Margaretha is terug in Amerongen en het valt haar niet mee: het werk aan het huis is niet zo ver gevorderd als ze gehoopt had. De werklieden moeten wel voort gaan maken, want de dagen beginnen te korten en er komt vuil weer aan.
Ameronge den 5 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere merge vroech ben ick weer hier gekoome dat hooch tijt was, heb alles wel gevonde doch het werck so werde niet geavanseert als wel gemeent hadt, sij metselen noch tuschen en op de raemte vande tweede verdiepine, hoope inde toekoomende weeck de balcke vande selfve verdiepine to sulle geleijt worde, ick salse nu wat kort opde hacke sitten, het welcke noodich sal sijn, want de dage korte seer en wij hebbe vuijl weer te verwachte, [ick had gaern]
Waar is Krijn?
Iets anders dat niet helemaal volgens de verwachting loopt, is het stoken van de steenovenMargaretha gebruikt stuctureel het woord steenoven, eigenlijk gaat het over een veldoven of misschien over veldbrand. Drie maanden geleden heeft Margaretha Krijn van Kampen mét geld op weg gestuurd om turf te gaan halen. Ze heeft niets van hem gehoord en niemand weet waar hij zit. De tijd begint te dringen, want de oven moet gestookt worden! Ook het branden van de steenoven is afhankelijk van het weer en ze had al geschreven dat het vuile weer dreigt…
[vuijl weer te verwachte,] ick had gaern dat me inde aenstaende weeck den steen oven begon onder te stoocke maer nu ick hier koom is krijn van kampe die over de drije maende met gelt om turf
te koope van hier is gegaen, noch niet hier ock weet men niet waer hij is, l ick hebt soo meenich mael geschreefve dat men naer hem in tijts verneeme sou, nu moet ick sien hoe ickt maecke sal den oven mach so niet blijfve staen, [deesen avont ontfan]
Allodiaal
Margaretha bespreekt nog kort de roddels over het Beleg van Maastricht: ze zegt dat ze er zijn, maar niet wat die roddels dan zijn. Daar hebben we in de 21ste eeuw natuurlijk helemaal niets aan. Ook de financiën worden nog even op een rijtje gezet. Tot slot komt Van Beusichem met goed nieuws. Er ligt een conceptstuk waarin de Staten van Utrecht het pandschap van de Hoge Heerlijkheid Amerongen overdragen aan Godard Adriaan. Luchtenburg, de secretaris van de Staten van Utrecht, zal dit stuk ter goedkeuring aan Godard Adriaan sturen. Dit betekent een heleboel: de Heerlijkheid wordt allodiaal. Dat wil zeggen dat de heerlijkheid vol eigendom wordt en er geen pachtconstructie meer is.
[sal sijn,] beusekom heeft mij geseijt dat de sekreetaris luchtenburch uhEd
de reesoluijsie ent konsept vande afdoeninge vant pantschap vande hooch heerlijckheijt heeft gesonde waer op hij vandeselfve ant= =woort verwacht om te hoore of hij daer Eits af of toe belieft gedaen te hebbe ,
Eindelijk!
Het volk en de bagage zijn ein-de-lijk in Bremen aangekomen. Hopelijk is Blanche ook snel bij Godard Adriaan.
tis mij lief uhEd volck tot breeme is aen gekoomen, twijfele niet of blansche sal nu al bij v sijn, hiermeede blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
Kennelijk heeft Margaretha niet veel tijd, want deze brief heeft maar twee kantjes. Ze begint deze brief met een overzicht van de financiën. Het gaat nu niet alleen over ordonnanties en assignaties, maar ook over declaraties en defroyementen (onkostenvergoedingen).
De provincie Utrecht als werkgever
Godard Adriaans werkgever voor deze missie is de provincie Utrecht en die is nog steeds krap bij kas na de plundering door de Fransen. Er worden dan ook wat trucjes uitgehaald. Kennelijk is het potje voor de onkostenvergoedingen beperkt, dus worden Godard Adriaans onkosten nu geboekt onder legeruitgaven. De reden daarvoor? De kans dat het daadwerkelijk tot een betaling komt is groter. Gelukkig heeft Nicolaas van Beusichem, de secretaris van de Ridderschap, beloofd dat hij erop zal toezien dat Godard Adriaan betaald wordt, zodra er geld is.
wttrecht den 3 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
uhEd laeste is geweest vande 28 pasato dewelcke ick met de laeste post heb beantwoort, gistere avont ben ick hier gekoome alwaer deesen dach genootsaeckt ben te blijfve om verscheijde affaerees1Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden de 400f weegens uhEd equipaesge2Equipage: uitrusting voor een reis heb ick van beusekom3Nicolaas van Beusichem ontfange maer vande 280f of de dekla =raesie weetense hier niet, de seeckreetaris luch =tenburchJ4onathan van Luchtenburg heb ick niet konne aentreffe om te spreecke, dan beusekom seijt dat de Assinaesi5Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling” van 5413f verandert is vande post vande defroije =mente6Defroyement: onkostenvergoeding en gestelt is op de post vande leegerlaste daer se geloofve wij beeter op sulle konne be taelt worde, beusekom die deselfve asinaesi in hande heeft, heeft aengenoome sorch te drage dat wij wt het Eerste gelt mooge betaelt worde
Beleg of geen beleg?
Het nieuws uit Maastricht blijft uit. Margaretha heeft uit Den Haag vier brieven geschreven aan haar zoon en ze heeft niets van hem gehoord. Morgen gaat ze toch maar naar Amerongen. Er wordt veel over de situatie in Maastricht gepraat, maar Margaretha gelooft dat dat allemaal Paapse propaganda is. Kennelijk heeft ze de Oprechte Haerlemsche Courant van twee dagen eerder niet gelezen, want daar stond in dat het beleg opgebroken werd. Wel met de mogelijkheid om eventueel strijd te leveren met de vijand.
, nu meen ick merge heel vroech naer Ameronge te gaen, en heb noch vande heer van ginckel niet ter werlt gehoort heb hem wt den haech vier briefve geschreefve en niet Een letter tot antwoort bekoomen, int op breecke van
ons leeger is al Eenige kleijne schermutselin voor gevalle so men seijt, dat mij te meer bekomert, en weet niet wat ick dencke sal , de mense spreecke in hollant seer en hier niet min, doch hebbe ongelijck, geloof het meest door de paepiste aengestoockt wort de briefve die heeden wt Maestricht sijn aengekoome brenge meede dat meest al de huijse in die stat so sijn doorschoote datse niet te gebruijcke sijn, de rechte pertikulierijteijte7Particulariteiten: bijzonderheden, details vant opbreecke van ons leeger weet men hier noch niet, ge loof uhEd dat beeter sult hebbe al wij ,
Trouw volk en een muitende predikant
Het begint inmiddels een feuilleton te worden: Margaretha hoopt dat Blanche, het personeel en de bagage inmiddels bij Godard Adriaan in Bremen zijn. Na de gebruikelijke afsluiting volgt een beetje een cryptisch post scriptum. Jodocus van Lodenstein heeft volgens Margaretha muitineus en seditieus, dus oproerig én oproerig, gepredikt.
Helaas is niet te achterhalen waar de bewuste preek over ging. Van Lodenstein, één van de gijzelaars van de Fransen, stond een sobere levensstijl voor en een directe beleving van het geloof. Net als andere predikers van de nadere reformatie was hij wars van ‘volkszonden’ als de ontheiliging van de zondag, dobbelen, luxe en kermisbezoek. Hij was ook scherp op misstanden binnen de kerk.
Predikanten van de nadere reformatie er moeite mee, dat de benoeming van predikanten van buiten de kerk gebeurde: door wereldlijke bestuurders. Vond Margaretha hem te streng wat betreft de volkszonden? Of had hij stevig tegen het collatierecht8Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen gefulmineerd? Ach, Margaretha was er zelf ook niet bij geweest, dus of de soep echt zo heet gegeten werd als zij hem hier opdient, is ook nog maar de vraag.
blansche sal nu al bij deselfve sijn, ock het volck met de begaesge9bagage , hiermee de blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijf M Turnor
gistere beedach sijnde heeft hier loodisteijn so geseijt wort seer muijtineus10Van muitineren: oproering veroorzaken en sediesieus11Seditieus: oproerig, opstandig gepreeckt
Margaretha is nog steeds in Den Haag. Er doen onheilspellende geruchten over Maastricht de ronde, en ze heeft nog niets van Van Ginkel gehoord, dus heeft ze besloten nog even in de hofstad te blijven. Want wat nu als zoonlief een brief naar Den Haag stuurt, terwijl Margaretha net weer is vertrokken richting Amerongen? Margaretha is als de dood dat ze een brief van haar zoon mist. De laatste was van 26 augustus. Trouwens, niemand heeft brieven gehad. Zelfs de Staat niet! Of misschien wel, maar er wordt heel geheimzinnig over gedaan. De geruchten over Maastricht blijven voorlopig geruchten.
haech den Eerste septem 1676
rec: 9 dito
Mijn heer en lieste hartge de quade en onseeckere tijdine en geruchte die hier nu drije dage aen Een van ons leeger dat voor Maestricht leijt of heeft geleechge, is oor= =saeck dat noch deese twee dage hier ben ge= =bleefve, op hoope vande briefve vande heer van ginckel te krijge, die wij tot noch toe niet hebbe bekoome noch ock niemant pertikuliers1Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad., men seijt ock selfs den staet niet, en so men heere de state die hebbe gekreechge wordense seer geseekreeteert2Secreteren: geheimhoudendade laeste briefve vande heer van ginckel sijn vande 26 Augusti, [de luijckse post]
Foute boel
Waar bestaan die geruchten uit? Men beweert dat de Luikse post opgehouden is en dat er 6000 vijandelijke militairen binnen Maastricht zijn gekomen. Hierop zou Willem III het beleg van Maastricht hebben opgebroken en richting Tongeren zijn getrokken om zich met zijn troepen bij de troepen van Waldeck en de Spaanse troepen te voegen, waarna ze slag zouden leveren tegen de Fransen. Maar hier is zoals gezegd helemaal geen zekerheid over. Het enige dat Margaretha zeker weet, is dat er iets niet helemaal goed zit.
[van ginckel sijn vande 26 Augusti,] de luijckse post most gistere al hier sijn geweest dan men seijt die op gehoude is, en datter ses duijsent man vande vijant binne Maestricht soude gekoome sijn, waer op sijn hoocheijt met de beleegerin soude op gebroocke sijn en naer tongeren den vij om met het bij hebbende
volck vande graef van waldijck3Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg en de spaense te konsijongeere4Conjugeren: samenvoegen de vijant die af komt te gemoet te gaen en slach te leeveren, doch gelijck voorseijt heb is hier de minste seecker= heijt niet van, maer wel datter Eits is dat niet wel is[, de heer almachtich wil sijn hooch]
Kopzorgen
Uiteraard hoopt Margaretha dat de Heer almachtig het land en zijne Hoogheid bewaart, maar ze maakt zich ook ernstige zorgen om haar zoon. Naast dat ze geen idee heeft hoe het staat met de belegering van Maastricht, is ze bang dat haar zoon rode loop (dysenterie) krijgt of heeft. Zweder van Boetzelaar is daar al aan gestorven!
[niet wel is,] de heer almachtich wil sijn hooch en ons lant bewaeren, de raet pensionaris is buijten op ter lee , ick hoope vandaech noch briefve van h van ginckel te ontfange want ben seer ongerust so omt Een alst ander de roode loop renneert seer in ons leeger en is den heer van leuwen5Zweder van Boetzelaar daer aen gestorfven, so dat ick bekomert ben,
Margaretha herhaalt nogmaals dat er echt geen brieven bezorgd zijn en wil misschien toch vandaag nog richting Amerongen vertrekken.
doch krijch briefve of geen meen van daech noch te vertrecke en met godts hulpe merge t Ameronge te sijn[, uhEd aengenaeme vande]
Postproblemen
Er is sowieso iets raars aan de hand met de postbezorging. Eerder in de brief schrijft Margaretha al dat de Luikse postbezorging tijdelijk wordt opgehouden. Maar ook Godard Adriaan lijkt haar brieven niet allemaal goed te ontvangen. Ze heeft er vier geschreven, maar in zijn brief van 28 augustus vermeldt Godard Adriaan niet dat hij deze allemaal ontvangen heeft. En het personeel is ook nog steeds niet aangekomen!
[t Ameronge te sijn,] uhEd aengenaeme vande 28 pasato heb ick gistere ontfange kan mij niet genoech verwondere dat hij geen tijdine van sijn volck heeft die nu lange
tot breeme moete aengekoome sijn, ock maeckt uhEd geen mensie van mijn briefve ontfange te hebbe, dit is de vierde die ick deselfve heb geschreefve[, de oblijgasie op de generaelijteij]
Hout
Ondertussen is ze ook nog druk bezig met de herbouw van het kasteel. Er moet hout vanuit het Duitse Harburg naar Amsterdam gezonden worden. Maar Margaretha informeert ook naar hout dat ze misschien zouden ontvangen van Johann Georg II Anholt-Dessau, kortweg de prins van Anholt. Godard Adriaan zal hierover vast wel iets gehoord hebben van de bouwmeester. Margaretha hoopt in ieder geval van wel, want het hout zou zeer goed van pas komen.
[noch te sien,] ick hoope deselfve bij van weede6Cornelis van Weede ordere sal ge= =stelt hebbe dat het hout van haerburch naer Amsterdam mach gesonde worde dewijlle de scheeps vrachte so wel te geniete sijn, en dat uhEd vande boumeester7Michiel Mattheus Smits sult ge hoort of verstaen hebbe hoet met het hout vande prins van Aenholt8Johann Georg II Anholt-Dessau staet kost me daer noch van bekoome soude goet sijn en ons seer wel te passe koomen,
Met de meeste bekommering van de wereld
Margaretha heeft haar brief al afgesloten, maar voegt er toch nog iets aan toe. Met Philipotta en de kleine Agnes gaat het gelukkig hartstikke goed. Met Margaretha gaat het wat minder, want ze heeft nog steeds geen brieven ontvangen en maakt zich ernstige zorgen. ‘Met de meeste bekommering van de wereld’ besluit ze toch maar naar Amerongen te vertrekken.
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MTurnor
de vrou van ginckel die met het kraem kintge heel wel naer den tijt is preesenteert haer dienst aen uhEd ick gae met de meeste bekomerin vande werlt van hier tot noch toe geen briefve bekoome hebbende
Het personeel en de bagage zijn op 19 augustus uit Amsterdam vertrokken en in de brief van Godard Adriaan van de 25ste augustus waren ze nog niet aangekomen. En dat terwijl het zulke goede wind was!
[9 septr. 1676] Haech den 29 Augusti 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere heb ick uhEd mesiefve vande 25 deeser ontfange, het doet mij leet sijn volck die met sulcken goede wint op woensdach sijn den 19 deeser van Amsterdam sijn afgevaeren doen noch niet waeren gearijveert, hoope sij nu al bij uhEd sulle sijn, [met de laeste]
Angenis
Zoals al aangekondigd is de jongste kleindochter in de Duitse kerk gedoopt, Margaretha herhaalt nog maar eens het verhaal van de naam. Voor ons is het misschien wat verwarrend: Angenis hier, Agnes daar, maar in de 17e eeuw was men minder gefocust op goed en fout wat betreft spelling. Ook met namen. Met de kraamvrouw gaat het gelukkig goed, dus Margaretha wil weer naar Amerongen. Wel via Utrecht om daar de secretaris van de Staten van Utrecht, Jonathan van Luchtenburg, te spreken over een assignatie.
[sij nu al bij uhEd sulle sijn], met de laeste post heb ick uhEd het geluckich gelegge vande vrou van ginckel van Een dochter geschreefve heb welcke Eergisteere inde hooch= duijtse kerck gedoopt is en de naem van Angnis naer de oude vrou van meuwe1Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota is gegeefve, de kraemvrou ent kint sijn reedelijck naer den tijt, daerom ick beuij =ten ongeluck gereesolveert2Resolveren: Besluiten ben toekoom mende maendach van hier naer Amerong
te gaen sal in paesant tot wttrecht de sekree =taris luchtenburch3Jonathan van Luchtenburg weegens de bekende assin naesie4Assignatie: aanwijzing tot betaling spreecken, [men heeft hier met de post]
Maastricht
Het leger blijft actief in de buurt van Maastricht, tot nu toe weinig succesvol. Het echt slechte nieuws is dat de Fransen richting Maastricht marcheren. Hopelijk houdt de Heer almachtig een oogje in het zeil.
[naesie spreecken,] men heeft hier met de post van gistere tijdine dat donse Een atacke opt hoornwerck voor maestricht hebbe ge= daen doch sijn afgeslage, daer men seijt dat Alckema5Paulus van Alkemade heere vande haer soude ge bleefve sijn en dutel6Onbekend in sijn been gequets men seijt ock dat den vijent int marsche =re tuschen scharleroij7Charleroi en Maestricht is met intensie om Maestricht te ontsette, de heer almachtich wil ons leeger bij staen, sijn hoocheijt en onse soon bewaeren[, tis]
Zaken
Het is niet alleen Margaretha die haar man op de hoogte houdt over de politieke situatie in Utrecht, haar man schrijft haar ook over zijn werk. We hebben zijn brief niet meer, dus wat hij haar precies vertelde weten we niet. Wel is duidelijk dat het goed gaat en natuurlijk hoopt ze dat ook hier de Heer almachtig de onderhandelingen zal zegenen.
[sijn hoocheijt en onse soon bewaeren,] tis mij seer lief uhEd bij de prins van sel8Georg Wilhelm van Brunswijk Lünenburg, prins van Celle so wel is onthaelt en noch meer dat sijn komste sulcken goede Efeckte hebbe ge daen, hoop de goede godt uhEd verdere neegoosgasie9Negociatie: onderhandelingen sal seegenen, [kapteijn blans]
Onderweg
Inmiddels is ook kapitein Blanche onderweg naar Godard Adriaan, maar hij komt met de postkoets. Bij de volgende brief hoort Margaretha graag of al het volk en de bagage bij Godard Adriaan in Bremen aangekomen zijn.
[neegoosgasie sal seegenen,] kapteijn blans
is gistere van Amsterdam of naer de met de postwaege op breeme vereijst hoope hij spoedich bij uhEd sal sijn, en ick met de naeste post sal hoore het volck met de bogaesge bij uhEd sijn, waer meede blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MTurnor
Augustus 1676, Margaretha zit met Philippota in Den Haag en Godard Adriaan is op weg naar Bremen. Een aantal personeelsleden is hem met bagage nagereisd. Verwijzend naar een vorige brief, die verloren is gegaan, meldt Margaretha dat ze sinds woensdag per zeilschip uit Amsterdam via de Waddenzee onderweg zijn. Dankzij de goede wind zullen ze wel al bijna zijn aangekomen. Maar er is ook groot familienieuws!
rec: 28 Augusti 1676
haech den 25 Augusti 1676
Mijn heer en lieste hartge
wt mijne laeste van voorleedene saterdach sal uhEd gesien hebbe hoe sij begaesge met jeneken1Jenneke en verdere domistijcke2Domestieken: Huisbedienden, knechts en woonsdach van Amster3Amsterdam op breeme4Bremen overde watte5Wadden sijn t seijl gegaen met Een heelle goede wint daerom niet twijfele of sij moeten al te breeme sijn, uhEd laeste is wt wttrecht geweest, [nu is de vou van ginckel de]
Agnes geboren
Gisteren ochtend om half acht is Philipotta, de Heer zij geloofd, bevallen van een gezonde dochter! Ondertussen het zevende kleinkind. Margaretha wenst grootvader veel geluk en hoopt dat het kind in christelijke deugden zal opgroeien en een vreugde zal zijn voor hen allemaal en dat haar ziel zalig zal zijn. Het gaat goed met moeder en kind, zo kort na de bevalling.
[wttrecht geweest,] nu is de vrou van ginckel de heere sij gelooft gistere merge ontrent de klocke ter half achte van Een recht en wel geschape dochter geleege6bevallen waermeede uhEd veel gelucks wensche en hoope het self in kristelijcke deuchde tot onser aller vreuchde en haerder siellen salich =heijt sal op wassen, de kraem vrou ent kint sijn reedelijck naer den tijt, [wij hoopen het overmerge]
Overmorgen is de doop in de Hoogduitse kerk aan het Noordeinde en het meisje zal Agnes worden genoemd, naar haar overgrootmoeder van moeders kant. Daarna wil Margaretha zo snel als de gezondheid van Philippota dat toelaat weer naar Amerongen.
wij hoopen het overmerge inde hoochduijtse kerck haer kristelijcken doope met de naem van Angnis naer de oude vrou van meuwen grootmoeder vande vrou van gincke7Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Philippota
te laeten geefve, en so haest dat over is en de gesontheijt vande vrou van ginckel Eenichsins toe laet met godts hulpe mijn naer Ameronge te begeefven, [ick verlange uhEd geluckige over]
Zorgen over Godard
Margaretha hoort graag of Godard Adriaan goed is overgekomen. Kapitein Isaäc de Blanche, die sinds gisteren op bezoek is, weet nog niet of hij toestemming heeft van de stadhouder om ook naar Bremen te gaan. Maar terwijl ze zit te schrijven komt er een brief binnen, die haar en De Blanche doen besluiten dat hij morgen onmiddellijk met de postwagen naar Bremen moet vertrekken. Margaretha sluit de brief bij. Wat er in staat schrijft ze niet, maar wel dat ze zich daardoor grote zorgen maakt over de gezondheid van zoon Godard.
[te begeefven,] ick verlange uhEd geluckige over komste te hooren, kapteijn blansche8Isaäc de Blanche is gistere hier gekoome weet niet of hij verlof van sijn hooch: heeft om uhEd te volgen of niet, en oversulcks niet wat hij doen sal, dus int schrijfve ontfan dees neefvens gaende waerop wij gereesolveert9resolveren: besluiten sijzijn Mons10monsieur blansche opt spoedichste te laete volge en meent hij best te sulle doen hem op de post wage op breeme b te besteede en also hem merge voort van hier te begeefve, ick kan niet segge hoeseer mij dees neffensgaende bekomert de heer almachtich wil wil alles ten beste schicke en de heer van ginckel in gesontheijt behouden, [ick bekoome ock so]
Hout van Harburg naar Amsterdam
Er is ook een brief van Cornelis van Weede uit Hamburg gekomen die vraagt of ze het hout dat ze in Harburg hebben liggen niet beter naar Amsterdam kunnen over laten brengen en daar verkopen. Margaretha zal hem met deze post antwoorden dat hij dat moet doen, want waar het hout nu ligt brengt het zó veel minder op dan in Amsterdam, dat de kosten van het vervoer tegen dat verschil wegvallen. Ze hoopt dat dat ook naar de zin van haar man is, want ze zullen veel hout voor de voorburcht van het kasteel nodig hebben.
[gesontheijt behouden,] ick bekoome ock so een brief van Monser weede11monsieur Weede: Cornelis van Weede wt hambur12Hamburg die versoeckt te weete of hij ons resteerende hout dat te haerburch13Harburg ligt ten zuiden van Hamburg aan de andere oever van de Elbe. Harburg heeft een belangrijke binnenhaven leijt op Amsterdam sal sende dewijlle het daer te verkoope
seer weijnich soude gelde ende vrachte om Een kleijne prijs te bekoome sijn, waer om ick goet gevonde heb hem met deese post te antwoorde en versoecke dat hij alt voorseijde hout met de beste ge= =leegentheijt op de minste koste wil over sende, hoope uhEd dit gevallich sal sijn want wij sulle tot het voorburch noch al veel hout van noode hebbe, [de vrou van]
Geen broertje voor Frits
Godard Adriaan krijgt de groeten van schoondochter en alle kleintjes, in het bijzonder Frits. Hij was verdrietig en heeft gehuild, omdat hij geen broertje maar een zusje heeft gekregen! De brief van Godard Adriaan van de 22e komt net binnen, en Margaretha is blij te lezen dat hij goed in Bremen is aangekomen. Voor zover ze antwoorden heeft op zijn vragen heeft ze die hierboven al gegeven. Bovendien verder geen tijd, want de post moet weg!
[veel hout van noode hebbe,] de vrou van ginckel preesenteert haeren dienst aen uhEd so doet ock alde kleijne en insonder frits die heel bedroeft was en kreet dat hij geen broertge maer Een susge kreech hier meede blijf
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
p s so aenstonts ontfange uhEd mesiefve14missive: brief vande 22 dees ben blijde te sien deselfe wel tot breeme is gearijveert, twijfele niet of uhE volck sal al te breeme sijn, weet niet of heb hier voor al geseijt wat daer op te antwoorde is, ock moet de post wech heb geen tijt meer te schrijfve
In 1676 vertrekt Godard Adriaan als extraordinair gecommitteerde naar Bremen. De basis van het nieuwe huis in Amerongen staat, maar er moet nog veel gebeuren, dus dat laat hij over aan zijn vrouw en zijn secretaris Godard van den Doorslagh. Het zal vrij snel duidelijk worden waar hard aan gewerkt wordt en wat allemaal nog moet gebeuren.
Bureaucratie
In 1672 en 1673 had Margaretha er bijna een dagtaak aan de betaling voor haar mans werk los te krijgen. In 1676 zien we dat ze die taken voor een deel heeft afgestoten en dat Van Heteren dat werk doet. Uiteraard blijft Margaretha wel verantwoordelijk voor het verantwoorden van de uitgaven. Dat zal haar ook in 1676 weer de nodige hoofdbrekens kosten, nu alleen niet omdat er geen geld te krijgen is, maar omdat het bouwen van een huis nou eenmaal veel geld kost.
De kleinkinderen
De brieven beginnen met de geboorte van een volgend kleinkind. Als Margaretha naar Amerongen gaat, neemt ze alle kinderen behalve de oudste, Margaretha (Tietge) en de pas geboren Agnes mee, die blijven achter bij hun moeder in Den Haag. De groeten van de kleinkinderen gaan dus onveranderlijk mee in de brieven, alleen nu niet omdat Ursula Philippota en Margaretha noodgedwongen op elkaars lip zitten.
Voor wie niet alle kinderen paraat heeft en niet direct weet hoe oud ze zijn als de brieven Margaretha weer van start gaan (op 25 augustus 1676):
Margaretha (Tietge), geboren 15-07-1667, negen jaar oud
Frederik Christiaan (Fritsge), geboren 20-10-1667, zeven jaar oud
Anna Ursula (Antge), geboren 19-09-1669, zes jaar oud
Reiniera (Niera), geboren 08-06-1672, vier jaar oud
Salomé Jacoba (Jacoba), geboren 22-05-1673, drie jaar oud
Godard Adriaan (Godertge), gedoopt 11-10-1674, één jaar oud
Agnes (Angenis), geboren 24-08-1676, één dag oud
En voor de volledigheid: op de dag dat Agnes wordt geboren, is Ursula Philippota jarig, ze wordt 33. Er zijn geen aanwijzingen dat in het gezin Van Reede verjaardagen gevierd werden, Margaretha feliciteert alleen zo nu en dan haar man.
Oorlogsnieuws
De Republiek is in 1676 nog steeds in oorlog met Frankrijk. Eén van de ‘zeehelden’ van 1673, luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, was in april 1676 gesneuveld. Een ander, Cornelis Tromp, heeft met toestemming van de Staten-Generaal het bevel gekregen over de Deense vloot. De Republiek steunt de Denen in hun strijd tegen de Zweden, die op hun beurt weer gesteund worden door de Fransen. In juni 1676 wordt de Zweedse vloot verpletterend verslagen. Begin juli wil Willem III een eind maken aan de Franse bezetting van Maastricht. Na een beleg van bijna twee maanden, is hij genoodzaakt de aftocht te blazen: het Franse ontzettingsleger komt er aan. Zoon Godard van Ginkel bevindt zich op dat moment in Maastricht.
Memoriael-bouck
In een boek heeft Godard Adriaan de stand van zijn bezittingen opgeschreven. Het begint met alles wat ze geërfd hebben, dan alles wat er aan schulden open stond en daarna wat ze aangekocht hebben. Daarna is er uitgebreid beschreven wat ze allemaal verbeterd hebben aan het oude huis. Na het verhaal van de brand en de dank voor het hout van de Keurvorst, gaat het memoriaalboek verder met alle landaankopen die tijdens hun huwelijk gedaan zijn. Er ligt dus een duidelijk overzicht van wat er bij het landgoed hoort dat Margaretha te beheren heeft als Godard Adriaan er niet is.
Meloratien en Aenkoop
van goederen gedurende onsen Ehestant gedaen____:
Voor eerst stellen wij alhier voor Timmeragie
Metselen, planten, verleggen van de Hoven, vermaken van ‘t Voorburg, graven van Graften, Wallen en Vijvers, poten van Boomgaerden, Sedert het Jaer 1645 tot Junio 1672 ten minsten een som van vijff en sestigh duisent gulden
Er is al vaker geschreven over de herbouw van Kasteel Amerongen en er is geen eenduidige conclusie over wie de architect is van het kasteel. Eén van de aanknopingspunten zou de overeenkomst met het Mauritshuis kunnen zijn. Met name de dubbele trap in het hart van het huis en de enorme galerij op de verdieping doen sterk denken aan het Mauritshuis.
Het Mauritshuis was een opdracht van Johan Maurits van Nassau-Siegen. De architect was Jacob van Campen met assistentie van Pieter Post. Zij overleden respectievelijk in 1657 en 1669, dus hun kunnen we afstrepen voor Amerongen. Johan Maurits had een goede relatie met Godard Adriaan en de zoon van Pieter Post, Maurits Post werkte veel met hem samen.
Geen van de plattegronden van Kasteel Amerongen zijn ondertekend, maar het lijkt er toch wel op dat de eerste tekening, met de vier torens, gemaakt is door Schut. Hoe en wat de invloed van Johan Maurits van Nassau-Siegen en Maurits Post hierop geweest is, zal waarschijnlijk altijd gissen blijven.
Torens of geen torens
De plattegrond met de vier torens is een keurige rechte tekening. Het is duidelijk een ideaalplaatje. Uit de memo van Godard van den Doorslagh blijkt dat die tekening vóór het opmeten van de ruïne gemaakt moet zijn, omdat hij duidelijk aangeeft dat er nog delen staan en er nog delen afgebroken moeten worden.
Het vermoeden is dan ook dat de tekening zonder de torens, waarop met potlood verschillende trappenhuizen gemaakt zijn, gemaakt is nadat de ruïne opgemeten is en dus ook na de memo. Waarschijnlijk hebben ze toen echt nauwkeurig gekeken hoe de nog staande muren liepen en waar de fundamenten precies lagen. In die volgende tekening wordt er dan ook rekening mee gehouden dat het fundament niet recht is. Dan ontstaat het plan met zes ramen aan de zuidkant (links) en zeven aan de noordkant (rechts) van het kasteel. Ook deze plattegrond is waarschijnlijk door Schut getekend. Of ze de problemen in het huis met de symmetrie toen al voorzien hebben is de vraag.
De plattegronden waarin de verschillende posities van de trap verder uitgewerkt zijn, zijn van een andere hand, het is onduidelijk van wie. Er is verder weinig met die tekeningen gedaan, dus het is ook niet echt relevant.
Beide geveltekeningen van het kasteel zijn waarschijnlijk na de bouw gemaakt, want tijdens de bouw wordt bijvoorbeeld nog heen en weer geschreven over de dakkapellen in de kap. Het vermoeden is dat deze tekeningen ook door Schut gemaakt zijn.
Schut, Johan Maurits en Godard Adriaan
De samenwerking tussen Godard Adriaan, Johan Maurits en Hendrik Schut is heel nauw geweest. Uit zowel de hoek van Johan Maurits van Nassau-Siegen als van Hendrik Schut zijn architectonische elementen aan te wijzen waaraan zij waarschijnlijk hebben bijgedragen. Een echte architect is eigenlijk niet te noemen. Isa van Eeghen ziet graag dat het Schut is en Ruud Meischke bevestigt haar daarin, in het artikel dat Meischke later met Koen Ottenheym schrijft ligt de bal iets meer bij Johan Maurits van Nassau-Siegen. Misschien is de vraag wie de architect is niet de meest belangrijke. De grootste invloed is die van Godard Adriaan die de mensen bij elkaar wist te krijgen waarmee Kasteel Amerongen tot stand gekomen is. En alle betrokkenen, inclusief Margaretha, mogen trots zijn dat er nu nog steeds van het kasteel genoten wordt.
Er zijn relatief veel documenten bewaard gebleven over de herbouw van Kasteel Amerongen. Eén van die documenten bestaat uit een memorie of bestek van maar liefst 10 kantjes. De memorie is op 30 november 1674 opgesteld door secretaris Godard van den Doorslagh. De secretaris heeft onder meer een berekening gemaakt van het aantal stenen dat nodig was voor de herbouw. Een tweede memorie van een paar dagen later voegt daaraan toe de stenen uit muren die afgebroken worden, kunnen worden hergebruikt.
Al eerder schreven we over het ontwerp van het kasteel. De memorie van secretaris Van den Doorslagh is waarschijnlijk gebaseerd op dit ontwerp. Het nieuwe Kasteel Amerongen zou vier torens moeten krijgen. De vier torens is dit ontwerp zijn gebaseerd op die ene toren (op de tekening van Roelant Roghman links achter) die na de brand nog overeind stond.
Het basisontwerp
Van den Doorslagh begint zijn memorie met een uitleg van het ontwerp en wat dat betekent voor de maten van het nieuwe kasteel.
den 30:9b:1674 opgestelt:
Memorie of besteck hoedanigh men het groot huijs soude konnen Timmeren, te weten met Vier Torens, ider Toorn in form als den aftersten oude Tooren, sijnde buijten wercks 28 voet, Ende tusschen de Vier Torens te komen 4 gordijnen met schilden afgekapt alles gerekent Rijnlantse
Eerstelijck De Drie Torens als den Vierden : die after staet,
De volgende stap is dat Van den Doorslagh bepaalt hoe hoog het huis komt te liggen. Nu zouden we zeggen “ten opzichte van het maaiveld”, maar Van den Doorslagh kijkt er op verschillende manieren naar: hij kijkt naar de oude vloer, de gewone waterhoogte en het fundament. Kennelijk heeft hij dan genoeg informatie om in de hoogte te gaan rekenen.
De kelders van’t geheele Huijs in verdiepingh onder’t Wulf 9 : voet sulx dat boven de oude vloer komt 5 voet. Ende vande vloer vande Zael, die boven ‘t voors. Wulfsel komt tot aen’t ordinaris water : 15 : voeten. soo dat de gront vande kelders sal leggen 5 : voet boven ‘t ordinaris water of ontrent 10: voet boven ‘t fondament.
Dan heeft Van den Doorslagh nog één stukje informatie nodig: hoeveel stenen gaan er in een lengtemaat.
De muren van de kelders rontom ‘t huijs gerekent op 4 1/2 ordinaris mopsteen. in jeder voet gereeckent 18 steen komt 80 steen in de dickte voor ider voet
De torens
Nu kan Van den Doorslagh gaan rekenen en dat doet hij zeer uitgebreid. Hij begint met één van de torens vooraan, die vrijwel helemaal opgebouwd moet worden. Hij begint bij het fundament en de kelder en rekent vervolgens per verdieping omhoog. Hij zet een f voor het totaal in kantlijn, door het lettertype lijkt het hier om guldens te gaan, maar het zijn echt stenen.
Den Toorn inden omtreck hout 100 voet bedraegt tot aent Wulfsel 160.000 steenen waer van af 100 voet voor vier lichten ider voet 80 komt 8000 steen blijft voor tfondament en kelder aen steen 152.000
[in marge] f 152.000
Tot de tweede verdieping hoogte boven t gewulf vande kelders 18 voet de muer dick 3 mopsteen ider voet 18 steen. dat driemael komt 54 steen voor ider voet Den Toorn weder gereekent in omtreck 100 voet makende 97.200 gaet af voor 4 lichten ider breet 5 1/2 voet, hooch 12 voet sijnde 66 voet vierkant komt voorde 4 lichten ider voet 54 steen – 14.254. die aftreckende blijft 82.946 steen
[in marge:] 82.946
Tot de derde verdieping hoogh 15 voet dick 2 1/2 voet mopsteen. ider voet als voren 18 steen dat 2 1/2 mael maeckt 45 steen voor ider voet. den omtreck als vooren 100 maeckt 67.500 waar af voor 4 lichten, ider breet .. 1/2 voet hooch 10 voet sijnde ider 55 voet vierkant en 4 mael komt 220 voet komt 9900: aftreckende blijft 57.600 steen
[in marge:] 57.600
De Vierde of leste verdieping hooch 13 voet, de muer dick 2 mopsteen ider voet 18 maeckt voor 2 mael 36 steen dat 100 mael, sijnde den omtreck komt 46.800. waer af voor 4 lichten ider breet 5 1/2 voet, hooch 8 voet 6300. blijft noch 40.500 [in marge:] 40.500 [in marge: tussenoptelling:] 333.046 Tot eenen Voor Tooren.
Van gelijcke tot den tweden voor Tooren.
Voor de derde toren, de toren aan de noordwestzijde, waren minder stenen nodig, omdat deze er deels nog stond: 215.573 stenen.
Den derden Tooren (waer van de helft tot de twede verdieping incluijs albereets staet) te weten den Toren aende noortweste zijde, Ende alsulx voor die twe verdiepinge komt volgens vorige calculatie , namentlijck voor de eerste verdieping 80.000 waer van af voor twe lichten 4000 blijft 76.000
[in marge:] 76.000
Voorde twede verdieping als voren vande eerste Tooren halfmael 48.600 voor 2 lichten af 7217 blijft noch 41.473
[in marge:] 41.473
De derde verdieping als de andere voor toorens tot 57.600 steen
[in marge:] 57.600
De vierde verdieping als bovens 40.500 steen
[in marge:] 40.500
De vierde toren, op het zuidwesten, was nog nagenoeg compleet dus die heeft Van den Doorslagh niet meegenomen in de berekeningen.
Muren
Voor de muren tussen de torens en de muren in het huis gaat de secretaris op dezelfde wijze aan de slag: muur voor muur, verdieping per verdieping telt hij de stenen bij elkaar op. Daarna gaat hij verder met de binnenmuren, de gewelven van de kelder en de schoorstenen. Hij telt alles bij elkaar op en komt uit op in totaal 1.600.997 stenen.
Hergebruik
De eerste memorie gaat naadloos over in een memorie van een paar dagen laten, 9 december 1674. Kennelijk had Van den Doorslagh er geen rekening mee gehouden dat er nog delen van het kasteel afgebroken moeten worden en dat je die stenen kunt hergebruiken. Eerst heeft hij samen met Rietvelt zorgvuldig opgemeten wat er nog staat.
[In marge] Rijnlantse maet.
Den 9Xb/29 9b 1674 Met Mr Cornelis van Rietvelt opgenomen de muren van’t verbrande Huijs tot Amerongen dewelcke sullen afgebroocken, de steen afgebickt, en schoon gemaeckt, ende vervolgens aen tassen geset werden, om weder te verwercken, de puijn uijt= gekrooijen daermen het aen sal wijsen.
Hierna volgen dus eigenlijk andersom berekeningen: Van Den Doorslagh noemt de muren die afgebroken moeten worden en berekent hoeveel stenen daaruit zullen komen. Het gaat hierbij om de buitenmuren, waaronder die van de ‘poorttoren’, maar ook de binnenmuren van slaapkamer, de gewesen keucken, de zaal en de galderije (gang). Het uiteindelijk aantal stenen dat hiermee hergebruikt kan worden, lijkt te komen op ongeveer 40.000.
Nicolaas was niet de enige die bij de Slag bij Seneffe sneuvelde, waarom krijgt hij dan hier een plekje? In de brieven van Margaretha aan haar man uit 1676 zal Nicolaas’ weduwe een rol spelen. Wat tot de meeste commotie zal leiden is hoe het huwelijk tussen Nicolaas en Eleonora tot stand gekomen is.
De liefde van Nicolaas van Vlooswijk en Eleonora Constantia van der Meyden is er één die waarschijnlijk zelfs nu nog chocoladeletters in de krant zou opleveren, of iets 21ste-eeuwser, goede clickbait:
Dochter van burgemeester van Rotterdam nieuwe liefde van zoon van burgemeester van amsterdam
Het grootste verschil met de 21ste eeuw is dat in de 17e eeuw liefde geen basis is voor een relatie. Laat staan voor een huwelijk. Als Nicolaas de hand van Eleonora vraagt bij haar vader, dan wordt hem dit geweigerd. Vader heeft Eleonora al beloofd aan een oudere, zeer rijke, heer. Om het zekere voor het onzekere te nemen, verbiedt vader Van der Meyden Nicolaas de toegang tot het huis in Rotterdam.
KuiperijDoor ongeoorloofde middelen trachten iets te verkrijgen
De geliefden laten het hier niet bij. Gelukkig maar, anders was dit verhaal overbodig. Via het personeel houden de twee contact met elkaar en ze smeden een plan. Dit plan maakt dit verhaal tot een van de meest spraakmakende schakingen van de 17e eeuw. Onder het huis van de vader van Eleonora zit een wijnkoper die zelf wijn in vaten kuipt.
De afspraak is dat Eleonora in de nacht naar beneden komt en dat er daar een ton staat waar ze in kruipt. De ingekuipte Eleonora wordt op een slede gelegd die klaar ligt. De slee met de maagd in de ton verlaat bij de Goudse Poort Rotterdam. Dan mag ze uit de kuip en vertrekken de geliefden met gezwinde spoed naar IJsselstein. Dit was een vrijplaats waar de lange arm van de wet geen toegang had. De ouders van Eleonora konden hier dus niet tegen beginnen. Nicolaas en Eleonora voeren dit plan in mei 1663 uit. In mei 1664 keert het stel terug naar Rotterdam en verzoent zich met de ouders van Eleonora. Ze trouwen hierna in Amsterdam.
Puberzoons
Als dit allemaal gebeurt is Nicolaas 26 en Eleonora 18. Margaretha en Godard Adriaan zitten op dat moment thuis met twee puberjongens: Van Ginkel is negentien en pleegzoon Welland, net een jaar wees, is zestien. Je kunt je voorstellen dat in Huize Van Reede te Amerongen dit verhaal tevens gebruikt werd om de jonge jongens een lesje moraal te geven. Het jaar erna vond een nog spraakmakender schaking plaats. Beide schakingen waren snel bij een breed publiek bekend en er worden gedichten en toneelstukken over gemaakt. De schaking van Nicolaas van Vlooswijk en Eleonora van der Meyden lost zich op door een verzoening, maar andere schakingen konden tot intense rechtszaken leiden.
Schakingen
Meer weten over deze en andere schakingen? In 2017 is Rolf Hage op schakingen gepromoveerd en in het kader van zijn proefschrift heeft hij ook de databank schakingen opgezet: een heerlijke plek om te verdwalen in smeuïge verhalen.
Wat moet Margaretha geschrokken zijn toen ze de brief van haar zoon las. Godard van Ginkel was tijdens de Slag bij Seneffe in zijn schouder geschoten. De wond bloedde zo hevig, dat Godard flauw werd. De brief waarin Godard dit schrijft, is geadresseerd aan vader Godard Adriaan van Reede en op 12 augustus 1674 verzonden vanuit het Belgische plaatsje Bergen.
[daer onder] inde welcke ick geen van achteren met een pistoolkoogel even onder mijn lincker schouder wiert deur en deur geschooten, dat mijn door het ongemeen starck bloeden een weijnigh flau maeckte, ende obligeerde te retireeren
De weg naar vrede
Nadat de Vrede van Westminster in februari 1674 gesloten was en ook Münster en Keulen eieren voor hun geld hadden gekozen, moesten alleen de Fransen nog verslagen worden. Om Frankrijk op de knieën te krijgen was prins Willem III echter afhankelijk van zijn bondgenoten. Ondertussen had de prins van Condé van de Zonnekoning toestemming gekregen om indien mogelijk de confrontatie met de geallieerden aan te gaan. De prins van Condé hield zich met zijn legermacht op in de omgeving van Charleroi. De Spaanse gouverneur-generaal Juan Domingo Mendez de Haro y Fernández de Córdoba, graaf van Monterey, voelde de bui al hangen: Condé was van plan één van de vijf Spaanse vestingen aan te vallen. Maar welke? Namen, Mons, Condé, Chambrai of Bouchain? Hoe dan ook, Condé moest zo snel mogelijk teruggedreven worden naar de Franse landsgrenzen. Monterey probeerde Willem III er derhalve van te overtuigen dat het noodzakelijk was zo snel mogelijk slag te leveren tegen de Fransen.
Dekkingsmacht
Op 9 augustus 1674 arriveerde de geallieerde legermacht, bestaande uit ongeveer 65.000 man, in het Belgische plaatsje Seneffe. Dit plaatsje lag niet ver van het Franse legerkamp. Het geallieerde leger trok vervolgens verder richting de Franse grens, met als doel Condé af te snijden van zijn aanvoerlijnen. Bij Seneffe werden 3000 à 4000 cavaleristen en 500 dragonders achtergelaten om als dekkingsmacht te dienen. Onder de cavaleristen bevond zich brigadegeneraal Godard van Ginkel. Van Ginkel diende onder het bevel van Karel Hendrik van Lotharingen, de prins van Vaudemont.
De slag
In de ochtend van 11 augustus 1674 viel het 50.000 man tellende leger van Condé de dekkingsmacht van Vaudemont aan. Van Ginkel schrijft dat Vaudemont bij Willem III eiste dat hij versterking zou krijgen. Hierop zond de Prins van Oranje de regimenten van veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen en van diens neef Willem Maurits van Nassau-Siegen.
De Slag bij Seneffe bestond in feite uit die verschillende slagen. Naast Seneffe, werd er strijd geleverd bij het klooster Saint-Nicolas-aux-Bois en in het dorpje Fayt-lez-Manage. De cavaleristen en infanteristen hielden bij Seneffe aanvankelijk redelijk stand, maar moesten de aftocht blazen toen de Fransen het plaatsje begonnen te bombarderen. Bij het klooster werd lang standgehouden, totdat de Spaanse aanvoerder dodelijk gewond raakte en de cavalerie en infanterie op de vlucht sloegen. Na verkeerde inschattingen van Condé, die ervan overtuigd was dat de geallieerden richting Bergen wilde ontkomen en de achtervolging had ingezet, moesten de Fransen de strijd om het dorpje Fayt staken.
Geen winnaar
Wie heeft de Slag bij Seneffe gewonnen? Hoewel de Fransen minder verliezen telden dan de geallieerden, hadden ze veel officieren verloren. Hoewel Condé Seneffe en Saint-Nicolas-aux-Bois op zijn conto kon schrijven, claimden de geallieerden de overwinning bij Fayt. Toch waren er ook aan de kant van de geallieerden veel doden en gewonden gevallen. Tevens waren er veel door de Fransen gevangen genomen. Van Ginkel somt ze allemaal op in zijn brief.
men siet haest geen officieren onder de infanterie oft sijn doot oft gequets, van onse vrunden sijn doot den oversten Torck1Hendrick Torck de majoor haegedoren2François de Ram van Hagedoorn, den heer van Valkenborgh3George de Hertoghe, heer van Valkenburg la villaumaire4Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire, majoor DedemJ5ohan baron van Dedem, Cassiopin6Thomas van Cassiopijn Capitein Torck van Bergen op Zoom7Pascasius Turck, Wilick Nieuwenheijm8Onbekend, de Luitenant van Moesbergen9Onbekend
mijn gewesen quaertiermeester, en veel meer andere die mijn tegenwoordigh niet in vallen, ende oock niet pertinent weeten kan, de Graef van Waldijck10Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg is gequetst, de generael majoor Veen11Onbekend tot der doot gequets, papen kop12Nicolaas van Vlooswijck doot, palm13François Abrahamszoon Palm tot er doot gequetst, slangen borgh14Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg tot er dootgequetst, de jonge prins Maurits15Willem Maurits van Nassau-Siegen sijn ben16Been anstucken en gevangen, graef van solms17Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III gequetst en gevangen, Capiteijn Heekeren18Mogelijk Gerrit van Heeckeren swaer gequetst Owerkerck19Hendrik van Nassau-Ouwekerk een quetsuijr int hooft, die beneffens mij van deese nacht, metde koetze van sijn Hoogheijt hier in Bergen is gebracht, den Hertogh van Lotteringen generael vande Keijserschen20Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont, had ick vergeeten is oock swaer gequets, enfin de Carnasie is seer groot geweest ende mij onmoogelijck breeder te verhaelen, ick gelove dat er vande onse meer gevangen sijn, doch vande viandt immer soo veel doot gebleeven, de prins van Berkevelt21Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen, hertogh van Holsteijn22Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg, en stockheijm23Johan van Stockheym sijn oock noch gequets
Van Ginkel zelf was er redelijk goed van afgekomen. Het slot van de brief van haar zoon moet Margaretha dan ook gerust gesteld hebben. Er waren geen vitale delen geraakt en de chirurgijns hadden Van Ginkel verzekerd dat hij binnenkort weer helemaal de oude zou zijn.
Overigens is de brief van een andere hand dan gebruikelijk. Het handschrift is sierlijker en niet zo vluchtig als het handschrift van Van Ginkel. Hoogstwaarschijnlijk is de brief gedicteerd door Godard, maar zijn de woorden opgeschreven door een klerk. Mogelijk kon Van Ginkel door de verwonding in zijn schouder tijdelijk niet schrijven.