Mijn heer en lieste hartge

Categorie: Familieleven Pagina 1 van 5

Weifelen, Welland en weinig daadkracht

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 december 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 14 december 1676
Lees hier de originele brief

Er zijn twee brieven van Godard Adriaan bezorgd! Wel allemaal een dag later dan gewoonlijk. Margaretha vermoedt dat de postbezorging langer duurt vanwege het vriesweer. Ondanks de vorst is het mooi en bovendien droog weer. Fijn, dan kunnen de werklieden tenminste doorwerken aan de dakgoten.

Brieffragment vorst en postbezorging

beijde uhEd aengenaeme vande 2 en 5 deeser heb ick ont
fange, de briefve koome nu alle Een dach laeter alse
pleechge1Plegelijk: in overeenstemming met gewoonte of gebruik, gewoon, gebruikelijk geloof het door de vorst toekomt, het vriest
hier sterck doch is schoon en drooch weer dat hier
op ons werck te weete int legge vande gooten ent
soudeere2Solderen vande selfve datse vandaech hebbe begonne
te doen heel wel komt en naer wensch is[, so heeft het]

Goddelijke zegen

Margaretha is erg dankbaar voor het mooie weer dat ze tot nu toe hebben gehad. Uiteraard moet God daarvoor bedankt worden. Margaretha bidt dat God nog even doorgaat met het geven van zijn Goddelijke zegen.

Brieffragment dank voor het weer

[te doen heel wel komt en naer wensch is,] so heeft het
weer ons op alles tot deeser Eure toe gedient daer
wij godt niet genoech voor konne dancke, en bidde
dat hij daer voort sijnen godlijcke seegen toe wil geefe

Een oude vrouw bidt vol overgave voor ze aan haar maaltijd begint. Ze laat zich niet afleiden door de bedelende kat die ongeduldig aan het tafelkleed trekt. De deugd van de oude vrouw bestaat dus uit zelfbeheersing en plichtsbesef tegenover God. Door de spaarzame verlichting vestigt Maes de aandacht op de kern van de scène, zoals ook zijn leermeester Rembrandt deed.
Oude vrouw in gebed, bekend als ‘Het gebed zonder end’, Nicolaes Maes (1634–1693), olieverf op doek, ca. 1656. Collectie Rijksmuseum.

Liever kwijt dan rijk

Margaretha begint al die werklieden om zich heen ook wel een beetje zat te worden. Gelukkig zijn de timmerlieden en metselaars nu klaar. De timmerlieden had ze gisteren nog even aan het werk gezet. Al het hout moest bij elkaar gebracht en ergens opgeslagen worden. Margaretha heeft, op advies van Schut, de opdracht gegeven om het hout op de plekken neer te leggen waar het uiteindelijk moet komen te liggen. Dat is trouwens niet veel meer, dat hout. Er is zóveel voor de kap gebruikt! Maar nu zijn alle werklieden weg, en dat vindt Margaretha geen enkel probleem.

Brieffragment over werklieden en hout
Brieffragment werklieden van de hals

al de metselaers en timerlie hebben haer afscheijt
en sijn afbetaelt, de metselaers al inde voorleedene
weeck en de timerlie gistere, ick heb ock alt hout
dat overich is van alle kanten bij Een laete brenge en
in goede bewaerine laete legge, dat niet veel is, uhEd
sal hem verwonderen datter so weijnich hout over is
maert tis ongelooflijck wat hout der tot de kap
gegaen is, alde deelle heb ick opt huijs Elck daerse
legge moete laete brenge en legge, schut oordeelt
datse daer beeter drooge sulle als onder de loots

en men kander sich nu noch mee van diene met over de
booven kamers met gemack te konne gaen, ick kan
niet segge hoeblijde ick ben al dat volck voor deese tijt
vande hals quijt te sijn3Hoogstwaarschijnlijk bedoelt Margaretha hiermee het tegenovergestelde van de uitdrukking ‘iemand op de hals hebben’ (met iemand opgescheept zitten). Ofwel: ze is blij dat ze van de werklieden verlost is ben die gaste wel moede

Kelders onder de voorburcht

Schut is bezig onder meer de grachten te ontwerpen. De tekeningen krijgt Godard Adriaan binnenkort opgestuurd. Godard Adriaan heeft blijkbaar ook zijn mening gegeven over de kelders onder de voorburcht. Wat hij daar precies over geschreven heeft is onbekend, maar Margaretha is er in ieder geval erg mee in haar nopjes. Maar ze houdt nog wel een grote slag om de arm. Door het verhogen van de voorburcht zouden ze kelders namelijk wel waterdicht blijven, maar zouden de grachten en de ‘hoofve’, waarschijnlijk de binnenplaats, aanzienlijk lager komen te liggen. En dat zou problemen kunnen opleveren. Gelukkig heeft het geen haast; er hoeft niet op stel en sprong een beslissing genomen te worden.

Brieffragment voorburcht

hij schut is beesich om de teijckenin vande singels ent verdere
te maecke het welcke uhEd met de naeste post sal
toegesonde worde, uhEd konsiderarsie4Consideratie: overweging weegens de
kelders ondert voorburch gevalle mij heel wel, maer
vrees daer noch al speekulaesie5Speculatie: beschouwing op sule valle somige
meene alst voorburch so veel gehoocht wort dat de kel=
=ders die der onder soude koome water vrij sulle sijn,
dat het Een mistant door dien de singels de hoofve
ende steech so veel lager sou koome, sal geefven,
dan daer is noch geen haest bij[, hoope uhEd Eerme]

Gezicht op het kasteel Beverweerd bij Werkhoven met rechts een gedeelte van de voorburcht, uit het zuiden.Links het kasteel dat in de gracht ligt. Via een brug kom je bij een ommuurd deel dat ook in de gracht ligt. Binnen de muur zijn de daken van een paar gebouwen en wat bomen te zien.
Kasteel Beverweerd vanuit het zuiden, Cornelis Pronk, 1731. Collectie Het Utrechts Archief. De voorburcht lag altijd voor het kasteel, maar achter de poort. Aan de voorburcht lagen belangrijke bijgebouwen zoals bijvoorbeeld de stallen. Op deze tekening van Kasteel Beverweerd zie je links het kasteel en via de brug kom je op een ommuurd terrein met wat gebouwen: de voorburcht.

Hardsteen

Voordat Margaretha overgaat op een ander onderwerp, moet ze nog één ding kwijt over de bouw van het huis: het is fantastisch dat Godard Adriaan het hardsteen heeft aanbesteed en volgens de werkbazen was het ook nog eens heel goedkoop! Ze hoopt wel dat de opdracht van Godard Adriaan niet verlengd wordt; hij moet eens met eigen ogen zien hoe het loopt met de (her)bouw van zijn voorouderlijk huis.

Brieffragment hardsteen

[dan daer is noch geen haest bij,] hoope uhEd Eerme
so verkomt weer hier en bijt werck sal sijn, dat
uhEd de hartseen so trape als ander heeft aenbesteet
is heel goet, en so de baesen hier oordeelen heel
goet koop, dat uhEd weer nieuwe ordere sijn toe
gesonde hoope niet dat de komissie sal verlenge
want voorde soomer deselfve wel Eens sal diene
hier te sijn[, bij ockasie dat de fabrijckmeester]

De een z’n dood is de ander z’n brood

Architect Daniël Stalpaert is overleden. Of Margaretha hem persoonlijk kende is niet bekend. Waarom stelt ze Godard Adriaan dan op de hoogte van zijn dood? Omdat Schut heeft gevraagd of Godard Adriaan een brief wilde sturen aan Gillis Valckenier, één van de burgemeesters van Amsterdam, om Schut aan te bevelen. Stalpaert was namelijk stadsarchitect van Amsterdam – een functie die speciaal voor hem gecreëerd was, en die Schut héél graag wilde overnemen. Margaretha verwijst naar de functie als ‘fabrieksmeester’, een benaming die voortkomt uit de naam van het stedelijk bouwbedrijf in de 17de eeuw: stadsfabriek. Schut aast dus op, zoals we het tegenwoordig zouden noemen, een functie als Hoofd Publieke Werken. Het mocht uiteindelijk niet baten; de functie bleef vacant. Pas in 1746 werd er weer iemand aangesteld als stadsarchitect van Amsterdam.

Eerste brieffragment Stalpaert en Schut
Tweede brieffragment Stalpaert en Schut

[hier te sijn,] bij ockasie dat de fabrijckmeester
van Amsterdam genaemt stalpert6Daniël Stalpaert doot is ver=
soeckt onse Meester henderick schut dat uhE
hem door Een brief aende burgemeester valckenier7Gillis Valckenier

beliefde te reeckomandeere tot de vakante plaets
van fabrijckmeester van die stat geloof het hem
wel diene sal en kan tot noch toe niet sien of hij
is Een vroom Eerlijck man

Tekening van een symmetrisch, breede gebouw, drie verdiepingen hoog. In het midden een fonton met in het midden drie boog in gangen en daarboven drie balkons, met aan weerszijden vierkante ramen. Aan beide vleugels van binnenuit drie keer twee vierkante ramen en een boograam, afgesloten met een vierkant raam. Aan beide zijden van het gebouw zit een gracht met brug en aan de andere kant van de brug een paviljoen.
Het aanzien van ’t MAGAZYN aan de Waterkant, Daniël Stalpaert, 1656. Collectie Stadsarchief Amsterdam. Dit is nu het Scheepvaartmuseum.

Verstand uit de boeken

Neef Welland heeft een brief aan Godard Adriaan verstuurd en heeft de inhoud kennelijk met Margaretha gedeeld. Margaretha is er nog al ontdaan van, al wordt niet duidelijk waarom. Ze begrijpt niet hoe een man van aanzienlijke stand zo diep kan zinken. Ze vreest dat ze nu wel moet geloven wat er over hem gezegd wordt, namelijk dat hij het meeste van zijn verstand uit boeken heeft. Wat neef Welland ook heeft geflikt, Margaretha had het nóóit van hem verwacht. Ze hoopt dat hij zich bedenkt en dat hij de goede raad die hij krijgt opvolgt.

Brieffragment Welland

nu moet ick segge in lange ijaeren niet meer ge=
supreeneert8Supprimeren (?): Verdrukken te sijn als in den brief vande heer
van wellant aen uhEd geschreefven, ist mooge=
lijck dat Een man van kondijsie9Conditie: Van aanzienlijke stand tot sulcken ver
val kan koomen, hier wt sou ick wel moete geloofe
het geene van hem geoordeelt wort dat is dat sijn
meeste verstant dat hij heeft hij wt de boecken halt
ick beken Evenwel dit van hem noijt verwacht te
hebben had altijt gedocht hij meer Ambijsie had
nu sien ick wij op geen vriende Eenige staet konne
maecken, doch wil noch hoope hij hem sal bedencke
en goeden raet volgen[, de heer van ginckel die]

Op een boek zit een uil met een bril op. Naast hem ligt een boek open met daarop een brandende kaars. Onder de afbeelding staat ‘Wat baet keers of bril, als den WL niet sien wil.'
Uil met bril en boeken, Cornelis Bloemaert (II) (vermeld op object), ca. 1625. Collectie Rijksmuseum.

Het salaris van Van Ginkel

Zoon Van Ginkel ligt overhoop met de Gecommitteerde Raden van Holland; ze willen Van Ginkel niet het geld geven waar hij als commissaris-generaal recht op heeft. Ze betwisten zelfs de Staat van Oorlog! Hij is naar Den Haag vertrokken om te eisen waar hij recht op denkt te hebben. Hij neemt ook een door Godard Adriaan aan Welland gerichte brief mee. Als hij dan toch in de Hofstad is, kan hij die brief mooi persoonlijk aan Welland overhandigen. Margaretha is erg benieuwd naar diens reactie. Dan nog even terug naar het salaris van Van Ginkel: zoonlief heeft via via gehoord dat raadpensionaris Fagel er debet aan is dat hij tegengezeten wordt. Margaretha heeft hem aangeraden Gebrandt Sas van den Bossche in de arm te nemen. Ze maakt zich wat zorgen om de daadkrachtigheid van haar zoon.

Brieffragment Van Ginkel

[t qaelijcks koomen,] de heer van ginckel is ver
witticht dat den heere raet pensionaeris hem
in sijn verkreegene tracktement soude teegen
sijn, het welcke niet kan geloofven, doch heb
hem geraede dat hij den heere sas10Gerbrandt Sas van den Bossche inde arm
soude neeme en voort alle meddelen11Middelen die te be
dencke sijn soude gebruijcke, dit moet voorde
komste van sijn hoocheijt die noch in seelant is
afgedaen worde, wat aengaet het traech
schrijfve vande heer van ginckel daer heeft uhE
gelijck in, ick secht hem dickmaels, ock schijnt
dat hij wat schu schrupeloos12Schrupeloos: twijfelmoedig is om sijn hooch
in somige saecke veel aen te spreecke of
moeijlijck mee te valle[, het wil met den]

In een cartouche kijkt een man met een harnas met sjerp ons een beetje ondeugend aan. Hij draagt een gigantische bos met krullen en net over de rand van het cartouche tuimelt het olifantje van de Deense orde van de olifant.
Godard van Reede, Graaf van Athlone enz. Veldmaarschalk der Vereenigde Nederlanden, Jacob Houbraken, 1749-1754. Collectie Kasteel Amerongen. Meer over deze prent.
  • 1
    Plegelijk: in overeenstemming met gewoonte of gebruik, gewoon, gebruikelijk
  • 2
    Solderen
  • 3
    Hoogstwaarschijnlijk bedoelt Margaretha hiermee het tegenovergestelde van de uitdrukking ‘iemand op de hals hebben’ (met iemand opgescheept zitten). Ofwel: ze is blij dat ze van de werklieden verlost is
  • 4
    Consideratie: overweging
  • 5
    Speculatie: beschouwing
  • 6
    Daniël Stalpaert
  • 7
    Gillis Valckenier
  • 8
    Supprimeren (?): Verdrukken
  • 9
    Conditie: Van aanzienlijke stand
  • 10
    Gerbrandt Sas van den Bossche
  • 11
    Middelen
  • 12
    Schrupeloos: twijfelmoedig

Drukte allom

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 december 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 december 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is dolblij: ze heeft maar liefst twee brieven van Godard Adriaan ontvangen! Ze is blij om te horen dat steenhouwer Jan Prang aangekomen is in Bremen. Maar wat vindt Godard Adriaan nu van de tekeningen? Margaretha zit te wachten op antwoord.

Brieffragment Jan Prang

Ameronge den
2 deesem 1676
[rec. 7. dito 1676]
Mijn heer en liest hartge

gister heb ick uhEd aengenaeme vande 25 en
vandaech die vande 28 pasato ontfange, tis
mij lief ijan prang wel is overgekoomen, nu
verlanckt mij hoe uhEd al het overgesondene
so teeckenine als ander aenstaet, en wat daer
op sal reesolveere, [aengaende het verhoochge]

Druk, druk, druk

Bovendien ze wil aan de slag met de groentetuin. Ze wil de koolhof ophogen met aarde en zand en Van Ginkel wil daar ook nog fruitboompjes poten. Het werk aan het kasteel vordert. De metselaars zijn klaar met de bogen in de kelder maar de timmerlieden hebben nog wel een paar dagen werk. Het lood is aangekomen en de leidekker is bezig om het in de goten te leggen. Het werd hoog tijd.

Eerste brieffragment drukdrukdruk
Tweede brieffragment drukdrukdruk

[op sal reesolveere,] aengaende het verhoochge
vande kool hof achter den bloem hof, soot
sulcken vriesent weer blijft sulle wij met
den Eerste daer aengaen en sant en
Aerdt daer in laete brenge, de heer van
ginckel heeft geseijt te wille sien dat hij
Eenige vande kleijne fruijt boomtges die
hem toegeseijt sijn, te krijge om daer in
te pooten, de metselaers sijn gisteren alle
wt ons werck gegaen hebbende al de scheijt
boogen inde kelders gemaeckt dat Een groot
werck wt de weech is, de timmerli hebbe
noch wel acht dage werck, ijanhenderixs

den leijdecker is aent legge vant loot inde goote
dat hooch tijt is gedaen te sijn, [gistere is]

Op een groene kool zitten drie rode naaktslakken.
Drie naaktslakken op een kool, Julie de Graag, 1887 – 1924. Collectie: Rijksmuseum.

De molen

Maar er zit Margaretha iets dwars, een heel ander onderwerp: de molen. De molenaar heeft schulden en hij moet de molen verkopen. De schuldeiser wil de molen laten veilen, maar Margaretha wil liever zelf bepalen wie de volgende molenaar wordt. De molenaar vraagt er vierduizend gulden voor. Een beetje veel, vindt Margaretha, hij heeft er zelf indertijd 700 gulden voor betaald. Goed, sinds die tijd is er wat aan vertimmert en hij heeft er een huis en een rosmolen bij gebouwd, maar zoveel bijzonders is dat nu ook weer niet. Margaretha heeft er drieduizend gulden voor geboden, dat is het wel waard, maar waar haalt ze het geld vandaan? Moeten ze een obligatie verkopen? Zou Godard Adriaan per omgaande zijn ‘sentimente’ op dit punt kunnen laten weten?

Brieffragment molen

[dat hooch tijt is gedaen te sijn,] gistere is
onse moolenaer hier bij mij geweest die seijt de
moolen niet te konne houden ock heef kor=
=neelis verweij die in verwin en wilse te
koop veijlle tensijse uhEd niet wt de hant be=
liefde te koope, nu de moolenaer preesen=
=teertse ons te verkoope maer Eijster vier
duijsent gul voor ick seij als hijder drij
duijsent gul voor hadt dat hij heel wel toe
sou koomen, die heeft hij der voor gelooft,
en daer maer seeven hondert gul op betaelt ,
nu heeft hij der aen getimert Ent huijs dat
niet veel bijsonders is geset ock de rosmoole
so dat mijns oordeels alsmense voorde drije
duijsent gul kost krijge het niet te dier
sou sijn, maer waer koome wij aentgelt
of most oblijgasie verhandelen, uhEd be=
=lieft sijn gedachte hier Eens op te laete
gaen en sijn sentimente met den Eerste
te laeten weeten, [ick ben teegenwoordich]

Gravure van een landschap, rechts is het vlak, links iets hoger met bomen. Achter het heuveltje een dak. In de verte op de vlakte van links naar rechts een kerk, een molen twee torens en nog een dak. Op de voorgrond iemand op een wagen die wijst, een wandelaar met een kind. Diverse figuren verspreid in het landschap.
Gezicht op het dorp Amerongen uit het noorden. A. Rademaker, ca 1725, gemaakt naar een voorbeeld uit 1620. Collectie Het Utrechts Archief.

Worst

Margaretha springt werkelijk van de hak op de tak in haar brief. Ze heeft varkens geslacht. Vier varkens die ze zelf heeft gemest en twee ‘eijckel verckens’, varkens die in het bos hun voedsel (zoals eikels) hebben gezocht. Ze is heel tevreden over zichzelf: het is haar beter afgegaan dan hopman Blanche. De kleindochters Pootge (Salomé Jacoba van drie) en Niera (Reiniera van vier) zijn al druk bezig met het maken van worst voor ‘groote papa’. Hij moet nu maar eens snel thuiskomen!

Eerste brieffragment slacht
Tweede brieffragment slacht

[te laeten weeten,] ick ben teegenwoordich
ock int slachte van verkens heb vier van

ons Eijge gemeste en twee Eijckel verckens gesla
die alle ses heel suijver en klaer gevalle sijn
so dat mij slachte beeter als die vande heer
hoop man1Hopman: Bevelhebber van zekere afdeeling (een vendel of compagnie) krijgsvolk of schutters: kapitein. Ze geeft Blanche regelmatig verschillende titels: Kapitein, Monsieur en nu Hopman… Zou ze Blanche gekscherend de bevelhebber van Godard Adriaan noemen? blansche2Isaäc de Blanche, in dienst van Godard Adriaan geluckt sijn, pootge en
niera maecken al worst voor groote papa
maer segge dat hij haest thuijs moet
koomen, [Antge kijft op de groote bach]

In een schuurachtig interieur staat een vrouw achter een tafel een darm te vullen. Achter haar hangt een karkas van een geslacht varken aan een stok. Op schalen op een ton naast haar liggen worsten. Op de grond poten en in een schaal op de grond de kop van een varken. Links voor staan vier kinderen een blaas op te blazen, achter in het donker zitten mannen te drinken.
Interieur met een vrouw die worst maakt, Jacques-Philippe Le Bas, 1747. Collectie: Rijksmuseum

Drukke kleintjes

Antge (Anna van zeven) is boos omdat ze kousen voor ‘groote papa’ wil breien maar ze heeft geen voorbeeld voor de juiste maat. Nu ze geen kousen kan breien, is ze van plan om een brief te schrijven aan ‘groote papa’. Hopelijk is hij daar ook tevreden mee. Het is duidelijk: Margaretha geeft haar kleindochters een opvoeding waarmee ze van alle markten thuis zijn. En misschien moeten ze ook wel helpen omdat Margaretha anders geen tijd heeft om brieven te schrijven. Fritsje is nog op Middachten dus Margaretha heeft geen nieuws over hem. De kleine Godertje is gezond en groeit goed, maar hij draagt een ‘bant’ om te genezen van zijn breuk en Margaretha is de enige die de ‘bant’ mag verschonen. Baby Agnes brengt ook de winter bij haar grootmoeder door en ze groeit als kool.

Eerste brieffragment kleinkinderen
Tweede brieffragment kleinkinderen

[koomen,] Antge kijft op de groote bach3Sophia Visbach, trouwe huishoudster van Margaretha
dat sij haer geen hoos4Hoos: Min of meer nauw sluitende, langere of kortere bedekking van het been. van groote papa
heeft gegeefve om naer te breije, hoopt
teegens nieuwe ijaer Een brief aen groote
papa te schrijfve daer sijt weer mee goet
meent te maecken, hoet met fritsge
gaen sal weet ick niet die is noch op
Middachten, godertge is heel gesont en
fris groeijt seer maer is wat vast inde
bant die hem noijt af of aen gedaen wort
om te verschoone als in mijn preesensie
hoope hij met godts hulpe haest sal geneese,
het jonste kint dat Angnis genaemt is
naer de oude vrou van Meuwe5Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota de groot
moeder van vrou van ginckel gelijck
uhEd int eerst van haer geboorte heb

geschreefve, groeijt ock heel wel, de heere wilse
alle in sijne vreese laeten opwasse, [sijn]

Een meisje zit met een breiwerk op een stoel, een kleiner meisje staat naast haar en kijkt mee naar wat ze doet.
Een meisje leert haar zusje breien
Petrus Johannes Arendzen (vermeld op object), 1856 – 1900. Collectie Rijksmuseum.

Winter

Het gaat een koude winter worden. Margaretha laat alle dagen bijten in het ijs in de gracht hakken zodat de vissen het overleven. Maar ‘al wat God belieft moete wij verwachte’. En op die berustende noot besluit Margaretha haar brief.

Brieffragment vorst en afsluiting

[naer Middachte,] het vriest hier sterck
ick laet alledaechge inde grafte bijten
om de vis te behoude, soot schijnt mochten
Wij wel Een harde winter hebbe, al wat god
belieft moete wij verwachte, inwiens heijlige
bescherminge uhEd beveelle en blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor vrou van

Een weids landschap met links bomen en een restant van een poort. Rechts de vaart met aan de oever twee mannen die een wak maken (een bijt hakken). In de verte schaatst iemand.
Landschap met figuren die een wak maken op een bevroren vaart, Andreas Schelfhout, ca. 1825 – ca. 1829. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Hopman: Bevelhebber van zekere afdeeling (een vendel of compagnie) krijgsvolk of schutters: kapitein. Ze geeft Blanche regelmatig verschillende titels: Kapitein, Monsieur en nu Hopman… Zou ze Blanche gekscherend de bevelhebber van Godard Adriaan noemen?
  • 2
    Isaäc de Blanche, in dienst van Godard Adriaan
  • 3
    Sophia Visbach, trouwe huishoudster van Margaretha
  • 4
    Hoos: Min of meer nauw sluitende, langere of kortere bedekking van het been.
  • 5
    Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota

Het opperste van het huis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft de laatste brief van haar liefste hartje die eigenlijk gisteren bezorgd zou worden nog niet ontvangen. Het is onduidelijk of de brief in Den Haag of in Utrecht is blijven liggen bij de post. Zeventiende-eeuwse problemen waar Margaretha niet te lang bij stil blijft staan. Zonder een antwoord op haar laatste brief, schrijft zij wat er afgelopen dagen allemaal is gebeurd om Godard Adriaan op de hoogte te houden.

Aanhef, missende brieven en hout

Ameronge den
18 ockto 1676
[rec. 22 dito]
Mijn heer en lieste hartge

gistere avont heb ick weederom de verwachte
briefve van uhEd niet de laeste post niet ontfange
of die in den haech of tot wttrecht
blijfve legge weet ick niet ,
Eijndelijck hebbe de timerliede gistere
en Eergistere de kap opt huijs begonne
te rechte en staender al Eenige ge=
binte op, het meeste hout is tot de
kap al opt huijs en bij de hant ge=
brocht so dat ick hoop het nu wat
beeter sal voort gaen, [ick heb deese]

een timmerman zittend op een balk die hij met hamer en beitel bewerkt
De timmerman, fragment uit: Vier beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum.

Het grootste ongeduld van de wereld

Twee dagen voor het schrijven van de brief zijn de timmerlieden begonnen met de kap van het huis. Er zijn al balken rechtop gezet. Ook het zware hout waar Margaretha in haar laatste brief over schreef is naar de bouwplaats gebracht. Margaretha hoopt dat dit de voortgang zal bevorderen. Margaretha heeft met de grootste ongeduld van de wereld gewenst dat het gebint al deze week gezet zou kunnen worden. Ze realiseert zich maar al te goed dat de werklieden een monsterklus moeten verrichten met al het zware hout dat zij moeten gebruiken om het huis te bouwen. De werklieden werken door maar zij zullen alsnog veel tijd nodig hebben om de klus te klaren.

Brieffragment over het gebint
Fragment ‘en opt werck brenge'

[beeter sal vortgaen,] ick heb deese
weeck met de meeste inpaesijensi vande
werlt gewenst sij Eens tot het sette
van de binte soude koomen en moet
segge datter niet in versuijmt is
maert neemt veel tijt wech Eerse
al dat swaere hout bij de hant

en opt werck brenge, [ick ben nu opt opperste]

Het gebint. Foto en ©: Hans Neecke.

Het schoonste gesicht

Dat de vrouwe van Amerongen een graag een nauwlettend oogje in het zeil houdt op de voortgang is wel duidelijk. Zo nauwlettend dat ze aan Godard Adriaan meldt dat ze naar het ‘opperste van t huijs’ is geweest.  Margaretha heeft op 63 jarige leeftijd de steigers beklommen naar het op dat moment hoogste punt van het huis. Wat ze daar zag vond ze adembenemend. Het uitzicht was het mooiste wat je je maar kon bedenken schrijft zij aan haar man. Hoe het uitzicht er destijds uit heeft gezien, vermeldt ze niet. Het uitzicht richting het westen, naar Wijk bij Duurstede, is waarschijnlijk vergelijkbaar met wat Margaretha moet hebben gezien.

Brieffragment over dak en uitzicht

[en opt werck brenge,] ick ben nu opt opperste
vant huijs geweest beken het schoonste
gesicht daer is dat men kan inmaesge=
neeren, [rietvelt is gister avont weer]

Een roze-paars-gele lucht met sluierbewolking, de kleur van de wolken weerspiegelt in het water dat in de uiterwaarden staat. Door de uiterwaarden kijk je ver weg, in de schemer zie je nog het silhouet van de bomen aan de horizon. Op de voorgrond aan twee kanten een schuin dak met leien, links de kruin van een kale boom.
Uitzicht vanaf het dak van Kasteel Amerongen naar het westen, 2016. Foto: Annemiek Barnouw

Reien

Meestermetselaar Rietvelt is gisteren gearriveerd in Amerongen. De metselaars zijn nog bezig met het afreien van de bogen boven de vensters. Een rei is een gereedschap dat door verschillende ambachtslieden wordt gebruikt om na te gaan of het oppervlak recht is of de juiste boog heeft. Een rei is meestal een rechte plank of liniaal. Afreien is dan met rei nagaan of (in dit geval) de boog klopt. Zodra de kap klaar is, zal Rietvelt met de mooiste stenen gaan werken. Ondertussen moet hij ook nog enkele schoorstenen binnen in het huis tot onder de nok van het dak metselen. Rietvelt staat nog een flinke klus voor de boeg aangezien er vier schoorstenen zijn gerealiseerd.

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

De brug wordt ook steeds meer af. De ijzeren leuning is geplaatst en zelfs al in de verf gezet. Margaretha heeft binnen een week werklieden kunnen vinden om het puin uit de gracht te halen en deze uit te modderen. Hoewel ze ongetwijfeld blij is geweest dat deze klus is afgestreept, begint het geld op te raken en raakt ze daar zwaarmoedig van

Brieffragment metselwerk, brugleuningen en gracht
dat ick niet weet hoet maecken sal

[=meeren,] rietvelt is gister avont weer
hier gekoome, de metselaers sijn noch
aent af reeijen vande boogen die booven
de vensters koomen, so haest Eeni
chsins de kap ree is sal hij aent op
haellen van de schoonsteene gaen en
ondertuschen noch Eenige schoorstee
=ne van binne int huijs tot onder
de nock vant dack op metselen,
de leunin vande bruchis daer op ge=
stelt en heb die Een ijser verfge
laeten geefven, bij dit lage water
dat ongemeen is, heb ick Eenige
wercklie wt het veen1Veenendaal laete koomme
om de grafte te laete het puijn wt
haelle, en ock klaer maecke, maer
moet al weer van swaericheijt
spreecken mijn gelt wort so kort

dat ick niet weet hoet maecken sal

De kwieke Van Ginkel

Naast drukte op de bouwplaats is het ook druk met bezoekjes van familie. Van Ginkel is weer up and running! Hij is bij Margaretha in Amerongen. Van Ginkel is in redelijke gezondheid maar kan eigenlijk nog niet paardrijden schrijft Margaretha. Toch wil hij morgen al naar zijne hoogheid Willem III.

Zwart paard met een hoofdstel met een man ernaast met een blauwe jas, een wit sjaaltje, een pofbroek en kousen die de teugels vast houden. Hij kijkt naar het paard, terwijl het paard naar de schilder kijkt.
Zwart paard door een stalknecht geleid, anoniem, ca. 1670. Collectie Rijksmuseum

De nicht van Godard Adriaan, Elisabeth van den Boetzelaer, is ook in Amerongen met haar twee dochters. Zij zou graag wat geld van de heer Ridderschap in Utrecht willen, maar Margaretha geeft aan dat zij daar niet bij kan helpen. 

Van Ginkel en de vrouw van Nieuwenheijm

de heer van ginckel is hier sijnde in
reedelijcke gesontheijt toegenoomen
maer kan noch qualijck te paert sitte
en derft niet langer blijfve wil
merge naer sijn hoocheijt, de vrou van
nieuwenheijm is ock b met beijde ha2haar
dochters hier had gaern wat gelt
van de heere ridderschap tot wttrecht
daer ick haer niet aen weet te
helpen, hier meede blijfve

P.S. Frits

In de brief van 28 september 1676 schreef Margaretha dat kleinzoon Frits vaak de groetjes doet, maar dat zij dat vergeet te vermelden. Gelukkig denkt ze er deze keer wel aan om de plannen van Frits en zijn zusjes door te geven aan opa. De kleinkinderen zijn van plan om een nieuwjaarsbrief aan hem te schrijven, maar hopen dat dat niet nodig zal zijn en hij tegen die tijd weer terug is.

Afsluiting en naschrift

Mijn heer en lieste hartg e
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
frits met al
sijn susters preesenteere
haeren ootmoedige3ootmoedig: nederig dienst
aen groote papa, leert
al om Een nieuijaers brief
te schrijfve maer hoopt niet
dat groote papa so lan wt sal blijfe

Bruine tekening van een moeder met een molensteenkraag die met een kind aan tafel zit. Voor hun ligt een boek met plaatjes opengeslagen, waar het kind in wijst. De vrouw heeft haar linkerarm om het kind heen geslagen en houd met haar linkerhand het boek vast. Met haar rechterarm ondersteunt ze haar hoofd. Op tafel ligt een mes en een (ganzen)veer, een kaarsschaar en een etuitje. Net op de rand van de tekening staat een kaars.
Vrouw met kind en plaatjesboek, Jacob van der Gheijn II, 1580 – 1629, Collectie Kupferstichkabinett

  • 1
    Veenendaal
  • 2
    haar
  • 3
    ootmoedig: nederig

Experimenteren met de post

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha doet een proefje: zou de postdienst op Duitsland, die twee keer per week langs Amerongen komt, sneller gaan dan de diplomatieke post via Den Haag? In deze brief staat daarom niet veel meer dan in die van eergisteren.

Brieffragment over postexperiment

Ameronge de 18
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

mijne laeste is vande 16dees geweest die ick op den haech
heb gesonde, waer in die van uhEd vande 12 heb beantwoort
, nu gaet deese Eens met de duijtse post die twee
=mael ter weeck hier door rijtd om te sien of die
briefve wel overkoome, so hoefde ick se niet op den
haech te sende, [gistere heeft beusekom mij ge=]

Bosweg met postwagen en een lopende figuur, op de rug gezien.
Landschap met postwagen, Johannes Janson, 1761 – 1784. Collectie Rijksmuseum.

Aanbeveling

Waarschijnlijk wordt het alleen secretaris Luchtenburg zelf die de akte van eigendomsoverdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen komt brengen, komende zondag. Er zullen geen extra statenleden meekomen, omdat Godard Adriaan als heer des huizes ook niet thuis is. Ondertussen probeert van Luchtenburg ook zijn eigen familiebelangen te behartigen: hij heeft van Beusekom gevraagd Margaretha te schrijven of ze zijn neef, Philips Ram, bij Godard Adriaan wil aanbevelen voor de vrijgekomen functie van kameraar van de Lekdijk. Godard Adriaan is heemraad bij het waterschap Lekdijk Bovendams.

Eerste brieffragment over de neef van Luchtenburg
Tweede brieffragment over de neef van Luchtenburg

[onthaelle en trackteere als ick kan,] hij heeft
ock aen beusekom1Nicolaas van Beusichem versocht dat hij mij wt sijnen
naem wilde schrijfve, door afsterfve vande
heer Matijsius2Cornelis Mattisius kamelaer vande leckendijck
sijn neef den heere scheepen ram3Philips Ram wiens

vader4Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk drossaert aende vaert5Vreeswijk is, tot het voorseij
de kamelaers plaets uhEd te reeckomandeere
het welcke dan hier meede doe, [twijfele]

Tekening van over het water. Rechts op de rivier een zeilboot, links twee roeiboten. Op de wal (met een soort houten kade) links een molen, dan wat huizen en rechts daarnaast de kerk. In het midden de sluis met daarachter een ophaalbrug en de masten van schepen. Rechts nog meer huizen.
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief

Muren op hoogte

Wel echt nieuws van de bouwplaats: het mooie weer houdt aan en het hoogste kruisraam wordt gezet. De binnenmuren worden nu tot hun hoogste punt afgemetseld.

Brieffragment over voortgang bouw

tot noch toe hebbe wij heel goet weer op ons
werck en ock op den oven, men begint de hooch
ste kruijs raemte te sette de binne mueren
worde met Eene op haer volkoomene hoochte
gehaelt en op gemetselt, [mij bekomert de]

Nog ziek

Ze beklaagt Godard Adriaan nogmaals dat hij blijft sukkelen en meldt maar weer dat het met zoon Godard in Den Haag gelukkig al weer beter gaat.

Brieffragment over zieken

[gehaelt en op gemetselt,] mij bekomert de
loop uhEd so lange bij blijft en verlange hoe
deselfve het meedesineere bekoomt ,
de heer van ginckel, so van heetere schrijft
wort dagelijcks beeter daer de heere voor
gedanckt moet sijn, inwiens beschermin
uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

In bed ligt een man met een slaapmyts io die een slok uit een glas neemt. Naast hem staat een jongeman met een toorts en aan het voeteneind van zijn bed een oudere man met in zijn hand een takje kruiden. Aan de wand hangt een schilderij.
Fragment uit: Medicijn tegen syfilis, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Jan van der Straet, ca. 1589 – ca. 1593. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Nicolaas van Beusichem
  • 2
    Cornelis Mattisius
  • 3
    Philips Ram
  • 4
    Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk
  • 5
    Vreeswijk

Een kleindochter erbij

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 augustus 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 augustus 1676
Lees hier de originele brief

Augustus 1676, Margaretha zit met Philippota in Den Haag en Godard Adriaan is op weg naar Bremen. Een aantal personeelsleden is hem met bagage nagereisd. Verwijzend naar een vorige brief, die verloren is gegaan, meldt Margaretha dat ze sinds woensdag per zeilschip uit Amsterdam via de Waddenzee onderweg zijn. Dankzij de goede wind zullen ze wel al bijna zijn aangekomen. Maar er is ook groot familienieuws!

Brieffragment over personeel en bagage

rec: 28 Augusti 1676

haech den 25
Augusti 1676

Mijn heer en lieste hartge

wt mijne laeste van voorleedene saterdach sal
uhEd gesien hebbe hoe sij begaesge met jeneken1Jenneke
en verdere domistijcke2Domestieken: Huisbedienden, knechts en woonsdach van Amster3Amsterdam
op breeme4Bremen overde watte5Wadden sijn t seijl gegaen met
Een heelle goede wint daerom niet twijfele of sij
moeten al te breeme sijn, uhEd laeste is wt
wttrecht geweest, [nu is de vou van ginckel de]

Een groot plein met links (Schutting oder Kauffmans Hauss) en recht (Rahthauss) en aan de andere kant meerder versierde gevels. Links en rechts achter de torens van kerken. Het midden deel plein is afgezet met een laag muurtje. Links voor zit een soort prieeltje, rechts een heel groot standbeeld van een ridder. Overal op straat zijn mensen. Geen paarden en geen wagens....
Gezicht op de markt te Bremen, Matthäus Merian (I), 1653 – 1670. Collectie Rijksmuseum

Agnes geboren

Gisteren ochtend om half acht is Philipotta, de Heer zij geloofd, bevallen van een gezonde dochter! Ondertussen het zevende kleinkind. Margaretha wenst grootvader veel geluk en hoopt dat het kind in christelijke deugden zal opgroeien en een vreugde zal zijn voor hen allemaal en dat haar ziel zalig zal zijn. Het gaat goed met moeder en kind, zo kort na de bevalling.

Brieffragment over de geboorte van Agnes

[wttrecht geweest,] nu is de vrou van ginckel de
heere sij gelooft gistere merge ontrent de klocke
ter half achte van Een recht en wel geschape dochter
geleege6bevallen waermeede uhEd veel gelucks wensche
en hoope het self in kristelijcke deuchde tot
onser aller vreuchde en haerder siellen salich
=heijt sal op wassen, de kraem vrou ent kint sijn
reedelijck naer den tijt, [wij hoopen het overmerge]

Overmorgen is de doop in de Hoogduitse kerk aan het Noordeinde en het meisje zal Agnes worden genoemd, naar haar overgrootmoeder van moeders kant. Daarna wil Margaretha zo snel als de gezondheid van Philippota dat toelaat weer naar Amerongen.

Eerste brieffragment over de doop van Agnes
Tweede brieffragment over de doop van Agnes

wij hoopen het overmerge
inde hoochduijtse kerck haer kristelijcken doope
met de naem van Angnis naer de oude vrou
van meuwen grootmoeder vande vrou van gincke7Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Philippota

te laeten geefve, en so haest dat over is en de
gesontheijt vande vrou van ginckel Eenichsins toe
laet met godts hulpe mijn naer Ameronge
te begeefven, [ick verlange uhEd geluckige over]

Twee mannen staan voor een eenvoudige kerk met een klein torentje midden op het dak
De Engelse of Hoogduitse Kerk aan het Noordeinde, anoniem, 1768. Collectie Haags gemeentearchief.

Zorgen over Godard

Margaretha hoort graag of Godard Adriaan goed is overgekomen. Kapitein Isaäc de Blanche, die sinds gisteren op bezoek is, weet nog niet of hij toestemming heeft van de stadhouder om ook naar Bremen te gaan. Maar terwijl ze zit te schrijven komt er een brief binnen, die haar en De Blanche doen besluiten dat hij morgen onmiddellijk met de postwagen naar Bremen moet vertrekken. Margaretha sluit de brief bij. Wat er in staat schrijft ze niet, maar wel dat ze zich daardoor grote zorgen maakt over de gezondheid van zoon Godard.

Brieffragment over Monsieur Blanche

[te begeefven,] ick verlange uhEd geluckige over
komste te hooren, kapteijn blansche8Isaäc de Blanche is gistere
hier gekoome weet niet of hij verlof van sijn hooch:
heeft om uhEd te volgen of niet, en oversulcks
niet wat hij doen sal, dus int schrijfve ontfan
dees neefvens gaende waerop wij gereesolveert9resolveren: besluiten
sijzijn Mons10monsieur blansche opt spoedichste te laete
volge en meent hij best te sulle doen hem op de
post wage op breeme b te besteede en also
hem merge voort van hier te begeefve, ick
kan niet segge hoeseer mij dees neffensgaende
bekomert de heer almachtich wil wil alles
ten beste schicke en de heer van ginckel in
gesontheijt behouden, [ick bekoome ock so]

Hout van Harburg naar Amsterdam

Er is ook een brief van Cornelis van Weede uit Hamburg gekomen die vraagt of ze het hout dat ze in Harburg hebben liggen niet beter naar Amsterdam kunnen over laten brengen en daar verkopen. Margaretha zal hem met deze post antwoorden dat hij dat moet doen, want waar het hout nu ligt brengt het zó veel minder op dan in Amsterdam, dat de kosten van het vervoer tegen dat verschil wegvallen. Ze hoopt dat dat ook naar de zin van haar man is, want ze zullen veel hout voor de voorburcht van het kasteel nodig hebben.

Eerste brieffragment over de brief van Monsieur van Weede
Tweede brieffragment over de brief van Monsieur van Weede

[gesontheijt behouden,] ick bekoome ock so
een brief van Monser weede11monsieur Weede: Cornelis van Weede wt hambur12Hamburg
die versoeckt te weete of hij ons resteerende
hout dat te haerburch13Harburg ligt ten zuiden van Hamburg aan de andere oever van de Elbe. Harburg heeft een belangrijke binnenhaven leijt op Amsterdam
sal sende dewijlle het daer te verkoope

seer weijnich soude gelde ende vrachte om
Een kleijne prijs te bekoome sijn,
waer om ick goet gevonde heb hem met
deese post te antwoorde en versoecke dat
hij alt voorseijde hout met de beste ge=
=leegentheijt op de minste koste wil over
sende, hoope uhEd dit gevallich sal sijn
want wij sulle tot het voorburch noch al
veel hout van noode hebbe, [de vrou van]

In een water midden in een stad liggen op de helling een paar boten half af, bij het ene kijk je naar binnen, bij het andere zijn ze met vuur bezig. Rechts op de voorgrond een soort baggerschip: vier mannen treden op hoge raden en voor lijkt er zand te komen dat opgevangen wordt in een praam. Links voor zijn mannen bezig met een huis. Twee staan op een steiger, een derde klimt op een ladder met een mand op zijn nek en een vierde staat een houten balk af te schaven.
Scheepsbouw en huizenbouw, ca. 1600, Claes Jansz. Visscher (II), 1608. Collectie Rijksmuseum

Geen broertje voor Frits

Godard Adriaan krijgt de groeten van schoondochter en alle kleintjes, in het bijzonder Frits. Hij was verdrietig en heeft gehuild, omdat hij geen broertje maar een zusje heeft gekregen!
De brief van Godard Adriaan van de 22e komt net binnen, en Margaretha is blij te lezen dat hij goed in Bremen is aangekomen. Voor zover ze antwoorden heeft op zijn vragen heeft ze die hierboven al gegeven. Bovendien verder geen tijd, want de post moet weg!

Afsluiting

[veel hout van noode hebbe,] de vrou van
ginckel preesenteert haeren dienst aen
uhEd so doet ock alde kleijne en insonder
frits die heel bedroeft was en kreet dat
hij geen broertge maer Een susge kreech
hier meede blijf

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

p s
so aenstonts ontfange
uhEd mesiefve14missive: brief vande 22 dees ben blijde te sien deselfe
wel tot breeme is gearijveert, twijfele niet of uhE
volck sal al te breeme sijn, weet niet of heb hier voor
al geseijt wat daer op te antwoorde is, ock moet de
post wech heb geen tijt meer te schrijfve

Een kind, gekleed in een omslagdoek, zit geknield met zijn linker voet naar voren. Hij zit voorover gebogen en gebruikt zijn omslag doet om zijn tranen te drogen.
Huilend kind, Gerard de Lairesse, 1670 – 1680. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Jenneke
  • 2
    Domestieken: Huisbedienden, knechts
  • 3
    Amsterdam
  • 4
    Bremen
  • 5
    Wadden
  • 6
    bevallen
  • 7
    Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Philippota
  • 8
    Isaäc de Blanche
  • 9
    resolveren: besluiten
  • 10
    monsieur blansche
  • 11
    monsieur Weede: Cornelis van Weede
  • 12
    Hamburg
  • 13
    Harburg ligt ten zuiden van Hamburg aan de andere oever van de Elbe. Harburg heeft een belangrijke binnenhaven
  • 14
    missive: brief

De brieven van 1676

In 1676 vertrekt Godard Adriaan als extraordinair gecommitteerde naar Bremen. De basis van het nieuwe huis in Amerongen staat, maar er moet nog veel gebeuren, dus dat laat hij over aan zijn vrouw en zijn secretaris Godard van den Doorslagh. Het zal vrij snel duidelijk worden waar hard aan gewerkt wordt en wat allemaal nog moet gebeuren.

Bureaucratie

In 1672 en 1673 had Margaretha er bijna een dagtaak aan de betaling voor haar mans werk los te krijgen. In 1676 zien we dat ze die taken voor een deel heeft afgestoten en dat Van Heteren dat werk doet. Uiteraard blijft Margaretha wel verantwoordelijk voor het verantwoorden van de uitgaven. Dat zal haar ook in 1676 weer de nodige hoofdbrekens kosten, nu alleen niet omdat er geen geld te krijgen is, maar omdat het bouwen van een huis nou eenmaal veel geld kost.

Op een veld zijn mannen aan het bouwen. Voor proberen ligt een boomstam op twee bokken en zijn mannen met bijlen bezig. Rechts roert een man onder een afdak in een grote bak (mortel?) daarachter wordt een muur gebouwd met drie mannen op een steiger en helemaal achter timmert een ban het gebint van een dak in elkaar.
Over bouwen in het algemeen. Uit: Georgica curiosa : das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität Düsseldorf

De kleinkinderen

De brieven beginnen met de geboorte van een volgend kleinkind. Als Margaretha naar Amerongen gaat, neemt ze alle kinderen behalve de oudste, Margaretha (Tietge) en de pas geboren Agnes mee, die blijven achter bij hun moeder in Den Haag. De groeten van de kleinkinderen gaan dus onveranderlijk mee in de brieven, alleen nu niet omdat Ursula Philippota en Margaretha noodgedwongen op elkaars lip zitten.

Kinderkamer met drie vrouwen, waarschijnlijk moeders en geen kindermeiden. De vrouw links leert een kind lopen. De vrouw in het midden zit op een stoel en geeft haar kind de borst. De rechter vrouw heeft een kind op de arm. Twee van de kinderen dragen een valhoedje, een gevoerd hoofddeksel dat hen moest beschermen als ze vielen. Op de achtergrond staat een wieg, één kind speelt met een wagentje aan een touw, een ander heeft een stokpaard.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.

Voor wie niet alle kinderen paraat heeft en niet direct weet hoe oud ze zijn als de brieven Margaretha weer van start gaan (op 25 augustus 1676):

  • Margaretha (Tietge), geboren 15-07-1667, negen jaar oud
  • Frederik Christiaan (Fritsge), geboren 20-10-1667, zeven jaar oud
  • Anna Ursula (Antge), geboren 19-09-1669, zes jaar oud
  • Reiniera (Niera), geboren 08-06-1672, vier jaar oud
  • Salomé Jacoba (Jacoba), geboren 22-05-1673, drie jaar oud
  • Godard Adriaan (Godertge), gedoopt 11-10-1674, één jaar oud
  • Agnes (Angenis), geboren 24-08-1676, één dag oud

En voor de volledigheid: op de dag dat Agnes wordt geboren, is Ursula Philippota jarig, ze wordt 33. Er zijn geen aanwijzingen dat in het gezin Van Reede verjaardagen gevierd werden, Margaretha feliciteert alleen zo nu en dan haar man.

Oorlogsnieuws

De Republiek is in 1676 nog steeds in oorlog met Frankrijk. Eén van de ‘zeehelden’ van 1673, luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, was in april 1676 gesneuveld. Een ander, Cornelis Tromp, heeft met toestemming van de Staten-Generaal het bevel gekregen over de Deense vloot. De Republiek steunt de Denen in hun strijd tegen de Zweden, die op hun beurt weer gesteund worden door de Fransen. In juni 1676 wordt de Zweedse vloot verpletterend verslagen. Begin juli wil Willem III een eind maken aan de Franse bezetting van Maastricht. Na een beleg van bijna twee maanden, is hij genoodzaakt de aftocht te blazen: het Franse ontzettingsleger komt er aan. Zoon Godard van Ginkel bevindt zich op dat moment in Maastricht.

Op een stuk land staan een paar tenten. Er omheen staan wagens en paarden. Tussen de tenten staan mannen.
Gezicht op een legerkampement, Barend Klotz (toegeschreven aan), 1674. Collectie Rijksmuseum.

Memoriael-bouck

In een boek heeft Godard Adriaan de stand van zijn bezittingen opgeschreven. Het begint met alles wat ze geërfd hebben, dan alles wat er aan schulden open stond en daarna wat ze aangekocht hebben. Daarna is er uitgebreid beschreven wat ze allemaal verbeterd hebben aan het oude huis. Na het verhaal van de brand en de dank voor het hout van de Keurvorst, gaat het memoriaalboek verder met alle landaankopen die tijdens hun huwelijk gedaan zijn. Er ligt dus een duidelijk overzicht van wat er bij het landgoed hoort dat Margaretha te beheren heeft als Godard Adriaan er niet is.

Eerste fragment uit het memoriaalboek
Tweede fragment uit het memoriaalboek

Meloratien en Aenkoop

van goederen gedurende onsen
Ehestant gedaen____:

Voor eerst stellen wij alhier voor Timmeragie

Metselen, planten, verleggen van de Hoven,
vermaken van ’t Voorburg, graven van
Graften, Wallen en Vijvers, poten van
Boomgaerden, Sedert het Jaer 1645
tot Junio 1672 ten minsten een som
van vijff en sestigh duisent gulden

Een bruin leren boek met koperen sluitingen. Het boek is versierd met een goudkleurige rand met flora. In het midden staat: Memoriaal-bouck van de Goederen specterende aan de Huyse en de hoge Heerlicheyd van Amerongen. MDCLXXVI
De kaft van het memoriaalboek, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Terugkeer uit Denemarken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 augustus 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft geschreven dat hij thuis komt! De vrede van Breda is getekend en hoeft alleen nog geratificeerd te worden. Margaretha is blij dat het hem goed gaat en hoopt dat God zal geven dat hij net zo gezond uit Denemarken terug zal keren. Ze rekent uit dat dat ongeveer binnen twee maanden zal zijn.

Aanhef en fragment over Vrede van Breda en thuiskomst Godard Adriaan

Ameronge den
7 Augusti 1667

Mijn heer en lieste hartge

tis mij lief wt uhEd aengenaeme van de 30 ijuli te sien
deselfs welvaerentheijt hooppe het sal
kontiniweere en wijt geluck sulle hebbe van
uhEd haest in gesontheijt weer hier te sien de
wijlle de vreede nu aenweer sijde geteijckent is131 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten
en daer niet aen defiseert2Deficieert: ontbreekt alst wtwisselen vande
ratifijkasi3Ratificatie: officiële bekrachtiging door de provinsie dewelcke op 3
weecke tijt is gegeefve maecke ick staet
uhEd in twee maende weer hier sout konne
sijn het welcke godt wil geefve ist ons
salich [dan mij ijamert uhEd op sijn weer]

Families zwaaien naar de vertrekkende schepen, op de voorgrond het verwelkomen van de teruggekeerde familieleden en geliefden. Bedrukt op achterzijde met tekst in het Nederlands.
Afscheid en terugkeer op de kust, Willem Basse, 1632 – 1634. Collectie Rijksmuseum

Drakestein in de bocht

Ze betreurt het dat Godard Adriaan bij terugkeer zo’n onaangename toestand in de Utrechtse politiek zal moeten aantreffen. Drakestein heeft het erg bond gemaakt in de statenvergadering van afgelopen dinsdag (23 juli/3 augustus 1667) zoals haar man wel in haar voorgaande brieven gelezen zal hebben. Drakestein heeft het alleenrecht van de Ridderschap om zijn eigen leden voor te dragen in de Staten verkwanseld. Zij en velen met haar begrijpen niet hoe hij nog met opgeven hoofd durft rond te lopen en hoe hij zich gaat verantwoorden naar de leden van de Ridderschap die er op dat moment niet bij waren.

Brieffragment over de verantwoording van Drakestein

[salich] dan mij ijamert uhEd op sijn
weer komste hier so veel fasgerije4gedoe sult vinde
gelijck de selfve wt mijne voorgaende met
de laeste post als wt ander briefve sult sien
ick en wel meer met mij weete niet hoe den
heer van draeckesteijn5Gerard van Reede van Drakestein sijn hooft derft op
steecken en kan bij de apsente6afwezige heere vande
ridderschap verantwoorde het geene hij
voorleedene dijnsdach tot sulcken mercke
= lijcke preesijudisi7prejudicie: nadeel, schade vant lidt vande heere Edele
heeft gedaen [wie heeft oijt gehoort datter]

Links een ronde gracht met een hek eromheen en in het midden een zeskantig kasteel met drie schoorstenen. Rechts een houten brug naar de ingang waarvan we nog net een pilaar zien. Om het kasteel heen staan bomen, in verschillende mate van uitwerking. Rechts in de verte een molen en een boerderij en helemaal in de verte een dorp met in het midden een grote kerk.
Gezicht op het omgrachte kasteel Drakestein bij Lage Vuursche (gemeente Baarn) uit het noorden, met in het midden de Slotlaan die leidt naar het dorp met de in 1657 gebouwde kerk. Anoniem, tussen 1660 en 1670. Collectie Het Utrechts Archief

Geduld

Er worden nog wel reparatiepogingen op touw gezet. Rodenburg is naar Den Haag om te kijken of de oude van Reede van Renswoude iets kan betekenen. En het feit dat niet de hele ridderschap op de hoogte was gesteld maakt de gang van zaken misschien ongeldig. Margaretha weet zeker dat als Godard Adriaan thuis zou zijn geweest dat het nooit zo ver zou zijn gekomen. Maar ja, je moet doen wat mogelijk is, maar bij dat wat je niet kan tegen houden moet je geduld oefenen.

Brieffragment over geduld uitoefenen

[wel belooft ock wel te sulle blijfve,] ick ver
trou vastelijck waer uhEd hier geweest het
so verde niet gekoomen sou hebbe, nu mijn
hartge men moet noch al doen wat mogelijck
is en dat me dan niet belette kan paesijensi8patiëntie:geduld
hebbe,[ ick heb uhEd voor dees geschreefve de]

De personificatie van Geduld zit midden in een landschap op een steen met een kruis in de handen. Om haar heen staan verschillende monsters. Rechts een dode holle boom, waarin monsters dansen en waarop een nar en een vrouw zitten. In de rivier bevinden zich verschillende monsters. Aan de overzijde van de rivier een monster bestaande uit een eierdop met hoofd, armen en benen. Uit de gebroken dop komt een man tevoorschijn, uit wiens rug een dode boom groeit. Onder de voorstelling een verklarende tekst in het Latijn: patientia est malorum quae aut unferuntur aut accidunt cum aequanumutate perlatio
Geduld, Pieter van der Heyden, naar Pieter Bruegel (I), 1557. Collectie Rijksmuseum. Tekst onder tekening: Geduld is slecht als het een ongeluk heeft opgeleverd

Verrekening

In deze brief is ook weer plaats voor eigen zakelijke onderwerpen. De opbrengst van de prebenden- en prelaturenhandel kan ze goed gebruiken, want ze heeft na veel ‘hacketacken’ met de erfgenamen van Teus Joosten een deel van het grondstuk ’t Zand (waarschijnlijk het huidige straatje Zandvoort in Amerongen) gekocht voor zevenduizenddriehonderd gulden, deels betaald in Rozennobels. Met de inkomsten die Godard Adriaan, hoopt ze, zal overhouden aan de missie naar Denemarken, zouden ze dan hun andere schulden kunnen betalen.

Brieffragment over inkomsten en uitgaven

[en voor de prelatuerschap sesduijsen guld sal krijgen,]het derde
part vant sant9’t Zand, wrsch. Zandvoort, bij Amerongen heb ik gisteren naer veel hackentackens10Hakketakken: gekibbel, onenigheid
vande erfgenaeme van teus jooste voor de som van
seevenduijsent gul daerenboove vier roose noobels11Rozenobel: een van oorsprong Engelse munt. Het is een gouden nobel (munt) met een roos erop, vandaar rozenobel. Komt in het laatste kwart van de 16e eeuw naar Nederland, maar verdwijnt in de 17e eeuw. , en de
50 ste penin12De 50ste penning was een belasting over alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn. en schrijf loon13Schrijfloon: Vergoeding aan de klerk. so dat het saeme ontrent
de seevenduijsent drije hondert gulde sal bedragen ick
maecke staet dit wt de peninge vant prelatuerschap
en vande proofve te betaelle, hoope op uhEd weerkom
=ste de selfve de goetheijt sult hebbe van toe te laeten
dat wij wt de konkeste14Conquest: Letterlijk Verovering. Ook Aangewonnen bezit of Vermogensaanwas. Dit laatste in de algemene taal, mogelijk min of meer scherts die uhEd bij deese reijs of komissie
meucht gedaen hebbe onse verdere schulde moogen
betaellen, [waertoe de heer almachtichsijnen godlijcke]

Gouden munt. Voorzijde: gekroonde staande vorst met zwaard in schip met voor zich Utrechts wapenschild (zonder hartschild), op scheepsromp roos. Keerzijde: in veelpas gebloemd kruis met in het hart roos, waaruit zonnestralen, in hoeken leeuwtjes met kroon.
Utrechtse rozenobel, Provincie Utrecht, 1590 – 1600. Collectie Rijksmuseum

Koortsige min

Zoon Godard is weer naar zijn legeronderdeel. Met zijn vrouw gaat het buitengewoon goed en met hun dochter ook. Helaas heeft de min, de vrouw die aan het kind de borst geeft omdat Philippota dat zelf niet doet, koorts gekregen. Dat gaf nogal paniek. Waarschijnlijk omdat het niet eenvoudig is om snel alternatieve voeding voor een pas geboren baby te regelen. Margaretha hoopt maar dat het snel weer over is. De moeder van Philippota is ondertussen weer naar Arnhem vertrokken en Philippota zal met de volgende post zelf aan Godard Adriaan schrijven.

Brieffragment over min, schoondochter en kleinkind en afsluiting

[seegen wil verleenen,] de heer van ginckel is weer op sijn
randevoes15Rendez-vous/Rendevous: Een geordonneerde of bestemde plaats, de vrou van ginckel is de heer sij gedanckt on
gemeen wel het kint van gelijcke maer de mine heeft
de koorts dat hier Een heelen alarm geeft hoope het
niet lan sal dueren, de vrou van middachte16Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota is weer
naer Aernhem, onse dochter die haeren ootmoedigen diens
aen uhEd preesenteert sal met de naeste post schrijfve
ondertusche blijfve ick

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners
M Turnor

Pop, voorstellende de min, gekleed in Waterlandse dracht, een strak geel satijnen rijglijf met lange mouwen, een zwart 'kletje' over de schouder en een kuitlange zwarte rok van wollen keper stof, waarover een wit linnen schort. Ze draagt een baby in witte lakens met kant.
Pop, voorstellende de min, anoniem, ca. 1676. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    31 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten
  • 2
    Deficieert: ontbreekt
  • 3
    Ratificatie: officiële bekrachtiging door de provinsie
  • 4
    gedoe
  • 5
    Gerard van Reede van Drakestein
  • 6
    afwezige
  • 7
    prejudicie: nadeel, schade
  • 8
    patiëntie:geduld
  • 9
    ’t Zand, wrsch. Zandvoort, bij Amerongen
  • 10
    Hakketakken: gekibbel, onenigheid
  • 11
    Rozenobel: een van oorsprong Engelse munt. Het is een gouden nobel (munt) met een roos erop, vandaar rozenobel. Komt in het laatste kwart van de 16e eeuw naar Nederland, maar verdwijnt in de 17e eeuw.
  • 12
    De 50ste penning was een belasting over alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn.
  • 13
    Schrijfloon: Vergoeding aan de klerk.
  • 14
    Conquest: Letterlijk Verovering. Ook Aangewonnen bezit of Vermogensaanwas. Dit laatste in de algemene taal, mogelijk min of meer scherts
  • 15
    Rendez-vous/Rendevous: Een geordonneerde of bestemde plaats
  • 16
    Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota

Breda en een baby

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 juli 2024 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Dit is de eerste brief die Margaretha dubbel heeft gedateerd. Ze noteert zowel de datum volgens de nieuwe gregoriaanse kalender als volgens de oude juliaanse kalender, die in de protestantse gebieden nog gebruikelijk was. Voor voorliggende brief hanteren we de juliaanse kalender. Margaretha geef aan het begin van de brief namelijk aan dat ze de brief van Godard Adriaan van 16 juli 1667 heeft ontvangen. Bovendien schrijft ze dat haar eerste kleindochter, Margaretha ‘Tietge’, geboren op 15 juli 1667, en haar schoondochter Philipotta het goed maken.

Aanhef en datering

wttrecht den 15/25
ijuli 1667

Mijn heer en lieste hartge

wt uhEd aengenaeme vande 16 deeser sien ick

Vrede en vreugdevuren

De Vrede van Breda is nog niet officieel gesloten, maar wordt overal groots gevierd. Het is al een tijdje feest. Na de succesvolle Tocht naar Chatham waren de eerste vreugdevuren al ontstoken. Op 6 juli volgde de dank- en bededag, wat nog meer feestgedruis teweegbracht. Het moet ook wel tijd worden, want er wordt al sinds maart onderhandeld. Eindelijk is er schot in de zaak gekomen en lijkt er een einde te komen aan de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.

Een plein voor een groot kasteelachtig gebouw met daarop een menigte mensen. Links twee staken met pektonnen die aangestoken zijn, rechts twee staken die nog niet aangestoken zijn. Daar tussen staan twee staken met daarop iets wat het meest lijkt op een lantaarn en één met een soort rozet (de konstige vuurwerken). Onder de prent staat: 1. 't Huys van d'Engelsche Ambassadeurs. 2. 't Publiceren van de vrede in 3 Talen. 2. Roosen daer de wyn seer aurdigh uytsprongh. 4. Konstige Vuyrwercken.
’t Logement der Engelsche ambassad. met haer Vreugdeteeckenen, fragment uit: Vrede van Breda, 1667, Romeyn de Hooghe, 1667. Collectie Rijksmuseum

Godard Adriaan bevindt zich op dit moment aan het hof van bondgenoot Denemarken. Uit de reactie van Margaretha op de brief van Godard Adriaan blijkt dat de Denen ook al flink aan het feesten waren. Ze schrijft dat ze blij te horen is dat het ‘branden van de victorie’ goed is gegaan. Waarschijnlijk lag de brand die begin juli veroorzaakt was door pektonnen nog vers in het geheugen…

Brieffragment over de pektonnen

wt uhEd aengenaeme vande 16 deeser sien ick
hoe dat het brande vande vicktoorije bij uhE
so wel vergaen is en uhEd daer so wel van
is voldaen het welcke mij lief is te hoore
s nu sal uhEd overs maecke vande vreede
daer weer aen moete en heeft uhEd nuu
400 picktonne1Pektonnen. Bij vreugdefeesten was het gebruikelijk tonnen waarin de brandbare stof pek zat te ontsteken aengesteecke so machger
nu wel Eens so veel gebrant worde en
in alles naervenant want deese vicktoo
van vreede wel de grootste is[, men seijt]

Voor een huis met diverse trapgevels in een stad, staan drie torens (staken) met daarop pektonnen, de tonnen aan de rechterkant branden al, bij de middelste staak staat iemand op een ladder ze aan te steken en de linker staak moet nog aangestoken worden. Tussen de twee linker staken staat een beeld van een leeuw op zijn achterpoten met pijlen in de rechter voorpoot waar wijn uit stroomt. De straat is vol met mensen die zich haasten om de wijn op te vangen. Onder de prent staat: 1. Huysen vande Ambassadeurs der Hoogm. Hren Staten. 2. Staken met Picktonnen, 3. Den Leeuw met seven Pylen, alwaer de wyn overvloedigh uyt vloeyde.
Vreugdetekenen voor het logement Hrn Staten ambassadeurs, fragment uit: Vrede van Breda, 1667, Romeyn de Hooghe, 1667. Collectie Rijksmuseum

Nieuw-Amsterdam

Margaretha heeft vernomen dat de Engelsen een eiland hebben ingenomen. Ze noemt het eiland niet bij naam, maar beschrijft dat de schepen van de Republiek hier hun proviand vandaan halen. Het is niet duidelijk op welk eiland Margaretha hier doelt.
In de Vrede van Breda werd uiteindelijk afgesproken dat de Republiek het eiland Run mocht behouden, evenals het recent veroverde Suriname. Nieuw-Amsterdam, het huidige New York, werd overgedragen aan Engeland.

Brieffragment over de Engelsen in Oostindie

[van vreede wel de grootste is,] men seijt
de Engelse in oostindie en indie weer
Een Eijlant van ons hebbe ingenoome daer
al onse oostindische scheepe haer vicktae
vicktaelye2Vitalie (victualie): proviand van wt moeten haellen[,]

Kaart van Suriname, geel omrand, de gebieden gekleurd. Bergen, vegetatie en gebouwen, vestigingen ingetekend. Rechtsboven de kompasroos, met schaal in Duitse mijlen en Urengaans. Geeft voornamelijk het gebied ten oosten van Paramaribo weer, het noordoostellijk deel van het huidige Suriname.
Kaart van Suriname, Joachim Ottens, 1713 – voor 1718. Collectie Rijksmuseum

Utrechtse zaakjes

De brief is geschreven vanuit Utrecht. Margaretha is aldaar bezig allerlei zaken te regelen. Rodenburg was de dag ervoor al bij haar in Amerongen geweest, Gerard van Reede van Drakestein en Coenraad Borre van Amerongen waren niet thuis. Ze doet uitgebreid verslag van wie ze wel en niet gesproken heeft en wie op de hand is van wie.

Eerste brieffragment Utrechtse politiek
Tweede brieffragment Utrechtse politiek

ick ben vandaech opt goetvinde van men
heer roodenburch3Christiaan van Rodenburg, Kanunnik van St. Pieter, Geëligeerde in de Staten van Utrecht die gistere bij mij op
Ameronge was en met sijn vrou op bee
verweert acht a 14 dage meent huijs
te houde, gekoome, heb hier noch niemant
als den heer van hoeflaecken4Steven van Lynden gesien die
roodenburch meende wat vroeder5Vroed: wijs, verstandig te vinde
als voor dees, dan ick kan niet mercke

of sijnhEd en de heer van mijnde6Jasper van Lynden, de vader van Steven sijn noch
wel en animeus int bekende werck, draeke
7Gerard van Reede van Drakesteinsteijn en sandenburch8Coenraad Borre van Amerongen heb ick niet thuijs
konne vinde salse noch voor mijn ver –
treck soecke te spreecke daer ick meest
om gekoome ben[, men heer roodenburch]

In het PS voegt ze nog toe wat ze eigenlijk in Utrecht doet: ze wil kijken ‘waar sommigen gelogeerd zijn’. Om nog maar even een smeuïge roddel toe te voegen…

PS met roddel

[die so] ick ben hier gekoome om te sien of kan verneeme
waer somige geloosgeert sijn, den heer van suijlisteijn
is weer wel en bij mij geweest heb van hem al vreemde
dinge gehoort dan hij is wel maer al me niet wel op rijnswou
tevreen

Kleinkind Tietge

Tien dagen geleden is Margaretha jr. ‘Tietge’ geboren. In de 17de eeuw was het gebruikelijk dat kraamvrouwen negen dagen het bed hielden. Als Philipotta zich aan deze regel heeft gehouden, dan mag ze nu inmiddels het bed verlaten. Volgens Margaretha gaat het hartstikke goed met haar schoondochter en haar eerste kleinkind. Zo goed zelfs, dat het lijkt ‘alsof ze geen kraamvrouw was’.

Brieffragment over de kraamvrouw

[voordeese heb geschreefve,] onse kraem vrou met
haer dochter is de heer sij gedanckt so wel ofse
geen kraemvrou was, nu moet ick door haest
Eijndige blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff en
dieners MTurnor

ick hoop merge
weer naer Ameronge
te gaen, [ de heer van]

Pop, voorstellende de kraamvrouw, gekleed in een crèmekleurig satijnen jak, dat tot halverwege het bovenbeen reikt. Het jak is nauwsluitend en loopt vanaf het middel naar onderen toe uit. Onder het jak een enkellaags linnen hemd, daarboven een schoudermantel van kant.
Pop, voorstellende de kraamvrouw, anoniem, ca. 1676, onderdeel van het poppenhuis van Petronella Dunois. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Pektonnen. Bij vreugdefeesten was het gebruikelijk tonnen waarin de brandbare stof pek zat te ontsteken
  • 2
    Vitalie (victualie): proviand
  • 3
    Christiaan van Rodenburg, Kanunnik van St. Pieter, Geëligeerde in de Staten van Utrecht
  • 4
    Steven van Lynden
  • 5
    Vroed: wijs, verstandig
  • 6
    Jasper van Lynden, de vader van Steven
  • 7
    Gerard van Reede van Drakesteinsteijn
  • 8
    Coenraad Borre van Amerongen

Een hete zomer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 juli 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

De laatste brief van Godard Adriaan dateert van 25 juni. Margaretha hoopt dat hij Van Reede van Drakenstein snel zal antwoorden op diens op 4 juli meegestuurde brief in verband met het getouwtrek tussen vroedschap en ridderschap in de Staten.

Prebenden en prelatuurschappen

De samenstelling van de Staten is niet het enige voorwerp van koehandel en handje klap waar leden van de ridderschap bij betrokken zijn. Ook voor het uitgeven en verkrijgen van prebenden en prelatuurschappen bestaat een levendige markt, waar de Van Reedes actief aan deelnemen. Oorspronkelijk bedoeld voor het levensonderhoud van geestelijke kapittelheren en kloosterzusters, worden ze nu, na de reformatie, verdeeld onder jongere zonen en adellijke dames. Niet alleen het ontvangen, maar ook het uitgeven van een prebende of prelatuurschap kan geld opleveren. Een aanbieding die Godard Adriaan onlangs aan een bepaalde vrouw heeft willen doen is blijkbaar op niets uitgelopen. De heer van Ewijk zal rondvragen naar een ander en denkt dat hij wel iemand weet. Hij heeft iemand ontmoet die voor de van Limburg Stierums op zoek is. Voor de definitieve verdeling van de prebenden begint de tijd trouwens te dringen, want het jaar is al bijna om.

Brieffragment over prebenden en prelaturen

[opt spoedichste antwoort op,] wat de proofve1Prove: prebende, jaarlijks inkomen (eigenlijk uit geestelijke goederen)
en het prelatuerschap2prelatuurschap: soort prebende maar dan voor een abdis, levert twee keer zo veel op belanckt3betreft uhEd voorslach
sal met die vrou niet aengaen Euwijck sal nae
Een ander om hoore van ochte meent hij tot het
Een ent ander wel Eimant sal weete
daer was Een die hem voor Een vande stieroms4Van Limburg Stierum last
had gegeefve of hij wat wist salder voort
naer verneeme maer meent voorde prelatuer
schap niet bove de vijf duijsent gulde sou krijge
men sal de proofve haest moete konfereere
alsoot ijaer haest om is, [onse soon is naer]

Een combinatie van vier lage lage gebouwen achter elkaar aan een weg, in het midden een toren en daarachter een hoger gebouw. Links een beschut laantje richting een theekoepel. Op de weg een koets en een paar mensen. Voor het gebouw staan vier bomen.
Gezicht op de overgebleven gebouwen van de abdij Oudwijk, Abraham Rademaker, 1710-1730. Collectie Het Utrechts Archief. Margaretha had in 1660-1661 het prelatuurschap van Oudwijk.

Laatste maand

Godard is inmiddels vertrokken naar de afgesproken plek van zijn regiment. Margaretha leeft erg mee met Ursula. Je merkt dat ze de eerste zwangerschap van haar schoondochter best spannend vind. Eigenlijk gaat het heel goed, gezien de tijd dat ze al in verwachting is. Ze is nu in haar laatste maand. Margaretha hoopt dat de Heer haar een genadige verlossing zal geven en wou maar dat de bevalling (‘het werk’) al achter de rug was.

Eerste brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel
Tweede brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel

onse soon is naer
sijn randevoos5Rendez-vous:afgesproken plaats alwaer hij naerder ordere
moet verwachte, sijn vrou is noch heel wel
naer den tijt is nu in haer leste maent
de heer wil haer hEd Een genadige verlossin
geefve ick wensche dat werck al door te sijn

In een stad staat een zwangere vrouw naast een slager die bij zijn hakblok staat. Op het blok ligt vlees en een grote bijl. De slager geeft een stuk vlees aan de zwangere vrouw. Achter de slager staat nog een vrouw, achter het hakblok een jongen. Boven de slager hangt een stok met haken waar ook nog vlees aan hangt.
Zwangere vrouw ontvangt een stuk ossenvlees, Caspar Luyken, 1710. Collectie Rijksmuseum.

Hitte en droogte

Er heerst al acht dagen zo’n enorme hitte dat het niet te harden is. Het is zo droog, dat alles verschroeit. Margaretha verwacht dat er in de herfst geen appelen of peren te oogsten zullen zijn, en er zijn ook weinig tot geen kersen. Ze denkt dat ‘die van Wijck’ daarom wel niet zal komen. Misschien bedoelt ze hiermee een kersenkoopman uit Wijk bij Duurstede, of eentje met de naam Van Wijck, die jaarlijks een deel van haar kersen komt kopen?

Brieffragment over het weer

tis hier nu achdage herwaerts sulcken wtter
maeten6uitermate, buitengewone hette en droochte geweest dat niet is
te harte7dat het niet is te harden alles verbrant en verdroocht inde
hoofve wij sulle weer geen appeele noch peere
hebbe karse8kersen sijnder ock weijnich of haest geen
dat die van wijck qualijck sal koomen

Marmeren borstbeeld omgeven door vier festoenen van vruchten (druiven, perziken, pruimen, kersen, peren, sinaasappels en appels). Tussen de vruchten vliegen vlinders.
Illusionistische sculptuur van een vrouwenhoofd in een cartouche versierd met festoenen van vruchten, Joris van Son, 1655 – 1665. Collectie Rijksmuseum. Een dergelijke rijke oogst zit er dit jaar voor Margaretha niet in.

Werk aan muur en gracht ligt stil

De hitte slaat ook toe bij de mannen die bij het kasteel aan het werk zijn aan de gracht bij de doelen. Ze zijn met z’n tienen, maar kunnen weinig klaar spelen. De metselaar die aan de muur van de hof zou beginnen is nog niet gearriveerd. Waarschijnlijk begint hij maandag.

Brieffragment over de gravers en de metselaars

de graefvers sijn vast aent werck inde
graft inde doelle dat sijnde met haer tiene
in doch konne door de groote hette niet veel
doen, den metselaer sou ock aende muer
vande hof begine maer is noch niet gekoo
= men geloofve hij met de nieuwe weeck beginne
sal [ Eergistere sijnde beededach heeft men]

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Vreugdevuur wordt hellevuur

Een verloren fruitoogst en een onverhoopte bouwvakvakantie zijn nog niet eens de ergste gevolgen van de droogte in de buurt. Een overwinningsvuur in Veenendaal tijdens biddag (waarschijnlijk vanwege de succesvolle tocht van de Nederlandse vloot naar Chatham) is uitgelopen op een ramp. Er ging iets mis met de brandende pektonnen. Dertig huizen zijn afgebrand! Vreugde- noch hellevuur op Amerongen, want Margaretha had geen pektonnen ontvangen. Dus ‘wij hebben ons hier stil gehouden’.

Brieffragment over pektonnen

Eergiste sijnde beededachbiddag heeft men
ficktoorije9Victorie (wrsch. vanwege tocht naar Chatham) int veenVeenendaal gebrant waerdoor een swaer
brant is ontstaen en inde dartich
huijse gans afd gebrant sijn. Wij hebbe ons
hier stil gehoude also mij geen picktone10pektonnen. Het branden van pektonnen was het vuurwerk van de 17e eeuw. sijn gesonde hebben wij niet gebrant

Het volk te Brussel belet het ontsteken van een vreugdevuur van opgestapelde pektonnen opgericht door Sasburgh, de Nederlandse gezant namens de Staten-Generaal, ter viering van de overwinning op de Engelsen in de Vierdaagse Zeeslag, 1666. Bedrukt op achterzijde met tekst in het Nederlands.
Sabotage van de pektonnen bestemd voor de viering te Brussel van de overwinning in de Vierdaagse Zeeslag, 1666, Jan Luyken, 1696 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Condoleance aan de keurvorst

De Staten van Holland hebben de heer van ‘s-Gravenmoer, Adam van der Duijn, naar de keurvorst van Brandenburg gestuurd om hem te condoleren met het overlijden van zijn vrouw Louise Henriëtte. Hij is net langs Amerongen gekomen. Van der Duijn krijgt daar 50 gulden per dag onkostenvergoeding voor. Dat heeft-ie mooi voor elkaar! Klinkt in Margaretha’s woorden, ‘wat een heel fraaie opdracht voor hem is’, enige afgunst door? Zou ze liever haar man in die rol zijn opwachting aan het Brandenburgse hof hebben zien maken? Tja, hij is niet beschikbaar want is met een andere opdracht naar Denemarken.

Brieffragment over het overlijden van de keurvorstin

de heer van schravenmoer11Adam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer is van weegen men
heere van hollant12vanwege de Staten van Holland op vijftich gulde daechs in komissi aende keurvorst van brandenbur13Friedrich Wilhelm
om die te kondoleere gesonde14In verband met het overlijden van zijn vrouw, Louise Henriette van Nassau , datr al Een
fraije komisie voor hem is, hij isser al heen
en hier gepasseert, [men seijt der goede hoope]

Zilveren penning. Voorzijde: borststuk vrouw binnen omschrift. Keerzijde: opschrift onder keurvorstelijke kroon
Gedenkpenning vanwege het overlijden van Louise Henriette van Oranje, gemalin van Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg, door Johann Liebmann, 1667. Collectie Rijksmuseum.

Einde aan het vergieten van christenbloed?

Met de onderhandelingen in Breda schijnt het de goede kant op te gaan. Er is goede hoop op het sluiten van de vrede. Margaretha hoopt dat de grote God dat wil geven. Ze verlangt er erg naar dat het vergieten van al dat christenbloed eens op mag houden en beveelt ook haar man in de bescherming van de Allerhoogste aan. In een ps laat Ursula Godard Adriaan ootmoedig groeten, en meldt dat haar zus bij haar moeder in Arnhem is gearriveerd.

Eerste brieffragment Breda
Vervolg Breda en afsluiting brief

[en hier gepasseert,] men seijt der goede hoope

tot het sluijten van de vreede te breeda het welcke dien groote
godt wil geefve en ick wel naer verlange opdat aldat vergiete van so veel kristenbloet Eens mach opholde, hier
meede beveelle uhEd int schutin de bescherming des alderhoochste blijfvend

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
en dieners MTurnor

de vrou van ginckel
presenteert haeren
ootmoedige dienst aen
uhEd, nicht van Raesfelt
is te Aernhem bij haer
moeder

Op de voorgrond en links sloepen met zeelieden en soldaten. Uiterst links het fort Sheerness dat is ingenomen door de Nederlanders. In het water liggen twee grote schepen met een Engelse vlag die in Brand staan. Daarnaast liggen er een paar Nederlandse schepen. Overal zit je mannen: in het wand, op de boeg, over boord springen...
De Hollanders steken Engelse schepen in brand tijdens de Tocht naar Chatham, 20 juni 1667, Jan van Leyden, 1667 – 1669. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Prove: prebende, jaarlijks inkomen (eigenlijk uit geestelijke goederen)
  • 2
    prelatuurschap: soort prebende maar dan voor een abdis, levert twee keer zo veel op
  • 3
    betreft
  • 4
    Van Limburg Stierum
  • 5
    Rendez-vous:afgesproken plaats
  • 6
    uitermate, buitengewone
  • 7
    dat het niet is te harden
  • 8
    kersen
  • 9
    Victorie (wrsch. vanwege tocht naar Chatham)
  • 10
    pektonnen. Het branden van pektonnen was het vuurwerk van de 17e eeuw.
  • 11
    Adam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer
  • 12
    vanwege de Staten van Holland
  • 13
    Friedrich Wilhelm
  • 14
    In verband met het overlijden van zijn vrouw, Louise Henriette van Nassau

Hoogmoed

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 juni 1667 Middachten
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog bij haar zoon en schoondochter op Middachten. En hoewel ze in Gelderland zit, houdt de Utrechtse politiek haar bezig. Gelukkig wordt die ten dele in Nijmegen uitgevochten, misschien dat ze er daarom van hoort.

Brieffragment politiek gekonkel

naert schrijfve van mijne laeste het welcke den
15 deeser is geweest, worde ick seeckerlijck
bericht hoe dat men heer schadee1Jasper Schade van Westrum, aen sijn
swager den heere luchtere2Hendrick van Lochteren die te nimweege
geweest heeft geschreefve, dat hij bij den
heere vande boethof3Frederik van der Capellen, heer van de Boedelhof die broeder vande heere
kapel4Gerlach van der Capellen, heer van Aersbergen is, soude intersideere5Intercedeeren: bemiddelen om den voorseijde
heere kapel te beweechge dat hij soude afstant
doen van sijn pretensie om volgens de leste
augementasi inde ridderschap te wttrecht te
kompareere6Compareren: Verschijnen, kan ook in de betekenis van vergaderen, hier ter vergadering verschijnen? , met belofte dat sij hem aenstonts
raetsheer te hoof soude maecke en verseeckere
dat se hem binne den tijt van twee ijaere inde
ridderschap soude sette, [daer bij voechgende]

Jasper Schade van Westrum

En omdat in deze brief Schadee genoemd wordt, maken we van de gelegenheid gebruik om het schilderij van Frans Hals nog een keer te plaatsen. Uiteraard is Schade bij het schrijven van deze brief al ouder dan dat portret. Hij is zelfs al ouder dan het portret dat Jonson van Ceulen schilderde. Zou Margaretha de portretten kennen? Een mening zal ze in ieder geval hebben.

Jasper Schadé van Westrum, 1645, Frans Hals. Collectie Národní Galerie Praha.Zelfgenoegzame man in het zwart met zijn rechter hand in zijn zij. Hij draagt een witte kraag en uit zijn openvallende mouwen bolt witte stof. Hij heeft een bleek gelaat, een vlassig snorretje en krullen tot op zijn schouders.
Jaspar Schade (1623-1692), Cornelis Jonson van Ceulen, 1654. Collectie: Rijksmuseum Twente.

Hoogmoed komt voor de val

Wie denken deze mannen wel niet wie ze zijn? Welke rechten denken ze eigenlijk wel niet dat ze hebben? Kunnen ze dit wel waar maken? Margaretha hoopt maar dat hoogmoed voor de val komt. En ze gaat gelijk over tot de afsluiting van de brief. Hoe zou het komen dat Ursula Philippota zo dik is?

Brieffragment met de groeten van de familie

dan hoope dat hoochmoet voorde val komt,
onse soon en dochter is noch wel dan sij
wort heel dick, onse kindere en nicht
van raetsfelt7Agneta Margaretha van Raesfelt, zus van Ursula Philippota preesenteere haeren dienst aen
uhEd so doen ick en blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners
M Turnor

Ze krabbelt nog onder de brief dat Van der Capellen niet geneigd is om af te zien van zijn plek. Godard Adriaan moest eens weten hoe hier in Nijmegen op de Gelderse Landdag over gesproken wordt.

Een staande zwangere vrouw, driekwart van achteren, ze kijkt over haar rechter schouder. Ze staat ietwat naar achteren geleund en ze heeft haar rechter hand op haar buik.
Een staande zwangere vrouw, Rembrandt van Rijn, ca. 1639. Collectie: British Museum
  • 1
    Jasper Schade van Westrum
  • 2
    Hendrick van Lochteren
  • 3
    Frederik van der Capellen, heer van de Boedelhof
  • 4
    Gerlach van der Capellen, heer van Aersbergen
  • 5
    Intercedeeren: bemiddelen
  • 6
    Compareren: Verschijnen, kan ook in de betekenis van vergaderen, hier ter vergadering verschijnen?
  • 7
    Agneta Margaretha van Raesfelt, zus van Ursula Philippota

Pagina 1 van 5

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén