
man is, turaeijne8Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne hout men hier so sterck
niet als geseijt wort, de raetefikasie9Ratificatie: officiële bekrachtiging van overeenkomst vande
keijser is vandaech gekoome daermen wel
meede te vreede is, [hoe lameer op sijn]

Quaps

In deze brief geen woord over de ziekenboeg in huis. Alleen de Vrouw van Ginkel is inmiddels twee brieven “quaps”. Kwaps betekent onwel of misselijk. Waarschijnlijk heeft Margaretha dus gelijk en is ze inderdaad zwanger.

  • 1
    Defroyement: Onkostenvergoeding
  • 2
    Begelden: Betalen
  • 3
    Avanceren: voorschieten
  • 4
    Johan van Reede van Renswoude
  • 5
    Sijn Hoocheijt, Zijne Hoogheid, de prins van Oranje zelf…
  • 6
    François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
  • 7
    Culemborg
  • 8
    Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne
  • 9
    Ratificatie: officiële bekrachtiging van overeenkomst

Huishouden in beweging

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 november 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 november 1672 Russelsheim
Lees hier de originele brief

Alles lijkt in beweging te zijn in deze brief: zoon Godard en Willem III staan op het punt met onbekend doel te vertrekken, de troepen van de Keurvorst zouden eindelijk eens in beweging moeten komen en Margaretha wil deze week de hele huishouding naar Den Haag verhuizen. Zilver en waardevol linnen laat ze voorlopig in Amsterdam.

Brieffragment over verhuizing

[de heere wilt noch laete kontiniweere,] ick hoop
merge met godts hulpe met de vrou van
ginckel en voort de heelle menaesge naer den
haech te gaen hoope wij daer sulle mooge blijf
=ven laet ons koffer met silver en dat
vande vrou van ginckel en voort ons meest
en beste linne voort meer ander goet dae
van Een inventaris is gemaeckt hier blijfve, [mij ver]

Stilleven op de hoek van een tafel: tinnen schenkkan en borden met een geschilde citroen, mes en olijven, een berkenmeier met wijn en een zilveren pronkbeker.
Stilleven op de hoek van een tafel: tinnen schenkkan en borden met een geschilde citroen, mes en olijven, een berkenmeier met wijn en een zilveren pronkbeker. Gerret Willemsz. Heda, 1642. Collectie Rijksmuseum

Ze springt van de hak op de tak, want opeens gaat het weer over de zadels. Ze heeft gehoord dat die vier dagen na het verzenden al in Hamburg aangekomen waren. En dat is volgens Margaretha al wel bijna twee maanden geleden (in werkelijkheid zijn de zadels op 1 oktober verzonden). En ze blijft maar proberen Raadspensionaris Fagel te spreken over de ordinantie van het geld dat haar man nog tegoed heeft. Maar daar zit dus absoluut géén beweging in.

Het huishouden

Die verhuizing dat is nog wel een organisatorische uitdaging, want ze heeft nogal een huishouden om zich heen verzameld met Ursula Philippota en de kleinkinderen. Bovendien is neef Welland1Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha nog steeds in Den Haag. En dat begint Margaretha inmiddels een beetje te irriteren.

Eerste brieffragment over het huishouden
Tweede brieffragment over het huishouden

[dat seer difisiel is,] uhEd belieft vrij verseeck
=kert te sijn dat ick mij inde haech so naeu sal be=
helpen s en so veel meenaesgeere2Menageren: sparen of ontzien, Margaretha heeft hier een werkwoord gemaakt van het woord ‘menage’ dat gebruikt werd voor ‘zuinig beheer der inkomsten’. Dit is één van de betekenissen van het woord (zie hieronder bij ‘menage’) alst mooge
=lijck sal sijn het sal ock wel van noode weese
want heb al Een groote menaesge3Menage betekent hier ‘huishouding’, het werd in de 17e eeuw op beide manieren gebruikt (zie hierboven bij ‘menageren’) de heer van
wellant is ock bij ons in den haech met 3 knechts
hij weet niet waer hij blijfve sal kan in geen
ordinaris4Ordinaris: Plaats waar men voor een vasten prijs kan eten, eethuis. Komt van ordinaris tafel: open tafel. gaen Eeten bij deese tijt, en derft
ock niet wel naer seelant gaen, ick heb hem
versocht sijn knechts kostgelt te wille geefve
en geseijt dat mijn huijs en tafel voor sijn
Persoon tot sijne dienst is, maer al die knechts
dat mij dat te swaer soude valle alst waer is
heb van ons Eijgen met onse kindere Een groote
meenaesge, en wort out aldie ruijsie5ruzie sou
mij niet dienen behalfve de groote koste daer
ick ock niet teege kan, och och uhEd sou niet
geloofve hoet hier gaet de voornoemde neef
isser al qualijck aen wenste om veel dat hij

die komisie bij den kooninck niet gedaen hadt
dan dat is te laet, [den heer van Albrants=]

Het huis in Den Haag is niet klein, maar als je al het personeel mee telt, was het toch een vol huis. Alleen Welland heeft al drie knechten. In een andere brief zegt Margaretha dat de zieke kamenier Angenis en Visbach van Philippota zijn. Margaretha’s grote toeverlaat in de huishouding is Sophia Visbach. Zou dat familie van Philippota’s Visbach zijn, of is het gewoon dezelfde persoon, maar is het handiger dat ze bij Philippota hoort als ze ziek is? Ook Margaretha zal een kamenier hebben en er is een keukenmeid Dorit. Uit latere brieven blijkt ook nog dat Philippota een lakei heeft. De ménage telt dan inderdaad al aardig op.

Welland

Wat is er met Welland aan de hand? Margaretha’s pleegzoon loopt een beetje met zijn ziel onder de arm. Nog geen jaar geleden leek zijn carrière zo mooi van start te gaan als geëligeerde in de staten van Utrecht. Met de invasie door de Fransen en zijn taak als afgezant naar de Lodewijk XIV, kwam zijn carrière abrupt tot stilstand. Nu heeft hij zich kennelijk vol zelfmedelijden in Den Haag verschanst. Wat moet hij? Hij zou naar Zeeland kunnen gaan, hij immers is heer van Welland en Zoelekerke. Zijn vader heeft hem daar goederen nagelaten, maar wat heeft hij daar verder? Sinds zijn 14e is hij opgegroeid bij Godard Adriaan en Margaretha… Margaretha weet niet zo goed wat ze met deze jongeman moet.

Interieur van een herberg met triktrakspelers. Op de voorgrond een wieg en een moeder die haar kind de borst geeft.
Herberg met triktrakspelers, Egbert van Heemskerck (I), 1669. Collectie Rijksmuseum

Uit eten: de ordinaris

Margaretha verzucht dat ze haar neef toch niet in een ordinaris kan laten eten. Een ordinaris is een plek waar je voor een vast bedrag aan kon schuiven en mee kon eten wat de pot schafte. De mogelijkheden om buitenshuis te eten waren in de tweede helft van de 17e eeuw in principe ruim voor handen. Er waren altijd al de herbergen, maar er ontstaan halverwege de eeuw ook gespecialiseerde eet- en koffiehuizen. Naast de genoemde ordinaris, waren er bijvoorbeeld ook gaarkeukens: plekken waar ‘bier en wijn en allerhande gare kost’ verkocht werd. Anders dan bij een ordinaris kon je bij een gaarkeuken de hele dag terecht. Herbergen, gaarkeukens en ordinarissen had je in soorten en maten. In een luxere herberg kon je bijvoorbeeld ook in die tijd al op je kamer eten (roomservice!) en om specifieke gerechten vragen.

Margaretha zegt dat Welland in deze tijd niet bij een ordinaris kan gaan eten. Kennelijk was het het probleem niet zo zeer dat het om een publieke eetgelegenheid ging. Het tijdstip lijkt het grootste probleem te zijn. Het zou kunnen dat de inflatie van het Rampjaar ook de ordinarissen parten had gespeeld. Dat zou betekenen dat de weinige die er nog waren exorbitant duur geworden waren.

Specifieke informatie over buitenshuis eten tijdens het Rampjaar of eetgelegenheden in Den Haag in de 17e eeuw heb ik zo snel niet gevonden. Interessant (en goed geschreven) is het proefschrift van Maarten Hell over De Amsterdamse herberg (1450-1800).

  • 1
    Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha
  • 2
    Menageren: sparen of ontzien, Margaretha heeft hier een werkwoord gemaakt van het woord ‘menage’ dat gebruikt werd voor ‘zuinig beheer
  • 3
    Menage betekent hier ‘huishouding’, het werd in de 17e eeuw op beide manieren gebruikt (zie hierboven bij ‘menageren’)
  • 4
    Ordinaris: Plaats waar men voor een vasten prijs kan eten, eethuis. Komt van ordinaris tafel: open tafel.
  • 5
    ruzie

Pagina 2 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén