Mijn heer en lieste hartge

Tag: Vloerstenen

Geldzorgen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is weer terug in Amerongen en ze neemt vol overgave de teugels in de handen. Nog even het laatste nieuws over Ginkel: het gaat nu echt beter. Weliswaar drinkt hij nog geen bier, maar wel Rijnse wijn met een beetje suiker bij het eten en tussendoor tisane of siroop. Hij wil graag naar Amerongen komen, schrijft Margaretha. 

Brieffragment over Van Ginkel

Ameronge den
7 ockto 1676
[rec: 12 Dito]

Men heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 3 deeser ontfange ick
so aenstonts, ick heb de heer van ginckel vrij
beeter gelaete als ick hem inde haech koomende
heb gevonde, hij drinckt heel geen bier, tusche
sijn Eeten Een glas rhijnsche wijn met Een weij
nich suijcker en buijtens tijts niet dan tiesaen1Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
of schulep2Julep, siroopachtig drankje was gereesolveert3Resolveren: Besluiten niet meer te
meediesijneere4Medicineren: geneeskundig behandelen , hier sijn schrijft de vrou
van ginckel dat sijn hEd noch dagelijcks
in beeterschap en sterckte toeneemt so dat
ick hoope hij in korte weer wel sal sijn, hij
verlanckt seer hier op Ameronge te sijn,

Interieur van een slaapkamer. Een man ligt ziek op zijn bed en wordt bezocht door een andere man.
Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Collectie Rijksmuseum.

Vloerstenen

In haar afwezigheid is het werk goed gevorderd. Samen met de secretaris, Schut en Rietvelt heeft ze het overzicht van de kosten van de vloer en de hardstenen opgemaakt. Er is een nauwkeurige tekening gemaakt van de vloerstenen, zodat duidelijk is hoeveel stenen er nodig zijn en van welk formaat. Maar de stenen kunnen het beste pas in Amerongen op het juiste formaat gekapt worden, want in het vervoer kan er gemakkelijk een hoekje van afbreken en zo’n steen is dan natuurlijk niet bruikbaar.

Brieffragment over vloerstenen

[of niet,] nu hebbense Een pertinente gront teijckenin
vande vloersteene gemaeckt en ock vande hartsteene
die hier neffens gaet daer wt sij meijne uhEd nu
perfeckt sal konne sien hoeveel steene der sijn
moet, ock op wat groote die diene te sijn, maert
kant rechte oordeelense dat hier dient gedaen
te worde, om dat int vervoeren licht Een hoeck
=ge of Eits kan afgestooten worden, [wt het]

Op een geblokte tegelvloer lopen vier paar meisjes voeten. De laatste heeft een koffer vast. Ze lopen richting een trap. Één vrouw is al op de trap.
Fragment uit:Vier meisjes volgen een vrouw een trap op, anoniem, ca. 1900 – ca. 1930. Collectie Rijksmuseum.

De kosten rijzen de pan uit

Margaretha bespaart waar ze kan. Ze heeft zo’n 18 tot 20 metselaars en evenveel opperlieden ontslagen en ze is van plan nog meer werklui af te danken. Ongeveer 8 tot 10 man moet voldoende zijn om de schoorstenen te metselen en de bogen boven de vensters af te werken. De rekening van Rietvelt bedroeg inmiddels 1778 gulden en de rekening van Schut ruim 600 gulden. Beide rekeningen heeft ze betaald, maar dat is niet alles, want morgen moet ze nog ‘al de andere werck baesen’ uitbetalen. ‘Het beloopt een ongelooflijck gelt’, schrijft ze. Weliswaar heeft ze in Utrecht de toegezegde betaling ontvangen van 5413 gulden plus nog een rente van 1000 gulden uit Gelderland, maar het geld verdwijnt zo als sneeuw voor de zon.

Eerste brieffragment over de kosten
Tweede brieffragment over de kosten

[reeijen en klaer te na maecken,] ick heb
rietvelt weer sijn reeckenin teenemael
af betaelt die beliep in vijf weecken
arbeijens so voor hem als sijn volck 1778 f

en schut overde 600 f, dan sijnder noch al
de andere werck baesen die alle meede
merge sulle betaelt worden, het beloopt
Een ongelooflijck gelt, ick heb nu laest
te wttrecht sijnde de weeder helfte vande
bewuste assinnaesie5Assignatie: aanwijzing tot betaling ontfange, so dat
ons nu de volle som van vijfduijsent
vier honde dartien gulde betaelt en
voldaen is, wat gelt ick ontfan t gaet
=ter al om, ick heb ock de rente ter som
van duijsent gul die ons op gelderlant
den Eerste septem was verscheene ont
fange, ben blijde vast so veel werck volck

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Ontslag

Ze is blij dat ze die werklui ontslagen heeft, maar als de kap gelegd is, dan komen daarna de leidekkers en die moeten ook betaald worden. En weliswaar is de verwachting dat stenen in de eigen steenoven goed gelukt zijn, maar ze heeft ook van Ot Barentse 240.000 stenen gehad voor een bedrag van zeker 1500 gulden en dat moet ook weer betaald.

Brieffragment over komende kosten
Tweede brieffragment komende kosten

[fange,] ben blijde vast so veel werck volck
vande hals quijt ben6Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden , maer als de kap
opt huijs komt sullender weer de leij=
=deckers koome, insoma so lange dit tim
=mere duert salt veel kosten, ick hoor
niet meer vande leijen die noch van boove
soude koomen offer noch te verwachte
sijn of niet, den steenoven is teenemael
afgestoockt se meene datse heel wel ge=
luckt sal sijn, wij hebbe van ott baerense
over de twee hondert en veertich duijsent
steen gehadt dat is bij de vijftien hondert

gul aen steen die hem ock sulle moeten betaelt
worden, [wij hebbe noch het schoonste weer]

Een kijkje in de kap van het kasteel. Foto en ©: Hans Neecke.

Ditjes en datjes

In de rest van de brief probeert Margaretha nog allerlei nieuwtjes te persen. Ze heeft het over de bemoeienis van Prins Willem met de Utrechtse politiek en het schijnt dat hij naar Engeland gaat. Ze zal informeren naar een stuk land maar eigenlijk is het beste stuk al verkocht. Gisteravond is ze naar de bruiloft van Kristoffel geweest. Kennelijk was Kristoffel daarom langsgekomen met de brief van Godard Adriaan. Fritsje was representant voor zijn vader en zijn opa en Antje als plaatsvervangster voor haar moeder. 

Brieffragment over de bruilof van Kristoffel

[had staen heeft dat gekocht,] gistere
avont sijn wij hier op de voor bruijloft
van kristoffel geweest, frits heeft groote
en kleijne papas plaets gereepreesenteert
en antge haer kleijne mama, sij hebe
en sondach haer Eerste gebodt gehadt
en ons heel net en wel getrackteert,
ick blijf
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Boeren dansen op een bruiloft. Links op de voorgrond danst de bruid, te herkennen aan haar kroon. Een doedelzakspeler en een jongetje met een trom en een fluit maken muziek.
Boerenbruiloftsfeest met doedelzakspeler, Peeter Baltens, 1540 – 1584. Collectie Rijksmuseum.

PS: nog meer geld

Maar dan komt Margaretha toch weer terug op het geld. Temminck heeft geschreven dat molenaar Visser op de zaagmolen in Amsterdam heeft verzocht om een betaling van 100 ducatons. De molenaar heeft eerder een scheepslading hout uit Harburg voor hen betaald. Margaretha kan er niet onderuit om hem te betalen maar ze heeft geen geld meer en ze weet niet wat ze antwoorden moet.

PS over geld voor Temmink

ps temminck schrijft dat visser opde
saech moolle tot Amsterdam
hem versocht heeft weer hondert
duijcketons op reeckenin te geefve
en hij diende wel weer Een schip
met schilp kalck te sende
so dat ick vrees hij daer toe
so veel gelt qualijck van
ons in hande heeft, vermidts
hij al de scheeps vrachte vant
hout van haerburch7Harburg (bij Hamburg) tot
Amsterdam heeft betaelt
en ick hier geen gelt overheb
weet haest niet wat hem antwoorde sal

Aan een sloot staat een huisje met daarbij een molen en een schuur. Achter het huisje staan de houten planken hoog opgestapeld. Over de sloot ligt een bruggetje waar iemand overheen loopt. Voor de schuur ligt een soort bootshuisje in de sloot. Op de linkeroever staat een knotwilg.
Een houtzaagmolen aan de kattensloot, H.G. ten Cate, 1837. Collectie Amsterdams Archief.
  • 1
    Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
  • 2
    Julep, siroopachtig drankje
  • 3
    Resolveren: Besluiten
  • 4
    Medicineren: geneeskundig behandelen
  • 5
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 6
    Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden
  • 7
    Harburg (bij Hamburg)

Wel en wee

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 oktober 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag, maar ze is alweer van alles aan het regelen voor wanneer ze weer terug is in Amerongen. Zo heeft ze zich voorgenomen om aan de secretaris, Schut en Rietvelt te vragen of zij een overzicht zouden willen maken van de kosten van de vloerstenen en de hardstenen voor het huis. Godard Adriaan heeft hier om gevraagd in zijn brief van 30 september. Ze zal het hem zo spoedig mogelijk opsturen. Maandag hoopt ze weer in Amerongen te zijn.

Brieffragment over de vloer- en hardstenen

haech den 3
ockto 1676
rec: 5 Dito

Mijn heer en lieste hartge

so aenstonts ontfange ick uhEd vande 30 pasato
sal so haest ick weer t Ameronge koome met
de sekreetaris schut en rietvelt alles weegens
de vloersteene en hartsteene overlegge en
Een pertinente1Pertinent: Ter zake dienende memoorije2Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven. laete maecken
uhEd die met den Eerste en opt spoedichste
oversenden, ben van meeninge met godeshulp
merge weer van hier te gaen en maendach
op Ameronge te sijn[, de heer van ginckel]

Een trap van een witte hardsteen. Op elke trede zitten twee koperen onderdelen om de roede van een loper vast te houden
De trap naar de galerij is gemaakt van de door Margaretha bestelde stenen. Foto en ©: Hans Neecke.

Aan de beterende hand

Zoon Van Ginkel is inmiddels aan de beterende hand. Het gaat zelfs zo goed, dat de doctoren met elkaar discussiëren of hij nog wel koorts heeft. Gisternacht was hij nog ‘met swaere droome beset’, maar afgelopen nacht heeft hij maar één uurtje wakker gelegen. Ook zijn smaak komt langzaam terug. Godzijdank! Hopelijk begrijpt Godard Adriaan dat zijn zoon nog wel te zwak is om zelf een brief te schrijven.

Eerste brieffragment over Van Ginkel
Tweede brieffragment over Van Ginkel

op Ameronge te sijn, de heer van ginckel
die ick hier koomende heel swack en debijl3Debiel: Wankel, onvast
vont is seedert in beeterschap so toegenoome
dat de docktoore disputeere4Disputeren: Redetwisten of hij noch
koorts heeft of niet, heeft seedert begonne
te ruste, heeft deese voorleedene nacht
ontrent 3 Euren aen Een geslaepen en
doen maer Een Eeur wacker geleegen
en weer ingeslaepe, koomende nu heel
fris en wel wt sijn slaep, daer hij noch

gisteren en te vooren wt de weijnich rust die
hij kost hebbe heel beswaert en qualijck quam
ock met swaere droome beset was, so dat
wij hoope sijnhEd de met de verdere hulpe
van godt almachtich deese sieckte te boove
is en konne godt niet genoech dancke voor
sijne genaede, hij begint ock wat smaeck int
Eeten te krijgen, versoeckt uhEd hem te Exs
=kuseere dat hij met deese post niet en schrijft
hoopt het met de naeste te doen kan noch
onmoogelijck niet is te swack[, ick sal ock]

In een man met een eenvoudige hoed op die zijn tanden zet in iets. Eronder staat in sierlijke letters ‘de Smaak’ met daaronder ‘ By Nic: Vischer met Privilegie’
De Smaak: etende man, Jacob Gole, 1670 – 1709. Collectie: Rijksmuseum

Bestellijst

Godard Adriaan heeft om spullen gevraagd. Margaretha zal morgen – ze verwacht dan immers weer terug in Amerongen te zijn – een kist met de gevraagde spullen richting Temminck in Amsterdam. Temminck zal er vervolgens voor zorgen dat de spullen bij Godard Adriaan in Bremen terechtkomen. Margaretha schrijft dat ze de ‘bestellijst’ bij de voorliggende brief heeft gevoegd. Helaas is de lijst niet bij de brief bewaard gebleven, en weten we dus niet precies waar Godard Adriaan om heeft gevraagd.

Brieffragment over de koffer naar Temminck

[onmoogelijck niet is te swack,] ick sal ock
merge Een koffer5Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats. aen temminck op Amster
=sende6Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen. om voort op breeme aen uhEd te
bestelle, daer in is altgeene de selfve
heeft ontboode waer van de memoorije
van alt geene daer in is hier neffens
gaet[, inde generaelijteijts meubel kamer]

Een bed voor Godard Adriaan

Margaretha heeft een poging gedaan om via de Generaliteits Meubelkamer een bed te bemachtigen. In de Generaliteits Meubelkamer waren meubels opgeslagen die Staatste diplomaten die naar het buitenland vertrokken konden meenemen om hun ambassade- of gezantswoning in te richtingen. Misschien is Margaretha zelf wel gaan kijken of er iets van haar gading bij zat; ze is immers in Den Haag. Ze vond ledikant noch paviljoen. Een ledikant was een losstaand hemelbed, ook wel een pronk- of staatsiebed. Een paviljoen was een ronde, tentvormige baldakijn die aan het plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden. Het wordt niet helemaal duidelijk welke invulling van de term Margaretha in haar brief bedoelt. Hoe dan ook, ze heeft een paviljoen laten maken. Bij Godard Adriaans terugkomst kan het paviljoen naar de Staat. Of ze houden het gewoon lekker zelf.

Eerste brieffragment over het paviljoen
Tweede brieffragment over het paviljoen

[gaet,] inde generaelijteijts meubel kamer
was so noch leedikant noch pauvelijoen7Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
noch niet te krijge heb dit pavelijoen

hier sijnde laete maecken het welcke men op
uhEd weederkomste den staet kan weer
geefve of het voor ons selfve houde soot de
selfve goet sal vinden[, de maijoor ijan]

Een schildering van een kamer, links en recht een deur, rechts een schouw, aan de achterwand twee dubbele ramen. Achter de schouw staat een kast. Aan de wanden hangen schilderijen en een spiegel. Tegen de wanden staan rechte stoelen. Links staat een kinderbedje dat is afgedekt met een doek. Midden tegen de achterwand, tussen de ramen een bed met daarboven een paviljoen: een stoffen kap als een klamboe over het bed gehangen. Het paviljoen is open, op het bed liggen twee kussen. Op één van de stoelen zit een man met een hoed op. Hij heeft een pop op schoot. In de kamer staat een meisje dat hetzelfde gekleed is als de pop.
Kamer met een ledikant met een paviljoen. Fragment uit: Poppenhuis van Petronella Oortman, Jacob Appel (I), ca. 1710. Collectie Rijksmuseum.

Nog steeds rode loop

Aan het begin van de brief schrijft Margaretha dat het beter gaat met zoon Godard. Ook de collega’s van Godard in het leger, waar de rode loop (dysenterie) heerst, zijn aan de beterende hand. De ziekte heeft ook in Amerongen wild om zich heengeslagen. In de situatie van de zieke dorpsgenoot Teunis Huijbertse is geen verbetering zichtbaar.

Eerste brieffragment rode loop
Tweede brieffragment rode loop

[niet weer gekoomen,] men begint te
spreecke van onse Armee int gernesoen
te brenge daer sijn veel siecke en meest
aende roode loop, de heer van obdam8Jacob Wassenaar van Obdam de
graef van floodorp9Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf den heer van schra
=venmoer10Adam van der Duijn legge daer aen doch sijn aent
beeteren, hebbe haer tot mechlen laeten
brengen, teunis huijbertse schrijft de

seekreetaris dat noch Even sieck daer aen blijf

Een open sollicitatie

In Den Haag is Margaretha aangesproken door een jonge man van ongeveer 23 jaar oud. Het lijkt wel alsof ze een aanbevelingsbrief voor hem schrijft, voordat ze opschrijft wat deze jonge man nu eigenlijk kwam doen. De jongeman heeft ‘geen quade mijne’, ofwel: geen kwaad voorkomen. Hij komt uit Breda en hij kent Kristoffel, die de 26e de brief van Godard Adriaan bracht, goed. Hij heeft vier jaar bij penningmeester Adrichem gewoond, heeft een prettig handschrift, is trouw, en kan in afwezigheid van zijn werkgever diens taken waarnemen. Zijn naam is Dulckes en hij wil graag kamerling worden in dienst van Godard Adriaan. Inmiddels heeft Margaretha iemand gevraagd om de referentie van de jongeman na te gaan. De jongen wordt geprezen door zijn huidige werkgever, die zegt hem liever zelf te willen houden, maar hem niet kan tegenhouden als hij een andere baan wil. Margaretha verzoekt Godard Adriaan zo spoedig mogelijk te laten weten of hij de jongen in dienst wil nemen of niet. De naam van de jongen komt verder niet meer voor in de brieven van Margaretha, dus het lijkt erop dat hij het baantje niet gekregen heeft.

Brieffragment over de jongeman

hier is vandaech Een jonckman bij mij geweest
out ontrent 23 ijaere die geen quade mijne11Mijne/Mine: Voorkomen
heeft en sijn woort wel kan doen, die van
breeda vandaen is en kristoffel wel kent
hij heeft vier ijaer bij de peninck meester
Adreechem gewoont schrijft Een tamelijck
goede hant, is heel trou, als de peninck
meeste wt is ontfanckt hij het gelt
en geeft wt neemt het kantoor waer,
deese jonman genaemt dulckes, pree
=senteert hem selfve voor kamerlin bij
uhEd, lapoorte heeft bij Adrijchem naer
hem vernoome die hem prijst en seijt hem
liefver te houde, maer hem niet van sij voor
deel te konne houde, so uhE die aen staet be
lieft met den Eerste te schrijf heb hem so lan
wtgestelt12Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d. later terug te komen[, blijf]
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Een gebrandschilderd ruit met de afbeelding van een deftige jongeman staande in een landschap, gekleurd.
Ruit met jongeman in landschap, anoniem, ca. 1650 – ca. 1675. Collectie Rijksmuseum.

Kennelijk vindt Margaretha deze jongeman zo interessant dat ze nog een postscriptum ondersteboven op de laatste pagina schrijft. Ze denkt dat de jongeman geen livrei wil dragen…

Postscriptum

deese Adrechem is ock prockereur, daer de
knecht bij woont en schrijft, maer geloof
niet dat hij leefvereij sou wille draegen

  • 1
    Pertinent: Ter zake dienende
  • 2
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven.
  • 3
    Debiel: Wankel, onvast
  • 4
    Disputeren: Redetwisten
  • 5
    Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats.
  • 6
    Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen.
  • 7
    Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
  • 8
    Jacob Wassenaar van Obdam
  • 9
    Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf
  • 10
    Adam van der Duijn
  • 11
    Mijne/Mine: Voorkomen
  • 12
    Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d.

Pagina 2 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén