Mijn heer en lieste hartge

Tag: Vloerstenen Pagina 1 van 2

Och, och die oorloch toch

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 april 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 april 1677
Lees hier de originele brief

Vandaag een kort briefje, waarin Margaretha vooral ingaat op de Slag bij Kassel en de vorderingen aan het huis.

Slag bij Kassel

Het ontzet van Sint-Omaars, waarover Margaretha vanwege de aanwezigheid van zoon Godard aldaar in haar vorige brief nog haar zorgen heeft geuit, is mislukt. Veel meer woorden hoeft ze er niet aan vuil te maken; Godard Adriaan zal vast al wel een brief uit Den Haag hebben gekregen met alle ins en outs. Maar heeft manlief ook gehoord van de ‘groote en seer quade geruchte’? Margaretha is er helemaal van onthutst; ze was nauwelijks zichzelf meer! Op de inhoud van de geruchten gaat Margaretha helaas niet in.

Brieffragment St Omaars

dat het deseijn van sijn hoocheijt int ontset van sint 
omeer is misluckt sal uhEd wt den haech sijn ge 
schreefve, waer over hier gistere groote en seer quade
geruchte liepen, dat mij niet weijnich en bekomerde 
en so ontstelde dat ick naulijcks mijn selve was, 
of noch ben

Slag bij Kassel op 11 april 1677 tussen het Franse leger onder Filips I de hertog van Orleans en de prins van Oranje. Op de voorgrond de Franse legeraanvoerders, in de verte de slag aan de voet van de berg.
Slag bij Kassel, 1677, Robert Bonnart, naar Adam Frans van der Meulen, 1677-1699. Collectie Rijksmuseum.

Gezond en wel

Gelukkig is zoon Van Ginkel gezond en wel. Tenminste, dat heeft Margaretha via via vernomen. Ze hoopt maar dat het waar is. Ze hoopt snel meer te horen over de Slag bij Kassel.

Brieffragment Van Ginkel

van heeteren schrijft mij dat den heer van mom=
pelijan1Armand de Caumont aen sijn vrou2Amelia Wilhelmina van Brederode schrijft het welcke sij hem heeft
laete sien, dat de heer van ginckel die naer haer 
seggen hem heel wel heeft gequeeten noch gesont 
en wel te pas is daer wij godt niet genoech voor 
konne dancke wil hoopen het waer is, verlange 
seer om meerder partikulaerijteijte en seeckerheijt 
vant werck te hooren[, den heere schaepe heer vande]

Man in volledig harnas zit op een bruin stijgerend paard.
Portret van Godard van Reede van Ginkel (1644-1703), anoniem, 1675-1699. Collectie Kasteel Middachten.

Wie zou de oorlog niet moede worden?

De majoor van het regiment van Van Ginkel is gesneuveld. Er zouden in totaal 3000 man gesneuveld zijn. Iedereen zal wel iemand missen. Margaretha hoopt dat de heer allen wil troosten. Het is toch ook wat; jaar op jaar zo veel volk verliezen. Wie zou de oorlog niet moede worden?

Eerste brieffragment och och die oorlog
Tweede brieffragment och och die oorlog

[vant werck te hooren,] den heere schaepe heer vande
dam3Herman Schaap, die Maijoor vande heer van ginckels reesgement
was is doot sijn vrou4Petronella van Tuyll van Serooskerken stelt haer als disperaet, daer
3000 man gelijck geseijt wort gebleefven is, sal Elck
de sijne wel misse de heere wilse alle strooste, ijaer
op ijaer so veel volck so veel te verliesen wie sou dien
oorlooch niet moede worde, och och of men Eens Een
goede vreede mochte beleefve, maer nu vrees ick dat

ter dit weer geen goet toe sal doen, wat salt met ons
noch worden, se mooge van uhEd swaerhoofdichheijt
wel spreecke datter wat swaerhoofdiger en in tijts
voorsichtiger waeren sou wel goet sijn[, rietvelt is]

Op een rivier ligt een vrij groot schip aan de oever. De schipper staat voor de kajuit. Op de voorgrond vermaken mensen zich aan de rivier op de achtergrond vaart een roeiboot.
Voorschip, W.S. Coleman, 1859. Uit: The book of the Thames, Mr. & Mrs. S.C. Hall. Collectie British Library, afbeelding: Flickr

Vloer- en schoorstenen

Rietvelt is gelukkig weer aan de beterende hand. Maar nu is een deel van de knechten, metselaars en timmerlieden koortsig. Bijna iedereen hier wordt ziek, al herstellen ze meestal snel. Dat is maar goed ook, want het vierde schip met hardsteen is gelost en alle stenen zijn op de voorburcht geplaatst. Er moet gewerkt worden! Het leggen van de vloerstenen is een groot karwei geweest. De steenhouwers gaan nu verder met het maken van onderdelen voor de schoorstenen.

Brieffragment vloer- en schoorstenen

[voorsichtiger waeren sou wel goet sijn,] rietvelt is
de koorts so goet als quijt, maer der sijn weer Een deel
knechts so metselaers als timerlie die der aen vast
sijn, meest alle mensche hier krijgense maer houder
=se niet lang, nu is het vierde schipe met hartstee
gelost en alde steene saeme opt voorburch geset
de vloersteene int houden huijs, dat is Een groot
werck aen kant de steenhouders hebbe alle daer
aengearbeijt, moeten nu aent reemaecken vande stuck
tot de schoorsteene [vrees noch dat rietvelt naer haer]

Zwartwit foto van een schoorsteen die hoog boven een leien dak uitsteekt. De bakstenen zijn afgewisseld met hardsteen. Bovenop zit een sierrand waar duidelijk stukken uit missen en een grote deksteen.
Schoorsteen zuidoost Kasteel Amerongen, Ton Schollen, 1989. Collectie Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Zwartwitfoto van een steiger met daarop twee grote (bijna drie planken breed) stukken steen.
Stukken van de afdeklijst van de noordoostelijke schoorsteen van Kasteel Amerongen, Ton Schollen, 1989. Collectie Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Kort en bondig

Zoals gezegd, houdt Margaretha het kort. Ze zit met haar hoofd bij Van Ginkel; ze is ontzettend ongerust. Ze hoopt snel zekerheid te ontvangen over zijn lot. Hij heeft in de oorlog ook wel altijd pech…

Afronding

[sal wachten,] uhEd laeste vande 10 deeser heb ick met
de laeste post beantwoort, en sal dees nu Eijndige
verlan seer naer seeckerder tijdine vande heer van
ginckel ben so ongerust dat ickt niet segge en kan
die heer almachtich wil hem bewaeren hij is inde
oorlooch vrij wat ongeluckich, ick blijf

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Een officier en een jongedame zitten aan tafel en spelen triktrak. Op het moment dat zij de dobbelstenen wil werpen, verschijnt een trompetter met een brief in de hand. Is het goed nieuws dat hij brengt? De bezorgde blik van de officier doet het ergste vermoeden. Zelfs de hond komt van onder tafel even kijken wat er aan de hand is.
De boodschapper, Jan Verkolje, 1674. Collectie Mauritshuis
  • 1
    Armand de Caumont
  • 2
    Amelia Wilhelmina van Brederode
  • 3
    Herman Schaap
  • 4
    Petronella van Tuyll van Serooskerken

Kostbare kinderen, stenen en oorlog

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 14 april 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 april 1677
Lees hier de originele brief

Margaretha is zo dolblij dat ze de brief heeft ontvangen die Godard Adriaan haar op 10 april heeft geschreven, dat ze zich helemaal te buiten gaat qua taalgebruik. ‘Ick slacht de kindere’, schrijft ze.

Kinderen slachten?

Welja, denk je als lezer uit de eenentwintigste eeuw, heb je daarvoor zo goed voor ze gezorgd? Maar Margaretha gebruikt de taal van de zeventiende eeuw en wat ze bedoelt, is dat ze, net zoals een kind probeert te doen wat zijn ouders willen, probeert om te doen wat Godard Adriaan van haar vraagt. Ze doet haar best want dit moet echt een droomhuis worden. En er wordt al weer hard gewerkt. Rietvelt heeft negen ‘truijfels’ aan het werk gezet. Pars pro toto, moet je maar denken: truijfels zijn troffels, het gereedschap van metselaars. Alleen is Rietvelt nu wel ziek geworden dus het toezicht ontbreekt.

Brieffragment kinderen slachten

[rec. 19 dito]
Ameronge den
14 April 1677

Mijn heer en lieste hartge
heede ontfange uhEd aengenaeme van 10 deeser en
is mij seer lief daer wt te sien dat deselfve genoechge
neemt int geen ick hier so int Een alst ander doen,
ick slacht de kindere doen mijn beste, rietvelt is met
9 truijfels int werck gekoome daer sulle noch 4
a 5 volgen, hij selfs had voor sijn aenkomste al
hier de koorts meendese quijt te sijn, maer heeftse
gistere weer gekreechge en vandaech meest te bedt
geleechgen, hoop hijse niet lange houde sal, tsou
mij anders seer qualijck koomen, [sijn volck sijn]

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Gewelven en luiken

En dat toezicht is wel nodig vanwege een speciaal plan. Godard Adriaan heeft aan Margaretha geschreven over luiken in de plafonds en speciaal in het tongewelf van de gang op de benedenverdieping, de ‘wulfsels’. Op die manier kunnen de manden met wasgoed uit het souterrain naar de zolder gehesen worden, waar de was kan drogen. Handig, want met de zware manden over de bediendentrap, dat is geen pretje, dat beseft Margaretha ook. Alleen, een luik in de keldergewelven ziet Margaretha niet zo zitten, dat stukje kunnen de manden met natte was nog wel door het voorhuis gedragen worden. Tenzij Godard Adriaan daar andere ideeën over heeft natuurlijk.

Er wordt nu hard gewerkt aan de gewelven van het souterrain, allereerst onder het ‘groot salet’ en dan de keuken en de alkoof. Hopelijk is Godard Adriaan wel thuis tegen de tijd dat het zover is? De gewelven worden zo gemaakt dat er altijd nog luiken in geplaatst kunnen worden. Ook secretaris Van Den Doorslagh heeft met Rietvelt gesproken en ook hij doet per brief verslag van zijn gesprek over de luiken.

Brieffragment luiken

[=sels vande kelders gaen,] ick heb met rietvelt weege
de luijcke daer uhE van schrijft gesproocke, die
wel soude koomen en ock konnense inde wulfsels
wel gemaeckt worde maer mijns bedunckens hoef
=dense in die vande kelders niet want men Eenige
swaerte hebbende die so wel doort voorhuijs inde
gaelderij1Lange gang sou konne brenge en vandaer laete door

Een luijck op hijsen als door de kelders dan soot uhEd
best dunckt kant geschiede, daer sal ock noch tijt
van beraet toe sijn geloofve sij het ondert groot sa=
let2Grote zaal Eerst sulle wulfve en dan booven de keucken
en alkoobe kamer3Alcovekamer, wat nu de eetzaal is so dat ick hoope uhEd wel thuijs
sult sijn Eerse aende gaelderij4Lange gang koomen, ock seijt hij
de wulfsels wel so te konne slaen dat men tot alle
tijde daer luijcken in sou konne maecken, [nu sijn]

Een brede gang met een tongewelf met daarin een luik. Aan het eind van de gang zit een raam waar de zon binnenkomt. Aan de muren schilderijen, jachttrofeeën en een groot wandtapijt. Tegen de muren staan stoelen en banken. In het midden licht een perzisch tapijt en er staan twee vitrine tafels met inhoud.
Overzicht van de lange gang aan de zuidkant. Foto: Margaretha Svensson. Collectie: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Steen

Er wordt ook gewerkt aan de vloer en Margaretha is erg enthousiast over de vloerstenen die Godard Adriaan heeft gestuurd. Hij heeft ook voor de grote zaal van Middachten besteld en Margaretha verzekert hem dat vrouw Van Ginkel daar erg mee in haar schik zal zijn. Sommige vloerstenen zijn wat dunner, maar Jan Prang heeft gezegd dat ze even sterk zijn als de andere.

Brieffragment steen

[tijde daer luijcken in sou konne maecken,] nu sijn
wij beesich met de vloer en andere hartsteene bp die
hier aengekoomen sijn op te rijden de vloersteene
sijn seer schoon en groot hoope datter Etlijcke meer
sulle sijn als wij van doen hebbe om alser bij onge
= luck mochte gebroocke worde dat men niet verleege
sij, ick ben blijde dat uhEd ock vloersteene voorde
Middachtense sael heeft bestelt daer de vrou
van ginckel wel meede in haer schick sal sijn en
ick uhEd van haerent weechge vast voor bedanck
sij weet het noch niet, de geschuerde hartsteene
trappe vinde ick ock seer fraeij, somige vande vloer
steene valle wat dun doch ijan prang seijt datse
Even starck sulle sijn, [aengaende het gelt ge=]

Grote vierkante grijze vloertegels.
De vloertegels in de gangen op de beletage. Foto en ©: Hans Neecke.

Zorgen

Bouwen kost geld en dat blijft een zorg voor Margaretha. En omdat het ook een zorg is voor anderen, is het lastig om aan geld te komen. In Holland gaan ze weer de tweehonderdste penning heffen, een vermogensbelasting, en Margaretha vraagt zich af hoeveel wat er nog uit de bevolking te persen valt.

En er is nog een zorg. Prins Willem III is met het leger naar Yperen getrokken om Sint-Omaars te ontzetten en Van Ginkel is daar natuurlijk bij. Het kan niet anders of er zal gevochten worden met alle risico’s van dien.  Margaretha uit haar zorgen aan Godard Adriaan: ‘De heer almachtich wil zijn hoo(gheid) en de heer Van Ginckel bewaeren’.  

Eerste brieffragment oorlog
Tweede brieffragment oorlog

[Even starck sulle sijn,] aengaende het gelt ge=
=loof dat van heeteren beesich is om ordinansi te
versoecke, beusekom heb ick versocht toch sorchge
tot betaelline vande selfve te wille drage, wat de
rest oft te neegoosgeerende peninge belanckt sal
ick sien hoet daer meede maeck, daer is seer

qualijck gelt te krijgen het schijnt de liede swaerhoof
=dich sijn en wille haer van gelt niet ontblooten,
met seijt dat sijn hoocheijt naer ijperen marscheert
om s omeer teontsette so dat is vrees ick datter
noch wel Een schermutselen om sal gaen dat
mij seer bekomert de heer almachtich wil sijnhoo
en de heer van ginckel bewaeren, wij beleefven
droefvige tijden, in hollant is weer den twee
honderste peninck voor twee mael geefvens gelt
in gewillicht, hoe seet wt de liede sulle krijgen
sal te besienstaen, [hoe groote papa het werck]

Op de voorgrond verschillende soldaten, zowel te paard asl te voet. Twee ruiters overleggen met een soldaat, één ruiter rijdt richting de stad op de achtergrond, drie komen hem tegemoet. Rechts voor lopen twee soldaten, waarvan één met een geweer over zijn schouder.
Het Franse leger voor Yperen (middenblad), 1678, anoniem, 1678-1699. Collectie Rijksmuseum.

Oorlogskas

De staat heeft een andere manier voor het financieren van de oorlog bedacht. Ze verwachten kennelijk dat de Spanjaarden een miljoen bijdragen. En dat is volgens Margaretha het probleem van de staat, iedereen ziet de problemen aankomen, maar zijn doen alsof hun neus bloedt. ‘En wij sijn uut gemergelt’, schrijft Margaretha, ‘och och hoe wilt met deesen bedroefden oorloch noch af loopen, den goeden god wilt ons bij staen’.

Eerste brieffragment oorlogskas
Tweede brieffragment oorlogskas

[leeft sal hij Een last voorde provinsie sijn] ,tis
wel Een ongeluck voor den staet dat men noijt
geen swaericheeden en Aprehendeert schoont
dat mense siet koome voor datse ons op den

hals sijn, waer sou men nu Een mielijoen gelt haelle vande
spaense geloof niet dat gelt te verwachten is, en wij sijn wt
gemergelt, och och hoe wilt met deesen bedroefden oorlooch
noch af loopen, den goeden godt wil ons bij staen in wiens
heijlige bescherminge uhEd beveelle, en blijfve

Een boer ligt tussen een pers, een man in pak draait de pers stevig aan, de boer braakt munten.
De belasting pers, Albert Hahn, 1911. Gepubliceerd in “De Notenkraker” van 13 mei 1911. Collectie: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis

PS

Toch laat Margaretha zich niet ontmoedigen. In de PS voegt ze nog wat losse opmerkingen toe. Er zijn vier schepen met vloerstenen aangekomen en ze heeft de vracht betaald.

Natuurlijk doen de kinderen hun groeten aan ‘groote papa’. Fritsje, inmiddels 9 jaar oud, laat nog weten dat hij erg zijn best doet!

Helaas zijn twee stenen op elkaar gevallen en gebroken. Margaretha heeft ‘daer wel ome gekeefven’ maar ja, dat hielp niets.

PS

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

ps nu hebbe wij
vier scheepe met
hart en vloer steene
hier die ick de vrachte
heb betaelt, fritsge
seijt sijn best int leeren
te doen meent hij vrij meer
meester vant hansge sal
sijn als kees otte, preesenteert
neffens sijn broer godert en sijn
susters sijn onderdanigen
dienst aen groote papa
ick moet ock segge datter twee vande grootste rouwe hartsteene
trape die noch door geklooft moste sijn en voorde
bruch opt voorburch soude gelecht hebe

Overdwars:
int opdoen
op malkandere
hebbe laete valle en
gebroocke sijn daer ick
wel ome gekeefven heb
dan dat helpt niets

Een jongen zit te lezen.
Zittende, lezende jongen van achteren, Carl Pischinger, 1940. Collectie Albertina Wenen.
  • 1
    Lange gang
  • 2
    Grote zaal
  • 3
    Alcovekamer, wat nu de eetzaal is
  • 4
    Lange gang

Geld en vervoer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 maart 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 25 maart 1677
Lees hier de originele brief

De postbode heeft het er maar druk mee! Margaretha heeft de brief van 13 maart ontvangen en ze begrijpt daaruit dat er al minstens drie schepen, misschien zelfs vier, met ‘hartsteene en vloersteene’ naar Amerongen onderweg zijn.

Brieffragment schepen met bouwmateriaal

[rec. 25. dito]
Amerongen den
20 maert 1677

Mijn heer en lieste hartge
heeden ontfange ick uhEd schrijfveens vande 13 deeser
waer wt sien dat het 3 en mischien het 4de schip met
hartsteene en vloersteene op wech sijn om herwaerts
te koome de heere wilse alle Een behoude reijs
geefve ense sonder ongeluck laette over koome

Van stenen en ossen

Als die schepen met stenen nu maar veilig aankomen! Het heeft gestormd en naar Margaretha’s idee hadden de eerste twee er toch al moeten zijn. Margaretha hoopt zo snel mogelijk alle stenen in huis te krijgen zodat er aan de vloeren kan worden begonnen.

Brieffragment vloerstenen

ick hoor noch vant Eerste of tweede schip niet
die al dees quade storme hebbe wtgestaen dat
mij bekomert en naer mijn gissine moste die alle
beijde al hier te lande sijn, ick had wel gewenst
wij al de vloersteene meede hadde konne krijge
dan hoope die der nu noch ontbreecke te sulle
volgen, [uhEd beliefve ock Eens te schrijfve of wij]

Een woelige zee met diverse soorten die schuin liggen door de wind. De regen waait diagonaal door het beeld.
Boten tijdens storm op de Zuiderzee, Wenceslaus Hollar, 1635. Collectie: Rijksmuseum.

Van de vloerstenen naar de ossen, het is wel even iets anders. Godard Adriaan heeft kennelijk toegezegd dat hij vanuit Bremen magere ossen naar Amerongen zou sturen als vetweiders. Als dat niet lukt, moet Margaretha meer schapen kopen om vet te weiden. Die weilanden moeten tenslotte wel wat opbrengen! 

Brieffragment ossen

[volgen,] uhEd beliefve ock Eens te schrijfve of wij
staet sulle konne maecke op magere osse
die uhEd daer soude koopen, anders soudt ick
hier meer schape moete in koopen om vet te
weijden, [het is hier noch heel onstuijmich weer]

Een herder drijft zijn kudde door een ondiepe plaats in de rivier. De onstuimige dieren laten het water opspatten, tot ongenoegen van een boerin die ook door het water waadt. Een andere vrouw rijdt op de rug van een met koopwaar bepakte os. Het zuidelijke karakter van het landschap heeft Berchem gecombineerd met naaldbomen, die je eerder in het noorden zou verwachten.
De ossendrift, Nicolaes Pietersz. Berchem, 1656. Collectie Rijksmuseum.

Veeleisende metselaars

Ondertussen is het nog ‘heel onstuijmich weer’ en het enige positieve dat over het weer te melden is, is dat het niet meer vriest. Aan metselaars inhuren begint ze op deze manier nog niet, ze vragen veel geld, ze doen niets anders dan in hun handen blazen vanwege de kou en ze maken korte dagen. Naar Margaretha’s idee begint de werkdag voor een metselaar voor zes uur ’s morgens en eindigt die na zes uur ’s avonds. Ze had het geluk dat er nog geen vakbonden bestonden in de zeventiende eeuw.

Voordat Margaretha mensen inhuurt, moet ze, zo schrijft ze aan Godard Adriaan, ‘met mijn beurs te rade gaan’. Uiteindelijk bepaalt de portemonnee hoeveel werk er verricht kan worden want de bouwvakkers moeten ‘geduerig gelt hebbe zij willen niet eenen dach wachte’. Bij de steenoven wordt al gewerkt, er is nogal wat schade door het hoge water.

Eerste brieffragment kosten metselaars
Tweede brieffragment kosten metselaars

[weijden,] het is hier noch heel onstuijmich weer
alle daege schoon dat het niet meer vriest,
de metselaers wille groote dachhuere hebbe en
alst so kout is doense niet als in haer hande
blaesen, sij konne ock s mergens niet voor ses
Euren aent werck koome en scheijde daer
savants ten sesten weer wtt, ick heb rietvelt
ontboode als hij komt sal alles met hem over
leggen

ick moet ock met mijn beurs te rade gaen want als
dat volck int werck is moetense geduerich gelt
hebbe sij wille niet Eenen dach wachte, [men is]

Vrouw zit op een stoel met in haar rok losse munten. Een man staat voor haar en houdt haar hand vast. Naast de vrouw staat op de grond een kistje met daarin waarschijnlijk geldbuideltjes. Onder de prent staat: Furwar dis alte reiffel eisen / Thut mir vil roter gulden weisen / Ich tra sie mir, han jch ihr gelt / Iung frawlewt krief wie mirs gefelt.
Geld tellend paar, Gillis van Breen (gravure) naar Pieter de Jode, 1588-1622. Collectie: Herzog August Bibltiohek, Herzog Anton Ulrich Museum.

Onderweg

En wanneer komt Godard Adriaan nu eens thuis? Ze heeft het aan de prins gevraagd en die beloofde haar dat hij naar Kleef zou gaan om daar met de keurvorst te spreken maar inmiddels heeft Margaretha gehoord dat hij bij Arnhem is omgekeerd omdat de keurvorst niet in Kleef was. Hij is waarschijnlijk naar het ‘randevoes’ van het leger gegaan en Van Ginkel is vandaag vanaf Middachten ook naar het leger vertrokken. Van Ginkel had graag zijn vader gesproken voordat hij vertrok. Margaretha wenst hem alle goeds toe inclusief de bescherming van engelen. 

Eerste brieffragment Godard Adriaan, Willem III en Van Ginkel
Tweede brieffragment Godard Adriaan, Willem III en Van Ginkel

nu ick hoope uhEd daer teegen weer thuijs sal sijn
met de laeste post heb ick uhEd geschreefve het
antwoort dat sijn hoocheijt mij gaf op de vraech
die ick hem weegen uhEd verblijf of t huijskoome
heb gedaen, hij meende van hier naer kleef te gaen om
met den heere keurvorst te spreecke, maer hoore
hij van Aernhem weerom gekeert is moet daer
of daer ontrent gehoort hebbe dat de keurvorst
noch daer niet en was, nu sal hij al naert ran
=devoes van ons leeger sijn, de heer van ginckel
die geloofve ick dat vandaech van Middachte
naert leeger vertreckt, hij had ock wel gewenst uhE
voor sijn vertreck te spreecken, de heere wil hem

bewaere en door sijn heijlige Engelen geleijde, [tis voorwaer]

Ten strijde

Terwijl de mannen zich opmaken voor hetzij een fysiek hetzij een diplomatiek strijdperk, voert Margaretha haar eigen gevechten, met geld en met water. Er is geld nodig voor turf om de steenoven te stoken en hoe eerder ze die turf kan kopen, hoe minder ze hoeft te betalen. Bij alle zorgen om de financiën komen ook nog de zorgen over het water. Er is veel sneeuw gevallen aan de bovenloop van de Rijn en dat gaat allemaal langs komen. Maar Margaretha houdt goede hoop: ‘de heer – hoope ick – salt in alles ten beste schicke’.

Brieffragment over de te verwachte kosten

[het daer nu niet lange meer sal dueren,] ick verlange naer deselfs
komste te meer om te overslaen waer het gelt dat wij deese soomer
weer tot het werck van noode hebbe vandaen sal koome dat mij
bekomert dit ijaer salt ons noch seer swaer valle, daer naer
kan ment met gemack doen maer nu moet het noch sijn voort
ganck hebbe, tot de steenoven hebbe wij het voorleedene ijaer ontrent
de 1800f aen turf gehadt ent ijaer te vooren doen wij maar
9 monde1maanden hebbe gebacke hadde wij 2100f aen turf en nu hebbe
wij 14 monde gestoockt, is nu den turf noch beeter koop dat
sal ons heel wel koome en hoe wij die vroechger laete koome
hoe wij minder onkoste hebbe te verwachte, so vant laege water
als ander maer dan moeter ock ten eerst so veel gelt sijn,
en ick aprehendeer2Apprehenderen: vrezen seer weer Een hooch water vermidts der boove
int lant so veel sneuw is gevallen, de heer hoope ick salt in alles
ten beste schicke, inwiens heijlige bescherminge uhEd beveelle
en blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Het steken, stapelen en drogen en vervoeren van turf. Links wordt een turfschip geladen. Met onderschrift van 2 regels in het Latijn.
Turfsteken, ca. 1610, anoniem, 1611 – 1613. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    maanden
  • 2
    Apprehenderen: vrezen

Hardsteen en Hutspot

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 november 1676
Lees hier de originele brief

Nog geen uur nadat Margaretha haar vorige brief vrijdag met de post mee gaf, stond Jan Prang, de door Godard Adriaan aangekondigde steenhouwer uit Bremen, op de stoep. Hij is de afgelopen dagen druk met Schut, Rietveld en de secretaris bezig geweest om het werk te bekijken en te bespreken waar het hardsteen het beste kon worden toegepast

Brieffragment over de komst van de steenhouwer

Ameronge den
16 Novem 1676
[rec. 19. dito]

Mijn heer en lieste hartge

voorleedene vrijdach ontrent Een Eure naert
afgaen van mijn mesiefve aen uhEd, quan
ijan pran den steenhouder die mij uhEd schrij –
en die aende sekreetaris heeft behandicht, hij
meester schut rietfelt ende sekreetaris so die
alle hier sijn, sijn alle daechge beesich met het
werck te besien en te overlegge wat hartsteen
der verEijst wort, [de lijst boven omt huijs van]

Foto van een open raam met twee open luiken. De haken waarmee de luiken openstaan zitten in een hardstenen vensterbank. Vanuit het raam zie je de gracht met een paar eendjes en op de achtergrond een grasveld met bolbuxussen en er omheen bomen in herfskleuren.
De hardsteen bij één van de vensters aan de zuidkant van het kasteel. Foto: Annemiek Barnouw

Hardsteen onder de vensters

Hardsteen gebruiken voor de daklijst kan al niet meer, omdat de kap er al op ligt. Maar in plaats van de rollaag onder de vensters kan het nog wel. Een rollaag is een laag bakstenen die vertikaal ligt. Vergeleken met metselwerk is hardsteen duurzaam (“een eeuwig werk”), want het zal een stuk beter bestand zijn tegen inwateren. En het kan voor een rijksdaalder per raam, terwijl de kosten voor een gemetselde rollaag hoger zijn, heeft de steenhouwer Margaretha voorgerekend.

Brieffragment rollaag of hardsteen

[=leijt is] oordeelle beijde baese so wel schut als
rietvelt dat best van hartsteen in plaets
vande rollaech van metselsteen, om reeden
dat de hartsteen niet in sal wateren en
Euwich werck sal sijn, en dat het minder
sal koste alsde metselsteen, want naert
segge van deese meester sal ijder venster
stuck met steen en arbeijts loon naulijcke
Een rijxsdal koste, en Een metslaer heeft
Een heelle dach werck om de rollaech voor
ijder venster te legge en die heeft Een
daelders daechs dan moet me de steen
kalck en sement reeckenen, so dat dit
voor geen rijxsdael kan gemaeckt worde

Zilveren penning. Voorzijde: borststuk man met lauwerkrans met in handen zwaard en wapenschild binnen omschrift. Keerzijde: gekroond wapenschild binnen omschrift.
Willem III, prins van Oranje-Nassau, proefslag van een rijksdaalder, geslagen nadat de Fransen de stad verlaten hadden, Dirk Bosch (toegeschreven aan), 1673. Collectie Rijksmuseum.
Foto langs de muur naar een balkon genomen. De luiken staan open. Het balkon is grijs met een zwart geschilderde metalen ballustrade.
Balkon aan de zuidzijde van het kasteel vanuit het naastgelegen raam. Foto: Annemiek Barnouw.

Hout voor de balkons

Voor de ‘zerken’ van de balkons is hardsteen niet geschikt, daar zijn de drie heren het over eens. Veel te zwaar, zeker boven de poort aan de oostkant, want die is van Bentheimer zandsteen, en dat zal het gewicht niet kunnen dragen. Gekozen wordt voor hout. Waarschijnlijk bedoelt Margaretha met de zerken het deel van het balkon waar je op staat. Op de foto is te zien dat het balkon slechts leunt op de bakstenen pilaster die tegen de gevel aan gemetseld is.

Brieffragment hout voor de balkons

de sercken tot de balckons vinde geen van baese
goet ock de steen houder selfs niet wt reeden
datse te swaer sijn het werck die niet wel
soude konne dragen insonderheijt de balkon
int ooste die recht over de voordeur komt
de wijlle die poort van bentomer steen is
seijt de steenhouder prang dat het die swaerte
niet kan lijde, en wort best van
hout gevonden [de vloersteene oordeellense]

Kasteel Amerongen tegen een heel erg donkere lucht. De zon schijnt, op het huis zijnd de schaduwen van bomen te zien. Op het grasveld op de voorgrond liggen blaadjes, de blaadjes aan de bomen zijn geel tot roestbruin.
Zuidzijde van het kasteel. Foto: Annemiek Barnouw. Het balkon heeft bakstenen pilasters en leunt verder niet op pilaren. Daarom moet het stavlak van het het balkon niet te zwaar zijn.

Rechte rijen op de vloer

Hoewel vloeren in een mooi schuin ruitpatroon in de mode zijn, adviseren de heren om de vloerstenen toch gewoon horizontaal te leggen. In een ruit patroon leggen kost veel meer stenen die op maat moeten worden gehakt. (Je krijgt aan de zijkant immers heel veel halve stenen). Vervanging van een steen in de toekomst is ook moeilijker.

Brieffragment rechte vloerstenen

[hout gevonden] de vloersteene, oordeellense
ock beeter vierkant als ruijtsgewijs geleijt
om dater ruijtsgewijs te veel steene ver
hackt worde en ock int breecke van Een
steen so wel niet weer kan ingestopt worde
alsmet moeijte en kosten [ock moetmen int]

Schut zal voor perfecte tekeningen zorgen. Maar Margaretha laat de toelichting daarop en wat er verder allemaal besproken wordt door de secretaris opschrijven, zodat Godard Adriaan het niet meer hoeft te doen met Schuts eigen warrige proza. Margartha zal alles nog eens aandachtig doorlezen, en dan kunnen tekeningen en toelichting morgen meteen meegegeven worden met de steenhouwer, terug naar Bremen.

Brieffragment tekeningen van Schut

[hebbe,] de sekreetaris heb ick belast alles pertinen
te anoteere schut maeckt noch van alles so
hij seijt perfeckte teeckenine dat alles ge=
daen sijnde sal ickt met aendacht naer sien,
en uhEd door den steenhouder die merge
weer van hier nae breeme gaet toesende,

Een dienstbode laat een kind de inhoud van haar kan zien. Alle kinderen droegen een jurk met leibanden om ze vast te houden wanneer ze leerden lopen. De Hooch stond bekend om zijn doorkijkjes. Hier schilderde hij er twee: één naar de kelder en één naar de voorkamer, waar hij het binnenvallend daglicht met puur wit schilderde. In deze kamer staat het venster open, bij het raam een stoel met kussen, aan de muur een schilderij met een mansportret.
Een vrouw met een kind in een kelderkamer, Pieter de Hooch, ca. 1656 – ca. 1660. Collectie Rijksmuseum. Voor liggen de tegels ‘vierkant’, in de kamer achter in een ruitpatroon.

Hutspot voor een hoge gast

Zoon Godard is alsnog met prins Willem naar Den Haag. Margaretha hoopt dat hem dat wat zal opleveren, carrière technisch gezien. Dat haar man de ambassadeurs in Bremen rijk heeft getrakteerd is allemaal goed en wel, maar het zijn geen prinsen van Oranje. Baas boven baas: De echte prins van Oranje kreeg een paar dagen terug op Amerongen van dienstbode Visbach, varkenshutspot met knollen en ossenworst. Hij schijnt er zeer over te spreken te zijn geweest, want in zijn jachtpaleis in Dieren had hij het nog over de worst. Ze hebben er toen nog speciaal wat extra uit Middachten laten halen!

Brieffragment hutspot voor de Prins

[hij wat opdoen sal,] dat uhEd de Ambasadeures
en afgesante aldaer so manifijckmagnifiek heeft getrack
teer is heel wel, maer dat sijn geen prinse van
oransge en dat heeft mijn visbach in mijn
apsensi hier gedaen op Een verkenshuts
=pot met knolle en een worst van os di
ick geslacht heb daer hij scheen heel wel mee
te vreede te sijn want sprack noch te dier
=ren vande worst die hij hier gegeeten had
en sij noch van Middachte lieten haelle die ick
daer gesonde had, hiermeede blijfve
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Mannen en vrouwen worsten makend in een keuken. Rechtsboven een boogschutter. Rechts op een ladder een geslacht varken waaraan een hond likt, een kat staat omhoog tegen de keukentafel. Een jongen blaast op een blaas. Links zit een vrouw bij een grote pot die boven het vuur hangt. In rode Gotische letters staat linksboven November en rechts boven in gewone letters Slacht-Maendt.
November, anoniem, 1664. Collectie Rijksmuseum.

Bouwvrouwe

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 november 1676
Lees hier de originele brief

Bouwvrouwe Margaretha is weer van alles aan het regelen. Het grootste deel van de brief gaat dan ook over de (her)bouw van het kasteel. Aan het eind van de brief volgt nog wat oorlogsnieuws.

Stenen trappen

Schut zit in Amsterdam en komt eind deze week terug, reageert Margaretha op een vraag uit de brief van Godard Adriaan van 31 oktober. Ze heeft ondertussen ook met Rietvelt gesproken over de stenen trappen. Het plan is om de bordessen van de trap met vloerstenen te beleggen, maar dan wel met een hardstenen rand. Margaretha zal Schut een tekening laten maken van het ontwerp.

Brieffragment over de stenen trappen

Ameronge den
4 Novem 1676
[rec: 9. dito]

uhEd aengenaeme vande 31 pasato is mij deese merge
behandicht, waer op tot antwoort dient dat schut
tot Amsterdam is, en die int laest van deese weeck
weer hier meent te sijn, ondertuschen heb ick
met rietvelt weegens de steene trappe gesproocke
die die volgens uhEd ordenansie neffens mij
voor goet keurt alsmeede de bordese op de trap
met vloersteene te belegge, maer oordeelt
ock indiergeval datter op de bordes behoorde
om de vloersteene Een lijst van hartsteen ge=
leijt te worde, waer van so haest schut weer
hier koomt ick hem Een teeckenin sal laete
maecke en uhEd het selfve met den Eerste
toe sende[, de kleijne trap die inde gaelderij of]

Nog meer trappen

Rietvelt twijfelt of de kleine trap van het souterrain naar de lange gang (gaelderij) een wentel- of bordestrap moet worden. Margaretha’s voorkeur gaat uit naar een hardstenen bordestrap, maar ze zal het met Schut overleggen wanneer hij weer terug is.

Eerste brieffragment over de kleine trap van de kelder naar de lange gang
Tweede brieffragment over de kleine trap van de kelder naar de lange gang

[toe sende,] de kleijne trap die inde gaelderij of
aende kinderkamer sal koome weet rietvelt
niet wel of Een wentel trap of bordes trap
sal sijn, maer naer dat ickt hier sien en de
loose trap daer men nu op en neer de solder

meede begaet, nu staet, kander heel gevoechlijck Een
bordes trap koomen en alsmen aen deene sijdt
daerde spil vande trap sou koome in plaets vande
spil Een muer van Een steen dickte leijt so
souder meede hartsteene treen of trappe konde
geleijt worden, so haest schut hier komt sal alles
met hem overleggen[, vandaech weer heel bove]

Een ets van een hoge zolder met op de achtergrond een rookkanaal dat schuin de nok in gaat. Op de achtergrond twee donkere doorgangen. Op de voorgrond staat een vrouw voorover gebogen over de wasmand.
Vrouw op zolder, Willem Linnig (II), 1852 – 1890. Collectie Rijksmuseum

Donkere zolders

Margaretha is helemaal naar boven geklommen om de vlierzolders te bezichtigen. Het is haar opgevallen dat de ruimtes erg donker en benauwd zullen zijn. Het is daarom noodzakelijker dat er dakvensters komen. Ook kunnen ze dan via de vensters makkelijker op het dak komen. Omdat het misschien niet zo’n fraai gezicht is ze aan de voorzijde aan te brengen, oppert Margaretha om de vensters aan de achterkant aan te laten brengen.

Brieffragment over de donkere zolders

[met hem overleggen,] vandaech weer heel bove
opt nieuwe huijs staende en speekuleerende
bevinde dat de vlier solders so doorde hoochte
vande verdiepine als ruijmte vande solders seer
duijster en dompich en doncker sulle sijn so
datter mijns oordeels nootsaecklijck Eenige dack
vensters sulle moete sijn, ock om d wt te klimme
om opt dack te koomen, so uhEd die niet gaere
aende voorste sijdt vant huijs of aende sijdt vant
voorburch hadt sou mense achter en aen
beijde de sijde konne laete sette, waer op
uhEd goetvinde met den Eerste sal verwachte

Foto van de ruimte tussen twee daken gedekt met leien. Tussen de daken zit een plat dak en daarin zit een luik waarmee je van zolder op de daken kunt komen. Boven het platte dak in het schuine deel zit een raam dat zorg voor licht op de zolder. Tegen het dak aan staat steigermateriaal, voor het luik staat een man.
Ook tijdens de restauratie is gebruik gemaakt van de luiken om op het dak te komen (2007). Wie het kasteel een beetje kent, weet dat er aan de voorkant ook dakvensters zitten, maar dit dakvenster is mooi onzichtbaar weg gewerkt tussen de daken.

Nóg meer trappen

Margaretha komt nog een keer terug op de trappen. Rietvelt heeft aangegeven dat de kleine trap in de wijnkelder een wenteltrap moet zijn. Het gaat dan om het tweede gedeelte van de trap óf alleen om de onderste treden. Ook geeft Margaretha haar mening over de trap van de wijnkelder naar de eerste verdieping. Die kan wat haar betreft weg, aangezien deze zeer dicht op de grote trap naar de kelder zit.

Eerste brieffragment over de trap naar de wijnkelder
Tweede brieffragment over de trap naar de wijnkelder

ick vergeet te segge dat volgens het segge van
rietvelt de kleijne trap die inde wijnkelder sal
koome ten halfve of de beneedenste treen
Een wentel trap sal moete sijn, dan daer

soumen de hartsteene almeede naer konne hou
=wen, nu het kleijne trapge dat wt de slaep
kamer naer de kelder gaet sal ock op dien
gedocht te sijn, ick ben noch van opijnie dat de
trap die wt de wijnkelde naer de Eerste
verdiepin of ind sou gaen men soude konne
misse, dewijlle die so dicht bij de groote
trap die naer de kelder gaet sal koomen

Oude handgetekende plattegrond van een vierkant gebouw. Voor een hal met een deur en twee ramen, links van de hal zit een grote ruimte met voor twee en aan de zijkant drie ramen, aan de rechterkant een vergelijkbare ruimte die is opgedeeld, voor een ruimte met twee ramen voor en drie aan de zijkant en daarachter een ruimte met één raam aan de zijkant. Vanuit de hal zit in het midden een smallere gang en rechts een trap omhoog. De korte gang komt uit op een lange gang van links naar rechts, de achtergang. De gang heeft links en rechts een raam. Aan de andere kant van de gang zitten verschillende ruimtes. Aan de rechterkant gaat aan iedere kant een trap met een bocht omhoog.
Plattegrond van de kelders van Kasteel Amerongen, 17de eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief. Op deze grond de trappen waar Margaretha het over had. De grote trap gaat vanuit de hal omhoog, de andere twee trapjes vanuit de achtergang (dus de verdieping zit aan de kant van de bocht). Het bovenste trapje heeft de bocht zoals hij op de tekening staat. Het onderste trapje bestaat niet meer. Het heeft wel bestaan, bij de restauratie hebben ze er resten van gevonden.

Nu wat anders

Meestal gaat Margaretha in haar brieven van de hak op de tak, maar nu geeft ze duidelijk aan dat ze over gaat op een ander onderwerp: ‘Nu wat anders’. De zwager van schoondochter Philippotta van Raesfelt, George Johan van Weede, heeft Margaretha verteld dat hij Gouverneur van Grave mag blijven en dat hij zijn regiment mariniers mag behouden. En Margaretha’s zoon, Godard van Ginkel? Men is bezig een nieuwe Staat van Oorlog1De Staat van Oorlog is de begroting van de Staten Generaal, deze ging eigenlijk alleen over militaire zaken op te maken. Van Ginkel heeft bij Margaretha aangegeven dat wanneer hij niet uitbetaald wordt als commissaris-generaal, hij niet zo’n zin meer heeft om ten velde te trekken.

Eerste brieffragment over Walenburg
Tweede brieffragment over Walenburg

nu wat anders den heer van waelenburch
seijt me dat luijtenant Admirael neffens
ven Es opde wa maes sal sijn en sijn
gouvernement en reesgement behonden
dat den heere sas Een ExspeediEnt
over den rang sal wt vinde, in soma
t gaet hem heel wel, men is nu beesich

om Een nieuwe staet van oorlooch te maecke
wort de heer van ginckel nu geen trackte
=ment als komsaris generael toegeleijt
is hij alleen vande ongeluckige, en wil
dan niet weer te velt gaen[, maer hij]

In een gracht ligt een kasteeltje bestaande uit een vierkante toren, een deel met twee verdiepingen van één raam breed en een deel met alleen begane grond en zolder van vier ramen breed met een koekoek op zolder. Het huis heeft twee trapgevels. Rechts de brug over de gracht en die komt ui bij een boerderij die verscholen staat achter een boom.
Gezicht op het kasteel Walenburg te Nederlangbroek (gemeente Wijk bij Duurstede) uit het zuiden, Anoniem, ca. 1660. Collectie Het Utrechts Archief. George Johan van Weede kocht Walenburg in 1661, waarschijnlijk vanuit ambitie. Hij wordt later via zijn eerste huwelijk ook heer van Biljoen (Velp, Gelderland), maar ook na zijn huwelijk met de zus van Ursula Philippota blijft Margartha hem Walenburg noemen.
  • 1
    De Staat van Oorlog is de begroting van de Staten Generaal, deze ging eigenlijk alleen over militaire zaken

Godard Adriaan snapt het!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 31 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 2 november 1676
Lees hier de originele brief
De brief is alleen ‘ockto’ gedateerd, gezien de regelmaat moet het haast wel een brief van 31 oktober zijn.

Margaretha is zo blij dat Godard Adriaan eindelijk begrijpt hoe het vloerplan in elkaar zit, dat ze vergeet om deze brief te dateren. Ze schrijft dat Schut en Rietvelt aangenaam verrast zijn over de prijs van de vloerstenen. Volgens hen zou een vloer met klinkers nauwelijks goedkoper zijn.

Brieffragment over de prijs van hardsteen

Ameronge den
ockto 1676
[rec 2 nov 1676]
Mijn heer en liefste hartge

tis mij lief wt uhEd aengenaeme vande 24
deeser te sien uhEd de memoorije weegens
de hart en vloer steene nu verstaet, schut
en rietvelt konne haer niet verwonderen
over de prijs vande deck steene en segge dat
het geen bedencken heeft die in plaets van
de klinckert op sijn kant te neeme ver=
midts de klinckert of graeuwe steene
weijnich of niet min sou koste, [de de]

Een vrouwfiguur, voorstellende Het Perspectief staat met meetinstrumenten in de handen voor een tegelvloer. Linksonder en rechtsonder vliegt een vogel op uit het riet.
Perspectief, Etienne Delaune, 1528 – 1583. Collectie Rijksmuseum

Donkere kelders

De vloer kan nog niet direct gelegd worden omdat de kelders nog geen gewelven hebben. De muren moeten eerst zetten voordat die gewelven gemetseld kunnen worden en dat moet wachten tot maart. Margaretha geeft als extra uitleg dat ‘de dagen so kort’ worden ‘en ist in het donckere weer so doncker in de kelders dewijle de steijgerinne noch omt huijs staen’.

Brieffragment steenhouwer en wulfsels
Brieffragment over de steigers om het huis

[weijnich of niet min sou koste,] de de
steenhouders om de vloere te legge met
de steene soude koomen, waer heel goet
maer de wulfsels vande kelders konne
niet voor inde maent van maert ge
slage worde om dat de muere haer
noch op Een setten, en ock worden
de dagen so kort en ist in het don=
ckere weer so doncker inde kelders

dewijlle de steijgerine noch omt huijs staen
dat se niet veel soude bedrijfven [en de]

Een gewelfde, brede gang, waar links een deur open staat waardoor zonlicht naar binnen valt. Aan weerszijden zitten deuren en staan kasten. Aan het eind zit een raam waardoor beperkt licht naar binnen valt.
Natuurlijk licht in het souterrain eind oktober rond zonsondergang (ca. 17:15 uur). Foto: Annemiek Barnouw

Winterstop

Misschien is het ook wel niet zo erg dat er even gepauzeerd moet worden, want het ‘winter loon is seer hooch’, kortom, de bouwvakkers willen goed betaald worden voor hun bevroren tenen. Meester Schut is weer naar Amsterdam om te informeren naar de prijs van hardsteen voor de schoorstenen. Misschien is het wel handig dat Godard Adriaan daar ook naar informeert, ‘dewijlle de schoorsteene van de winter niet boven het dack sullen opgehaelt worde en dat omt uut vriese’. Geen haast dus, de schoorstenen moeten toch wachten omdat er tijdens de vorst niet gemetseld kan worden. En het vroor in 1676 een stukje harder dan nu!

Brieffragment over de winterstop

[dat se niet veel soude bedrijfven en] de
dachhuere loopen hoewelt winter loon
is seer hooch ijae so dat ick haest niet
weet hoet stelle sal, meester schut
gaet weer naer Amsterdam sal daer
naer de hartsteen die op de schoorstee
sulle koome verneeme ock naer de
prijs, en hoeveel dat ijder schoorstee
aen hartsteen soude koste gelooft
uhEd die ock wel van daer sal be=
stelle, dewijlle de schoorsteene vande
winter niet boven het dack sulle
op gehaelt worde en dat omt wt
vriese, so souder noch tijt genoech
sijn omt daer te bestelle, [nu sijn]

Van onderaf zoen we schoorsteen op de hoek van een leien dak. Onder de schoorsteen een raam en achter de schoorsteen op de nog van het hoogste dak een vlaggenmast.
Gezicht op de zuidoostelijke schoorsteen van het Kasteel Amerongen (Drostestraat) te Amerongen. Foto: Fotodienst GAU. Collectie: Het Utrechts Archief.

Waterafvoer

Maar als er niets aan het huis gedaan kan worden, dan toch wel aan de tuin. Heeft Godard Adriaan nog plannen voor een boomgaard? Van Ginkel denkt van niet, schrijft Margaretha. Maar Amerongen staat in de uiterwaard, de waterafvoer is belangrijk ‘om voor te koom dat de weije niet verdrencken’. Weilanden die onder water staan, daar komt alleen maar ellende van, zoals heermoes. Je wilt niet dat vee dat binnen krijgt! Margaretha laat dus een ‘gruppel’ graven in de dam waarover de stenen naar de bouwplaats worden gereden en daar moet dan weer een brug over worden gemaakt. Het ‘uut haelle van de binnen graft’ om het huis heeft ook haar aandacht en daar komt ‘ongelooflijck veel puijn steen en modder uut’. Het werk heeft haast, want ‘het water begint op den Rhijn heel te wasse’: er is hoog water op komst en voor dat water moet ruimte zijn!

Brieffragment over de waterafvoer

[Amsterdam te senden,] niet weetende of
uhEd noch van meijnine is de door snijdine
int weijtge teijnde het singel ent boogaer
=tge de laeten doen ende heer van ginckel
gelooft van neen, so laet ick maer Een
Een ruijme goot daer door graefve
om de waterloosine te hebbe on daer
door voor te koom dat de weije niet
verdrencken, ick het recht op aen
graefve daert uhEd heeft om in vijfer
te koomen en laet den dam daer de
steen wt den oven over wort gereede
ock Een gruppel in door graefve
het welke weer met maste1Mast: Paal en oude deele
sal toe legge dat me daer Evenwel
sal konne over rijde, dan heeft het
water sijn schoot2Schoot: Vrije loop en door tocht, [de]

Links een rij knotwilgen tegen de dijk, daarnaast weilanden die voor een deel onder water staan. Links aan de horizon de kerktoren, in het midden, tussen de bomen, kasteel Amerongen.
Gezicht op de Bovenpolder te Amerongen, uit het westen, met op de achtergrond de toren van de St. Andrieskerk en het Kasteel Amerongen. Fotograaf: onbekend. Collectie: Het Utrechts Archief.

Jacht

Ondanks alle drukte is er ook tijd voor vermaak. Voor Van Ginkel dan. De heer Van Zuylen, Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken, is een paar dagen op bezoek geweest en Van Ginkel is samen met hem wezen jagen. Of het wat eetbaars heeft opgeleverd? Dat schrijft Margaretha dan weer niet.

Brieffragment over de jacht

[niet genoech voor konne dancke,] de heer van
suijllen is deese weeck hier 3 a 4 dagen bij de heer
van ginckel geweest en met hem gaen jagen, [was]

De terugkomst van de jacht. Een jachtpartij van dames en heren bij de poort van een buitenverblijf. In het midden blaast een jager op een jachthoorn, links een knecht met honden en een geweer over de schouder. Een van de vrouwen heeft een valk op haar hand. Op de achtergrond een man met vogels op een raamwerk.
De terugkomst van de jacht, Johannes Lingelbach, 1650 – 1674. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Mast: Paal
  • 2
    Schoot: Vrije loop

Baksteen voor baksteen, vloersteen voor vloersteen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 26 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief met de financiële beslommeringen. Godard Adriaan heeft geregeld dat er direct geld naar Temminck gaat, en dat haalt Margaretha veel zorgen ‘van de hals’.

Trap- en vloerstenen

Ook met alle stenen wordt het nu concreet. Godard Adriaan heeft zowel de trap- als de vloerstenen aanbesteed.

Eersrbrieffragment over aanbesteedde traptreden
Tweede brieffragment over aanbesteedde traptreden

[ben wist geen raet die te betaelle,] nu dat
uhEd de 37 steene trape heeft aenbesteet te maecke
is heel goet ben daer in blijde, so ick hier
met beijde de werckbaese heb gesproocke is
t, heel goet koop dit is nu voor de trap wt
de kelder naer booven inde gaelderij en op
de steijger opt waeter, aengaende de
trappe opt voorburch aende bruch vant huijs
op te gaen kan uhEd hem noch op bedencke

nu wat de vloersteene belanckt is mij ock seer
lief uhEd die heeft aenbesteet daer te kant
rechte en is het selfve seer goede koop, [ick]

Prent van Interieur met trap en gewelven
Interieur met trap en gewelven, jonkheer Isaac Lambertus Cremer van den Berch van Heemstede, 1821 – 1879. Collectie Rijksmuseum

Gewelven

Margaretha rekent haar man nog maar eens voor hoe goed de prijsafspraak is die hij gemaakt heeft. Het betekent alleen wel dat de steenhouwer met de stenen mee moet komen. Maar wanneer? Margaretha wil graag eerst de gewelven maken. Logisch, want als wij een nieuwe vloerbedekking leggen, schilderen we ook liever daarvóór het plafond in plaats van erna. Maar die wulfels, wanneer kunnen die gemaakt worden? Voor dat kan, moeten eerst de muren goed gedroogd zijn. Rietvelt kan wel door willen, maar dat vindt Margaretha niet verstandig.

Brieffragment over de wulfsels

[saeme ree was,] maer ick vrees wij vande winter
de wulfsels vande kelders niet sulle konne
slaen, om dat de muere so binne als buij
=ten noch niet geset sijn en noch min of meer
sulle sacken dat beeter is Eer de wulfsels
geslaechge sijn als daer naer, en mijns oordeels
hoe wel rietvelt gaeren die over winter sou
slaen, salt beeter sijn wij daer nu alle
preeperaesie toe maecke maer inde maent
van maert die Eerst laette slaen of legge
dan sijn de muere geset en de laechge vande
steen of de kalck daerse mee gemetselt
sijn, in gedroocht het welcke demuere altij
min of meer doet sacken, [ock is daer]

Metselwerk

Het huidige metselwerk gaat ondertussen gewoon door. Rietvelt gaat met “12 troffels”, dus waarschijnlijk 12 metselaars de schoorstenen binnensmuurs ophalen. Dat klinkt misschien veel, drie metselaars per schoorsteen, maar op elke schoorsteen komen komen meerdere rookkanalen uit.

Op de plattegrond van de tweede verdieping uit de 17e eeuw zie je dit mooi. De tweede verdieping is de verdieping onder de zolder. In de muren zijn alle rookkanalen van de kamers eronder ingetekend.

Oude handgetekende plattegrond van een vierkant gebouw. In het midden een grote ruimte zonder deuren met drie ramen aan de voorkant. Links een ruimte met vier ramen waar halverwege een soort scheidingswand zit met links een doorgang. Links boven een bijna vierkante kamer, afgezien van een hoekje om van de ruimte links onder naar de ruimte midden boven te komen. Deze kamer heeft aan de linkerkant twee ramen. Boven in het midden een ruimte met vier ramen met twee deuren linkerwand onder en rechterwand onder. Recht kom je in een soort brede (twee ramen breed) hal met een trap. Achter de trap zit nog een kamer met een schouw. Deze kamer heeft één raam rechts. Aan de onderkant komt de hal uit op een gangetje dat langs een kleinere kamer rechts komt van twee ramen breed. Het gangetje komt uit bij de ruimte rechts onder die zowel rechts als onder twee ramen heeft.
Plattegrond van de derde verdieping met benaming van de vertrekken van Kasteel Amerongen, 17de eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Kennelijk valt haar tijdens het schrijven opeens in dat in de toren die nog overeind staat, de muren oud zijn. Daar zitten in het souterrain de waskelder (nu waskeuken) en daarboven de torenkamer (nu de gobelinkamer). De oude muren hoeven natuurlijk niet meer te drogen, dus daar kunnen ze nu al beginnen met de gewelven.

Brieffragment over het metselwerk

[hij niet wt rechten,] nu sal rietvelt met sijn
volck gaen aende schoorsteen binens muers voort
op te haelle tot wt het dack waer aen hij met
12 truijfels1truifel=troffel sal wercken alt ander werck is
gedaen, het wulfsel op de waskelder of
inde den oude toorn soudense noch konne
slaen om dat die muere out sijn, [het sec]

Vooraan in het midden een halve toren, rechts een afgebroken muur op de tweede verdieping, links een stuk muur zonder ramen. Links op de achtergrond staat nog een toren. In het puin in het huis, staan drie schoorstenen nog overeind.
Maquette van het afgebrande kasteel met links achter de toren met de oude muren, Dave Pezarro, ca. 1988. Collectie Kasteel Amerongen.

Sanitair

Hoewel de muren in de toren oud zijn, wordt er wel gewerkt. Margaretha heeft in de torenkamer (nu de gobelinkamer) het secreet laten ruimen. Aan een keurig symmetrisch, classicistisch huis, kunnen natuurlijk geen secreten aan de gevel hangen. Waar dat secreet dan precies gezeten heeft is nog een beetje onduidelijk. Op de tekening van Roelant Roghman hieronder is de oude toren de toren rechts achter. Vanaf deze kant is daar geen secreet te zien. Bovenaan de toren links zie je wel een secreet hangen.

Mogelijk bedoelt Margaretha met het ‘door de waterlozing vrij en liber houden’ dat ze de gracht vrij wil houden van uitwerpselen. De vraag is wat er dan met de inhoud van potten en poepdozen gedaan wordt. We weten dat in steden de onwelriekende restanten van de reeds genuttigde maaltijd opgehaald werden. Of dat in dorpen ook zo was weten we niet. Het kan ook dat alles op de mesthoop verdween en zo op andere wijze weer in de kringloop des levens terecht kwam.

Brieffragment over het secreet

[slaen om dat die muere out sijn,] het sec
=kreet dat inde toorn kamer is geweest wort
nu wt geruijmt en opgehaelt om daer
door de waterloosine vrij en lijber te
maecken, [het heeft hie twee daegen]

Kasteel Amerongen vanuit het noorden. Het kasteel ligt in een gracht. Links een gebouw en de kade muur met op de achtergrond een brug en een poort. Zowel links achter als rechts achter staat een toren. Op de voorgrond drie gebouwtjes, een kleine in het midden, rechts één van twee verdiepingen met een trapgevel en links een van één verdieping met een heel lang schuin dak en een schoorsteen bovenop.
Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Trots

Het gebint vordert gestaag, het wordt nu ineen gewerkt. Iedereen die het ziet bevestig dat dat vast en net gebeurt: sulcken hecht werck het is. Godard Adriaan moet niet denken dat ze van de complimenten naast haar schoenen gaat lopen. Ze herhaalt nog maar eens dat ze tenminste twee à drie keer per dag boven op het huis bij het werk gaat kijken.

Brieffragment over het gebint

[weer goet,] alle mense diet werck sien
weeten niet genoech te segge so vast
en net de kap in Een gewercktwort
en sulcken hecht werck het is, uhEd be
=lieft vrij gerust te sijn daer wort niet
in versuijmt, ick gaen ten minste 2
a 3 mael daechs booven opt huijs bijt werck

Foto van de balken op de zolder van Kasteel Amerongen
Sulcken hecht werck het is. Foto en ©: Hans Neecke.

Vrouwenpraat

Van Ginkel is naar Willem III en Philippota en de kinderen zijn gezellig (?) bij Margaretha gebleven. Wellicht was het echt gezellig, want Margaretha deelt zowaar wat vrouwenpraat met haar man. Het lukt de Vrouw van Ginkel niet hemden voor een halve rijksdaalder te maken. Margaretha zou wel veeren voor de dekbedden kunnen gebruiken en ook wel vlas. Maarja, ze moet de tering naar de nering zetten. Het geld verdwijnt momenteel als sneeuw voor de zon.

Brieffragment met vrouwenpraat

de heer van ginckel is naer sijn hoocheijt die op de
veeluwe ijaecht, hoope het hem wel bekoome sal
was noch vrij swack sijn vrou is met al de
kindere hier, seijt dat sij geen hemde voor
Een halfve rijxsdaelder kan maecken,
veeren tot bedde had ick wel van doen ock wel
vlas, maer het gelt weet bij ons teegewoordich
beeter wech daerom ick daer niet aenderf
dencke, [het is mij lief alles daer so goeij]

Een jonge vrouw zit te naaien. Onder de voorstelling een dubbelzinnige vierregelige tekst in het Nederlands: Ik naey in groot getal, klamutse, schorteldoeken En lap ook bij geval, wel vrijers onderbroecken, Een vrijijer is myn sin, ik wil mijn lijf en leden In trou en eerbaere min. aan manne lust besteden.
Zittende vrouw aan het handwerken, anoniem, 1700 – 1900. Collectie Rijksmuseum.

Zultevoet

Daarom is Margaretha extra blij dat in Bremen alles zo goedkoop is. Stel je voor dat Jenneke Godard Adriaan en Blanche vier keer in de week zultevoet zou voorzetten! Zultevoet levert niet veel google resultaten op. Het komt voor in een artikel over eten in een Gronings weeshuis en in het boek Ons voorgeslacht in zijn dagelijks leven. Daar wordt het genoemd in een weekmenu voor studenten tussen hoofdvlees en andere kelderkost. Beide geen hoogwaardige luxevoedsel. Ook is de volgende beschrijving te vinden: ‘Wat aan den snuit en de pooten (beneden de knie) zit, en, na gekookt te zijn, bewaard wordt in de wei of in het dunne van karnemelk’. Dat ‘beneden de knie’ is wel heel belangrijk, want bij de achterpoten boven de knie zit natuurlijk de ham en een goede schinck is wel de moeite waard.

Brieffragment over zultevoet

[dencke,] het is mij lief alles daer so goeij
koop is nu hoeft jenken uhEd en Mons
blansche nie 4 mael ter weeck sultevoet
te Eeten te geefve, [als ick diet altijt de]

Op een ton ligt een plank en daarachter staat een vrouw met een vis in haar rechter hand en een mes in haar linker hand. Ze is de vis aan het schoonmaken. Rechts van haar een schaal met de schoongemaakte vis. Links van haar (voor ons rechtsonder) een schaal met twee niet schoongemaakte vissen, waar de ingewanden uit hangen.
Vrouw die vis schoonmaakt, Gabriël Metsu, 1657-1658. Collectie The Leiden Collection.

Diplomatenvrouw

In dit fragment vinden we tevens een verwijzing naar haar leven als diplomatenvrouw die thuis blijft. Ze geeft hier aan dat als ze naar Godard Adriaan toe zou gaan, ze liever bij Blanche logeert. Ze bewondert hoe hij geen cent teveel betaalt op de markt. Ze moeten hem er maar dankbaar voor zijn, want de kosten in Amerongen blijven maar oplopen.

We weten niet waarom Margaretha nooit met haar man mee ging. Misschien is ze wel met hem mee geweest toen ze jonger was, maar we hebben pas brieven vanaf 1667. Ze schrijft wel over andere diplomaten die hun vrouw meenemen, maar dat lijkt niet afgunstig. Ook hier is de opmerking meer bedoelt om te kunnen schertsen over de huishouding van haar man, dan dat je het idee heeft dat ze eigenlijk liever bij hem was geweest.

Brieffragment over Blanche op de markt

[te Eeten te geefve,] als ick diet altijt de
beurt is gevalle thuijs te blijfve bij uhE
kom sal liefver in blansches huishou
=din bij uhEd te gast koome als in jenkes
dewijl hij so wel te mart gaet, hij doet heel
wel so naeu te dinge wij sijn hem ver
oblijgeert want het komter nu op aen
alles loopt hier hooch en so dat ick haest
geen door koome sien, hiermeede blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwewijff
M Turnor

Groepen mensen staan rondom marktstands met verschillende producten, van blaasbalgen tot stof en van manden tot levensmiddelen.
Markt, anoniem naar Jacques Callot, 17e eeuw. Collectie: Kunsthalle Bremen.

  • 1
    truifel=troffel

Dilemma’s over de vloer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Een drukke dag voor de inktpot van Margaretha. Nadat zij haar eerste brief had verzonden, ontvangt zij later die dag een brief van Godard Adriaan. De ditjes en datjes kunnen in deze brief achterwege blijven omdat die al zijn beschreven in de eerste brief. Het is een brief die hoofdzakelijk over de vloer gaat, blijkbaar heeft Godard Adriaan na de uitleg in de brief van 7 oktober nog vragen daarover.

Het aanreiken van een brief in een voorhuis. In een vertrek bij het raam zit een vrouw met een hondje op schoot. Rechts nadert een man met een brief in de hand. Links staat een hond en zicht door de openstaande deur naar buiten, waar op straat aan een gracht (Kloveniersburgwal?), een kind met een zweepje speelt.
Het aanreiken van een brief in het voorhuis, Pieter de Hooch, 1670. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha begrijpt uit de brief van Godard Adriaan dat de brief en de tekening van de hardstenen vloer die door de Amsterdamse secretaris (nog) niet bij hem zijn aangekomen. Dus nogmaals een gedetailleerde uitleg over de vloer en wat de beste manier is om deze te leggen en wat dat betekent voor de bouwsom.

Aanhef en het begrip over de stenen

Ameronge den
18 ockto 1676
[rec: 22 dito.]

Mijn heer en lieste hartge

na dat ick heeden uhEd heb geschreefve
en deselfve had afgesonde ontfange ick
die van uhEd vande 14 deeser waer wt met
leetweese sien deselfve de gesondene teijck
=nin vande sekreetaris noch sijn brief wee=
=gens de hartsteene en vloersteene nie
kan verstaen, sij meenen die wel ko=
=reckt gesonden te hebbe, [de prijs vande]

Ruit of vierkant?

Rietvelt heeft de prijzen laten weten voor van voor onbewerkt hardsteen, 24 stuivers per Amsterdamse voet. Margaretha en Godard staan nu voor de keuze om de vloer ruitsgewijs of recht te leggen. Wanneer de vloer ruitsgewijs wordt gelegd, moet er een steenhouwer bij zijn omdat er maatwerk moet worden geleverd. De steenhouwer moet dan ter plekke van grote stenen hoeken en halve stenen voor langs de muur passend maken.

Margaretha schrijft dat wanneer de vloer vierkant wordt gelegd, het belangrijk is dat de stenen op exact een afmeting van 22 Rijnlandse Duimen moeten hebben. De vloer moet dan wel echt strak recht worden gelegd, anders komt het niet mooi uit.

Eerste brieffragment ruit of recht

[=reckt versonde hebbe,] de prijs vande
hart of breemer steen die rietvelt uhE
van Amsterdam heeft gesonde is 24 stuij
de voet de Amsterdamse voet onbewerck
schut weet de prijs niet, de vloersteene
als die ruijts gewijs geleijt worde of vier
=kant seggensij datter Evenwel ofse
daer al gekantrecht worden hier
int legge vande vloere Een steen houder
bij sal moete sijn, om dat so se ruijts

Tweede brieffragment recht of schuin

gewijs geleijt worde lans de muere en inde
hoecke met halfve steene het Een grooter
als ander moeten ingestopt worde het
welcke bijt legge vande steene moet gedaen
worde, van gelijcke so se vierkant ge=
leijt worde om dat de steene op de maet
van 22 duijm rhijnlants in al de ge=
macke niet Even gelijck sal wt koome
ande(rs) kanse daer wel gekant recht worde

Komt de vloer recht gelegd nu wel of niet mooi uit? Foto en ©: Hans Neecke.

Kosten

Rietvelt heeft Margaretha laten weten dat hij een goede deal kan sluiten voor het hardsteen. Voor twee Blancken kan hij al het hardsteen wat nodig is voor een vierkante vloer krijgen. Een Blank is een rekenmunt, wat neerkwam op ¾ stuiver of 6 duiten. Als de vloer vierkant wordt gelegd zou het anderhalve stuiver per tegel worden. Wanneer ze voor de vierkante optie kiezen scheelt dus het wel 5 stuivers per tegel, schrijft Margaretha. Dat is toch bijna een vijfde van de prijs die zo bespaard kan worden!

Brieffragment kosten

het scheelt veel inde prijs daer 5 duijte
voort stuck en hier seijt rietvelt
nu dat mense voor twee blancke de
dat is voor Een en halfve stuijver
het stuck kan gekantrecht krijge,

Een oude vrouw zit bij het licht van een kandelaar haar geld te tellen. Links op tafel een buidel, rechts een juwelendoosje.
Gierigheid, Cornelis Bloemaert (II), naar Abraham Bloemaert, 1626. Collectie Rijksmuseum.

Amsterdams, Rijnlands…

Ook het verschil in het Amsterdamse en Rijnlandse meetstelsel zal verschil maken in de optie voor Godard en Margaretha. Misschien komt hier de verwarring ook bij Godard vandaan. Amsterdamse Voet, Rijnlandse Duim, al die verschillende soorten meetstelsels hebben veel invloed op de hoeveelheid stenen. Een Amsterdamse Voet is ongeveer 28 centimeter. Een Rijnlandse Voet is ongeveer 31 huidige centimeter, die weer kan worden opgedeeld in twaalf Rijnlandse Duimen van 2,6 centimeter. Als we nagaan dat rond 1650 één gulden bestond uit 28 stuivers, komt dat grofweg uit op 3 gulden voor een huidige meter. Gezien de vloeroppervlakte van het huis kan het paar dus maar beter kiezen voor een verantwoorde optie die binnen het budget past.

Gezicht op een vrijstaand huis; bij de muren voeren twee mannen metingen uit. Daaronder onder anderen een heer met een kaart en een heer die een dame van of op een paard helpt.
Illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ van Allain Manesson Mallet, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum.

Trend

Bouwmeester Schut is uiteraard op de hoogte van de laatste interieurtrends. De meeste kasteelcollega’s leggen de vloer vierkant volgens hem. Gelukkig voor Godard en Margaretha is de goedkoopste optie ook degene die in de mode is! Schut adviseert wel om uit voorzorg honderd tegels extra te bestellen omdat ze lastig te verkrijgen zijn. Schut raadt tevens aan dat de hardstenen niet onbewerkt maar bewerkt naar Amerongen moeten worden gebracht.

Eerste brieffragment trend
Tweede brieffragment trend

schut seijt ock men de vloersteene
nu meest vierkant leijt, oordeelt
ock dat wij wel Een hondert steene
meer behoorde te neemen alsmen
van doen heeft om dat se hier so

qualijck te bekoome sijn, [de heer van gincke]

Op een op een geblokte tegelvloer (recht gelegd) in een ongedefinieerde ruimte staan twee witgekouste benen schoenen met rozetten.
Tegelvloer om mee te pronken, fragment van: Portret van Marten Soolmans, Rembrandt van Rijn, 1634. Collectie Rijksmuseum

Aan de slag

Rietvelt en Schut gaan weer een nieuwe tekening maken voor Godard Adriaan en deze met de volgende post naar Godard Adriaan verzenden om de vloerkeuzes inzichtelijker te maken. Margaretha geeft in haar brief geen voorkeur aan op welke manier zij de vloer gelegd zou willen hebben. Het antwoord van Godard Adriaan weten we uiteraard ook nog niet. De vloer die we nog steeds kunnen zien in het kasteel verraadt het antwoord; er is gekozen voor de laatste trend.

Vier keurig rechte bruingrijze tegels met voegen. De rechter heeft een schuine barst die ook gevoegd is.
Nog steeds even recht. Foto en ©: Hans Neecke.
Een vloer tegel in het midden met aansluitende vloertegels. De tegels zijn gebroken, verweerd en het voegwerk is nagenoeg weg.
Maar meer dan 300 jaar gebruikt. Foto en ©: Hans Neecke.

Blijf met haast

Ondanks dat Margaretha erkent dat steenhandelaar Ot Barentse deze zomer al veel heeft gedaan voor de bouw van het huys. Vooral voor de steenoven is Margaretha hem dankbaar. Barentse moet helaas nog wel een klein tijdje wachten op zijn geld. Hiermee sluit Margaretha met haast haar brief af.

Brieffragment Ot Barendse

[sal hebbe,] ottbarentse sal noch wel
Een kleijne tijt naer sijn gelt wachte
maer heeft het ock seer vandoen, en
hij heeft ons deese soomer al groote dienst
ontrent de steen oven gedaen, hiermee
blijf met haest
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Toch nog p.s.

Maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze toch nog een snelle P.S. op de achterkant van de brief weet te krabbelen. In de andere brief van 18 oktober schrijft Margaretha dat Van Ginkel nog niet echt paard kan rijden na zijn ziekte. Nogmaals benoemt ze dat Van Ginkel de volgende dag naar Willem III gaat, die aan het jagen is op de Veluwe. Hopelijk is Zijne Hoogheid tegen de tijd dat Van Ginkel aankomt bij hem uitgejaagd…

Naschrift over Van Ginkel

[mij leet,] de heer van ginckel gaet
merge naer sijn hoocheijt die noch
op de veelowe ijaecht, wt deheer
van ginckel schijnt de timeraesge
heel wel aen te staen, gelijck uhEd
wt sijn schrijfve sal sien,

Rechts voor staat een jonge man met een zweep in zijn rechter hand, sierlijke zwarte kleding aan, een hoed op zijn lange haar, een zwaard om en sporen aan zijn laarzen. Links staat een jongen die drie honden aan de lijn houdt. Daarachter een man in lichtere kleren die twee gezadelde paarden vast houdt. Links achter een eveneens chique geklede man in het zwart met hoed op.
Portret van twee mannen met paarden, jachthonden en bedienden, Cornelis Picolet, 1664. Collectie: Slot Zuylen. Bron: RKD.

Mooi weer en laag water

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint weer over de door de secretaris, Schut en Rietvelt opgestelde memorie van het hardsteen en de vloerstenen. Godard Adriaan heeft daarin kunnen lezen wat er allemaal nodig is en hoe het werk er voor staat. Sindsdien is er eigenlijk niet zo veel verandert in de situatie. Toch is er genoeg te melden om drie kantjes te vullen.

Brieffragment over pertinente memorie

Ameronge den
10 ockto 1676
[rec: 15. dito]

Mijn heer en lieste hartge

met de laeste post heeft de sekreetaris uhEd
so hij meent Een pertinente1Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig memoorije bij schut2Hendrik Schut
rietvelt3Cornelis Rietvelt en hem opgemaeckt weegens de hart
steen en vloersteene over Amsterdam gesonde, waer wt wij
hoope en niet en twijfele of uhEd sal konne
sien wat daer van, hier noodich is, en hij en ick
geschreefve hoet werck staet seedert isser niet
veel veranderins in[, alt muer werck so buijten]

Het huis krijgt vorm

Langzaam begint het nieuwe Kasteel Amerongen vorm te krijgen. De binnen- en buitenmuren zijn inmiddels op de gewenste hoogte. Vervolgens zijn daar platen op gelegd en is alles gelijkgemaakt of aangestopt. Aangestopt wil zeggen dat er reten of voegen in het metselwerk zijn gemaakt die vervolgens met mortel zijn aangevuld. Naast de binnen- en buitenmuren, wordt er gewerkt aan de kapconstructie. Er wordt hout naar boven gehesen. Dat kost ontzettend veel tijd, dus gelukkig is het mooi en droog weer.

Brieffragment over voortgang werk

[veel veranderins in,] alt muer werck so buijten
als binne sijn op haer hoochte en de plaete daer
op geleijt en alle geraeseert of aengestopt , nu
sijnse noch beesich met het hout tot de kap op te
hijssen dat veel tijt wech neemt, wij sijn geluckich
dat wij hier sulcken schoone droochgen weer op
hebbe, want tis groote swaerte dat in reegen
=nich4Regenachtig weer niet wel als met groote moeijt te
doen sou sijn[, het water op de reevier blijft Eve]

Op de achtergrond ligt een stad met op de heuvel ernaast een slot. Op de voorgrond staat een deftig stel te kijken naar een bouwvakker die met veger over de muur van een ruïne veegt.
Gezicht op Salzburg met een bouwvakker op de voorgrond, Daniel Sudermann, naar Matthäus Merian (I), 1624. Collectie Rijksmuseum.

Laag water

Door het mooie, droge weer staat het water in de grachten ontzettend laag. Zo laag zelfs, aldus Margaretha, ‘dat geen mense gedencke die so gesien te hebbe’. Met andere woorden: het water heeft in tijden niet zó laag gestaan! En als het water dan toch zo laag staat, dan kun je er maar beter goed gebruik van maken. Een aantal muren is langs de singels al uitgespoeld, dus heeft Margaretha haar kans gegrepen deze aan te laten stoppen. Ook is ze voornemens om van de week al het puin dat door het metselen in de gracht is gevallen daar uit te laten halen en in het paardenwed te storten. En als ze werklieden kan vinden, zal ze ook gelijk de gracht laten uitmodderen. Je kunt het maar beter gelijk goed doen, anders ben je zo weer twintig jaar verder. Als je het überhaupt zelf nog mee mag maken.

Eerste brieffragment over het weer
Eerste brieffragment over het weer en het leeghalen van de gracht

[doen sou sijn,] het water op de reevier blijft Eve
laech, en inde grafte omt huijs so binne als buijt
ist water so laech of op veel plaetse gans weel
wech en de grafte so drooch dat geen mense
gedencke die so gesien te hebbe, bij welcke geval

ick de muere om de grafte die vrij wat aende sijde
van de singels wt gespoelt sijn laet aen stoppe
en wel versien, ben ock van meeninge inde toe=
koomende weeck alt puijn dat vant metselen
inde graft is gevalle daer wt te laeten haelle
en voor so veel aende kant vant paerde wet5Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
is indie graft bijt paerde wet te laete brenge
en die daer voort meete vulle voor so veel dat
recken kan, so ick volck kost krijge sou noch
wel in die koste valle vande grafte te laeten
wt modderen en ter deegen klaer maecken
geloof die licht in twintich ijaer of bij ons
leefven niet weer so drooch sulle worden

Gezicht op een Amsterdamse gracht waar twee mannen in een schuit bezig zijn de gracht uit te diepen, een andere man haalt bij een huis geld op.
Waldiepers Nieuwe-Jaars Wensch, Jan Oortman, 1822. Collectie Rijksmuseum.

Karpers en reigers

Heeft het droge weer ook nadelen? De vissen zitten vrij diep en zouden het nog wel even kunnen volhouden in het kleine laagje water, ware het niet voor de reigers. Ze bijten de karpers de koppen af! Margaretha zegt dat ze er ‘op laat passen’. Zou ze daarmee bedoelen dat ze de reigers laat afschieten?

Brieffragment over reigers

tis te verwondere dat de vis haer inde diepte
onthout en wij daer so weijnich schade in hebe
de reijgers doen de meeste schaeij6Schade bijten de
kerpers de koppen af maer ick laeter ock
op passe[, de leunine op de steene bruch tuschen]

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum

Geldschieter Temminck

Er is weer een brief van Temminck gekomen. Er is weer 300 gulden aan Jan Visser van de zaagmolen betaald. Ook heeft Temminck de kosten van de scheepsvracht hout van Hamburg naar Amsterdam betaald. Temminck heeft nu inmiddels al zo’n 12 à 1300 gulden voorgeschoten en hij moet binnenkort ook weer betalen voor een vrachtschip met kalk, dus Margaretha heeft hem een paar duizend gulden gezonden.

Eerste brieffragment over betalingen Temminck
Tweede brieffragment over betalingen Temminck

so aenstonts ontfange Een brief van Monse7Afkorting van monsieur
teminck die weer 300f aen jan visser op de
saech moollen in minderin van sijn reeckenin
heeft geegeegve en al de scheeps vrachte vant hout
van haerburch tot Amsterdam heeft betaelt
daer meede hij schrijft ons nu ontrent de
12 a 1300f verschooten8Verschieten: Voorschieten te hebbe so dat me wel
diende hem weer Een paer duijsent gul te
sende want hij ons weer Een samoreus9Samoreus: Type lang vrachtschip met
kalck sal moeten bestelle dat ock weer over
de 300f loopt, [ick had van avont met de]

Een lang schip met een fok en een klein zeil en een schoorsteentje op de kajuit waar rook uit komt vaart naar links. Op het dek zijn meerdere mannen bezig met de zeilen. Achter het schip aan trekken ze een klein bootje met daarin wat tonnen.
Samoreus, Reinier Nooms, 1652 – 1654. Collectie Rijksmuseum.

PS: Van Ginkel is weer kwiek

Nadat ze haar naam op het velletje papier heeft geschreven, besluit ze toch nog iets toe te voegen over zoon Van Ginkel. Hij is weer zo kwiek, dat hij van plan is binnenkort weer een bezoek aan de kerk te brengen. Hij wil zelfs komende week richting Amerongen! Maar Margaretha heeft hem geschreven dat hij zich vooral niet moet overhaasten.

Afsluiting en Van Ginkel

de heer van ginckel
schrijft gistere sijn
karck ganck van meeninge
was te doen en inde toekoomende
weeck hier te koome, ick schrijf
hij hem toch niet en verhaeste
de heere sij gedanckt het met
hem weer so veer is

Links op de achtergrond een eenvoudige kerk met middenop een open klokkestoel. Uit de kerk komen diverse mensen, op de voorgrond twee vrouwen met moffen, daarachter twee vrouwen en een meisje. De linkerhand heeft haar klapstoeltje onder haar rechterarm en een stoof onder haar linkerarm. De andere vrouw draagt een mof en aan haar arm hangt een boek. Daarachter een man en een vrouw. De vrouw heeft ook een stoofje aan haar linker arm hangen. Daarachter twee mannen. Rechts in de verte lopen de figuren uit de rand van het boek. Boven de mensen staat het vierde van een vers dat er boven staat maar af is gesneden: 4. Eer sij u Vaeder ende Soon En Heijlghen Geest in s Hemels troon Bij ons all te samen sijn Moet dit doch Ja en amen sijn Fijnis
Groep kerkgangers bij het verlaten van de kerk, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig
  • 2
    Hendrik Schut
  • 3
    Cornelis Rietvelt
  • 4
    Regenachtig
  • 5
    Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
  • 6
    Schade
  • 7
    Afkorting van monsieur
  • 8
    Verschieten: Voorschieten
  • 9
    Samoreus: Type lang vrachtschip

Geldzorgen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is weer terug in Amerongen en ze neemt vol overgave de teugels in de handen. Nog even het laatste nieuws over Ginkel: het gaat nu echt beter. Weliswaar drinkt hij nog geen bier, maar wel Rijnse wijn met een beetje suiker bij het eten en tussendoor tisane of siroop. Hij wil graag naar Amerongen komen, schrijft Margaretha. 

Brieffragment over Van Ginkel

Ameronge den
7 ockto 1676
[rec: 12 Dito]

Men heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 3 deeser ontfange ick
so aenstonts, ick heb de heer van ginckel vrij
beeter gelaete als ick hem inde haech koomende
heb gevonde, hij drinckt heel geen bier, tusche
sijn Eeten Een glas rhijnsche wijn met Een weij
nich suijcker en buijtens tijts niet dan tiesaen1Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
of schulep2Julep, siroopachtig drankje was gereesolveert3Resolveren: Besluiten niet meer te
meediesijneere4Medicineren: geneeskundig behandelen , hier sijn schrijft de vrou
van ginckel dat sijn hEd noch dagelijcks
in beeterschap en sterckte toeneemt so dat
ick hoope hij in korte weer wel sal sijn, hij
verlanckt seer hier op Ameronge te sijn,

Interieur van een slaapkamer. Een man ligt ziek op zijn bed en wordt bezocht door een andere man.
Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Collectie Rijksmuseum.

Vloerstenen

In haar afwezigheid is het werk goed gevorderd. Samen met de secretaris, Schut en Rietvelt heeft ze het overzicht van de kosten van de vloer en de hardstenen opgemaakt. Er is een nauwkeurige tekening gemaakt van de vloerstenen, zodat duidelijk is hoeveel stenen er nodig zijn en van welk formaat. Maar de stenen kunnen het beste pas in Amerongen op het juiste formaat gekapt worden, want in het vervoer kan er gemakkelijk een hoekje van afbreken en zo’n steen is dan natuurlijk niet bruikbaar.

Brieffragment over vloerstenen

[of niet,] nu hebbense Een pertinente gront teijckenin
vande vloersteene gemaeckt en ock vande hartsteene
die hier neffens gaet daer wt sij meijne uhEd nu
perfeckt sal konne sien hoeveel steene der sijn
moet, ock op wat groote die diene te sijn, maert
kant rechte oordeelense dat hier dient gedaen
te worde, om dat int vervoeren licht Een hoeck
=ge of Eits kan afgestooten worden, [wt het]

Op een geblokte tegelvloer lopen vier paar meisjes voeten. De laatste heeft een koffer vast. Ze lopen richting een trap. Één vrouw is al op de trap.
Fragment uit:Vier meisjes volgen een vrouw een trap op, anoniem, ca. 1900 – ca. 1930. Collectie Rijksmuseum.

De kosten rijzen de pan uit

Margaretha bespaart waar ze kan. Ze heeft zo’n 18 tot 20 metselaars en evenveel opperlieden ontslagen en ze is van plan nog meer werklui af te danken. Ongeveer 8 tot 10 man moet voldoende zijn om de schoorstenen te metselen en de bogen boven de vensters af te werken. De rekening van Rietvelt bedroeg inmiddels 1778 gulden en de rekening van Schut ruim 600 gulden. Beide rekeningen heeft ze betaald, maar dat is niet alles, want morgen moet ze nog ‘al de andere werck baesen’ uitbetalen. ‘Het beloopt een ongelooflijck gelt’, schrijft ze. Weliswaar heeft ze in Utrecht de toegezegde betaling ontvangen van 5413 gulden plus nog een rente van 1000 gulden uit Gelderland, maar het geld verdwijnt zo als sneeuw voor de zon.

Eerste brieffragment over de kosten
Tweede brieffragment over de kosten

[reeijen en klaer te na maecken,] ick heb
rietvelt weer sijn reeckenin teenemael
af betaelt die beliep in vijf weecken
arbeijens so voor hem als sijn volck 1778 f

en schut overde 600 f, dan sijnder noch al
de andere werck baesen die alle meede
merge sulle betaelt worden, het beloopt
Een ongelooflijck gelt, ick heb nu laest
te wttrecht sijnde de weeder helfte vande
bewuste assinnaesie5Assignatie: aanwijzing tot betaling ontfange, so dat
ons nu de volle som van vijfduijsent
vier honde dartien gulde betaelt en
voldaen is, wat gelt ick ontfan t gaet
=ter al om, ick heb ock de rente ter som
van duijsent gul die ons op gelderlant
den Eerste septem was verscheene ont
fange, ben blijde vast so veel werck volck

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Ontslag

Ze is blij dat ze die werklui ontslagen heeft, maar als de kap gelegd is, dan komen daarna de leidekkers en die moeten ook betaald worden. En weliswaar is de verwachting dat stenen in de eigen steenoven goed gelukt zijn, maar ze heeft ook van Ot Barentse 240.000 stenen gehad voor een bedrag van zeker 1500 gulden en dat moet ook weer betaald.

Brieffragment over komende kosten
Tweede brieffragment komende kosten

[fange,] ben blijde vast so veel werck volck
vande hals quijt ben6Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden , maer als de kap
opt huijs komt sullender weer de leij=
=deckers koome, insoma so lange dit tim
=mere duert salt veel kosten, ick hoor
niet meer vande leijen die noch van boove
soude koomen offer noch te verwachte
sijn of niet, den steenoven is teenemael
afgestoockt se meene datse heel wel ge=
luckt sal sijn, wij hebbe van ott baerense
over de twee hondert en veertich duijsent
steen gehadt dat is bij de vijftien hondert

gul aen steen die hem ock sulle moeten betaelt
worden, [wij hebbe noch het schoonste weer]

Een kijkje in de kap van het kasteel. Foto en ©: Hans Neecke.

Ditjes en datjes

In de rest van de brief probeert Margaretha nog allerlei nieuwtjes te persen. Ze heeft het over de bemoeienis van Prins Willem met de Utrechtse politiek en het schijnt dat hij naar Engeland gaat. Ze zal informeren naar een stuk land maar eigenlijk is het beste stuk al verkocht. Gisteravond is ze naar de bruiloft van Kristoffel geweest. Kennelijk was Kristoffel daarom langsgekomen met de brief van Godard Adriaan. Fritsje was representant voor zijn vader en zijn opa en Antje als plaatsvervangster voor haar moeder. 

Brieffragment over de bruilof van Kristoffel

[had staen heeft dat gekocht,] gistere
avont sijn wij hier op de voor bruijloft
van kristoffel geweest, frits heeft groote
en kleijne papas plaets gereepreesenteert
en antge haer kleijne mama, sij hebe
en sondach haer Eerste gebodt gehadt
en ons heel net en wel getrackteert,
ick blijf
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Boeren dansen op een bruiloft. Links op de voorgrond danst de bruid, te herkennen aan haar kroon. Een doedelzakspeler en een jongetje met een trom en een fluit maken muziek.
Boerenbruiloftsfeest met doedelzakspeler, Peeter Baltens, 1540 – 1584. Collectie Rijksmuseum.

PS: nog meer geld

Maar dan komt Margaretha toch weer terug op het geld. Temminck heeft geschreven dat molenaar Visser op de zaagmolen in Amsterdam heeft verzocht om een betaling van 100 ducatons. De molenaar heeft eerder een scheepslading hout uit Harburg voor hen betaald. Margaretha kan er niet onderuit om hem te betalen maar ze heeft geen geld meer en ze weet niet wat ze antwoorden moet.

PS over geld voor Temmink

ps temminck schrijft dat visser opde
saech moolle tot Amsterdam
hem versocht heeft weer hondert
duijcketons op reeckenin te geefve
en hij diende wel weer Een schip
met schilp kalck te sende
so dat ick vrees hij daer toe
so veel gelt qualijck van
ons in hande heeft, vermidts
hij al de scheeps vrachte vant
hout van haerburch7Harburg (bij Hamburg) tot
Amsterdam heeft betaelt
en ick hier geen gelt overheb
weet haest niet wat hem antwoorde sal

Aan een sloot staat een huisje met daarbij een molen en een schuur. Achter het huisje staan de houten planken hoog opgestapeld. Over de sloot ligt een bruggetje waar iemand overheen loopt. Voor de schuur ligt een soort bootshuisje in de sloot. Op de linkeroever staat een knotwilg.
Een houtzaagmolen aan de kattensloot, H.G. ten Cate, 1837. Collectie Amsterdams Archief.
  • 1
    Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
  • 2
    Julep, siroopachtig drankje
  • 3
    Resolveren: Besluiten
  • 4
    Medicineren: geneeskundig behandelen
  • 5
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 6
    Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden
  • 7
    Harburg (bij Hamburg)

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén