Soort geschiedenis

  • In de verte de zee en de stad Stralsund. Op de voorgrond een leger

    Het geheime verdrag van Zweden en Frankrijk

    Author

    Na een onafhankelijkheidsoorlog tegen Denemarken die twee jaar duurde, werd Zweden een onafhankelijk koninkrijk. Kort daarna ging het land mee in de reformatie. De positie van het land is niet vanzelfsprekend en de politiek is expansief: Zweden groeit uit tot een grootmacht, maar komt daardoor wel in oorlog met veel van zijn buren.

    Kaart van het Oostzee gebied waarin Zweedse veroveringen staan in het huidige Noorwegen, Finland, Rusland, Baltische staten en Noord-Duitsland.
    De ontwikkeling van het Zweeds Koninkrijk in Vroegmodern Europa (1560-1815), Memnon335bc (vertaling: Nederlandse Leeuw). Bron: Wikimedia Commons

    Bondgenoten

    In de ons welbekende Noordse Oorlog (1655-1660) is de Republiek bondgenoot van Denemarken en halverwege wisselt Brandenburg van de kant van de Zweden naar de Denen. In 1661 steunt Zweden (voor geld) een Franse kandidaat voor de Poolse troon. Zweden werd ten tijde van de Vrede van Breda dan ook verscheurd tussen het Frankrijk van Lodewijk XIV (katholiek) en zijn tegenstanders (protestant maar daaronder de Republiek, bondgenoot van aartsvijand Denemarken). Aangezien de anti-Franse factie de overhand had trad in april 1668 Zweden toe tot de Triple Alliantie.

    Ommezwaai

    Vier jaar bleef Zweden trouw aan dit verdrag. Maar dan slaagt in 1672 Lodewijk XIV erin de Nederlandse Republiek te isoleren. Bij het Verdrag van Stockholm op 14 april 1672 sloot Zweden een overeenkomst met de Fransen om de Fransen te steunen tegen de Duitsers, in ruil voor 400.000 Riksdaler per jaar in vredestijd en 600.000 Riksdaler in oorlogstijd. Zweden belooft een actief leger van minimaal 16.000 soldaten in stand te houden in Duitsland. Als Frankrijk in oorlog raakt met een Duitse prins, dan steunt Zweden Frankrijk.

    Een belangrijke reden om voor dit verdrag te kiezen was dat Zweden ernstig verzwakt was in die tijd. De koning, Karel XI, was zwak en het bestuur corrupt. Zweden zat economisch en militair zwaar in de problemen en had het geld van Lodewijk daarom hard nodig om het leger überhaupt in stand te houden

    In de verte ligt een stad. Op de voorgrond een leger: cavalerie, infanterie en een colonne met koetsen.
    Zicht op Stralsund, Abraham Jansz. Begeyn, 1697. Collectie: Kupferstichkabinett, Berlijn. Stralsund ligt in Voor-Pommeren aan de zuidkust van de Oostzee. Nu is het gebied Duits, van 1648-1815 was het Zweeds.

    Tegen Duitsland

    Daarnaast stond in een geheime clausule dat de Zweden alle Duitsers die de Republiek te hulp zouden schieten, inclusief de keizer, zouden aanvallen. Dit lijkt nu vreemd, maar de noordkust van Duitsland, was in de zeventiende eeuw vaak (voor een deel) in Zweedse handen. Brandenburg, Denemarken, Zweden en Polen streden om die gebieden. De Zweden konden dus heel mooi de Keurvorst van Brandenburg afleiden van wat er in de Republiek gebeurde.

    BronnenFeiten
    Wikipedia (2022). Swedish Empire (Danish Defeat). De verdragen van Zweden
    Lesaffer, Sander. The Wars of Louis XIV in Treaties Part III: The Secret Alliance of Dover. Op: Oxford Public International Law.Geheime clausule
    Wikipedia (2020). Zweeds-Pommeren.Zweden in het noorden van Duitsland
    Troost, Wouter. Stadhouder-koning Willem III: een politieke biografie. Hilversum: Uitgeverij Verloren p. 82: De situatie in Zweden

    Gerelateerde berichten

  • panorama van de stad utrecht

    Utrecht, een onverdedigbare stad

    Author

    De Republiek had onder leiding van Johan de Witt voor een sterke zeemacht gekozen ten koste van de landmacht. Veel steden hadden hun verdedigingswerken sterk verwaarloosd, zo ook de stad Utrecht. De laatste verbetering dateerde uit 1629-1630. De verdedigingswallen waren veranderd in boomgaarden en ’tuinen van plezier’ en er stonden schuurtjes en andere bouwseltjes op. Dat maakte dat er geen vrij schootsveld meer was.

    Een stad met geen zichtbare muren, de molens (die veelal op de stadsmuur staan), zitten ver achter de eerst zichtbare bebouwing. Bovenin de wapens van het bisdom en de vijf kapittels van Utrecht, onderin de wapens van de leden van de staten van Utrecht.
    Panorama van de stad Utrecht uit het noordwesten gezien, met links de Bemuurde Weerd en rechts de nog jonge bomen langs de stadsuitleg van 1667, Pier Maria Baldi, 1669. Collectie: Het Utrechts Archief. Als je goed naar de afbeelding kijkt, dan zie je dat de stadsmuur niet zichtbaar is. De molens staan waarschijnlijk op de stadsmuur, er zit al behoorlijk wat bebouwing buiten de stadsmuur.

    Onhaalbare plannen

    Vanaf februari 1672 waren er verschillende plannen besproken ter verdediging van de stad maar het ene was te duur, voor het andere was te laat en ga zo maar door. Uiteindelijk werden er alleen wat cosmetische operaties uitgevoerd. De stad, zo concludeerde de Staten Generaal, was onverdedigbaar geworden. Zij hadden begin juni een delegatie naar de stad Utrecht gestuurd, die aan de Staten Generaal terug rapporteerden dat de stad onverdedigbaar was en dat het de Utrechters ontbrak aan krijgslust. De communicatie tussen de Staten Generaal en de Staten van Utrecht liep slecht, waardoor twijfel over en weer over elkaars bedoelingen ontstond. Was de Staten Generaal überhaupt wel gericht op verdedigen? Was Utrecht bij voorbaat al van plan te capituleren?

    Tekening van rechts een aardenwal met daarin een torenachtig bouwwerk dat tekenen van verval vertoont (scheuren in de muur, losse bakstenen op de grond en planten in de muur). Op de voorgrond een groepje mensen met een hond die op wat boomstammen zitten te kletsen. Op de achtergrond een vrijend stelletje. Links de stod, eerst een huis, daarna een muur met een grote tuin erachter. Op de achtergrond meer huizen en een kerktoren.
    De stadswal tussen de Catharijnepoort en het Mariabolwerk, achter de muur links bevindt zich het Duitse Huis, Herman Saftleven, 1660-1670. Collectie: Het Utrechts Archief.

    Utrechtse troepen

    De vraag was ook wié de stad moest verdedigen. De door Utrecht betaalde Staatse troepen stonden onder bevel van de Staten Generaal en de net aangestelde kapitein-generaal prins Willem III. Die konden niet exclusief voor de eigen verdediging ingezet worden. Bovendien had de stad 700 schutters en grote hoeveelheden munitie en ander krijgsmateriaal naar het oosten gezonden ter ondersteuning van het leger. Met angst en beven werden dan ook de berichten gevolgd over de aanstormende troepen van het Franse leger.

    rofiel van de stad Utrecht uit het westen gezien, met de aanduiding van de namen van de torens. Herkenbaar zijn ondermeer: de Bemuurde Weerd, de Jacobikerk, de Vleutenseweg (links vooraan) eindigend bij de Catharijnepoort, de Janskerk, het ontmantelde Vredenburg met molens op de bastions, de torens van het stadhuis en de Pieterskerk, de Domkerk, de torens van de Oudmunsterkerk, de Buurkerk, het Bisschopshof, de kerk van de Paulusabdij, de Mariakerk, de kerken van het Abraham Rechtsonder loopt het Lijnpad.
    De stand Utrecht vanuit het westen gezien, P. van der Keere (prent) naar P. Bast (tekening), 1603-1604. Collectie: Het Utrechts Archief. Hier is de stadsmuur nog duidelijk te zien. Voor de Catharijnepoort is al wel bebouwing buiten de stadsmuur ontstaan. Helemaal links de Bemuurde Weerd, met een muur en een poort.

    Gerelateerde berichten

  • Mannen staan te kijken bij een watervlakte

    Hoe de Hollandse Waterlinie tot stand kwam

    Author

    Begin zeventiger jaren van de 17e eeuw dreigde een oorlog met Frankrijk. Lodewijk XIV was niet te vertrouwen, maar de Staten Generaal vertrouwden op het leger. Het leger dat op papier groter was dan in werkelijkheid. Het plan was om de Rijn-IJssellinie te versterken door inundatie van het land langs de IJssel en Rijn en het versterken van de omliggende forten die voor verdediging moesten zorgen, zoals Maastricht, de Rijnsteden, Schenkenschans, Doesburg en Zutphen.

    De Vaartselinie

    Plattegrond van Amsterdam tot Dordrecht. Dwars door het land loopt een grote blauwe vlek.
    Oude Hollandse Waterlinie in the 17e en 18e eeuw. Overzicht van de inundaties en forten, NielsB, 2009. Bron: Wikimedia Commons

    De Staten van Holland hadden een wat realistischer beeld van de situatie aan de IJssellinie en beraadden zich al vroeg over een alternatief plan. De Vaartsche linie (in 1629 de Utrechtse linie en nu de Stichts-Hollandse linie genoemd) werd opnieuw bekeken en ook de Grebbelinie werd geïnspecteerd. De Staten van Holland nodigden de Staten van Utrecht in februari 1672 uit om hierover na te denken.

    Grebbelinie

    Tijdens dat overleg kwam ook de Grebbelinie als optie op tafel. In de Staten van Utrecht had de stad Utrecht een relatief grote stem. Voor hun was het belangrijker dat de stad goed verdedigd werd, dan dat de hele provincie verdedigd werd. Bovendien wilden ze voorkomen dat de stad nadelige economische gevolgen zou ondervinden wanneer er scheepvaart en dus handel zou ontstaan langs het eventueel nieuw gevormde “Amersfoort-Rijnkanaal” van de Grebbelinie! De Staten van Utrecht waren hopeloos verdeeld en kwamen niet tot een eenduidige wens.

    De Oude Hollandse Waterlinie

    Zo kwam het dat de Staten van Holland in april besloten om maar zonder Utrecht de aanleg van een waterlinie te gaan uitvoeren. Net op tijd, want begin juni 1672 waren de plannen voor een Hollandse Waterlinie klaar en werd gestart met het onder water zetten van het land. De linie zou grofweg lopen van Muiden tot aan ’s Hertogenbosch. Om problemen met het onwillige Utrecht te voorkomen, kwam de grens van de inundaties niet in de buurt van de stad, waardoor de destijds nog Hollandse steden als Oudewater en Woerden buiten de inundaties werden gehouden. Inderdaad werden ze enkele weken later, mét Utrecht, door de Fransen bezet.

    Willem III en de waterlinie

    Achter de waterlinie, in de hogedrukpan van de oorlog, was een van de grootste politieke talenten uit de Nederlandse geschiedenis tot ontwikkeling gekomen. Zonder de keten van vijf ondergelopen polders had Willem een ander leven geleid…

    Luc Panhuysen – Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte

    Maar de waterlinie was nog meer, ze was ook de eierschaal om de nog onvolgroeide prins. Toen hij achter de waterlinie vandaan sprong eind 1673, en hij de schil doorbrak, was dat de geboorte van een diplomatieke alleskunner.

    Luc Panhuysen – Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte
    Op een dijkje staat een groepje mannen. Rechts staat een man met een oranje sjerp en een zwarte hoed met een Oranje en een witte veer. Rechts si een watervlakte met daarop een bootje. Op de achtergrond een vesting met verdedigingswerken en daarbinnen een kerk en een fiere hollandse vlag.
    Oude Hollandse Waterlinie, Jan Hoynck van Papendrecht, 1915. Bron: Wikimedia Commons.

    Gerelateerde berichten

  • Portret van jonge man met lange kin en kromme neus

    Een verdrag met Spanje

    Author

    Toen het aan het eind van 1671 in de Republiek duidelijk werd dat er oorlog met Frankrijk dreigde, zocht Johan de Witt onder meer steun bij koning Carlos II van Spanje. In december 1671 sloten de Republiek en Spanje een beperkt defensief verdrag.

    Portret van een jonge man, torso naar links, kijkend naar rechts. Hij heeft lang donkerblond haar, een lange kin, volle lippen en een grote neus. Hij draagt een harns met een sjaaltje
    Carlos II, Luca Giordano, 1694. Collectie Museo del Prado.

    Wederzijdse hulp

    Spanje beloofde in geval van een Franse inval 3000 soldaten te sturen. De Republiek beloofde van haar kant militaire hulp aan Spanje, want men was er van overtuigd dat bij een aanval het Franse leger door de Spaanse Nederlanden zouden trekken. Met het oog op deze dreiging versterkte Spanje zijn forten in de Spaanse Nederlanden die grensden aan Frankrijk. 

    Gevolg van het verdrag

    Mede als gevolg van deze maatregel zou Lodewijk XIV in 1672 om de Spaanse Nederlander heen marcheren om zo een conflict met Carlos II te vermijden. Een andere reden voor deze omweg was dat het ook een eis was van de Keizer van het Heilige Roomse Rijk. Lodewijk en Keizer Leopold (als Habsburger ook erfgenaam van Carlos II) hadden de Spaanse gebieden al verdeeld en Lodewijk zou de Spaanse Nederlanden sowieso wel krijgen.

    Gerelateerde berichten

  • Tekening van een kasteel

    Het begin van de Tweede Münsterse oorlog

    Author

    Bisschop Von Galen, die in 1665 al eens vergeefs had geprobeerd Borculo te annexeren, ziet, nu gezamenlijk met de bisschop van Keulen en onder dekking van Lodewijk XIV, een tweede kans voor hem weggelegd. Als Lodewijk XIV Maastricht voorbij is, vallen de beide bisschoppen de Republiek aan en de Tweede Münsterse oorlog gaat van start.

    Kaartje met Duitsland, Twente en de Achterhoek. Een Duits leger van ca. 30.000 man. Op 1 juni valt de Bisschop van Münster Lingen aan (net ten zuidoosten van de de oostelijkse punt van Drenthe). Een ander deel van het leger trekt via Bentheim, Oldenzaal, Ootmarsum, Almelo, Goor en Borculo naar Grol, waar ze op 10 juni aankomen.
    De bewegingen van de Duitste troepen begin juni 1672. Fragment uit: 1672 De inval van de Franse en Duitse Vorsten, gebeurtenissen tussen 5 mei en 15 juni.

    Bliksemaanval

    De aanval begint in het Duitse Lingen, toen nog een bezit van de Oranjes. Daarna trekken de troepen Overijssel binnen: ze beginnen bij Enschede en trekken als een wervelwind door Twente. Inmiddels is de Hertog van Luxemburg aangesloten en hij en de bisschop van Keulen willen eigenlijk direct doorstoten naar de IJssel. Maar Bernhard van Galen wil eerst Grol (Groenlo) veroveren. Via Borculo trekken de troepen daar naartoe.

    Stadhouder Bentinck

    Overijssel valt op 5 juli en de Overijsselse Ridderschap verklaart zich voor eeuwig van de Unie der Verenigde Nederlanden af te scheiden, en Von Galen als hun landsheer te erkennen.
    Bij de val van Overijssel komen we een bekende naam tegen. De belangrijkste steun van de bisschop van Münster was ene Gerard Adolph Bentinck van Brecklenkamp. Dat was verre familie van Hans Willem Bentinck. De vaders van de respectievelijke betovergrootvaders waren broers. De Bentincks van Brecklenkamp waren katholiek gebleven en Gerard Adolph werkte voor de bisschop van Münster. Na de capitulatie van de Ridderschap van Overijssel wordt Gerard Adolph door Bernhard van Galen benoemd tot stadhouder van Overijssel.

    Huis Brecklenkamp, Andries Schoemaker, 1733. Collectie: Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis. Afbeeldingen via brecklenkamp.nl
    BronnenFeiten
    Wikipedia (2022). Tweede Münsterse oorlog. Benaderd: 3 maart 2022Start van de oorlog
    Wikipedia (2022). Bernhard van Galen. Benaderd: 3 maart 2022Bisschop van Münster
    Wikipedia (2022). Lingen. Benaderd: 3 maart 2022De stad Lingen, bezit van Huis van Oranje
    Prins, Linda (2021). Het rampjaar in Overijssel. Op: Dag van het Kasteel. Benaderd: 3 maart 2022Snelle overgave
    Wanrooij, Matthijs (2022). Het Huis te Breckelenkamp in de schijnwerpers in 1672. Op: Dag van het Kasteel. Benaderd: 3 maart 2022Gerard Adolph Bentinck

    Gerelateerde berichten

  • De Vaartse Rijn

    Utrecht en de waterlinies: 1629

    Author

    De Hollandse waterlinie lag in 1672 aan de westkant van de provincie Utrecht en een deel van de provincie werd geïnundeerd. De provincie had dus wel de lasten, maar niet de lusten. Ook in 1629 was er al gedoe over een waterlinie in Utrecht.

    Den Bosch en de Veluwe

    Zittende man in een harnas en een pofbroek met een blote knie, met helm op, leunt met zijn rechter arm op een trommel, het hoofd in de rechter hand, de ogen toe. In zijn linker hand heeft hij een rapier.
    Slapende Mars, Hendrik ter Brugghen, 1629. Collectie: Centraal Museum.

    Het jaar 1629 is vooral bekend vanwege de inname van Den Bosch door Frederik Hendrik. Deze inname werd voorafgegaan door een belegering van een paar maanden. De Spanjaarden wilden Frederik Hendrik ertoe bewegen deze belegering op te geven. Hun tactiek was er voor te zorgen dat de troepen van de prins elders nodig waren. En dus trok het leger van de Spaansgezinde Hendrik van den Bergh met steun van de keizerlijke troepen van Montecuccoli over de Veluwe richting Utrecht en Holland. 

    De IJssellinie en…

    Toen in Utrecht het bericht kwam dat er vijandelijke troepen de IJssel over waren gestoken en op de Veluwe waren, brak er paniek uit bij de regenten. In allerijl werd de Utrechtse burgemeester Van Weede (de vader van Van Weede Dijkveld die in het Rampjaar een rol speelt) naar Den Bosch gestuurd om met de prins, die ook stadhouder van Utrecht was, te overleggen.

    Het verzoek van Utrecht was om van Rhenen via Veenendaal, Leusden en Amersfoort naar Bunschoten een waterlinie aan te mogen leggen, die heel Utrecht zou beschermen. Het antwoord was dat er geen tijd meer was om die Grebbelinie aan te leggen. Frederik Hendrik had nog een oude wens: de Utrechtse linie, die van Vreeswijk tot Muiden langs de Vaartsche Rijn en de Vecht liep.

    Kaart van Utrecht met een massief blauw gebied langs de westgrens van de provincie. In het midden van de provincie een groen gebied en langs de oostgrens weer een blauw gebied.
    De waterlinies in Utrecht: blauw links de Oude Hollandse waterlinie van 1672, groen midden de Nieuwe Hollandse waterlinie (vanaf 1815, die in Utrecht en Noord-Holland ongeveer de Utrechtse linie volgt) en rechts in het blauw de Grebbelinie. Bron: Cultuur Historische Atlas Utrecht.

    De schouders eronder

    Utrecht was teleurgesteld, maar probeerde met man en macht het plan van Frederik Hendrik te realiseren. Utrechtse burgers, maar ook werklieden uit Holland, die hun eigen schep mee moesten nemen, werkten aan de verdedigingswerken. Montecucculi trok vrijwel zonder tegenstand Amersfoort binnen, veroverde Woudenberg en en stak zeker honderd huizen bij Veenendaal in brand. Hij liep vast op de Utrechtse linie en na betaling van 1000 gulden trok hij zich helemaal terug.

    Heibel

    Al met al leek het voor de stad Utrecht en het westen van de provincie met een sisser af te lopen. Toch liet het gebeurde wel zijn sporen na, vooral in de verhoudingen binnen de provincie. De Staten Generaal wilden niet meebetalen aan de werkzaamheden aan de Utrechtse linie, dat moesten de Staten van Utrecht maar doen. Zij peinsden er echter niet over om de verdedigingswerken van de stad Utrecht te financieren. De stad en de provincie hadden ook de stad Amersfoort laten vallen en waren alleen met hun eigen verdediging bezig geweest. Daarnaast liepen de gemoederen tussen Utrecht, Holland en de Staten Generaal hoog op. 

    Voornemens

    Gelukkig viel Den Bosch en kon ieder weer doorgaan zoals voorheen. Utrecht nam zich voor om een stevige Grebbelinie aan te leggen, maar na de vrede van Münster in 1648 vertrouwde men gewoon weer op de IJssellinie. Halverwege de 18e eeuw werd er pas weer serieus naar de Grebbelinie gekeken. Van Margaretha weten we dat er in 1672 door Nassau-Zuylestein en Wirtz wel naar de Grebbelinie gekeken is, maar toen was de conclusie dat er te veel zou moeten gebeuren.

    Ingekleurde tekening van de Vaartsche Rijn. Aan de rechteroever de molen, huizen en een buitenplaats. Links het jaagpad met daarop een jager te paard, maar ook een wandelend stelletje en in de verte een koets. Op de achtergrond de stad Utrecht met helemaal links de Dom en midden de toren van de Nicolaikerk.
    Gezicht over de Vaartsche Rijn te Utrecht uit het zuidwesten vanaf de Rijndijk aan de westzijde met rechts de Paltrok-houtzager Van Aken / De Eenhoorn. Op de achtergrond (midden) de toren van de Nicolaïkerk en de huizen Rotsenburg, Rotsoord en Rotswijk, geheel links de Domtoren, Jan de Beijer, 1737-1739. Collectie: Het Utrechts Archief.
    Verder lezen
    Mens, P.F.M. (1970). Utrecht in bange dagen. In: Jaarboek Oud Utrecht, pp. 32-51 (over de Utrechtse politiek en de inval via de Veluwe)
    Blijdestijn, Ronald (2015). Tastbare Tijd 2.0. Amsterdam: Stokerkade Cultuurhistorische Uitgeverij. Hoofdstuk Millitair erfgoed. (Over de waterlinies in Utrecht)

    Gerelateerde berichten

  • De troepen bewegingen van 5 mei tot 15 juni 1672

    Author

    De Duitse bisschoppen

    De troepen van Lodewijk XIV

    De Engelsen

    Het Staatse leger

  • Een baai met schepen voor een stad gelegen in een bergachtig landschap.

    De aanval op de Smyrnavloot

    Author

    In de Republiek beschouwde men Engeland en Frankrijk als elkaars rivalen. Aanvankelijk weigerde raadpensionaris Johan de Witt dan ook geloof te hechten aan het gerucht dat beide landen een geheim verdrag gesloten hadden. Er was toch de Triple Alliantie? Zou Karel II de wapens gaan opnemen tegen zijn neef, die inmiddels tot kapitein-generaal was benoemd? Men geloofde het niet. De aangevangen opbouw en uitrusting van de Engelse vloot was bedoeld om de neutraliteit van het eigen land te kunnen verdedigen. Zo dacht men in Holland.

    Op de voorgrond een ruimte met een plat rood dak. Links zitten op een kussen op de grond vijf mannen met grote tulbanden en baarden in kleermakerszit. Voor hun staat een Europese stoel met daarin duidelijk een Europeaan. Naast hem staan drie mannen met kleinere tulbanden, achter hem een gezelschap van Europese mannen. Door een deur komen mannen in het wit die dingen naar binnen dragen. Op de achtergrond een heuvellandschap met daarin een havenstad met veel minaretten. Aan de kade waaien een witte vlag, de Nederlandse vlag en de Engelse vlag. In de baai voor de stad varen schepen met diezelfde vlaggen.
    Gezicht op Smyrna met op de voorgrond de ontvangst van de Nederlandse consul Daniël Jan Baron de Hochepied (1657-1723) in de Divan, anoniem, ca. 1687 – 1723. Collectie Rijksmuseum

    In maart 1672 werd echter duidelijk wat de werkelijke bedoelingen van Engeland waren. Zonder aanleiding of voorafgaande waarschuwing viel een Engels oorlogseskader een vloot van Hollandse handelsschepen afkomstig uit Smyrna aan in Het Kanaal.

    De opbrengsten van deze zogenoemde retourvloten waren voor de staatskas een belangrijke inkomstenbron, waarmee onder andere leger en vloot gefinancierd konden worden. In verband met het gevaar van de Duinkerker kapers begeleidde een konvooi van oorlogsschepen de Smyrna vloot bij de vaart door Het Kanaal

    De aanval werd, dankzij de bescherming van deze Hollandse oorlogsschepen, een echte zeeslag en liep voor de Engelsen op een mislukking uit. Na drie dagen vechten bestond de buit uit slechts vier kleine koopvaarders, terwijl er zo’n duizend manschappen verloren gingen. Nu was er echter in de Republiek geen twijfel meer aan het feit dat Engeland de confrontatie zocht.

    BronPag.
    Luc Panhuysen, Rampjaar 1672pag. 97-98
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.pag. 36
    Algra A. en H. (1956) Dispereert niet. Twintig eeuwen historie van de Nederlanden. Deel 2. Franeker: Uitgeverij T. Wever.pag. 324-325

    Gerelateerde berichten

  • Een dansende Charles II

    De Republiek en het Verdrag van Dover

    Author

    In de Republiek heeft men geen idee van de inhoud van het Verdrag van Dover (1670). Sterke nog: men heeft überhaupt geen idee van het bestaan. Voor de regenten in de Republiek is het ondenkbaar dat de Engelsen en de Fransen een verbond sluiten. Zij denken dat het niet in het belang van Engeland is om Lodewijk op het vaste land zijn gang te laten gaan. Bovendien is in Engeland de stemming bij de bevolking en het parlement sterk anti-Frans.

    Donker portret van een forse man met een flinke bos donkere krullen. Hij draagt een wit-kanten cravatte, een flinke sjerp en heeft pofmouwen.
    Waarschijnlijk Sir George Downing, Thomas Smith, 1675-1690. Collectie Harvard Art Museums.

    Confrontatie

    Wel was het de mensen in de Republiek opgevallen dat de houding van de Engelse koning ten opzichte van de Republiek veranderd was. Karel II beklaagde zich over allerlei onbelangrijke zaken via George Downing, zijn diplomaat in de Republiek. Het leek wel alsof de Engelse koning een confrontatie met de Staten Generaal van de Republiek zocht. In de woorden van Johan De Witt: het leek wel alsof de Staten bezig werden gehouden met onbelangrijke zaken.

    Vlucht

    Downing maakt zichzelf bijzonder onpopulair in de Republiek. Na drie maanden vlucht hij, omdat hij bang is voor een uitzinnige menigte. Dit betekent dat hij zijn post ongeautoriseerd verlaten heeft

    Portret van een man met lange donkere krullen en een dun snorretje. De tijger steekt zijn tong uit en heeft aan weerszijden twee maskers.
    Portret van Karel II, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum. Bij omkering toont de prent de kop van een tijger. Derde prent in een reeks van zes portretten van Willem III en zijn opponenten in het jaar 1672. Tekst rondom het portret: ‘Net als een Karel valt hij de keerels op de huijt / Maer als een Tijger wie verbonden breeckt om buyt.’

    Triple Alliantie

    Het werd langzaam aan duidelijk dat de afspraken van de Triple Alliantie door de Engelse koning niet nagekomen zouden worden. Het bange vermoeden van de regenten in de Republiek was dat ze niet zouden kunnen rekenen op Engelse steun als dat nodig mocht zijn. Niemand had dan ook voorzien dat Karel II actief zou deelnemen in een oorlog tégen de Republiek. Maar hij was hier al lange tijd mee bezig en in maart 1672 worden zijn bedoelingen duidelijk.

    Verraad

    Als men in de Republiek achter de inhoud van het Verdrag van Dover komt, is de ontsteltenis over dit verraad groot. In pamfletten wordt Karel II dan afgeschilderd als een op macht en vrouwen beluste wolf, die voor geld alles doet.

    Een volle ruimte voor met gemeen uitziende mannen en vrouwen met diepe decolletés. Op de achtergrond staat een violist te spelen. In het midden 'danst' Karel II met zijn linkerhand in zijn zak en zijn rechter voet omhoog. Op de voorgrond een hond (King Charles Spaniel) die slaapt op een kussentje. Rechts een kaartend stel.
    Spotprent over Karel II op een dansfeest tijdens de Restoration, naar John Leech.

    Gerelateerde berichten

  • Een slot met een tuin aan een rivier

    Verbond met Brandenburg

    Author

    ‘Onze’ Godard Adriaan van Reede presenteerde al op 20 november 1671 een plan aan de Staten Generaal waarin hij onder meer ten zeerste de aanbeveling deed om Friedrich Wilhelm keurvorst van Brandenburg over te halen tot een bondgenootschap met de Republiek. Immers de Republiek moest naarstig op zoek naar bondgenoten en de keurvorst had één van de beste legers van het Duitse Rijk. Bovendien was Friedrich Wilhelm een oude bondgenoot van de Republiek.

    Het Hertogdom Kleef

    De keurvorst had ook persoonlijke belangen bij een verbond. Verschillende van zijn domeinen lagen dicht bij het onrustige bisdom Keulen. Het Hertogdom Kleef, dat onder het gezag van de keurvorst viel, grensde aan Nederland. Al sinds geruime tijd mocht de Republiek in zes vestingen aldaar garnizoenen leggen. Kleef was dus belangrijk voor de bescherming van het oosten van de Republiek.

    Kaart van de Republiek en Noord-Duitsland. Het Duitse deel is een lappendeken. In het Oosten strekt zich een groot blauwpaars deel uit van ruim ten westen van Berlijn tot en met de huidige Poolse kust.
    Brandenburg (blauwpaars) in het noorden van het Heilige Roomse Rijk in 1648. Kaart: Ziegelbrenner, Bron: Wikimedia Commons (klik voor grote afbeelding).

    Lodewijk XIV

    Er waren ook nog andere redenen dat de keurvorst zich zorgen maakte. Het machtsevenwicht in Europa dreigde verstoord te raken door de agressieve politiek van Lodewijk XIV. Bovendien was Lodewijk XIV katholiek en noemde hij zich ‘rex christianissimus ‘, de meest christelijke koning. Dat deze fanatiekeling de protestantse Republiek dreigde te vernietigen baarde de streng calvinistische Friedrich Wilhelm ernstig zorgen.

    Godard Adriaan op missie

    Godard Adriaan werd door Johan de Witt op diplomatieke missie gestuurd en kwam op 16 januari 1672 aan in Berlijn. Hij was niet de enige die Friedrich Wilhelm gunstig probeerde te stemmen. Al geruime tijd verbleven er Franse diplomaten aan het hof van de keurvorst. Echter de toenadering van de Fransen tot de keurvorst hadden tot nu toe een mager resultaat opgeleverd: een soort halfslachtige neutraliteit. De keurvorst was Godard Adriaan goed gezind, maar het duurde erg lang voordat Den Haag van zich liet horen. Godard Adriaan kreeg geen informatie, had geen kennis van wat er in de Republiek gebeurde en geen mogelijkheid om een verdrag te sluiten.

    Een slot met twee zijvleugels in een geometrische tuin met rechte vakken met daarin broderieën. Op de voorgrond een rond plein met een brug over een water waarop roei- en zeilboten varen.
    Het Keurvorstelijk slot met de lusthof in Potsdam, gezien vanaf de Havel,Johann Gottfried Bartsch naar Johann Gregor Memhardt, ca. 1660. Collectie Stiftung Preußische Schlösser und Gärten Berlin-Brandenburg.

    ‘Wechselfieber’

    Gelukkig genoot Godard Adriaan wel de sympathie van keurvorst. Hij kreeg zelfs een voorkeursbehandeling. Maar de keurvorst kon niet eeuwig aan het lijntje gehouden worden. Het ijzer moest gesmeed worden nu het heet was, want de keurvorst stond bekend om zijn ‘wechselfieber’ (wisselkoorts). Zelf zei hij dat niemand kon vaststellen of hij ‘de vos of de haas’ was. Hij twijfelde om over de brug te komen, omdat er geen medestanders waren. Hij wilde vooral dat keizer Leopold meedeed ondanks het feit dat die ook als zeer katholiek bekend stond.

    Een man met een vierkant hoofd met lange donkere krullen staat naar rechts gewend. Hij kijkt ons aan met donkere ogen, een rechts neus, een smalle snor en een kneveltje. Om zijn nek draagt hij een witte kanten sjaal. Daaronder een harnas met daaroverheen een blauwe sjerp. Hij heeft witte kanten manchetten.Links op de achtergrond een veldslag, rechts een gordijn. Hij leunt met zijn linker hand op zijn helm met witte veren.
    Friedrich Wilhelm, Keurvorst van Brandenburg (1620-1688). Collectie Kasteel Amerongen.

    Kosten en troepen

    Uiteindelijk lieten de Staten Generaal wat van zich horen. Er volgde een moeizame onderhandeling over hoeveel soldaten er nodig waren en over hoe hoog de subsidies zouden zijn die de Staten Generaal zouden bijdragen. De keurvorst dacht aan een hoger aantal soldaten dan de Republiek. Uiteindelijk werden ze het eens over een leger van 20.000 man waarvan eenieder de helft van de kosten op zich zou nemen. De Republiek zou 600.000 gulden aan werfgeld en de helft van de onderhoudskosten in maandelijkse subsidies betalen.

    Geheime clausule

    Het verdrag hield ook een geheime clausule in, een zgn. ‘openbare rupture’. Dat betekende dat, als er een oorlogsverklaring zou komen, de keurvorst openlijk zou breken met die landen die de Republiek aanvielen. Het was al met al een dappere stap van de keurvorst, want zonder medestanders zou zijn leger van 20.000 man niet tot veel in staat zijn. Friedrich Wilhelm hoopte dan ook dat het verdrag ook de Keizer van het Heilige Roomse Rijk over de streep zou trekken.

    Het verdrag

    Het Verdrag van Berlijn werd op 6 mei 1672 gesloten, mede ondertekend door Godard Adriaan van Reede. Het zou echter nog geruime tijd duren voordat het verdrag geratificeerd en het geld binnen was. Dit ondanks dat in het verdrag bepaald was dat de keurvorst het beloofde leger pas paraat zou hebben binnen twee maanden nadat hij het werfgeld ontvangen had. Godard Adriaan zweette peentjes! Beetje bij beetje sijpelde het geld via kredietbrieven bij de Hamburgse wisselbank binnen. Het zou nog tot eind september duren voordat het leger van de keurvorst paraat was.

    Op een druk plein is van alles te doen. Mannen vervoeren volle tonnen en balen, Het gebouw rechts heeft een overkapping en onder die overkapping zijn verschillende weegschalen te zien. Op de achtergrond twee gebouwen. Één met open luiken en het ander, hoger, met een sierlijke entree van natuursteen, maar verder vrij donker.
    Oude Beurs en Waag in Hamburg, Elias Galli, ca. 1680. Collectie: Museum für Hamburgische Geschichte, bron: Wikimedia Commons.
    BronnenFeiten
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.p. 121-130:De rol van Godard Adriaan bij het verdrag
    Dreikämper, Petra (1998). Redeloos, radeloos, reddeloos, De geschiedenis van het Rampjaar 1672. Hilversum: Verloren.Hoofdstuk 3 (p. 40) en Hoofdstuk 5 (p. 74) Positie van de keurvorst
    TermEngelsDuits
    KeurvorstVorst van het Heilige Roomse Rijk die mee mag kiezen en die gekozen mag worden tot Keizer.ElectorChurfürst
    Heilige Roomse RijkVerzameling van grotere en kleinere staten. In de middeleeuwen bestond het uit het hele gebied van Zuid-Italië tot de Oostzee, na 1648 was het het huidige Duitsland, Polen, Hongarije, Tsjechie, Oostenrijk, Lotharingen, Franche Comté en de Savoye.Holy Roman EmpireHeilige Römische Reich
    DiplomatieBetrekkingen tussen landen. Diplomacy (Ambassador)Diplomatie (Botschafter)

    Gerelateerde berichten

  • Karel II zint op wraak

    Author

    De grote economische bloei van de Republiek was de Engelsen al lange tijd een doorn in het oog. Het was een van de oorzaken geweest dat er vanaf 1652 al tweemaal een zeeoorlog tussen beide landen had plaatsgevonden. In 1667 kwam daar door de Vrede van Breda een einde aan. Voor Karel II van Engeland was het echter meer een wapenstilstand dan een vredesverdrag, want de Engelse koning was uit op wraak.

    Die vermaledijde Republiek

    Het beleid van Johan de Witt zinde hem totaal niet. Als voogd van zijn neef Willem III beijverde Karel II zich voor de benoeming van Willem als kapitein-generaal en als stadhouder. Tot woede van de Engelse koning dwarsboomde de Hollandse raadpensionaris deze pogingen zoveel mogelijk. Uiteindelijk werd hem zelfs het voogdijschap ontnomen. Ook de voor de Engelsen zo vernederende tocht naar Chatham deed de verhoudingen bepaald geen goed.

    Karel II zit op zijn troon met een grote kroon, een hermelijngevoerde cape en mantel, witte kousen met een kousenband, de orde van de kousenband om zijn nek. In zijn rechterhand een staf, in de linkerhand de staatsappel. Hij draagt beige schoenen met edelstenen, zijn voeten staan op een kussen.
    Karel II van Engeland. John Michael Wright (ca. 1671-1676), Collectie: Royal Collection Trust.

    Bondgenoot?

    Hoewel Karel II in 1668 met de Republiek en Zweden een defensief verbond tegen Frankrijk sloot (de Triple Alliantie), liet hij zich al snel in het geheim omkopen door Lodewijk XIV. De Franse koning bood onder meer een grote som geld, waardoor Karel onafhankelijk van zijn parlement kon handelen. Dat was belangrijk voor hem, want in Engeland gold de regel dat de koning weliswaar bepaalde, maar het parlement betaalde. In dit geheime Verdrag van Dover werd in 1670 overeengekomen dat Frankrijk en Engeland gelijktijdig de Republiek zouden aanvallen. De schande van Chatham zou gewroken worden!

    BronnenFeiten
    Paginanummers: inhoud
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.
    pag. 29: Karel II en de Republiek
    Dreiskämper, Petra (1998). Redeloos, radeloos, reddeloos, De geschiedenis van het Rampjaar 1672. Hilversum: Verloren.pag. 34-36: Karel II en de Republiek

    Gerelateerde berichten

  • Gravure van een man met lange krullen die twee vingers in de lucht houdt.

    Prins Willem III kapitein-generaal voor één veldtocht

    Author

    Hoewel formeel de macht en de mogelijkheden van Willem III door de gewesten beperkt waren, begonnen rond 1670 de twintigjarige prins en de orangisten steeds meer aan invloed te winnen. De dreiging van Lodewijk XIV werd steeds sterker en de roep om de prins van Oranje steeds krachtiger. Voor Johan de Witt, de raadspensionaris, een nijpende situatie.

    Om een tafel en daar verder omheen staan allemaal mannen met pruiken. Op tafel ligt een stad, Willem III houdt met zijn linker hand de stad vast en steekt met zijn rechterhand twee vingers in de lucht. Hij kijkt schuin naar boven. Boven de tekst Zijn Hoogheijt d'Heer Prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672
    “Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum

    Akte van Harmonie

    Johan de Witt en de Staten van Holland hielden nog steeds vast aan de Akte van Harmonie waarin bepaald was dat Willem pas op meerderjarige leeftijd kapitein-generaal1Opperbevelhebber van het Staatse leger mocht worden. Volgens Johan de Witt betekende dat op 23-jarige leeftijd (dit was de gebruikelijke definitie van meerderjarigheid) en dat zou pas in november 1673 zijn. Volgens anderen, waaronder Amalia van Solms en Friedrich Wilhelm, de keurvorst van Brandenburg, twee van de drie voogden van Willem III, was Willem al op achttienjarige leeftijd meerderjarig geworden.

    Compromis

    Johan de Witt kwam uiteindelijk met het voorstel hem voor één veldtocht aan te stellen, maar daar ging Willem niet mee akkoord. Uiteindelijk liet hij zich door vrienden, waaronder de zeer Oranjegezinde Johan van Reede, heer van Renswoude, overreden het toch te doen. Op 25 februari werd Willem benoemd tot kapitein-generaal voor één veldtocht. Er werd een groot feest gegeven alsof er van dreiging geen sprake was. Het volk reageerde uitzinnig van vreugde.

    Voor- en achterzijde van een zilveren munt. Links prins Willem III in volledige wapenuitrusting, te paard met veldheersstaf in de rechterhand en rechts borstbeeld prins Willem III, gezicht vrijwel aanziend.
    Prins Willem III benoemd tot Kapitein-Generaal en Admiraal. Collectie Teylers Museum

    De realiteit van het Staatse leger

    Maar Willem wachtte geen dankbare taak. De gevolgen van de verwaarlozing en versnippering van het Staatse leger begonnen steeds duidelijker te worden. Het leger bestond uit kleine ‘provincielegertjes’. Elk gewest bekostigde zijn eigen deel van het leger. Dit alles ging ten koste van de solidariteit tussen de gewesten. Bovendien was het landleger sterk verzwakt omdat de Republiek onder Johan de Witt een aantal jaren geleden de keuze gemaakt had voor een sterke zeemacht in verband met het beschermen van de koopvaardij. Dit alles stond in schril contrast met het machtige leger van Lodewijk XIV en zijn bondgenoten, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen.

    Op 25 februari 1672 werd Willem III, prins van Oranje, aangesteld als kapitein-generaal van het Staatse leger. Aanvankelijk dus voor slechts één veldtocht maar er zouden er nog vele volgen.

    Drie soldaten spelen onder een boom een kaartspel. Met tweeregelig Latijns onderschrift (Tympana rauca silen, dordenitq dolabra ligoq; Quin igitur temput fallere sorte iuvet.)
    Kaartspelende soldaten, Cornelis Bloemaert (II), naar Abraham Bloemaert, na ca. 1625. Collectie Rijksmuseum.

    Gerelateerde berichten

  • De devolutieoorlog

    Author

    Lodewijk XIV was getrouwd met de dochter van Filips IV, Maria Theresia. Dit was een huwelijk om de Frans-Spaanse machtsverhoudingen in stand te houden. Als bruidsschat zou zij 500.000 écus meenemen, alleen heeft Spanje die nooit betaald. Mede daarom vond Lodewijk dat hij zich niet aan de machtsverhoudingen hoefde te houden.

    Recht op de Spaanse grondgebieden

    Op basis van het devolutierecht vond hij dat Maria Theresa meer recht had op Spaanse grondgebieden dan haar halfbroer Carlos II. In het devolutierecht gaat een dochter uit een eerste huwelijk voor op een zoon uit een tweede huwelijk. Het juridisch deel van het verhaal was natuurlijk alleen maar een excuus om te zorgen dat hij kon doen wat hij wilde doen, gezien de Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine: het inlijven van de Spaanse Nederlanden. Als Filips IV in 1665 sterft, houdt heel Europa zijn hart vast voor wat Lodewijk XIV zal gaan doen.

    Een elegant gezelschap staat in een kerk voor het altaar. In het midden een bisschop die de infante Maria Theresia van Oostenrijk, gekleed in een hermelijnen mantel met fleur de lis en Lodewijk XIV, gekleed in een mantel met het Maltezer kruis, trouwt. Voor hun een tafel met twee stoelen die ook bekleed zijn met fleur de lis.
    Edmé Jeaurat (naar Charles le Brun), Het huwelijk van Maria Theresia, dochter van Filips IV van Spanje in 1660, 1731. Collectie Scottish National Gallery Of Modern Art (Modern Two) (Print Room)

    Het Heilige Roomse Rijk!

    Lodewijk XIV bereidde zijn aanval op de Spaanse Nederlanden goed voor. Zij waren immers ook een onderdeel van het Heilige Roomse Rijk en Lodewijk XIV wilde zeker zijn van het feit dat het de keizer van het Heilige Roomse Rijk hier niet tussen zou komen. Formeel was in 1658 de Rijnliga gesloten om te zorgen dat de vrede van Westfalen gehandhaafd werd, maar onofficieel ging het er om er voor te zorgen dat het Heilige Roomse Rijk niet te dominant werd. Partners in deze Rijnliga waren onder andere Münster, Mainz, Paltz-Neuburg, Keulen en Brandenburg-Pruisen. Al deze staatjes hadden door de Vrede van Westfalen meer zelfstandigheid binnen het Heilige Roomse Rijk gekregen.

    Ten oorlog!

    Om zijn claim kracht bij te zetten verklaarde Lodewijk XIV op 2 mei 1667 de oorlog aan Spanje en viel hij op 24 mei 1667 de Zuidelijke Nederlanden binnen. De Fransen stootten snel door, maar lasten vanaf september 1667 een winterstop in. Lodewijk keerde terug naar Frankrijk en het leger sloeg zijn kamp op.

    Helaas

    De rest van Europa zat niet stil: de Vrede van Breda was getekend en Spanje had een verbond met Portugal gesloten. Tegen de inmiddels gevormde Triple Alliantie kon hij niet op en hij zocht een diplomatieke oplossing. Bij de Vrede van Aken (mei 1668) werd uiteindelijk bepaald dat hij diverse gebieden in de Zuidelijke Nederlanden terug moest geven.

    Een enorm leger trekt over een vlakte richting een in de verte gelegen stad. De wolken zijn donker en het regent.
    Gezicht op de mars van het leger van de koning naar Kortrijk, gemaakt op 18 juli 1667, Adam Frans van der Meulen. Collectie Versailles.

    Gerelateerde berichten

  • Vrouw zit voorover gebogen aan tafel iets te vertellen, man luistert geinteresseerd.

    Het geheime verdrag van Dover

    Author

    Op 1 juni 1670 sloot Lodewijk XIV een verdrag met Charles II (Karel II): het Verdrag van Dover. Dit geheime verdrag tussen Engeland en Frankrijk speelde een grote rol in de aanloop tot het Rampjaar.

    De inhoud van het verdrag

    In het verdrag stonden twee belangrijke punten. Ten eerste zou Charles II zichzelf en het Engelse volk bekeren tot de rooms-katholieke kerk. Ten tweede zou hij het verdrag met de Zweden en de republiek opzeggen en Lodewijk XIV helpen met 60 oorlogsschepen en 4.000 soldaten als Frankrijk de veroveringsoorlog tegen de Republiek zou starten.

    Verder was in het verdrag te lezen dat delen van de Republiek al vooraf werd verdeeld. Zo hadden de twee heren samen bedacht dat Charles Walcheren, Cadzand (toen nog een eiland) en de monding van de Schelde zou krijgen. Charles toonde zich hiermee wel een zeer onbetrouwbare partner in de Triple Alliantie die hij met Zweden en de Republiek had gesloten tégen Frankrijk!

    Links staat een jonge man met een rode cape, blote benen en leren stukken over zijn schenen, in het midden een jonge man in een harnas. Beide heren hebben lang krullend haar. Rechts zit een jonge vrouw in een witte jurk. Ze zitten in een boslandschap. Onder de personen zijn hun namen geschreven.
    Groepsportret van James, Hertog van York, Charles, Prince of Wales en Henrietta, Hertogin van Orleans, omgeving van Henri Gascar, 17e eeuw. Bron: wikimedia

    Voor de militaire bijdrage van Charles zegt Lodewijk XIV een groot geldbedrag toe en hij belooft nog meer (geld) te schenken als Charles zijn bekering tot het rooms- katholieke geloof bekend zou maken aan het volk. Daarnaast belooft Frankrijk 6.000 Franse troepen te sturen als er ooit een opstand in Engeland (tegen Charles gericht) zou komen.

    Lodewijk XIV gaf zijn schoonzus Henriëtta Anne, hertogin van Orleans, de zus van Charles, een belangrijke rol in de onderhandelingen.

    Tekening van een oorlogsschip met een bijzonder rijkversierde achtersteven. Bovenin is het wapen van Engeland te herkennen dat door een Leeuw en een Eenhoorn gedragen wordt. De masten zijn niet afgemaakt. Onder de afbeelding staat De Royale Charles. Lange 170 Wijt 42 voet.
    Schip de Royal Charles, Abraham Storck, 1672. Collectie Rijksmuseum

    Redenen voor het verdrag

    Historici zijn het niet eens over wat nou voor Charles de reden was om dit verdrag te ondertekenen. Mogelijke motieven zouden kunnen zijn:

    • Behoefte aan een verbond met de krachtigste Europese staat.
    • Financiële onafhankelijkheid van het Engelse parlement.
    • Hoop op een deel van ‘de buit’ als Spanje ten onder zou gaan na het overlijden van Carlos II.
    • Hoop op steun van Engelse katholieken voor de monarchie.
    • Wraak op de Republiek, vooral vanwege de Tocht naar Chatham.
    • Wantrouwen ten opzichte van de Hollanders als partner, want die werden vooral door commerciële motieven gedreven.
    • Hoop op verzwakking van de Republiek door samenwerking met Frankrijk. Dit zou Engeland voordelen opleveren, zowel op het vaste land als in de koloniën.

    De twee koningen wisselden bekrachtigingsbrieven uit, maar hielden het bestaan ​​van het verdrag geheim. Er werd ook onderhandeld over een openbaar verdrag van Dover. Dat was vooral als propaganda bedoeld en daarin werd de religieuze dimensie van het geheime verdrag en de aanstaande aanval op de Republiek verdoezeld. Kortom, Lodewijk XIV kon rekenen op Charles II als hij de Republiek zou aanvallen.

    De tekst van dit verdrag werd pas in 1771 bekend, dus het was ten tijde van het Rampjaar echt een geheim verdrag.

    Op het terras van een landhuis staat Karel II met de ster van de orde van de kousenband op zijn jas. Hij heeft zijn linkerhand op zijn heup. Een man, mogelijk de koninklijke tuinbaas John Roos, knielt voor hem en presenteert hem de, naar men zegt, eerste in Engeland geteelde ananas. Op het terras staan ook twee hondjes.
    Karel II krijgt een ananas aangeboden, Engelse school, 1675-1680. Royal Collection Trust.
    BronnenFeiten
    Wikipedia (2021) Het Verdrag van Dover. Benaderd 6 januari 2022Wat houdt het verdrag in? En wie zijn de bondgenoten? (Wikipedia)
    Wikipedia (2021) The Secret Treaty of Dover. Benaderd 18 januari 2022De inhoud van het verdrag, redenen om verdrag te tekenen
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.
    Bussen, Stan (2020). Johan Boreel en het Verdrag van Dover. Op www.johandewitt.nl. Benaderd op 18 januari 2022Redenen voor Charles om het verdrag te tekenen. Nederlandse diplomatie rond het Verdrag van Dover

    Gerelateerde berichten

  • De bisschop van Münster en Karel II

    Author

    Een deel van het grondgebied van de Republiek hoort volgens Bernhard van Galen, de bisschop van Münster, bij zijn bisdom. Het verzoek van Charles II (Karel II) om hem te helpen de Republiek aan te vallen, komt dan ook als geroepen. Op 13 juni 1665 kwam de overeenkomst tot stand tussen Münster en Engeland.

    Het aanbod

    Het aanbod van Charles II schijnt hieruit bestaan te hebben:

    Spotprent op de bisschop van Münster, 1665
    Emrik & Binger, 1877 – 1879. Collectie Rijksmuseum. Reproductie van een spotprent op Christoph Bernard von Galen, de bisschop van Munster, bij het uitbreken van de Tweede Engelse Oorlog, 1665. De bisschop half gekleed als soldaat en half als bisschop, staande met zwaard en boek in de handen. Op de achtergrond links doodt de bisschop als soldaat de schapen en rechts als bisschop een herder voor de schapen.
    • de Engelsen zouden op zee de Hollanders zoveel werk als mogelijk bezorgen; Van Galen zou met twintig duizend voetknechten en tienduizend ruiters een inval doen op het grondgebied van de “Vereenigde Provinciën”; 
    • de Bisschop zou Bergen op Zoom of Willemstad trachten meester te worden, alwaar de Engelsen in twintig transportschepen volk aan land zouden zetten, om in Zeeland en Holland te opereren; 
    • een betere grensscheiding tussen Nederland en Munster moest in het vervolg de vijandelijkheden verhinderen en de zo vaak besproken waterwegen van Münster naar de Dollart of de Noordzee en naar de IJssel mogelijk maken; 
    • Coevorden zou dan het vooruitgeschoven punt en de Bourtanger moerassen zouden de linie van verdediging worden voor het stift. 

    De tegenprestatie

    Karel II zal aan Münster als werfgeld voor de troepen betalen. In de eerste drie maanden betaalt hij vijfhonderdduizend rijksdaalders. Vervolgens betaalt hij tot aan het einde van de oorlog iedere maand vijftigduizend rijksdaalders betalen. Temple, de Engelse onderhandelaar, scheen over zijn zending tevreden te zijn. Op 6 september schreef hij aan zijn familie: “Hij zegt, alles wat besproken is te zullen vervullen: fide sincera et Germana (met Duitsche trouw en eerlijkheid) , eene uitdrukking die hij dikwerf gebruikt.”

    De redder in nood

    Lodewijk XIV was een week later al op de hoogte van dit verdrag met Engeland. Hij schreef aan zijn gezant in Den Haag dat hij de bisschop zal gaan waarschuwen middels een expressebrief. Bovendien zal hij het Staatse leger beschermen met zijn leger mocht dat nodig zijn. Aan koning Karel II in Engeland laat hij weten dat deze zijn geld wel beter kan besteden. Ook vraagt hij zijn gezant in Den Haag om deze gebeurtenissen aan te grijpen als mooie gelegenheid om de heren Staten van zijn deelneming en trouw te doen getuigen.

    Gerelateerde berichten