Dat was het dan. Godard Adriaan is weer thuis en Margaretha hoeft dus geen brieven meer te schrijven. Ik ben blij dat Margaretha eindelijk haar man weer in haar armen kan sluiten.
Heer en dame kussend en een vrouw van achteren, Gesina ter Borch, 1654. Collectie Rijksmuseum.
Volgende missie
Er zijn weer brieven als Godard Adriaan op zijn volgende missie gaat. De laatste brief was van 16 juni 1677 en zijn volgende brief is van 11 november 1679. Dit betekent niet dat wij (ook) twee jaar wachten tot we verder gaan: wij pakken gewoon in november de draad weer op. In de perioden tussen de brieven proberen we jullie op de hoogte te houden van wat er zoal gebeurt in die twee jaar. Voor zover we dat weten natuurlijk, want als Godard Adriaan thuis is, hoeven er geen brieven meer geschreven te worden over de bouw. Maar over de oorlog, de situatie in de Republiek en de lotgevallen van familieleden kunnen we wel meer vertellen. Zijn er vragen of specifieke wensen voor verhaaltjes in deze periode? Laat het hieronder even weten!
We weten dat Margaretha’s belangrijkste doel was om in 1677 het huis wind en waterdicht te krijgen. Er werd gewerkt aan het dak en aan de schoorstenen en er werden glas en vensters besteld. De grote vraag is natuurlijk of ze het plafond in de grote zaal gaan jipsen of schilderen. Als we het alleen van de brieven zouden moeten hebben, zouden we dat nooit weten. Gelukkig staat het huis er nog en de grote zaal is in de basis nog steeds zoals hij tijdens de bouw bedoeld was. Dus komen kijken is de eenvoudigste oplossing om daar achter te komen.
Als we met de brieven van twee jaar later verder gaan, zijn de Van Reedetjes natuurlijk behoorlijk opgeschoten met de bouw. Dan wordt er hard gewerkt aan de bijgebouwen, vooral de stallen met de beide paviljoens. Daarnaast valt er natuurlijk in het huis zelf ook nog van alles te verfraaien. Verder zijn er verhalen over de kleinkinderen, over ossen, over de landbouw en over bezoek van de prins. Dus ook de volgende serie brieven heeft weer genoeg om naar uit te kijken!
Het gaat er eindelijk van komen! Het einde van de diplomatieke missie van Godard Adriaan komt in zicht! Margaretha trekt die conclusie uit de brief die Godard Adriaan haar op 12 juni schreef en dat is niet het enige. Van Heteren heeft haar geschreven dat de ‘demissie’ van Godard Adriaan is goedgekeurd.
Ameronge den 16 juni 1677
Mijn heer en lieste hartge
wt uhEd mesiefve vande 12 deeser sien ick de hoope die deselfve mij geeft van in korte hier te sulle sijn van Heeteren schrijft dat haer hooch Mo(gende)1Titel voor de Staten Generaal uhE demisie om thuijs te koome hebbe geackordeert
Nou ja, een klein voorbehoud, de Lunenburgse troepen moeten onderweg zijn, maar Godard Adriaan zal zelf wel weten hoe het daar mee staat. Margaretha verheugt zich enorm op de thuiskomst van haar man. Niet alleen wordt wel weer eens tijd, het is ook fijn om samen beslissingen te kunnen nemen!
[staet is te maecken,] hoope niet hij vreemt sal vinde ick seer naer uhEd komste verlange, nu ons werck so seer komt, vallen der verscheijdene dinge voor daer uhEd oock wel Eens diende present te sijn
Brief schrijvende vrouw, Pieter Schenk naar Gerard ter Borch (I), 1684. Collectie Rijksmuseum.
Deelle en balcke
Het werk aan het huis gaat gestadig door. De driehonderd vloerdelen die afgelopen winter in het bijzijn van Godard Adriaan gezaagd zijn, liggen los op hun plek. Wat minder mooi is, krijgt een plekje op zolder. Maar het zijn er niet genoeg. Margaretha stelt voor om voor de alkoofkamer (kamer met een bed), het eetsalet (de eetkamer) en voor de torenkamer vloerdelen uit Duitsland te laten komen. Dat gaat wel veel geld kosten maar er liggen in Amsterdam nog tweehonderd balken die niet nodig zijn en als die nou verkocht worden, dat zal de kosten dekken. Misschien houden ze dan nog wel geld over.
[deelle konne belegge,] dewelcke men sou moete koope en al wat koste sulle, maer daerteege soude ickmijns oordeels, Een honde b balcke van die tot Amsterdam over de twee hondert noch int getal legge en wij niet van doen hebbe verkoopen die mijns beduncke ontrent de 2000f soude af brenge, daermee wij tot het inkoope vande pruijse deelle al verde sou de springe of noch wel over houde,[ met de]
Plattegrond van de eerste verdieping (beletage) van het huis Amerongen, Anoniem, 17e eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief. Het eetsalet is de kamer links onder, de torenkamer links boven en de alkoofkamer rechtsonder.
Het werk is ‘geavanseert’
Margaretha is duidelijk trots op het werk dat al verzet is. Bijna al de gewelven van de kelders zijn af en de meeste gewelven zijn ook al bepleisterd. Afgelopen week is er vanwege Pinksteren niet gewerkt maar morgen gaat het weer los. Steenhouwer Prang gaat verder met de schoorstenen, de daklijst om het huis is af. Margaretha heeft de secretaris opdracht gegeven om aan Godard Adriaan een overzicht te sturen met ook de melding van de ‘pruijse deelle’, de delen Pruisisch hout, die nog nodig zijn. De drost heeft nog iets bijgevoegd over een kwestie met het Hof van Utrecht, Margaretha weet daar zo snel geen raad mee.
[Huijs is volkoome gedaen,] ick heb de sekreetaris be last uhEd vandaech noch alles pertinent te schrij= ve, ock wat pruijse deelle der noodich sijn, wt de neefens gaende van drost sal uhEd sien wat interedixsie2Interdictie: Als rechtsterm. Verbod om b.v. met zekere handelingen voort te gaan, bij officieele aanzegging (notarieele insinuatie) of vanwege het gerecht. hem van weegen het hof van wttrecht is gedaen of dat bij ons gerecht kan aengenoome worde, weete ick niet
De kleinkinderen verheugen zich ook op grootvaders komst, in het bijzonder Frits! Kleindochters Niera (Reiniera) en Pootge (Salomé Jacoba) hebben de kinderen op school koek beloofd want dat brengt grootvader natuurlijk mee en dan gaan zij trakteren. Maar voor nu, Margaretha blijft zijn ‘getrouwe wijff’.
, al onse kindere w insonderheijt3Inzonderheid: voornamelijk frits verlange seer naer groote papaes komst, niera en pootge beloof al de kindere in’t school koeck die groote papa mee sal brenge, hiermeede blijfve Mijn heer en lieste harte uhEd getrouwe wijff M Turnor
Interdictie: Als rechtsterm. Verbod om b.v. met zekere handelingen voort te gaan, bij officieele aanzegging (notarieele insinuatie) of vanwege het gerecht.
In de vorige brief heeft Margaretha al alle vragen van haar man beantwoord die hij in zijn laatste van 5 juni stelde. Sindsdien is er niet veel veranderd, behalve één ding: de keldergewelven zijn klaar! Een mijlpaal, want hiermee is een groot deelproject achter de rug. Alleen het gewelf onder de kinderkamer moet nog. Vanwege Pinksteren en de regen wordt er niet veel gewerkt, maar er is nieuws over een schuchtere held.
[rec 17 dito] Ameronge den 12 ijuni 1677
Mijn heer en lieste hartge seedert mijne laeste waer in uhEd beste die vande 5 deeser is geweest heb beantwoort, is hier niet veel veranderins voorgevalle, wt die vande see =kreetaris sal uhEd hebbe gesien hoet hier met werck staet, de wulfsels vande kelders sij over al wtgesondert die onder de kinder kamer toe en gemaeckt, dat Een groot werck wt de weech is, [om sullense gaen aende meure vande]
Pinksteren
De volgende stap in de kersverse keldergewelven wordt het pleisteren van alle muren en plafonds. Niet dat deze week veel zal gebeuren, want Margaretha heeft evenmin als met Hemelvaart kunnen beletten dat alle werkmannen inclusief Rietveld met Pinksteren naar huis zijn gegaan. Ze verwacht ze niet voor voor woensdag terug.
[onder de kinderkamer te slaen] en voort al de wulfsels inde kelders ende muere te plaeste =renpleisteren en aente strijcken, dan de aenstaende weeck en salder weer niet veel gedaen worde met de pinstere1Pinksteren is Elck al Eens naer huijs ge= gaen en rietvelt naer Amsterdam, en sulle niet voor en woonsdach weeraent werck koomen dat ick niet heb konne beletten,
Het mooie weer is blijkbaar weer even voorbij: het heeft de hele week alleen maar geregend. Heel goed voor het graan en de tabak en allerlei andere gewassen! Helaas niet voor het werk bij de steenoven en ook niet voor het pas gemaaide hooi op de Benedenste Bol. Nou ja, die regen is het werk van God, daar kunnen ze niets tegen doen.
aldeese weeck heeft het hier niet gedaen als ge= reegent dat wel goet opt koorn2koren, graan toeback3tabak en alderhande vruchte is geweest, maer niet
op onse steenoven oft hoeij dat op de beneedenste bol gemaeijt leijt, op de steen oven hebbense van alde weeck niet gevormt, dit is godts werck daer wij niet toe konne doen, [gistere is bentom die]
Gepersonifieerde ziel in beschouwing van de regen, Jan Luyken, 1678-1687. Collectie Rijksmuseum.
Lof en eer voor de Held van Kassel
Zo weinig als er over de bouw is te vertellen, des te meer over de heldendaden van zoonlief. Godards kornet Bentum is langs geweest in Amerongen en heeft in geuren en kleuren nog eens over diens tomeloze inzet in de Slag bij Kassel verteld. Het heeft vooral aan Godards goede inzicht en leiderschap (en Gods hulp natuurlijk) gelegen, dat er niet nog drie of vier duizend extra manschappen dood op het slagveld zijn gebleven. Zijn directe bevelhebber, luitenant-generaal de Montpouillan, liet het helemaal aan hem over, ook toen Godard alsnog om orders vroeg. Hij moest vooral doorgaan met zijn goede acties.
[met hem geweest is] sonde de dierexsie4directie:leiding die hij gepleecht heeft en sijn groote voorsichticheijt daer had noch wel 3 a 4000 man moete be: op de plaets doot gebleefve hebbe, wij kone godt niet genoech dancke, opt lest quam mom =pelijan5Armand de Caumont, marquis de Montpouillan daer bij aende welcke de heer van ginckel aenstonts versocht sijn ordere6orders, bevelen te ontfange diet selfve met Een groote sievielliteijt7civiliteit, beleefdheid Exskuseerde en versocht de heer van ginckel wilde voort gaen int geene hij so wel had of was int doen, [ock inde reetreete preesen]
Ruitergevecht, illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ van Allain Manesson Mallet, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum.
Met lof en eer overladen kwam hij van het slagveld en ook Willem III zijn Godards heldendaden niet ontgaan. Hij was erg tevreden over diens competente optreden. Toen hij zag dat Godard van paard moest wisselen heeft hij hem er zelfs eentje uit zijn eigen stal gegeven. En later in Den Haag mocht Godard bij hem op het hof overnachten en uitrusten.
[maer liet het aende heer van ginckel], so dat hij met groote Eer en lof daer af is gekoomen, en sijn hoocheijt diet meest selfs heeft aengesien, teeneemaelteneenemale van sijn derex =sie8directie, leiding en kontdwijte9conduite: gedrag voldaen is geweest, sijn hoocheijt siende dat de heer van ginckel van paert most veranderen sont hem aenstonts Een van sijn hant paerde, en heeft hem in alles so veel Eer seviEliteijt10civiliteit, beleefdheid getoont als hij sou konne bedencke begeerende doen hij bij hem quam dat hij dien nacht in sijn hof sou blijfve en wt rusten,[ in soma alles was heel wel, alst]
Het Oude Hof in Den Haag (Paleis Noordeinde), Peter Schenk, 1706-1726. Collectie Rijksmuseum.
De held is schuchter
Kortom, geweldig natuurlijk, maar al die lof en eer zouden eens verzilverd moeten worden. De trotse maar nu toch wat ongeduldig wordende ouders zijn het met elkaar eens: Godard zou gebruik moeten maken van deze voor hem gunstige tijden om bij de prins een volgende stap in zijn carrière voor elkaar te krijgen, maar hij is te timide. Een grote dappere man op het slagveld, een schuchter kind aan het hof.
[wt rusten,] in soma11in somma: kortom alles was heel wel, alst maer bij voorvallende ockasie12gelegenheid gedacht mach worde, uhEd heeft gelijck, hij behoorde hem van deese tijt te diene maer hij is te temiede13timide: beschroomd, verlegen, bedeesd hiermeede Eijndigende blijfve Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
Die rare periode in het voorjaar dat je van de ene halve werk- of schoolweek in de andere rolt, die kende Margaretha ook. Heerlijk als je schoolgaand bent of werk hebt dat je kunt laten liggen, irritant als je iets gedaan wilt of moet krijgen. En Margaretha wil een huis bouwen, dus voor haar zijn biddagen en hemelvaarten irritant. Ze schrijft zelf nooit over het vieren van wat voor feestdag dan ook, maar het werkvolk is wel vrij.
[rec.a 10 dito] Amerong den 5 ijuni 1677
Mijn heer en lieste hartge
uhEd laeste vande 29 pasato heb ick voorleedene woonsdach beantwoort, wij hebbeh deese weeck den ordinarise beedach en ock heemel vaerts dach gehadt dat ons deese weeck twee dage int wercke so int Een als int ander verhindert heeft, [hebbe wtneement]
Hemelvaart, fragment uit: Scenes uit het leven van Christus, anoniem, ca. 1435. Collectie Rijksmuseum.
Steen en hooi
Gelukkig is het weer prachtig dus er kan wel hard gewerkt worden. Dat gebeurt bij de steenoven en in de laaggelegen weides. Bij de steenoven loopt het nu zo goed, dat Margaretha hoopt dat ze zoveel kunnen bakken dat ze genoeg bakstenen heeft om volgend jaar de voorburcht te doen. Dan hoeft ze dat jaar in ieder geval geen bakstenen te bakken. Ze is aan het eind van haar latijn.
Ondertussen moet er ook gehooid worden. Het gras waar de ossen staan is geweldig, ze heeft nooit meer hooi gezien. Het hooi is gisteren gekeerd en wordt vanavond op stapels gelegd. Het werk groeit haar een beetje boven het hoofd. Maar ze zal natuurlijk wel haar best doen.
[te backe het welcke wel wensche] kan nie segge hoe moede ick dat werck ben, nu sijn wij aent hoeije op de beneedenste bol daer de osse gaen, inde laechte, daer seer schoon gras wt komt, ick hebt noeijt meer gesien het de gras dat gistere voor Eerste mael
gewent of gebroocke is, is deesen avont aen groote oppers1Opper: Benaming zoowel voor de stapels waarin het gemaaide, reeds gedroogde gras op het land opgehoopt wordt om het gemakkelijk te kunnen binnenhalen, als voor de kleinere hoopen waarop het des nachts of bij regen bijeengeworpen wordt om den volgenden dag weer over het land te worden verspreid. tot drooch hoeij geset, het werck komt mij nu so teffen over de hant dat ickder geen door koome aen en sien , sal mijn best al voort doen, [meester schu]
Schut is weer naar Amsterdam en die komt na pinksteren weer terug. Temminck schrijft dat er weer hout uit Hamburg komt en dat hij een schip met Friese kalk naar Amerongen gestuurd heeft. Dat is hard nodig voor het pleisteren van de gewelven in de kelders. Prang heeft de hoekstukken voor de lijst om het huis gemaakt en gaat nu verder met de stukken voor de schoorsteen. De metselaars zijn nu die hoekstenen aan het leggen en er wordt natuurlijk nog steeds gepleisterd in de kelder. Maar dat gaat langzaam en dus oefent Margaretha geduld.
Één ding is duidelijk: als ze hier doorheen komt, bouwt zo nooit van haar leven meer een huis. Ze is zo moe, dat ze niet meer schrijven kan.
[int wulfve van onder de alkobij kamer, daer is noch veel werck aen vast daer wel paes= ijensie to van noode is, waer ick hier Eens door kom mijn leefve niet weer aent timere ick ben so mat2Mat: Uitgeput, moe, maar ook ergens genoeg van hebben van doorde so te gaen dat ick niet meer schrijfve kan, blijf Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
Opper: Benaming zoowel voor de stapels waarin het gemaaide, reeds gedroogde gras op het land opgehoopt wordt om het gemakkelijk te kunnen binnenhalen, als voor de kleinere hoopen waarop het des nachts of bij regen bijeengeworpen wordt om den volgenden dag weer over het land te worden verspreid.
2
Mat: Uitgeput, moe, maar ook ergens genoeg van hebben
Margaretha heeft zowaar twee brieven ontvangen van haar man en de secretaris ook één. De brief aan de secretaris staat kennelijk vol met Godard Adriaans ideeën rondom de herbouw, want Margaretha belooft om goed over alles wat hij schrijft te overleggen.
[rec 7 dito] Ameronge den 2 ijuni 1677
Mijn heer en lieste hartge beijde uhEd aengenaeme vande 26 en 29 meij heb ick ontfange, wij sulle volgens tgeene uhed aende seekreetaris schrijft alles ten beste so veel over= legge alst moogelijck is, [wat belanckt omt bovent]
Plafond van het groot salet
Wat dat betreft valt Margaretha maar gelijk met de deur in huis. Kennelijk heeft Godard Adriaan voorgesteld op het plafond in het groot salet te jipsen (gipsen: stuken). Ze hebben daarover overlegd (zie je wel, ze doet keurig wat haar man vraagt!) en Margaretha en de beide bazen zijn het niet met Godard Adriaan eens. Zo’n mooie ruimte als de zaal die ze maken, die hoort een geschilderd plafond te hebben. Dat heeft Zijn Hoogheid Stadhouder Willem III immers ook gedaan in de grote zaal van Soestdijk? Als dat niet een argument is! Bovendien vroeg die schilder uit Amersfoort er niet eens heel veel geld voor! Nou ja, ze zijn voorlopig toch nog niet toe aan dat plafond, dus er is nog tijd genoeg om te beslissen.
[legge alst moogelijck is,] wat belanckt omt bovent groot salet te laete jipse meenen beijde de baese so wel schut al rietvelt dat dat gemack te fraeij is om te laete jipse en dat het selfve behoorde geschildert te worde gelijck sijn hoocheij op soesdijck in sijn groot salet heeft laeten doen van Een schilder van Amersfoort diet so ge= seijt wort heel net en voor Een kleijn en heel ge ringe prijs schildert, dan dit is noch vroech genoech daer kan omt Een oft ander dit ijaer noch niet gedocht worden, [konne wijt deese]
Plafondstuk “Aurora”, M.L.A. Clifford, 1726. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Margaretha kreeg pas 26 jaar na haar dood haar zin. De basis was toch het gestucte plafond dat haar man wenste.
Glas
Eerst heeft Margaretha andere zorgen: het zou fijn zijn als ze deze zomer alle vloerstenen gelegd zou kunnen krijgen, het dak dicht en al de vensters gevuld met glas. Maar als ze alleen al denkt aan de kosten krijgt ze het benauwd. Het glas vindt ze ook spannend. Ze zal eens kijken hoe anderen dat doen en dan een plan maken. Het schijnt dat de meesten kasten vol met glas laten komen en het dan ter plekke laten verwerken (tot ramen neem ik aan).
Ze stelt ook voor om te werken met twee kwaliteiten glas. Voor de zolders en de kelders is ‘slecht of bargoens’ glas goed genoeg. Als Godard Adriaan het goed vindt, uiteraard. Slecht gebruikt ze dan hier in de zin van gewoon, eenvoudig. Hoe ze bargoens hier precies bedoelt is mij niet duidelijk. Het is de taal van vagebonden en dieven. Ze zal in ieder geval geen glas zijn waar ze veel waarde aan toekent.
, naer glas sal ick verneemen en weet niet hoet daer best meede sal aen legge, veel koope heelle
kaste met glas en laetent dan bearbeijde salder naer verneeme en sien hoet tot den meesten oorbaer schick, mijns oordeels kan men op de solders op de vlieringe en ock in al de kelders wel met slecht of bergoens glas sette dat heel wel en genoech bestaen kan, alst uhEd so goet vindt, [vermidts hier so weijnich geleegent]
De werkplaats van een glazenier, R. Bénard naar Bourgeois. Collectie, tweede helft 18de eeuw. Collectie: Wellcome Collection.
Stenen voor Middachten
Die stenen voor Middachten die Godard Adriaan gezonden heeft, die zijn nog steeds niet in Middachten. Het is lastig om een schip te vinden dat vanaf Amerongen over de IJssel vaart. Maar nu heeft Krijn van Kampen net turf afgeleverd en hij moet leeg die kant op varen om hout te halen. Margaretha hoef je niet te vertellen hoeveel één plus één is: de stenen zijn al met het schip vertrokken. Margaretha heeft 450 stenen die kant op gestuurd. Ze denkt dat dat wel genoeg is, bovendien wil de eigenzinnige Philippota er nog wat witte stenen tussen leggen.
[so goet vindt,] vermidts hier so weijnich geleegent =heijt valt om den ijsel op, Eits naer Middachte te sende en ock de koste vande vloersteene hier op te rijde en daer naer die weer aent water ent scheep te brenge te ontsien, heb ick de ocke =sie dat krijn van kampen hier turf tot den steen oven gelost hebbende en en den ijsel op ginck om hout te haellen, hebbe ick hem vant Eene schip int sijne 450 vloer steene laete in laeden die hij op Middachte gebrocht heeft geloofve sij daer mee toe sulle koomen also de vrou van ginckel daer Eenige hoewel weij =nige witte steene tuschen wil laeten legge
Uiteraard heeft Margaretha ook weer iets op te merken over het gezin van haar schoondochter. Zij zit bij haar man in het leger, maar die zou eigenlijk de belangen van zijn gezin moeten behartigen. Nu is de kans, omdat hij in een goed blaadje staat bij de Prins van Oranje! Maar nee, hij is te timide, hij zal nooit iets voor zichzelf vragen, eerder voor een ander. En als hij niets doet… gebeurt er niets. Margaretha zal hem er nog wel op aanspreken, want hij moet er wel rekening mee houden dat hij zeven kinderen heeft en binnenkort zelfs acht!
de vrou van ginckel is noch int leeger ick heb haer op haer vertreck van hier al geseijt dat haer man nu behoorde sijn tijt waer te neemen en voor sijn huijs en kinderen te sorchgen de wijlle hij in gunst bij sijn hoocheijt is, maer hij is te temiede en geloof niet dat hijt doen sal, hij sal Eer voor vreemde als voor sijn selfe spreecke, ent sal hem sonder dat hijt Eijst niet thuijs gebracht worde, ick salt hem noch wel vermaene als hijt maer doet hij heeft vast seeven kindere en achtste binne acht
a neegen weecke te verwachten, sij moogen wel achterwaerts dencken, en als uhEd wel seijt de
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.
En trouwens
Na nog wat gemopper op hoe het er allemaal aan toe gaat is er nog ruimte voor een flink naschrift. De Heer van Odijk is gehuldigd. Willem Adriaan van Nassau, die nooit Heer van Odijk was, had de ambachtsheerlijkheid Zeist gekocht. Op zijn verzoek hadden de Staten van Utrecht daar gelijk maar een hoge heerlijkheid van gemaakt…
Trouwens, als het plafond van de grote zaal geschilderd zou worden, dan moet er wel droog hout in. En eigenlijk ook mooi gezaagd, en dus duur hout. Dus daar zou ze dan nu eens naar moeten kijken.
Overigens kostte het schilderen van het plafond van de grote zaal op Soestdijk maar 100 gulden. Ze zal met Schut en de secretaris eens in de Sint Servaas Abdij in Utrecht gaan kijken of daar nog geschikt hout voor de vloerbalken ligt.
[al datter om gaet,] de heere wil ons bij staen in wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff M Turnor inde voorleedene weeck is den heer van oudijck tot seijst in gehult als men boovent het groot salet sou schilderen diendent met wage schot1Wagenschot: kwartiers gezaagd hout, waarbij de stam in vieren gezaagd wordt. Hierdoor ontstaat een goede kwaliteit hout met een mooie tekening. Dit was wel duur, omdat er door de manier van zagen weinig brede planken uit een stam gehaald konden worden beschooten en moet wel drooch hout weesen daerme van nu af naer sou moete verneemen, so mij geseijt is kost het schildere vant groot salet op soesdijck maer hondert gul, ick sal schut met de sekree taris int sintservaes klooster het hout laete besien tot de ribbe inde vloere, ens bequaemste voor ons laetste Estimeere
Wagenschot: kwartiers gezaagd hout, waarbij de stam in vieren gezaagd wordt. Hierdoor ontstaat een goede kwaliteit hout met een mooie tekening. Dit was wel duur, omdat er door de manier van zagen weinig brede planken uit een stam gehaald konden worden
De post heeft het niet zo nauw genomen! Pas gisteren heeft Margaretha de brief ontvangen die Godard Adriaan haar op 14 mei heeft gestuurd. Die moet ergens zijn blijven liggen. Maar ach, er is toch niet zoveel te melden over de bouw.
[rec: 3 junij. 1677] Ameronge den 29 meij 1677
Mijn heer en lieste hartge
uhEd meesiefve vande 14 deeser is mij gistere Eerst behandicht, die iwers1Iewer, iewaers: ergens moet blijve legge sijn de voorgaende sijn door de laeste post so door mij als de sekreetaris beantwoort, seedert is int werck niet veel veranderins voor gevalle, de metselaers hebbe nu aent maecke
Jonge vrouw leest een liefdesbrief, Claude Duflos naar Jean Raoux, 1675-1725. Collectie Rijksmuseum.
Margaretha heeft het gehad met de steenoven
De metselaars hebben steigers gezet om aan drie schoorstenen te gaan werken en ze zullen het gewelf van de galerij boven de kelder aanstaande dinsdag afwerken. Dan is het woensdag biddag voor het gewas en donderdag is het Hemelvaartsdag, twee vrije dagen. En daarna is het gewelf van de alkoof aan de beurt. Het is mooi weer en de steenoven draait op volle toeren. Margaretha wenst van ganser harte dat ze deze zomer genoeg steen kunnen bakken voor de rest van de bouw. Ze is heeft zo genoeg van die steenoven en ze is zo moe, dat ze niet aan het huishouden toekomt. Nu zul je zeggen, had ze geen personeel dan, maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze niet op alles toezicht wilde houden.
met dit schoone weer maeckense op de steen =oven seer veel steen, ick wenste met al mijn hart dat wij deese soomer so veel koste maecke dat wij genoech hadde, want sout naeste ijaer diet leeft niet gaern weer aent steen backen
sijn, bent ongelooflijck moe, dus verre van ons domi stijcke2Domestiek: betrekking hebbend op het huisgezin, huishoudelijk [nu wat anders sijn hoocheijt is inde haec]
Landschap met waterput en steenoven. Johann Andreas Benjamin Nothnagel, 1739 – 1804. Collectie Rijksmuseum.
De oorlog gaat door
Nu wat anders, schrijft Margaretha. Over de bouw is dan wel niet zoveel spectaculairs te melden, maar ze hoort wel eens wat en dit was toch wel echt een nieuwtje. De prins van Oranje is in Den Haag geweest en vervolgens naar zijn jachthuis in Soestdijk. Daar is hij maar één nacht gebleven en nu is hij al weer in het leger. Er schijnen troepen te komen van Lunenburg. Ze heeft dat van Everard van Heekeren, de heer van Netelhorst. Hij kan zich natuurlijk vergissen, maar Margaretha hoopt van niet. Heel begrijpelijk, want het verkleint de kans dat Van Ginkel in de frontlinie staat. Het lijkt er ook op dat er voorbereidingen worden getroffen voor een belegering, in Delft zijn ze bezig met het verschepen van kanonnen. Daar schrikt Margaretha nou weer van, dat gaat mensenlevens kosten. Ze hoopt dat de zomer, het oorlogsseizoen, snel ten einde zal zijn.
nu spreeckt men weer sterck van Een beleegerin daer so men seijt groote preeperaesie toe worde gemaeckt en veel grofkanon tot delft toe wert scheep gedaen, ick schrick het selfve te hooren, vrees het weer so meenich Eerlijck man sij hooft salkoste, wenste wij de soomer al ten Ende waeren wie weet wat wij noch al hebbe te verwachten, [van vreede]
Margaretha hoopt dat de koning van Engeland zal breken met de koning van Frankrijk. Dat zou een beslissende slag zijn, als de koning van Engeland zich aansluit bij de alliantie van de stadhouder en de Duitse staten! Maar ze voelt zelf ook wel dat dit niet waarschijnlijk is. Ondertussen is er nog geen hoop op vrede. Die oorlog, het lijkt wel of de hele wereld meevecht. Het maakt Margaretha zo bang, misschien is het einde der tijden wel nabij! Als de ‘heere almachtich’ dan maar een zalige uitkomst biedt!
Maar ook in deze turbulentie vergeet Margaretha niet om aan Godard Adriaan te melden dat ze nog steeds zijn ‘getrouwe wijff’ is.
heeft men noch so weijnich hoop, wij flatteere3Flatteren: gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt ons al met Engelant dat die kroon met vran =ckrijck sal breecke, als sijt al doen heeft het noch sijn wtslach te verwachten, in som =ma wie siet noch het Ent vant werck, het schijnt de heelle werlt in voeren is, en de
laeste tijde voorhande staen , inde welcke ons de heere almachtich Een saelige wtkomste wil geefve in wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle blijfe Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
De vier ruiters van de apocalyps, Albrecht Dürer, 1497 – 1498. Collectie Rijksmuseum.
1
Iewer, iewaers: ergens
2
Domestiek: betrekking hebbend op het huisgezin, huishoudelijk
3
Flatteren: gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt
Oh nee! Godard Adriaan heeft tóch een extra opdracht gekregen! Nu duurt het dus nog langer voor hij thuis is. Margaretha lijkt het gelaten op te nemen. Haar zorgen zitten tijdelijk elders: Neef Welland raakt steeds dieper in de financiële problemen. Zijn schuldeisers hebben nog steeds geen cent terug gezien van wat ze hem hebben geleend. Hij betaalt niet eens rente. Erger nog, ze kunnen geen contact met hem krijgen. De heer Breijerius trekt zijn handen van hem af. Hij wil nog wel met Godard Adriaan zaken doen, maar niet meer met Welland. Omdat de Van Reedes blijkbaar garant stonden, komt Wellands schuld nu voor hun rekening. Het zelfde geldt voor een schuld aan predikant van den Hengel.
[Rec:. 31 dito] Ameronge den 26 meij 1677 Mijn heer en lieste hartge
heeden ontfange ick uhEd aengenaeme vande 22 deese waer wt sien deselfve al weer nieuwe ordere heeft bekoomen, dat ick vreese noch lange sal dueren, wat belanckt de saecke vande heer van wellantGoderd Willem van Tuyll van Serooskerken sij hebben haer kapitaelle al verscheijde reijseReis: berisping, aanmaning van hem op geEijst maer konnen noch renthe noch kapitael van hem krijgen en hem qualijck te spreecke koomen, daer om breijeeriusonbekend, waarschijnlijk een financiële zaakwaarnemer en/of schuldeiser van zowel Godard Adriaan als Welland seijt met uhEd heel wel te doen wil hebbe, maer versoeckt met den heer van wellant geen doen meer te hebe , so dat, dat kapitael tot onsen laste staet gelijck ock dat vande preedikant vande hengeleDaniël van den Hengel doet
De bouw van de keldergewelven duurt wat lang. Ze zijn acht dagen bezig geweest met het vormen van de gewelven onder de gaanderij en de alkoofkamer. Maar het goede nieuws is dat het zesde schip met hardsteen geheel volgens plan in goede orde is binnengekomen. Bij het uitladen bleef de hele vracht heel. En dankzij het mooie weer draait de steenoven ook weer op volle toeren! Er wordt dagelijks “sterk gewerkt”.
[die deselfve sal beantwoorde,] de wulfsels vande kelders neemen wveel tijt se hebbe nu meer als achtdagen beesich geweest met de vormeelle tot de wulfsels vande gaelderij en de alkobij
kamerAlcove kamer, het seste schip met hartsteen hebbe wij hier ontfange en ontvracht alles volgens de vracht brief op gereede en onbeschadicht bekoomen,
[gevoert gekleet,] de steen oven heeft nu wel sijn weer en wort dagelijcks sterck gewerck
Doorsnede van gebouw met kamer en alkoof, Jean Lepautre (mogelijk), ca. 1628-1666. Collectie Rijksmuseum.
Poolse dragonders: fraai volk
Margaretha heeft niks van zoon Godard of zijn vrouw uit het leger vernomen. Er gaan nog steeds geruchten dat ze Maastricht willen belegeren. Ondertussen zijn afgelopen week 170 Poolse dragonders door Wijk bij Duurstede getrokken die in dienst van prins Willem zouden zijn. Volgens de verhalen is het fraai volk met prachtige nieuwe blauwe uniformen, geel gevoerd.
wt ons leeger hoor ick niet, heb sint het ver= treck van vrou van ginckel wt den haech niet van haer hoochEd of onse soon gehoort, de geruchte gaen dat men Maestrich soude wille beleegeren so dat aen gaet salt weer om meenich Eerlijck man te doen sijn , tot wijck te duersteede hebbe deese weeck 170 poolse draech onder 2 a 3 dage paseerende geleechgen die onder de garde van sijn hooch =heijt soude sijn alle so geseijt wort heel fraij volck met nieuwe blaeuwe rocke met geel gevoert gekleet [, de steen oven heeft nu wel]
Ruiterstandbeeld stadhouder Willem III, naar Toon Dupuis, origineel 1921. Collectie Kasteel Amerongen, Foto: Annemiek Barnouw.
De kinderen smullen van de pruimen
Margaretha is nog steeds in de wolken over de pruimenzending. Ook Frits en de andere kinderen vinden ze heel lekker en presenteren hun ootmoedige dienst aan grootpapa! P.S. Frederik van Reede is met zijn jonge vrouwtje op kasteel Renswoude.
ick bedancke uhEd noch seer voor gesondene pruij me die heel schoon en goet sijn, so doet ock frits met sijn broer en al sijn susters, die alle haere oot moedige dienst aende groote papa preesenteere en de pruijme wel meuge, waermeede blijfe
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
de heer vande liereFrederik van Reede van Renswoude is met sijn huijs vroutgeClara Elisabeth van der Myle. Ze waren net een jaar getrouwd, hij ca. 46, zij 24 jaar oud op rhijnswou
Margaretha heeft Godard Adriaans brief van de 15e mei al beantwoord. Bij die brief zat ook de brief van secretaris Van den Doorslag. In Amerongen is weinig gebeurd.
[rec 27 dito] Ameronge den 22 meij 1677
Mijn heer en lieste hartge vhoochEd aengenaeme vande 15 deeser heb ick met de laeste post beantwoort, daer bij Een vande seekreetaris is gegaen die wt de mont van schut en rietvelt heeft geschreefve alles wat noodich was, see dert is hier weijnich of geen verandering voor gevalle, [als dat het laest afgesondene]
Glas
De werkbazen waarschuwen wel dat het tijd wordt om glas te gaan regelen voor de ramen. Voor je het weet is het winter en dan moet het er wel inzitten! Je wilt toch niet dat sneeuw, regen en wind zomaar ongevraagd over de vloer komen, dus Margaretha wil graag weten wat Godard Adriaan wil.
[koomen,] ock segge de werck baesen dat men in tijts sal moete dencke op glas, dat de glaese voorde winter int huijs diende te sijn omt in slaen van sneuwe en reegene door de winde, te belette waer op uhEd beliefve sal verwachte, [ock wenste]
Glazenmaker, fragment uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum.
Hout
De werkbazen willen ook graag weten hoe lang en breed de stallen en het kasteleinshuis moeten worden. Dan kunnen ze uitrekenen hoeveel hout er nodig is. In Amsterdam liggen nog honderd stuks, maar van erg slechte kwaliteit, vol met noesten. Hij stelt voor om het te verkopen en voor het geld ander hout te kopen dat geschikter is. Ook het laatste hout uit Hamburg is slecht. Schut vindt het niet eens geschikt om voor het huis te gebruiken. Dus waarschijnlijk zullen ze hout tekort komen.
[waer op uhEd beliefve sal verwachte,] ock wenste schut wel te weeten hoe lanckt en wijt de selfve de stalle ent kasteleijns huijs sal beliefve te hebbe om sijn mesuerees vant hout daer naer te neemen, want seijt dat het hout dat noch tot Amsterdam tot over 100 stucks int getal leijt seer slecht en vol quaste valt en sijns oordeels niet ongeraede vont hetselfve te verkoope, en voort gelt dat daer van komt weer ande
dat dienstiger is te ock, ock sijn de deellen die laest van hamburch sijn gekoome so slecht dat so schut seijt daer weijnich bij sijn die bequaem sijn om opt huijs te gebruijcken oversulcks wij der noch Een goede partij te kort sulle koomen, [wij hebe]
Dorpsgezicht met houtopslag aan een rivier, Matthäus Merian, 1621. Collectie Rijksmuseum.
Ossen
De ossen die Godard Adriaan gezonden heeft doen het als een tierelier. Ze zijn al moddervet en dat geldt ook voor de ossen uit Amsterdam. Maar ze staan ook in een verschrikkelijk mooie wei. Iedereen denkt dat zelfs als de ossen zich ongans vreten, ze er nog wel 10 tot 12 wagenladingen hooi van zullen kunnen maaien.
de osse die uhEd heeft beliefve te sende groeij ongemeen wel aen, men gelooft die modder vet sulle worden so doens ock die ick van Amsterdam heb gekreechge, sij hebbe ock ongemeene schoone weij, daer wij so ijder meent bovent geene de ossen daer wt Eeten noch wel 10 a 12 voer hoeij wt gemaeijt sal konne worden, hiermeede blijfve Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
Het losse briefje met de ps is tussendoor gescand. Volgorde is: 125, 129, 130 links, 127 en 128.
Margaretha heeft de brieven van Godard Adriaan van 12 en 15 mei ontvangen. Wat een aangename berichten! Prins Willem III heeft Godard Adriaan gecomplimenteerd met het mannelijke gedrag van diens zoon tijdens het laatste gevecht. Wat een eer! Toch blijft Godard Adriaan zelf bescheiden; het lag niet aan het gedrag van Van Ginkel, maar aan ‘den grooten godt die met hem gevochten heeft’. Helaas heeft Margaretha zelf weinig positiefs te melden.
Ameronge den 19/9 meij 1677 [rec.: 29 dito]
Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenoeme vande 12 en 15 deeser heb ick ontfa en kan met waerheijt segge in lange geen aengenaemer tijdine gehoort te hebbe als dat sijn hoocheijt uhEd deer heeft gedaen van te schrijfve so wel vande kontwijteConduite: gedrag vande heer van ginckel voldaen te sijn en dat hij hem in de laeste bataelyje so manlijck heeft gequeeten uhEd seijt wel tis niet hij heer van ginckel diet ge daen heeft maer den grooten godt die met hem gevochten heeft, die wij alleen ten hoochste hebbe te dancken ende Eere te geefve[, den heer Schaep]
Die arme majoor Schaap. Margaretha heeft al eerder over zijn sneuvelen geschreven. Herman Schaap, majoor van het regiment van Van Ginkel, is nadat zijn arm was afgezet en hij gevangen was genomen door de vijand, aan zijn verwondingen overleden. Van Ginkel zal er wel verdrietig om zijn; Schaap was tenslotte een goed officier.
[dancken ende Eere te geefve,] den heer SchaepHerman Schaap Maijoor vande heer van ginckels reesgement naer dat sijn Arm is afgeset en hij bij de vijant was ge =vangen is noch Eijdelijck aende quetsuer gestorfven daer de heer van ginckel droefvich om sal sijn want hij was Een goet offisier en wort van Een ijder be =klaecht [nu spreeckt men weer van een beleegerin]
Twee naakte gevangenen en oorlogstrofeeën, anoniem, kopie naar Peter Paul Rubens, naar Francesco de Rossi, gen. Salviati. Collectie Albertina Wenen.
Een belegering?
Het schijnt dat er weer een belegering op handen is, en dat Maastricht het weer zal moeten ontgelden. De kranten reppen al tijden over een mogelijk beleg van Maastricht. Margaretha gelooft er niet in. Althans… Er schijnen wel allemaal troepen richting Roermond te trekken, terwijl er enorme kanonnen richting Den Bosch worden vervoerd! Margaretha moet er niet aan denken, weer een belegering… Er zijn dit jaar al zoveel mensen gesneuveld! Hopelijk wil de Heer Almachtig Van Ginkel en alle andere eerlijke lieden bewaren.
[=klaecht] nu spreeckt men weer van Een beleegerin te doen datsomen seijt Maestricht wel weer mocht gelden, de beginselen sijn in mijn opijnie niet goet dewijlle men dat so lange te voorn so publijck door de korantees als ande seijt, daerom niet kan geloof =ven het daer op gemunt is, hoewel men seijt tot reurmunde veel volckeren van alle kante haer ver saemelen, en dat mij wt den haech geschreefve wort
datter veel swaer en groufe kanon naer den bos ge voert wort, ick schrick te dencken aen weer Een beleegerin so veel Eerlijcke liede sijnder het voorleedene ijaer gebleefve vreese het niet beeter sal gaen, want wij hebbe so dickmael preufve gehad wat staet wij op onse gealieerde he troepees of volckeren hebbe te maecken, de heer almachtich wil sijn hoocheijt en den heere van ginckel met alle Eerlijcke lieden be= =waeren[, voorleedene saterdach is sijn hoocheijt te]
Exercities met een kanon: afvuren van een kanon, Jacques Callot, 1635 Collectie Rijksmuseum.
Vomeren
Er is meer nieuws over de koorts van Van Ginkel. Gelukkig is Ursula Philippota bij hem. De doktoren hebben hem laten ‘vomeren’, ofwel doen overgeven. Godzijdank heeft dat hem goed gedaan en gaat het nu weer beter.
[soesdijck geweest en is nu al weer int leeger,] de vrou van ginckel is int leeger haer man heeft 2a3 Exsesen van Een koorts gehadt, heeft met goet vinde vande docktoore gevoomeert dat hem so van heeteren schrijft weer teenemael harstelt heeft so dat hij nu weer wel is daer de heere voor gedanckt moet sijn[, de prockereur generael weesel is vandaech]
Er is nog zeer weinig bekend over de thuiskomst van Godard Adriaan. Wat duurt deze commissie toch lang! Ze heeft Godard Adriaan ook gewoon nodig om bepaalde beslissingen te kunnen nemen, zoals ze al eerder schreef. Al was het maar voor een korte periode…
het doet mij leet wt uhEd schrijfve te sien datter noch so weijnich staet is te maecken of uhEd t huijs koomen, deese komissie duert seer lange, ick ben uhEd wel veroblijgeertVerobligeren: in een verhouding brengen waarin men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is, Margaretha gebruikt het vaak algemeen voor dankbaar zijn voor sijn oblijsgantObligaat: verplicht. Maakt Margaretha hier een woordgrapje? Of een combinatie van grapjes Obligeren/obligaat, of dat GA’s complimenten obligaat zijn of misschien dat het een obligate brief is? schrijfve en dat deselfve in mijn doen vergenoecht is, ick doen wel mijn best maer vrees al, alst uhEd sal
sien datter noch al wat sal sijn dat r niet is soot uhE gaern had daer om ick wel wenste deselfs pre =sensie hier bijt werck Eens te sijn alwaert maer voor Een kortentijt, [meester henderick schut is]
Het werk aan het huis gaat namelijk gewoon door, en Margaretha wil graag dat alles naar wens is. Met Schut en Rietvelt heeft ze van alles afgesproken: over de dakvensters, het leggen van de stenen op de brug en van de vloeren onder de trap. Alles naar wens van manlief. Het zou wel fijn zijn als Godard Adriaan aan zou willen geven wat hij nu eigenlijk precies met hardsteen bedekt wil hebben. Wil hij dat de muren met hardsteen bedekt worden, net als op Kasteel Twickel?
[voor Een kortentijt,] meester henderick schut is gistere hier gekoome met den selfve en met riet= velt heb ock van alles so vande dackvensters als t legge vande roode breemense vloersteene opde op de bruch ende ent legge vande vloere inde gaete onder de trap het welcke van mij als ock vande voornoemde werck baese teene mael ged volgens uhEd voor slagen en schrijfve geaproobeertApproberen: Als overheid, gezagdrager of hoogere instantie goedkeuren wort, bij mijne voorga heeft de s sekreetaris so hij meent pertinent geschreefve hoe hier met het werck alles staet en wat hartsteene hier sijn waer wt uhEd sal konne sien watter noch van noode soude sijn het welcke aen sijn beliefve staet te weeten wat uhEd noch met hartsteen wil bedeckt hebbe t sij alde muere omt huijs ge =lijckt opt huijs te twickel is of niet[, de]
Gezicht op Kasteel Twickel bij Delden, anoniem, in of na 1908. Collectie Rijksmuseum.
Meneer van (den) Doorslag wacht op antwoord
Margaretha sluit een brief van secretaris Van den Doorslag bij, hij heeft genoteerd wat Schut en Rietveld allemaal nog nodig hebben. Bovendien moeten er beslissingen genomen worden over de dak vensters. Het voorstel is om ze op het oosten, aan de voorgevel, te zetten en op het zuiden. Daar gaat de leidekker nu als eerste aan de slag.
Overigens is de laatste lading hout uit Hamburg zo slecht, dat het niet eens de moeite waard is ze te schaven. Daardoor ontstaat er wel een tekort aan hout…
[=lijckt opt huijs te twickel is of niet,] de sekreetaris schrijft nu weer hier beneffens wt de mont van schut en rietvelt altgeen noodich is, versoecke hier met den Eerste ant =woort op te hebbe voor al of uhEd gevallich is datse dackvensters int ooste vant dack sette dat recht opt voorburch sou koomen, en int suijden, daer de leijdecker nu Eerst aent decke weer sou gaen so haest die schoorsteen gedaen is daerse
nu aen wercke en inde toekoomende weeck klaer sal weesen, l de leste deelle die van hamburch gekoome sijn seijt schut dat so slecht sijn dat sij het schaefve naulijcks waert sijn, over sulxs sulle wij veel deellen te kort koomen,
Margaretha sluit haar brief af met de opmerkingen dat er weer gedeputeerden te velde uitgezonden worden en dat Godard Adriaan eigenlijk voor zo’n positie aan de beurt zou zijn. Kennelijk herinnert die opmerking haar aan andere politieke verwikkelingen, dus ze voegt een extra papiertje in voor een ps over de ongelooflijke staat van de Utrechtse politiek.
Tijdens het schrijven komt luitenant Kemp die bij de Slag bij Kassel aanwezig was. Toen hij uit het leger vertrok was Van Ginkel nog gezond. Kemp geeft nog een ooggetuigenverslag over de heldendaden van Margaretha’s zoon. En, minstens zo belangrijk, geeft een overzicht wie er overleden zijn. Van Ginkels kamerling Roelof Verweij is toch overleden…
ps so komt de luijtenant kemp wt het leeger seijt de heer van ginckel voorleede dijnsdach noch gesont was, en weet niet genoech te seggge in wat perijckel hij geweest is, en dat niet Een van al de generaels Persoone int ge= vecht, is geweest den graef van nassouWalraven van Nassau Usingen en webbenomJohan Thibault Webbenom stonden van verren en saechgent aen, den heer van ginckel so ijder en ock kemp seijt heeft ongemeene dinge gedaen ende vijant voor en achter hechge en ingebroocke lant vervolcht ent hooft geboode, god heeft hem wel op Een wonderbaerlijcke manier be= waert daer wij hem niet genoech voor konne dancken, roellof sijn kamerlin is doot binne ijperen gestorfven, tis met geen monde wt te spreecke hoe alle menchschen door gans hollan van veelle spreecken, de heere wil ons voort bewaere , kemp is hier gesonde om paerde voorde heer van ginkels reesgement te koopen, schaep de luijte =nant vande heer van ginckel is ock gebleeve
Slag bij Kassel, 11 april 1677, Adam-Frans van der Meulen, na 1677. Collectie Kasteel van Versailles. De Franse ‘generaalspersonen’ (op de voorgrond) staan net als die van de Republiek op een afstandje toe te kijken.
Margaretha kan haar geluk niet op! Ze heeft de brief ontvangen die Godard Adriaan haar op 1 mei heeft gestuurd en het ziet er eindelijk naar uit dat hij thuis komt! En er zijn genoeg zaken waar Margaretha haar man dringend bij nodig heeft.
Mijn heer en lieste hartge seedert mijne laeste aen uhEd heb ick die vande selfve vande Eerste deeser ontfange, sien met blijschap daer wt de hoope die hij heeft om sijn demissie in korte te sulle Erlange waer naer hartelijck verlange, hier sijn verscheijde dinge daer uhEd sijn ooch wel Eens bij diende te hebbe, [deselfe]
Het werk vordert gestaag
Godard Adriaan moet inmiddels de bouwmeester gesproken hebben, dus hij zal nu wel een beter beeld van de bouw hebben. Margaretha verwacht weinig van het hout uit Anholt, het is nog niet eens gehakt. De bouw vordert maar langzaam. De gewelven onder het grote salet en de torenkamer zijn ‘volkomentlijck gedaen’ en de werklui zijn nu bezig met de gewelven van de keuken. De eerste schoorsteen heeft een hardstenen lijst gekregen. De leidekker heeft de goten bekleed met lood en de naden van het dak met lood afgewerkt. Hopelijk kan hij nu verder gaan met het leggen van de leien.
Margaretha heeft de ossen die Godard Adriaan heeft gestuurd op de ‘beneedenste bolle’ laten zetten, nu het natuurgebied de Gravenbol. Daar is een ‘ongemeene schoone weij’ en dat is al te zien aan de ossen. Ze heeft Teminck nog zes ossen laten kopen, er was nog weide over. Ze hoopt dat ze met de ossen winst kunnen maken. Je hoort haar denken: elke cent is meegenomen! En ze heeft tabak laten planten. Het is groeizaam weer, maar er zijn weer beren op de weg. Het water stijgt en als dat zo doorgaat, lopen de uiterwaarden onder water. Dan moet er niet alleen voor de ossen een andere locatie gevonden worden maar ook voor het vee van andere mensen. De schippers zeggen dat het mee zal vallen en daar houdt ze zich maar aan vast.
de osse die uhEd heeft beliefve te sende gaen op de beneedenste bolle daer ongemeene scho- one weij leijt, en men al sien datse toeneeme, ick heb door teminck noch ses osse doen koope die hij mij vandaech heeft gesonde het stuck voor 46f dat niet allee mijns oordeels maer ock al diese sien heel goet koop vinde, wij hadde de weij noch over hoope de heere ons met het Een Ent ander geluck sal geefven, ick ben ock heel beesich met toeback te pooten daer wij heel schoon en groeij- saem weer toe hebbe, [maert water wast]
Tabaksplant of tabaksbloem, Anselmus Boëtius de Boodt en Elias Verhulst, 1595-1610. Collectie Rijksmuseum.
Een bruiloft bij Beusinchem
Van haar PS maakt Margaretha weer een allegaartje. Er is een bruiloft bij Beusinchem maar ze is van plan om maar één dag te gaan. Haar schoondochter, Ursula Philippota en Eleonora Sofie Bentinck gaan samen naar hun echtgenoten in het leger. En van de 3000 gulden zijn er 2000 onderweg naar Temminck in Amsterdam – maar dat wisten we al.