Vanaf begin 1674 maakt de familie aanstalten om terug te keren naar Amerongen. Ze moeten dan wel een plaats hebben om te verblijven, want van hun kasteel is weinig over. Kennelijk is er al geïnformeerd, want Jan Quint schrijft dat het huis van Joost Cornelis zou kunnen helpen. Hij stelt echter voor het huis van de Drost te huren, want die ziet hij voorlopig nog niet terug komen.
We weten niet waar de familie uiteindelijk onderdak gevonden heeft. Ook tijdens de bouw is niet duidelijk waar ze verblijven. Wat we nu het Drostehuis noemen in Amerongen is pas in 1675 gebouwd. Dus ook ‘het huis van de Drost’ biedt niet veel info.
Huurkasteel
Tot in de vorige eeuw gaat in de familie het verhaal dat Margaretha het kasteeltje Lievendaal gehuurd heeft. Het lastige is dat we niet precies weten hoe dat er op dat moment uit zag. In 1646/1647 tekende Roelant Roghman veel kastelen en toen was Lievendaal een ruïne. Zoals Roghman het getekend heeft was het zelfs niet deels bewoonbaar. Lievendaal is op dat moment in bezit van Dirck van Eck van Panthaleon en het wordt pas in 1688 door Godard Adriaan en Margaretha gekocht.
Toch is het idee om een kasteel te huren niet vreemd. Het was niet ongebruikelijk dat een kasteel (tijdelijk) door de eigenaars verhuurd werd. Begin 17e eeuw was bijvoorbeeld Kasteel Amerongen verhuurd aan de familie De Coninck die een nieuwe onderkomen aan de Langbroekerwetering1Opent PDF aan het bouwen waren. Zelf woonde de familie toen op Molensteyn, ook aan de Langbroekerwetering.
In 1674 waren in de directe omgeving van Amerongen meerdere kastelen, kasteeltjes en versterkte huizen te vinden. Naast Lievendaal vond je in en rond Amerongen bijvoorbeeld Zuylestein, Bergestein, Wayestein, Royestein en Natewisch. Natewisch bestaat nog steeds en je kan het vanaf de dijk van Amerongen naar Wijk bij Duurstede zien liggen.
Eigen huizen
Naast huur had de familie zelf natuurlijk ook allerhande onroerend goed in en rond het dorp. Dat werd normaal gesproken verpacht, maar na het Rampjaar was alles anders. We weten dat tijdens het Rampjaar het dorp leeg gelopen was. Wie kwamen er terug en wie niet? Wie had er überhaupt nog geld om een huis te huren of een boerderij te pachten?
Een aanwijzing dat ze mogelijk in één van hun eigen woningen getrokken zijn, staat in een brief van 14 februari 1680. Ze kan de bouwerij van Joost van Ommeren, waar ze gewoond hebben, niet verhuren.
[=eren,] de bouwerij oft huijs van joost van omeren daer wij gewoont hebbe te kan ick noch niet verhu =eren [ock de bolle niet daer so weijnich voor ge=]
Een bouwerij is een boerderij of alles wat men nodig heeft om boerenbedrijf te voeren. Op 3 maart 1673 schreef Margaretha al aan haar man dat de Fransen het huis van Joost van Ommeren hadden laten staan. Dus wellicht zijn ze daar voorlopig in getrokken. Overigens schrijft ze dan ook dat ze het huis van de drost ook gered hebben.
Mejuffrouw A.W.J. Mulder
Een belangrijke bron voor dit blog en sowieso voor Kasteel Amerongen is het boek dat Mejuffrouw Mulder schreef over Kasteel Amerongen. Het werd in 1949 uitgegeven en de Vrienden van Kasteel Amerongen hebben in 2015 een herziene tweede druk gerealiseerd. Mejuffrouw Mulder heeft in de Tweede Wereldoorlog toegang gehad tot het huisarchief en veel met de toenmalige bewoners van het kasteel gesproken. Zij is ook degene die de de mondelinge overlevering gekoppeld heeft aan het fragment in de brief van Margaretha.
Er zit enige schot in de zaak: Margaretha weet het geld voor de ordonnanties bij stukjes en beetjes binnen te krijgen. Ze is naar Amsterdam gegaan en heeft bij de belastingontvanger 4410 van de 6000 gulden los weten te peuteren. Dat was niet makkelijk, want de belastingpachters1De inning van belasting werd verpacht, de hoogste bieder kreeg de baan schijnen met drie à vier tegelijk bankroet te gaan, waardoor de belastingontvanger met lege handen staat.
Bij stukjes en beetjes
Op het geld voor de ordonnantie van 10.000 zal ze nog wel langer dan twee maanden moeten wachten. Het is niet te geloven hoeveel moeite het kost om een ordonnantie te krijgen en dan vervolgens weer om hem te innen. Misschien is er straks wel helemaal geen geld meer. Maar ze blijft haar best doen zo veel mogelijk binnen te harken.
rec. 2e may in Hamburg wt Amsterdam den 28 April 1673
Mijn heer en lieste hartge
hier koomende wist den ontfanger nergens minder van als van gelt te geefven segende dat sijn kantoor so seer beswaert wiert dat hem niet moogelijck is te voldoen, de pachters gaen hier met 3 a 4 teffens banckeroet daer hij niet van kan krijge, ick heb hem noch so veel goeije woorde gegeefve dat hij mij gistere op den ordinans2Ordinantie: regeling, verordening van ses duijsent gul 4410f heeft betaelt ende resteerende penin ge tot voldoenin van de 6000f belooft heeft inde toekoomende weeck te betaelle, maer tot de betaeline van leste ordinansi ter som van 10000 f kan hij mij geen tijt stelle vreese dat noch wel Een maent of twee sal aenloope Eer mij die betaelt wort, het sal naer dat ick sien en hoor hoe langer hoe Erger worde en vreese men opt lest heel geen gelt sal konne krijge daer om ick blij ben deese leste ordinansi van tienduijsent gul genoome te hebbe men sou niet geloofve wat moijte men heeft Eer ick de ordinansie krijch en dan weer omt gelt te krijgen, sal niet versuijme het selfve so veel inte vorderen
Financiële verantwoording
Ondertussen hoopt ze dat haar man het haar niet kwalijk neemt als ze 2000 gulden van het ontvangen bedrag meeneemt naar Den Haag om de belastingen en de wijnrekeningen te betalen en de rest van de huishouding te kunnen blijven voeren. De overige 2410 laat ze bij de drost van Amerongen die het dan aan huisbankier Temminck zal geven zodra ook de rest van de 6000 binnen is. Zodra er iets voor de volgende ordonnantie binnenkomt gaat dat ook naar de bank. De drost zal dat Godard Adriaan steeds laten weten, zodat die bij kan houden hoeveel geld er van hen bij Temminck uit staat. Temminck zorgde ook voor de wissels, zodat Godard Adriaan in het buitenland geld op kon nemen.
alst doenlijck sal sijn, bidt niet qualijck te neeme dat ick van dit ontfangene gelt twee duijsent gul mee naer den haech sal neeme om aldaer de schattine en de wijnkooper brant sijn reeckenin te betaelle en het resteerende tot de huijshoudine inde haech koomende sal ick uhEd de memoorije vande lest ontfangene 6000f wat daer meede betaelt is sende, de resteerende 2410f laet ick hier in hande van onsen drost om als hijt verde =re gelt van den ontfanger sal hebbe bekoome het saeme aen teminck sal telle het welcke dan de som van vier duijsent sul sal sijn so haest salder geen gelt vande leste ordinansi ontfange worde of salt almeede in hande van teminck legge, het welcke uhEd van tijt tot tijt sal laete weete op dat deselfve staet kont maecke wat gelt onder teminck van ons is, [ick heb ons goet]
Alles naar de pakzolder
Het huis aan de Nieuwe Herengracht is per mei aan anderen verhuurd, dus Margaretha moest nodig een nieuwe plek zoeken. Net op tijd heeft ze die gevonden en alle spullen verhuisd. Ze heeft voor 5 gulden een pakzolder gehuurd bij makelaar Raedemaecker op de hoek, waar nu alles netjes bij elkaar staat. Behalve dan de koffers met zilver van Phillippota, het kastje met eigendomspapieren en nog twee kastjes met belangrijke brieven: die worden in bewaring genomen door de drost, die bij zijn vader op de Binnen Amstel gaat wonen. Margaretha heeft van alles een inventaris opgesteld. Die nieuwe zolder is ook nog eens een stuk goedkoper dan het huis, want voor het huis betaalde ze 125 gulden per half jaar en nu maar 5 gulden per maand.
[wat gelt onder teminck van ons is] ick heb ons goet dat alde winter hier geweest is verhuijst en hier naest de deur tot Een maeckelaer genaemt raedemaecker op sijn packsolder die ick bij de maent gehuert heb voor 5f ter maent altemaelt goet bij Een geset, wt gesonder ons en de vrou van ginckels silver koffers met sil= =ver En ons kastge met transporte briefve en noch twee vande kistges met vande nodichste briefve sal den drost in sijn huijs in bewaerrin
houde, hij gaet hier in sijn vaders huijs op den binne Emstel3Binnen Amstel woonen, ick heb van alles Een inventa =ris gemaeckt en wel aengeteeckent, heb hier nu weer 125f van huijshuer voor dit half ijaer betaelt, dat liep te hooch, derf Evenwel mijn goet noch niet inden haech wagen, 5f ter maent kan gaen, [men is hier seer bekomert]
Friesland in gevaar, Brandenburg haakt af
Er zijn troepen naar Friesland gestuurd omdat men bang is dat de vijand daar zal binnenvallen. Dan worden we op drie verschillende plaatsten tegelijk bedreigd! Nou ja, ze zullen niet meer kunnen dan de Heer zal toestaan. Margaretha hoopt dat Hij de Republiek bij zal staan en een keer verlossing zal brengen. Men zegt dat komende week de Zweedse Ambassadeurs naar Aken zullen vertrekken. Ook blijft men maar zeggen dat de keurvorst van Brandenburg een verdrag heeft gesloten met Frankrijk. We kunnen op niemand vertrouwen, behalve op God, en hopen op een goede vrede.
[maent kan gaen] men is hier seer bekomert en vreese de vijant in vrieslant4Friesland sal soecke in te breecken daer om daer volck gesonde sal worden, sij dreijgen ons op drie verscheijde plaets te gelijck te wille atackeere5aanvallen, sij sulle niet meer doen als haer de heere toe laet hoope de heer ons sal bij staen en Een mael Een genadige verlossine geefve, de sweetse Ambasadeurs seijtme dat int Eerst van de toekoomende weeck vertrecke naer Acken, men kontiniweert noch te segge dat de keurvorst van branderburch Een aliansi met Vranckrijck6Margaretha is hier heel erg op de hoogte, pas in juni wordt het Verdrag van Vossem getekendheeft gemaeckt , wij konne ons op niemants vertrou =we als alleen op godt en hoope op Een goede vreede
Amsterdam laat het hoofd hangen
Godard Adriaan zou vast niet geloven hoe de mensen in Amsterdam praten en hoe moedeloos ze worden. Veel kooplieden maken zich grote zorgen. Degenen die hun belangrijkste zaakjes naar Hamburg hebben gebracht, hebben al weer spijt, want Hamburg is slecht verdedigd. Het zou minimaal op plundering uitdraaien. Margaretha lijkt hier niet echt in mee te gaan, want anders zou ze wel grotere zorgen over de veiligheid van Godard Adriaan laten doorschemeren.
uhEd sou niet geloof hoe de mense hier spreecke en hoe kleijn moedich dat sij worde seggende dat dees stat meest bedurfven is de kooplie weeten niet waer sij blijfve sulle veel sijn swaerhoofdich die haer prinsipaelste7Principaal: Voornaam(st), belangrijk(st) tot hamburch hebbe ge brocht wenste het weer hier te hebbe vreese om dat hamburch sonder defensi is, het minste
datter sal koome dat die stat sal wt geplondert worde, so dat men niet weet waer seecker te sulle blijfve, [de oorlooch scheepe sijn hier alle gereet]
Oorlogsvloot voor Pampus
De oorlogsschepen zijn gereed, maar kunnen vanwege de droogte niet over Pampus komen, een ondiepte in de Zuiderzee op de vaarroute van en naar Amsterdam. Er staat niet meer dan 8 tot 10 voet water boven, terwijl er schepen zijn met een diepgang van 24 tot 26. Hebben zij weer! Hier komt overigens de uitdrukking “voor Pampus liggen” vandaan. Als je daar ligt, kan je niet verder en ben je tijdelijk uitgeschakeld.
[blijfve] de oorlooch scheepe sijn hier alle gereet maer konne door de droochte niet overt panhfis8Pampus daer isserboove de 8 a 10 niet over en dersijnder wel 24 a 26 dit is alweer Een ongeluck, [het doet]
Sommelsdijkje zwanger van Labadie?
We naderen het einde van de brief, want het wordt tijd voor een roddel. Margaretha zegt niets te weten van een vertrek van mevrouw Lucia van Walta, de Vrouwe van Sommelsdijk, uit Den Haag. Blijkbaar heeft Godard Adriaan daar naar geïnformeerd. Margaretha zal eens rondvragen als ze weer in Den Haag is, maar ze gelooft het eigenlijk niet. De hele winter wordt er al gekletst dat Lucia’s dochter, Maria van Aerssen van Sommelsdijk, die bij de Labadisten zit, zwanger zou zijn van leider Jean de Labadie en dat ze met hem zal trouwen. “Het deugt daar niet, met al hun heiligheid”, merkt Margaretha op.
[de ick sijn leefve wel wensche] vande vrou van someldijcks9Lucia van Walta, echtgenote van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk vertreck wt den haech heb ick niet Een woort gehoort salder nae verneeme so haest ick weer inden haech koom maer geloof niet datsij wt den haech is, men heeft al de winter geseijt dat juff Marij van someldijck10Maria van Aerssen van Sommelsdijk die bij la bedije11Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte is swaer was en dat hij labedije haer sou trouwe ten deucht daer met al haer heijlicheijt niet,
“Daar” is op dat moment Altona bij Hamburg. Jean de Labadie was in 1669 als predikant in Middelburg afgezet en naar Amsterdam gegaan. Zijn radicale leer van samenleven in soberheid en het precies volgen van de bijbel trok ook dames uit de hogere kringen, waarvan de bekendste Anna-Maria van Schurman was. Via haar kwamen ook drie (van de elf) dochters van Van Aerssen van Sommelsdijk en Lucia van Walta erbij, waaronder Maria. In 1670 trokken de Labadisten naar Herford in Westfalen, waar ze onderdak vonden bij Elisabeth van de Paltz. In 1672 vestigden ze zich in Altona. Als het klopte dat moeder Van Aerssen uit Den Haag was vertrokken, was ze misschien wel op weg daarheen, wie weet om bij een bevalling te zijn of een bruiloft voor te bereiden… Of deze roddel nu waar zal blijken of niet, feit is dat het slot Walta in Wieuwerd, waar de Labadisten in 1675 neerstreken, eigendom was van de drie gezusters van Aerssen.
1
De inning van belasting werd verpacht, de hoogste bieder kreeg de baan
2
Ordinantie: regeling, verordening
3
Binnen Amstel
4
Friesland
5
aanvallen,
6
Margaretha is hier heel erg op de hoogte, pas in juni wordt het Verdrag van Vossem getekend
7
Principaal: Voornaam(st), belangrijk(st)
8
Pampus
9
Lucia van Walta, echtgenote van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk
10
Maria van Aerssen van Sommelsdijk
11
Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte
Margaretha begint haar brief duidelijk geïrriteerd: Tot op heden heeft ze nog geen cent ontvangen van de ordinantie! Morgenochtend wil ze naar Amsterdam gaan om te kijken of dat enig effect heeft bij de ontvanger. Als ze dan toch in Amsterdam is kan ze meteen kijken of ze de pakzolder van de buren kan huren om de spullen van het huis in Amsterdam veilig op te bergen, bedenkt ze tussendoor. Per eind mei is het huis dat ze heeft immers aan anderen verhuurd. Ze twijfelde of ze een nieuw huis moest huren, maar gezien de kosten lijkt dit een betere optie. Den Haag vindt ze nog niet veilig genoeg.
Geldzorgen
Vervolgens schrijft ze in haar brief over de enorme geldzorgen die haar plagen. Hoewel de ordinantie van 10.000 gulden bij de Raad van State inmiddels wel rond is, moet er nog bevestiging komen van de Staten van Holland. De uitbetaling in contanten van de ordonnantie van 6.000 gulden laat ook op zich wachten. Margaretha raakt somber door al deze financiële zorgen, zoals de huur van het huis in Amsterdam, belastingen en de dagelijkse kosten van het huishouden. Daarbovenop doet het haar als moeder ook pijn om haar eigen kroost te vertellen dat ze niet langer bij haar kunnen aankloppen voor financiële hulp in noodgevallen. Maar hopelijk gaat het nu wel goed met haar zoon en schoondochter, wat betreft de betaalde brandschatting voor Middachten.
[ 400f bedraecht ] daer ick als noch geen raet toe weet daer om uhEd wel seijt dat wij op alles de menaesge1Menage: zuinig beheer der inkomsten, het betrachten van zuinigheid moete soecke bevinde het voor waer wel, heb ock aende heer en vrou van ginckel geseijt dat sij geen staet meer op ons sulle konne maecke dat ick hoope haer goet nu met die brant schattin te geefve vrij sal sijn, ick leg alles so naeu over alst moogelijck is konsidereerende dat wij alles quijt sijn ick wort out en uhEd met al die swaere fatigees2Vermoeidheden (van het werkwoord fatigeren) van so lange en int felste van de winter te reijse sal ock wel tien ijaere ouder sijn als deselfs ijaere meede brenge, wij sijn ongeluckich dat ons deese tij= de in onse ouderdom overkoome dan wat sulle wij doen moeten ons de wil des alderhoochste onder werpen hem bidde dat wij door deese sijne roede van ons sondich leefve mooge gebeetert worden [het welcke]
Oud en moe
Het verdriet spat van het papier, want ze beklaagt zich over haar ouderdom, en die van haar vermoeide en verzwakte man, die in de kou zit. Het is een groot ongeluk dat ze op hun leeftijd deze ramp moeten doorstaan. Moge hun zondige leven maar verbeteren!
Amoers maken
Tussen de zorgen over geld en de oorlog door deelt Margaretha een nieuwtje over haar neef Welland in haar brief: het schijnt dat hij avances maakt bij Juffrouw van der Wijlle. Wie deze dame precies is, blijft onbekend. Margaretha is niet zeker of het een serieuze zet is van haar neef, of gewoon een pleziertje tussendoor… Welland is terug in Den Haag en heeft een beetje begrepen dat hij niet op de zak van zijn tante kan blijven teren, want hij heeft zijn onderdak elders gezocht. Alleen komt hij wel ‘s avonds en ‘s middags eten, terwijl Margaretha ervan uit ging dat hij bij een ordinaris zou gaan eten.
Wijn, zadels en kaas
Terwijl ze hierover schrijft, ontvangt ze een aantal pakketten. Er is wijn aangekomen en eindelijk zijn daar de manden met zadels! De zadels heeft ze zelf al op 30 september vorig jaar naar Hamburg gestuurd, omdat haar man dat vroeg. Nu zijn ze terug zodat hun zoon ze kan gebruiken. Ze is van plan om rustig van de wijn te genieten. Over boodschappen gesproken, de Parmezaanse kaas is nog steeds niet aangekomen in Breda, en ze vraagt zich af of haar man binnenkort grasboter voor haar kan regelen. Hoewel grasboter in de Republiek ook verkrijgbaar is, is de prijs ontzettend hoog. Waarom? Ze herinnert haar man aan de waterlinie, die nog steeds in stand is, waardoor veel landen en graslanden nog steeds onder water staan en veel dieren sterven door gebrek aan voedsel.
[de heer van ginckel is noch te gorckom] de heer van wellant is ock weer hier heeft sijn slaepstee op den dennewech ge= noome maer komt hier middach en avont Eeten hadtge
meent hij in Een ordinaris soude gegaen hebbe, het schijnt hij de Amoers aen Juffrou vander wijlle maeckt oft hem Ernst is weet ick niet, dus int schrijfve ontfange ick de rinse bleecke3Waarschijnlijk Rheinische Bleichert, een wijn uit de buurt van Linz onder Bonn met de mande met sadels daer voor uhEd hoochlijck bedanck het is al Een goet vat mooge wijt gerustelijck geniete sulle daer verde inde soomer mee koomen ick drinck noch over de tweede oxshooft4Oxhoofd: 231 liter wijn vande heelle winter, als nu de nieuwe gras booter opgeleijt wort die duere kan en men van daer 2a 300 pont die goet waer kost sende soude heel wel koome want ongetwijfelt sal de booter hier seer dier sijn vermidts der so veel lant noch onder water leijt en so veel beeste bij gebreck van voer sterfven, [meeste]
Toch nog een financiële meevaller?
Plotseling komt de klerk Vos binnenlopen. Hij vertelt Margaretha dat de 10.000 gulden is toegezegd. Ze is dankbaar jegens de Amsterdammers in de Staten van Holland. Haar harde werk lijkt effect te hebben gehad. Tenminste, er is toezegging gedaan, maar of het geld daadwerkelijk snel haar kant op komt, is nog maar de vraag…
1
Menage: zuinig beheer der inkomsten, het betrachten van zuinigheid
2
Vermoeidheden (van het werkwoord fatigeren)
3
Waarschijnlijk Rheinische Bleichert, een wijn uit de buurt van Linz onder Bonn
Er zijn woorden gevallen tussen de Prins van Oranje, Raadpensionaris Fagel en Pölnitz. Margaretha heeft Pölnitz zelf gesproken en niet alleen hij is er nog vol van, het zit ook Margaretha hoog. Wat er precies gebeurd is wordt niet duidelijk uit haar brief. Maar we kunnen er wel een redelijke inschatting van maken.
In de Republiek wordt al tijden geklaagd dat het leger van de Keurvorst pas iets doet als ze de subsidies binnen hebben. De waarheid ligt genuanceerder: de Republiek houdt zich niet aan de betalingsafspraak. De Keurvorst is al een tijdje bezig de stekker uit het hele avontuur te trekken en Godard Adriaan weet dat. Hij weet ook dat de Keurvorst vindt dat de Republiek al heel veel gehad heeft aan deze veldtocht. Door deze tocht zijn immers veel Franse soldaten uit de Republiek naar Duitsland getrokken, waardoor hun positie in de Republiek verzwakt is. Godard Adriaan kan wel raden, of weet heel goed, met welke boodschap Pölnitz naar de Republiek gestuurd was. Een boodschap die de Prins van Oranje niet zinde…
[gesonde,] den heere penits1Gerard Bernhard Pölnitz is hier het geene tusche sijn hoocheijt de r p fagel2Gaspard Fagel en hem is gepasseert sal uhEd buijten twijfel wt het schrijfve vande heere overste webbenom3Johan Thibault Webbenom die ick uhEd met de laeste post heb gesonden hebbe gesien, so ick van verscheijde hoore en ock wt den heere penits die mij heeft besocht kost mercke heeft het al vrij wat hooch ge =gaen en sijn hoocheijt hem klaer wt gesproocke ick wenste het wat meer tusche de 4 a 8 oochge waerre geweest en dat het so rucht= baer niet en was, ijder heeft er de mont vol van, [daer bij heeft den jonge penits te weete]
Geld en verstand
Pölnitz was getrouwd met een (bastaard-)dochter van Prins Maurits en dus familie van Amalia van Solms. Kennelijk had hij zijn zoon meegenomen en was deze mee op familiebezoek. Aan het hof van Amalia van Solms laat deze jonge Pölnitz van zich horen. Hij heeft tegen freule Katharina von Dohna, de nicht van Amalia van Solms, gezegd dat de Hollanders niet genoeg geld hebben voor oorlog en niet genoeg verstand voor vrede. En dan te bedenken dat hij ook nog graag een compagnie zou willen hebben. Margaretha betwijfelt of dat op deze manier gaat lukken.
[van,] daer bij heeft den jonge penits4Waarschijnlijk Willem Lodewijk von Pölnitz te weete
den soon vanden af gesante opt hoff van de prinses teegens freelle5Freule katrijn van dona6Catharina van Dohna onder ande =re diskoerse7Discours:Wat je tijdens een gesprek zegt, gesprek geseijt dat wij geen gelt hebbe om te oorloochge en niet verstants genoech om de vreede te maecke, het welcke mijns oordeels hem niet paste te segge, deese man soeckt hier noch Een kompangi te hebbe of dat der de middel toe is twijfel ick seer aen, [de vreede staet ons]
Amsterdam of Den Haag
De huur van het pand aan de Nieuwe Heerengracht loopt binnenkort af. Margaretha weet nog steeds niet wat te doen. De kosten lopen zo op als ze weer een huis huurt. Maar íedereen heeft een huis in de stad, dat is toch het veiligst. Margaretha zet de verschillende opties op een rijtje. Een heel huis huren is duur, maar ze zou het idee wel fijn vinden als haar kramende schoondochter daar veilig zou zijn. Dat voordeel heeft ze met een pakzolder niet. Ze kan ook alles naar Den Haag brengen en er maar het beste van hopen… Ze is in duizend beraden.
[komste voor ons,] wij sijn maer ses weecke tot meij het huijs daer te Amsterdam ons goet staet is verhuert, ick weet niet wat ick doen sal of weer Een huijs daer te huere daer toe ick de koste ontsien, of Een pack solder omt goet op te sette of en dan ben ick met het kraeme vande vrou van ginckel bekomert, of dat ick tgoet hier sal brenge en wage het Een met tander, ben in duijsent beraet meest al de liede hebbe huijse inde steede en haer goet daer gebrocht, ick salt noch Een maent insien en uhEd goetvinde afwachte, hiermeede Eijnde gende blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff M Turnor
Naschrift
De brief ligt klaar om te versturen en dan komt er een brief van Godard Adriaan binnen. Hij blijkt niet geheel gezond. Wat wil je ook met zo’n veldtocht? Margaretha drukt hem op het hart niet verder met de Keurvorst mee te reizen, maar in Minden te blijven tot hij beter is. Gelukkig is dat precies wat Godard Adriaan gedaan heeft, want deze brief ontvangt hij twee weken laten in in Hamburg.
Mijn lieste hartge naert schrijfve van dees ontfange vhEd vande 10 deeser waerwt met hartelijcke leetweese sien uhEd indisposijsie dit bedroeft mij meer als Eits het goet is met godts hulpe te verwine als ick uhEd maer in gesontheijt mochte behoude och hoe verlange ick naert aenkoome vande naeste post, met siecke leede te reijse sal imers niet wel sijn hoope uhEd so voorsichtich sult sijn en laete de keurvorst reijse, blijfve te minde wtruste, [ick hebt voorwaer wel gevreest dat]
En als ze dan toch weer aan het schrijven is, houdt ze hem ook nog even op de hoogte over de Acte van Garantie voor hun afgebrande huis. Ze herhaalt daarbij de voorkomendheid van de Prins en de maning tot geduld van de broers Fagel.
Ook vermeld ze dat de Heer en Vrouw van Ginkel erg dankbaar zijn voor het geld voor de brandschatting, ze hadden geen idee hoe ze dat geld anders bij elkaar hadden moeten krijgen. Margaretha maakt zich wel zorgen en is bang dat het bos al verkocht is aan de kapers uit de familie.
Dan is het tijd om de brief voor de tweede keer af te sluiten. En nu moet ze opschieten! Ze zal met groot verlangen naar de brieven van haar man verlangen…
Oh, trouwens, dat van die jonge Pölnitz… Dat was aan het hof en er waren allemaal mensen bij!
[sijn,] hiermeede sal ick met groot ver= lange naer uhEd briefve verlange en blijfve met haest
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MT het geen den jonge penits geseijt heeft soude opt hof op de voorkamer van sijnhoocheijt in presensi van meenichte van van mense geschiet sijn
Dit is één van de meest geciteerde brieven van Margaretha, omdat hier zo duidelijk het dilemma rond betalen of niet betalen voor het behoud van Kasteel Amerongen uit de doeken wordt gedaan. Ze stuurt deze brief wel mee met de diplomatieke post van de Brandenburgse vertegenwoordiger in Den Haag, Matthias Romswinckel. Een snelle route, want Godard Adriaan krijgt hem binnen een week, en dat is zelfs sneller dan via de ijlbode van Willem III (de koetsier van graaf Waldeck) waar de vorige brief mee gekomen is.
Goede raad is duur
Binnen drie dagen betalen, of anders….! Zoals in de vorige brief aangekondigd wil ze de beslissing niet in haar eentje nemen maar gaat ze te rade bij vrienden in Den Haag en Utrecht. Die komen met het advies om toch het geld maar neer te tellen, omdat de Fransen zich tot nu toe netjes aan hun woord hebben gehouden, en huizen waarvoor betaald is met rust hebben gelaten. Maar als ze zou betalen zou ze dat, om verschillende redenen die Godard Adriaan wel kan bedenken, geheim moeten houden. Betalen aan de Fransen was door de Staten-Generaal verboden.
[in de tijt van drije dagen en niet betaelle], ver= scheijde van onse goede vriende al hier so wel als die te wttrecht oordeele wij die som tot be= houdenis vant huijs behoorde te wagen, voegende voor reede daer bij datse tot noch toe haer woort diese tot konservasie1conservatie: behoud vande huijse hebbe gegeefve niet te buijten hebbe gegaen2haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden maer die hebbe verschoont en bewaert datter int minst niet aen is gekrenckt, doch alsmen wat geefe sou dat ment selfge sou moete seeckreeteere3secreteren: geheimhouden om verscheijde reedene die uhEd kan dencken,
Wat moet ze doen? Het zou haar zwaar vallen om een huis dat van generatie op generatie in de familie van Godard Adriaan is doorgegeven, en waar ze zelf dertig jaar ziel en zaligheid in heeft gestopt, verloren te zien gaan als het met zo’n bedrag te redden zou zijn. Hoewel geld dus schaars is en bijna niet te krijgen.
ick in pijn sijnde niet weetende wat ick doen sal sou niet gaeren Een huijs dat so out van uhEd voorouders is gekoome en daer ick nu dartich
ijaere met so veel sorch op heb getobt4Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren sien verloore gaen alst ment met so een som sou konne voorkoom
Ze gaat laten navragen of er niet nog 14 dagen uitstel te krijgen is, of dat er met 2000 in plaats van 3000 gulden ook wat te bereiken is.
Brandenburgs succes?
Ondertussen wordt in Den Haag reikhalzend uitgekeken naar de Duitse post, want het gerucht gaat dat de keurvorst van Brandenburg nu toch een overwinning op Turenne heeft gehaald. Maar het wachten is nu op bevestiging uit het leger van Brandenburg zelf, want het bericht wordt sterk betwijfeld.
Dooi verhindert prinselijke plannen
Willem III is weer naar Alphen aan den Rijn. Het vriest hard, maar men zegt dat de grond zo warm is, dat dat opweegt tegen de kou in de lucht, waardoor het toch dooit. De prins kan daarom met zijn leger niet zoveel uitrichten, en zo vervliegt er weer een sprankje hoop op bevrijding van de bezette gebieden. Dat omgekeerd de dooi ook beschermt tegen eventueel Frans gevaar voor Holland, benoemt Margaretha dit keer niet. Het glas is momenteel halfleeg, en dat is te begrijpen.
[bataelge sal leevere of dat wagen,] sijn hoocheijt is weer naer Alfhen, het vriest hier weer sterck dan men seijt dat de gront van ondere so warm is dat vandaer so veel doijt als de lucht van booven vriest, geloof niet datter Eits gedaen sal worde, daermee dan al onse hoop van verlossine verdwijnt, [dees]
Rijngraaf voorgetrokken
Nog een nijdige p.s.: Rijngraaf Karel Florentijn van Salm heeft voor zijn zoontje (12 jaar) weer een compagnie gekregen. “Dat kind heeft nu drie compagnieën!” Graaf Karel had er zelf ook al drie én drie regimenten, dus feitelijk heeft hij nu drie regimenten en zes compagnieën. “Dat kan voor een man wel gaan”, pent Margaretha bozig, maar de weduwe van admiraal van Ghent kon er voor háár zoon geen krijgen. Schrijft Margaretha hier nu dat een kind een legeronderdeel gaat aanvoeren? Nee, het gaat hier waarschijnlijk om het verzamelen van aanstellingen (voor jezelf of familie) die geld opleveren, en die je vervolgens voor een lager bedrag door een ander laat uitvoeren.
graef karel de rijngraef5Karel Florentijn van Salm heeft nu weer een kompangi voor sijn soon gekreechge dat kint heeft nu drie kompa en graef karel 3 en drije reesgement, Ergo 6 kompan en die reesgemente dat kan voor Een man wel gaen de arme weduwe van den Admiraal gent kost voor haer soon niet krijge, so dient den Eene het geluck bij dandre niet
1
conservatie: behoud
2
haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden
3
secreteren: geheimhouden
4
Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren
Vier dicht beschreven kantjes, een P.S en nog twee later toegevoegde blaadjes: de brieven van Margaretha worden steeds langer terwijl de winter gaat strengen en de dreiging toeneemt. Ook boven Amerongen komen donkere wolken te hangen, hoewel het voorlopig nog overeind zal blijven staan. Dit in tegenstelling tot een kasteel veel verder zuidelijk…
Garnizoen van Maastricht neemt Valkenburg in
Willem III is met het leger Maastricht gepasseerd en op weg naar Tongeren. Ook vijf regimenten van het garnizoen van Maastricht moeten zich gereed houden met proviand voor vijf dagen.
[rhijn al soude gepasseert sijn], de briefve van Maestricht brenge vandaech meede dat sijn hoocheijt wt lant van guijlijck1Het land van Gulik (Jülich), ten oosten van Heerlen opgebroocke en Maestricht passeert om ist niet met het heelle leeger met Een gedeelte naer tongere2Tongeren, Vlaamse plaats 20 km ten zuidoosten van Maastricht te gaen 5 reesgemente wt Maestricht was aengeseijt haer op de tromslach gereet te houde en haer voor 5 dage te proviandeere,
Margaretha neemt aan dat haar man gehoord zal hebben dat datzelfde garnizoen een paar dagen eerder Valkenburg heeft ingenomen.
[toelaetinge niet en geschiet, moet zijn], dat het garnisoen van Maestricht valckenburh3Valkenburg heeft ingenoome sal uhEd hebbe gehoort, [nu aen=]
Eindelijk erkenning voor Godard Adriaan
De Duitse troepen zijn helaas nog steeds niet over de Rijn. Margaretha is echter zeer verheugd te horen dat haar echtgenoot een brief van dank van officiële zijde heeft ontvangen voor het feit dat hij de Keurvorst überhaupt zo ver heeft gekregen om tegen de Fransen in het geweer te komen. Een belangrijk deel van zijn missie is dus geslaagd, terwijl Dijkveld in Engeland minder succesvol is geweest.
tis mij seer lief dat uhEd sul =cken oblijgante brief van danckseggin heeft ontfange dit geeft geen kleijn kon =tentement maer wel groote gerusticheijt
en konne godt niet genoech dancke dat uhEd sijn doen met geen attestasie4verklaring omtrent de feiten hoeft te defendeere5verdedigen gelijck ick sie dat den heer van dijckf6Everard van Weede van Dijkveld doet
Water wegmalen onder het ijs
Koning Winter blijft dreigen. Gisteren en eergisteren heeft het weer flink gevroren. Margaretha hoort zeggen dat men het ijs op elk gewenst moment onder water kan laten lopen, daar waar de vijand er overheen zou kunnen komen. Bovendien kan men het water er onder vandaan malen. Ze moet het nog zien en is er niet gerust op. Maar gelukkig is het nu weer ‘vuil dooiweer’.
[hoe meer beschuldicht,] gistere en Eergistere begost7begon het hier scherp te vriese, daer door me seer bekommert was hoewel geseijt wert dat men de passaesge daer de vijant door sou moete koome alle Eure8alle uren, elk moment het water over t ijs kan doen loope, ent water ondert ijs wech maelle, dan dit is maer segge alst ter op aen quam sout te besien staen, nu de heer wil ons bewaere, het is weer vuijl doeij weer, [t is mij seer lief dat uhEd sul]
Amerongen in gevaar
De zoon van Teunis Huibertse heeft geschreven dat het in Amerongen ondertussen weer een poosje rustig is geweest omdat er geen troepen meer doorheen zijn getrokken. Hij heeft een sauvegarde gekregen: een (aantal) Franse solda(a)t(en) die hij moet onderhouden met zeven gulden in de week en die er dan (hopelijk) voor zorgen dat hij niet door andere Fransen wordt uitgekleed. Een maffiose beschermingsregeling dus. Daarnaast heeft hij een schriftelijke verklaring van bescherming gekregen, die hij Margaretha heeft toegestuurd en waarvan hij denkt dat deze ook voor het Kasteel geldt. Maar Margaretha leest er het tegenovergestelde in: de sauvegarde geldt voor huizen, meubelen en vee van het dorp Amerongen, maar uitdrukkelijk niet voor het kasteel. Ze had liever gehad dat het kasteel helemaal niet genoemd was! Ze vermoedt dat de secretaris niet goed Frans verstaat, of in ieder geval geen Franse drukletters begrijpt. “Daardoor vrees ik dat ze niets goeds met ons huis in de zin hebben, en dat ik daar nooit meer terug zal komen”
doch dat hij Een savegarde9Sauvegarde: bescherming van goederen of personen heeft bekoome die sij seeve gul sweecks10zeven gulden per week op sijn Eijgekost en dranck ock Een schrijftelijck die hij heeft laete drucke en mij Een gedruckte kopij van toegesonde hij seijt speesiael de konservasie11het behoud vant huijs te Ameronge daer in begreepe te hebbe, maer nu ick die wel nae sien bevinde niet min als ons huijs daer in begreepe, maer ter kontra =rije12in tegendeel, se is voor de huijse meubele en beestiaele13veestapel van Ameronge, behalfve voort kasteel dat sij wt druckelijck daer in sette, het waer mijns oordeels beeter geweest het kasteel daer niet in genoemt waer, het is int frans het welck geloof de seekreetaris niet verstaen heeft of noch int gedruckte niet en verstaet, hier door vrees ick datse noch al niet goets met ons huijs int sin hebbe en ick daer noijt weer op sal
(kome)
In een P.S. komt ze er weer op terug, na tussen neus en lippen door even gemeld te hebben dat het met alle kinderen weer goed gaat. Ze citeert de letterlijke Franse tekst.
de kindere sijn alle de heer sij gedanckt weer wel inde savegarde14Sauvegarde: bescherming van goederen of personen is wtdrucklijck met deese woorde le village d ameronge maijson meubles bestiaux E fourages, al la reserve du chateau du d lieu nous deffendons tres Expressement a tous gens de guerre qui sont sous notre commendement de ne rien prendre enlever15het dorp Amerongen [met] huis, meubels, dieren en voorraden, met uitzondering van het kasteel ter plaatse, nemen wij uitdrukkelijk in bescherming tegen soldaten die onder ons bevel staan, om niets weg te nemen Etc voeraesge16fourage:voorraad (van o.a. veevoer) hoeft geen savergerde want dat is altemael wech
Alle beesten op één na verkocht
Ze stelt bitter vast dat voor de voorraad niet eens een sauvegarde nodig was, want alles is toch weg. Hun hele agrarische bedrijf in Amerongen is opgedoekt. Alle dieren, op één na, zijn verkocht, omdat ze er geen voer meer voor konden krijgen. Al het personeel is afbetaald en uit dienst. Wat Teunis Huijbertse zelf nog doet zal voortaan in daghuur zijn. Op wat over is zal hij zo goed mogelijk proberen te letten.
ons menaesge17ons bedrijf is te Ameronge teenemael op gebroocke alde beeste op Een naer verkocht want sij kosten18konden daer geen voer voor houd of krijgen, altvolck is af betaelt en wt onsen dienst gegaen, tgeene teunis voor taen sal doen sal in dach huer sijn hij heeft aengenoomen op alles te sulle lette en sien so veelt moogelijck is noch te konserveere t geene daer noch over =rich is, men seijt sijnhoocheijt het kasteel te valckenburch19Valkenburg, Zuid-Limburg heeft doen springe20Op 6 december liet Willem III het kasteel opblazen en de stadswallen verwoesten. Het was voor de Fransen de uitvalsbasis voor de inname van Maastricht. Willem III wilde dat voorkomen. Helaas, in juni 1673 werd Maastricht alsnog door de Fransen ingenomen.
Kasteel Valkenburg opgeblazen
En dan, zonder overgang, volgt er nog een regeltje van grote betekenis over een heel ander kasteel: Willem III heeft Valkenburg in de lucht laten vliegen! Ze maakt er verder geen woorden aan vuil, maar achteraf kun je er een voorafspiegeling van het lot van haar eigen kasteel in lezen. Alleen staan hier de daders aan de andere kant. In het geval van Valkenburg was het ook nog eens tevergeefs: Maastricht werd in 1673 alsnog door de Fransen ingenomen, iets wat Willem III met de vernieling van voorpost Valkenburg had willen voorkomen.
1
Het land van Gulik (Jülich), ten oosten van Heerlen
2
Tongeren, Vlaamse plaats 20 km ten zuidoosten van Maastricht
3
Valkenburg
4
verklaring omtrent de feiten
5
verdedigen
6
Everard van Weede van Dijkveld
7
begon
8
alle uren, elk moment
9
Sauvegarde: bescherming van goederen of personen
10
zeven gulden per week
11
het behoud
12
in tegendeel
13
veestapel
14
Sauvegarde: bescherming van goederen of personen
15
het dorp Amerongen [met] huis, meubels, dieren en voorraden, met uitzondering van het kasteel ter plaatse, nemen wij uitdrukkelijk in bescherming tegen soldaten die onder ons bevel staan, om niets weg te nemen
16
fourage:voorraad (van o.a. veevoer)
17
ons bedrijf
18
konden
19
Valkenburg, Zuid-Limburg
20
Op 6 december liet Willem III het kasteel opblazen en de stadswallen verwoesten. Het was voor de Fransen de uitvalsbasis voor de inname van Maastricht. Willem III wilde dat voorkomen. Helaas, in juni 1673 werd Maastricht alsnog door de Fransen ingenomen.
Het is drie dagen sinds de laatste brief naar Godard Adriaan wanneer Margaretha hem weer schrijft. De gebeurtenissen in de Republiek zijn in een stroomversnelling beland en het tempo van Margaretha’s brieven laat dat goed merken. Zoals wel vaker begint Margaretha met familienieuws: ze is namelijk bij haar zoon in Arnhem op bezoek geweest. Met Godard Junior gaat het absoluut niet goed. Eeuwig plichtsgetrouw vraagt hij of Margaretha zijn excuses aan zijn vader kan aanbieden, hij heeft namelijk in geen 2 of 3 postrondes geschreven. Godard van Ginkel slaapt door alle drukte nog maar drie uur per nacht en zit vrijwel constant in het zadel. Margaretha is bezorgd: als haar zoon nu maar gezond blijft.
Mijn heer en lieste hartge tis mij lief wt uhEd mesiefve1missive: brief vande Eerste deeser2eerste van deze maand sien deselfve weer tot berlijn wel is gearijveert, ick ben gisteren op dien dach wech en weer tot Aernhem3Arnhem ge= weest om den heer van ginckel noch Eens te sien die daer bij ons quam, hij bidt uhEd hem belieft te Excku seere4excuseren: vergeven dat hij in 2 a 3 poste niet heeft geschreefven heeft het omoogelijcke niet konne bij brenge door sijn meenichvuldige affaerees5affaires: zaken, hij slaept geen drije Euren op Een nacht en is meest gedurich te paert als hij maer gesont blijft, [ist noch goet maer mijn]
De Frans opmars
Ondertussen verloopt de Franse opmars gestaag. In drie dagen tijd hebben Lodewijks troepen evenveel dorpen veroverd: het Rijnfort Wesel, een kernpunt van de verdediging van de Republiek is gevallen, net als Orsoy en Büderick. De Fransen trekken op langs de Rijn richting de stad Kleef en daarna Nijmegen. Margaretha vreest dat het op de IJssellinie aan gaat komen. Erg veel vertrouwen heeft ze niet daarin: haar zoons verwachte dood ziet ze als een nutteloos offer.
[maer] men gelooft, het almeede over is, en dat de koninck6koning Lodewijk XIV daerReijnberck inpersoon voor is geweest, die men seijt deese Middach van meeninge was binne kleefe7de stad Kleef ligt in het gelijknamige hertogdom. Hoewel de stad in modern Duitsland ligt was Kleef in 1672 de facto deels onder controle van de Republiek te Eeten, en so voort recht op Nimweechge8Nijmegen aen te Marscheere welcke stat so geseijt wort van alles wel versien is, en hoopt men die haer sal konne def – fendeere9defenderen: verdedigen, dan vreest ick het op den ijsel10rivier de IJssel en de IJssellinie aldaar aensal koomen mijn hart int lijf bloeijt als ick der aen denck och wat droefheijt is mij aenstaende [ick derf niet al schrijfve]
Soldaten en generaals naar het front
Ook over het Staatse leger heeft Margaretha nog iets te melden. Eindelijk, na lang dralen, is commissaris-generaal Montbas aangekomen bij zijn positie in het leger! Hij heeft het commando gekregen over de troepen in de Betuwe en heeft als hoofdkwartier de Schenkenschans. Volgens de geruchten wordt Montbas te veel verantwoordelijkheid toevertrouwt. De toekomst zal het leren. Ook is luitenant-generaal Van Steenhuizen aangekomen bij zijn troepen alsof hij alle tijd van de wereld heeft. Duidelijk neemt Margaretha de beide generaals nog niet serieus, haar zoon moest immers steeds hun werk doen.
Er gaan dagelijks nog steeds nieuwe troepen naar het (verwachte) front. Zo kwam er afgelopen nacht een troep Spaanse soldaten langs Amerongen. Deze soldaten dwongen de boeren om hun eten en drinken te geven, nog een teken dat het leger slecht georganiseerd is. Margaretha heeft de brug van het kasteel maar omhoog laten halen om moeilijkheid te voorkomen. Een stuk minder onbehouwen was een Zeeuws regiment dat eerder langs kwam. Het is wel duidelijk welk land de beste soldaten levert. Over de voortgang van de oorlog op zee is Margaretha kort: het schijnt dat de Staatse vloot verwikkeld is geweest in een zeeslag maar meer weet ze zelf ook nog niet. Hopelijk is het een overwinning.
vreesende de poste aengehoude mochte worde, uhEd heeft sijn soon tot dienst vant lant op geoffert maer ick vreese hij wel Een rechte offerhande11offrande: offer sal sijn en vrees hem niet weer te sulle sien, momba12Commissaris-generaal Jean Barton de Montbas is Entelijck int leeger ge koome, die men het komanda overt alt volck dat inde beetuwe13Betuwe leijt14leijen: liggen heeft gegeegve daer niet weijnich op gesproocke wort dat men hem so veel toe vertrout steenhuijse15Luitenant-generaal Ludolf van Steenhuizen is op sijn muijltges int leeger gekoome16op zijn muiltjes komen: op zijn gemak, erg kalm ondertusche moet de heere van ginckel het werck doen en wat noot waert dat het daer noch gin soot hoorde maer de disordrees17disordre: wanorde sulle ons ruwineere18ruïneren: ten gronde richten hoe roept men nu om de troepees vande keurvorst en verlanck men daer naer die hier indeesen hoochgen noot wel van doen sijn, deese nacht is hier int dorp ontrent de 800 spaense voet knechte19De Republiek heeft in 1672 een bondgenootschap gesloten met Spanje. Er is afgesproken dat Spanje troepen levert tegen de Franse invasie. die naert leeger gaen en Een reesgement20regiment wt seelant geweest dewel = cke saeme over de 1600 man maeckte de seuwe ginge naer nimweege, die hebbe deminste insolensie21insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid, lompheid niet gedaen maer deerste hebbe vrij wat deesordere22disordre: wanorde ge maeckt de boere mostense Eeten en drincke geefve of se dwongense, ick liet de bruchge vant huijs op treck vreesde voor swaericheijt23zwarigheid: moeilijkheden, problemen, vandaech krijch ick ock tijdine24tijdingen: nieuws dat onse scheeps vloote van Eergistere merge aen Een sijn geweest sonde dat men weet hoet daermee staet, als dat men seer fuijrijEus25furieus: op zeer krachtige, heftige wijze heeft hooren schiete ontrent doeversans26Doeverenschans, nabij Heusden de heer almachtich wilse bij staen ende vicktoorije27victorie: overwinning geefve, [gisteren isser te wttrecht]
Onrust in Utrecht
Ook binnen landsgrenzen begint het te rommelen. Waar Margaretha eerder nog in één enkel zinnetje schrijft over onrust in Utrecht wijdt ze nu flink uit. Daar ontstond een volksoproer toen een aantal regenten erop betrapt werden samen met hun bezittingen de stad te willen ontvluchten. De vrouwen van het houtsgilde, een onderdeel van het Utrechtse Zakkendragersgilde, vonden dat dit absoluut niet kon. “Zullen de heren die onze mannen hebben doen uitgaan om te vechten, vluchten en ons hier ten prooi achterlaten?” Zo luidde hun aanklacht. De vrouwen rukten koffers open en strooiden de bezittingen van de regenten uit op straat. Enkel met geweld werd de rust enigszins hersteld. Volgens Margaretha lijkt het er op dat nu iedereen die de stad Utrecht uit wil onderhevig is aan controle door de burgers.
[ende vicktoorije geefve], gisteren isser te wttrecht inde stat ock geen kleijne ontsteltenisse28ontsteltenis: oproer, opschudding geweest door Eenich goet dat de luijtenant kolonel wee29Georg Johann van Weede en andere wt de stat meende te vluchte, het welcke de vrouwe vande hout schilde30de houtsgilde is onderdeel van het Utrechtse zakkendragersgilde. Leden van het houtsgilde mogen zakken dragen tot 3 el. niet wilde lijde roepen sullende heere vluchte die onse mans hebbe doen wtgaen om te vechte en ons hier ten proij31prooi geefve dat wille
wij niet lijden, een rockte de koffers open dat het silver ent gout dat daer in was door de weech verstroijde, de burgers moste inwa – pene om de vrouwe te stille, nu maegcher32mag er so geseijt wort niet wt of inde stat oft moet besichticht worde, [uhEd denckt Eens hoe men]
Een tijt van elende
Overal om heer heen ziet Margaretha de klauwen van de angst om zich heen grijpen. Zelf begint ze nu opniew te twijfelen of Amsterdam wel veilig is. Koning Lodewijk XIV heeft immers beloofd deze stad te zullen belegeren en plunderen. In de steden en op het platteland heerst een verslagen gevoel. Mensen pakken hun spullen en vluchten weg. Margaretha wil dat ook doen maar ze weet niet waarheen. Ze is ten einde raad.
[of inde stat oft moet besichticht worde,] uhEd denckt Eens hoe men hier sit ock nu ist wel Een tijt van Elende , en derf ick met de kindere en vrou van Ginckel niet langer hier te blijfve en weet noch niet waer ons derf vertrouwe tot Amsterdam is meest al ons goet, en seijt men nu dat de konin33Koning Lodewijk XIV het daer teenemael op heeft aengesien, en dat hij die stat sal wille beleegeren, dat mij seer bekomert34bekommeren: zorgen maken want met vier sulcke kleijne kinderen in Een beleeger de stat te sijn sou wel benout35benauwd weesen, ock nu komt het de op aen en is den tijt van onse Elende voor hande hoe sit ick nu in Eensaemheijt en sonder raet en weet niet wat ick doen sal, heb sulcke koste met wech doen van mijn goet gehadt en weet nog niet oft verseeckert is, ick ben so bedroeft dat ick mij niet weet te laeten, hier te platte lande en inde steeden is sulcken verslagentheijt dats niet wt te spreecken alle mense packen hier en vluchten haer goet, och wat tijt beleefve wij de heer almachtich wil ons bijstaen en behoede dat wij in hande van die tierane36tirannen niet en valle want sij leefve groulijck37gruwelijk met de mense daer sij koome, hiermeede blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
1
missive: brief
2
eerste van deze maand
3
Arnhem
4
excuseren: vergeven
5
affaires: zaken,
6
koning Lodewijk XIV
7
de stad Kleef ligt in het gelijknamige hertogdom. Hoewel de stad in modern Duitsland ligt was Kleef in 1672 de facto deels onder controle van de Republiek
8
Nijmegen
9
defenderen: verdedigen,
10
rivier de IJssel
11
offrande: offer
12
Commissaris-generaal Jean Barton de Montbas
13
Betuwe
14
leijen: liggen
15
Luitenant-generaal Ludolf van Steenhuizen
16
op zijn muiltjes komen: op zijn gemak, erg kalm
17
disordre: wanorde
18
ruïneren: ten gronde richten
19
De Republiek heeft in 1672 een bondgenootschap gesloten met Spanje. Er is afgesproken dat Spanje troepen levert tegen de Franse invasie.
Margaretha klaagt wel steen en been over de trage en gebrekkige voorbereiding van de Republiek op de oorlog, maar zelf kan ze er ook wat van. In haar brief van 25 januari 1672 vraagt ze de secretaris al om een huis te zoeken in Amsterdam, en nu, het is nog net geen juni, is de kogel door de kerk. Margaretha huurt voor een half jaar een pand genaamd de Gulden Troffel aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam.
De Nieuwe Herengracht
De Nieuwe Herengracht is de allernieuwste uitbreiding van Amsterdam. De uitbreiding is zelfs zo nieuw, dat het gebied aan de overkant van de gracht nog “gewoon” weiland was. In dit weiland ligt nu de plantagebuurt met Artis en de Hermitage. Het bejaardentehuis waarin de Hermitage zit, werd in 1681 gebouwd.
Het goed vervoeren
Wat Margaretha nu te doen staat is er nu voor zorgen dat al haar waardevolle goed in Amsterdam komt. En dat pakt ze voortvarend aan. Ze heeft een schip gehuurd dat inmiddels van Elst (een dorp naast Amerongen) naar Amsterdam vaart. Wat er in de eerste vracht zit, vertelt ze niet, maar waarschijnlijk moet ze nog een volgende vracht moet zenden. Er zou een tweede schip komen, maar dat is kennelijk niet gekomen, omdat het water zo laag staat.
[behandicht] het huijs te Amsterdam is gehuert voor Een half ijaer so ons het ongeluck dient dat ment langer sal sal moeten hebbe konne wijt langer in hueren, deesen dach vaert Een schip vol van ons en vande vrou van ginckels goet hier van Elst af naer Amsterdam wij sulle het selfeschip of Een ander noch wel eens vol hebbe het welcke almeede met den Eerste meen te sende vermidts het water op de reevier so seer valt en solaech wort vrees ick het in korte niet te sulle kome sende en over lant sou vrij wat kosten, ben nu meest bekomert met onse wijn weet niet hoe ick daer mee sal maecken, brenge ickse te Amsterdam salmen ter stont die swaere inposte1Imposten: accijnzen daer van moete betaelle en al die wijn drincke wij in geen ijaer, [ick]
Wijn en belasting
Interessant is haar zorg om de wijn. Elke stad rekende zelf de accijnzen voor wijn voor eigen consumptie. Aangezien de wijn al in de kelder ligt, heeft ze dergelijke accijnzen waarschijnlijk al eerder betaald. Als ze de wijn nu naar Amsterdam vervoert, zou ze dat weer moeten betalen, terwijl ze niet weet of ze het op gaat drinken. Stel dat het niet op gaat en ze wil de wijn daarna naar Den Haag vervoeren, dan zal ze daar dus ook weer accijnzen moeten betalen. Dat wordt dan wel een beetje prijzig. Wat is wijsheid? De wijn in Amerongen laten voor de Fransen of die accijnzen toch maar betalen?
Reizen en vluchten
De familie moet in beweging komen: Philippota is nog steeds in Middachten en Margaretha zou haar toch wel erg graag in Amerongen hebben. Dat geeft haar de ruimte om eens zelf in Amsterdam te gaan kijken. Van een definitief vertrek naar Amsterdam is nog geen sprake: ze blijft zo lang mogelijk in Amerongen. Ze denkt Philippota en de kinderen die kant op te kunnen sturen als dat nodig is. Waar Margaretha zich het meest zorgen om maakt is hoe haar man thuis komt: alle doorgangen naar de Republiek zijn in handen van de Bisschop van Münster. Twee dagen na Margaretha’s brief zal hij de Republiek binnen vallen in het oosten.
Gouden koppen
De oprukkende Fransen krijgen in deze brief geen aandacht. Ze gaat nog wel in op de financiële situatie en de vraag wat ze met haar gouden koppen moet doen.
[veel meer, noch in kasse leijt,] ick heb mijn ge= dachte al laeten gaen of ick niet wel sou doen de goude koppe op deen plaets of dander te begraefve of Ergens in Een muer te laeten metselen, maer dewijlle ick dat bij mijn selfve niet kan doen derf ickt niet wagen salt met de rest so naeu2Nauw bewaren: met alle zorg bewaren bewaeren alst mogelij sal sijn [den redder van Meroode is alweer so]
Heel herkenbaar dat je met zo’n stressvolle verhuizing opeens allemaal rare details bedenkt. Gelukkig zal ze alles zo zorgvuldig mogelijk bewaren. Als Godard Adriaan er nu geen vertrouwen in heeft, weet ik het ook niet meer.
Nu de Engelsen de Republiek de oorlog verklaard hebben is Den Haag niet meer veilig. Als de Engelse vloot erin slaagt om bij Scheveningen te landen ligt de hofstad wagenwijd open. Bij de Slag bij Terheide in 1653 konden de mensen vanaf de duintoppen de zeeslag volgen.
Al sinds januari duurt de kwestie voort maar nu hakt Margaretha dus eindelijk de knoop door: ze gaat een huis huren in Amsterdam om heen te vluchten als Amerongen bedreigd wordt.
[dan soude wij hier suijver sitten,] men raet mij noch al en dat van wijse liede Een gedeelte of een kleijn huijs met Een packhuijs te Amsterdam te huere tot verblijf voor ons ent packhuijs voor ons goet, het welcke half gereesolveert1resolveren: besluiten ben want
in den haech is men niet seecker so lange wij niet sien hoet met onse vloot die noch niet wt is sal afloopen, ick heb inde haech sijnde mijn beste lijwaet2linnen in kist en koffer gepackt als meede al de pampiere3papieren en briefve, gelijcke ick hier ock doen en sal mij met het wech sende vant selfve reeguleere naer de tijdine4tijdingen: nieuws die wij krijgen, [de ordi-]
Naar Amsterdam gaan kost Margaretha wel meer geld. In Den Haag heeft ze een huis staan aan de Kneuterdijk waar ze zo in kan trekken. In Amsterdam is dat niet het geval: een huis en pakhuis huren kan nogal duur gaan uitvallen met het oog op de dreigende oorlog. Maar goed, de veiligheid van haar, haar schoondochter en haar kleinkinderen gaat voor. Ze kunnen altijd nog naar Den Haag trekken als blijkt dat de Nederlandse vloot de zeeën toch weet te beheersen. Dat is koffiedik kijken en daar heeft Margaretha niets aan. Ze gaat praktisch bezig en begint haar spullen te pakken.
Let op! Het toegevoegde deel dat bij de brief van 4 maart hoort, is hier tussendoor gescand.
Met het voorjaar op komst is Margaretha kennelijk het gevoel van oorlogsdreiging helemaal kwijt. Er wordt gewerkt in de hof! Daem Hendrixse uit het dorp heeft werk aangenomen en is hard bezig. Margaretha hoopt dat de dooi doorzet, zodat hij zijn werk af kan maken. Het staat immers zo slordig als alles er half af bij ligt. Daem is begonnen met reparatiewerk, maar zoon Godard heeft ook nog wel wat goede ideeën.
Perenbloesem met op de achtergrond het huidige kasteel Amerongen
Aan de muur bij de straat aan de noordkant van het terrein staan nog steeds leiperen.
Uitsnede uit de kaart van J. van den Berch (1597). Links het kasteel, het noorden is boven en daar ligt de boventuin
De huidige tuin van kasteel Amerongen heeft nog steeds hoogteverschillen. Door muren wordt het hoogteverschil opgelost.
met deesen doeij daer meede wij hoopen het ijs teenemael wt het water sal gaen, schiet ons nu alt werck teffens over de hant, dae daem is beesich met sijn aengenoome werck te voldoen en geloofve hij merge gedaen sal krijgen, als dat nu so ten halfve afgegraefe blijft legge salt seer slordich daer staen dat muertge daer de doorne hech lans den Booven hof ende wt geroijden boogaert1boomgaard op staet diende ock wel gereepareert en overal aen ge – stopt, de heer van ginckel meent dat Een groot sieraet aen beijde de hoofven sou geefven dat men Een gif glintintge2Latwerk dienende om vruchtboomen te ondersteunen of leiboomen te leiden op de selfde fatsoen en manier gelijck rontom den nieuwe hof is niet hoocher als nu de doorn die der op staet is is, en opdie hoochte, op dat voorseijde muer tge vande boven hof sette, en dat men dan fruijt boomges teegens dat muertge omlaech liet sette die soude dan hoochte genoech hebe om tegens die glintin op te wasse, en alst niet hoochger komt sout het gesicht vant Eene hof int ander gans niet beneeme maer Een reegeliere teijt geefven, uhEd
belieft eens te schrijfve oft deselfve gevalt so soude ickt laete maecke op dat wij die hoofve Eens in Esse mochte krijgen3In esse mogen krijgen: in goede staat mogen krijgen, hiermeede blijfe Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor
Een muur met leifruit
Het muurtje om de bovenhof moet gerepareerd worden. Kennelijk is daar net een boomgaard gerooid. De tuin van het kasteel heeft een hoogteverschil waardoor verschillende tuinen ontstaan en één daarvan is kennelijk de bovenhof (nu de boventuin). Het idee van haar zoon is om latwerk (glintinge) aan te brengen, waar fruitbomen tegenaan kunnen groeien. Margaretha is verguld met het idee, want zo kan je toch nog van de ene naar de andere hof kijken. Ze eindigt haar brief met de vraag of haar man ook maar eens zijn mening wil schrijven en als het hem bevalt, dan zal ze er werk van maken, zodat de hof eindelijk eens op orde is.
1
boomgaard
2
Latwerk dienende om vruchtboomen te ondersteunen of leiboomen te leiden
3
In esse mogen krijgen: in goede staat mogen krijgen