Mijn heer en lieste hartge

Categorie: Netwerk Pagina 1 van 2

Pinksteren, regen en een schuchtere held

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 juni 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 juni 1677
Lees hier de originele brief

In de vorige brief heeft Margaretha al alle vragen van haar man beantwoord die hij in zijn laatste van 5 juni stelde. Sindsdien is er niet veel veranderd, behalve één ding: de keldergewelven zijn klaar! Een mijlpaal, want hiermee is een groot deelproject achter de rug. Alleen het gewelf onder de kinderkamer moet nog. Vanwege Pinksteren en de regen wordt er niet veel gewerkt, maar er is nieuws over een schuchtere held.

Brieffragment wulfsels in de kelder

[rec 17 dito]
Ameronge den
12 ijuni 1677

Mijn heer en lieste hartge
seedert mijne laeste waer in uhEd beste die vande
5 deeser is geweest heb beantwoort, is hier niet
veel veranderins voorgevalle, wt die vande see
=kreetaris sal uhEd hebbe gesien hoet hier met
werck staet, de wulfsels vande kelders sij over
al wtgesondert die onder de kinder kamer
toe en gemaeckt, dat Een groot werck wt de
weech is, [om sullense gaen aende meure vande]

Pinksteren

De volgende stap in de kersverse keldergewelven wordt het pleisteren van alle muren en plafonds. Niet dat deze week veel zal gebeuren, want Margaretha heeft evenmin als met Hemelvaart kunnen beletten dat alle werkmannen inclusief Rietveld met Pinksteren naar huis zijn gegaan. Ze verwacht ze niet voor voor woensdag terug.

Brieffragment werk en pinksteren

[onder de kinderkamer te slaen] en voort al
de wulfsels inde kelders ende muere te plaeste
=renpleisteren en aente strijcken, dan de aenstaende
weeck en salder weer niet veel gedaen worde
met de pinstere1Pinksteren is Elck al Eens naer huijs ge=
gaen en rietvelt naer Amsterdam, en sulle
niet voor en woonsdach weeraent werck
koomen dat ick niet heb konne beletten,

Een pinksterblom (pinksterbloem of pinksterbruid), een in een lang gewaad gestoken, met bloemen en sieraden getooid meisje, wordt begeleid door twee verklede kinderen. Samen trekken ze er met Pinksteren op uit om geld op te halen met het zingen van liedjes.
Juni (de pinksterblom), Cornelis Dusart, 1679-1704. Collectie Rijksmuseum.

Regen, een zegen?

Het mooie weer is blijkbaar weer even voorbij: het heeft de hele week alleen maar geregend. Heel goed voor het graan en de tabak en allerlei andere gewassen! Helaas niet voor het werk bij de steenoven en ook niet voor het pas gemaaide hooi op de Benedenste Bol. Nou ja, die regen is het werk van God, daar kunnen ze niets tegen doen.

Eerste brieffragment regen
Tweede brieffragment regen

aldeese weeck heeft het hier niet gedaen als ge=
reegent dat wel goet opt koorn2koren, graan toeback3tabak en
alderhande vruchte is geweest, maer niet

op onse steenoven oft hoeij dat op de beneedenste bol
gemaeijt leijt, op de steen oven hebbense van alde
weeck niet gevormt, dit is godts werck daer wij
niet toe konne doen, [gistere is bentom die]

Vrouw kijkt naar de stromende regen in een open plek in het bos.
Gepersonifieerde ziel in beschouwing van de regen, Jan Luyken, 1678-1687. Collectie Rijksmuseum.

Lof en eer voor de Held van Kassel

Zo weinig als er over de bouw is te vertellen, des te meer over de heldendaden van zoonlief. Godards kornet Bentum is langs geweest in Amerongen en heeft in geuren en kleuren nog eens over diens tomeloze inzet in de Slag bij Kassel verteld. Het heeft vooral aan Godards goede inzicht en leiderschap (en Gods hulp natuurlijk) gelegen, dat er niet nog drie of vier duizend extra manschappen dood op het slagveld zijn gebleven. Zijn directe bevelhebber, luitenant-generaal de Montpouillan, liet het helemaal aan hem over, ook toen Godard alsnog om orders vroeg. Hij moest vooral doorgaan met zijn goede acties.

Brieffragment beschrijving van de strijd

[met hem geweest is] sonde de dierexsie4directie:leiding die hij
gepleecht heeft en sijn groote voorsichticheijt
daer had noch wel 3 a 4000 man moete be:
op de plaets doot gebleefve hebbe, wij kone
godt niet genoech dancke, opt lest quam mom
=pelijan5Armand de Caumont, marquis de Montpouillan daer bij aende welcke de heer van ginckel
aenstonts versocht sijn ordere6orders, bevelen te ontfange
diet selfve met Een groote sievielliteijt7civiliteit, beleefdheid
Exskuseerde en versocht de heer van ginckel
wilde voort gaen int geene hij so wel had
of was int doen, [ock inde reetreete preesen]

Mannen te paard zijn met elkaar in gevecht. Op de grond liggen dode mannen, links valt een an van een weg galopperend paard. Rechts schiet een knielende man op de ruiter achter zich.
Ruitergevecht, illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ van Allain Manesson Mallet, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum.

Met lof en eer overladen kwam hij van het slagveld en ook Willem III zijn Godards heldendaden niet ontgaan. Hij was erg tevreden over diens competente optreden. Toen hij zag dat Godard van paard moest wisselen heeft hij hem er zelfs eentje uit zijn eigen stal gegeven. En later in Den Haag mocht Godard bij hem op het hof overnachten en uitrusten.

Brieffragment lof en eer

[maer liet het aende heer van ginckel], so
dat hij met groote Eer en lof daer af is
gekoomen, en sijn hoocheijt diet meest selfs
heeft aengesien, teeneemaelteneenemale van sijn derex
=sie8directie, leiding en kontdwijte9conduite: gedrag voldaen is geweest, sijn
hoocheijt siende dat de heer van ginckel van paert
most veranderen sont hem aenstonts Een van
sijn hant paerde, en heeft hem in alles so
veel Eer seviEliteijt10civiliteit, beleefdheid getoont als hij sou konne
bedencke begeerende doen hij bij hem quam
dat hij dien nacht in sijn hof sou blijfve en
wt rusten,[ in soma alles was heel wel, alst]

Een Gebouw met twee verdiepingen, gebouwd rond een vierkante binnenplaats. Voor de binnenplaats staat een hek. Zowel op de binnenplaats als op de weg ervoor is het een drukte van belang met koetsen, wandelende mensen en honden.
Het Oude Hof in Den Haag (Paleis Noordeinde), Peter Schenk, 1706-1726. Collectie Rijksmuseum.

De held is schuchter

Kortom, geweldig natuurlijk, maar al die lof en eer zouden eens verzilverd moeten worden. De trotse maar nu toch wat ongeduldig wordende ouders zijn het met elkaar eens: Godard zou gebruik moeten maken van deze voor hem gunstige tijden om bij de prins een volgende stap in zijn carrière voor elkaar te krijgen, maar hij is te timide. Een grote dappere man op het slagveld, een schuchter kind aan het hof.

Brieffragment schuchtere held

[wt rusten,] in soma11in somma: kortom alles was heel wel, alst
maer bij voorvallende ockasie12gelegenheid gedacht mach
worde, uhEd heeft gelijck, hij behoorde hem van
deese tijt te diene maer hij is te temiede13timide: beschroomd, verlegen, bedeesd
hiermeede Eijndigende blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Deze beeldengroep van een vader, moeder en kind, stelt de Heilige familie voor. Op een naturalistische ondergrond wandelen Maria en Jozef zij aan zij met hun zoon tussen hen in. Het paar houdt de handen van het Christuskind vast om hem te helpen bij het lopen. Ze lijken op het punt te staan de peuter speels een stukje omhoog te zwiepen. Maria draagt onder een omslagdoek een gewaad met ceintuur hoog rond het middel. Ze loopt op sandalen en in haar gevlochten, opgestoken kapsel is een hoofddoek verwerkt. Jozef draagt eigentijdse kleding, laarzen en een hoed met een riem. Om zijn rechterschouder heeft hij een mantel geslagen. Het Christuskind loopt op blote voeten en draagt een eigentijds hemd met opgestroopte mouwen. De ondergrond en de drie figuren zijn separaat gesneden, daarnaast zijn de armen en Jozefs hoed los aangezet. De ogen van de drie figuren zijn ingelegd met zwart glas.
Heilige familie, Jan van Doorne (III), 1640-1650. Collectie: Rijksmuseum.

  • 1
    Pinksteren
  • 2
    koren, graan
  • 3
    tabak
  • 4
    directie:leiding
  • 5
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan
  • 6
    orders, bevelen
  • 7
    civiliteit, beleefdheid
  • 8
    directie, leiding
  • 9
    conduite: gedrag
  • 10
    civiliteit, beleefdheid
  • 11
    in somma: kortom
  • 12
    gelegenheid
  • 13
    timide: beschroomd, verlegen, bedeesd

Het failliet van neef Welland

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 26 mei 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 31 mei 1677
Lees hier de originele brief

Oh nee! Godard Adriaan heeft tóch een extra opdracht gekregen! Nu duurt het dus nog langer voor hij thuis is. Margaretha lijkt het gelaten op te nemen. Haar zorgen zitten tijdelijk elders: Neef Welland raakt steeds dieper in de financiële problemen. Zijn schuldeisers hebben nog steeds geen cent terug gezien van wat ze hem hebben geleend. Hij betaalt niet eens rente. Erger nog, ze kunnen geen contact met hem krijgen. De heer Breijerius trekt zijn handen van hem af. Hij wil nog wel met Godard Adriaan zaken doen, maar niet meer met Welland. Omdat de Van Reedes blijkbaar garant stonden, komt Wellands schuld nu voor hun rekening. Het zelfde geldt voor een schuld aan predikant van den Hengel.

Brieffragment Welland

[Rec:. 31 dito]
Ameronge den
26 meij 1677
Mijn heer en lieste hartge

heeden ontfange ick uhEd aengenaeme vande 22 deese
waer wt sien deselfve al weer nieuwe ordere heeft
bekoomen, dat ick vreese noch lange sal dueren,
wat belanckt de saecke vande heer van wellantGoderd Willem van Tuyll van Serooskerken
sij hebben haer kapitaelle al verscheijde reijseReis: berisping, aanmaning van
hem op geEijst maer konnen noch renthe noch
kapitael van hem krijgen en hem qualijck te
spreecke koomen, daer om breijeeriusonbekend, waarschijnlijk een financiële zaakwaarnemer en/of schuldeiser van zowel Godard Adriaan als Welland seijt met
uhEd heel wel te doen wil hebbe, maer versoeckt
met den heer van wellant geen doen meer te hebe ,
so dat, dat kapitael tot onsen laste staet gelijck
ock dat vande preedikant vande hengeleDaniël van den Hengel doet

In een interieur staat een tafel waaraan een aap zit met een weegschaal en daar geld op weegt. Een andere aap komt geld brengen. Voor de tafel staat een kist met zakken geld. Links op de grond zitten jonge apen die het geld uit zakken schudden. Onder de prent staat: Met wat al sweet en zorg vergaart menhier de schatten, tGeen de oude en Grijze sparen, de jonge uyt doet spatten.
Apen wegen en tellen geld, Leonard Schenk, 1720. Collectie Rijksmuseum.

Sterk werk bij de steenoven

De bouw van de keldergewelven duurt wat lang. Ze zijn acht dagen bezig geweest met het vormen van de gewelven onder de gaanderij en de alkoofkamer. Maar het goede nieuws is dat het zesde schip met hardsteen geheel volgens plan in goede orde is binnengekomen. Bij het uitladen bleef de hele vracht heel. En dankzij het mooie weer draait de steenoven ook weer op volle toeren! Er wordt dagelijks “sterk gewerkt”.

Brieffragment gewelven
Brieffragment schip met hardsteen
Brieffragment steenoven

[die deselfve sal beantwoorde,] de wulfsels vande
kelders neemen wveel tijt se hebbe nu meer
als achtdagen beesich geweest met de vormeelle
tot de wulfsels vande gaelderij en de alkobij

kamerAlcove kamer, het seste schip met hartsteen hebbe wij hier
ontfange en ontvracht alles volgens de vracht
brief op gereede en onbeschadicht bekoomen,

[gevoert gekleet,] de steen oven heeft nu wel
sijn weer en wort dagelijcks sterck gewerck

Doorsnede van een rijk gedecoreerde kame. Aan de rechterkant een schouw en diverse schilderijen. Helemaal aan de rechterkant zit een raam waar een paar mannen voor staan. De linkerkant is wat smaller en afgescheiden van het rechter deel door een ballustrade. Tegen de achterwand zit een raam, waar een dame en een heer voor staan.
Doorsnede van gebouw met kamer en alkoof, Jean Lepautre (mogelijk), ca. 1628-1666. Collectie Rijksmuseum.

Poolse dragonders: fraai volk

Margaretha heeft niks van zoon Godard of zijn vrouw uit het leger vernomen. Er gaan nog steeds geruchten dat ze Maastricht willen belegeren. Ondertussen zijn afgelopen week 170 Poolse dragonders door Wijk bij Duurstede getrokken die in dienst van prins Willem zouden zijn. Volgens de verhalen is het fraai volk met prachtige nieuwe blauwe uniformen, geel gevoerd.

Brieffragment leger

wt ons leeger hoor ick niet, heb sint het ver=
treck van vrou van ginckel wt den haech niet
van haer hoochEd of onse soon gehoort,
de geruchte gaen dat men Maestrich soude
wille beleegeren so dat aen gaet salt
weer om meenich Eerlijck man te doen sijn ,
tot wijck te duersteede hebbe deese weeck 170
poolse draech onder 2 a 3 dage paseerende
geleechgen die onder de garde van sijn hooch
=heijt soude sijn alle so geseijt wort heel fraij
volck met nieuwe blaeuwe rocke met geel
gevoert gekleet [, de steen oven heeft nu wel]

Ruiterstandbeeld van laag standpunt met bomen en wolkenlucht op de achtergrond. Willem III, met grote hoed, rijdt op zijn paard naar rechts, paard heeft zijn bek half open, Willem III heeft zijn maarschalksstaf in de rechter hand en de teugels in zijn linker hand. In de staart van het paard zit een grote knot. Tussen de poten van het paard zitten herfstachtige spinnenwebben.
Ruiterstandbeeld stadhouder Willem III, naar Toon Dupuis, origineel 1921. Collectie Kasteel Amerongen, Foto: Annemiek Barnouw.

De kinderen smullen van de pruimen

Margaretha is nog steeds in de wolken over de pruimenzending. Ook Frits en de andere kinderen vinden ze heel lekker en presenteren hun ootmoedige dienst aan grootpapa! P.S. Frederik van Reede is met zijn jonge vrouwtje op kasteel Renswoude.

Brieffragment pruimen en kleinkinderen
PS


ick bedancke uhEd noch seer voor gesondene pruij
me die heel schoon en goet sijn, so doet ock frits
met sijn broer en al sijn susters, die alle haere
oot moedige dienst aende groote papa preesenteere
en de pruijme wel meuge, waermeede blijfe

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

de heer vande liereFrederik van Reede van Renswoude is met sijn huijs vroutgeClara Elisabeth van der Myle. Ze waren net een jaar getrouwd, hij ca. 46, zij 24 jaar oud op rhijnswou

Portret van een jongen, zittend in een stoel in een raamnis en gekleed in een blauw jasje. Schrijvend of tekenend op een sruk papier. Op het kozijn staat een schaal met fruit en wijnranken, een glas melk en een krentenbol. Het stenen venster is onderaan versierd met een reliëf met spelende, of bacchanaal van, putti.
Portret van een jongen, Jean Augustin Daiwaille, 1830-1850. Collectie Rijksmuseum.

Waar is het lood?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha valt maar gelijk met de brief in huis: steenhouwer Jan Prang moet toch inmiddels in Bremen aangekomen zijn. En hij heeft de tekeningen bij zich. Ze is benieuwd wat hij ervan vindt. Of is ze benieuwd of hij het nu eindelijk wel begrijpt? Ze zegt het niet letterlijk. De werkbazen zijn in ieder geval van mening dat ze alles nauwgezet getekend hebben én goed uitgelegd.

Brieffragment over de tekeningen


Ameronge den
25 Novem 1676
[rec: 30. dito]
Mijn heer en lieste hartge

heeden heb ick uhEd aengenaeme vande 21 deeser
ontfange, hoope den steenhouder ijan prang nu
haest weer te breeme sal sijn, mij verlanckt hoe
uhEd de teijckenin van onse werck baese al hier
en haer konsideraesie1Consideratie: overweging sal aenstaen, sij meenen
wel pertinent2Pertinent: nauwkeurig op gestelt en haere meijninge wel ge=
Exspliseert3Expliceren: uitleggen, toelichten te hebbe, [sijn hoocheijt is weer op soes]

Een rocaille ornament met een bouwtekening en meetinstrumenten zoals een meetlat en passer. In de achtergrond een obelisk en een colonnade.
Architectuur, Jan Balzer (mogelijk), naar Johann Kleinhard, 1772. Collectie Rijksmuseum.

Zijn Hoogheid

De Prins van Oranje is op Soestdijk, maar moet naar Zeeland. Daar liggen ze overhoop en er is zoveel onenigheid dat die arme Prins nauwelijks rust krijgt. Maar er is ook goed nieuws van de Prins! Volgens schoondochter Philippota had hij tegen haar man gezegd dat hij op de Staat van Oorlog4Begroting van de Staten Generaal stond met het salaris van commissaris-generaal. Hij had het op een “obligante” manier gezegd.

Waarschijnlijk is obligant een afgeleide vorm van het werkwoord obligeren, dat Margaretha ook vaak gebruikt. Het woord obligeren is al lastig en was waarschijnlijk in Margaretha’s tijd al ouderwets. De vorm obligant als afgeleide van een werkwoord is ook niet iets waar we nu dagelijks mee werken, dus het is een beetje puzzelen. Ik vergelijk het maar met vigileren (opletten, waken als in waakzaam zijn) en vigilant (oplettend, waakzaam). Dan wil obligant zeggen dat Willem III verplicht voelde, verbonden. Ik vermoed dat hier obligant uit een verplichtheid door Van Ginkels verbondenheid en staat van dienst voortkomt en dus vooral positief is. Ik sta open voor uitleg door iemand die er echt iets van snapt!

Hoe dan ook, Margaretha vindt dat Van Ginkel zijn nieuwe traktement aan Zijn Hoogheid en God te danken heeft. Nu maar hopen dat hij in de gunst van de Prins blijft.

Eerste brieffragment over Zijn Hoogheid
Tweede brieffragment over Zijn Hoogheid

[Exspliseert te hebbe,] sijn hoocheijt is weer op soes
dijck doch so geseijt wort niet voor lange en sal
hij van meeninge sijn om naer seelant te gaen
daerse so men seijt heel wat overhoop leggen
tis bedroeft dat me van so veel onEenicheijt hoort
en sijn hoocheijt so weijnich ruste heeft, van heeten
hee de vrou van ginckel schrijft dat sijn hoocheijt
aen haer man op Een seer oblijggante5Obligant: verplicht zijnd manier
had geseijt dat hij heer van ginckel op de staet
van oorlooch met sijn tracktement6Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt als fersg kom
misaeris generael is gestelt, het welcke hij alle
sijn hoocheijt heeft naest godt te dancken, is hem
wel geoblijgeert7Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen, en geluckich de gunste van hoochge

melte hoocheijt te hebbe, waer in hoope hij gekonserweert
sal blijfve, de graef van waldeck is gisteren hier door

Een statig, symmetisch huis met in het midden een brede voorgevel met daarin een breder deur (vier deuren) met daarboven een balkon. Aan weerszijden zit twee ramen. De zijvleugels zijn vier ramen breed. Het gebouw is twee verdiepingen hoog. Voor het. gebouw lopen groepjes mensen.
Paleis Soestdijk van voren gezien, anoniem, 1695. Collectie Rijksmuseum.

Loodzakelijk

Het is vriesweer, maar het is helemaal niet koud. Daardoor schiet het werk op het dak lekker op. Het enige dat vervelend is, is dat het lood er nog niet is. Er schijnt een deel aan de vaart8Vaartsche Rijn te liggen, de secretaris gaat daar eens polshoogte nemen en kijken hoe het naar Amerongen kan komen. Maar er is ook nog een Arnhemse schipper die lood heeft, waar die is is onduidelijk. Het zou fijn zijn als het allemaal tegelijk naar Amerongen komt. Daarvoor is dan een minder diepliggend schip nodig, want het water staat laag op de rivier. Twee Utrechtse voeten, dat is maar 55 cm…

Brieffragment over het lood en de goten

[gepasseert geloofve hij naer duijtslant gaet,] de
vorst hout noch al aen en is Evewel gans niet kout
ent schoonste weer vande werlt op ons werck, hadde
wij maer het loot hier dat ten deelle aende vaertleijt
derwaerts ick de seekreetaris heb gesonde om te sien
hoe wijt best hier sulle krijgen en ock te verneeme
waer den Aernhemse schipper die ock loot voor ons in
heeft is, op dat wijt saeme hier mochte krijge t sij met
Een lichter of Een kleijn vaertuijch so hijt best
voort kan krijgen, daer is geen twee voet water
op de reevier daertoe kontraeijreije wint, ent loot
moet inde gooten Eert aent reegene komt, tis ge
=luck dat de deelen so drooch opt huijs en in
Een koomen, [tis mij lief uhed aent beson]

Een riviergezicht met zeilende schepen, op de voorgrond twee figuren en twee bakens.
Zeilschepen op een rivier, Anthonij van der Haer, naar Pieter Coopse, ca. 1745 – 1785. Collectie Rijksmuseum.

Besogneren

Op de valreep toont Margaretha nog even interesse in het werk van haar man, maar ze hoopt wel dat het op een eind zal lopen. En dus dat hij weer thuis zal komen…

In de ps de laatste wetenswaardigheden over zoon en hoogheid en de vier kinderen. Dat Godertje sterk wordt is goed nieuws

Afsluiting brief

[Een koomen,] tis mij lief uhed aent beson=
ijeere9Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren is hoopen nu uhEd aent werck is het haest
op Een Ent sal loopen, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

so schrijft beusekom
dat de heer van ginckel
tot wttrecht is en
merge hier sal sijn
geloof sijn hoocheijt weer naer den haech is, Antge en
fritge reniera en godertge kusse groote papa
de hande de leste wort sterck

Eén kind zit met een pop in een rol kar. De Kar wordt voortgetrokken door een jongetje met een zweepje in zijn hand.
Kinderen spelend met rolkar, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1779. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Consideratie: overweging
  • 2
    Pertinent: nauwkeurig
  • 3
    Expliceren: uitleggen, toelichten
  • 4
    Begroting van de Staten Generaal
  • 5
    Obligant: verplicht zijnd
  • 6
    Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt
  • 7
    Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen
  • 8
    Vaartsche Rijn
  • 9
    Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren

Hardsteen en Hutspot

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 november 1676
Lees hier de originele brief

Nog geen uur nadat Margaretha haar vorige brief vrijdag met de post mee gaf, stond Jan Prang, de door Godard Adriaan aangekondigde steenhouwer uit Bremen, op de stoep. Hij is de afgelopen dagen druk met Schut, Rietveld en de secretaris bezig geweest om het werk te bekijken en te bespreken waar het hardsteen het beste kon worden toegepast

Brieffragment over de komst van de steenhouwer

Ameronge den
16 Novem 1676
[rec. 19. dito]

Mijn heer en lieste hartge

voorleedene vrijdach ontrent Een Eure naert
afgaen van mijn mesiefve aen uhEd, quan
ijan pran den steenhouder die mij uhEd schrij –
en die aende sekreetaris heeft behandicht, hij
meester schut rietfelt ende sekreetaris so die
alle hier sijn, sijn alle daechge beesich met het
werck te besien en te overlegge wat hartsteen
der verEijst wort, [de lijst boven omt huijs van]

Foto van een open raam met twee open luiken. De haken waarmee de luiken openstaan zitten in een hardstenen vensterbank. Vanuit het raam zie je de gracht met een paar eendjes en op de achtergrond een grasveld met bolbuxussen en er omheen bomen in herfskleuren.
De hardsteen bij één van de vensters aan de zuidkant van het kasteel. Foto: Annemiek Barnouw

Hardsteen onder de vensters

Hardsteen gebruiken voor de daklijst kan al niet meer, omdat de kap er al op ligt. Maar in plaats van de rollaag onder de vensters kan het nog wel. Een rollaag is een laag bakstenen die vertikaal ligt. Vergeleken met metselwerk is hardsteen duurzaam (“een eeuwig werk”), want het zal een stuk beter bestand zijn tegen inwateren. En het kan voor een rijksdaalder per raam, terwijl de kosten voor een gemetselde rollaag hoger zijn, heeft de steenhouwer Margaretha voorgerekend.

Brieffragment rollaag of hardsteen

[=leijt is] oordeelle beijde baese so wel schut als
rietvelt dat best van hartsteen in plaets
vande rollaech van metselsteen, om reeden
dat de hartsteen niet in sal wateren en
Euwich werck sal sijn, en dat het minder
sal koste alsde metselsteen, want naert
segge van deese meester sal ijder venster
stuck met steen en arbeijts loon naulijcke
Een rijxsdal koste, en Een metslaer heeft
Een heelle dach werck om de rollaech voor
ijder venster te legge en die heeft Een
daelders daechs dan moet me de steen
kalck en sement reeckenen, so dat dit
voor geen rijxsdael kan gemaeckt worde

Zilveren penning. Voorzijde: borststuk man met lauwerkrans met in handen zwaard en wapenschild binnen omschrift. Keerzijde: gekroond wapenschild binnen omschrift.
Willem III, prins van Oranje-Nassau, proefslag van een rijksdaalder, geslagen nadat de Fransen de stad verlaten hadden, Dirk Bosch (toegeschreven aan), 1673. Collectie Rijksmuseum.
Foto langs de muur naar een balkon genomen. De luiken staan open. Het balkon is grijs met een zwart geschilderde metalen ballustrade.
Balkon aan de zuidzijde van het kasteel vanuit het naastgelegen raam. Foto: Annemiek Barnouw.

Hout voor de balkons

Voor de ‘zerken’ van de balkons is hardsteen niet geschikt, daar zijn de drie heren het over eens. Veel te zwaar, zeker boven de poort aan de oostkant, want die is van Bentheimer zandsteen, en dat zal het gewicht niet kunnen dragen. Gekozen wordt voor hout. Waarschijnlijk bedoelt Margaretha met de zerken het deel van het balkon waar je op staat. Op de foto is te zien dat het balkon slechts leunt op de bakstenen pilaster die tegen de gevel aan gemetseld is.

Brieffragment hout voor de balkons

de sercken tot de balckons vinde geen van baese
goet ock de steen houder selfs niet wt reeden
datse te swaer sijn het werck die niet wel
soude konne dragen insonderheijt de balkon
int ooste die recht over de voordeur komt
de wijlle die poort van bentomer steen is
seijt de steenhouder prang dat het die swaerte
niet kan lijde, en wort best van
hout gevonden [de vloersteene oordeellense]

Kasteel Amerongen tegen een heel erg donkere lucht. De zon schijnt, op het huis zijnd de schaduwen van bomen te zien. Op het grasveld op de voorgrond liggen blaadjes, de blaadjes aan de bomen zijn geel tot roestbruin.
Zuidzijde van het kasteel. Foto: Annemiek Barnouw. Het balkon heeft bakstenen pilasters en leunt verder niet op pilaren. Daarom moet het stavlak van het het balkon niet te zwaar zijn.

Rechte rijen op de vloer

Hoewel vloeren in een mooi schuin ruitpatroon in de mode zijn, adviseren de heren om de vloerstenen toch gewoon horizontaal te leggen. In een ruit patroon leggen kost veel meer stenen die op maat moeten worden gehakt. (Je krijgt aan de zijkant immers heel veel halve stenen). Vervanging van een steen in de toekomst is ook moeilijker.

Brieffragment rechte vloerstenen

[hout gevonden] de vloersteene, oordeellense
ock beeter vierkant als ruijtsgewijs geleijt
om dater ruijtsgewijs te veel steene ver
hackt worde en ock int breecke van Een
steen so wel niet weer kan ingestopt worde
alsmet moeijte en kosten [ock moetmen int]

Schut zal voor perfecte tekeningen zorgen. Maar Margaretha laat de toelichting daarop en wat er verder allemaal besproken wordt door de secretaris opschrijven, zodat Godard Adriaan het niet meer hoeft te doen met Schuts eigen warrige proza. Margartha zal alles nog eens aandachtig doorlezen, en dan kunnen tekeningen en toelichting morgen meteen meegegeven worden met de steenhouwer, terug naar Bremen.

Brieffragment tekeningen van Schut

[hebbe,] de sekreetaris heb ick belast alles pertinen
te anoteere schut maeckt noch van alles so
hij seijt perfeckte teeckenine dat alles ge=
daen sijnde sal ickt met aendacht naer sien,
en uhEd door den steenhouder die merge
weer van hier nae breeme gaet toesende,

Een dienstbode laat een kind de inhoud van haar kan zien. Alle kinderen droegen een jurk met leibanden om ze vast te houden wanneer ze leerden lopen. De Hooch stond bekend om zijn doorkijkjes. Hier schilderde hij er twee: één naar de kelder en één naar de voorkamer, waar hij het binnenvallend daglicht met puur wit schilderde. In deze kamer staat het venster open, bij het raam een stoel met kussen, aan de muur een schilderij met een mansportret.
Een vrouw met een kind in een kelderkamer, Pieter de Hooch, ca. 1656 – ca. 1660. Collectie Rijksmuseum. Voor liggen de tegels ‘vierkant’, in de kamer achter in een ruitpatroon.

Hutspot voor een hoge gast

Zoon Godard is alsnog met prins Willem naar Den Haag. Margaretha hoopt dat hem dat wat zal opleveren, carrière technisch gezien. Dat haar man de ambassadeurs in Bremen rijk heeft getrakteerd is allemaal goed en wel, maar het zijn geen prinsen van Oranje. Baas boven baas: De echte prins van Oranje kreeg een paar dagen terug op Amerongen van dienstbode Visbach, varkenshutspot met knollen en ossenworst. Hij schijnt er zeer over te spreken te zijn geweest, want in zijn jachtpaleis in Dieren had hij het nog over de worst. Ze hebben er toen nog speciaal wat extra uit Middachten laten halen!

Brieffragment hutspot voor de Prins

[hij wat opdoen sal,] dat uhEd de Ambasadeures
en afgesante aldaer so manifijckmagnifiek heeft getrack
teer is heel wel, maer dat sijn geen prinse van
oransge en dat heeft mijn visbach in mijn
apsensi hier gedaen op Een verkenshuts
=pot met knolle en een worst van os di
ick geslacht heb daer hij scheen heel wel mee
te vreede te sijn want sprack noch te dier
=ren vande worst die hij hier gegeeten had
en sij noch van Middachte lieten haelle die ick
daer gesonde had, hiermeede blijfve
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Mannen en vrouwen worsten makend in een keuken. Rechtsboven een boogschutter. Rechts op een ladder een geslacht varken waaraan een hond likt, een kat staat omhoog tegen de keukentafel. Een jongen blaast op een blaas. Links zit een vrouw bij een grote pot die boven het vuur hangt. In rode Gotische letters staat linksboven November en rechts boven in gewone letters Slacht-Maendt.
November, anoniem, 1664. Collectie Rijksmuseum.

Het venijn

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 september 1676
Lees hier de originele brief

Het postexperiment heeft resultaten opgeleverd! De brieven van 16 en 19 september gingen met de gewone post hebben er respectievelijk zes en acht dagen over gedaan. De brief met de Duitse post van de 18e heeft er tien dagen over gedaan. Alleen weet Margaretha dat bij het schrijven van deze brief natuurlijk nog niet, want de andere brieven zijn nog onderweg en deze is nog niet verzonden. Na zoveel brieven achter elkaar is er natuurlijk weinig om over te schrijven. Toch? Ze begint maar met wat ze al geschreven heeft.

In het midden een rechter hand met daarin een ganzenveren pen. De hand schrijft op papier, een linker hand houdt het papier vast. Het papier ligt op een blauw tafelkleed en op de voorgrond ligt een parelketting. Links van het papier staat een kistje.
Fragment uit Schrijvende vrouw, Johannes Vermeer, 1665. Collectie National Gallery of Art, Washington

Bezoek

Morgen komt de de secretaris van de Staten van Utrecht, de heer Luchtenburg, met de acte over het pandschap, Margaretha maakt er een netwerkdinertje van: ze heeft ook de secretaris van de Ridderschap, Van Beusinchem, de rentmeester van de domeinen en de heer Smissaert uitgenodigd. Luchtenburg speelt het netwerken voor de functie van kameraar voor de Lekdijk nu via Van Beusichem, maar heeft Godard Adriaan waarschijnlijk ook zelf geschreven.

Aanhef en de neef van Luchtenburg

[rec. 27. dito.]
Ameronge den
19 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere heb ick uhEd met de duijtse post die hier
door passeert geschreefve op hoope die wel over
koomen sal, en geseijt hoe ick merge de heere
sekreetaris luchtenburch met de bewuste
Ackte hier verwachte, ick heb den rentmeester
vande domeijne en den heere smitser met beus
sekom daer bij ten Eetten versocht, den
heere luchtenburch heeft mij door beusekom
versocht aen uhEd te reeckomandeere tot
kamelaer vande leckendijck inplaets vande
overleedene kamelaer Mattijsius , sijn
neef den heere scheepen ram dat Een soon
vande drossaert aende vaert is, twijfele niet of
hij sal hier over selfs aen uhEd schrijfve ,

De gezondheid van Van Ginkel

In haar vorige brief had Margaretha geschreven het beter ging met Van Ginkel, maar ze heeft een brief van Philippota gehad en het blijkt nu toch weer slechter te gaan. De koorts is terug en ook de ‘brand’ en de benauwdheid. Margaretha maakt zich ernstige zorgen. Ze hoopt ook snel wat te horen van haar man en hoe het met zijn ziekte is. Over de bouw heeft ze in haar brief van gisteren al geschreven, de steenoven brand voorspoedig.

Eerste brieffragment over de ziekte van Van Ginkel
Tweede brieffragment over de ziekte van Van Ginkel en afsluiting

ick heb uhEd met alle poste geschreefve de
beeterschap vande sieckte van onse soon den
heer van ginckel, en deese merge met de post

dat de verheffine vande koorts die hem had verlaete
hem weerderom was aengekoomen en dat den
brant hem Even starck bij bleef als meede de
benoutheijt boven de maech dat mij seer be=
komert en oordeel hem de kontini weelle koorts
noch niet heeft verlaete, ick ben inden meeste
bekomerin vande werlt wenste wel bij hem te
sijn en weet niet wat ick doen sal, verlange
ock seer te hoore hoet met uhEd en de loop is
hoope t avont deselfs briefve te ontfange
en daer wt wat goets te sien, hoet hier met
de timeraesge en den steenoven die aent
brande is staet heb ick met de laeste post
geschreefve, hebbe als noch gewenst weer
daer op, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Deze Italiaanse apothekerspot is veelkleurig beschilderd, met op de buik een medaillon in de vorm van een krans van gevleugelde engelenkopjes. Hierin zijn twee kleinere medaillons weergegeven met afbeeldingen van een vrouwelijke heilige en eronder een Afrikaan met hoofdband en apothekersmerk dat is samengesteld uit de letters P.A.Q. en een Lotharings kruis. Op een tekstband over het midden is het opschrift: TRIACA.F. te lezen
Apothekerspot, anoniem, 1501. Collectie Boijmans van Beuningen. TRIACA.F. verwijst naar Theriaca of het koortswerende theriak. De letter F achter het woord wijst erop dat het recept voor deze theriak door de Venetiaanse arts Girolamo Fracastori (1478-1553) was samengesteld.

Nog meer gezondheid

Nadat ze haar brief afgesloten heeft komt de post met een brief van Godard Adriaan en een brief van Ursula Phlippota. Kennelijk wacht degene die de post brengt rustig, want Margaretha neemt uitgebreid de tijd om een PS van formaat toe te voegen.

Margaretha is blij dat Godard Adriaan weer gezond is, met zoon Godard gaat het minder goed

PS over de ziekte van Van Ginkel

p s
so aenstonts ontfange uhEd aengenaeme 
vande 16 deeser ben blijde daer wt te sien 
uhEd weer wel is, de heere wilt lange 
laeten kontiniweere, ick ontfange ock 
met Eenen Een vande vrou van ginckel 
die schrijft de heer van ginckel gistere 
wat beeter was, maer dat hij niet 
kost ruste door de groote benautheij 
die sijn hEd noch booven de maech bij 
blijft, vreese hij sal moete voomeere 
want niet als klisteere1Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel te gebruijcke 
en kan inde maech niet koomen, en al 
wat hij van boove inneemt kan hij 
niet in houde, ick hoope den heere 

Zilveren penning. Op voorgrond klisteer, mortier, stamper, pillendoos,likkepot, pillen en andere apothekersbenodigdheden. Op de achtergrond plant in een pot met een oor gersierd met wapenschild en stamper met vijzel, waarop jaartal staat geschreven.
Utrecht, Apothekersgilde, op naam van Albertus Overmeer, Hendrik Winter, 1665. Collectie: Rijksmuseum.

Ridder Van Ginkel in nood

Margaretha lijkt er soort feuilleton van te maken in haar brieven: mensen die dood zijn of (nog) niet. De Rijngraaf is zeker dood en ook de heer van De Haar. Van Ginkel heeft diens vrouw nog gered, die was in het leger en was anders zo in handen van de vijand gevallen! En de magie van deze brief: de heren van Slangenburg en Lievendaal zijn weer levend!

PS over de Rijngraaf en de heer van de Haar
PS over de heren van Slangenburg en Lievendaal

[staen,] den rhijngraef2Karel Florentijn van Salm is seeckerlijck
doot ock den heer van haer3Paulus van Alkemade had de
heer van ginckel de vrou van haer4Antonetta van Lynden
die meede int leeger was niet met
gelt en sijn kar geassijsteert sij
had in hande vande vijant gevallen

den heer van slangenburch5Frederik Johan van Baer en joncker jan van
Eck of heer van liefvendael6Johan Willem van Panthaleon van Eck seijt men dat weer
leefven, [den heer Mattijsius kamelaer]

Een indrukwekkend kasteel in een gracht. Links een ronde torn die tegen een hoog huis met trapgevels en een vierkante toren aan staat. Op de voorgrond een lagere gevel met twee zadeldaken en rechts een stompe zeshoekige toren. Op de achtergrond nog een hoog gebouw met zadeldak en twee torens.
Kasteel De Haar, Roelant Roghman, 1646. Collectie: Fondation Custodia, Collection Frits Lugt, Paris.

Het gif in de staart

Waar het gif opeens vandaan komt is niet helemaal duidelijk, maar opeens moet de dode kameraar het ontgelden. Volgens Margaretha zal niemand hem missen. Het schijnt dat hij op zijn doodsbed nog even flink heeft uitgehaald naar de Utrechtse politiek. Men verwacht dat er uit zijn papieren nog wel het één en ander zal blijken.

PS over Matthisius

[leefven,] den heer Mattijsius kamelaer
vande leckendijck, sijn doot wor van niemant
beklaecht en seijt men dat hij aende preedi=
=kant buermaenus7Pieter Burman of één van zijn nakomelingen op sijn doot bedt sou
gereeckomandeert hebbe dat hij toch sou
bidde voor diegeene die sulcke vuijlle stuck
=ken inde provinsie van wttrecht bedreefven
daer hij wel kenisse van had, men ge=
looft men onder hem of sijn pampieren
sal vinde datter sijn die peninge wt sijn
kantoor hebbe gelicht, in soma daer
wort veel geseijt,

Rond een bed staan diverse mensen. Een vrouw heeft haar arm om het hoofd van de man in bed geslagen. Aan het voeteneind staat een man in het zwart. Op een tafel voor het bed staan diverse kannen.
Dood van een man, Moses ter Borch, ca. 1662 – voor 1667. Collectie Rijksmuseum.

Tegels

Kennelijk heeft Godard Adriaan aangegeven dat hij goedkoop stenen voor de vloer kan krijgen. Dat ziet Margaretha wel zitten. En als ze dan zo goedkoop zijn, dan moeten ze maar gelijk voor de zaal van Kasteel Middachten bestellen. Zodra Schut in Amerongen is, zal ze er met hem eens over hebben en de secretaris een memorie laten schrijven.

Kennelijk wordt de postbezorger nu ongeduldig (en terecht), dus ze breit er snel een eind aan.

PS over de stenen om een vloer te leggen

so uhEd de steene om vloere van te lege
so goeijkoop kont krijge mocht wel so
veel tot de sael op Middachte meede
koope, so haest schut die naer
Amsterdam is en int midde van dees
weeck weer hier koomt, komt salde
sekreetaeris uhEd de perfeckte me=
moorije vande vloere sende, ick blij
met haest de post gaet

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Vloerstenen. Foto en ©: Hans Neecke.

  • 1
    Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel
  • 2
    Karel Florentijn van Salm
  • 3
    Paulus van Alkemade
  • 4
    Antonetta van Lynden
  • 5
    Frederik Johan van Baer
  • 6
    Johan Willem van Panthaleon van Eck
  • 7
    Pieter Burman of één van zijn nakomelingen

Experimenteren met de post

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha doet een proefje: zou de postdienst op Duitsland, die twee keer per week langs Amerongen komt, sneller gaan dan de diplomatieke post via Den Haag? In deze brief staat daarom niet veel meer dan in die van eergisteren.

Brieffragment over postexperiment

Ameronge de 18
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

mijne laeste is vande 16dees geweest die ick op den haech
heb gesonde, waer in die van uhEd vande 12 heb beantwoort
, nu gaet deese Eens met de duijtse post die twee
=mael ter weeck hier door rijtd om te sien of die
briefve wel overkoome, so hoefde ick se niet op den
haech te sende, [gistere heeft beusekom mij ge=]

Bosweg met postwagen en een lopende figuur, op de rug gezien.
Landschap met postwagen, Johannes Janson, 1761 – 1784. Collectie Rijksmuseum.

Aanbeveling

Waarschijnlijk wordt het alleen secretaris Luchtenburg zelf die de akte van eigendomsoverdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen komt brengen, komende zondag. Er zullen geen extra statenleden meekomen, omdat Godard Adriaan als heer des huizes ook niet thuis is. Ondertussen probeert van Luchtenburg ook zijn eigen familiebelangen te behartigen: hij heeft van Beusekom gevraagd Margaretha te schrijven of ze zijn neef, Philips Ram, bij Godard Adriaan wil aanbevelen voor de vrijgekomen functie van kameraar van de Lekdijk. Godard Adriaan is heemraad bij het waterschap Lekdijk Bovendams.

Eerste brieffragment over de neef van Luchtenburg
Tweede brieffragment over de neef van Luchtenburg

[onthaelle en trackteere als ick kan,] hij heeft
ock aen beusekom1Nicolaas van Beusichem versocht dat hij mij wt sijnen
naem wilde schrijfve, door afsterfve vande
heer Matijsius2Cornelis Mattisius kamelaer vande leckendijck
sijn neef den heere scheepen ram3Philips Ram wiens

vader4Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk drossaert aende vaert5Vreeswijk is, tot het voorseij
de kamelaers plaets uhEd te reeckomandeere
het welcke dan hier meede doe, [twijfele]

Tekening van over het water. Rechts op de rivier een zeilboot, links twee roeiboten. Op de wal (met een soort houten kade) links een molen, dan wat huizen en rechts daarnaast de kerk. In het midden de sluis met daarachter een ophaalbrug en de masten van schepen. Rechts nog meer huizen.
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief

Muren op hoogte

Wel echt nieuws van de bouwplaats: het mooie weer houdt aan en het hoogste kruisraam wordt gezet. De binnenmuren worden nu tot hun hoogste punt afgemetseld.

Brieffragment over voortgang bouw

tot noch toe hebbe wij heel goet weer op ons
werck en ock op den oven, men begint de hooch
ste kruijs raemte te sette de binne mueren
worde met Eene op haer volkoomene hoochte
gehaelt en op gemetselt, [mij bekomert de]

Nog ziek

Ze beklaagt Godard Adriaan nogmaals dat hij blijft sukkelen en meldt maar weer dat het met zoon Godard in Den Haag gelukkig al weer beter gaat.

Brieffragment over zieken

[gehaelt en op gemetselt,] mij bekomert de
loop uhEd so lange bij blijft en verlange hoe
deselfve het meedesineere bekoomt ,
de heer van ginckel, so van heetere schrijft
wort dagelijcks beeter daer de heere voor
gedanckt moet sijn, inwiens beschermin
uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

In bed ligt een man met een slaapmyts io die een slok uit een glas neemt. Naast hem staat een jongeman met een toorts en aan het voeteneind van zijn bed een oudere man met in zijn hand een takje kruiden. Aan de wand hangt een schilderij.
Fragment uit: Medicijn tegen syfilis, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Jan van der Straet, ca. 1589 – ca. 1593. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Nicolaas van Beusichem
  • 2
    Cornelis Mattisius
  • 3
    Philips Ram
  • 4
    Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk
  • 5
    Vreeswijk

Geschaakt

Van Ginkel noemde in de lange rij doden en gewonden bij Seneffe ‘Papekop: doot’. Papekop was Nicolaas van Vlooswijk, zoon van de Amsterdamse burgemeester Cornelis van Vlooswijk. Nicolaas werd door twee kogels doorboort en liet een vrouw en twee kinderen na. Margaretha kende vader Cornelis, want hij hielp haar wat op weg toen ze naar Amsterdam moest vluchten in het rampjaar.

Burgemeesterskinderen

Nicolaas was niet de enige die bij de Slag bij Seneffe sneuvelde, waarom krijgt hij dan hier een plekje? In de brieven van Margaretha aan haar man uit 1676 zal Nicolaas’ weduwe een rol spelen. Wat tot de meeste commotie zal leiden is hoe het huwelijk tussen Nicolaas en Eleonora tot stand gekomen is.

De liefde van Nicolaas van Vlooswijk en Eleonora Constantia van der Meyden is er één die waarschijnlijk zelfs nu nog chocoladeletters in de krant zou opleveren, of iets 21ste-eeuwser, goede clickbait:

Dochter van burgemeester van Rotterdam nieuwe liefde van zoon van burgemeester van amsterdam

Het grootste verschil met de 21ste eeuw is dat in de 17e eeuw liefde geen basis is voor een relatie. Laat staan voor een huwelijk. Als Nicolaas de hand van Eleonora vraagt bij haar vader, dan wordt hem dit geweigerd. Vader heeft Eleonora al beloofd aan een oudere, zeer rijke, heer. Om het zekere voor het onzekere te nemen, verbiedt vader Van der Meyden Nicolaas de toegang tot het huis in Rotterdam.

Kuiperij1Door ongeoorloofde middelen trachten iets te verkrijgen

De geliefden laten het hier niet bij. Gelukkig maar, anders was dit verhaal overbodig. Via het personeel houden de twee contact met elkaar en ze smeden een plan. Dit plan maakt dit verhaal tot een van de meest spraakmakende schakingen van de 17e eeuw. Onder het huis van de vader van Eleonora zit een wijnkoper die zelf wijn in vaten kuipt.

Glasplaat in houten vatting. Panorama van zeven kuipers (tonnenmakers) die met verschillende stappen in het productieproces van tonnen bezig zijn. Van links naar rechts het zagen van de de duigen, het plaatsen van de duigen in de hoepels, het aanslaan van de hoepels, het branden van de ton, de complete ton en het maken van de deksel.
Kuipers aan het werk, anoniem, ca. 1700 – ca. 1800. Collectie Rijksmuseum.

De afspraak is dat Eleonora in de nacht naar beneden komt en dat er daar een ton staat waar ze in kruipt. De ingekuipte Eleonora wordt op een slede gelegd die klaar ligt. De slee met de maagd in de ton verlaat bij de Goudse Poort Rotterdam. Dan mag ze uit de kuip en vertrekken de geliefden met gezwinde spoed naar IJsselstein. Dit was een vrijplaats waar de lange arm van de wet geen toegang had. De ouders van Eleonora konden hier dus niet tegen beginnen. Nicolaas en Eleonora voeren dit plan in mei 1663 uit. In mei 1664 keert het stel terug naar Rotterdam en verzoent zich met de ouders van Eleonora. Ze trouwen hierna in Amsterdam.

Links een eenvoudige ophaalbrug over een gracht die leidt tot een poort met twee achtkantige torens met kantelen.
De Goudse poort Anno 1580 aan de Goudsesingel, uit het noorden, Gerrit van Smack, 1658-1662. Collectie Stadsarchief Rotterdam.

Puberzoons

Als dit allemaal gebeurt is Nicolaas 26 en Eleonora 18. Margaretha en Godard Adriaan zitten op dat moment thuis met twee puberjongens: Van Ginkel is negentien en pleegzoon Welland, net een jaar wees, is zestien. Je kunt je voorstellen dat in Huize Van Reede te Amerongen dit verhaal tevens gebruikt werd om de jonge jongens een lesje moraal te geven. Het jaar erna vond een nog spraakmakender schaking plaats. Beide schakingen waren snel bij een breed publiek bekend en er worden gedichten en toneelstukken over gemaakt. De schaking van Nicolaas van Vlooswijk en Eleonora van der Meyden lost zich op door een verzoening, maar andere schakingen konden tot intense rechtszaken leiden.

Schakingen

Meer weten over deze en andere schakingen? In 2017 is Rolf Hage op schakingen gepromoveerd en in het kader van zijn proefschrift heeft hij ook de databank schakingen opgezet: een heerlijke plek om te verdwalen in smeuïge verhalen.

Een gezelschap op een bordes, gekleed volgens de mode van 1680. Een man en vrouw zitten te schaken. Een bordurende vrouw kijkt toe. Beide vrouwen hebben een fontangekapsel. Onderschrift, midden onder in de marge, gegraveerd: ‘Brave Guerrier il faut se rendre / La Belle a trop d'Esprit ses yeux ont trop d'éclat; / E pour peu qu on ait le Coeur tendre / On est en deux facons bien tost échecs et mat.’
Le Jeu d’Echecs, Barent Velthuysen, ca. 1680. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Door ongeoorloofde middelen trachten iets te verkrijgen

Leugens, God en een zware tempeest

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 juni 1667 Middachten
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

De brief van 18 juni 1667 is de op één na vroegst bewaarde brief van Margaretha Turnor. Het blijft gissen waarom deze brieven wel bewaard zijn gebleven, en brieven van eerdere missies van Godard Adriaan niet. Margaretha schrijft de brief in het huis van haar zoon en schoondochter in Middachten. Waarschijnlijk zijn er in de dagen vóór deze brief ook brieven geschreven, maar die zijn niet bewaard gebleven. Wie de brief van 18 juni 1667 leest, krijgt dan ook het idee binnen te vallen in een lopend gesprek.

Een man en een vrouw voeren een gesprek. De vrouw zit rechts, met haar rug naar de toeschouwer. De man zit links, met zijn gezicht naar de toeschouwer. Hij kijkt naar de vrouw. De man en vrouw zitten allebei op een stoel. Het raam staat open.
Gevoelige conversatie, Quirijn van Brekelenkam, omstreeks 1660-1665. Collectie Metropolitan Museum of Art, New York.

Niet bezorgde brief

Margaretha begint haar brief met een verontschuldiging waarom ze niet eerder geschreven heeft: de post was laat. Daarna heeft ze het over een brief aan Christiaan van Rodenburg, een geëligeerde in de Staten van Utrecht. Margaretha had de postiljon naar Schenkenschans gestuurd, waar Rodenburg zich ophield met het visiteren van de vestingwerken. Maar toen de postiljon daar aankwam, was Rodenburg alweer naar Nijmegen vertrokken. Tot Margaretha’s leedwezen is de brief – waarvan de inhoud of strekking voor ons helaas onbekend is – niet bij de beoogde ontvanger terechtgekomen.

Brieffragment dat Margaretha Roodenburg niet bereikt heeft

voor Eerst segge, dat ick tot mijn leetweese den heere roodeburch  
niet heb konne aentreffe, want so den Espresse die, ick afgesonde 
had aen wijburch1Onbekend  om naer hem te verneeme me te schencke schans aen =
quam was den heere luchtere2Hendrick van Lochteren  en roodeburch dien middach daer 
aen gekoome ende wercke besichticht hebbende sijn den selfve avont 
ontrent vijf Eure weer naer nimweehge vertrocke sijnde ontrent 
Een Eur voort aenkoome van diegeene ick gesonde heb so dat ick
niet weete waer sijnE te vinde is [en derfve uhEd brief niet]

Gezicht op een stad aan een rivier, bij de muren voeren drie mannen metingen uit.
Fragment uit illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ (p. 74) van Allain Manesson Mallet, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum.

De Utrechtse Ridderschap

Politiek gekonkel neemt in de brief van 18 juni 1667 een prominente plaats in. Margaretha schrijft voornamelijk over de Utrechtse Ridderschap en de Vroedschap. Men had het voornemen om het aantal edelen in de Ridderschap te vermeerderen. Kon dat wel? Margaretha begreep dat het aantal edelen al eerder was uitgebreid, namelijk vlak na de Reformatie, in 1618 om precies te zijn. Er zaten toen namelijk nog veel katholieken in de Ridderschap. Sinds 1667 moesten de geëligeerden, ten minste voor de bühne, de gereformeerde godsdienst belijden.

Brieffragment uitbreiding Ridderschap

[mentasi Een beschrijvin van state had behoore te weese wij] waer 
bij men had moete bekent macke dat men van sins was het 
lidt vande heere Edelen te verstercken, waer op dien heer mij 
seijde geantwoort te hebbe sulcks voordeese wel geschiet te 
sijn en dat korts naer de reformaesie om reedene datter doen
noch so veel katolijcke heere waere daer om men den staet sulck 
bekent maeckte op datse mochte weete wie men inde regeeringe
nam, maer dat sulcks seedert den ijaere achtien niet meer 
int gebruijck was geweest [dat ock so veel sijnhEd wt oude do]

Margaretha gaat nog even door over de Ridderschap en de Vroedschap. Zo worden er leugens verspreid en worden er personen verdacht gemaakt.

Vervolg brieffragment Ridderschap

en sulcke groote wtgestroijde leu leuchgens wt vorsen, want is
onverdrachlijck, de leugens daerse de heere Edelen meede soecken 
verdacht te maecken, tis voorwaer wel bedroeft en beklaechlij

De Heer almachtig is een kenner der harten

Margaretha hoopt dat dat de tijd de gemoederen zal verzachten, en dat blinde ogen geopend worden. Wij moeten handhaven wat billijk en rechtvaardig is. Laat de rest maar lekker onrustig ronddolen en laat verder alles aan de Heer over, de slechteriken zullen niet altijd aan het langste eind trekken.

Brieffragment over laten aan de heer

[om moogen hebben,] ick hoope dat den tijt de gemoederen sal versachte en de blinde 
oochgen openen wat ons aengaet ben van harte verblijt te sien uhEd so gerust int
werck is dat komt van Een goet gemoet te hebbe en niet anders te soecke als
wat bil-lijck en recht is Een ijder int sijne te meijnteneere3Mainteneren: handhaven laet de rest woelle4Woelen: onrustig zijn de heer almacht
– tich is een kener der harte sal ock alles te sijner tijt wel schicken ende geweldigers
niet altijd laeten heerschen [voor mij sou geen swaericheijt maecken dat uhEd wt de reege]

God, een oude man met baard, duwt wolken weg bij de vlammen in de voorgrond rechts. Genummerd rechtsonder: 5.
God scheidt het licht van de duisternis, Sisto Badalocchio, naar Rafaël, 1607. Collectie Rijksmuseum.

Zware tempeest

In 1665 was de prins-bisschop van Münster, Bernhard van Galen, het oosten en noorden van de Republiek binnengevallen. Op 18 april 1666 werd de Vrede van Kleef gesloten, die een eind maakte aan de Eerste Münsterse Oorlog. Margaretha had gehoord dat Van Galen niet langer bisschop was; hij zou het bisschopsambt aan zijn broer overgedragen hebben en was bezig troepen te werven in Doesburg. Verder hoopte Margaretha snel iets te horen van de vloot. Het was namelijk erg slecht weer. Het lijkt wel of God boos is, of hij het op ons gemunt heeft. Waar blijft de zomer? Er is zelfs nog sprake van nachtvorst!

Brieffragment over de bisschop, de vloot en de nachtvorst

[gunne, insonderheijt indeese swaere en bekomerde tijde daer wij in sijn,] den bischop van
münster5Bernhard van Galen, bisschop van Münster die menseijt sijn kap op den tuijn gehange te hebbe6De kap op de tuin hangen: een beroep vaarwel zeggen, komt van een monnik die zijn kap over (de muur van) de tuin hangt en het klooster verlaat. Dit heeft de bisschop niet gedaan.  ent bischopsdom aen sijn broeder overgegeefve te hebbe heeft dees weeck volck te doesburch gehad om te werfve7Dat was tegen de bepalingen van de Vrede van Kleef in, waarin was afgesproken dat het leger van Münster niet groter zou zijn dan 3000 man. die
Een ruijter so en sestich duijkatons op de hant presenteerde mij verlanckt seer te
hoore hoet met onse scheepsvloote die in see is staet8Van 9 tot 14 juni 1667 vond de Tocht naar Chatham plaats. de wijlle wij deese weecke sulcke swaeren tempeest hebbe gehadt tis of dien goedertierener godt teenenmael op ons ver
grimt en vertornt is wij hebbe geen soomer het maeckt hier noch alle nachte ijs

Zeegezicht met enkele schepen op zee tijdens een storm.
Schepen in de storm, Andries van Eertvelt (toegeschreven aan), 1600 – 1652. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha schreef deze brief overigens op beduidend groter papier, waardoor de tekst op onze scans heel klein geschreven lijkt: de paginabreedte hier is nog hetzelfde.

  • 1
    Onbekend
  • 2
    Hendrick van Lochteren
  • 3
    Mainteneren: handhaven
  • 4
    Woelen: onrustig zijn
  • 5
    Bernhard van Galen, bisschop van Münster
  • 6
    De kap op de tuin hangen: een beroep vaarwel zeggen, komt van een monnik die zijn kap over (de muur van) de tuin hangt en het klooster verlaat. Dit heeft de bisschop niet gedaan.
  • 7
    Dat was tegen de bepalingen van de Vrede van Kleef in, waarin was afgesproken dat het leger van Münster niet groter zou zijn dan 3000 man.
  • 8
    Van 9 tot 14 juni 1667 vond de Tocht naar Chatham plaats.

Een nieuw regeringsreglement voor Utrecht

April 1674: de wilgen lopen uit, vogels bouwen hun nest. De Fransen zijn al weer vijf maanden weg, de gijzelaars zijn teruggekeerd en hebben de sneeuw van hun ongewenste winterse reis van zich afgeschud. Maar Utrecht is niet in een feeststemming: de provinciekas is leeg, en die van de steden ook. Bovendien is de militaire bezetting van de Fransen meteen in november afgelost door een Hollandse bezetting van de Staten-Generaal. Als vermeende “sleuteldragers” zijn de Utrechters uit de Unie gezet en onder curatele gesteld.

Een waaier die beschilderd is met een slinger van veel gekleurde bloemen en vruchten met in het midden een medalion twee spelende naakte kinderen met een bloemenkrans die de lente voorstellen
Waaierblad van perkament(?) waarop met tempera aan de voorzijde een ‘Floralia’ met Vestaalse maagden en op de achterzijde een medaillon met twee spelende, naakte kinderen en een gedichtje, tussen twee cornucopias, vogels en vlinders, anoniem, ca. 1700. Collectie Rijksmuseum.

Een nieuwe lente, een nieuwe wind

Maar dan lijkt er toch verandering te komen: prins Willem III komt naar Utrecht. Zal Utrecht haar oude soevereiniteit terugkrijgen? Dat alle oude regenten op hun eigen kussen terug kunnen keren, verwacht eigenlijk niemand. Om de Utrechtse goede wil te tonen is de Statenkamer aan het Janskerkhof van binnen en van buiten versierd met fris lentegroen en oranje linten. Veel helpt het niet: ter gelegenheid van de komst van de prins worden zes van de acht geëligeerden1sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand vervangen. Zeven leden van de ridderschap en 25 van de 40 vroedschapsleden van de stad Utrecht ondergaan hetzelfde lot.

Een rij mannen en vrouwen in 17e eeuwse kleding, met hoeden en schorten, worstelend tegen de wind, achteruit en vooruit lopend, getekend in zwart wit
In de wind lopende figuren op een rij, Harmen ter Borch, 1648. Collectie Rijksmuseum.

Kleine steden vergeten

De stadsbesturen van de kleinere steden heeft men nota bene over het hoofd gezien. Maar ook zij zullen de dans niet ontspringen. Overal wordt het gros van de oude ambtsdragers vervangen door nieuwe. Er komen zelfs nieuwelingen van buiten de provincie. Al snel gaat het gerucht gaat dat sommigen de weg moeten vragen naar de stadhuizen en de Statenkamer!

Schilderij van een hoge, versierde zaal. Doordat de twee lange zijden schuin naar binnen lopen ontstaat de indruk van een podiumtoneel. Aan het plafond hangt een opvallend groot, wit doek waarop op de bovenste rij drie familiewapens zijn afgebeeld. Daaronder een rode decoratie in de vorm van een zeer grote vlinder met in het midden een familiewapen, daarboven de helm en schouders van een harnas en vastgehouden door twee bovenste helften van harnassen. Het wapen in het midden heeft in de linkerbovenhoek een leeuw, van de zijkant gezien. Aan beide zijden van de 'vlinder' zijn decoraties aangebracht van soldatentrommels en trompetten, onder elkaar. Onder dit doek, in de achterzijde van de zaal, is een doorgang naar een achtergelegen ruimte. De doorgang is versierd door een soort triomfboog met in het midden hetzelfde familiewapen als in het midden van de 'vlinder'. Midden boven de triomfpoort hangt een wimpel. De achterzijde is beschilderd met beneden bomen en boven water met schepen. Ervoor staan aan beide zijden twee borstbeelden op sokkels. De zaal heeft een houten plafond, dat gedeeltelijk te zien is omdat het doek ervoor hangt. Op de grond liggen zwart-wit plavuizen. De beiden zijwanden hebben tot ongeveer een derde lambrisering. Daarboven is het lichtgekleurd. De rechtermuur heeft in het midden een hoge nis, gelijkend op een deur met erin een harnas ten voeten uit. Daarboven zijn eenzelfde soort versieringen aangebracht als op het doek. In de linkermuur zijn eerst een deur en dan drie tot het plafon reikende nissen aangebracht. In de nissen bevinden zich eveneens decoraties met helmen. In de zaal zijn twee groepen in 17de eeuwse kledij gestoken mannen. Rechtsvoor tegen de muur staan drie mannen in overwegen rode kleding met een zwarte hoed op met elkaar te praten. De belangrijkste groep van zes mannen staat bij de deur in de linkermuur. Drie zijn in het zwart gekleed, drie in kleurrijkere kleding. Ze dragen bijna allemaal witte halsdoeken. Ze hebben krullend haar tot op de schouders, waarschijnlijk pruiken. Twee van hen dragen een hoed.
Ontvangst van Prins Willem III in 1674 in de Statenkamer van Utrecht ter gelegenheid van zijn aanstelling tot erfstadhouder. Collectie: Centraal Museum

Macht van de stadhouder

Maar een stuk heftiger dan de vervanging van een heleboel regenten in één keer, is de invoering van een nieuw regeringsreglement. De macht van de stadhouder bij het benoemen van nieuwe regenten in de toekomst wordt volgens dat reglement veel groter dan deze ooit geweest is. Elk jaar opnieuw moeten vroedschapsleden hopen op hun herbenoeming. Bij de geëligeerden is dat elke drie jaar. Het is dus de kunst om in de gunst van de prins te blijven, die tijdens zijn bezoek ook wordt benoemd tot erfstadhouder. Theoretisch zouden de nieuwbenoemde statenleden tégen het regeringsreglement kunnen stemmen. Helaas was er geen tijd om het goed te lezen en zijn ze veel te bang dat Utrecht alsnog uit de Unie wordt gegooid. Zover zou het echter nooit gekomen zijn. Willem heeft Utrecht veel te hard nodig als tegenwicht tegen Holland in de Staten-Generaal.

Exit Welland, Wulven en Van Weede

De oude heer van Renswoude wordt president van de Staten als geheel. Onder degenen die het veld moeten ruimen zitten, niet geheel onverwacht, neef Welland, de heer van Wulven, en de heer van Weede van Dijkveld. Aan de loyaliteit van Godard Adriaan wordt echter niet getwijfeld. Hij behoudt zijn plek in de ridderschap. Sterker nog: zijn plaats is vast geserveerd voor zoon Godard, mocht vader komen te overlijden! Margaretha mag tevreden zijn, de trouwe diensten aan de Staten-Generaal en ook aan de prins zijn niet voor niets geweest. Godard Adriaan betreedt samen met Renswoude en burgemeester Nellesteyn het bordes als het nieuwe regeringsreglement voor Utrecht op 16 april 1674 wordt afgekondigd door raadspensionaris Fagel.

Schilderij van een groot, rood bakstenen gebouw met een donker, schuin dak. Het gebouw beslaat driekwart van het schilderij, Rechtsachter het gebouw is een ander gebouw te zien in lichter gekleurd baksteen met aan de rechterkant een trapgevel. Aan de bovenkant is een bewolkte lucht geschilderd. Het rood bakstenen gebouw heeft op de bovenste verdieping vier vierkante ramen in vieren gedeeld. Daaronder bevindt zich een rijk versierde entree lichtgekleurd steen. Boven de deur is een afbeelding van een leeuw op zijn achterste poten en een beer ??? te zien. Daarboven een niet te lezen tekst. Daar weer boven een halve ovaal met een grote schelp erin. Naast de deur zijn links en rechts hoge rechthoekige ramen waarvan de onderste helft bedekt is met een grote decoratie in de vorm van de initialen W en H ineen met daarboven een kroon. Boven de ramen zijn er driehoekige stenen decoratie. Aan de linkerkant is nog een gedeelte van een raam te zien. In de deuropening staan twee mannen in zwarte 17de eeuwse kleding op een bordes. Voor het bordes een stenen trap van vier treden met aan beide zijkanten leuningen. Voor het huis staan verschillende groepjes met mensen, voornamelijk mannen, sommigen in zwarte anderen in kleurrijker kleding en bijna allemaal met een hoed op. Linksvoor staat een rijtuig en iets meer naar het midden een hond.
Afkondiging van het nieuwe regeringsreglement te Utrecht vanaf de trap op het Janskerkhof, 16/26 april 1674, anoniem, 1674. Collectie: Centraal Museum Utrecht.
  • 1
    sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand

Wispelturige vrienden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 oktober 1671 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 6 oktober binnengekregen en geeft hem het grootste gelijk van de wereld dat hij daarin verontwaardigd is over het handelen van Pieter Both en de zijnen. Sinds ze terug is uit Utrecht blijken ze al weer bijna bij de partij van Nellesteyn weg te hebben willen lopen, totdat Cornelis van Beeck zich opeens vóór Nellesteyn verklaarde. Toen kozen ze eieren voor hun geld en bleven ook.

Brieffragment de strijd tussen Pieter Both van der Eem en Johan van Nellesteyn

Ameronge den
9 ockto 1671
rec. 11 Oct: 1671

Mijn heer en lieste hartge

uhEd schrijfvens vande 6 deeser heb ick heede
ontfange vinde uhEd het grootste gelijck vande
werlt heeft misnoegen overde proseduere
van bodt1Pieter Both van der Eem en de sijne te neeme, naer mijn
vertreck van wttrecht verstaen ick dat sij
al weer hebbe gedifukulteert2moeite hebben gehad de partij van
nellisteijn3Johan van Nellesteyn te houde tot dat sij sagen dat de
van beeck4Cornelis van Beeck hem voor nellisteijn deklaereerde
en sij niet beeter en koste, [ick heb geseijt]

Twee vrienden in antieke kleding geven elkaar een hand. De ene geeft een munt of een ander rond voorwerp aan de ander.
Twee mannen schudden elkaar de hand, Abraham Bloteling, naar anoniem, 1670. Collectie Rijksmuseum

Aan zulke vrienden heb je niets

Margaretha heeft laten weten dat ze zich niets van zulke ‘variabele vrienden’, waar je toch niet op kunt rekenen, wil aantrekken. Ze hoopt maar dat Nellesteyn zonder hen ook wel aan zijn meerderheid komt, dan doen ze maar wat ze niet laten kunnen.

Brieffragment variabele vrienden

[en sij niet beeter en koste,] ick heb geseijt
dat ons seer weijnich aen sulcke varijabelle5variabele: wisselvallige, wispelturige
vriende of liede seer weijnich geleechge was
daer men doch geen staet op kost maecke
hoope nellisteijn6Johan van Nellesteyn het sonder haer wel te
booven sal koomen laetse dan doen watse
wille, [de heer van rhijnswou heeft geen on]

Aquarel van het kasteel Zuilenstein bij Amerongen met links het poortgebouw, uit het zuiden. Er onder staat geschreven 'Het Huis Zuylestein behoorende aan den Graaf van Rochfort.
Gezicht op het kasteel Zuylenstein bij Amerongen met links het poortgebouw, uit het zuiden. Anoniem, ca. 1800. Collectie Het Utrechts Archief

Hoog bezoek op Zuylestein

Bij de buren, Frederik van Nassau-Zuylestein en zijn vrouw, is prins Willem III op bezoek. Ze kennen elkaar goed, want Frederik, een onechte half-broer van Willems vader, was zijn gouverneur geweest tot hij zestien werd. De vrouwe van Zuylestein was hofdame van Willems moeder Mary. Het bezoek bezorgt Margaretha enige geluidsoverlast, want de vele paarden die gedrenkt moeten worden zorgen voor veel lawaai als ze naar het water rijden.

Naschrift over gasten op Zuylestein

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
en dieners MTurnor

sijn hoocheijt is
noch op Suijlisteijn alwaer de heer en vrou
van Suijllisteijn deese middach sijn gekoome
hier is sulcken gerij van paerde diese te
water brenge den gansen dach overt voorbu
rch dat het niet te hade7niet te harden is sij breecken
en maecken het voorburch en de singen
als Een dijck datter niet door te koome
is ock so de steech, [deese sendt ick tot]

Portret van een staande vrouw, kniestuk, voor een landschap. Ze draagt een licht grijze jurk met een brede hals. Er omheen een blauwe omslagdoek die met een soort kralenketting om haar schouder en middel gebonden is. Ze kijkt serieus uit haar ooghoeken naar de schilder heeft opgestoken haar met krullen in haar nek, rode lippen en iets te roze wangen. In haar oren hangende parels en een parelketting om haar hals.
De vrouwe van Zuylestein: Mary Killigrew (1627-1677) echtgenote van Frederik van Nassau-Zuylestein (1624-1672) door M. L. A. Clifford /A. Hanneman. Privécollectie, bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Nog meer politiek

In de PS begint Margaretha er wéér over: nu blijkt Borre van Amerongen zich weer bij Both en Van Dinter te hebben aangesloten. Maar ja, dat was toen ze uit Utrecht vertrok, het kan nu zomaar weer anders zijn. Met zulke mensen weet je niet waar je aan toe bent.

Naschrift over nog meer politiek

de heer van sandenburch8Diederik Borre van Amerongen hout het nu heel met bot9Pieter Both van der Eem en
van linteren10Jacob van Dinter , doen ick van wttrecht ginck wast
so, maer men weet niet hoe ment met dat volck
heeft

Regen

Het is nog net zulk nat herfstweer als een paar dagen geleden. Op Amerongen hebben ze nog niet één van de diverse soorten wintergranen kunnen zaaien.

Naschrift over het weer en het koren

het reegent hier alledaech noch so dat ick niet en
weete hoe ment koorn weer in daerde11de aarde de sal krijge
wij hebben noch niet Een kooren in daerde

Landschap met een ruïne en een ploegende boer in de regen. Over een weg komt een koets aangereden en er loopt een man met een hond die zijn hoed vast houdt. De kale bomen buigen in de wind.
Landschap met een ruïne en een ploegende boer in de regen, Izaak Jansz. de Wit, naar Jacob Cats, 1807. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Pieter Both van der Eem
  • 2
    moeite hebben gehad
  • 3
    Johan van Nellesteyn
  • 4
    Cornelis van Beeck
  • 5
    variabele: wisselvallige, wispelturige
  • 6
    Johan van Nellesteyn
  • 7
    niet te harden
  • 8
    Diederik Borre van Amerongen
  • 9
    Pieter Both van der Eem
  • 10
    Jacob van Dinter
  • 11
    de aarde

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén