Mijn heer en lieste hartge

Tag: Herbouw

Experimenteren met de post

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha doet een proefje: zou de postdienst op Duitsland, die twee keer per week langs Amerongen komt, sneller gaan dan de diplomatieke post via Den Haag? In deze brief staat daarom niet veel meer dan in die van eergisteren.

Brieffragment over postexperiment

Ameronge de 18
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

mijne laeste is vande 16dees geweest die ick op den haech
heb gesonde, waer in die van uhEd vande 12 heb beantwoort
, nu gaet deese Eens met de duijtse post die twee
=mael ter weeck hier door rijtd om te sien of die
briefve wel overkoome, so hoefde ick se niet op den
haech te sende, [gistere heeft beusekom mij ge=]

Bosweg met postwagen en een lopende figuur, op de rug gezien.
Landschap met postwagen, Johannes Janson, 1761 – 1784. Collectie Rijksmuseum.

Aanbeveling

Waarschijnlijk wordt het alleen secretaris Luchtenburg zelf die de akte van eigendomsoverdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen komt brengen, komende zondag. Er zullen geen extra statenleden meekomen, omdat Godard Adriaan als heer des huizes ook niet thuis is. Ondertussen probeert van Luchtenburg ook zijn eigen familiebelangen te behartigen: hij heeft van Beusekom gevraagd Margaretha te schrijven of ze zijn neef, Philips Ram, bij Godard Adriaan wil aanbevelen voor de vrijgekomen functie van kameraar van de Lekdijk. Godard Adriaan is heemraad bij het waterschap Lekdijk Bovendams.

Eerste brieffragment over de neef van Luchtenburg
Tweede brieffragment over de neef van Luchtenburg

[onthaelle en trackteere als ick kan,] hij heeft
ock aen beusekom1Nicolaas van Beusichem versocht dat hij mij wt sijnen
naem wilde schrijfve, door afsterfve vande
heer Matijsius2Cornelis Mattisius kamelaer vande leckendijck
sijn neef den heere scheepen ram3Philips Ram wiens

vader4Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk drossaert aende vaert5Vreeswijk is, tot het voorseij
de kamelaers plaets uhEd te reeckomandeere
het welcke dan hier meede doe, [twijfele]

Tekening van over het water. Rechts op de rivier een zeilboot, links twee roeiboten. Op de wal (met een soort houten kade) links een molen, dan wat huizen en rechts daarnaast de kerk. In het midden de sluis met daarachter een ophaalbrug en de masten van schepen. Rechts nog meer huizen.
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief

Muren op hoogte

Wel echt nieuws van de bouwplaats: het mooie weer houdt aan en het hoogste kruisraam wordt gezet. De binnenmuren worden nu tot hun hoogste punt afgemetseld.

Brieffragment over voortgang bouw

tot noch toe hebbe wij heel goet weer op ons
werck en ock op den oven, men begint de hooch
ste kruijs raemte te sette de binne mueren
worde met Eene op haer volkoomene hoochte
gehaelt en op gemetselt, [mij bekomert de]

Nog ziek

Ze beklaagt Godard Adriaan nogmaals dat hij blijft sukkelen en meldt maar weer dat het met zoon Godard in Den Haag gelukkig al weer beter gaat.

Brieffragment over zieken

[gehaelt en op gemetselt,] mij bekomert de
loop uhEd so lange bij blijft en verlange hoe
deselfve het meedesineere bekoomt ,
de heer van ginckel, so van heetere schrijft
wort dagelijcks beeter daer de heere voor
gedanckt moet sijn, inwiens beschermin
uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

In bed ligt een man met een slaapmyts io die een slok uit een glas neemt. Naast hem staat een jongeman met een toorts en aan het voeteneind van zijn bed een oudere man met in zijn hand een takje kruiden. Aan de wand hangt een schilderij.
Fragment uit: Medicijn tegen syfilis, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Jan van der Straet, ca. 1589 – ca. 1593. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Nicolaas van Beusichem
  • 2
    Cornelis Mattisius
  • 3
    Philips Ram
  • 4
    Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk
  • 5
    Vreeswijk

Moeder van het gasthuis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 september 1676
Lees hier de originele brief

Ook Godard Adriaan is ziek! Dat leest Margaretha in zijn brief van 12 september. Ze maakt zich vooral zorgen omdat het blijkbaar al langer duurt, en vindt dat hij toch wat medicijnen moet proberen en vooral rust moet nemen.

Aanhef en de zorgen om Godard Adriaan

Ameronge den
16 septem 1676
rec: 21. dito

Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 12 deeser heb ick gistere ontfa
het doet mij niet alleen leet dat uhEd de loop so lange
bij blijft maer bekomert mij seer, deselfve sal wel
doen wat te meedisineere en hoope hij wt ruste
sal en sich daer wel bij bevinde, [uhEd sal versta]

In een vertrek houdt een apotheker of arts een flesje in de hand en neemt kruiden van een jongen aan. Rechts een man in bed, van wie een ader wordt gelaten. Links een ruimte met distillatietoestellen.
Bereiding van medicijnen en een aderlating, Julius Milheuser, 1662. Collectie Rijksmuseum

Uit Den Haag komen gelukkig goede berichten over zoon Godard. De koorts neemt af en ook valt hij minder flauw, dus ze denkt dat het ergste achter de rug is.

Bedrieglijk besmettelijk

Godard Adriaan zelf heeft zijn besmetting blijkbaar opgelopen van een knecht die ziek was, maar die dat niet heeft gemeld. Margaretha windt zich er over op: die man had nooit het huis van Godard Adriaan binnen moeten komen als hij zelf al wist dat hij ziek was. Feitelijk een vorm van verraad. Verder wel een goede knecht, daar niet van, maar het maakt haar toch kwaad.

Eerste brieffragment zieke knecht
Tweede brieffragment zieke knecht

[geefven,] het doet mij ock seer leet uhEd so
qualijck gedient is, dat is recht bedroch sulcke
sieckte te hebbe in de luijde haer huijse te koome
, bender wel quaet om, soot anders Een goet
knecht was, [is daer raet voor dat heel soe=]

Men neme…

Margaretha weet wel een goed medicijn. Men neme drie harten van (levende!) jonge reigers, verpulvere dat tot poeder en neme dat in. Werkt heel goed, maar ze denkt niet dat er nu makkelijk aan te komen is. Jonge reigers vind je natuurlijk vooral in de lente.

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum
Brieffragment medicijn

[knecht was,] is daer raet voor dat heel soe=
=vereijn is, se neeme 3 harte van jonge
reijgers daer leevendich wt gehaelt en
gepolveerijseert ingenoome is heel goet maer
geloof niet dat men die nu sou konne krijge

Gasthuis Amerongen

Ondertussen voelt Margaretha zich in Amerongen ook een gasthuismoeder. In het dorp heerst dysenterie (‘roode loop’) en ook het werkvolk ontkomt er niet aan. Rietveld, Tielman en meerdere metselaars en opperlieden hebben koorts. Margaretha maakt medicijnen en verzorgt de zieken.

Brieffragment gasthuis

hier int dorp en ondert werck volck sij so
veel siecken aen koortse en roode loop dat
=ter haest niet Een huijs vrij van is, rietvelt
en tielman hebbe de koortse en Etlijeke met
selaers en opperlie, ick ben niet anders als
of ick moeder vant gashuijs ben heb alle dage
werck meedesijne ree te maecke en
voort de siecke te versorchge, [het schijnt de heer]

Vijf glazen met afbeeldingen van het werk van dokters, apothekers en barbiers in een houten vatting. Het glas uiterst links: een man leest staande een boek. Het glas rechts daarvan: een man maalt iets met vijzel. Het middelste glas: een staande man scheert een andere man die zit en een wit laken voorgebonden heeft. Het glas rechts daarvan: een staande man houdt met zijn linkerhand de hand van een zittende vrouw vast, en heeft in zijn rechterhand een gevulde beker in de lucht. Het glas uiterst rechts: een lopende man, beide handen vooruitgestoken en in de linkerhand een onherkenbaar voorwerp, wordt gevolgd door een jongen.
Vijf bezigheden van dokters, apothekers en barbiers, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

Vroeg op

De helft van het geld voor de assignatie is binnen! Een ook 283 gulden van de declaratie. Daarmee heeft ze alle bouwvakkers vooruit betaald, maar ze houdt goed in de gaten of het werk ook echt gebeurt. Ze zit ze ‘dun op de hakken’, dat wil zeggen ‘op de hielen’ oftewel met haar neus er boven op. Met dat doel is ze vroeg uit de veren: tussen zes en zeven is ze al op de bouwplaats. Er is nog wel veertien dagen werk voordat ze aan het dak kunnen beginnen.

Een foto van het middengedeelte van een gestuct plafond. In het midden is een ovale plafondschildering te zien. Eromheen is een gestucte lijst van gestileerde, in elkaar gestoken acanthusbladeren. Het ovaal wordt weer omlijst door een rechthoek bestaand uit gestucte decoratie van zonnebloemen en acanthusbladeren. Daarbinnen bevindt zich een zwart gemarmerde lijst. Tussen deze lijst en de ovale gestucte lijst is de ruimte opgevuld met een gestucte decoratie bestaand uit takken met eraan rozen en bladeren. Om de rechthoek is een gedeelte van het barokke stucwerk van het plafond te zien met rechtsboven en linksonder een schelp met aan beide zijden gestileerde planten. Rechtsonder en linksboven is een gedeelte van de gestucte decoratie van gestileerde planten in de vorm van een gedraaide spiraal naar binnen alsof het slagroom is. Op de plafondschildering zijn de twee belangrijkste figuren zwevend boven elkaar, half op een wolk leunend, geschilderd. De wolk is aan de bovenkant licht en aan de onderkant heel donker van kleur. Van de bovenste figuur zijn alleen de blote schouders en een bloot rechterbeen te zien. Ze draagt een kroon van laurierbladeren en heeft om zich heen een rozerood kleed gedrapeerd waarvan het grootste gedeelte achter haar aan wappert. Achter haar hoofd is een stralenkrans te zien. Ze kijkt liefdevol naar de persoon onder haar, waarschijnlijk een man. Hij is ook bloot met om zijn bovenlijf een geel doek en om zijn onderlijf een blauw doek gewikkeld. Hij lijkt ook een soort krans te dragen. Er zijn van hem twee blote benen te zien. Zijn rechterarm heeft hij naar voren gestrekt met de palm omhoog. Hij kijkt omhoog naar de vrouw. Achter de wolk is nog een kleiner figuurtje te zien met vleugels en ook een krans om het hoofd. Alleen de bovenkant van het lijf is te zien. Op de achtergrond van de schildering zijn wat vage, lichte en donkere wolken te zien.
Aurora, M.L.A. Clifford, 1726. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Brieffragment geld en voortgang werk

[wil alles ben beste schicke,] ick heb de helfte
vant gelt weegens de bekende assinasie1Assignatie: aanwijzing tot betaling tot
wttrecht ontfange als meede de 283f weege
de dikleraesie, heb nu alt werck volck voort
af betaelt, weest vrij verseeckert dat ickse so
deun op de hackesit2dun op de hakken zitten: op de hielen zitten alst moogelijck is ben
alledage smergens tusche ses en seeven
Euren opt werck dat voor mij vroech is , en
sien datse noch al ontrent de veertien dage
werck hebbe op t huijs Eerse de kap sulle begin
=ne te rechte [wij hebe noch gewenst weer opt]

Mooi weer

Het weer zit tot nu toe mee, wat gunstig is voor zowel de bouw zelf, als voor het stoken van de steenoven. Als het nog veertien dagen aanhoudt dan zijn de meeste stenen wel gebakken. Punt van aandacht is wel dat alle turf met lichters en trekpaarden uit Culemborg, aan de andere kant van de rivier, moet komen. Dat kost geld, die schippers moeten ook betaald worden!

[=ne te rechte] wij hebe noch gewenst weer opt
werck en op de steen oven die aent brande
is, otbaerentse3Ot Barendse, de steenhandelaar isser ock weer bij mooge wij
maer veertien dage sulcken weer houde
sal den oven overt quaetste sijn, maer
ick moet al den turf met lichters en treck
paerde laete vant spoel Effen beneeden
kuijlenburch4Culemborg laeten haelle dat kostelijck
valt dan dat sal ick de schippers doen betaelle

Gezicht op de stad Culemborg in de situatie omstreeks 1620. Op de voorgrond, buiten de stadsmuren, de oever van de rivier De Lek met een roeiboot en een vrachtschip met tonnen.
Culemborg, Abraham Rademaker, 1727 – 1733. Collectie Rijksmuseum.

Zilver vergulde doos

Margaretha is blij dat Godard Adriaan tevreden is over de tekst van de Akte van de Staten van Utrecht over de overdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen. Ze heeft gehoord dat de akte zal worden overhandigd in een kistje dat in Amsterdam met zilver wordt verguld. Een teken dat ook de Staten van Utrecht de transactie zien als iets heel bijzonders. Ze weet nog niet wie hem zullen komen brengen. Maar wie het ook zijn, Margaretha zal ze goed ontvangen, zoals ze in haar vorige brief ook al beloofde.

Brieffragment over de overdracht van het pandschap

[gekoome die hem thuijs gebrocht sijn,] tis mij lief uhEd de
Ackte vande state van wttrecht so wel gevalt men schrijft
mij de seekreetaris luchtenburch mij int laest vande weeck
die in Een silvere vergulde doos die te Amsterdam te ver
=gulde is, sal brenge, wie daer meede sal koomen weete niet
ick salse opt best onthaelle en trackteere dat ick kan,

Een zilversmid, zittend aan het werk bij een raam. Hij bewerkt een schaal met een hamer, voor het raam staat meer van zijn werk: twee vazen een kandelaar en nog een soort schaal.
De Zilversmid. Uitsnede uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

  • 1
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 2
    dun op de hakken zitten: op de hielen zitten
  • 3
    Ot Barendse, de steenhandelaar
  • 4
    Culemborg

Bouwmateriaal

Sinds de brand in het kasteel hebben we het eigenlijk vooral over Margaretha’s lotgevallen gehad. Logisch, want dit blog gaat over haar brieven. Godard Adriaan zat misschien ver weg, maar hij is wel gelijk hard aan het werk gegaan. We kunnen dit blog maken omdat Godard Adriaan al Margaretha’s brieven bewaard heeft. Ik vraag me wel eens af of dat betekent dat hij een romanticus was. Maar hij heeft heel veel brieven die hij ontving bewaard, dus misschien was hij gewoon een hoarder. Een degelijke ambtenaar is ook nog mogelijk. Van zijn uitgaande brieven heeft hij vaak de minuten bewaard. Deze minuten zijn te vergelijken met “kladjes” die hij schreef, die zijn secretaris dan in het net uitwerkte.

Een kist op een eenvoudig bruinen onderstel. De voorkant van de kist is opengeklapt en blijf met kettinkjes aan weerszijden ongeveer horizontaal hangen. In de kist ziten allemaal verschillende formaten laadjes. Ze zijn rood en hebben in het midden een lichte knop waar een ruit omheen geschilderd is. Aan de zijkanten zitten handvaten waarmee de kist opgetild kan worden.
Reisscretaire, ca. 1650. Collectie Kasteel Amerongen.

Tijdens de restauratie van Kasteel Amerongen is er een groot bouwhistorisch onderzoek gedaan door het Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschiedenis. De onderzoekers hebben veel van de brieven van en aan Godard Adriaan onderzocht. Zo weten we (ook) wat er gebeurde als Godard Adriaan in de Republiek was en Margaretha hem niet schreef. Uit een brief aan LeMaire in Kopenhagen weten we dat Godard Adriaan vrijwel gelijk na de brand bouwmateriaal gaat regelen: hout, ijzer, kalk. Eigenlijk heeft hij behoefte aan alles. Godard Adriaan zet zijn hele netwerk in om aan gratis (of goedkope) materialen te komen. Gelukkig is Godard Adriaan diplomaat. Er komen daadwerkelijk toezeggingen, maar om de beloften warm houden en te zorgen dat er ook geleverd wordt, heeft hij al zijn diplomatieke vaardigheden nodig.

Een man in het zwart met een witte kraag en een olifant om zijn nek, zittend aan een tafel met een groen tafelkleed. Naast hem staat een man met donker haar, een cape om en zijn hoed in de hand.
Mogelijk Godard Adriaan van Reede, Gilles van Tilborgh, 1650-1659. Collectie Frederiksborg, Denemarken

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén