Mijn heer en lieste hartge

Auteur: Annemiek Barnouw Pagina 1 van 10

Gat

Het is een beetje stil hier. Het is niet zo dat wij (de schrijvers van het blog) het bijltje erbij neer gegooid hebben, maar er zijn gewoon even geen brieven. De laatste brief die we hebben is van 23 december 1676. De volgende is pas weer van 23 februari 1677. Waarom weten we eigenlijk niet.

Tekening van een man in een rood hemd met een groene broek die een bijl boven zijn hoofd houdt. Voor hem zit een wildzwijn op zijn kont met zijn voor poten voor zich uit.
Man die een wildzwijn slaat met een bijl, onbekende boekschilder, ca. 1230. Collectie: Staatliche Museen zu Berlin, Kupferstichkabinett. Foto: Jörg P. Anders.

Wat is er gebeurt?

We hebben nog gecheckt of Godard Adriaan misschien rond de jaarwisseling in de Republiek geweest is, maar nee, hij bleef op zijn post. Er zijn in de laatste dagen van 1676 en in de eerste maanden van 1677 ook geen dingen gebeurt die zo controversieel zijn dat er niet geschreven werd of dat Godard Adriaan haar brieven heeft vernietigd. Ook in de brieven is er geen aanknopingspunt, er wordt niet geschreven over slecht lopende post of missende brieven.

Zijn er verder wel brieven?

Van Ginkel schreef zijn vader een stuk minder regelmatig dan zijn moeder, maar ook voor hem geldt hetzelfde gat. Zijn laatste brief is van 19 december 1676 en de volgende is van 26 februari 1677. Ook van secretaris Godard van den Doorslagh zijn in deze periode geen brieven bewaard gebleven. Zijn laatste brief is van 16/6 december 1676. Bij hem duurt het alleen tot begin april voor we weer een volgende brief hebben.

Speculasies

We kunnen natuurlijk speculeren. Het was winter, misschien bevroor de inkt in hun pennen. Maar dan lopen we eigenlijk op de zaken vooruit. We kunnen de oorzaak ook bij de ontvanger zoeken. Ik ben zelf bijvoorbeeld iemand die best nog wel eens een kop koffie omstoot over belangrijke papieren, die toevallig op tafel liggen. Daar heb ik ook echt alle begrip voor. Ik heb ook ooit een kat gehad die op blauwe enveloppen plaste. Kon niemand wat aan doen. Maar het is eigenlijk ook helemaal niet erg om dingen niet te weten. We gunnen Godard Adriaan en Margaretha ook gewoon wat privacy. Bovendien zijn wij allemaal best druk met werk(-zaamheden).

Tips!

Aangezien er in die twee maanden verder ook weinig gebeurde wat opzienbarend was, kan het maar zo zijn dat we stil zijn tot 23 februari. Als één van onze lezers een idee heeft voor een onderwerp, laat het vooral weten! Beloven kunnen we niets, maar niet geschoten is altijd mis!

Stevige vrouw met grote jurk zit op een stoel aan een tafeltje. In haar linker hand heeft ze een schoteltje met daarop een kopje. In haar rechter hand een lepetltje. Op de tafel staat een koffiekan met een kraantje en een potje. Een kat geeft een kopje aan haar rok. Boven de prent staat: Trijn Altijddorst. Geb: Koffijlief. Hoofdvrouw van het Koffijzusters gezelschap.
Fragment uit Trijn Antijddorst, Geb: Koffijlief. / Hoofdvrouw van het koffijzusters gezelschap. / Hans Altyddorst. / Hoofdman van het bierdrinkers gezelschap
Monogrammist B (prentmaker), 1836 – 1849. Collectie Rijksmuseum.

Maar eigenlijk…

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 4 december 1676
Lees hier de originele brief

Sinds de vorige brief van Margaretha is er niks veranderlijxs voorgevallen dus ze heeft niet veel te schrijven. De timmerlieden hebben nog wel werk voor een week, de metselaars nog voor een paar dagen. Margaretha zal blij zijn als ze van de mannen af is, want ze is bekaf.

Brieffragment niks nieuws en so moeij

Ameronge den
28 Novem 1676
[rec: 4 dec 1676]

Mijn heer en lieste hartge

sint mijne laeste met de laeste post geschreefve is hier
is hier niet veranderlijxs voorgevalle, de timerli hebbe
noch rijcklijck de toekoomende weeck werck, ende
metselaers noch 3 a 4 dage, dan sullensij al de
scheijt booge in kelders geslage hebbe, daermeede
wij voor deese winter wt het metselen sulle scheijde
ick bent so moeij dat ickt niet langer sien mach

Gedrukt kaart. De provincie grenzen zijn in kleuren aangegeven: Geel Utrecht, Groen Gelderland en Rood Holland. De grens tussen Utrecht en Gelderland kronkelt om de Nederrijn/Lek heen.
De zuidgrens van Utrecht langs de Nederrijn/Lek van Amerongen tot Vreeswijk. Fragment uit: Kaart van Utrecht (Ultraictum Dominium), Joan Blaeu, 1630-1645. Collectie: Het Utrechts Archief.

Lood

In de vorige brief was de secretaris gaan kijken bij het lood dat aan de Vaartse Rijn lag. Het blijkt dat het lood met lichters (lichtere schepen) opgehaald moet worden. Dat kost niet alleen tijd, maar ook geld. De Vaartse Rijn komt bij Vreeswijk, tegenover Vianen, uit in de Lek. Dat is nogal een afstand van Amerongen en dat lood, dat is waarschijnlijk loodzwaar (ja, flauwe grap, maar iemand moet hem maken). Aangezien het water in de rivier laag staat, moet het lood overgeladen worden op een boot met minder diepgang: een lichter. Dit kost natuurlijk allemaal geld en maandag willen ze beginnen met de goten…

Brieffragment over lood aan de vaart

, nu ist loot wt den haech gekoome en op gereeden
datse en maendach inde gooten sulle beginne te
leggen, ick moet alt loot met lichters vande
vaert laeten haellen dat kostlijck valt, maer
wat sal ick doen wij moetent nu hebbe om de
muere te konserveeren, dat van Amsterdam
verwacht ick ock met Een lichter, [nu sal de]

Tekening van over het water. Rechts op de rivier een zeilboot, links twee roeiboten. Op de wal (met een soort houten kade) links een molen, dan wat huizen en rechts daarnaast de kerk. In het midden de sluis met daarachter een ophaalbrug en de masten van schepen. Rechts nog meer huizen.
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief

Steen met wormen

Als opstapje naar haar volgende verhaal gebruikt Margaretha de steenhouwer, Jan Prang. Hij moet toch inmiddels wel in Bremen aangekomen zijn? Ze hoopt daarover te lezen in Godard Adriaans brieven. De vraag die natuurlijk eigenlijk op haar lippen brandt: “Snap je nu eindelijk die tekeningen?”, maar ze houdt zich in.

Margaretha heeft gehoord van een soort hardsteen die nogal slap is en waar de worm in komt. Ze heeft het er met Jan Prang over gehad en die had het precies uitgelegd: het is de steen boven in de rotsen die wat makkelijker te bewerken is. In ieder geval moet Godard Adriaan daar wel rekening mee houden nu hij druk bezig is met het bestellen van stenen!

Eerste brieffragment over de kwaliteit van steen
Tweede brieffragment over de kwaliteit van steen

verwacht ick ock met Een lichter, nu sal de
steen houder ijan prang al tot breeme sijn aen
gekoomen, het welcke verlange wt uhEd briefve
te sien, ick weet niet wel of ick geschreefve
heb dat men hier seijt datter Een soort van
st hartsteen is die seer weeck valt en daer de wurm
in is of komt, daer die gans niet dueraebel is
en seer in watert, daer uhEd int koope op ver

docht belieft te sijn, hebder met ijan prange van
gesproocke die seijt het steen is die boven inde rotse
sit en dickmael gebruijckt wort om datse sachter
int houwe valt, [de heer van ginckel die Eene]

Bij een heuveltje hijsen twee mannen met een soort kraan grote blokken steen via een glijbaan omhoog. Drie mannen zijn bezig het volgende blok steen klaar te leggen. Op de achtergrond is een man steenblokken te zagen.
Werklieden in een steengroeve, Hermanus Petrus Schouten, 1757 – 1822. Collectie Rijksmuseum.

En trouwens

En weer gebruikt Margaretha een bruggetje om bij haar echte punt te komen. Van Ginkel is langs geweest. Hij is naar Middachten en Stadhouder Willem III is naar Den Haag en daarna naar Zeeland. Zijn Hoogheid had trouwens aan Van Ginkel gevraagd waarom hij al een tijd geen brieven van Godard Adriaan gehad had… Om maar gelijk weer door te gaan zodat het alleen maar een neutrale opmerking lijkt: het salaris dat voor Van Ginkel bedacht is in de Staat van Oorlog valt onder de provincie Utrecht. Margaretha twijfelt er niet aan dat die hem daar graag voor aannemen.

[int houwe valt,] de heer van ginckel die Eene
nacht hier geweest is, is heede weer naer
Middachten gegaen, en sijn hoocheijt naer
den haech met intensie om voort naer seelant
te gaen, sijn hoocheijt vraechde aende heer van
ginckel waer uhEd was of deselfve aen hem
in Eenigen tijt niet geschreefve heeft en
dat hijt daerom vraechde weet ick niet, de heer
van ginckel is met sijn hooch tracktement opde
provinsi van wttrecht gestelt, twijfele niet of
se sullen hem daer aeneemen, [voort ist hier]

Cirkelvormige tekening van een zandpad met rechts een knotwilg bij een hek. Op het pad rijdt een wagen met daarvoor een paard. De zweep steekt boven de huif uit. Daarachter loopt op het zandpad een man met een rode jas, zwartte hoed en blauwe laarzen. In zijn rechterhand een stok, op zijn rug een geweer en naast hem een hondje. Links op de achtergrond een stad.
Zomer: Landweg met jager en koets, Gesina ter Borch, ca. 1655. Collectie Rijksmuseum.

Waar is het lood?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha valt maar gelijk met de brief in huis: steenhouwer Jan Prang moet toch inmiddels in Bremen aangekomen zijn. En hij heeft de tekeningen bij zich. Ze is benieuwd wat hij ervan vindt. Of is ze benieuwd of hij het nu eindelijk wel begrijpt? Ze zegt het niet letterlijk. De werkbazen zijn in ieder geval van mening dat ze alles nauwgezet getekend hebben én goed uitgelegd.

Brieffragment over de tekeningen


Ameronge den
25 Novem 1676
[rec: 30. dito]
Mijn heer en lieste hartge

heeden heb ick uhEd aengenaeme vande 21 deeser
ontfange, hoope den steenhouder ijan prang nu
haest weer te breeme sal sijn, mij verlanckt hoe
uhEd de teijckenin van onse werck baese al hier
en haer konsideraesie1Consideratie: overweging sal aenstaen, sij meenen
wel pertinent2Pertinent: nauwkeurig op gestelt en haere meijninge wel ge=
Exspliseert3Expliceren: uitleggen, toelichten te hebbe, [sijn hoocheijt is weer op soes]

Een rocaille ornament met een bouwtekening en meetinstrumenten zoals een meetlat en passer. In de achtergrond een obelisk en een colonnade.
Architectuur, Jan Balzer (mogelijk), naar Johann Kleinhard, 1772. Collectie Rijksmuseum.

Zijn Hoogheid

De Prins van Oranje is op Soestdijk, maar moet naar Zeeland. Daar liggen ze overhoop en er is zoveel onenigheid dat die arme Prins nauwelijks rust krijgt. Maar er is ook goed nieuws van de Prins! Volgens schoondochter Philippota had hij tegen haar man gezegd dat hij op de Staat van Oorlog4Begroting van de Staten Generaal stond met het salaris van commissaris-generaal. Hij had het op een “obligante” manier gezegd.

Waarschijnlijk is obligant een afgeleide vorm van het werkwoord obligeren, dat Margaretha ook vaak gebruikt. Het woord obligeren is al lastig en was waarschijnlijk in Margaretha’s tijd al ouderwets. De vorm obligant als afgeleide van een werkwoord is ook niet iets waar we nu dagelijks mee werken, dus het is een beetje puzzelen. Ik vergelijk het maar met vigileren (opletten, waken als in waakzaam zijn) en vigilant (oplettend, waakzaam). Dan wil obligant zeggen dat Willem III verplicht voelde, verbonden. Ik vermoed dat hier obligant uit een verplichtheid door Van Ginkels verbondenheid en staat van dienst voortkomt en dus vooral positief is. Ik sta open voor uitleg door iemand die er echt iets van snapt!

Hoe dan ook, Margaretha vindt dat Van Ginkel zijn nieuwe traktement aan Zijn Hoogheid en God te danken heeft. Nu maar hopen dat hij in de gunst van de Prins blijft.

Eerste brieffragment over Zijn Hoogheid
Tweede brieffragment over Zijn Hoogheid

[Exspliseert te hebbe,] sijn hoocheijt is weer op soes
dijck doch so geseijt wort niet voor lange en sal
hij van meeninge sijn om naer seelant te gaen
daerse so men seijt heel wat overhoop leggen
tis bedroeft dat me van so veel onEenicheijt hoort
en sijn hoocheijt so weijnich ruste heeft, van heeten
hee de vrou van ginckel schrijft dat sijn hoocheijt
aen haer man op Een seer oblijggante5Obligant: verplicht zijnd manier
had geseijt dat hij heer van ginckel op de staet
van oorlooch met sijn tracktement6Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt als fersg kom
misaeris generael is gestelt, het welcke hij alle
sijn hoocheijt heeft naest godt te dancken, is hem
wel geoblijgeert7Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen, en geluckich de gunste van hoochge

melte hoocheijt te hebbe, waer in hoope hij gekonserweert
sal blijfve, de graef van waldeck is gisteren hier door

Een statig, symmetisch huis met in het midden een brede voorgevel met daarin een breder deur (vier deuren) met daarboven een balkon. Aan weerszijden zit twee ramen. De zijvleugels zijn vier ramen breed. Het gebouw is twee verdiepingen hoog. Voor het. gebouw lopen groepjes mensen.
Paleis Soestdijk van voren gezien, anoniem, 1695. Collectie Rijksmuseum.

Loodzakelijk

Het is vriesweer, maar het is helemaal niet koud. Daardoor schiet het werk op het dak lekker op. Het enige dat vervelend is, is dat het lood er nog niet is. Er schijnt een deel aan de vaart8Vaartsche Rijn te liggen, de secretaris gaat daar eens polshoogte nemen en kijken hoe het naar Amerongen kan komen. Maar er is ook nog een Arnhemse schipper die lood heeft, waar die is is onduidelijk. Het zou fijn zijn als het allemaal tegelijk naar Amerongen komt. Daarvoor is dan een minder diepliggend schip nodig, want het water staat laag op de rivier. Twee Utrechtse voeten, dat is maar 55 cm…

Brieffragment over het lood en de goten

[gepasseert geloofve hij naer duijtslant gaet,] de
vorst hout noch al aen en is Evewel gans niet kout
ent schoonste weer vande werlt op ons werck, hadde
wij maer het loot hier dat ten deelle aende vaertleijt
derwaerts ick de seekreetaris heb gesonde om te sien
hoe wijt best hier sulle krijgen en ock te verneeme
waer den Aernhemse schipper die ock loot voor ons in
heeft is, op dat wijt saeme hier mochte krijge t sij met
Een lichter of Een kleijn vaertuijch so hijt best
voort kan krijgen, daer is geen twee voet water
op de reevier daertoe kontraeijreije wint, ent loot
moet inde gooten Eert aent reegene komt, tis ge
=luck dat de deelen so drooch opt huijs en in
Een koomen, [tis mij lief uhed aent beson]

Een riviergezicht met zeilende schepen, op de voorgrond twee figuren en twee bakens.
Zeilschepen op een rivier, Anthonij van der Haer, naar Pieter Coopse, ca. 1745 – 1785. Collectie Rijksmuseum.

Besogneren

Op de valreep toont Margaretha nog even interesse in het werk van haar man, maar ze hoopt wel dat het op een eind zal lopen. En dus dat hij weer thuis zal komen…

In de ps de laatste wetenswaardigheden over zoon en hoogheid en de vier kinderen. Dat Godertje sterk wordt is goed nieuws

Afsluiting brief

[Een koomen,] tis mij lief uhed aent beson=
ijeere9Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren is hoopen nu uhEd aent werck is het haest
op Een Ent sal loopen, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

so schrijft beusekom
dat de heer van ginckel
tot wttrecht is en
merge hier sal sijn
geloof sijn hoocheijt weer naer den haech is, Antge en
fritge reniera en godertge kusse groote papa
de hande de leste wort sterck

Eén kind zit met een pop in een rol kar. De Kar wordt voortgetrokken door een jongetje met een zweepje in zijn hand.
Kinderen spelend met rolkar, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1779. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Consideratie: overweging
  • 2
    Pertinent: nauwkeurig
  • 3
    Expliceren: uitleggen, toelichten
  • 4
    Begroting van de Staten Generaal
  • 5
    Obligant: verplicht zijnd
  • 6
    Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt
  • 7
    Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen
  • 8
    Vaartsche Rijn
  • 9
    Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren

Een schoon gebouw

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is naar Utrecht geweest om de financiën te regelen. Kennelijk wordt Godard Adriaan betaald door zowel de Staten van Utrecht als door de Ridderschap. Van de Staten van Utrecht hebben ze nog een kwart jaarsalaris tegoed en bij de Ridderschap een heel jaarsalaris. Alleen is bij die laatste voor kerstmis niets te verwachten.

Brieffragment geld tegoed

Ameronge den
13 Novem 1676
[rec 19. dito]
Mijn heer en lieste hartge

ick ben twee dage tot wttrecht geweest om te sien
of daer Eenich gelt weegens uhEd tracktement
bij de staete daer ons maer Een vierendeel
ijaers staet te ontfange, en bij de heere Edele
daer ons nu Een vol ijaer goets is, was te
bekoome, maer te vergeefs, bij de Eerste sal
in korte wel gelt sijn, maer bij de ridder =
schap is niet voor in ijanwa of naer kors =
=mis te verwachte, [de heer van schoonouwe]

Afbeelding van het wapenschild van de provincie Utrecht voor een gekruiste bisschopsstaf en een zwaard en bekroond door een mijter. Daaronder een cartouche met de titel.
“Het Neder Sticht van / UTRECHT / bestaet uyt dese drie Leden / Het 1e. Uyt acht Gecommitteerde van de Vijf Capittelen, / Het 2e. Uyt de Edelen ofte Ridderschap, / Het 3e. Uyt de Regeerders der Vyf Steden, / maeckende te samen de Opperhoocheyt deser Provintie, welcker / namen en wapenteeckenen alhier werden vertoont.”, anoniem, 1650-1670. Collectie Het Utrechts Archief.

Bender in en moeter mee deur

Nu de nok op het dak zit, zijn er dakgoten nodig, dus Margaretha moet het lood kunnen betalen. Ze heeft een lening moeten nemen met de obligatie als onderpand. Het is heel vervelend, maar ze is er nu in en moet er dus mee door.

Eerste brieffragment lening
Tweede brieffragment lening

mij Eenich te geefve, daer bij deese ockasie
dat het huijs nu onder dack moet ick niet
naer kan wachten, want het loot moeter

sijn en pront betaelt worden, daer om dan ge –
nootsaeck ben geweest de som van twee duij
sent gul te neegoosgeere daer toe last heb
gegeefve en sal weer Een oblijgasi van
drij duijsent gulde in ostadie moeten gaen
het doet mij wel leet maer bender nu in
en moeter mee deur, [het doet mij te lee]

In een ruimte met een gewelfd plafond staat een grote toonbank, waarachter meerdere mannen staan. Aan de muur planken met daarop papieren. De toenbank staat vol met allerlei goeden, in de ruimte staan mensen te wachten. Een man met een hond legt iets op de toonbank.
Bank van lening, Willem de Keyser, 1657 – 1692. Collectie Rijksmuseum.

Oeps

Inmiddels heeft ze echter een brief van Godard Adriaan gehad, waarin hij expliciet zegt dat ze geen lening af moet sluiten. Het is natuurlijk niks voor Margaretha om niet naar haar man te luisteren. Dus nu doet het haar leeder dan leed. Er lag nog 1000 gulden bij Temminck, maar daar zou ze niet genoeg aan hebben. Bovendien is er hout vanuit Anholt onderweg en dat moet in Hamburg betaald worden. Temminck stuurt het geld naar Godard Adriaan, dus als Margaretha die 1000 gulden op zou maken, zou Godard Adriaan niets krijgen.

Brieffragment over de brief van Godard Adriaan

[en moeter mee deur,] het doet mij te lee
=der om dat ick wt uhEd aengenaeme
vande 7 deeser die heede eerst heb ontfange sien deselfve niet garen had
ick meer geltop die oblijgasie nam, dien
brief quam wat te laet ock kost ick met
de duijsent gul die onder teminck
leijt niet toe, en sal uhEd die niet konne
misse, so wij het ten holtse hout noch
te verwachte hebbe sal te hamburch
weer gelt moeten sijn, [so ick den]

Vergeelde foto met links een zeilschip met diverse masten en heel veel touwen. Het schip ligt met zijn spiegel naar de kade, aan de rechter kant ligt een loopplank. Rechts op de kade liggen gezaagde boomstammen opgestapeld. Op de achtergrond zie je vaag de haven, de kade is verhard met kasseien.
Aangemeerd schip en een lading boomstammen, anoniem, 1880 – 1920. Collectie Rijksmuseum.

Steenhouwer

Kennelijk heeft Godard Adriaan ook geschreven dat hij een steenhouwer uit Bremen naar Amerongen heeft gestuurd. Margaretha heeft nog niets van hem vernomen, maar als hij er is, zal ze alles met hem, Schut en Rietvelt overleggen. Ze zegt het niet hardop, maar waarschijnlijk hoopt ze dat dat een deel van de verwarring zal oplossen.

Eerste brieffragment steenhouwer
Tweede brieffragment steenhouwer

[weer gelt moeten sijn,] so ick den
steenhouder van breeme gesonde
verneeme noch niet sal hem ver
wachte, hierkoomende sal allesmet

hem schut die weer hier is en rietvelt over
legge, [gistere naer middach weer hier]

Verrassing!

Toen Margaretha terug kwam uit Utrecht, wachtte haar en verrassing. Ze trof niemand minder dan Zijne Hoogheid de prins van Oranje die haar bouwplaats aan het bewonderen was. Nog een geluk dat Margaretha haar Visbach bij de zieke Godertge thuis gelaten had. Ze had pas om tien uur geweten dat de prins met een klein gevolg zou komen en had hem toch een goede maaltijd voor gezet. Met zijn volle buik was hij het kasteel in aanbouw aan het bekijken en hij herhaalde maar dat het een zeer schoon gebouw is…

Brieffragment over de prins van Oranje

legge, gistere naer middach weer hier
koomende vont ick sijn hoocheijt, die smid
=daechs hier inhuijs had gegeeten niemant bij
hem hebbende als bentin1Hans Willem Bentinck ouwerker
=cke2Hendrik van Nassau Ouwerkerk en twee graefges van van nassou
het kleijne graefge met sijn broedert
het was geluck dat ick visbach
bij godertge had thuijs gelaeten, die
van sijn hoocheijts komste niet voor
smergens te tien Euren had geweeten
ick vont hem opt werck dat hij wel
door sach en seijde hem heelwel aente
staen reepeteerende wel 2 a 3 mael
dat het Een seer schoon gebou is, [hij]

Op een koffiebruin paard dat zijn knieën hoog optrekt zit een lange slanke man fier rechtop. Hij heeft lange krullen, droevige ogen en een grote neus. Hij draagt een zwarte hoed met witte veren. Een bewerkte jas en lange zwarte laarzen.
Stadhouder Willem III te paard naar links, anoniem, 1688 – 1698. Collectie Rijksmuseum.

Ontslag

Margaretha heeft zoveel pijn aan haar tanden dat het haar niet lukt om verder te schrijven. Gelukkig weet ze er nog wel een naschrift uit te persen met wat positief financieel nieuws: ze kan de metselaars ontslaan zodra de scheidbogen in de kelder klaar zijn! De dagen worden korter, dus ze doen steeds minder terwijl de daghuren gelijk blijven. Ach, en Voetius is overleden…

Tandpijn metselaars en voetsius

Eer hij van hier reedt en heel quaet weer, nu moet ick
dees Eijndige heb sulcke pijn in mijn tande
dat niet weet waer mij berge sal kan de pen
niet langer voeren blijf

uhEd getrouwe wijff
MTunor

met dit quaet weer
en korte dagen So haest de scheijt
booge geslage sijn
sal de metselaers kasseere want sij
bedrijfven weijnich
en de dachhueren
gaen om de reeckenine
loopen hooch

den heer voetsius
is is overleeden was
88 ijaeren out

Borstbeeld rechts in toga in ovaal. Een oudere man met een hoge voorhoofd en mutsje waar dunne krullen onderuit komen. Hij heeft een rechte neus, priemende ogen en een strakke mond.
Portret van Gijsbert Voet (1589-1676) hoogleraar in de theologie aan de Utrechtse hogeschool (1634-1676) Kopergravure van Joannes van Munnickhuysen, eind 17de eeuw, naar een schilderij van Nicolaas Maes uit ca.1665. Collectie Het Utrechts Archief
  • 1
    Hans Willem Bentinck
  • 2
    Hendrik van Nassau Ouwerkerk

De groetenis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 november 1676
Lees hier de originele brief

De afspraak, dat Godard Adriaan de steenhouwer tot maart in Bremen houdt, is gemaakt. Dat kan Margaretha in ieder geval van haar lijstje afstrepen.

Aanhef en steenhouwer

Ameronge den
2 Novem 1676
[rec. 5 dito]
Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 28 pasato is mij gister
behandicht en sal goet sijn dat uhEd den
steenhouder tot de maent van Maert
noch daer hout, dan salmen alles met
beeter spoet konne gereete maecken, het
wulfsel inde ouden toorn sal so haest het
huijs onder dack is geslagen worde waer
toe de scheijdt booge al gemaeckt sijn,

Bouwplaatsproblemen

De afgelopen 348 jaar is er niet veel veranderd: er wordt gestolen van de bouwplaats! Gelukkig zou Margaretha Margaretha niet zijn, als ze geen oplossing had. Ze heeft de deuren van het oude kasteel in de poort van het nieuwe huis laten zetten, dus kan die afgesloten worden. Ook de kelder heeft ze gesloten.

Eerste Brieffragment diefstal op de bouwplaats
Tweede brieffragment diefstal op de bouwplaats

de poorte vant huijs is heb ick al deure
aen laette sette vande oude deure die
met het binne deur of poortge aent
oude huijs geweest is dat men sluijte kan
is aent de poort vant boven huijs, de
kelder is ock gesloote, want daer
wiert alles wat nagel loswas af
gestoollen daer om ick bij provijsie

heb laeten maecke dat alser niet gewercket
wort niemant op kan koomen, [de steen]

Een donkergroene deur met een eenvoudige hand greep. De deur is volledig beslagen allemaal pyramidevormige koppen van nagels.
De huidige deur in de poort. Foto: Annemiek Barnouw. Ook deze is goed bestand tegen mogelijke dieven.

Nieuws uit de steenoven

De steenoven is genoeg afgekoeld en de stenen zijn zo goed gelukt! Echt iedereen die het ziet bevestigt het. En niet zomaar iedereen: ook andere steenbakkers zijn komen kijken en die hadden van hun leven nog niet zulke mooie harde, vaste stenen gezien.

Brieffragment over de mooiste stenen

wort niemant op kan koomen, de steen
oven is op gebroocken en bevindt sich tot
noch toe sulcken schoonne steen daer
in te sijn dat Elck sich daer over ver=
=wonderen, hier sijn verscheijde steenhou
backers van beneeden geweest die segge
haer leefve dier gelijck steen van
hardt en vasticheijt niet gesien te
hebbe, [als de groote steen daer nu wt]

Op de achtergrond een stad die aan een rivier ligt. Links achter wordt klei verzameld. Links wordt klei bewerkt, rechts worden on der een afdak stenen gevormd. In het midden staat onder een afdak een steenoven te roken. Op de voorgrond liggen en worden stenen opgestapeld.
Steenbakkerij. Uit: Georgica curiosa: das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität, Düsseldorf

De lijst om het huis

Kennelijk hebben ze in het binnenste van de steenoven grotere stenen gebakken. Als die eruit gehaald kunnen worden én Godard Adriaan wil nog steeds de lijst om het huis van bakstenen maken, dan kunnen ze die in de winter gaan bewerken.

Brieffragment over de lijst om het huis

[hebbe,] als de groote steen daer nu wt
komt so uhEd noch blijft bij de lijst
omt huijs van metsel steen te maecke
sullense die groote steene over winter
daer toe konne hacken en houwen ,

Geld

Tja en al dat gebouw kost natuurlijk nog steeds een lieve duit. Margaretha maakt zich zorgen hoe ze Ott Barentse moet betalen. Hij heeft zo goed geholpen en kennelijk is Margaretha het akkefietje van tien jaar geleden alweer vergeten. Daarnaast komt natuurlijk het lood, dat moet betaalt worden en ze heeft er een hard hoofd in dat het met de betalingen van de Ridderschap en de Staten goed zal gaan. Het is ook een duur jaar geweest, met al die loonkosten en vrachten die betaald moesten worden. Maar Margaretha hoopt dat ze wel het ze het zwaarste gehad hebben. De gebinten staan in ieder geval nagenoeg op de kap en Schut is naar Amsterdam.

Een kind met een lang jak en een hoed tot over zijn of haar ogen draagt zijn rechter arm in een mitella. De hand zit verstopt in de mouw of zit in een verband.
Kind met een mitella. Fragment uit: Bedelaar met kind en houten been, Pieter Jansz. Quast, 1634 – 1638. Collectie: Rijksmuseum.

Familienieuws

Dan lijkt het erop dat we toch ergens één of twee brieven missen. Margaretha sluit de brief af met de mededeling dat Fritsje mee naar Middachten is en dat Godertje op Amerongen blijft. De reden daarvoor is dat Godertjes breuk nog niet genezen is en dat Margaretha zich daar op zal (wil?) toeleggen met behulp van een nieuwe meester die ze daartoe heeft laten komen. Maar uiteindelijk gaat er natuurlijk maar één iemand over de gezondheid van de kleine jongen. Wat Godertje gebroken heeft staat er niet bij en is ook in de vorige brieven niet naar boven gekomen.

Uiteraard is er weer een ps, ze herinnert zich opeens nog de kosten die ze voor kalk en het uitmodderen van de gracht had gemaakt. Maar het allereerst herinnert ze zich eraan dat Monseu Blanche de groetenis moet krijgen.

Eerste brieffragment Godertje
Tweede brieffragment over Godertje en de groetenis

de heer en vrou van ginckel sijn na
Middachte hebbe fritsge voor Een
weeck of twee mee, godertge is hier
gebleefve om naer sijn breuck dat
noch niet geneesen is te laeten sien
ick ben daer in bekoment, hebder Een
andere meester over sal sien of

ick met de hulpe des heere om hem tot sijn gesontheijt
sal konne brenge sal mijn beste doen hoope godt de
heere, het seegene sal inwiens heijlige bescherming
uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
mijn groetenis
aen Monseu
blansche

Wormkruid en klapmutsen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 29 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Godard Adriaans brief van de 21ste is binnen en kennelijk heeft hij geschreven dat hij een compliment van Willem III zelf gehad heeft. Margaretha is blij voor hem. Nu hopen dat het werk daar verder tot tevredenheid zal lopen. Heeft Godard Adriaan inmiddels de gezonden koffer ontvangen?

Aanhef

Ameronge den
24 ockto 1676
[rec: 29. Oct 1676]
Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 21 deeser ontfange
ick so aenstonts, het is mij lief sijn hoocheijt
so wel van uhEd doen aldaer voldaen is,
hoope alles verder tot kontente ment sal
wtvalle, en dat uhEd het gesondene
koffer nu sult ontfange hebbe, [wat be]

Dominee Keppel

Margaretha heeft tot op heden twee keer over de Amerongse dominee Keppel geschreven. In 1671 had hij ruzie met schoolmeester over de nalatenschap van Aaltje van Bemmel en eind 1672 was hij ziek. De predikant heeft nu iets gedaan wat ze niet noemt, ze geeft alleen maar aan dat hij er de wind flink onder heeft (hij heeft de lieden onder het sim). De irritatie is nu kennelijk echt heel hoog, want ze haalt een oude koe uit de sloot. De luitenant waar ze het over heeft is waarschijnlijk Floris Hage. Zijn vrouw wilde in 1659 niet bij hem wonen en toen heeft Keppel hen beiden uitgesloten van de Tafel de Heeren. Volgens 1 Korientiërs 14-37 heeft iedereen die gelooft toegang tot deze avondmaalsviering, behalve ongelovigen en zij die leven als ongelovigen. Door Floris Hage en zijn vrouw uit te sluiten, trekt hij dus eigenlijk hun geloof in twijfel.

Een man staat met een hand op zijn borst. In de andere hand houdt hij een opengeslagen boek. Op de achtergrond zit Christus met zijn discipelen aan het Laatste Avondmaal.
Staande man met geopend boek, Jan Luyken, 1683. Collectie Rijksmuseum. Titelpagina voor: J. Claude, Ondersoek van sigh selven, om sigh wel te bereiden tot de gemeinschap vande tafel des Heeren, 1683

Godard Adriaan heeft kennelijk aangeraden dat ze het zich maar niet aan moet trekken en dat is Margaretha met hem eens, maar toch. Als ze hem zonder wormkruid zou kunnen lozen, dus makkelijk van hem af zou kunnen komen, dan wist ze het wel. Maar de kans dat dat lukt acht ze klein.

Wormkruid werd vroeger gebruikt om plaagdieren af te weren: vliegen, muggen, mieren, wormen en ander kriebelig gespuis.

Eerste brieffragment dominee Keppel
Tweede brieffragment dominee Keppel

[koffer nu sult ontfange hebbe,] wat be
=lanckt het gepleechde van onsen preedi=
=kant1Bernard Keppel hij heeft de liede so ondert sim2Iemand onder (de, het) sim hebben of houden: onder de duim hebben dat
se niet derfve kicken3Kicken: Een nauwelijks hoorbaar geluid, een kik geven de luijtenant doen
hij hem de tafel des heeren verboot badt
als Een kreupel4Als een kreupel: gebruikt als bijwoordelijke bepaling van graad in den zin van: zeer, geweldig dat hem dat affront5Affront: Belediging, krenking van eer
niet aengedaen mocht wort maert holp
niet hij moster6moest er af blijfve, het beste mijn
s oordeels is dat men sich die domijnees
niet aen treckt gelijck uhEd wel seijt

konde wij hem sonde wurmkruijt losse7Iemand zonder wormkruid lozen: iemand, inz. een ongewenscht persoon, makkelijk kwijtraken waerender
wel aen maer vrees het so niet lucken sal
hij is te seer bekent, [onse timmeraesge]

Botanische tekening van een plant met met een gele schermbloem en een geveerd blad. In het midden de hele plant, daar langs details van blad, knop bloem en wortels.
Tanacetum vulgaris (wormkruid). Uit: Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905). Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz – in Wort und Bild für Schule und Haus. Bron: Botanik Online

De kap

De timmermannen die aan de kap werken, werken ondanks het slechte weer stug door. Ze werken zo netjes, dat Margaretha duidelijk geniet van het werk.

Brieffragment over de kap

[hij is te seer bekent,] onse timmeraesge
int sette vande kap is deese weeck hoewel
wij int begin van weeck seer quaet weer
hebbe gehad heel wel gevordert meest
al de onderste gebinte sijn geset en
sullense int begin van aenstaende
weeck de boovenste gebinte of de
spitse vande kap beginne te sette, sij
wercken het werck so net en vast in
Een dat Een plaeijsier is te sien ,
moogen wij maer noch Eenige dagen
goet weer houden salt al haest aen
schieten, [rietvelt is met 12 truijfelt]

Een blije timmerman met een passer in de hand en een handboor aan zijn muts.
Timmerman, Jacob Gole, naar Cornelis Dusart, 1670 – 1724. Collectie Rijksmuseum.

So doet die is 

De metselaars werken aan de schoorstenen, de gravers graven in de gracht en zoonlief heeft de stadhouder geholpen een hert te vangen. Schoondochter Philippota wacht in Amerongen op hem, zodat ze samen naar Middachten kunnen. Uiteraard doen zij en al haar kinderen de groeten. Dan sluit Margaretha af met ‘so doet die is’. So doet betekent hier eigenlijk ‘hetzelfde doet’ en die is ‘zij die is’, gevolgd door haar ondertekening, dus de zij is Margaretha zelf. Dus Margaretha groet haar man ook.

Eerste brieffragment over wat iedereen doet
Tweede brieffragment over wat iedereen doet

schieten, rietvelt is met 12 truijfelt8Truifel=troffel
aent op haelle vande schoorsteene tot
onder de nock vant dack, de graef
=vers wercke noch inde grafte, de heer
van ginckel is bij sijn hoocheijt op de jacht

heeft Een hart helpen jagen hoope hem die
Echsersisie9Exercitie: Oefening op geestelijk of lichamelijk gebied wel sal bekoomen, hij was
noch vrij wat swack doen hij van hier
ginck, de vrou van ginckel is noch hier
wacht haer man om saeme naer
Middachte te gaen, preesenteert
met al haer kindere haeren dienst
aen uhEd, so doet die is

Op een open plek in een donker bos rijdt een ruiter af op een hert dat opgejaagd wordt door honden. Verderop rijdt ook een ruiter. Voor op een pad staan drie mannen met honden.
Hertenjacht in een bos, Jan Hackaert, 1660. Collectie Mauritshuis.

Klapmutsen

In de ps (bijna zoals gebruikelijk) nog een belangrijke opmerking: er komt via Temminck een tekening aan van de schoorstenen en de pilaren in de tuin. Ook daarvoor wil Margaretha graag weten wat het kost en als daarvoor Bremer hardsteen gebruikt wordt. De stenen die boven op de pilaren liggen worden klapmutsen genoemd.

Afsluiting en ps

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
deesen avont
send ick aen
teminck Een teijckenin vande schoorsteene
en vande pijlaers inde hof met de maete
daer bij, om te verneeme wat de hartsteene
op de schoorsteene en de klap mutse
soude koste van breemer steen met
versoeck hijt selfve uhEd wilde schrijfve
ende teijckenine toesende

Onder een boom staat een bakstenen pilaar met een hardstenen klapmuts. Op de klapmuts staat een stenen leeuw met zijn rug naar ons toe, daarvoor zit een cyperse kat. Naast de pilaar staat een man met een hoed op die lacht naar de kat.
Hoofd Gebouwen, tuin en terrein Ruud en Hoofd Muizen Simon hebben werkoverleg in de tuin. Foto: Annemiek Barnouw. Simon zit op een klapmuts.
  • 1
    Bernard Keppel
  • 2
    Iemand onder (de, het) sim hebben of houden: onder de duim hebben
  • 3
    Kicken: Een nauwelijks hoorbaar geluid, een kik geven
  • 4
    Als een kreupel: gebruikt als bijwoordelijke bepaling van graad in den zin van: zeer, geweldig
  • 5
    Affront: Belediging, krenking van eer
  • 6
    moest er
  • 7
    Iemand zonder wormkruid lozen: iemand, inz. een ongewenscht persoon, makkelijk kwijtraken
  • 8
    Truifel=troffel
  • 9
    Exercitie: Oefening op geestelijk of lichamelijk gebied

Baksteen voor baksteen, vloersteen voor vloersteen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 26 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief met de financiële beslommeringen. Godard Adriaan heeft geregeld dat er direct geld naar Temminck gaat, en dat haalt Margaretha veel zorgen ‘van de hals’.

Trap- en vloerstenen

Ook met alle stenen wordt het nu concreet. Godard Adriaan heeft zowel de trap- als de vloerstenen aanbesteed.

Eersrbrieffragment over aanbesteedde traptreden
Tweede brieffragment over aanbesteedde traptreden

[ben wist geen raet die te betaelle,] nu dat
uhEd de 37 steene trape heeft aenbesteet te maecke
is heel goet ben daer in blijde, so ick hier
met beijde de werckbaese heb gesproocke is
t, heel goet koop dit is nu voor de trap wt
de kelder naer booven inde gaelderij en op
de steijger opt waeter, aengaende de
trappe opt voorburch aende bruch vant huijs
op te gaen kan uhEd hem noch op bedencke

nu wat de vloersteene belanckt is mij ock seer
lief uhEd die heeft aenbesteet daer te kant
rechte en is het selfve seer goede koop, [ick]

Prent van Interieur met trap en gewelven
Interieur met trap en gewelven, jonkheer Isaac Lambertus Cremer van den Berch van Heemstede, 1821 – 1879. Collectie Rijksmuseum

Gewelven

Margaretha rekent haar man nog maar eens voor hoe goed de prijsafspraak is die hij gemaakt heeft. Het betekent alleen wel dat de steenhouwer met de stenen mee moet komen. Maar wanneer? Margaretha wil graag eerst de gewelven maken. Logisch, want als wij een nieuwe vloerbedekking leggen, schilderen we ook liever daarvóór het plafond in plaats van erna. Maar die wulfels, wanneer kunnen die gemaakt worden? Voor dat kan, moeten eerst de muren goed gedroogd zijn. Rietvelt kan wel door willen, maar dat vindt Margaretha niet verstandig.

Brieffragment over de wulfsels

[saeme ree was,] maer ick vrees wij vande winter
de wulfsels vande kelders niet sulle konne
slaen, om dat de muere so binne als buij
=ten noch niet geset sijn en noch min of meer
sulle sacken dat beeter is Eer de wulfsels
geslaechge sijn als daer naer, en mijns oordeels
hoe wel rietvelt gaeren die over winter sou
slaen, salt beeter sijn wij daer nu alle
preeperaesie toe maecke maer inde maent
van maert die Eerst laette slaen of legge
dan sijn de muere geset en de laechge vande
steen of de kalck daerse mee gemetselt
sijn, in gedroocht het welcke demuere altij
min of meer doet sacken, [ock is daer]

Metselwerk

Het huidige metselwerk gaat ondertussen gewoon door. Rietvelt gaat met “12 troffels”, dus waarschijnlijk 12 metselaars de schoorstenen binnensmuurs ophalen. Dat klinkt misschien veel, drie metselaars per schoorsteen, maar op elke schoorsteen komen komen meerdere rookkanalen uit.

Op de plattegrond van de tweede verdieping uit de 17e eeuw zie je dit mooi. De tweede verdieping is de verdieping onder de zolder. In de muren zijn alle rookkanalen van de kamers eronder ingetekend.

Oude handgetekende plattegrond van een vierkant gebouw. In het midden een grote ruimte zonder deuren met drie ramen aan de voorkant. Links een ruimte met vier ramen waar halverwege een soort scheidingswand zit met links een doorgang. Links boven een bijna vierkante kamer, afgezien van een hoekje om van de ruimte links onder naar de ruimte midden boven te komen. Deze kamer heeft aan de linkerkant twee ramen. Boven in het midden een ruimte met vier ramen met twee deuren linkerwand onder en rechterwand onder. Recht kom je in een soort brede (twee ramen breed) hal met een trap. Achter de trap zit nog een kamer met een schouw. Deze kamer heeft één raam rechts. Aan de onderkant komt de hal uit op een gangetje dat langs een kleinere kamer rechts komt van twee ramen breed. Het gangetje komt uit bij de ruimte rechts onder die zowel rechts als onder twee ramen heeft.
Plattegrond van de derde verdieping met benaming van de vertrekken van Kasteel Amerongen, 17de eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Kennelijk valt haar tijdens het schrijven opeens in dat in de toren die nog overeind staat, de muren oud zijn. Daar zitten in het souterrain de waskelder (nu waskeuken) en daarboven de torenkamer (nu de gobelinkamer). De oude muren hoeven natuurlijk niet meer te drogen, dus daar kunnen ze nu al beginnen met de gewelven.

Brieffragment over het metselwerk

[hij niet wt rechten,] nu sal rietvelt met sijn
volck gaen aende schoorsteen binens muers voort
op te haelle tot wt het dack waer aen hij met
12 truijfels1truifel=troffel sal wercken alt ander werck is
gedaen, het wulfsel op de waskelder of
inde den oude toorn soudense noch konne
slaen om dat die muere out sijn, [het sec]

Vooraan in het midden een halve toren, rechts een afgebroken muur op de tweede verdieping, links een stuk muur zonder ramen. Links op de achtergrond staat nog een toren. In het puin in het huis, staan drie schoorstenen nog overeind.
Maquette van het afgebrande kasteel met links achter de toren met de oude muren, Dave Pezarro, ca. 1988. Collectie Kasteel Amerongen.

Sanitair

Hoewel de muren in de toren oud zijn, wordt er wel gewerkt. Margaretha heeft in de torenkamer (nu de gobelinkamer) het secreet laten ruimen. Aan een keurig symmetrisch, classicistisch huis, kunnen natuurlijk geen secreten aan de gevel hangen. Waar dat secreet dan precies gezeten heeft is nog een beetje onduidelijk. Op de tekening van Roelant Roghman hieronder is de oude toren de toren rechts achter. Vanaf deze kant is daar geen secreet te zien. Bovenaan de toren links zie je wel een secreet hangen.

Mogelijk bedoelt Margaretha met het ‘door de waterlozing vrij en liber houden’ dat ze de gracht vrij wil houden van uitwerpselen. De vraag is wat er dan met de inhoud van potten en poepdozen gedaan wordt. We weten dat in steden de onwelriekende restanten van de reeds genuttigde maaltijd opgehaald werden. Of dat in dorpen ook zo was weten we niet. Het kan ook dat alles op de mesthoop verdween en zo op andere wijze weer in de kringloop des levens terecht kwam.

Brieffragment over het secreet

[slaen om dat die muere out sijn,] het sec
=kreet dat inde toorn kamer is geweest wort
nu wt geruijmt en opgehaelt om daer
door de waterloosine vrij en lijber te
maecken, [het heeft hie twee daegen]

Kasteel Amerongen vanuit het noorden. Het kasteel ligt in een gracht. Links een gebouw en de kade muur met op de achtergrond een brug en een poort. Zowel links achter als rechts achter staat een toren. Op de voorgrond drie gebouwtjes, een kleine in het midden, rechts één van twee verdiepingen met een trapgevel en links een van één verdieping met een heel lang schuin dak en een schoorsteen bovenop.
Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Trots

Het gebint vordert gestaag, het wordt nu ineen gewerkt. Iedereen die het ziet bevestig dat dat vast en net gebeurt: sulcken hecht werck het is. Godard Adriaan moet niet denken dat ze van de complimenten naast haar schoenen gaat lopen. Ze herhaalt nog maar eens dat ze tenminste twee à drie keer per dag boven op het huis bij het werk gaat kijken.

Brieffragment over het gebint

[weer goet,] alle mense diet werck sien
weeten niet genoech te segge so vast
en net de kap in Een gewercktwort
en sulcken hecht werck het is, uhEd be
=lieft vrij gerust te sijn daer wort niet
in versuijmt, ick gaen ten minste 2
a 3 mael daechs booven opt huijs bijt werck

Foto van de balken op de zolder van Kasteel Amerongen
Sulcken hecht werck het is. Foto en ©: Hans Neecke.

Vrouwenpraat

Van Ginkel is naar Willem III en Philippota en de kinderen zijn gezellig (?) bij Margaretha gebleven. Wellicht was het echt gezellig, want Margaretha deelt zowaar wat vrouwenpraat met haar man. Het lukt de Vrouw van Ginkel niet hemden voor een halve rijksdaalder te maken. Margaretha zou wel veeren voor de dekbedden kunnen gebruiken en ook wel vlas. Maarja, ze moet de tering naar de nering zetten. Het geld verdwijnt momenteel als sneeuw voor de zon.

Brieffragment met vrouwenpraat

de heer van ginckel is naer sijn hoocheijt die op de
veeluwe ijaecht, hoope het hem wel bekoome sal
was noch vrij swack sijn vrou is met al de
kindere hier, seijt dat sij geen hemde voor
Een halfve rijxsdaelder kan maecken,
veeren tot bedde had ick wel van doen ock wel
vlas, maer het gelt weet bij ons teegewoordich
beeter wech daerom ick daer niet aenderf
dencke, [het is mij lief alles daer so goeij]

Een jonge vrouw zit te naaien. Onder de voorstelling een dubbelzinnige vierregelige tekst in het Nederlands: Ik naey in groot getal, klamutse, schorteldoeken En lap ook bij geval, wel vrijers onderbroecken, Een vrijijer is myn sin, ik wil mijn lijf en leden In trou en eerbaere min. aan manne lust besteden.
Zittende vrouw aan het handwerken, anoniem, 1700 – 1900. Collectie Rijksmuseum.

Zultevoet

Daarom is Margaretha extra blij dat in Bremen alles zo goedkoop is. Stel je voor dat Jenneke Godard Adriaan en Blanche vier keer in de week zultevoet zou voorzetten! Zultevoet levert niet veel google resultaten op. Het komt voor in een artikel over eten in een Gronings weeshuis en in het boek Ons voorgeslacht in zijn dagelijks leven. Daar wordt het genoemd in een weekmenu voor studenten tussen hoofdvlees en andere kelderkost. Beide geen hoogwaardige luxevoedsel. Ook is de volgende beschrijving te vinden: ‘Wat aan den snuit en de pooten (beneden de knie) zit, en, na gekookt te zijn, bewaard wordt in de wei of in het dunne van karnemelk’. Dat ‘beneden de knie’ is wel heel belangrijk, want bij de achterpoten boven de knie zit natuurlijk de ham en een goede schinck is wel de moeite waard.

Brieffragment over zultevoet

[dencke,] het is mij lief alles daer so goeij
koop is nu hoeft jenken uhEd en Mons
blansche nie 4 mael ter weeck sultevoet
te Eeten te geefve, [als ick diet altijt de]

Op een ton ligt een plank en daarachter staat een vrouw met een vis in haar rechter hand en een mes in haar linker hand. Ze is de vis aan het schoonmaken. Rechts van haar een schaal met de schoongemaakte vis. Links van haar (voor ons rechtsonder) een schaal met twee niet schoongemaakte vissen, waar de ingewanden uit hangen.
Vrouw die vis schoonmaakt, Gabriël Metsu, 1657-1658. Collectie The Leiden Collection.

Diplomatenvrouw

In dit fragment vinden we tevens een verwijzing naar haar leven als diplomatenvrouw die thuis blijft. Ze geeft hier aan dat als ze naar Godard Adriaan toe zou gaan, ze liever bij Blanche logeert. Ze bewondert hoe hij geen cent teveel betaalt op de markt. Ze moeten hem er maar dankbaar voor zijn, want de kosten in Amerongen blijven maar oplopen.

We weten niet waarom Margaretha nooit met haar man mee ging. Misschien is ze wel met hem mee geweest toen ze jonger was, maar we hebben pas brieven vanaf 1667. Ze schrijft wel over andere diplomaten die hun vrouw meenemen, maar dat lijkt niet afgunstig. Ook hier is de opmerking meer bedoelt om te kunnen schertsen over de huishouding van haar man, dan dat je het idee heeft dat ze eigenlijk liever bij hem was geweest.

Brieffragment over Blanche op de markt

[te Eeten te geefve,] als ick diet altijt de
beurt is gevalle thuijs te blijfve bij uhE
kom sal liefver in blansches huishou
=din bij uhEd te gast koome als in jenkes
dewijl hij so wel te mart gaet, hij doet heel
wel so naeu te dinge wij sijn hem ver
oblijgeert want het komter nu op aen
alles loopt hier hooch en so dat ick haest
geen door koome sien, hiermeede blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwewijff
M Turnor

Groepen mensen staan rondom marktstands met verschillende producten, van blaasbalgen tot stof en van manden tot levensmiddelen.
Markt, anoniem naar Jacques Callot, 17e eeuw. Collectie: Kunsthalle Bremen.

  • 1
    truifel=troffel

Het venijn

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 september 1676
Lees hier de originele brief

Het postexperiment heeft resultaten opgeleverd! De brieven van 16 en 19 september gingen met de gewone post hebben er respectievelijk zes en acht dagen over gedaan. De brief met de Duitse post van de 18e heeft er tien dagen over gedaan. Alleen weet Margaretha dat bij het schrijven van deze brief natuurlijk nog niet, want de andere brieven zijn nog onderweg en deze is nog niet verzonden. Na zoveel brieven achter elkaar is er natuurlijk weinig om over te schrijven. Toch? Ze begint maar met wat ze al geschreven heeft.

In het midden een rechter hand met daarin een ganzenveren pen. De hand schrijft op papier, een linker hand houdt het papier vast. Het papier ligt op een blauw tafelkleed en op de voorgrond ligt een parelketting. Links van het papier staat een kistje.
Fragment uit Schrijvende vrouw, Johannes Vermeer, 1665. Collectie National Gallery of Art, Washington

Bezoek

Morgen komt de de secretaris van de Staten van Utrecht, de heer Luchtenburg, met de acte over het pandschap, Margaretha maakt er een netwerkdinertje van: ze heeft ook de secretaris van de Ridderschap, Van Beusinchem, de rentmeester van de domeinen en de heer Smissaert uitgenodigd. Luchtenburg speelt het netwerken voor de functie van kameraar voor de Lekdijk nu via Van Beusichem, maar heeft Godard Adriaan waarschijnlijk ook zelf geschreven.

Aanhef en de neef van Luchtenburg

[rec. 27. dito.]
Ameronge den
19 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere heb ick uhEd met de duijtse post die hier
door passeert geschreefve op hoope die wel over
koomen sal, en geseijt hoe ick merge de heere
sekreetaris luchtenburch met de bewuste
Ackte hier verwachte, ick heb den rentmeester
vande domeijne en den heere smitser met beus
sekom daer bij ten Eetten versocht, den
heere luchtenburch heeft mij door beusekom
versocht aen uhEd te reeckomandeere tot
kamelaer vande leckendijck inplaets vande
overleedene kamelaer Mattijsius , sijn
neef den heere scheepen ram dat Een soon
vande drossaert aende vaert is, twijfele niet of
hij sal hier over selfs aen uhEd schrijfve ,

De gezondheid van Van Ginkel

In haar vorige brief had Margaretha geschreven het beter ging met Van Ginkel, maar ze heeft een brief van Philippota gehad en het blijkt nu toch weer slechter te gaan. De koorts is terug en ook de ‘brand’ en de benauwdheid. Margaretha maakt zich ernstige zorgen. Ze hoopt ook snel wat te horen van haar man en hoe het met zijn ziekte is. Over de bouw heeft ze in haar brief van gisteren al geschreven, de steenoven brand voorspoedig.

Eerste brieffragment over de ziekte van Van Ginkel
Tweede brieffragment over de ziekte van Van Ginkel en afsluiting

ick heb uhEd met alle poste geschreefve de
beeterschap vande sieckte van onse soon den
heer van ginckel, en deese merge met de post

dat de verheffine vande koorts die hem had verlaete
hem weerderom was aengekoomen en dat den
brant hem Even starck bij bleef als meede de
benoutheijt boven de maech dat mij seer be=
komert en oordeel hem de kontini weelle koorts
noch niet heeft verlaete, ick ben inden meeste
bekomerin vande werlt wenste wel bij hem te
sijn en weet niet wat ick doen sal, verlange
ock seer te hoore hoet met uhEd en de loop is
hoope t avont deselfs briefve te ontfange
en daer wt wat goets te sien, hoet hier met
de timeraesge en den steenoven die aent
brande is staet heb ick met de laeste post
geschreefve, hebbe als noch gewenst weer
daer op, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Deze Italiaanse apothekerspot is veelkleurig beschilderd, met op de buik een medaillon in de vorm van een krans van gevleugelde engelenkopjes. Hierin zijn twee kleinere medaillons weergegeven met afbeeldingen van een vrouwelijke heilige en eronder een Afrikaan met hoofdband en apothekersmerk dat is samengesteld uit de letters P.A.Q. en een Lotharings kruis. Op een tekstband over het midden is het opschrift: TRIACA.F. te lezen
Apothekerspot, anoniem, 1501. Collectie Boijmans van Beuningen. TRIACA.F. verwijst naar Theriaca of het koortswerende theriak. De letter F achter het woord wijst erop dat het recept voor deze theriak door de Venetiaanse arts Girolamo Fracastori (1478-1553) was samengesteld.

Nog meer gezondheid

Nadat ze haar brief afgesloten heeft komt de post met een brief van Godard Adriaan en een brief van Ursula Phlippota. Kennelijk wacht degene die de post brengt rustig, want Margaretha neemt uitgebreid de tijd om een PS van formaat toe te voegen.

Margaretha is blij dat Godard Adriaan weer gezond is, met zoon Godard gaat het minder goed

PS over de ziekte van Van Ginkel

p s
so aenstonts ontfange uhEd aengenaeme 
vande 16 deeser ben blijde daer wt te sien 
uhEd weer wel is, de heere wilt lange 
laeten kontiniweere, ick ontfange ock 
met Eenen Een vande vrou van ginckel 
die schrijft de heer van ginckel gistere 
wat beeter was, maer dat hij niet 
kost ruste door de groote benautheij 
die sijn hEd noch booven de maech bij 
blijft, vreese hij sal moete voomeere 
want niet als klisteere1Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel te gebruijcke 
en kan inde maech niet koomen, en al 
wat hij van boove inneemt kan hij 
niet in houde, ick hoope den heere 

Zilveren penning. Op voorgrond klisteer, mortier, stamper, pillendoos,likkepot, pillen en andere apothekersbenodigdheden. Op de achtergrond plant in een pot met een oor gersierd met wapenschild en stamper met vijzel, waarop jaartal staat geschreven.
Utrecht, Apothekersgilde, op naam van Albertus Overmeer, Hendrik Winter, 1665. Collectie: Rijksmuseum.

Ridder Van Ginkel in nood

Margaretha lijkt er soort feuilleton van te maken in haar brieven: mensen die dood zijn of (nog) niet. De Rijngraaf is zeker dood en ook de heer van De Haar. Van Ginkel heeft diens vrouw nog gered, die was in het leger en was anders zo in handen van de vijand gevallen! En de magie van deze brief: de heren van Slangenburg en Lievendaal zijn weer levend!

PS over de Rijngraaf en de heer van de Haar
PS over de heren van Slangenburg en Lievendaal

[staen,] den rhijngraef2Karel Florentijn van Salm is seeckerlijck
doot ock den heer van haer3Paulus van Alkemade had de
heer van ginckel de vrou van haer4Antonetta van Lynden
die meede int leeger was niet met
gelt en sijn kar geassijsteert sij
had in hande vande vijant gevallen

den heer van slangenburch5Frederik Johan van Baer en joncker jan van
Eck of heer van liefvendael6Johan Willem van Panthaleon van Eck seijt men dat weer
leefven, [den heer Mattijsius kamelaer]

Een indrukwekkend kasteel in een gracht. Links een ronde torn die tegen een hoog huis met trapgevels en een vierkante toren aan staat. Op de voorgrond een lagere gevel met twee zadeldaken en rechts een stompe zeshoekige toren. Op de achtergrond nog een hoog gebouw met zadeldak en twee torens.
Kasteel De Haar, Roelant Roghman, 1646. Collectie: Fondation Custodia, Collection Frits Lugt, Paris.

Het gif in de staart

Waar het gif opeens vandaan komt is niet helemaal duidelijk, maar opeens moet de dode kameraar het ontgelden. Volgens Margaretha zal niemand hem missen. Het schijnt dat hij op zijn doodsbed nog even flink heeft uitgehaald naar de Utrechtse politiek. Men verwacht dat er uit zijn papieren nog wel het één en ander zal blijken.

PS over Matthisius

[leefven,] den heer Mattijsius kamelaer
vande leckendijck, sijn doot wor van niemant
beklaecht en seijt men dat hij aende preedi=
=kant buermaenus7Pieter Burman of één van zijn nakomelingen op sijn doot bedt sou
gereeckomandeert hebbe dat hij toch sou
bidde voor diegeene die sulcke vuijlle stuck
=ken inde provinsie van wttrecht bedreefven
daer hij wel kenisse van had, men ge=
looft men onder hem of sijn pampieren
sal vinde datter sijn die peninge wt sijn
kantoor hebbe gelicht, in soma daer
wort veel geseijt,

Rond een bed staan diverse mensen. Een vrouw heeft haar arm om het hoofd van de man in bed geslagen. Aan het voeteneind staat een man in het zwart. Op een tafel voor het bed staan diverse kannen.
Dood van een man, Moses ter Borch, ca. 1662 – voor 1667. Collectie Rijksmuseum.

Tegels

Kennelijk heeft Godard Adriaan aangegeven dat hij goedkoop stenen voor de vloer kan krijgen. Dat ziet Margaretha wel zitten. En als ze dan zo goedkoop zijn, dan moeten ze maar gelijk voor de zaal van Kasteel Middachten bestellen. Zodra Schut in Amerongen is, zal ze er met hem eens over hebben en de secretaris een memorie laten schrijven.

Kennelijk wordt de postbezorger nu ongeduldig (en terecht), dus ze breit er snel een eind aan.

PS over de stenen om een vloer te leggen

so uhEd de steene om vloere van te lege
so goeijkoop kont krijge mocht wel so
veel tot de sael op Middachte meede
koope, so haest schut die naer
Amsterdam is en int midde van dees
weeck weer hier koomt, komt salde
sekreetaeris uhEd de perfeckte me=
moorije vande vloere sende, ick blij
met haest de post gaet

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Vloerstenen. Foto en ©: Hans Neecke.

  • 1
    Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel
  • 2
    Karel Florentijn van Salm
  • 3
    Paulus van Alkemade
  • 4
    Antonetta van Lynden
  • 5
    Frederik Johan van Baer
  • 6
    Johan Willem van Panthaleon van Eck
  • 7
    Pieter Burman of één van zijn nakomelingen

Goed nieu…, toch niet

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief optimistisch. De laatste brief van haar man heeft ze al beantwoord en in Amerongen gaat alles goed. Het werk op de bouw gaat naar verwachting: de muren zijn opgetrokken tot de balken op de tweede verdieping. Die balken zijn ze nog aan het leggen: aan de zuidkant liggen ze, nu zijn ze bezig aan de noordkant en dan leggen ze de rest.

Brieffragment metselwerk en balken

de binne muere vant huijs sijn nu tot onderde
balcke vande tweede verdiepine op gehaelt de balcke
vande tweede verdiepine sijn aende suijtsijde
geleijt en sijnse beesich om die aende noortsijde en voort
al om te legge, [hier is Eenige turf met lichter]

Een balk tegen een plafond. Hij is geverfd, maar door de verf heen zie je dat het twee delen zijn: van links onder loopt een naad naar rechts boven. Aan de linkerkant zit een mee geverfde metalen band.
Eén van de balken die na verloop van tijd toch wat restauratie nodig had. Er is een nieuwe balk tegenaan gezet. De twee delen worden met een metalen band bij elkaar gehouden. Foto en ©: Hans Neecke.

Lichter

Gelukkig is inmiddels de eerste turf aangekomen met een lichter. Margaretha schreef al dat het water laag stond. Hierdoor kon het turfschip niet in Amerongen komen. Een lichter is letterlijk een lichter schip met minder diepgang. Dit schip lichtte een deel van van de lading van het vrachtschip en bracht dat naar de plaats van bestemming.

Doordat het turf aangekomen is, kan ook eindelijk de steenoven gestookt worden. Daar zullen ze vanavond of morgen mee beginnen. En nu maar hopen dat het weer goed blijft, zeker de eerste veertien dagen, dan is de kwaliteit van de stook zeker.

Brieffragment over het turf in de lichter

[al om te legge,] hier is Eenige turf met lichter
tot de steenove aengekoome so dat me met goe
godts hulpe deesen avont of merge sal begine
onder te stoocken, het is teegenwoordich heel
schoon weer mochte wij dat noch so Een maent
houde waer Een gewenste saeck en alwaert
voorde steen oven maer veertiendagen dan
waer die behoude, al wat godt belieft,

Omslag

Tijdens het schrijven wordt Margaretha opgeschrikt door onverwacht bezoek: Jan, de trompetter van Van Ginkel, en de stalknecht Martijn komen met vier paarden langs. Ze hebben een brief bij zich van Roelof, de lakei van zoon Godard. Ze komen niet met goed nieuws: Godard ligt ziek in Antwerpen met koorts, een grote overloop van gal en verstoppingen in de maag. Hij wil naar Den Haag en dat lijkt Margaretha een goed idee.

Eerste brieffragment zieke Van Ginkel
Tweede brieffragment over de zieke Van Ginkel

so aenstonts komt ijan de trompetter vande heer
van ginckel met martijn sijn stalknecht met

vier van sijn rij paerde om voort naer Middachte tegaen, die mij Een brief van roelof
verweij brenge die segge en schrijfve dat haer heer
tot Antwerpen aende koorts leijt doch ist Een
afgaende koorts met Een groote overloope
vande gal en verstoppine inde maech, met inten
=sie om voort naer den haech te gaen, hoope de
veranderin van lucht hem goet sal doen,

In een met schilderijen gedecoreerde kamer braakt een man vanuit zijn bed in een po. De vrouw die naast de man in bed zit heeft haar handen ten hemel geheven. De scène wordt verlicht door twee dienstertjes die met een kaars bij het bed staan, één van de twee knijpt haar neus dicht. In de deuropening slaan twee dienstmeisjes het tafereel gade.
Brakende man in bed, Crispijn van den Queborn, 1629. Collectie Rijksmuseum.

Meer slecht nieuws

Dat is niet het enige slechte nieuws dat Jan de Trompetter heeft. Ze wilden de paarden eigenlijk direct naar Middachten brengen via Den Bosch. Maar rondom Den Bosch waren nog zo veel Franse soldaten, dat hij die weg niet durfde te nemen. Margaretha vindt het een veeg teken.

Brieffragment over de Fransen bij Den Bosch

ijan de trompetter seijt last gehadt te hebbe om
om over den bos naer Middachte te gaen
maer dat de partije vande franse daer ontrent
so sterck loope dat hij die wech niet en dorste
neemen, ick vreese wij daer meer van sulle
hooren, men spreeckt noch al van Een bataelije
te slaen de heer almachtich wil sijn hoocheij
bewaere en on liefve vaderlant bij staen,

Man met een hoed en een lange, rechte trompet met daaraan een vaandel. Hij blaast zijn wangen bol.
Trompetter naar rechts, Jacob van der Gheijn II, 1580-1629. Collectie Kupferstichkabinett Berlijn.

Tot slot

Margaretha hoopt dat Godard Adriaan na zijn werk bij de Bisschop van MünsterBernhard van Galen weer terug is in Bremen en daarmee sluit ze haar brief af.

Dacht ze, want daarna komen er nog twee brieven van Godard Adriaan binnen waar ze nog op moet reageren. Het was handig geweest als die net wat eerder gekomen waren. Nu moet ze een lange ps schrijven.

PS over de brieven van Godard Adriaan

ps naert schrijfve dees ontfange ick
beijde uhEd aengenaeme vande 7 en
vande 9 deeser wt breeme en wt
kloppenburch, hadde die volckere
vrij wat Eer gekoome waer goet
geweest, [ben blijde het konsept]

Trakteren en een micke

Kennelijk is Godard Adriaan akkoord gegaan met het het conceptstuk van de Staten van Utrecht over het eigendom van de Heerlijkheid Amerongen. Margaretha belooft dat ze de heren die het komen brengen goed zal trakteren, ze hoopte dit al binnen micke te hebben. Dat wil zeggen dat ze eigenlijk hoopte dat de afspraak al gemaakt was, dat het al in de agenda zou staan. Helaas wordt het woord agenda pas in de achttiende eeuw gebruikt voor een “boekje waarin men van te voren aanteekent wat men op een bepaalden dag te verrichten heeft“.

PS over de acte

geweest, ben blijde het konsept
vande ackte uhEd vande h luchten=
burchJonathan van Luchtenburg so wel gevalt, als hij mij
die brenckt sal mijn beste doen
se wel te trackteere wenstse al
binne micke te hebbe want de
mensche sijn so verijabel datter
geen staet op te maecken is,

Stilleven met pasteien, een taart, broodjes, schalen met bessen en druiven, fruit, glazen en een mes.
Stilleven van een banket, Osias Beert (I) (navolger van), ca. 1620 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum.

De zieke

Het is een drukte van belang bij Margaretha, want zelfs als ze denkt de ps al af te hebben, komt er nog een brief binnen: Van Ginkel is in Den Haag. Het gaat niet goed met hem, maar Margaretha is blij dat hij in Den Haag is, dan kan hij tenminste uitrusten. Zou ze niet ook een beetje blij zijn dat schoondochter Philippota nu voor hem kan zorgen? Of zou ze bang zijn dat daar weer kleinkinderen van komen?

PS over Van Ginkel

so aenstonts bekoome ick schrijfe
vande vrou van ginckel dat de
heer van ginckel inde haech is maer
heel niet wel, kan niet in hou
de tschijnt sijn maech heel ontstelt
moet sijn, de heere wil hem beeter
schap geefve ist hem salich, ben
blijde hij daer is kan nu wt ruste

Een ezel ligt in zijn ziekbed en braakt. Hij staat symbool voor het zieke menselijk lichaam (Caro) en wordt door de personificatie van de lustvolle mens (Homo Carnalis) verpleegd. Een dokter is bij de patiënt geroepen en bekijkt een kruik met urine. Op de achtergrond sterft de personificatie van de door de mens verwaarloosde ziel (Anima) in een schuur. Een duivel vliegt boven haar en zal haar naar de hel begeleiden. Prent uit een serie van vier prenten over de zorg van de mens voor het lichaam en het negeren van de ziel. Elke prent met een onderschrift in het Latijn, Frans en Nederlands.
Alleen een ziek lichaam wordt verzorgd, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Philips Galle, 1610 – 1676. Collectie Rijksmuseum.

Baksteen en turf

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 september 1676 Onleesbaar, maar het lijkt niet op Bremen
Lees hier de originele brief

Margaretha is terug in Amerongen en het valt haar niet mee: het werk aan het huis is niet zo ver gevorderd als ze gehoopt had. De werklieden moeten wel voort gaan maken, want de dagen beginnen te korten en er komt vuil weer aan.

Brieffragment over het werk tijdens Margaretha's afwezigheid

Ameronge den
5 septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere merge vroech ben ick weer hier gekoome
dat hooch tijt was, heb alles wel gevonde doch
het werck so werde niet geavanseert als wel gemeent
hadt, sij metselen noch tuschen en op de raemte
vande tweede verdiepine, hoope inde toekoomende
weeck de balcke vande selfve verdiepine to
sulle geleijt worde, ick salse nu wat kort
opde hacke sitten, het welcke noodich sal
sijn, want de dage korte seer en wij hebbe
vuijl weer te verwachte, [ick had gaern]

Metselwerk in de buitenmuur van Kasteel Amerongen. Foto en ©: Hans Neecke.

Waar is Krijn?

Iets anders dat niet helemaal volgens de verwachting loopt, is het stoken van de steenovenMargaretha gebruikt stuctureel het woord steenoven, eigenlijk gaat het over een veldoven of misschien over veldbrand. Drie maanden geleden heeft Margaretha Krijn van Kampen mét geld op weg gestuurd om turf te gaan halen. Ze heeft niets van hem gehoord en niemand weet waar hij zit. De tijd begint te dringen, want de oven moet gestookt worden! Ook het branden van de steenoven is afhankelijk van het weer en ze had al geschreven dat het vuile weer dreigt…

Eerste brieffragment over Krijn van Kampen
Tweede brieffragment over Krijn van Kampen

[vuijl weer te verwachte,] ick had gaern
dat me inde aenstaende weeck den steen
oven begon onder te stoocke maer nu
ick hier koom is krijn van kampe die
over de drije maende met gelt om turf

te koope van hier is gegaen, noch niet hier
ock weet men niet waer hij is, l ick hebt soo
meenich mael geschreefve dat men naer hem
in tijts verneeme sou, nu moet ick sien
hoe ickt maecke sal den oven mach so
niet blijfve staen, [deesen avont ontfan]

Vooraan ligt op het grijze water een schuit met daarop een groot vierkant bruin vlak. Voor het bruine vlak staat iemand met een rood jak en een wit mutsje voorover gebogen. Op de donkergroene kant staat een donker silhouet van een man met een kruiwagen. Hij staat voor de loopplank. De lucht is grijs en een dun boompje vangt wind.
De turfschuit, Vincent van Gogh, 1883. Collectie Drents Museumaangekocht met steun van de Provincie Drenthe, Nederlandse Aardolie Maatschappij, Vuil Afvoer Maatschappij, Stichting Pieter Roelf, Stichting Van Gogh, Stichting Vrienden van het Drents Museum, Stichting Schone Kunsten rond 1900, VSB-fonds en Vereniging Rembrandt.

Allodiaal

Margaretha bespreekt nog kort de roddels over het Beleg van Maastricht: ze zegt dat ze er zijn, maar niet wat die roddels dan zijn. Daar hebben we in de 21ste eeuw natuurlijk helemaal niets aan. Ook de financiën worden nog even op een rijtje gezet.
Tot slot komt Van Beusichem met goed nieuws. Er ligt een conceptstuk waarin de Staten van Utrecht het pandschap van de Hoge Heerlijkheid Amerongen overdragen aan Godard Adriaan. Luchtenburg, de secretaris van de Staten van Utrecht, zal dit stuk ter goedkeuring aan Godard Adriaan sturen. Dit betekent een heleboel: de Heerlijkheid wordt allodiaal. Dat wil zeggen dat de heerlijkheid vol eigendom wordt en er geen pachtconstructie meer is.

Eerste brieffragment over document van de Staten van Utrecht
Tweede brieffragment over document van de Staten van Utrecht

[sal sijn,] beusekom heeft mij geseijt
dat de sekreetaris luchtenburch uhEd

de reesoluijsie ent konsept vande afdoeninge
vant pantschap vande hooch heerlijckheijt
heeft gesonde waer op hij vandeselfve ant=
=woort verwacht om te hoore of hij daer
Eits af of toe belieft gedaen te hebbe ,

Landschappelijk overzicht richting Amerongen. Op de voorgrond een boerderij met twee hooibergen en een duiventil. Daarachter en wij met paarden en een laan met bomen richting Amerongen. Helemaal links de molen aan de rand van het dorp. In het midden van het dorp de Andrieskerk en helemaal rechts aan de rand van het dorp Kasteel Amerongen. In de verte rechts zie je nog net de toren van de Cunerakerk in Rhenen. Links achter het dorp de kale heuvels van de heuvelrug, rechts achter het dorp en richting Rhenen is het bebost.
Gezicht vanuit Kasteel Zuilenstein op Amerongen, Daniël Stopendaal, 1682 – 1726. Collectie Rijksmuseum. Je eigen ‘goed’ zie je het best uit het huis van de buren… Zou dit Margaretha’s droom zijn?

Eindelijk!

Het volk en de bagage zijn ein-de-lijk in Bremen aangekomen. Hopelijk is Blanche ook snel bij Godard Adriaan.

Brieffragment over personeel en bagage

tis mij lief uhEd volck tot breeme is aen
gekoomen, twijfele niet of blansche sal
nu al bij v sijn, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Links stroomt een rivier met daarin een boot. Op de rechter oever staan twee heren, meer naar rechts een groep van drie vrouwen en een man bij een paar kisten. Links een heuvellandschap en op de achtergrond een paar zeilbootjes.
Reizigers met bagage bij een rivier, Jean Pesne, naar Guercino, 1633 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Pagina 1 van 10

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén