Margaretha Turnor

Mijn heer en lieste hartge

Baksteen en turf

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 september 1676 Onleesbaar, maar het lijkt niet op Bremen
Lees hier de originele brief

Margaretha is terug in Amerongen en het valt haar niet mee: het werk aan het huis is niet zo ver gevorderd als ze gehoopt had. De werklieden moeten wel voort gaan maken, want de dagen beginnen te korten en er komt vuil weer aan.

Brieffragment over het werk tijdens Margaretha's afwezigheid

Ameronge den
5 septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere merge vroech ben ick weer hier gekoome
dat hooch tijt was, heb alles wel gevonde doch
het werck so werde niet geavanseert als wel gemeent
hadt, sij metselen noch tuschen en op de raemte
vande tweede verdiepine, hoope inde toekoomende
weeck de balcke vande selfve verdiepine to
sulle geleijt worde, ick salse nu wat kort
opde hacke sitten, het welcke noodich sal
sijn, want de dage korte seer en wij hebbe
vuijl weer te verwachte, [ick had gaern]

Metselwerk in de buitenmuur van Kasteel Amerongen. Foto en ©: Hans Neecke.

Waar is Krijn?

Iets anders dat niet helemaal volgens de verwachting loopt, is het stoken van de steenovenMargaretha gebruikt stuctureel het woord steenoven, eigenlijk gaat het over een veldoven of misschien over veldbrand. Drie maanden geleden heeft Margaretha Krijn van Kampen mét geld op weg gestuurd om turf te gaan halen. Ze heeft niets van hem gehoord en niemand weet waar hij zit. De tijd begint te dringen, want de oven moet gestookt worden! Ook het branden van de steenoven is afhankelijk van het weer en ze had al geschreven dat het vuile weer dreigt…

Eerste brieffragment over Krijn van Kampen
Tweede brieffragment over Krijn van Kampen

[vuijl weer te verwachte,] ick had gaern
dat me inde aenstaende weeck den steen
oven begon onder te stoocke maer nu
ick hier koom is krijn van kampe die
over de drije maende met gelt om turf

te koope van hier is gegaen, noch niet hier
ock weet men niet waer hij is, l ick hebt soo
meenich mael geschreefve dat men naer hem
in tijts verneeme sou, nu moet ick sien
hoe ickt maecke sal den oven mach so
niet blijfve staen, [deesen avont ontfan]

Vooraan ligt op het grijze water een schuit met daarop een groot vierkant bruin vlak. Voor het bruine vlak staat iemand met een rood jak en een wit mutsje voorover gebogen. Op de donkergroene kant staat een donker silhouet van een man met een kruiwagen. Hij staat voor de loopplank. De lucht is grijs en een dun boompje vangt wind.
De turfschuit, Vincent van Gogh, 1883. Collectie Drents Museumaangekocht met steun van de Provincie Drenthe, Nederlandse Aardolie Maatschappij, Vuil Afvoer Maatschappij, Stichting Pieter Roelf, Stichting Van Gogh, Stichting Vrienden van het Drents Museum, Stichting Schone Kunsten rond 1900, VSB-fonds en Vereniging Rembrandt.

Allodiaal

Margaretha bespreekt nog kort de roddels over het Beleg van Maastricht: ze zegt dat ze er zijn, maar niet wat die roddels dan zijn. Daar hebben we in de 21ste eeuw natuurlijk helemaal niets aan. Ook de financiën worden nog even op een rijtje gezet.
Tot slot komt Van Beusichem met goed nieuws. Er ligt een conceptstuk waarin de Staten van Utrecht het pandschap van de Hoge Heerlijkheid Amerongen overdragen aan Godard Adriaan. Luchtenburg, de secretaris van de Staten van Utrecht, zal dit stuk ter goedkeuring aan Godard Adriaan sturen. Dit betekent een heleboel: de Heerlijkheid wordt allodiaal. Dat wil zeggen dat de heerlijkheid vol eigendom wordt en er geen pachtconstructie meer is.

Eerste brieffragment over document van de Staten van Utrecht
Tweede brieffragment over document van de Staten van Utrecht

[sal sijn,] beusekom heeft mij geseijt
dat de sekreetaris luchtenburch uhEd

de reesoluijsie ent konsept vande afdoeninge
vant pantschap vande hooch heerlijckheijt
heeft gesonde waer op hij vandeselfve ant=
=woort verwacht om te hoore of hij daer
Eits af of toe belieft gedaen te hebbe ,

Landschappelijk overzicht richting Amerongen. Op de voorgrond een boerderij met twee hooibergen en een duiventil. Daarachter en wij met paarden en een laan met bomen richting Amerongen. Helemaal links de molen aan de rand van het dorp. In het midden van het dorp de Andrieskerk en helemaal rechts aan de rand van het dorp Kasteel Amerongen. In de verte rechts zie je nog net de toren van de Cunerakerk in Rhenen. Links achter het dorp de kale heuvels van de heuvelrug, rechts achter het dorp en richting Rhenen is het bebost.
Gezicht vanuit Kasteel Zuilenstein op Amerongen, Daniël Stopendaal, 1682 – 1726. Collectie Rijksmuseum. Je eigen ‘goed’ zie je het best uit het huis van de buren… Zou dit Margaretha’s droom zijn?

Eindelijk!

Het volk en de bagage zijn ein-de-lijk in Bremen aangekomen. Hopelijk is Blanche ook snel bij Godard Adriaan.

Brieffragment over personeel en bagage

tis mij lief uhEd volck tot breeme is aen
gekoomen, twijfele niet of blansche sal
nu al bij v sijn, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Links stroomt een rivier met daarin een boot. Op de rechter oever staan twee heren, meer naar rechts een groep van drie vrouwen en een man bij een paar kisten. Links een heuvellandschap en op de achtergrond een paar zeilbootjes.
Reizigers met bagage bij een rivier, Jean Pesne, naar Guercino, 1633 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Korte update

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 september 1676 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 september 1676
Lees hier de originele brief

Kennelijk heeft Margaretha niet veel tijd, want deze brief heeft maar twee kantjes. Ze begint deze brief met een overzicht van de financiën. Het gaat nu niet alleen over ordonnanties en assignaties, maar ook over declaraties en defroyementen (onkostenvergoedingen).

De provincie Utrecht als werkgever

Godard Adriaans werkgever voor deze missie is de provincie Utrecht en die is nog steeds krap bij kas na de plundering door de Fransen. Er worden dan ook wat trucjes uitgehaald. Kennelijk is het potje voor de onkostenvergoedingen beperkt, dus worden Godard Adriaans onkosten nu geboekt onder legeruitgaven. De reden daarvoor? De kans dat het daadwerkelijk tot een betaling komt is groter. Gelukkig heeft Nicolaas van Beusichem, de secretaris van de Ridderschap, beloofd dat hij erop zal toezien dat Godard Adriaan betaald wordt, zodra er geld is.

Brieffragment over geld

wttrecht den 3
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

uhEd laeste is geweest vande 28 pasato dewelcke
ick met de laeste post heb beantwoort, gistere
avont ben ick hier gekoome alwaer deesen dach
genootsaeckt ben te blijfve om verscheijde affaerees1Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden
de 400f weegens uhEd equipaesge2Equipage: uitrusting voor een reis heb ick van
beusekom3Nicolaas van Beusichem ontfange maer vande 280f of de dekla
=raesie weetense hier niet, de seeckreetaris luch
=tenburchJ4onathan van Luchtenburg heb ick niet konne aentreffe om te
spreecke, dan beusekom seijt dat de Assinaesi5Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling”
van 5413f verandert is vande post vande defroije
=mente6Defroyement: onkostenvergoeding en gestelt is op de post vande leegerlaste
daer se geloofve wij beeter op sulle konne be
taelt worde, beusekom die deselfve asinaesi
in hande heeft, heeft aengenoome sorch te drage
dat wij wt het Eerste gelt mooge betaelt worde

Beurs van groen fluweel met trekkoord en afgezet met gouddraad op een doosje in de vorm van een schaar (fallus?) van dito fluweel en passement, voorzien van twee metalen ogen, anoniem, na 1580. Collectie Rijksmuseum.

Beleg of geen beleg?

Het nieuws uit Maastricht blijft uit. Margaretha heeft uit Den Haag vier brieven geschreven aan haar zoon en ze heeft niets van hem gehoord. Morgen gaat ze toch maar naar Amerongen. Er wordt veel over de situatie in Maastricht gepraat, maar Margaretha gelooft dat dat allemaal Paapse propaganda is. Kennelijk heeft ze de Oprechte Haerlemsche Courant van twee dagen eerder niet gelezen, want daar stond in dat het beleg opgebroken werd. Wel met de mogelijkheid om eventueel strijd te leveren met de vijand.

Uyt het Leger onder sijn Hoogheyt tot Lonake den 28 Aug. Terwijl men vast vernam het aennaderen van de Fransse, onder het Commandement van Monsr. Schombergh en d'Humieres, soo heeft men van onse kant goet gevonden uyt de Belegeringh van Maestricht op te trecken, gelijck wy dan op gisteren hebben gedaen, en on op heden hier neergslagen, zijnde omtrent een half uur van ons voorgaende Quartier, omme, indien mogelijck, den Vyant Battailje te leveren.
Oprechte Haarlemsche Courant van 1 september 1676. Bron: Delpher
Eerste brieffragment over Maastricht
Tweede brieffragment over Maastricht

, nu meen ick merge heel vroech naer Ameronge
te gaen, en heb noch vande heer van ginckel
niet ter werlt gehoort heb hem wt den haech
vier briefve geschreefve en niet Een letter
tot antwoort bekoomen, int op breecke van

ons leeger is al Eenige kleijne schermutselin
voor gevalle so men seijt, dat mij te meer
bekomert, en weet niet wat ick dencke sal
, de mense spreecke in hollant seer en hier
niet min, doch hebbe ongelijck, geloof het
meest door de paepiste aengestoockt wort
de briefve die heeden wt Maestricht sijn
aengekoome brenge meede dat meest al
de huijse in die stat so sijn doorschoote
datse niet te gebruijcke sijn, de rechte
pertikulierijteijte7Particulariteiten: bijzonderheden, details vant opbreecke van
ons leeger weet men hier noch niet, ge
loof uhEd dat beeter sult hebbe al wij ,

Op de trap van een gebouw met pilaren zit een huilende vrouw. Op de achtergrond een stad waar alles brand en mensen plunderen en vernielingen aanrichten.
Treurende vrouw bij verwoeste stad, Jean Baptiste Nolin (I), naar Sébastien Leclerc (I), 1678. Collectie Rijksmuseum.

Trouw volk en een muitende predikant

Het begint inmiddels een feuilleton te worden: Margaretha hoopt dat Blanche, het personeel en de bagage inmiddels bij Godard Adriaan in Bremen zijn. Na de gebruikelijke afsluiting volgt een beetje een cryptisch post scriptum. Jodocus van Lodenstein heeft volgens Margaretha muitineus en seditieus, dus oproerig én oproerig, gepredikt.

Helaas is niet te achterhalen waar de bewuste preek over ging. Van Lodenstein, één van de gijzelaars van de Fransen, stond een sobere levensstijl voor en een directe beleving van het geloof. Net als andere predikers van de nadere reformatie was hij wars van ‘volkszonden’ als de ontheiliging van de zondag, dobbelen, luxe en kermisbezoek. Hij was ook scherp op misstanden binnen de kerk.

Predikanten van de nadere reformatie er moeite mee, dat de benoeming van predikanten van buiten de kerk gebeurde: door wereldlijke bestuurders. Vond Margaretha hem te streng wat betreft de volkszonden? Of had hij stevig tegen het collatierecht8Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen gefulmineerd? Ach, Margaretha was er zelf ook niet bij geweest, dus of de soep echt zo heet gegeten werd als zij hem hier opdient, is ook nog maar de vraag.

Afsluiting met ps

blansche sal nu al bij deselfve sijn,
ock het volck met de begaesge9bagage , hiermee
de blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

gistere beedach
sijnde heeft hier
loodisteijn so geseijt wort
seer muijtineus10Van muitineren: oproering veroorzaken en sediesieus11Seditieus: oproerig, opstandig gepreeckt

Een dame en een heer badmintonnen in een kamer. Op de achtergrond pakt een jongen een shuttle op. Links op de vloer liggen speelkaarten rechts ligt een kolfspel en bij de tafel rechtsachter liggen wijnglazen op de grond. Op tafel ligt een luit. Op de achtergrond loert een skelet tussen de gordijnen door. Onder de tekening de tekst 'Elck sijn tijt verdrijff". De tekening gaat over ledigheid.
Elck sijn tijt-verdrijff, Adriaen van der Venne, ca 1632. Collectie: Metropolitan Museum of Art, New York

Geen nieuws van het zuidelijk front

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag. Er doen onheilspellende geruchten over Maastricht de ronde, en ze heeft nog niets van Van Ginkel gehoord, dus heeft ze besloten nog even in de hofstad te blijven. Want wat nu als zoonlief een brief naar Den Haag stuurt, terwijl Margaretha net weer is vertrokken richting Amerongen? Margaretha is als de dood dat ze een brief van haar zoon mist. De laatste was van 26 augustus. Trouwens, niemand heeft brieven gehad. Zelfs de Staat niet! Of misschien wel, maar er wordt heel geheimzinnig over gedaan. De geruchten over Maastricht blijven voorlopig geruchten.

Brieffragment over gebrek aan nieuws

haech den Eerste
septem 1676

rec: 9 dito

Mijn heer en lieste hartge
de quade en onseeckere tijdine en geruchte die
hier nu drije dage aen Een van ons leeger dat
voor Maestricht leijt of heeft geleechge, is oor=
=saeck dat noch deese twee dage hier ben ge=
=bleefve, op hoope vande briefve vande heer van
ginckel te krijge, die wij tot noch toe niet hebbe
bekoome noch ock niemant pertikuliers1Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad., men
seijt ock selfs den staet niet, en so men heere
de state die hebbe gekreechge wordense seer
geseekreeteert2Secreteren: geheimhouden dade laeste briefve vande heer
van ginckel sijn vande 26 Augusti, [de luijckse post]

Het aanreiken van een brief in een voorhuis. In een vertrek bij het raam zit een vrouw met een hondje op schoot. Rechts nadert een man met een brief in de hand. Links staat een hond en zicht door de openstaande deur naar buiten, waar op straat aan een gracht (Kloveniersburgwal?), een kind met een zweepje speelt.
Het aanreiken van een brief in het voorhuis, Pieter de Hooch, 1670. Collectie Rijksmuseum.

Foute boel

Waar bestaan die geruchten uit? Men beweert dat de Luikse post opgehouden is en dat er 6000 vijandelijke militairen binnen Maastricht zijn gekomen. Hierop zou Willem III het beleg van Maastricht hebben opgebroken en richting Tongeren zijn getrokken om zich met zijn troepen bij de troepen van Waldeck en de Spaanse troepen te voegen, waarna ze slag zouden leveren tegen de Fransen. Maar hier is zoals gezegd helemaal geen zekerheid over. Het enige dat Margaretha zeker weet, is dat er iets niet helemaal goed zit.

Eerste brieffragment over troepen in het zuiden
Tweede brieffragment over troepen in het zuiden

[van ginckel sijn vande 26 Augusti,] de luijckse post
most gistere al hier sijn geweest dan men
seijt die op gehoude is, en datter ses duijsent
man vande vijant binne Maestricht soude
gekoome sijn, waer op sijn hoocheijt met de
beleegerin soude op gebroocke sijn en naer
tongeren den vij om met het bij hebbende

volck vande graef van waldijck3Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg en de spaense
te konsijongeere4Conjugeren: samenvoegen de vijant die af komt te
gemoet te gaen en slach te leeveren, doch
gelijck voorseijt heb is hier de minste seecker=
heijt niet van, maer wel datter Eits is dat
niet wel is[, de heer almachtich wil sijn hooch]

Gezicht op de versterkingen van de stad in vogelvluchtperspectief. Op de voorgrond de prins met zijn staf. Bovenaan portretten in medaillons van de graaf van Hornes en prins Willem III. Op het blad onder de plaat de titel en de legenda.
Beleg van Maastricht, 1676, anoniem, 1676. Collectie Rijksmuseum.

Kopzorgen

Uiteraard hoopt Margaretha dat de Heer almachtig het land en zijne Hoogheid bewaart, maar ze maakt zich ook ernstige zorgen om haar zoon. Naast dat ze geen idee heeft hoe het staat met de belegering van Maastricht, is ze bang dat haar zoon rode loop (dysenterie) krijgt of heeft. Zweder van Boetzelaar is daar al aan gestorven!

Brieffragment over bezorgdheid om Van Ginkel

[niet wel is,] de heer almachtich wil sijn hooch
en ons lant bewaeren, de raet pensionaris
is buijten op ter lee , ick hoope vandaech
noch briefve van h van ginckel te ontfange
want ben seer ongerust so omt Een alst
ander de roode loop renneert seer in ons
leeger en is den heer van leuwen5Zweder van Boetzelaar daer aen
gestorfven, so dat ick bekomert ben,

Margaretha herhaalt nogmaals dat er echt geen brieven bezorgd zijn en wil misschien toch vandaag nog richting Amerongen vertrekken.

Brieffragment over vertrek naar Amerongen

doch krijch briefve of geen meen van daech
noch te vertrecke en met godts hulpe merge
t Ameronge te sijn[, uhEd aengenaeme vande]

Op een tafel ligt een boekje met daarop een paar papieren in een mapje. Daar bovenop ligt een schede. Aan de rechterkant is een roemer van het boek gevallen, op de voorgrond een ganzenveer die gebruikt is om mee te schrijven en iets van een napje. Links op de achtergrond een lege kaarsenstandaard. Alle onderdelen van dit Vanitas stilleven duiden op de vergankelijkheid en het verstrijken van tijd.
Pieter Claesz, Stilleven met een schedel en schrijfgerei. Collectie The Metropolitan Museum of Art.

Postproblemen

Er is sowieso iets raars aan de hand met de postbezorging. Eerder in de brief schrijft Margaretha al dat de Luikse postbezorging tijdelijk wordt opgehouden. Maar ook Godard Adriaan lijkt haar brieven niet allemaal goed te ontvangen. Ze heeft er vier geschreven, maar in zijn brief van 28 augustus vermeldt Godard Adriaan niet dat hij deze allemaal ontvangen heeft. En het personeel is ook nog steeds niet aangekomen!

Eerste brieffragment over brieven van Godard Adriaan
Tweede brieffragment over brieven van Godard Adriaan

[t Ameronge te sijn,] uhEd aengenaeme vande
28 pasato heb ick gistere ontfange kan
mij niet genoech verwondere dat hij geen
tijdine van sijn volck heeft die nu lange

tot breeme moete aengekoome sijn, ock maeckt
uhEd geen mensie van mijn briefve ontfange
te hebbe, dit is de vierde die ick deselfve heb
geschreefve[, de oblijgasie op de generaelijteij]

Hout

Ondertussen is ze ook nog druk bezig met de herbouw van het kasteel. Er moet hout vanuit het Duitse Harburg naar Amsterdam gezonden worden. Maar Margaretha informeert ook naar hout dat ze misschien zouden ontvangen van Johann Georg II Anholt-Dessau, kortweg de prins van Anholt. Godard Adriaan zal hierover vast wel iets gehoord hebben van de bouwmeester. Margaretha hoopt in ieder geval van wel, want het hout zou zeer goed van pas komen.

Brieffragment over hout

[noch te sien,] ick hoope deselfve bij van weede6Cornelis van Weede ordere sal ge=
=stelt hebbe dat het hout van haerburch naer Amsterdam
mach gesonde worde dewijlle de scheeps vrachte so wel
te geniete sijn, en dat uhEd vande boumeester7Michiel Mattheus Smits sult ge
hoort of verstaen hebbe hoet met het hout vande prins
van Aenholt8Johann Georg II Anholt-Dessau staet kost me daer noch van bekoome
soude goet sijn en ons seer wel te passe koomen,

Met de meeste bekommering van de wereld

Margaretha heeft haar brief al afgesloten, maar voegt er toch nog iets aan toe. Met Philipotta en de kleine Agnes gaat het gelukkig hartstikke goed. Met Margaretha gaat het wat minder, want ze heeft nog steeds geen brieven ontvangen en maakt zich ernstige zorgen. ‘Met de meeste bekommering van de wereld’ besluit ze toch maar naar Amerongen te vertrekken.

Afsluiting

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

de vrou van ginckel
die met het kraem
kintge heel wel naer
den tijt is preesenteert
haer dienst aen uhEd
ick gae met de meeste bekomerin vande werlt van hier
tot noch toe geen briefve bekoome hebbende

Een jonge vrouw zit met haar naaiwerk bij het raam, met naast haar een dienstmeisje dat bij de wieg knielt.
De jonge moeder, Gerrit Dou, 1658. Collectie Mauritshuis.

Ditjes en datjes

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 augustus 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Het personeel en de bagage zijn op 19 augustus uit Amsterdam vertrokken en in de brief van Godard Adriaan van de 25ste augustus waren ze nog niet aangekomen. En dat terwijl het zulke goede wind was!

Brieffragment over het personeel dat onderweg is.

[9 septr. 1676]
Haech den 29
Augusti 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere heb ick uhEd mesiefve vande 25 deeser
ontfange, het doet mij leet sijn volck die met
sulcken goede wint op woensdach sijn den
19 deeser van Amsterdam sijn afgevaeren
doen noch niet waeren gearijveert, hoope
sij nu al bij uhEd sulle sijn, [met de laeste]

Een schip met bollende zeilen vaast op een woelige zee.
Varend schip op zee, Gerard ter Borch (II) (mogelijk), naar anoniem, 1627 – 1690. Collectie Rijksmuseum.

Angenis

Zoals al aangekondigd is de jongste kleindochter in de Duitse kerk gedoopt, Margaretha herhaalt nog maar eens het verhaal van de naam. Voor ons is het misschien wat verwarrend: Angenis hier, Agnes daar, maar in de 17e eeuw was men minder gefocust op goed en fout wat betreft spelling. Ook met namen. Met de kraamvrouw gaat het gelukkig goed, dus Margaretha wil weer naar Amerongen. Wel via Utrecht om daar de secretaris van de Staten van Utrecht, Jonathan van Luchtenburg, te spreken over een assignatie.

den 27 dito. Is gefoopt een kint van de Heer Godert Baron van Reede, Heer van Ginckel en Ursela filipina Baronesse van Raetsvelt: het kints naem Angenis, de getuijgen de Vrou Barnosse van Amerongen etc.
De doopinschrijving van Agnes van Reede van 27 oktober 1674. Collectie Haags Gemeentearchief
Eerste brieffragment doop Angenis
Tweede brieffragment doop Angenis

[sij nu al bij uhEd sulle sijn], met de laeste
post heb ick uhEd het geluckich gelegge
vande vrou van ginckel van Een dochter
geschreefve heb welcke Eergisteere inde hooch=
duijtse kerck gedoopt is en de naem van
Angnis naer de oude vrou van meuwe1Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota
is gegeefve, de kraemvrou ent kint sijn
reedelijck naer den tijt, daerom ick beuij
=ten ongeluck gereesolveert2Resolveren: Besluiten ben toekoom
mende maendach van hier naer Amerong

te gaen sal in paesant tot wttrecht de sekree
=taris luchtenburch3Jonathan van Luchtenburg weegens de bekende assin
naesie4Assignatie: aanwijzing tot betaling spreecken, [men heeft hier met de post]

Een moeder ligt in een bed met baldakijn in een kraamkamer. Voor het bed een gezelschap dames dat de baby terugbrengt van de doop: een van hen houdt de ingebakerde baby vast. Aan het voeteneind twee kinderen, op de rug gezien. Rechts een tafel met schalen koek en gebak. Tegen de achterwand van het vertrek een gobelin met als voorstelling de geboorte van Adonis uit zijn moeder Myrrha op het moment dat zij in een boom verandert.
Terugkeer van de doop, Abraham Bosse, ca. 1632 – ca. 1633. Collectie Rijksmuseum.

Maastricht

Het leger blijft actief in de buurt van Maastricht, tot nu toe weinig succesvol. Het echt slechte nieuws is dat de Fransen richting Maastricht marcheren. Hopelijk houdt de Heer almachtig een oogje in het zeil.

Brieffragment Maastricht

[naesie spreecken,] men heeft hier met de post
van gistere tijdine dat donse Een atacke
opt hoornwerck voor maestricht hebbe ge=
daen doch sijn afgeslage, daer men seijt
dat Alckema5Paulus van Alkemade heere vande haer soude ge
bleefve sijn en dutel6Onbekend in sijn been gequets
men seijt ock dat den vijent int marsche
=re tuschen scharleroij7Charleroi en Maestricht is
met intensie om Maestricht te ontsette, de
heer almachtich wil ons leeger bij staen,
sijn hoocheijt en onse soon bewaeren[, tis]

Portret van Georg Wilhelm (1625-1705), hertog van Brunswijk-Luneburg. Buste, naar links. Hij heeft een grote bos met krullen die bijna het hele medaillon vult, hij heeft een fors hoofd, bleek gelaat en hele lichte blauwe ogen en een flinke neus. Hij draagt een wit hemd met wat strikken er op.
Georg Wilhelm (1625-1705), hertog van Brunswijk-Luneburg, Jean Michelin, 1674. Collectie Rijksmuseum.

Zaken

Het is niet alleen Margaretha die haar man op de hoogte houdt over de politieke situatie in Utrecht, haar man schrijft haar ook over zijn werk. We hebben zijn brief niet meer, dus wat hij haar precies vertelde weten we niet. Wel is duidelijk dat het goed gaat en natuurlijk hoopt ze dat ook hier de Heer almachtig de onderhandelingen zal zegenen.

Brieffragment over het werk van Godard Adriaan

[sijn hoocheijt en onse soon bewaeren,] tis
mij seer lief uhEd bij de prins van sel8Georg Wilhelm van Brunswijk Lünenburg, prins van Celle so
wel is onthaelt en noch meer dat sijn
komste sulcken goede Efeckte hebbe ge
daen, hoop de goede godt uhEd verdere
neegoosgasie9Negociatie: onderhandelingen sal seegenen, [kapteijn blans]

Voor een grote stad met een grote poort is het een drukte van belang. Richting de stad gaan mannen te paard, mannen te voet, mannen op wagens. Er is een wal gebouwd waarachter een kanon opgesteld staat. Op de voorgrond zitten twee soldaten bij een tent gezellig te keuvelen alsof er daarachter niet gebeurt.
Belegering van een stad, Jan Luyken, 1698. Collectie Rijksmuseum.

Onderweg

Inmiddels is ook kapitein Blanche onderweg naar Godard Adriaan, maar hij komt met de postkoets. Bij de volgende brief hoort Margaretha graag of al het volk en de bagage bij Godard Adriaan in Bremen aangekomen zijn.

Brieffragment Kapteijn Blans
Brieffragment vertrek Blanche

[neegoosgasie sal seegenen,] kapteijn blans

is gistere van Amsterdam of naer de met
de postwaege op breeme vereijst hoope
hij spoedich bij uhEd sal sijn, en ick met
de naeste post sal hoore het volck
met de bogaesge bij uhEd sijn, waer
meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Bosweg met postwagen en een lopende figuur, op de rug gezien. Vóór de lucht.
Landschap met postwagen, Johannes Janson, 1761 – 1784. Collectie Rijksmuseum.

Een kleindochter erbij

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 augustus 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 augustus 1676
Lees hier de originele brief

Augustus 1676, Margaretha zit met Philippota in Den Haag en Godard Adriaan is op weg naar Bremen. Een aantal personeelsleden is hem met bagage nagereisd. Verwijzend naar een vorige brief, die verloren is gegaan, meldt Margaretha dat ze sinds woensdag per zeilschip uit Amsterdam via de Waddenzee onderweg zijn. Dankzij de goede wind zullen ze wel al bijna zijn aangekomen. Maar er is ook groot familienieuws!

Brieffragment over personeel en bagage

rec: 28 Augusti 1676

haech den 25
Augusti 1676

Mijn heer en lieste hartge

wt mijne laeste van voorleedene saterdach sal
uhEd gesien hebbe hoe sij begaesge met jeneken1Jenneke
en verdere domistijcke2Domestieken: Huisbedienden, knechts en woonsdach van Amster3Amsterdam
op breeme4Bremen overde watte5Wadden sijn t seijl gegaen met
Een heelle goede wint daerom niet twijfele of sij
moeten al te breeme sijn, uhEd laeste is wt
wttrecht geweest, [nu is de vou van ginckel de]

Een groot plein met links (Schutting oder Kauffmans Hauss) en recht (Rahthauss) en aan de andere kant meerder versierde gevels. Links en rechts achter de torens van kerken. Het midden deel plein is afgezet met een laag muurtje. Links voor zit een soort prieeltje, rechts een heel groot standbeeld van een ridder. Overal op straat zijn mensen. Geen paarden en geen wagens....
Gezicht op de markt te Bremen, Matthäus Merian (I), 1653 – 1670. Collectie Rijksmuseum

Agnes geboren

Gisteren ochtend om half acht is Philipotta, de Heer zij geloofd, bevallen van een gezonde dochter! Ondertussen het zevende kleinkind. Margaretha wenst grootvader veel geluk en hoopt dat het kind in christelijke deugden zal opgroeien en een vreugde zal zijn voor hen allemaal en dat haar ziel zalig zal zijn. Het gaat goed met moeder en kind, zo kort na de bevalling.

Brieffragment over de geboorte van Agnes

[wttrecht geweest,] nu is de vrou van ginckel de
heere sij gelooft gistere merge ontrent de klocke
ter half achte van Een recht en wel geschape dochter
geleege6bevallen waermeede uhEd veel gelucks wensche
en hoope het self in kristelijcke deuchde tot
onser aller vreuchde en haerder siellen salich
=heijt sal op wassen, de kraem vrou ent kint sijn
reedelijck naer den tijt, [wij hoopen het overmerge]

Overmorgen is de doop in de Hoogduitse kerk aan het Noordeinde en het meisje zal Agnes worden genoemd, naar haar overgrootmoeder van moeders kant. Daarna wil Margaretha zo snel als de gezondheid van Philippota dat toelaat weer naar Amerongen.

Eerste brieffragment over de doop van Agnes
Tweede brieffragment over de doop van Agnes

wij hoopen het overmerge
inde hoochduijtse kerck haer kristelijcken doope
met de naem van Angnis naer de oude vrou
van meuwen grootmoeder vande vrou van gincke7Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Philippota

te laeten geefve, en so haest dat over is en de
gesontheijt vande vrou van ginckel Eenichsins toe
laet met godts hulpe mijn naer Ameronge
te begeefven, [ick verlange uhEd geluckige over]

Twee mannen staan voor een eenvoudige kerk met een klein torentje midden op het dak
De Engelse of Hoogduitse Kerk aan het Noordeinde, anoniem, 1768. Collectie Haags gemeentearchief.

Zorgen over Godard

Margaretha hoort graag of Godard Adriaan goed is overgekomen. Kapitein Isaäc de Blanche, die sinds gisteren op bezoek is, weet nog niet of hij toestemming heeft van de stadhouder om ook naar Bremen te gaan. Maar terwijl ze zit te schrijven komt er een brief binnen, die haar en De Blanche doen besluiten dat hij morgen onmiddellijk met de postwagen naar Bremen moet vertrekken. Margaretha sluit de brief bij. Wat er in staat schrijft ze niet, maar wel dat ze zich daardoor grote zorgen maakt over de gezondheid van zoon Godard.

Brieffragment over Monsieur Blanche

[te begeefven,] ick verlange uhEd geluckige over
komste te hooren, kapteijn blansche8Isaäc de Blanche is gistere
hier gekoome weet niet of hij verlof van sijn hooch:
heeft om uhEd te volgen of niet, en oversulcks
niet wat hij doen sal, dus int schrijfve ontfan
dees neefvens gaende waerop wij gereesolveert9resolveren: besluiten
sijzijn Mons10monsieur blansche opt spoedichste te laete
volge en meent hij best te sulle doen hem op de
post wage op breeme b te besteede en also
hem merge voort van hier te begeefve, ick
kan niet segge hoeseer mij dees neffensgaende
bekomert de heer almachtich wil wil alles
ten beste schicke en de heer van ginckel in
gesontheijt behouden, [ick bekoome ock so]

Hout van Harburg naar Amsterdam

Er is ook een brief van Cornelis van Weede uit Hamburg gekomen die vraagt of ze het hout dat ze in Harburg hebben liggen niet beter naar Amsterdam kunnen over laten brengen en daar verkopen. Margaretha zal hem met deze post antwoorden dat hij dat moet doen, want waar het hout nu ligt brengt het zó veel minder op dan in Amsterdam, dat de kosten van het vervoer tegen dat verschil wegvallen. Ze hoopt dat dat ook naar de zin van haar man is, want ze zullen veel hout voor de voorburcht van het kasteel nodig hebben.

Eerste brieffragment over de brief van Monsieur van Weede
Tweede brieffragment over de brief van Monsieur van Weede

[gesontheijt behouden,] ick bekoome ock so
een brief van Monser weede11monsieur Weede: Cornelis van Weede wt hambur12Hamburg
die versoeckt te weete of hij ons resteerende
hout dat te haerburch13Harburg ligt ten zuiden van Hamburg aan de andere oever van de Elbe. Harburg heeft een belangrijke binnenhaven leijt op Amsterdam
sal sende dewijlle het daer te verkoope

seer weijnich soude gelde ende vrachte om
Een kleijne prijs te bekoome sijn,
waer om ick goet gevonde heb hem met
deese post te antwoorde en versoecke dat
hij alt voorseijde hout met de beste ge=
=leegentheijt op de minste koste wil over
sende, hoope uhEd dit gevallich sal sijn
want wij sulle tot het voorburch noch al
veel hout van noode hebbe, [de vrou van]

In een water midden in een stad liggen op de helling een paar boten half af, bij het ene kijk je naar binnen, bij het andere zijn ze met vuur bezig. Rechts op de voorgrond een soort baggerschip: vier mannen treden op hoge raden en voor lijkt er zand te komen dat opgevangen wordt in een praam. Links voor zijn mannen bezig met een huis. Twee staan op een steiger, een derde klimt op een ladder met een mand op zijn nek en een vierde staat een houten balk af te schaven.
Scheepsbouw en huizenbouw, ca. 1600, Claes Jansz. Visscher (II), 1608. Collectie Rijksmuseum

Geen broertje voor Frits

Godard Adriaan krijgt de groeten van schoondochter en alle kleintjes, in het bijzonder Frits. Hij was verdrietig en heeft gehuild, omdat hij geen broertje maar een zusje heeft gekregen!
De brief van Godard Adriaan van de 22e komt net binnen, en Margaretha is blij te lezen dat hij goed in Bremen is aangekomen. Voor zover ze antwoorden heeft op zijn vragen heeft ze die hierboven al gegeven. Bovendien verder geen tijd, want de post moet weg!

Afsluiting

[veel hout van noode hebbe,] de vrou van
ginckel preesenteert haeren dienst aen
uhEd so doet ock alde kleijne en insonder
frits die heel bedroeft was en kreet dat
hij geen broertge maer Een susge kreech
hier meede blijf

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

p s
so aenstonts ontfange
uhEd mesiefve14missive: brief vande 22 dees ben blijde te sien deselfe
wel tot breeme is gearijveert, twijfele niet of uhE
volck sal al te breeme sijn, weet niet of heb hier voor
al geseijt wat daer op te antwoorde is, ock moet de
post wech heb geen tijt meer te schrijfve

Een kind, gekleed in een omslagdoek, zit geknield met zijn linker voet naar voren. Hij zit voorover gebogen en gebruikt zijn omslag doet om zijn tranen te drogen.
Huilend kind, Gerard de Lairesse, 1670 – 1680. Collectie Rijksmuseum

De brieven van 1676

In 1676 vertrekt Godard Adriaan als extraordinair gecommitteerde naar Bremen. De basis van het nieuwe huis in Amerongen staat, maar er moet nog veel gebeuren, dus dat laat hij over aan zijn vrouw en zijn secretaris Godard van den Doorslagh. Het zal vrij snel duidelijk worden waar hard aan gewerkt wordt en wat allemaal nog moet gebeuren.

Bureaucratie

In 1672 en 1673 had Margaretha er bijna een dagtaak aan de betaling voor haar mans werk los te krijgen. In 1676 zien we dat ze die taken voor een deel heeft afgestoten en dat Van Heteren dat werk doet. Uiteraard blijft Margaretha wel verantwoordelijk voor het verantwoorden van de uitgaven. Dat zal haar ook in 1676 weer de nodige hoofdbrekens kosten, nu alleen niet omdat er geen geld te krijgen is, maar omdat het bouwen van een huis nou eenmaal veel geld kost.

Op een veld zijn mannen aan het bouwen. Voor proberen ligt een boomstam op twee bokken en zijn mannen met bijlen bezig. Rechts roert een man onder een afdak in een grote bak (mortel?) daarachter wordt een muur gebouwd met drie mannen op een steiger en helemaal achter timmert een ban het gebint van een dak in elkaar.
Over bouwen in het algemeen. Uit: Georgica curiosa : das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität Düsseldorf

De kleinkinderen

De brieven beginnen met de geboorte van een volgend kleinkind. Als Margaretha naar Amerongen gaat, neemt ze alle kinderen behalve de oudste, Margaretha (Tietge) en de pas geboren Agnes mee, die blijven achter bij hun moeder in Den Haag. De groeten van de kleinkinderen gaan dus onveranderlijk mee in de brieven, alleen nu niet omdat Ursula Philippota en Margaretha noodgedwongen op elkaars lip zitten.

Kinderkamer met drie vrouwen, waarschijnlijk moeders en geen kindermeiden. De vrouw links leert een kind lopen. De vrouw in het midden zit op een stoel en geeft haar kind de borst. De rechter vrouw heeft een kind op de arm. Twee van de kinderen dragen een valhoedje, een gevoerd hoofddeksel dat hen moest beschermen als ze vielen. Op de achtergrond staat een wieg, één kind speelt met een wagentje aan een touw, een ander heeft een stokpaard.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.

Voor wie niet alle kinderen paraat heeft en niet direct weet hoe oud ze zijn als de brieven Margaretha weer van start gaan (op 25 augustus 1676):

  • Margaretha (Tietge), geboren 15-07-1667, negen jaar oud
  • Frederik Christiaan (Fritsge), geboren 20-10-1667, zeven jaar oud
  • Anna Ursula (Antge), geboren 19-09-1669, zes jaar oud
  • Reiniera (Niera), geboren 08-06-1672, vier jaar oud
  • Salomé Jacoba (Jacoba), geboren 22-05-1673, drie jaar oud
  • Godard Adriaan (Godertge), gedoopt 11-10-1674, één jaar oud
  • Agnes (Angenis), geboren 24-08-1676, één dag oud

En voor de volledigheid: op de dag dat Agnes wordt geboren, is Ursula Philippota jarig, ze wordt 33. Er zijn geen aanwijzingen dat in het gezin Van Reede verjaardagen gevierd werden, Margaretha feliciteert alleen zo nu en dan haar man.

Oorlogsnieuws

De Republiek is in 1676 nog steeds in oorlog met Frankrijk. Eén van de ‘zeehelden’ van 1673, luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, was in april 1676 gesneuveld. Een ander, Cornelis Tromp, heeft met toestemming van de Staten-Generaal het bevel gekregen over de Deense vloot. De Republiek steunt de Denen in hun strijd tegen de Zweden, die op hun beurt weer gesteund worden door de Fransen. In juni 1676 wordt de Zweedse vloot verpletterend verslagen. Begin juli wil Willem III een eind maken aan de Franse bezetting van Maastricht. Na een beleg van bijna twee maanden, is hij genoodzaakt de aftocht te blazen: het Franse ontzettingsleger komt er aan. Zoon Godard van Ginkel bevindt zich op dat moment in Maastricht.

Op een stuk land staan een paar tenten. Er omheen staan wagens en paarden. Tussen de tenten staan mannen.
Gezicht op een legerkampement, Barend Klotz (toegeschreven aan), 1674. Collectie Rijksmuseum.

Memoriael-bouck

In een boek heeft Godard Adriaan de stand van zijn bezittingen opgeschreven. Het begint met alles wat ze geërfd hebben, dan alles wat er aan schulden open stond en daarna wat ze aangekocht hebben. Daarna is er uitgebreid beschreven wat ze allemaal verbeterd hebben aan het oude huis. Na het verhaal van de brand en de dank voor het hout van de Keurvorst, gaat het memoriaalboek verder met alle landaankopen die tijdens hun huwelijk gedaan zijn. Er ligt dus een duidelijk overzicht van wat er bij het landgoed hoort dat Margaretha te beheren heeft als Godard Adriaan er niet is.

Eerste fragment uit het memoriaalboek
Tweede fragment uit het memoriaalboek

Meloratien en Aenkoop

van goederen gedurende onsen
Ehestant gedaen____:

Voor eerst stellen wij alhier voor Timmeragie

Metselen, planten, verleggen van de Hoven,
vermaken van ‘t Voorburg, graven van
Graften, Wallen en Vijvers, poten van
Boomgaerden, Sedert het Jaer 1645
tot Junio 1672 ten minsten een som
van vijff en sestigh duisent gulden

Een bruin leren boek met koperen sluitingen. Het boek is versierd met een goudkleurige rand met flora. In het midden staat: Memoriaal-bouck van de Goederen specterende aan de Huyse en de hoge Heerlicheyd van Amerongen. MDCLXXVI
De kaft van het memoriaalboek, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

De architect!

Schut en Rietvelt gaven het in hun verklaring al aan: er zijn betere architecten, timmermannen en metselaars. Ze hebben zichzelf niet als architect voorgesteld, bovendien was Godard Adriaan heel erg in zijn nopjes dat hij Johan Maurits van Nassau-Siegen als architect had aangesteld. Aan de andere kant heeft Margaretha het over de bouwmeester als Michiel Mattheus Smits langs komt. Wie heeft nou eigenlijk wat gedaan?

Een statig huis met een hoge onderkant, relatief kleine ramen in het souterrain en grotere ramen op de verdiepingen erboven. Het huis is zeven ramen breed en heeft boven het souterrain drie verdiepingen. Het middelste deel, met drie ramen, springt een beetje naar voren. In het midden zitten zowel bij het souterrain als op de beletage een ingang, boven de voordeur zit een balkon dat steunt op pilasters. Het dak gaat over de volle breedte, met twee schoorstenen op de hoek. Het middelste deel heeft een eigen, wat hoger, puntdak.
Voorgevel van het huis Amerongen, ca. 1675, onbekend. Collectie Huisarchief Kasteel Amerongen.

Mauritshuis

Er is al vaker geschreven over de herbouw van Kasteel Amerongen en er is geen eenduidige conclusie over wie de architect is van het kasteel. Eén van de aanknopingspunten zou de overeenkomst met het Mauritshuis kunnen zijn. Met name de dubbele trap in het hart van het huis en de enorme galerij op de verdieping doen sterk denken aan het Mauritshuis.

Doorsnede van een huis met een kelder, een begane grond en vandaar een trap naar de tweede verdieping die uitkomt in een hoge zaal.
Verticale doorsnede van voor (links) naar achter (rechts) van het Mauritshuis, tekening van Pieter Post. Collectie Koninklijke Bibliotheek ‘s-Gravenhage (KW 128 A 34). Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Het Mauritshuis was een opdracht van Johan Maurits van Nassau-Siegen. De architect was Jacob van Campen met assistentie van Pieter Post. Zij overleden respectievelijk in 1657 en 1669, dus hun kunnen we afstrepen voor Amerongen. Johan Maurits had een goede relatie met Godard Adriaan en de zoon van Pieter Post, Maurits Post werkte veel met hem samen.

Doorsnede van een huis met een kelder, een begane grond en vandaar een trap naar de tweede verdieping die uitkomt in een hoge zaal.
Globale doorsnede van het huis Amerongen, noordkant, N.C.G.M. van de Rijt, 1976. Collectie Huisarchief Kasteel Amerongen. Het Utrechts Archief.

Geen van de plattegronden van Kasteel Amerongen zijn ondertekend, maar het lijkt er toch wel op dat de eerste tekening, met de vier torens, gemaakt is door Schut. Hoe en wat de invloed van Johan Maurits van Nassau-Siegen en Maurits Post hierop geweest is, zal waarschijnlijk altijd gissen blijven.

Plattegrond met vier vierkante kamers op de hoeken. Deze vier kamers steken bij de buitenmuur een stukje uit, waardoor je het idee krijgt van vier torens. Tussen de torens voor en achter zitten relatief grote ruimtes (De Voorsaal en t Groot Salet) en links en rechts zitten kleinere ruimtes (Bedtcamers). In het hart van het huis zitten twee trappen.
Plattegrond eerste verdieping, met benaming van de vertrekken en vier hoekpaviljoens. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Torens of geen torens

De plattegrond met de vier torens is een keurige rechte tekening. Het is duidelijk een ideaalplaatje. Uit de memo van Godard van den Doorslagh blijkt dat die tekening vóór het opmeten van de ruïne gemaakt moet zijn, omdat hij duidelijk aangeeft dat er nog delen staan en er nog delen afgebroken moeten worden.

Het vermoeden is dan ook dat de tekening zonder de torens, waarop met potlood verschillende trappenhuizen gemaakt zijn, gemaakt is nadat de ruïne opgemeten is en dus ook na de memo. Waarschijnlijk hebben ze toen echt nauwkeurig gekeken hoe de nog staande muren liepen en waar de fundamenten precies lagen. In die volgende tekening wordt er dan ook rekening mee gehouden dat het fundament niet recht is. Dan ontstaat het plan met zes ramen aan de zuidkant (links) en zeven aan de noordkant (rechts) van het kasteel. Ook deze plattegrond is waarschijnlijk door Schut getekend. Of ze de problemen in het huis met de symmetrie toen al voorzien hebben is de vraag.

Een platte grond van een redelijk vierkant gebouw. midden voor een brede hal met twee trappen. De twee ramen en deur zitten in een deel van de gevel dat een beetje uit steekt. Links en rechts daarvan een grote ruimte. Achter de trappen een gang die over de volle breedte van het huis loopt. Midden achter een brede grote zaal met vier ramen in een deel van de gevel dat iets uit steekt. Aan weerszijde een kleinere ruimte met rechts extra trappen. Met rood potlood zijn er midden achter trappen getekend, maar ook rechts tegen de muur. Heel dun staan op sommige plekken ook nog extra lijnen toegevoegd.
Plattegrond van de eerste verdieping van het huis Amerongen, Anoniem, 17e eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

De plattegronden waarin de verschillende posities van de trap verder uitgewerkt zijn, zijn van een andere hand, het is onduidelijk van wie. Er is verder weinig met die tekeningen gedaan, dus het is ook niet echt relevant.

Beide geveltekeningen van het kasteel zijn waarschijnlijk na de bouw gemaakt, want tijdens de bouw wordt bijvoorbeeld nog heen en weer geschreven over de dakkapellen in de kap. Het vermoeden is dat deze tekeningen ook door Schut gemaakt zijn.

Schut, Johan Maurits en Godard Adriaan

De samenwerking tussen Godard Adriaan, Johan Maurits en Hendrik Schut is heel nauw geweest. Uit zowel de hoek van Johan Maurits van Nassau-Siegen als van Hendrik Schut zijn architectonische elementen aan te wijzen waaraan zij waarschijnlijk hebben bijgedragen. Een echte architect is eigenlijk niet te noemen. Isa van Eeghen ziet graag dat het Schut is en Ruud Meischke bevestigt haar daarin, in het artikel dat Meischke later met Koen Ottenheym schrijft ligt de bal iets meer bij Johan Maurits van Nassau-Siegen. Misschien is de vraag wie de architect is niet de meest belangrijke. De grootste invloed is die van Godard Adriaan die de mensen bij elkaar wist te krijgen waarmee Kasteel Amerongen tot stand gekomen is. En alle betrokkenen, inclusief Margaretha, mogen trots zijn dat er nu nog steeds van het kasteel genoten wordt.

De baksteenberekening

Er zijn relatief veel documenten bewaard gebleven over de herbouw van Kasteel Amerongen. Eén van die documenten bestaat uit een memorie of bestek van maar liefst 10 kantjes. De memorie is op 30 november 1674 opgesteld door secretaris Godard van den Doorslagh. De secretaris heeft onder meer een berekening gemaakt van het aantal stenen dat nodig was voor de herbouw. Een tweede memorie van een paar dagen later voegt daaraan toe de stenen uit muren die afgebroken worden, kunnen worden hergebruikt.

De uitgangssituatie

Na de brand in het oude kasteel, staan er nog delen van het kasteel overeind. Ondanks dat Margaretha de opdracht geeft om de muren te stutten, komen de Fransen nog een paar keer langs en richten meer verwoesting aan.

Een kasteel met middenvoor een toren met daarin een poort. Links een gebouw met een trapgevel en daarachter nog een toren. Rechts nog twee gebouwen. Voor het kasteel staat een muur met daarin een poort.
Gezicht op huis Amerongen, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum. Het nieuwe ontwerp voor Kasteel Amerongen leek in weinig opzichten op het huis dat in 1673 door de Fransen was verbrand.

Al eerder schreven we over het ontwerp van het kasteel. De memorie van secretaris Van den Doorslagh is waarschijnlijk gebaseerd op dit ontwerp. Het nieuwe Kasteel Amerongen zou vier torens moeten krijgen. De vier torens is dit ontwerp zijn gebaseerd op die ene toren (op de tekening van Roelant Roghman links achter) die na de brand nog overeind stond.

Vooraan in het midden een halve toren, rechts een afgebroken muur op de tweede verdieping, links een stuk muur zonder ramen. Links op de achtergrond staat nog een toren. In het puin in het huis, staan drie schoorstenen nog overeind.
Maquette van het afgebrande kasteel, Dave Pezarro, ca. 1988. Collectie Kasteel Amerongen.

Het basisontwerp

Van den Doorslagh begint zijn memorie met een uitleg van het ontwerp en wat dat betekent voor de maten van het nieuwe kasteel.

De basis van het ontwerp

den 30:9b:1674 opgestelt:

Memorie of besteck
hoedanigh men het groot huijs
soude konnen Timmeren, te weten
met Vier Torens, ider Toorn
in form als den aftersten oude
Tooren, sijnde buijten wercks
28 voet, Ende tusschen de Vier
Torens te komen 4 gordijnen
met schilden afgekapt
alles gerekent Rijnlantse

Eerstelijck De Drie Torens als
den Vierden : die after staet,

Plattegrond met vier vierkante kamers op de hoeken. Deze vier kamers steken bij de buitenmuur een stukje uit, waardoor je het idee krijgt van vier torens. Tussen de torens voor en achter zitten relatief grote ruimtes (De Voorsaal en t Groot Salet) en links en rechts zitten kleinere ruimtes (Bedtcamers). In het hart van het huis zitten twee trappen.
Plattegrond eerste verdieping, met benaming van de vertrekken en vier hoekpaviljoens. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief. Links boven de toren

De volgende stap is dat Van den Doorslagh bepaalt hoe hoog het huis komt te liggen. Nu zouden we zeggen “ten opzichte van het maaiveld”, maar Van den Doorslagh kijkt er op verschillende manieren naar: hij kijkt naar de oude vloer, de gewone waterhoogte en het fundament. Kennelijk heeft hij dan genoeg informatie om in de hoogte te gaan rekenen.

Ligging ten opzichte van oude vloer, waterstand en fundament

De kelders van’t geheele Huijs
in verdiepingh onder’t Wulf
9 : voet sulx dat boven de oude
vloer komt 5 voet.
Ende vande vloer vande Zael, die
boven ‘t voors. Wulfsel komt tot
aen’t ordinaris water : 15 : voeten.
soo dat de gront vande kelders sal
leggen 5 : voet boven ‘t ordinaris
water of ontrent 10: voet boven
‘t fondament.

Dan heeft Van den Doorslagh nog één stukje informatie nodig: hoeveel stenen gaan er in een lengtemaat.

Stenen per voet

De muren van de kelders rontom ‘t huijs
gerekent op 4 1/2 ordinaris mopsteen.
in jeder voet gereeckent 18 steen komt
80 steen in de dickte voor ider voet

De torens

Nu kan Van den Doorslagh gaan rekenen en dat doet hij zeer uitgebreid. Hij begint met één van de torens vooraan, die vrijwel helemaal opgebouwd moet worden. Hij begint bij het fundament en de kelder en rekent vervolgens per verdieping omhoog. Hij zet een f voor het totaal in kantlijn, door het lettertype lijkt het hier om guldens te gaan, maar het zijn echt stenen.

De toren tot aan het wulfsel

Den Toorn inden omtreck hout 100 voet
bedraegt tot aent Wulfsel 160.000 steenen
waer van af 100 voet voor vier lichten ider voet 80
komt 8000 steen blijft voor tfondament en
kelder aen steen 152.000

[in marge] f 152.000

Tot de tweede verdieping

Tot de tweede verdieping hoogte
boven t gewulf vande kelders
18 voet de muer dick 3 mopsteen
ider voet 18 steen. dat driemael
komt 54 steen voor ider voet
Den Toorn weder gereekent in
omtreck 100 voet makende 97.200
gaet af voor 4 lichten ider breet
5 1/2 voet, hooch 12 voet sijnde 66 voet
vierkant komt voorde 4 lichten
ider voet 54 steen – 14.254. die
aftreckende blijft 82.946 steen

[in marge:] 82.946

Op een gravure legt een man zorgvuldig een steen op een muurtje. Op de grond liggen losse stenen, naast hem een ton met daarin zand of kalkmortel (?). Achter hem staat een man te kijken die een soort teil op zijn schouder heeft. Boven de afbeelding staat de tekst: De Metselaar. De quaa Gebuur, Vereist een muur. En onder de prent: De Mens bemuurd zijn tijliek leeven, Om voor 't gevaar te zijn omgeeven, En 't Ewig deel leid veeltijdts bloot; Gelijk een Grensstat sonder wallen, Ten roof van 's vrijands overvallen, En prijkel van een ewge doodt.
Metselaar, Caspar Luyken, naar Jan Luyken, 1694. Collectie Rijksmuseum.
Tot de derde verdieping


Tot de derde verdieping hoogh 15 voet
dick 2 1/2 voet mopsteen. ider voet als
voren 18 steen dat 2 1/2 mael maeckt
45 steen voor ider voet. den omtreck
als vooren 100 maeckt 67.500
waar af voor 4 lichten, ider breet
.. 1/2 voet hooch 10 voet sijnde
ider 55 voet vierkant en 4 mael
komt 220 voet komt 9900:
aftreckende blijft 57.600 steen

[in marge:] 57.600

Tot de vierde verdieping en tweede toren


De Vierde of leste verdieping
hooch 13 voet, de muer
dick 2 mopsteen ider voet 18
maeckt voor 2 mael 36 steen
dat 100 mael, sijnde den omtreck
komt 46.800. waer af voor
4 lichten ider breet 5 1/2 voet, hooch
8 voet 6300. blijft noch 40.500
[in marge:] 40.500
[in marge: tussenoptelling:] 333.046 Tot eenen Voor Tooren.

Van gelijcke tot den tweden voor Tooren.

Voor de derde toren, de toren aan de noordwestzijde, waren minder stenen nodig, omdat deze er deels nog stond: 215.573 stenen.

De derde toren

Den derden Tooren (waer van de helft
tot de twede verdieping incluijs
albereets staet) te weten den
Toren aende noortweste zijde,
Ende alsulx voor die twe
verdiepinge komt volgens vorige
calculatie , namentlijck voor de
eerste verdieping 80.000 waer
van af voor twe lichten 4000 blijft 76.000

[in marge:] 76.000

Voorde twede verdieping als
voren vande eerste Tooren halfmael
48.600 voor 2 lichten af
7217 blijft noch
41.473

[in marge:] 41.473

De derde verdieping als de andere
voor toorens tot 57.600 steen

[in marge:] 57.600

De vierde verdieping als bovens 40.500 steen

[in marge:] 40.500

De vierde toren, op het zuidwesten, was nog nagenoeg compleet dus die heeft Van den Doorslagh niet meegenomen in de berekeningen.

Muren

Voor de muren tussen de torens en de muren in het huis gaat de secretaris op dezelfde wijze aan de slag: muur voor muur, verdieping per verdieping telt hij de stenen bij elkaar op. Daarna gaat hij verder met de binnenmuren, de gewelven van de kelder en de schoorstenen. Hij telt alles bij elkaar op en komt uit op in totaal 1.600.997 stenen.

Een metselaar met een emmer op zijn hoofd en een aan een lange stok gebonden kwast, lopend langs een deur. Italiaans vers in ondermarge. De prent maakt deel uit van een album.
Metselaar die een muur gaat witten, Giuseppe Maria Mitelli, naar Annibale Carracci, 1660. Collectie Rijksmuseum.

Hergebruik

De eerste memorie gaat naadloos over in een memorie van een paar dagen laten, 9 december 1674. Kennelijk had Van den Doorslagh er geen rekening mee gehouden dat er nog delen van het kasteel afgebroken moeten worden en dat je die stenen kunt hergebruiken. Eerst heeft hij samen met Rietvelt zorgvuldig opgemeten wat er nog staat.

Afbraak

[In marge] Rijnlantse maet.

Den 9Xb/29 9b 1674 Met
Mr Cornelis van Rietvelt
opgenomen de muren van’t
verbrande Huijs tot Amerongen
dewelcke sullen afgebroocken,
de steen afgebickt, en schoon
gemaeckt, ende vervolgens aen
tassen geset werden, om weder
te verwercken, de puijn uijt=
gekrooijen daermen het
aen sal wijsen.

Hierna volgen dus eigenlijk andersom berekeningen: Van Den Doorslagh noemt de muren die afgebroken moeten worden en berekent hoeveel stenen daaruit zullen komen. Het gaat hierbij om de buitenmuren, waaronder die van de ‘poorttoren’, maar ook de binnenmuren van slaapkamer, de gewesen keucken, de zaal en de galderije (gang). Het uiteindelijk aantal stenen dat hiermee hergebruikt kan worden, lijkt te komen op ongeveer 40.000.

De concertzaal St. James's Hall wordt (in 1905) afgebroken. Het licht valt van links de hal in, waar werklieden met de afbraak bezig zijn. Rechts een lange ladder die naar een stellage onder een van de bogen leidt.
Het afbreken van St. James Hall, Muirhead Bone, 1906. Collectie Rijksmuseum.

Geschaakt

Van Ginkel noemde in de lange rij doden en gewonden bij Seneffe ‘Papekop: doot’. Papekop was Nicolaas van Vlooswijk, zoon van de Amsterdamse burgemeester Cornelis van Vlooswijk. Nicolaas werd door twee kogels doorboort en liet een vrouw en twee kinderen na. Margaretha kende vader Cornelis, want hij hielp haar wat op weg toen ze naar Amsterdam moest vluchten in het rampjaar.

Burgemeesterskinderen

Nicolaas was niet de enige die bij de Slag bij Seneffe sneuvelde, waarom krijgt hij dan hier een plekje? In de brieven van Margaretha aan haar man uit 1676 zal Nicolaas’ weduwe een rol spelen. Wat tot de meeste commotie zal leiden is hoe het huwelijk tussen Nicolaas en Eleonora tot stand gekomen is.

De liefde van Nicolaas van Vlooswijk en Eleonora Constantia van der Meyden is er één die waarschijnlijk zelfs nu nog chocoladeletters in de krant zou opleveren, of iets 21ste-eeuwser, goede clickbait:

Dochter van burgemeester van Rotterdam nieuwe liefde van zoon van burgemeester van amsterdam

Het grootste verschil met de 21ste eeuw is dat in de 17e eeuw liefde geen basis is voor een relatie. Laat staan voor een huwelijk. Als Nicolaas de hand van Eleonora vraagt bij haar vader, dan wordt hem dit geweigerd. Vader heeft Eleonora al beloofd aan een oudere, zeer rijke, heer. Om het zekere voor het onzekere te nemen, verbiedt vader Van der Meyden Nicolaas de toegang tot het huis in Rotterdam.

KuiperijDoor ongeoorloofde middelen trachten iets te verkrijgen

De geliefden laten het hier niet bij. Gelukkig maar, anders was dit verhaal overbodig. Via het personeel houden de twee contact met elkaar en ze smeden een plan. Dit plan maakt dit verhaal tot een van de meest spraakmakende schakingen van de 17e eeuw. Onder het huis van de vader van Eleonora zit een wijnkoper die zelf wijn in vaten kuipt.

Glasplaat in houten vatting. Panorama van zeven kuipers (tonnenmakers) die met verschillende stappen in het productieproces van tonnen bezig zijn. Van links naar rechts het zagen van de de duigen, het plaatsen van de duigen in de hoepels, het aanslaan van de hoepels, het branden van de ton, de complete ton en het maken van de deksel.
Kuipers aan het werk, anoniem, ca. 1700 – ca. 1800. Collectie Rijksmuseum.

De afspraak is dat Eleonora in de nacht naar beneden komt en dat er daar een ton staat waar ze in kruipt. De ingekuipte Eleonora wordt op een slede gelegd die klaar ligt. De slee met de maagd in de ton verlaat bij de Goudse Poort Rotterdam. Dan mag ze uit de kuip en vertrekken de geliefden met gezwinde spoed naar IJsselstein. Dit was een vrijplaats waar de lange arm van de wet geen toegang had. De ouders van Eleonora konden hier dus niet tegen beginnen. Nicolaas en Eleonora voeren dit plan in mei 1663 uit. In mei 1664 keert het stel terug naar Rotterdam en verzoent zich met de ouders van Eleonora. Ze trouwen hierna in Amsterdam.

Links een eenvoudige ophaalbrug over een gracht die leidt tot een poort met twee achtkantige torens met kantelen.
De Goudse poort Anno 1580 aan de Goudsesingel, uit het noorden, Gerrit van Smack, 1658-1662. Collectie Stadsarchief Rotterdam.

Puberzoons

Als dit allemaal gebeurt is Nicolaas 26 en Eleonora 18. Margaretha en Godard Adriaan zitten op dat moment thuis met twee puberjongens: Van Ginkel is negentien en pleegzoon Welland, net een jaar wees, is zestien. Je kunt je voorstellen dat in Huize Van Reede te Amerongen dit verhaal tevens gebruikt werd om de jonge jongens een lesje moraal te geven. Het jaar erna vond een nog spraakmakender schaking plaats. Beide schakingen waren snel bij een breed publiek bekend en er worden gedichten en toneelstukken over gemaakt. De schaking van Nicolaas van Vlooswijk en Eleonora van der Meyden lost zich op door een verzoening, maar andere schakingen konden tot intense rechtszaken leiden.

Schakingen

Meer weten over deze en andere schakingen? In 2017 is Rolf Hage op schakingen gepromoveerd en in het kader van zijn proefschrift heeft hij ook de databank schakingen opgezet: een heerlijke plek om te verdwalen in smeuïge verhalen.

Een gezelschap op een bordes, gekleed volgens de mode van 1680. Een man en vrouw zitten te schaken. Een bordurende vrouw kijkt toe. Beide vrouwen hebben een fontangekapsel. Onderschrift, midden onder in de marge, gegraveerd: ‘Brave Guerrier il faut se rendre / La Belle a trop d'Esprit ses yeux ont trop d'éclat; / E pour peu qu on ait le Coeur tendre / On est en deux facons bien tost échecs et mat.’
Le Jeu d’Echecs, Barent Velthuysen, ca. 1680. Collectie Rijksmuseum.

De Slag bij Seneffe

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Godard van Reede van Ginkel 12 augustus 1674 Bergen (Henegouwen)
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Wat moet Margaretha geschrokken zijn toen ze de brief van haar zoon las. Godard van Ginkel was tijdens de Slag bij Seneffe in zijn schouder geschoten. De wond bloedde zo hevig, dat Godard flauw werd. De brief waarin Godard dit schrijft, is geadresseerd aan vader Godard Adriaan van Reede en op 12 augustus 1674 verzonden vanuit het Belgische plaatsje Bergen.

Brieffragment over pistoolschot

[daer onder] inde welcke ick geen van achteren 
met een pistoolkoogel even onder mijn 
lincker schouder wiert deur en deur geschooten,
dat mijn door het ongemeen starck bloeden 
een weijnigh flau maeckte, ende obligeerde 
te retireeren

Drie ruiters in gevecht, met zwaarden en een pistool. Op de achtergrond meer vechtende mannen te paard en op de grond een gewonde soldaat.
Drie ruiters in gevecht, Jan Martszen de Jonge, 1619 – 1649. Collectie Rijksmuseum.

De weg naar vrede

Nadat de Vrede van Westminster in februari 1674 gesloten was en ook Münster en Keulen eieren voor hun geld hadden gekozen, moesten alleen de Fransen nog verslagen worden. Om Frankrijk op de knieën te krijgen was prins Willem III echter afhankelijk van zijn bondgenoten. Ondertussen had de prins van Condé van de Zonnekoning toestemming gekregen om indien mogelijk de confrontatie met de geallieerden aan te gaan. De prins van Condé hield zich met zijn legermacht op in de omgeving van Charleroi. De Spaanse gouverneur-generaal Juan Domingo Mendez de Haro y Fernández de Córdoba, graaf van Monterey, voelde de bui al hangen: Condé was van plan één van de vijf Spaanse vestingen aan te vallen. Maar welke? Namen, Mons, Condé, Chambrai of Bouchain? Hoe dan ook, Condé moest zo snel mogelijk teruggedreven worden naar de Franse landsgrenzen. Monterey probeerde Willem III er derhalve van te overtuigen dat het noodzakelijk was zo snel mogelijk slag te leveren tegen de Fransen.

Medaillon met een man in een harnas met lange krullen en een harnas. Een dame houdt het gordijn voor het medaillon opzij.
Portret van Juan Domingo de Zuñiga y Fonseca, graaf van Monterey, Gerard de Lairesse, 1672. Collectie Rijksmuseum.

Dekkingsmacht

Op 9 augustus 1674 arriveerde de geallieerde legermacht, bestaande uit ongeveer 65.000 man, in het Belgische plaatsje Seneffe. Dit plaatsje lag niet ver van het Franse legerkamp. Het geallieerde leger trok vervolgens verder richting de Franse grens, met als doel Condé af te snijden van zijn aanvoerlijnen. Bij Seneffe werden 3000 à 4000 cavaleristen en 500 dragonders achtergelaten om als dekkingsmacht te dienen. Onder de cavaleristen bevond zich brigadegeneraal Godard van Ginkel. Van Ginkel diende onder het bevel van Karel Hendrik van Lotharingen, de prins van Vaudemont.

Te midden van het strijdgewoel een wolk van waaruit wat wapens steken.
Detail van Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie: Rijksmuseum. Op deze uitsnede zijn de troepen van brigadegeneraal Van Ginkel afgebeeld.

De slag

In de ochtend van 11 augustus 1674 viel het 50.000 man tellende leger van Condé de dekkingsmacht van Vaudemont aan. Van Ginkel schrijft dat Vaudemont bij Willem III eiste dat hij versterking zou krijgen. Hierop zond de Prins van Oranje de regimenten van veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen en van diens neef Willem Maurits van Nassau-Siegen.

De Slag bij Seneffe bestond in feite uit die verschillende slagen. Naast Seneffe, werd er strijd geleverd bij het klooster Saint-Nicolas-aux-Bois en in het dorpje Fayt-lez-Manage. De cavaleristen en infanteristen hielden bij Seneffe aanvankelijk redelijk stand, maar moesten de aftocht blazen toen de Fransen het plaatsje begonnen te bombarderen. Bij het klooster werd lang standgehouden, totdat de Spaanse aanvoerder dodelijk gewond raakte en de cavalerie en infanterie op de vlucht sloegen. Na verkeerde inschattingen van Condé, die ervan overtuigd was dat de geallieerden richting Bergen wilde ontkomen en de achtervolging had ingezet, moesten de Fransen de strijd om het dorpje Fayt staken.

Overzicht van de slag. Op de voorgrond wordt heftig gevochten en steeds verder naar achteren is het redelijk georganiseerd. De wolken van de slag zijn ook rechts op de achtergrond te zien.
Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie Rijksmuseum.

Geen winnaar

Wie heeft de Slag bij Seneffe gewonnen? Hoewel de Fransen minder verliezen telden dan de geallieerden, hadden ze veel officieren verloren. Hoewel Condé Seneffe en Saint-Nicolas-aux-Bois op zijn conto kon schrijven, claimden de geallieerden de overwinning bij Fayt. Toch waren er ook aan de kant van de geallieerden veel doden en gewonden gevallen. Tevens waren er veel door de Fransen gevangen genomen. Van Ginkel somt ze allemaal op in zijn brief.

Eerste brieffragment over doden en gewonden
Tweede brieffragment over de doden en gewonden
Derde brieffragment over doden en gewonden

men siet haest 
geen officieren onder de infanterie oft 
sijn doot oft gequets, van onse vrunden 
sijn doot den oversten Torck1Hendrick Torck de majoor 
haegedoren2François de Ram van Hagedoorn, den heer van Valkenborgh3George de Hertoghe, heer van Valkenburg
la villaumaire4Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire, majoor DedemJ5ohan baron van Dedem, Cassiopin6Thomas van Cassiopijn 
Capitein Torck van Bergen op Zoom7Pascasius Turck, Wilick 
Nieuwenheijm8Onbekend, de Luitenant van Moesbergen9Onbekend

mijn gewesen quaertiermeester, en veel meer andere 
die mijn tegenwoordigh niet in vallen, ende oock 
niet pertinent weeten kan, de Graef van 
Waldijck10Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg is gequetst, de generael majoor Veen11Onbekend 
tot der doot gequets, papen kop12Nicolaas van Vlooswijck doot, 
palm13François Abrahamszoon Palm tot er doot gequetst, slangen borgh14Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg 
tot er dootgequetst, de jonge prins Maurits15Willem Maurits van Nassau-Siegen 
sijn ben16Been anstucken en gevangen, graef van 
solms17Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III gequetst en gevangen, Capiteijn Heekeren18Mogelijk Gerrit van Heeckeren 
swaer gequetst Owerkerck19Hendrik van Nassau-Ouwekerk een quetsuijr int 
hooft, die beneffens mij van deese nacht, metde 
koetze van sijn Hoogheijt hier in Bergen is 
gebracht, den Hertogh van Lotteringen 
generael vande Keijserschen20Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont, had ick vergeeten 
is oock swaer gequets, enfin de Carnasie 
is seer groot geweest ende mij onmoogelijck
breeder te verhaelen, ick gelove dat er vande 
onse meer gevangen sijn, doch vande viandt 
immer soo veel doot gebleeven, de prins 
van Berkevelt21Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen, hertogh van Holsteijn22Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg, en 
stockheijm23Johan van Stockheym sijn oock noch gequets

De Majoor Schaep24Onbekend is oock gequets

Op de voorgrond een dood paard met daarnaast een pauk. Daarachter liggen drie dode mannen.
Gesneuvelden bij Seneffe, Fragment uit Slag bij Seneffe, 1674, anoniem, naar Jan Luyken, 1692 – 1694. Collectie Rijksmuseum

Van Ginkel zelf was er redelijk goed van afgekomen. Het slot van de brief van haar zoon moet Margaretha dan ook gerust gesteld hebben. Er waren geen vitale delen geraakt en de chirurgijns hadden Van Ginkel verzekerd dat hij binnenkort weer helemaal de oude zou zijn.

Overigens is de brief van een andere hand dan gebruikelijk. Het handschrift is sierlijker en niet zo vluchtig als het handschrift van Van Ginkel. Hoogstwaarschijnlijk is de brief gedicteerd door Godard, maar zijn de woorden opgeschreven door een klerk. Mogelijk kon Van Ginkel door de verwonding in zijn schouder tijdelijk niet schrijven.

Pagina 1 van 23

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén