Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Oranje (Willem III van) Pagina 2 van 7

Komt deze brief nog aan?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 oktober 1673
Lees hier de originele brief

De post uit Hamburg was vertraagd en daardoor weet Margaretha pas net dat haar man besloten heeft naar huis te komen! Ze schrijft deze brief nog op hasaert (hazard) dat Godard Adriaan inmiddels vertrokken is uit Hamburg. Margaretha denkt dat de kans klein is dat de brieven die de raadspensionaris, de griffier en de stadhouder beloofd hebben nog verstuurd zijn. Ze waarschuwt haar man maar vast: sinds zijn laatste bezoek aan de Republiek is er veel veranderd! Hij zal ervan opkijken.

Zijn Hoogheid’s plannen

Het zou fijn geweest zijn als Godard Adriaan de stadhouder, die Margaretha structureel Zijn Hoogheid noemt, had kunnen zien. De kans dat dat gebeurt is klein, want het leger is in opperste paraatheid gebracht. Alle troepen zijn zich aan het verzamelen en er wordt opgeroepen om geen tijd te verliezen en zo snel mogelijk naar Bergen op Zoom te gaan. Wat het uiteindelijke doel is, is niet duidelijk. Sommigen zeggen dat ze naar Brabant gaan om Frankrijks grootste veldheer de Prins van Condé en zijn leger bij Lille een afranseling te geven. Anderen zeggen dat de Staatse legers naar Duitsland gaan en daar samen zullen gaan met de legers van Keizer Leopold. Margaretha leeft mee met de vermoeide soldaten en paarden op de modderige wegen.

Brieffragment over dat Godard Adriaan Willem III net mist

[=wonderine sien,] ick wenste deselfve voort vertreck
van sijn hoocheijt hier had konne weese, dan ver
=midts men seijt hij int midde van deese weeck
van hier gaet salt niet konne sijn, louvenijeij1Antoine Charles IV de Gramont, graaf van Louvigny
is Eergister hier van bruijsel gekoome, menseijt ock
om te versoecke dat onse ruijterij met de spae
spaense hr die hier geweest sijn haer so veel
soude spoeije en int marscheere haer nergens
op houde alst moogelijck soude sijn, sij hebbe alle

Brieffragment over de mogelijke bestemmingen van het leger

haer randevoes2Rendezvous: ontmoeting tot berge op soom, somige segge dat
sij naer brabant gaen om de prins van kondee3Louis II van Bourbon, prins van Condé
die te rijsel4Lille of daer ontrent veel volck bij Een
vergadert op te kloppe5Opkloppen: Slaan, afranselen , en andere weer datsij
naer duijtslant sulle om haer met de keijserse6Keizer zijn (troepen): de troepen van Keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk
te konsgongeere7Conjugeren: samenvoegen , dat sijn hoocheijt mee gaet hout
men voor seecker maer waerse noch heen sulle
niet, altijt is seecker dat ons volck met deese
marsch so mense als paerde seer gefatigeert
sijn hebbe verscheijde paerde die inde weege blee
=fve steecke daer moete wt trecke, de heere
wilse geleijde en bijstaen [sij gaen dan waer]

Gezicht op een landschap met gezadeld paard, twee soldaten en een derde figuur met hoed op de achtergrond. Links plast een soldaat tegen een boom terwijl de tweede soldaat het paard bij de teugels vasthoudt.
Gezadeld paard met soldaten, Pieter Bodding van Laer, 1609 – 1642. Collectie Rijksmuseum.

200ste penning

Een probleem met het leger blijft de betaling. Het geld is er gewoon niet. Margaretha is blij dat ze uiteindelijk naar Amsterdam geweest is, anders had ze nooit geld gehad. Er is wel toegezegd dat het regiment van Van Ginkel geld zal krijgen, maar daar mag ze niets over zeggen, want het is een persoonlijke gunst. Ook komt er weer een 200ste penning (vermogensbelasting) aan, dat gaat haar toch weer 200 gulden kosten. Tijdens het schrijven van de brief komt Gaspar van Kinschot langs die vertelt dat hij een halve maand soldij voor het regiment van Van Ginkel heeft en een volle maand voor zijn compagnie. Margaretha is hem en ene Sonk dankbaar. Kinschot presenteert zijn dienst aan Godard Adriaan (doet hem de groeten). Hij ging er eigenlijk vanuit dat Godard Adriaan al onderweg zou zijn, anders had hij zelf wel geschreven.

Brieffragment over Van Kinschot

[gul weesen te betaelle,] dus int schrijfve komt
den heere kinschot8Gaspar van Kinschot mij segge dat sij het reesge=
=ment vande heer van ginckel Een halfve maen
sols sulle betaelle en sijn kompangi de volle
maent, voorwaer wij hebbe hem en den heer
sonck9Onbekend oblijgasi sij doen al heel wel bij de heer
van ginckel, kinschot preesenteert sijn
dienst aen uhEd seijt niet beeter geweete
te hebbe of uhEd waert al op wech soude
anders geschreefve hebbe, [so gaet ock den]

Een rijtje koeien die vel over been zijn en daarachter twee boeren die met elkaar praten.
Spotprent over de lege schatkist van de regering, 1884, Johan Michaël Schmidt Crans, 1884. “Onze schatkist… (die millioenen) welcke in haeren buyck inkwamen, maer men en merckte niet dat zy in haeren buyck ingekomen waren, want haer aensien was leelyck gelyck in het begin. Toen ontwaeckte ick.” Collectie Rijksmuseum.

Thuiskomst

Margaretha heeft nauwelijks tijd om een brief te schrijven, want ook collega-diplomaat Coenraad van Beuningen komt langs. Hij weet te vertellen dat de heren van de Staten Generaal akkoord zijn met de thuiskomst van Godard Adriaan. Ze schijnen alleen het gevraagde jacht om hem op te halen niet te kunnen zenden. Margaretha schampert er een beetje over. Godard Adriaan kan dat best zelf regelen, hij weet als geen ander dat hij geen schip te verwachten heeft.

Brieffragment over het beloofde jacht
Brieffragment dat Godard Adriaan zelf vervoer moet regelen.

[anders geschreefve hebbe,] so gaet ock den
heer van beuninge10Coenraad van Beuningen van mijn, die seijt uhE
aende staet geschreefve heeft gereesolveert11Resolveren: besluiten
te sijn om t op haer demissie12Demissie: ontslag uit dienst, verlof om (uit dienst) te vertrekken thuijs te koome
het welck hij seijt heel wel bij haer hooch Mo13Haar Hoogmogenden: ‘gedeputeerde ter Staten-Generaal‘ en hadden de titel ‘Hunne Hoogmogende Heren’. De afgevaardigden kwamen met duidelijke instructies van hun provincie naar Den Haag en voerden desgewenst opnieuw overleg over hun standpuntbepaling 
op genoome wort maer dat sij tot haer
leetweese uhEd het versochte jacht om hem over
te brenge niet konne sende vermidts der niet
Een is, meene uhEd daer wel Eenich vaertuijch
sult konne krijge of anders noch wel sekuer

over lant konne koome, het welcke uhEd best
sult weete altijt van hier heeft hij geen schip
te verwachte, [wij sijn geluckich dat uhEd sijn]

Ondersteboven:
dewijlle ick geloofve uhEd voort aenkoome vande
naeste post vertrocke sal sijn sal ick met
deselfve niet schrijfve

Windstilte. Een Statenjacht met een grote vaandel en andere kleinere en grotere schepen in kalm water vlak bij land. Een volle sloep komt bij het jacht langszij. Op de voorgrond enkele mannen in een vissersbootje.
Windstilte, Willem van de Velde (II), 1650 – 1707. Collectie Rijksmuseum.

Tot slot

Margaretha gaat nog even terug naar het oorlogsnieuws. Het schijnt dat Willem III aanvoerder van zowel het Staatse als het Spaanse leger wordt. Er zijn mensen die zich zorgen maken omdat hij het land uit gaat en er zijn mensen die denken dat het niets uit maakt. Margaretha maakt zich sowieso zorgen. Ze bidt dat de Heer de legers wil bijstaan en hun zoon in gezondheid weer thuis brengt. En ook dat Godard Adriaan een goede reis heeft.

Uit de PS blijkt dat ze er niet helemaal op vertrouwt dat haar man nu echt thuiskomt: ze hoopt dat Willem III tevreden is en de komst goedkeurt.

Brieffragment over Willem III en het leger in het buitenland

[is,] sijn hoocheijt seijt me sal generaellisme
vande speaense so wel als vande onse sijn veel
hier sijn seer swaerhoofdich indeese tocht
en insonderheijt dat sijn hoocheijt wt het
lant gaet, somige meene noch dat den staet
niet lijde sal dat hij mee sou gaen, tis hoet
is ick ben int Een Ent ander seer bekomert
de heer almachtich wilse geleijde en onse soon
in gesontheijt weederom bij ons ent sijne
brenge, die uhEd ock Een geluckige en
spoedige reijs wil geefve, dit bidt

Mijn heer en liest hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
ick hoop uhEd
komste sijn hoocheijt
ock aengenaem sal sijn
en dat hijt selfve aprobeert14Approberen: Als overheid, gezagdrager of hoogere instantie goedkeuren

  • 1
    Antoine Charles IV de Gramont, graaf van Louvigny
  • 2
    Rendezvous: ontmoeting
  • 3
    Louis II van Bourbon, prins van Condé
  • 4
    Lille
  • 5
    Opkloppen: Slaan, afranselen
  • 6
    Keizer zijn (troepen): de troepen van Keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk
  • 7
    Conjugeren: samenvoegen
  • 8
    Gaspar van Kinschot
  • 9
    Onbekend
  • 10
    Coenraad van Beuningen
  • 11
    Resolveren: besluiten
  • 12
    Demissie: ontslag uit dienst, verlof om (uit dienst) te vertrekken
  • 13
    Haar Hoogmogenden: ‘gedeputeerde ter Staten-Generaal‘ en hadden de titel ‘Hunne Hoogmogende Heren’. De afgevaardigden kwamen met duidelijke instructies van hun provincie naar Den Haag en voerden desgewenst opnieuw overleg over hun standpuntbepaling
  • 14
    Approberen: Als overheid, gezagdrager of hoogere instantie goedkeuren

Klaar voor de thuisreis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 22 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft geschreven dat hij klaar staat om te vertrekken! Hij wacht alleen nog op antwoord op zijn brief aan de griffier en de raadpensionaris over zijn demissie. Margaretha heeft Coenraad van Beuningen, de voorzitter van de commissie die de brief in behandeling heeft, er maar eens op aangesproken en die zei dat de commissie niet wist dat de opdracht van Willem III alleen de werving betrof. Ze spreken af dat ze allebei bij de raadspensionaris zullen informeren, wat Margaretha onmiddellijk gedaan heeft.

Eerste brieffragment over onduidelijkheid thuiskomst

[=fier wacht,] ick heb vernoome hoet daermeede is,
wort bericht dat die in hande van gekoomiteerdees1Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
sijn gestelt daer den heere van beuninge2Coenraad van Beuningen de Eerste
in die komissie is, ik heb hem daer overweese
spreecke die seijt de heere niet te hebbe geweete uhEd
die last van sijn hoocheijt alleen hadt tot de
werfvine en dat hij met de raet pensionaeris
daer van soude spreecke vont goet ick ock het
selfve soude doen het welcke gedaen hebbe [die]

Gravure van een man met een grote bos (pruik) met krullen en een breed, maar dun snorretje. Hij draagt een kanten kraag en het lijkt of er een gordijn om hem heen geslagen is. Onder het portret staat: Corrado do Buvningen Ambasciatore Stra ordinario de Gli Signori Stati Generali Delle Sette Probincie Vnite Del Paese Basso, Appresso il Re Christianissimo di Francia
Coenraad van Beuningen (1622-1693), door Jacob van Loo/ Cornelis Meyssens ca. 1662. Collectie Stadsarchief Amsterdam

Slome raadpensionaris

De raadpensionaris3Gaspar Fagel beloofde Willem III er over te spreken, wat hij echter nog niet heeft gedaan. Omdat hij gewoonlijk nogal traag is, verwacht Margaretha niet snel resultaat. Ze hoopt dus maar dat de prins inmiddels zelf wel de brief die Godard Adriaan rechtstreeks aan hem had gericht, heeft beantwoord.

Tweede brieffragment onduidelijkheid over thuiskomst
Derde brieffragment onduidelijkheid over thuiskomst

[selfve soude doen het welcke gedaen hebbe] die
mij belooft heeft sijn hoocheijt die Eergister
hier gekoome is daer van te sulle spreecke dat
hij noch niet gedaen heeft, en gelijcke hij vrij
wat lansaem4langzaam in al sijn affaerees5in al zijn affaires: in alles wat hij doet is vrees
ick dat hijt hier ock wel in sal sijn, daerom
ick te meer verlange of uhEd van sijn hooch
heijt selfs op dat susijet6subject, onderwerp geen antwoort
heeft bekoome en wat, van beuninge is te

Op het embleem een naar boven gebogen tak op twee in de grond staande takken als een soort brug. Daarop een slak, op de achtergrond een heuvellandschap. Boven het embleem staat Langsaam Maar Sekerlijk bovenin het embleem staat Lente sed attente. Rechts onder het embleem staat A: de Winter fecit.
Embleem met slak, fragment van een blad met meer emblemata van Anthonie de Winter, 1697 – 1718. “Langzaam, maar zeker”, maar zo zeker is Margaretha niet van de raadpensionaris! Collectie Rijksmuseum.

Prins leidt leger naar Brabant

Ondertussen is het Staatse leger van voor Naarden opgebroken. De Spaanse ruiterij die overal waar ze kwam grote overlast veroorzaakte, is ingescheept om naar Brabant te gaan. Daar gaat ook de Nederlandse ruiterij heen, waar Willem III over hen allemaal het bevel zal voeren. Slechts vier ruiterregimenten blijven met de infanterie achter in Holland onder commando van de graaf van Waldeck.

Brieffragment over het verzamelen van het leger

[demissie wil niet langer wt blijfve,] ons leeger
is van voor naerde7Naarden opgebroocke, de spaense ruijterij
om de groote overlast die overal daerse koome
doen, sijn geambergueert8Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken , so men seijt gaense naer
brabant met al onse ruijterij behalfve 4 rees
gemente9regimenten die hier te lande neffens de infante
=rij die ondert komande vande graef van nassou
waldeck blijfve, sijn hoocheijt seijt me dat mee

naer brabant gaet en overt heelle leeger
aldaer so wel over de spaense als donsede onzen sal
komandeere, [onse ruijterij marscheere te lande]

Kriebelige tekening met op de voorgrond twee groepen cavaleristen die op elkaar in beuken. Iedereeen zit nog te paard, behalve op de plek waar ze tegen elkaar opbotsten, daar ligt één man met zijn paard op de grond. Boven de cavalisten de infanterie. Zij schieten en hebben speren. Links een klein groepje, rechts een grotere groep, waarachter een paard met ruiter en daarachter een nieuw peloton. De legers ontmoeten elkaar op ongeveer een kwart van het papier aan de linkerkant.
Charges van voetvolk en ruiterij, Jacques Callot, 1602 – 1635. Collectie Rijksmuseum.

Door de regen naar Bergen op Zoom

Het is maar de vraag of de tocht van onze ruiterij naar het zuiden met alle paarden zal lukken, want door de eindeloze regen van de laatste tijd zijn de wegen bijna onbegaanbaar. Eindbestemming is Bergen op Zoom waar ze verdere bevelen af zullen wachten.

Brieffragment over de ruiterij

[komandeere,] onse ruijterij marscheere te lande
vinde sulcke onwtspreeckelijcke weege dat
men vreest sij daer niet door sulle koome
door alde kontiniweelle10voortdurende reegen die wij
meest alledage hebbe, al dit volck heeft haer
randevoes11rendez-vous: samenkomst tot berge op soom12Bergen op Zoom sulle daer op
naerder13nader ordere wachte, [de heer van Ginckel]

Gezicht op Bergen op Zoom van één van de dijken van de ‘stadspolder’ on ten westen van Bergen op Zoom. Rechts van het midden een toren van het Markiezenhof, een vijftiende eeuws stadspaleis; verder naar rechts een deel van de Sint-Gertrudiskerk. Het ‘Boere-verdriet’, een van de stads bolwerken ligt aan de linker kant van de dijk, herkenbaar aan een groep bomen binnen een ommuuring.
Gezicht op Bergen op Zoom, Valentijn Klotz, 1671. Collectie Rijksmuseum

Van Ginkel in de voorhoede

Ook van Ginkel gaat mee en heeft het geluk dat hij de voorhoede mag aanvoeren. Hij is in Nieuwersluis geweest en vond zijn compagnie in betere toestand dan verwacht. Maar bij de monstering kwam een vaandrig met acht of negen man niet opdagen, en drie of vier mannen die wel in de buurt waren verschenen niet op het appèl.

Brieffragment over de monstering van Van Ginkels compagnie

[niet en verstaen] sijn kompangi is onlans ge=
monstert daer 3 a 4 man die present waere
hebbe vergeeten aente laete trecke, en meer
andere abuijse, sijn vaendrager komt ock
met die 8 a 9 man die hij mee brenge sou
niet daer hij heel om verleegen is, [de 25]

In een cirkel een soldaat met een grote oranje vaandel met een blauwe hond (leeuw?) erop. De man draagt een blauwe hoge hoed, een molensteenkraag, een oranje kuras met een gele en een groene sjerp (kruislings) en een wijde blauwe broek met strakke gele kousen.
Tegel, veelkleurig beschilderd met een vaandeldrager, 1625 – 1700. Collectie Rijksmuseum. Een vaandrig is een vaandeldrager.

Daarnaast is de luitenant dodelijk ziek. Van Ginkel schijnt al een vervanger op het oog te hebben. Geen Duitser, want die snappen toch niet zo goed hoe het hier in ons land werkt.

Drie heren met grote hoeden waarvan er één veren heeft. Ze hebben baarden. Ze dragen een versierde jas met grote manchetten. Twee dragen een sjerp, de derde heeft een sjerp om zijn middel. Eronder een pofbroek die vastgemaakt is met grote strikken. Ook op hun schoenen zitten strikken. Op de achtergrond huizen aan een brede straat waarop sledes rijden en kinderen spelen.
Drie Duitsers, sledes in de achtergrond, Johann Wilhelm Baur, 1636. Collectie Rijksmuseum.

Regiment een rommeltje

De berichten over het verworven regiment van Godard Adriaan zijn niet al te best. Er zijn nog steeds veel zieken. Van Ginkel is best te spreken over de officieren, maar uit andere hoek verneemt Margaretha dat ze de soldaten niet betalen, terwijl ze zelf wel op tijd het geld krijgen. Het plan is nu om er een pagadoorPagador: van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieter heen te sturen die de soldaten rechtstreeks uitbetaalt.

Veld van 8 tegels (4 x 2) elk met een blauw geschilderde musketier of piekenier binnen een akkolade omlijsting. In de hoeken, een vleugelblad.
Veld van acht tegels, anoniem, 1620 – 1640. Collectie Rijksmuseum.

Van Ginkel heeft zelf geen tijd om zijn vader te schrijven, zo druk is hij met de organisatie van de troepenverplaatsingen. Met de volgende post misschien. In Rotterdam (waar Margaretha en andere familieleden blijkbaar heen zijn geweest) hebben ze elkaar even een paar uur kunnen ontmoeten. Uiteraard laat Margaretha niet onvermeld dat Mompeljan veel aan zoonlief over laat.

Brieffragment over Van Ginkel en Mompeljan

in soma14in somma: opgeteld, samengevat, kortom daer is geen order in dat reesge=
=ment, met deese mers15mars heeft de heer van
ginckel so veel te doen dat hem onmoge=
lijck is geweest te schrijfve salt met de
naeste post doen, wij hebbe hem vandaech
te rotterdam gesproocke daer hij Een Eur
of twee bij ons is geweest, mompelijan16Armand de Caumont, marquis de Montpouillan
neemt het vrij wat gemacklijck op, laet het
meest op de heer van ginckel aenkoome

Een heuvelachtig landschap met snel getekende tenten en soldaten met paarden tussen bosjes. Boven de tekening staat: In het leger van Sijn Hoogheijdt bij Nivello de 8/8 1674.
Gezicht op een legerkampement bij Nijvel, Wallonië, Barend Klotz (mogelijk), 1674. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
  • 2
    Coenraad van Beuningen
  • 3
    Gaspar Fagel
  • 4
    langzaam
  • 5
    in al zijn affaires: in alles wat hij doet
  • 6
    subject, onderwerp
  • 7
    Naarden
  • 8
    Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken
  • 9
    regimenten
  • 10
    voortdurende
  • 11
    rendez-vous: samenkomst
  • 12
    Bergen op Zoom
  • 13
    nader
  • 14
    in somma: opgeteld, samengevat, kortom
  • 15
    mars
  • 16
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan

Naarden is heroverd!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 15 september 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Naarden is heroverd! Typisch dit, Margaretha verstuurt net haar vorige brief waarin ze nog negatief is over het beleg van Naarden. Daarna komt er bericht. Jawel, Naarden is heroverd! Na een beleg van acht dagen en voortdurende beschietingen voor vier dagen is de vesting eindelijk weer in Staatse handen.

Verslagen

Dinsdagavond 12 september wordt het akkoord gesloten: de Fransen geven zich over en de 2600 Franse militairen moeten de stad de dag erna voor “de klocke tien Eure” verlaten. Veel van hen trekken naar Arnhem, dat nog in Franse handen is. Hun wapens mogen ze meenemen mits ze minstens zes weken niet tegen de Republiek of Willem III ten strijde trekken. De Hertog van Luxemburg moet zich maar eens tweemaal bedenken of hij zijn aanvallen in de Republiek wil doorzetten. Toch schijnt hij nog een flink leger in Utrecht te hebben

Brieffragment over het Franse leger
rijn alle bruggen hebben afgebroken

[heeft begine te beschiete ov gemaeckt], nu hoope
mij dat den hartooch van lutsenburch1François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg hem ock
wel sal bedencke Eer hij op ons sal afkoome
en so hijt doet hebbe wij nu de arme weer lijber2Mogelijk een variatie op de handen weer vrij hebben.
tis seecker dat hij Een aensienlijcke macht van
volck bij Een streckt het welcke meest leijt te
vechte te oijeck3Odijk te werckhoofve4Werkhoven en daer ontrent
te wttrecht is ock gepropt vol volck men seijt
sij int geheel ontrent de 20000 man konne wt
maecke, en dat sij al de bruchge op den krome

rijn hebbe afgebroocke, [sijn hoocheijt treckt noch meest]

Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 12 september 1673. Op de voorgrond scènes uit het soldatenleven in het legerkamp. In het midden knielt de burgemeester van Naarden voor de prins die wordt omringd door zijn staf van officieren. In de verte het beleg en de bestorming van de stad. Bovenaan op een opgehangen doek een kaartje van de stad en de posities van de belegeraars, hiernaast een vers 'Op de Belegering van Naerden' in zes regels. Met meerdere opschriften in de voorstelling.
Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 1673, Romeyn de Hooghe, 1673. Collectie Rijksmuseum.

Overwinning

De Staatsen hebben eindelijk een grote overwinning behaald na meer dan een jaar oorlog: het leger heeft heldhaftig gevochten en zelfs minder mannen verloren dan in eerste plaats gezegd werd. Overal heerst vreugde en stadhouder Willem III en het Staatse leger genieten immense populariteit. Margaretha is met name te spreken over hoe Willem III geen kwaad met kwaad vergeldde en de Franse soldaten genade toonde. Al dit smaakt naar meer: wat voor plannen heeft Willem III liggen voor de toekomst?

Brieffragment over de plannen van Willem III

[rhijn hebbe afgebroocke,] sijn hoocheijt treckt noch meest
alt volck van de poste bij hem en leijt de burgers
wt de steede daer weer in plaets, wat sijne ver
dere deseijne5Desein: plan, doel sijn staet te verwachte en godt
wel vierichlijck6Vuriglijk: Met veel inzet, toewijding, geestdrift, volharding; ijverig, toegewijd, enthousiast. te bidde dat hij wil kontini=
weere het selfve te seegene en al het onse bij te
staen, ick kan niet segge wat Een vruechde hier
onder alle mense overt veroveren van deese
stat is, de onse hebbe seer furijeus gevochte en
met Een wtneemende koraesge7Courage: Kloekmoedigheid, dapperheid, stonde gereet
om te storme, maer sijn niet wel te vreede dat
me de vijande niet inde kerck heeft gesloote gelijck
sij de onse het voorleedene ijaer hebbe gedaen,
dan sijn hoocheijt doet in mijne sin wel dat hij
geen quaet met quaet en loont8Mogelijk variant op kwaad met kwaad vergelden hoope de heere
hem te meerder in sijn verdere deseijns9Desein: plan, doel sal
seegene, wij hebbe ock nergens nae so veel volck

Linksvoor staan een man met een fluit en een man met een viool. Rechtsvoor dansen een man en een vrouw hand in hand, de man heeft zijn hand in de lucht. Daarachter een tafel met borden en een kan. Achter de tafel zit een stelletje innig omarmd. Daarachter staat een stel dichter op elkaar te dansen dan bij mijn schoolfeesten toegestaan was.
Muzikanten en dansende soldaten in een herberg, Hans Ulrich Frank, 1656. Collectie Rijksmuseum

Nieuwe opdrachten voor Godard Adriaan?

Toch is Margaretha niet enkel positief over Willem III: het lijkt er namelijk op dat hij Godard Adriaan een nieuwe bevelen wil geven terwijl Godard Adriaan al wel zijn demissie – zijn ontslag van de huidige opdracht – heeft gekregen. De demissie schijnt zonder het weten van Willem III afgegeven te zijn dus wat er nu gaat gebeuren is een beetje een raadsel. Uiteraard hoopt Margaretha dat Godard Adriaan snel weer naar Den Haag komt om samen met de familie te zijn. Nu maar hopen dat daar niet een stokje voor gestoken wordt.

Brieffragment over de bevelen van Willem III

wij hoope met godts hulpe merge weer nae
den haech te gaen, sulle uhEd met verlange int
gemoete sien, dus veer geschreefve hebbende ontfan
ick uhEd aengenaeme vanden 8 deeser waer in
sien het geene wel gevreest heb dat is dat uhEd
van sijn hoocheijt weer Eenige beveelle ontrent de
werfvine soude aende hant gedaen worde, dat
men uhEd sijn demissie heeft gesonde geloof wel
dat buijte kenisse van sijn hoocheijt is geschiet, [men]

Uyttenboogaard

Gelukkig heeft Margaretha ook nog goed nieuws te melden aan Godard Adriaan wat betreft de afhandeling van zijn zaken. Eindelijk krijgt ze namelijk een som van 2500 guldens van Johannes Uyttenboogaard voor Godard Adriaans diensten. Uyttenboogaard doet wel alsof hij Margaretha en Godard Adriaan hier een enorme gunst mee doet. Dat terwijl Godard Adriaan hard gewerkt heeft voor dit bedrag. Ach, Margaretha kan niet te boos zijn op Uyttenboogaard: hij had bij Naarden een fraai buitenhuis met op het terrein een mooi bos staan wat door de oorlog flink geruïneerd is.

Een chicque geklede man zit achter een tafel met een groot boek voor zich en rechts naast zich een weegschaal. Links naast hem knielt een jongen op de grond aan wie hij een zak met geld geeft.
Johannes Uyttenboogaard, ‘De goudweger’, Rembrandt van Rijn, 1639. Collectie Boymans van Beuningen. Rembrandt was regelmatig te gast op Uyttenboogaards buiten Kommerrust.

Utrecht en Gelderland

De oorlog is nog lang niet gewonnen of Margaretha hoort al geruchten over de toekomst van de Republiek. Men hoopt dat Willem III ook stadhouder van Utrecht en Gelderland wordt. Dit gerucht is al spannend genoeg omdat het de macht van Willem III immens veel zou vergroten, maar het is schijnbaar niet verwonderlijkste wat Margaretha heeft gehoord. De plannen die ze hoort zijn zo vreemd, dat ze deze niet aan een brief durft toe te vertrouwen. Godard Adriaan moet maar snel naar de Republiek terug komen ,want het politieke landschap gaat veel veranderen in de komende tijd.

Postscriptum

p s so hort wort mij in konfidensi geseijt dat men
hoop heeft tot de provinsie van wttrecht en gelderlant 
en alsme daer toe soude geraecke sijnder van
opijnie dat sijn hoocheijt daer in ijder wel Een stat=
=houder mochte stelle, hier sijn al wondere konsepte
op die men de pen niet kan vertrouwe, daer om
mijns oordeels het wel goet sou sijn dat uhEd hier
waert sal al vreemt toe hoore watter al om gaet
mij verlanckt wat Antwoort uhEd op sijn briefve
van sijn hoocheijt den raetpensionaris10Raadspensionaris Gaspard Fagel ende griffier fagel11Griffier Hendrik Fagel
sal bekoome

Aan een bureau zit een vrouw te schrijven. De wijsvinger van haar linkerhand ligt op haar vingers lippen, in haar rechterhand de veer waarmee ze schrijft. Ze draagt een hoofdtooi met veren.
Portret van een schrijvende vrouw, Carel de Moor (II), 1666 – 1738. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
  • 2
    Mogelijk een variatie op de handen weer vrij hebben.
  • 3
    Odijk
  • 4
    Werkhoven
  • 5
    Desein: plan, doel
  • 6
    Vuriglijk: Met veel inzet, toewijding, geestdrift, volharding; ijverig, toegewijd, enthousiast.
  • 7
    Courage: Kloekmoedigheid, dapperheid,
  • 8
    Mogelijk variant op kwaad met kwaad vergelden
  • 9
    Desein: plan, doel
  • 10
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 11
    Griffier Hendrik Fagel

Nog meer narigheid in Naarden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 september 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha hoort dagelijks van schermutselingen tussen de twee troepen rondom Naarden. Omdat ze zich grote zorgen maakt om haar zoon, heeft besloten nog twee dagen in Amsterdam te blijven. Samen met haar schoondochter logeert ze daar, zodat ze het nieuws over Naarden beter kunnen volgen. De drost is kort bij het leger geweest en heeft verteld dat haar zoon elk kwartier druk is en geen rust heeft, overdag niet en ’s nachts ook niet.

Nieuws uit Naarden

Het lijkt erop dat de Fransen wachten op versterking van buitenaf en er kunnen inderdaad troepen uit Overijssel of Zeist komen. In Naarden wordt er van binnenuit met musketten geschoten: een wanhopige poging tot verdediging. Maar het is zeker dat de vijand bijna al zijn troepen heeft samengebracht en het leger over de IJssel heeft gestuurd. Men zegt dat ze nu ongeveer 14.000 man sterk zijn.

Brieffragment over de schoten vanuit Naarden

die van binne schiete weijnich met kanon maer
heel seer met muskette hebbe haer vaendels op de
stats walle geset, het schijnt zij op ontset hoope,
tis seecker dat de vijant ontrent seijst al sijn
macht bij Een treckt sij hebbe haer voclk wt over=
ijssel en daer ontrent ontboode so veel se daer
konne misse, men seijt sij te seijst wel over de 14000
man sterck sijn, [donse hebbe Eergistere weer Een]

Gewonden, gevangen en doden

Twee dagen geleden was er een schermutseling. De troepen van Willem III bestonden uit ongeveer 200 man en hadden de overhand. Maar het noodlot sloeg toe, toen de vijand met ongeveer 2000 man een hinderlaag opzette. De Staatse troepen werden omsingeld, maar er werd dapper gevochten en velen konden ontsnappen. De majoor van het regiment is zwaar gewond geraakt, en er vielen ook doden. Aan beide kanten zijn mannen gevangen genomen.

Eerste brieffragment gewonden, gevangenen en doden
Tweede brieffragment gewonden, gevangenen en doden

[man sterck sijn,] donse hebbe Eergistere weer Een
reijnkontre1Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen. gehad wij waere maer over de twee
hondert die Een troep vande vijant ontmoete en

haer sloechge, doch sij hebbende noch ontrent 2000 man
in ambuskade2Embuscade: hinderlaag legge daerdonse niet op verdacht
waeren quame en omsingeldeese, daer donse haer
door sloechge en dapper vochte ent meest ontkoome
sijn troxses3Onbekend de Maijoor vant reesgement vande heer
van langeraeck4Frederik Hendrik van den Boetzelaar die donsevolck komandeerde is
swaerlijck gequetst de ritmeester heemskercke5Onbekend
doot en so gevangene als doode ontrent de sestich
gebleefve men seijt vande vijant niet min gebleef
sijn donse hebbe ongemeen wel gevochte maer
men geeft vrij wat schult aen ons offisiers dat
sij niet voorsichtiger geweest sijn van konschape6Kondschap: Kennis, inlichtingen
te neeme, [nu so komt schravemoor die hier bij bur]

Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 12 september 1673. Op de voorgrond het transport van kanonnen. In het midden knielt de burgemeester van Naarden voor de prins die wordt omringd door zijn staf van officieren. In de verte het beleg en de bestorming van de stad.
Belegering en verovering van Naarden in 1673, Jan Luyken, 1680. Collectie Rijksmuseum.

Vijandelijke troepen opkomst

Maar dat was twee dagen geleden. Deze nacht hebben de troepen een deel van Naarden ingenomen, waar hevig gevochten is en opnieuw zijn veel mannen aan beide zijden gesneuveld. Er is bericht dat er nog veel meer vijandelijke troepen vanuit Utrecht richting Naarden gaan. Margaretha vreest voor het leger; een ontsnappingsroute lijkt bijna onmogelijk, dus zal er tot de dood gevochten moeten worden als Naarden zich niet overgeeft. Het zal veel inspanning vergen, en ze kan amper haar pen vasthouden van zorgen.

Zoetelende vrouw

Het goede nieuws is dat haar man heeft geschreven dat hij snel thuis zal zijn. Ze bidt tot God dat de reis spoedig en zonder problemen zal verlopen. Het zou goed zijn als hij eindelijk thuis is, want als zijn regiment zonder kolonel blijft, vreest ze dat het ten onder zal gaan. De ene officier heeft geen flauw idee waar hij mee bezig is en gebruikt geweld, de andere laat sjoemelt met geld en zijn vrouw zoetelt bij Nieuwersluis. Zoetelen is een mooi woord voor het drijven van een handeltje in proviand.

Brieffragment over de zoetelende vrouw

[=we en hoope,] wt uhEd vande 5 deeser sien ick deselfve
staet maeckt om nu in korte thuijs te sijn godt de
heere wil uhEd Een geluckige en spoediege reijse geefe
het sal wel goet sijn dat deselfve hier waert want
so sijn reesgement langer sonder kornel blijft
vreese ick dat het selfve heel te niete sal gaen want
weddel7Georg Ernst von Wedel so ick hoor slaet en smijt onder de offisiers
met onverstant en staet hier ock maer tamelijck
wel te hoof, kapteijn Miltenaer8Onbekend die teminck so
wel voor sijn gelt alst geene uhEd hem heeft gedaen
heeft doen maene en aenspreecke heeft hem niet
gegeegve seijt noch paesijensi te moete hebbe tot dat
hij weer gelt ontfanckt, sijn vrou soetelt9Zoetelen: Proviand, vaak ook toebereide eetwaar slijten inz. aan militairen te velde aende
nieuwer sluijs verkoopt bier en alderhande Eet
waere aende soldate, [lorijn de luijtenant vande heer]

Vrouw zit achter tafeltjes met kannetjes en ze spreekt drie mannen met hoeden, en zwaarden aan die voor haar tafeltje staan.
Fragment uit Drankverkopers, anoniem, naar Cornelis de Wael, 1613 – 1667. Collectie Rijksmuseum.

Het arme beest

En dan, het verdrietige nieuws dat nog eens bovenop alle ellende komt: het hondje Citroen is overleden. Het arme beest wilde vier dagen niet eten en was erg ziek. Ze had een zweer aan haar buik. Ook de kleinkinderen Frits en Tietje zijn erg bedroefd. Maar het is duidelijk dat het voor Margaretha zelf ook enorm zwaar valt. Ze heeft veel vriendschap voor het hondje gevoeld.

Naschrift over Citroentje

onse Arme sijtroen, naer datse
4 dage niet heeft wille Eeten
en heel sieck was issij aen Een
sweer in diessij onder aenden
buijck had gistere merge hier ge=
storfve, is van frits en tiege
beweent, mij jamert het
arme beest noch daer ick
so veel vrienschape van ge=
=hadt heb

Een jonge vrouw zit op een stoel en laat haar hand besnuffelen door een klein hondje dat tegen haar linkerknie opspringt. In de rechterhand houdt zij een stokje.
Jonge vrouw met een hondje, Eberhard Cornelis Rahms, naar Eglon van der Neer, 1861. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen.
  • 2
    Embuscade: hinderlaag
  • 3
    Onbekend
  • 4
    Frederik Hendrik van den Boetzelaar
  • 5
    Onbekend
  • 6
    Kondschap: Kennis, inlichtingen
  • 7
    Georg Ernst von Wedel
  • 8
    Onbekend
  • 9
    Zoetelen: Proviand, vaak ook toebereide eetwaar slijten inz. aan militairen te velde

De herovering van Naarden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 september 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 13 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De brief van 9 september is verstuurd vanaf Amsterdam. Ontvanger Uyttenboogaard heeft namelijk tegen de drost gezegd dat hij de ordinantie niet kan betalen, en ook geen termijn kan geven, waarop Margaretha naar Amsterdam vertrokken. Ze wilde er wat druk achter te zetten. Ook is er zeer belangrijk nieuws uit Naarden… En Van Ginkel is erbij betrokken!

Geld en mannen

Het is heel fijn dat de troepen van Godard Adriaan inmiddels gearriveerd zijn, maar het maakt het dagelijks leven wel ingewikkeld. Margaretha had al moeite om de financiën van haar man en haar zoon bij te houden, nu komt dit regiment er ook nog bij. Het is de vraag wie al geld gehad heeft en waarvoor. Daarbij kunnen deze mannen ook weer uit verschillende potjes betaald worden. Gelukkig is er de oude vertrouwde Temminck waar Margaretha op kan rekenen, of dat bij alle officiers van de troepen ook zo is, vraagt ze zich serieus af.

Twee mannen, links de geldschieter met een vos met een vogel in de bek en rechts de burger met een hond.
De geldschieter en de burger, anoniem, 1700 – 1800. Collectie Rijksmuseum

Daarnaast is het de vraag welke troepen waar zijn en hoeveel man er nu echt zijn. Los van het feit dat er verschillende varianten zijn over de aantallen van de geleverde mannen, zijn goede manschappen ook bij andere regimenten zeer gewenst. Margaretha is er inmiddels achter dat meerdere mensen de mannen van Godard Adriaan claimen.

Margaretha schrijft alles minutieus op, hopelijk kan Godard Adriaan het nog volgen.

Brieffragment over troepen, betaling, demissie, bandelieren en een vaandel

[wat dichter bij] ock hebbenderseer veel siecke onder
die kompange geweest die meest al beetere, ick
heb bij provijsie tot betaeline van de 25 man 50f
aen gelt gesonde door den drost diet selfve aende
sergant jochem nicklaij1Onbekende sergeant heeft gegeefve en belast
alleen die 25 man daer meede te betaelle,
uhEd sal nu sijn demissie2Demissie: Verlof om uit de dienst te vertrekken om thuijs te koome hebe
ontfange, ick heb volgens uhEd schrijfve van Eerste
deeser noch 50 bandeliere3Bandelier: Een door musketiers dwars over den schouder gedragen riem, waaraan een zeker aantal houten of metalen kruidmaatjes waren vastgehecht; later werd aan den bandelier de patroontasch gedragen bestelt te maecke en
salt korlonels vaendel hier aent huijs vande
drost bestelle, [nu leijt sijn hoocheijt met het]

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Margaretha legerfinancier

In haar vorige brief vroeg Margaretha zich nog af of ze de troepen uit eigen zak moest betalen. Nu heeft ze de knoop doorgehakt. Ze heeft 50 gulden gereserveerd voor betaling van 25 man. De drost moet het geld aan een sergeant te gegeven, die ALLEEN deze 25 mannen daarmee mag betalen, en niets of niemand anders.

Maar dat is niet het enige dat Margaretha voor het leger doet. Ze laat op bestelling vijftig bandeliers maken en is nog van plan een kolonelsvaandel te laten maken.

Beschrijving staat in bijschrift
Bandelier of schelkoord (fragment) van groen zijden ripslint, met florale motieven geborduurd van zilverdraad en vloszijde, aan uiteinde ornament met afhangende slingers, rondom afgezet met lusjesfranje van metaaldraad, anoniem, ca. 1700 – ca. 1750. Collectie Rijksmuseum

Willem III met het leger voor Naarden

Willem III ligt met het leger voor Naarden. De stad, die vorig jaar juni door de Fransen is ingenomen, is op dinsdag 5 september omsingeld. In de eerste dagen van september zijn troepen met uitleggers naar Naarden gebracht. Margaretha schrijft niets over uitleggers, maar ze wist op 1 september al wel te melden dat er iets groots op handen leek te zijn. Willem III heeft de stad opgeëist, maar de Fransen geven zich nog niet zo gemakkelijk over. Tot nu toe zijn de Staatse troepen nog bezig geweest met het op orde stellen van het geschut, maar Margaretha gelooft dat de beschietingen van de vesting vandaag van start zullen gaan.

Brieffragment over Willem III voor Naarden

[drost bestelle,] nu leijt sijn hoocheijt met het
leeger voor naerde dat de heer van ginckel
voorleeden dijnsdach heeft berentBerennen: Het insluiten van een plaats, zodat die plaats belegerd kan worden sij begrae
fven haer daer voor sijn hoocheijt heeft de stat
doen op Eijschen dan hebbe geantwoort hetsel
=fve te wille defendeere, tot noch toe sijnse beesich
geweest met de baterijeBatterij: Een verzameling geschut te stelle so datter noch
niet op is gekanoneert maer gelooft me dat
vandaech begine sal, [de heer van ginckel]

Op de achtergrond Naarden. Op en om de wallen de rook van kanonnen. Helemaal op de voorgrond wat verschanste soldaten met kanonnen die naar de stad schieten. de baan van de kogel staat met een streepjeslijn aangegeven. Tussen de verschanste soldaten een zigzag loopgraaf naar de stad vol met soldaten.
Belegering en verovering van Naarden (detail van de beschietingen), 1673, Jacobus Harrewijn, 1684. Collectie Rijksmuseum.

Van Ginkel op de linkerflank

Margaretha heeft begrepen dat haar zoon het commando voert op de linkerflank. Hij heeft het zo druk; hij heeft nog geen dag rust gehad! Hij heeft laatst 40 uur achter mekaar op zijn paard gezeten en is oververmoeid. Ze hoop dat de Heer hem sterkt en gezondheid geeft en hem zal bijstaan.

Levensgrote cartoon van een charmante jonge man in een blauw harnas met lang, golvend rossig haar en een witte sjaal om. Hij staat met zijn linkerbeen ergens op en zijn linkerhand rust op zijn been, zijn rechter hand rust op een zwaard.
Godard van Reede van Ginkel in het Vestingmuseum Naarden.

Brieffragment over Van Ginkel op de linker flank

[vandaech begine sal,] de heer van ginckel
komandeert so mij geseijt wort de lincker vleu
=gelt vant leeger en heeft so veel te doen dat
hij nacht noch dach rust heeft heeft 40 Eure
te paert geseete, hoope de heer almachtich hem
sterckte en gesontheijt sal geefve om deese
swaere fatijgees4Fatigeren: Vermoeien te konne wtstaen voor waer
het komter op aen, [den vijant seijt me dat noch]

Plattegrond van Naarden omsingeld door de troepen van Willem III. Rechts een regiment dat omcirkeld is.
Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje (detail, met door de auteur groen omcirkeld Van Ginkel met zijn troepen), 1673, Romeyn de Hooghe, 1673. Collectie Rijksmuseum

Fransen, Spanjaarden en broodbakkers

Hoewel het erop lijkt dat het Staatse leger bij Naarden een klinkende overwinning zal behalen, is er nog geen eindoverwinning in zicht. Het Franse leger is nog zeer goed vertegenwoordigd in de bezette provincies en lijkt met geweld een troepenmacht te verzamelen. Men vreest voor een aanval op het Staatse leger. En dan zijn er nog de Spanjaarden, notabene de bondgenoten van de Republiek, die de schaarse levensmiddelen innemen zodra de schepen aanmeren! Ze willen niet eens betalen. Naast gebrek aan overige levensmiddelen, is er gebrek aan brood. Daarom zijn alle bakkers nu gelast dag en nacht voor het leger te bakken.

Eerste brieffragment Fransen, Spanjaarden en broodbakkers
Tweede brieffragment Fransen, Spanjaarden en broodbakkers

[het komter op aen,] den vijant seijt me dat noch
wel inde 40000 man inde ge veroverde provinsie
sterck is en dat se haer volck met gewelt
bij Een trecke so dat men vreest sij noch Een

Efort op ons leeger sulle doen, de spaense maecke groote
dees ordere, alser scheepe met vijfvrees5Vivres: Levensmiddelen en andere
behoefticheede in ons leeger koome so haellen sijtter
wt en koopent sonder te wille betaelle, waerom
de toevoer so groot niet is alser wel noodich
waer, en se somtijt broot gebreck hebbe nu is hier
aen al de backers gelast nacht en dach voort
leeger te backe en worter gesonde, [ick Maestri]

*Onderste boven aan de bovenkant van de pagina:
tis hier dach en nacht sulck quade natten reegenige
weer dat ick vrees ons leeger grootelijcks moet inko
modeere

Links staat een bakker deeg te kneden voor het raam, een weegschaal boven zijn werkbank. Achter hem een man die takkenbossen verzameld voor de over waar de vlammen uit slaan, daarachter staat een vrouw met een mandje. Daaronder de tekst: O schepper van het lieve brood, tot voetsel van het tijd'lick leeven, hoe heeft uw mildheidt ons genood, om ons uselfs tot brood te geeven, o brood dat uit den heemel viel, versaadigd ghij dan onse ziel
Bakker, Jan Luyken, 1694. Collectie Rijksmuseum.

Troepen in Amerongen

Maastricht is in elf dagen door de Fransen op de Republiek veroverd, hoe lang zal het nu duren voordat het Staatse leger Naarden op de Fransen verovert? Hopelijk staat de Heer ons bij. Margaretha zegt het niet met zoveel woorden, maar ze hoopt dat het allemaal snel voorbij is. In Amerongen zijn namelijk ook troepen gesignaleerd, en het schijnt dat er beesten gevorderd worden. En er was al niet veel meer over in het dorp…

Brieffragment over Maastricht en Amerongen

[leeger te backe en worter gesonde,] ick Maestri
hebbe de franse van ons in Elf dage gekreechge
hoet ons hier voor naerde gaen sal moete wij
sien de heer wel ons bij staen en sijne seegen
geefve, de partije loope tot Ameronge toe daer al
beeste vandaen hebbe gehaelt, so dat nu weer
op nieu alles bedurfve wort watter noch over
is gebleefve, [het doet mij leet dat het ter plaet]

Op het moment dat ze haar handtekening onder de brief van 9 september zet, heeft Margaretha maar liefst zes kantjes volgeschreven. Maar ze heeft nog meer te melden, want ze voegt nog een los briefje toe. Bij Wijk bij Duurstede schijnt de vijand een brug te hebben geslagen. Zouden ze zich in de Betuwe zich willen terugtrekken? Ze hebben in ieder geval flink in de omgeving geplunderd. In Amerongen wonen nog maar drie inwoners: Teunis Huijbertse, de secretaris en ene Jan Evertse. Wat een ellendige oorlog is dit toch…

Briefje over de ellendige oorlog

te wijck te duerstede heeft den vijant Een
bruch geslage somige meene dat is om
alstder op aen sou koome om haer reetreete
inde beetuwe te neeme, voor hebbense alle
bruchge afgebroocke, en de meeste dorpe
weer wt geplundert, te Ameronge sijn
maer drije mans int heelle dorp dat
is tunis huijbertse en de seekreetaris en Eenen
ijan Evertse, och wat Elendiger
oorlooch is dit, de heer almachtich wil
ons alle bij staen, men seijt deese nacht
met het ineeme vande konterscherp6Conterscherp: De buitenboord van eene vestinggracht daer
700 man in was en al omgekoome sijn
van donse wel bij de 1200 soude gebleefve
sijn

Zicht op Wijk bij Duurstede over de Lek. Op de voorgrond de rivier, in het midden de kerk met de stompe toren, links het nog volledig staande kasteel Duurstede, rechts het stadje met twee molens en een kade.
Gezicht op Wijk bij Duurstede, Adam Frans van der Meulen, 1672. Collectie Mobilier National Frankrijk
  • 1
    Onbekende sergeant
  • 2
    Demissie: Verlof om uit de dienst te vertrekken
  • 3
    Bandelier: Een door musketiers dwars over den schouder gedragen riem, waaraan een zeker aantal houten of metalen kruidmaatjes waren vastgehecht; later werd aan den bandelier de patroontasch gedragen
  • 4
    Fatigeren: Vermoeien
  • 5
    Vivres: Levensmiddelen
  • 6
    Conterscherp: De buitenboord van eene vestinggracht

Soldaten in beweging

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.

Brieffragment over de troepenwerving

reca. 9 7ber in Hamburg
haech den 4
septem 1673

Mijn heer en lieste hartge

Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die
mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer
godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein
Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6
Augusti heeft behandicht en geseijt volgens
uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede
gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man
aen de luijtenant van heer van Ginckels komp
tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat
de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de
heer van ginckel hier voer geschreefve dat
hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die
volckere bij een blijfve en niet en verloope

Een kapitein, staande ten voeten uit met een stok in de hand. Op de achtergrond twee soldaten.
Een kapitein, Willem Bartsius, ca. 1622 – ca. 1639. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha legerfinancier?

De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.

Brieffragment over de financiering
geefve

Van heetere heb ick noch niet konne spreecke
maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant
selfve reesgement sal wille aeneeme so lang
hij van sijn achterstallige vant lant niet
voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe
daer hij als noch niet een stuijver van kan
krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick
dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet
sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet
dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle

geefve [ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch]

Aan de tafel links zitten drie secretarissen die de schuld noteren en uitbetalen aan de man aan de andere kant van de tafel. De mannen rechts staan op hun geld te wachten. Rechtsboven genummerd: 45. Tekening maakt deel uit van een album.
Alexander de Grote betaalt de schulden van zijn soldaten af, Leonaert Bramer, ca. 1655 – ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.

Brieffragment dat Van Ginkel moet betalen

[geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch
draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompacompagnie
en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve

Laat je soldaten niet kapen

Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.

Brieffragment over het kapen van soldaten

uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier
verleege sijn om volck en hoese op passe als als de
duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe
sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die
offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het
volck meede heeft gegeefve is goet maer
anders soudens al Een toer konne speelle5een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken

Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.

Landschap met links op de achtergrond een kerk en recht op de achtergrond een molen. Vanaf de kerk een pad waarop een zwaar beladen ezel met daarachter een vrouw met een zweep in haar hand. Langs de weg staan drie grote bomen die veel wind vangen. Het regent pijpenstelen, de vrouw houdt haar hoed vast.
De heide tussen ‘s-Graveland en Hilversum. Drielst, E. van 1745-1818Wit Jansz., I. de 1744-1809. Collectie Noord-Hollands Archief.

Beweging op de Veluwe en in het Gooi

Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.

Brieffragment over Willem III op de Veluwe
Brieffragment over Waldeck bij 's-Gravenland en Loosdrecht

[dat betaelt heeft] , wat nu belanckt ons
leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge
veeluwe de graef van waldeck heeft opt

schrafelant6‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer
se haer begraefve7zich ingraven wat verder het deseijnplan
van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde,
de heer almachtich wilt selfve seegene en
ons in alles bijstaen, inwiens beschermin
=ge uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor
[dat ick beijde]

Rechtsboven aan de Zuiderzeekust met Naarden, direct daarnaast (midden boven het Naardermeer en links daarvan Weesp. Onder Naarden de woeste gronden waarin staat Goyland. Links hiervan de rechte ontginning van 's-Graveland en daaronder de ronde ontginning van Loosdrecht. De grens van Holland is roze, die van Utrecht is geel.
Fragment (o.a. Loosdrecht en ‘s-Graveland) van de kaart van de provincie Utrecht met aangrenzende delen van Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (Veluwe) door B. de Roij Sr., 1680. Collectie Het Utrechts Archief.

P.S.

Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.

Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn…
Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.

Brieffragment over doorsteken Grebbedijk

dit neffensgaende plakaet is hier vandaech
overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck
de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor
alles inde provincie van Wttrecht onder water
soude sijn, en dat het op die provincie soude
soude aangesien weesen

Een kaart waarop te zien is dat het land tussen Rhenen en Wageningen via Veenendaal Scherpenzeel. Renswoude en Woudenberg tot aan Amersfoort onder gelopen is.
Overzichtskaart van het overstroomde gebied in de Gelderse Vallei ten gevolge van de doorbraak van de Grebbedijk op de 5 maart 1855, het noorden ligt rechts. Collectie Gelders Archief.
  • 1
    Lützow
  • 2
    kapitein
  • 3
    compagnie
  • 4
    geïnspecteerd
  • 5
    een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken
  • 6
    ‘s-Graveland
  • 7
    zich ingraven

Ambassadeursroddels en geldnood

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 14 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De bekende tienduizend gulden is weer waar Margaretha haar brief begint. Weer is er geen vooruitgang te melden. Waarom ze er dan toch over blijft schrijven? Om Godard Adriaan op de hoogte te houden natuurlijk en om te laten zien dat ze hard werkt om betaald te krijgen. Het moet voor Godard Adriaan wat geweest zijn: iedere brief van vrouwlief die hij kreeg begon met steeds hetzelfde slechte nieuws. Toch fluit Godard Adriaan Margaretha hier kennelijk niet over terug, zoals hij dat bij andere zaken waar Margaretha iets te uitgebreid over doorging wel deed. Schijnbaar is dit onderwerp van groot belang voor hem. Begrijpelijk wel, het is tenslotte zijn salaris.

Eerste pagina van de brief
Brieffragment over verdubbeling van schuld

Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 7 deeser heb ick ontfange,
de state van hollant sijn vergadert, den ontfa
wt den boogaert1Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard wort hier verwacht die de raet
pensionaris2Raadspensionaris Gaspard Fagel belooft heeft te sulle spreecke
weegens onse betaeline van de bekende tien
duijsent gul, ick wacht daer op met het
versoecke van weer Een ordinansi, vrees
=sende dat als ick die weer versoecke sij noch
difisielder sulle weesen om deese te behaelle
maer so haest ick hoore wat hoop den ontfanger
mij tot de betaeline van deese geeft sal ick
weer Een versoecke, het gelt is niet te krijge 
uhEd sou niet geloofve hoe slecht het met de
betaelline gaet, en hoe scherp se overde be=
=taeline vande schattine maene, ick meende
en wist niet beeter of had met de betaelin
van de Eerste kapitaele leenin overt ijaer 1673
voldaen, en nu van weeck sendense mij wees
Een deurwaerder om de tweede kapijtaele
leenine overt selfve ijaer bine 24 Eeure

op peene van Een dubbelde som te moete betaele
het welcke ick dan weer voorde tweede mael
betaelt heb ter som van 200f, [int begin]

Salaris krijgt Godard Adriaan niet maar leningen moeten wel terugbetaalt worden. Zo was er van de week nog een deurwaarder langsgekomen die geld wilde. Had Margaretha hem niet afbetaald, was het bedrag als straf verdubbeld. Heel de Republiek is in geldnood en iedereen moet moeite doen om rond te komen. Zo ook de Staten-Generaal: de eerder aangekondigde honderdste penning moet in augustus weer betaald worden, net als de belasting op onroerende goederen.

Echter, niet iedereen heeft zin om dit te betalen wanneer de betalingen aan het leger zo slecht lopen en het geld daarnaast gestopt gaat worden in het versterken van steden die dan na tien of elf dagen toch wel in de handen van de vijand vallen. Het pessimisme zit er goed in bij de bevolking.

voor waer niet hoet gaen sal, so onwillich
worden de liede alse hoore dat de betaelin
so slecht voor de meeliesie gaet en dat de
steede die so veel van fortifiseere koste
en van alles so wel versien sijn so in 10
a 11 daege over in hande vande vijant
gaen, men derft niet segge maer se roepe
seer over de spaense, de heer almachtich
weet alles, met de naeste post sal ick
uhEd de meemoorije vande mij laest ontfan
gene twee duijsent gul sende op dat deself
kan sien wat ick daer van heb betaelt
so ick hier geen gelt ontfan weet ick geen
raet het wort tijt om alderhande provijsie

De geldnood heeft ook nog een ander nadelig gevolg: Margaretha kan niet op tijd voorraden voor de winter in slaan. Met name hout en turf zijn duur geworden. De constante regen is slecht voor de turf en heeft ook nadelige gevolgen voor het hooi. Margaretha vraagt zich af waar de ruiters nog hooi voor hun paarden vandaan zullen halen, wanneer er zo veel hooiland onder water staat en de regen de rest verpest. Het blijkt weer eens dat de Hollandse Waterlinie zowel een zegen als een vloek is.

Brieffragment over voorraad

[voorde winter te doen] turf en hout is seer
dier ten doet niet als reegenen dach op dach
dat niet goet opt hoeijhooi of turf is, soot so
voort gaet weet ick niet waerse hoeij voor
de ruijters sulle haelle, daer staet so veel
hoeij lant onder water en dat drooch leijt
wort vande reegen bedurfven, [sijn hoocheijt]

Het staatse leger trekt uit

Dat er hooi nodig is voor paarden mag blijken uit de rol die de ruiterij heeft gekregen van Stadhouder Willem III: ze zijn de Langstraat in gestuurd, een gebied tussen Breda en de Meierij van Den Bosch. Willem III is bezig met het formeren van een leger in het zuiden van Holland maar helaas is hij niet de enige die daarmee bezig is. Ook de Fransen zijn bezig met de voorbereidingen van snode plannen: menig takkenbos wordt naar de stad Woerden gesleept met een onduidelijk doel. In Utrecht zijn de Franse plannen een stuk duidelijker: daar willen ze simpelweg driehonderdduizend gulden van de inwoners hebben. Alsof het niets is…

Brieffragment over Willem III op de Langstraat

[wort vande reegen bedurfven,] sijn hoocheijt
doet vast Een leeger formeere so men seijt
gaet onse ruijterij s naer de langestraet3De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
derworde ock veel scheepe geprest4Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen., de heer
almachtich wilt voorneeme seegenen,
te woerde seijt me dat ock groote preepe
raesie gemaeckt worde datter meenichte
vande tackebosse gebrocht sijn die wel Eens
so lan als ordinaerise5Ordinaris: Gewoon(lijk), ick vreese sij alweer
wat voor sulle hebbe, tot de vreede seijt me
dat gans geen apreehensie6Apprehensie: Bevatting / besef hebben van is. Kan ook beducht, bezorgd betekenen. De context is onduidelijk, de heer wil ons
bij staen te wttrecht willense weer drijmael
hondert duijsent gul vande inwoonders hebbe
en dat voor kontrebuijsie over de maende
van meij en ijuini lestleeden, [de heer van]

Antieke topografische kaart van West-Brabant, destijds onderdeel van het gewest Holland met daarop de cultuur-historische regio's te zien. Links op de kaart ligt de Baronie van Breda, dan de Langstraat, dan het Land van Altena en vervolgens een deel van het gewest Gelderland.
Kaart van “Hollandiae pars meridionalior vulgo Zuyd-Holland” (met aanduiding van De Langstraat: Baardwijk, Waalwijk, Besoijen, Sprang, Vrijhoeve, Capelle, Waspik), z.j. Auteur: Nic Visscher. Via Streekarchief Langstraat Heusden Altena. Links groen is de Baronie van Breda, het roze midden onder is het Land van Altena en het witte daartussen is de Langstraat.

Diplomatieke rivaliteiten

Er heerst geldnood, de oorlog woedt door en het leven is onzeker maar ondanks al deze narigheid neemt Margaretha toch nog even de tijd voor roddels over Godard Adriaans rivaal, ambassadeur Daniël Oem van Wijngaarden, heer van Werkendam. De rivaliteit – van Margaretha’s kant tenminste – is al een tijdje gaande: al in maart 1672 schreef Margaretha over hem in weinig positieve bewoording en met enige jaloezie. Werkendam mocht namelijk een koets, zijn vrouw en een stel dienaren meenemen op missie naar Denemarken. Destijds was Werkendam al ambassadeur extraordinair terwijl Godard Adriaan nog maar ambassadeur ordinaris was.

Schandalig dus. Het laatste bericht over Werkendam was weinig positief: hij heeft een rommeltje gemaakt van zijn opdracht. Toch is Werkendam nu nieuwe eer ten dele gevallen: hij is door de Deense koning Christiaan V benoemd tot baron en is geridderd. Gelukkig niet tot de orde van de olifant merkt Margaretha op. Godard Adriaan is sinds 1660 ridder in deze orde die de hoogst mogelijke ridderorde in Denemarken is. Heeft hij toch nog een stapje voor op Werkendam.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden

[van meij en ijuini lestleeden,] de heer van
rhijnswou7Johan van Reede van Renswoude gistere bij mij sijnde seijde gehoort
te hebbe dat den heer van werckendam8Daniël Oem van Wijngaarden vande
koninck van deenmercke9Christiaan V was baron ge
=maeckt en Een ordere had bekoomen
dan geloofde niet het die vande oliphant was

Om de situatie nog wat spannender te maken: Werkendam heeft deze buitenlandse titel ontvangen zonder dat de machthebbers in de Republiek hier iets van wisten. Dat nemen ze Werkendam uiteraard kwalijk en Margaretha lijkt hier nogal van te genieten. Of er daadwerkelijk gevolgen zullen volgen is onwaarschijnlijk maar het is toch wel licht vernederend voor Werkendam. Het zijn de kleine pleziertjes in het leven die er toe doen…

Vervolg Daniel Oem van Wijngaarden

en dat hij dit buijten kenisse van den staet soude aengenoome
hebbe, het welcke sijn hEd meende seer qualijck soude
genoome worde, hij staet hier noch niet wel datter geen
goet toe sal doen, dan hij moet sijn doen verantwoorden,

Twee griffioenen houden een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij.
Detail van de plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen.

Troepen in beweging

Het lijkt er wel op dat niet alleen de ruiterij van Willem III zich nabij Den Bosch bevindt: zoon Godard van Ginkel schrijft dat de Franse voorhoede al nabij Heeze en Leende is. Een oogje houden op Heeze en Leende is belangrijk aangezien daar Godard Adriaans nichtje en haar man dame en heer zijn. Veel schrijft Van Ginkel er blijkbaar niet over: de Franse troepen lijken zonder veel problemen te zijn gepasseerd. Wat er verder volgt is iets wat enkel God weet – en Margaretha in haar volgende brieven natuurlijk.

Brieffragment over de Fransen bij Heeze en Leende

so komt Een brief vande heer van ginckel wt gorckom die schrijft
daer advijse10Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel te sijn dat de franse weer afkoome en de voor
troepees al hees en leen11De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant. gepasseert waeren so dat me gelooft
sij noch Eits sulle atenteere12Attenteren: ondernemen waert hem nu weer gelde sal
vrees ick dat mij haest sulle hooren de heere wil ons bij staen 
en bewaeren, inwiens heijlige bescherminge w uhEd be=
veelle, blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard
  • 2
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 3
    De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
  • 4
    Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen.
  • 5
    Ordinaris: Gewoon(lijk)
  • 6
    Apprehensie: Bevatting / besef hebben van
  • 7
    Johan van Reede van Renswoude
  • 8
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 9
    Christiaan V
  • 10
    Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel
  • 11
    De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant.
  • 12
    Attenteren: ondernemen

Niets schrijvenswaardigs

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Volgens Margaretha is er niets schrijvenswaardigs gebeurd. Maastricht is verloren en Lodewijk XIV zou al weer naar Parijs vertrokken zijn, hoewel in de ps blijkt dat hij nog bij Visé ligt. Willem III trekt zijn leger samen beneden de rivieren en bij de Engelsen rommelt het. Velen hopen op vrede. Maar waarom is Van Reede van Renswoude blijven zitten met zijn hoed op?

Willem III naar De Langstraat

Gezien het feit dat Lodewijk al weer onderweg naar Parijs zou zijn met een deel van zijn leger, gelooft men niet dat hij deze zomer nog tot extra aanvallen op de Nederlandse grenzen over zal gaan. Toch trekt prins Willem een groot deel van zijn leger samen in De Langstraat (omgeving Waalwijk en Raamsdonk), onder de Maas. Wat zijn plan daarbij is zal de tijd leren.

Brieffragment over het leger van Willem III

[naer parijs gegaen,] soot so is gelooft me niet
dat hij deese soomer op onse frontiere Eits1iets
sal atenteere2Attenteren: ondernemen , nietemin treckt sijn hoocheijt Een
gros van Een leeger bij Een het welcke so men
seijt haer inde langestraet3De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant sulle vergaere
daer se overmerge naer toe soude gaen,
wat het deseijn4Dessein: plan is sal ons den tijt leeren, [de]

Kaart van het gebied in Brabant tussen Heusden, Waalwijk en Geertruidenberg. Met de tocht van het Staatse leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat (de weg bij Waalwijk en Besoijen), 1625. Onder de plaat gedrukt een tekst in 3 kolommen in het Nederlands.
Fragment uit een afbeelding van de tocht van het leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat, 1625, anoniem. Collectie Rijksmuseum.

Muiderberg verlaten

Bovendien is er ook beweging bij Franse troepen elders in het land. Ze schijnen een zelf opgeworpen verdedigingswerk op de Muiderberg verlaten te hebben. Margaretha is bang dat dat betekent dat ze de legeronderdelen gaan hergroeperen, waardoor de Nederlanders extra op hun hoede moeten zijn. Velen denken dat er vrede komt.

Brieffragment over Muiderberg

[wat het deseijn is sal ons den tijt leeren,] de
vijant die Een schans of Eenich foortres
op de muijer berch5Muiderberg hadt gemaeckt hebbe so me
seijt het selfve verlaeten, en soude het vande
onse weer om veer geschoote sijn, wat dit vande
vijant segge wil kan men niet dencken ten
waere sij almee Een gos gros van Een
leeger bij Een wille trecken waerom wij op
ons hoede moeten sijn, veel sijn van opijnie
dat wij nu wel tot Een vreede sulle geraecke

Tekening van op de voorgrond en links een kaal landschap. Strand/duinachtig. Helemaal links een ruïne met een toren. Rechts de Zuiderzee met daarop een paar vage scheepjes. Aan de horizon liggen Muiden en Amsterdam.
Gezicht van Muiderberg op Weesp, Muiden en Amsterdam, Wenceslaus Hollar, 1634. Collectie Rijksmuseum.

Engelse admiraal op zijspoor

Ondertussen is er in Engeland onrust ontstaan rond James Stuart, hertog van York, en broer van koning Charles II. Toen deze hoogste admiraal van de marine bij het parlement om zijn nieuwe aanstellingsakte vroeg om de Engelse vloot weer aan te kunnen voeren, is deze hem geweigerd. Niet lang geleden is namelijk de Test Act aangenomen, die voorschrijft dat wie in Engeland een ambt wil bekleden, het avondmaal moet mee vieren in de Anglicaanse kerk. Als goed katholiek heeft James dat afgeslagen.

Brieffragment over James II

men seijt ock datter in Engelant Eenige desensie6dissentie: verschil van mening soude
sijn dat den hartooch van jorck7James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland beegeerende vant
parlement sijn Ackte om opt konins vloot te
komandeere en te gaen8James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was, deselfve seijde volgens
de preevileesie vant rijck9Margaretha heeft het hier over de Test Act hem dat niet konde
geefve voor en al Eer hij neffens andere litmaete
komuniseerde en belijdenis vande gereeformeerde
reeligie deede het welcke hij weijgert te doen
en sij hem tot alle bedieninge van Eenige schars
=gees10verantwoordelijkheden vant rijck so lange hij en alle andere daer in kontiniweert
onbequaem achten, dit sal daer int rijck al vrij ontstelte
=nis veroorsaecke, [van onse scheeps vloot hoore]

Portret van een serieus kijkende man met een dun snorretje, donkere ogen en een grote bos rossigbruine krullen. De achtergrond is bruin.
Portret van James Stuart, hertog van York (1633-1701), later koning James II van Engeland, door Sir Peter Lely, circa 1665-1670. Collectie National Portret Gallery Londen, NPG 5211.

Heer houdt hoed op

De vertegenwoordigers van de vier provincies in de Staten-Generaal hebben inmiddels allemaal een eed tot geheimhouding afgelegd met betrekking tot de vredesonderhandelingen in Keulen. Ze stonden allen met opgestoken vingers. Alleen de heer van Renswoude, vertegenwoordiger van Utrecht, bleef zitten en hield zijn hoed op. Wat dat wel mocht betekenen? Met de vier provincies bedoelt Margaretha de niet-bezette provincies Holland, Zeeland, Groningen en Friesland. Het is bekend dat Lodewijk XIV de onderhandelingspositie van Johan van Reede van Renswoude afwees omdat hij hem als inwoner van het bezette Utrecht als zijn eigen onderdaan beschouwde.

Hoed van zwart vilt, met brede rand, gevlochten koord van wit-blauw zilverdraad. Afkomstig van Hendrik Casimir I, graaf van Nassau-Dietz, gesneuveld bij Hulst 1640.
Hoed van Hendrik Casimir I, anoniem, 1612 – 1640. Collectie Rijksmuseum.
Brieffragment over Johan van Reede van Renswoude

de heere vande vier provinsie ter geeneraeliteijt hebbe alle haeren Eet van seeckreetie11geheimhoudingseed
over de saecke vande vreedehandelin met op gesteeckene
vingeren gedaen, behalfve de heer van rhijnswou die
preesent was maer met sijn hoet opt hooft bleef sitte
dat men niet weet hoet daer meede is of wat het bediet12beduidt, betekent

Het gevoel. Een man loopt, gebogen onder het gewicht van de enorme hoed die hij op zijn rug draagt, naar links. Uit de hoed steken de kop en nek van een vogel. De nek van de vogel is doorboord met een mes. De prent maakt deel uit van een serie met de vijf zintuigen.
Man met enorme hoed op zijn rug, Cornelis Saftleven, 1645 – 1706. Collectie Rijksmuseum.

Benen en banen

Bovenstaande vermeldt Margaretha in haar ps, waarin ze ook een aantal benoemingen opsomt, de stand van de gewonden en wie er overleden is. Graaf d’ Estrades is door Lodewijk XIV, die toch nog in de buurt van Maastricht is gebleven, benoemd tot commandant van die stad. De gewonden, Graaf van Dohna, Adriaan van Gent en de heer van Weede zouden nu buiten gevaar zijn, ‘de tweede zijn been kwijt, en het andere zijn kuit eraf’.

Naschrift

[uhEd getrouwe wijff
en dieners M Turnor]

vandaech met de
poste seijt me dat
de koninck noch niet naer parijs is maer met sijn volck tusche visee13Visé
en Maestricht noch leijt, da straed14eLouis Godefroi d’Estrades koman=
deert in Maestricht, de graef van dona15Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, ooster
=wee16Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde en wee17George Johan van Weede sijn so pester18Joan Pesters schrijft buijte prij
=ckel19perikel: gevaar de de tweede sijn been quijt en vant tande20de ander de kuijt af

Portret van een oudere man met een getekend gezicht. Hij heeft lichte ogen en een prominente neus. Zijn haar is donker en hij heeft lange krullen. Hij draag een wit kanten befje.
Portret van Louis Godefroi d’Estrades, Wallerant Vaillant, ca. 1647 – 1677. Collectie Rijksmuseum.

De heer van Werkendam21Daniël Oem van Wijngaarden zou als gezant zijn teruggeroepen uit Denemarken en vervangen worden door een ander. Dat zou volgens geruchten Godard Adriaan zijn, wat Margaretha niet gelooft. In Utrecht is de secretaris van de Staten van Utrecht Van de Poll overleden. In normale tijden zou zijn functie zijn vervallen aan de heer van Zuilen.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden en van de Poll

men seijt ock dat den heer van werckendam22Daniël Oem van Wijngaarden te wt deenmerck23Denemarken
weer komt en datter Een ander soude gesonde worden
datter gesproocke wort van uhEd daer toe te versoecke
het welcke niet wel kan aeneemen
beusechem schrijft mij dat den ontfanger seeckreetaris
vande state van wttrect vande pol te wttrecht aen
sieckte overleeden is, wiens amt naer den ouden sleur
aenden heer van suijlen soude vervalle sijn volgens
sijn soer24soer: zuster

  • 1
    iets
  • 2
    Attenteren: ondernemen
  • 3
    De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant
  • 4
    Dessein: plan
  • 5
    Muiderberg
  • 6
    dissentie: verschil van mening
  • 7
    James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland
  • 8
    James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was
  • 9
    Margaretha heeft het hier over de Test Act
  • 10
    verantwoordelijkheden
  • 11
    geheimhoudingseed
  • 12
    beduidt, betekent
  • 13
    Visé
  • 14
    eLouis Godefroi d’Estrades
  • 15
    Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna
  • 16
    Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde
  • 17
    George Johan van Weede
  • 18
    Joan Pesters
  • 19
    perikel: gevaar
  • 20
    de ander
  • 21
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 22
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 23
    Denemarken
  • 24
    soer: zuster

A Dieu

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 26 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief
(NB beste volgorde van lezen van de scans is 138, 142, 143, 140)

Goed nieuws! De ’s Gravezandse kaasjes zijn aangekomen! Er lagen er nog een paar bij Temminck, die ze door zou sturen. Hij heeft nu gevraagd of hij die zelf mocht houden. Margaretha heeft ze hem vereerd en geschreven dat hij ze vrij mag houden en gebruiken.

Verloop van de oorlog

Het laatste nieuws van onze vloot is dat die met nog tien extra schepen voor de Thames ligt. Zeker is dat er geen enkel schip van onze vloot vergaan is, terwijl de Engelsen en de Fransen wel 18 à 19 schepen kwijt zijn.

Brieffragment over de vloot

seedert mijne laeste is hier niet anders wt ons
vloot als dat die met noch tien scheepe ver=
sterckt sijnde en wel van volck met alle
andere behoefticheede versien voor de reevier
van londe legge, tis seecker datter van
d onse niet Een schip in beijde de bataelie
is gebleefve en vande vijant wel 18 a 19
kapitaelle scheepe, [den overste raebenhooft]

Een tekening met een wirwar aan schepen met gehesen en gestreken zeilen. Sommige met vlag, sommige zonder. Grote schepen, kleine schepen en sloepen. Het ligt allemaal door elkaar.
Een tekening met een wirwar aan schepen met gehesen en gestreken zeilen. Sommige met vlag, sommige zonder. Grote schepen, kleine schepen en sloepen. Het ligt allemaal door elkaar. De Engelse vloot op de Theems na de tweede Slag bij Schooneveld, 15 juni 1673, Willem van de Velde (I), 1673. Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam

Münsterse troepen hebben geprobeerd Nieuweschans, dat al maanden belegerd wordt door Rabenhaupt, te ontzetten. Ze zijn door Rabenhaupt totaal verslagen en hij heeft alle wagens en bagage veroverd.

Eerste brieffragment over Nieuweschans
Tweede brieffragment over Nieuweschans

[kapitaelle scheepe,] den overste raebenhooft
heeft bij greuninge de nieuwer schans beleegert
daer men seijt maer vier hondert man is in
is, vandaech komt tijdinge dat het reesgement
van meijn son onder de munsterse soude ge
tracht hebbe de nieuwerschans te ontsette, doch

dat sij van rabenhooft totaEliter soude geslagen
sijn en al haer wagens en bogaesge van donse
verovert, [van keule schrijfvense seeckere tijdine]

Maastricht wordt nog steeds door Lodewijk XIV belegerd. Men zegt dat daar de Nederlandse en Spaanse een uitval vanuit de stad gedaan gedaan hebben en zij hebben 600 Fransen omgebracht. De Heer wil geven dat het waar mag wezen.

Brieffragment over Maastricht

[verovert,] van keule schrijfvense seeckere tijdine
te hebbe dat donse binne Maestricht door Een be=
deckte poort so sijt noemen Een wtval soude ge
=daen hebbe door de welcke sij wel bij de 600 vande
konins gardees die daer haer quartier hade
soude doot geslage hebbe ija so datter maer
drij a 4 van ontkoome soude sijn de heere wil
geefve het waer mach weesen, [de luijtenant vande]

Op de voorgrond de koning te paard temidden van twee raadsheren. Op de achtergrond de stad Maastricht, die onder vuur wordt genomen door kanonnen.
Koning Lodewijk XIV tijdens het beleg van Maastricht 1673, Adam Frans van der Meulen, 1673-1690. Collectie Limburgs Museum.

Het ongeloof over het verraad van de Keurvorst lijkt alweer vergeten. Men gelooft nu dat de Spanjaarden zullen breken met de Fransen en dat de Keizer van het Heilige Roomse Rijk nu wél echt wat wil doen tegen de Fransen. Margaretha houdt het devies ‘Eerst zien, dan geloven’.

Brieffragment over Spaanse en keizerlijke troepen

[niet mee weer,] men gelooft de fra spaense in
korte sulle breecke en dat de keijserse afkoome
als ickt sien salt Een Ent ander geloofven,

Kolonel Godard Adriaan baron Van Reede

Margaretha is blij dat Godard Adriaan er echt werk van maakt om naar huis te komen, alleen er is haar iets ter ore gekomen. Stadhouder Willem III is heel blij met de regimenten die haar man in Duitsland en Denemarken geworven heeft. Alleen nou blijkt dat hij Georg Ernst von Wedel aangesteld heeft in ‘het regiment van de baron van Amerongen‘. Wat wil dat zeggen? Normaal gesproken werd een regiment genoemd naar zijn daadwerkelijke aanvoerder. Godard Adriaan is toch niet echt van plan om op zijn oude dag de oorlog in te gaan? Hij weet toch van zijn zoon dat de salarissen van de hoge militairen niet uitbetaald worden? Margaretha hoopt echt dat het alleen maar de naam van het regiment is en dat hij verder geen wilde plannen heeft. Hij weet waarschijnlijk zelf het best wat de bedoeling is.

Eerste brieffragment kolonel baron van Reede
Tweede brieffragment kolonel baron van Reede

ick ben blijde uhEd staet maeckt nu haest
thuijs te koomen, sijn hoocheijt verlanckt so
ick hoore dat de kompangie die uhEd werft
hier mooge sijn so der ses waeren wildese
patent geefven, mij is geseijt vande geene

die de ackte die sijn hoocheijt aenden baron
wedel gegeefve heeft gesien heeft, dat hij hem daer in
tijteeleert luijtenant kolonel vant reesge=
=ment vande baron de Ameronge, wat dat
segge wil kan ick niet dencke hoope niet
uhEd in sijn oude dage noch inden oorlooch
wil, ock worden de hoechge tracktemente niet
betaelt, de heer van ginckel kan op sijn or
=dinans niet Een stuijver krijge heeft al
getracht die te verhanderen maer niemant
wilder aen of Eits op geefve, wil hoope
dit maer de naem sal sijn om dat dat
reesgement als noch geen kolonel heeft
of dat sijn hoocheijt de goetheijt mochte hebbe die
apseluijt tot uhEd disposiesie te stelle, wat
hier van is sal deselfve best weeten, [de sinten]

Schilderijen in bruingrijze tonen, in de lucht een hoekje blauw. Helemaal links zien we een paard met een ruiter in een mantel. Daarachter een hondje, gevolgd door een ongeorganiseerd troepje soldaten. Ze lopen achter de ruiter aan, maar zijn ook met andere dingen bezig: hun geweer, elkaar, hun bagage...
Rekruten op weg naar hun regiment, Jean-Antoine Watteau. Collectie Glasgow Museums.

Financiële zorgen

Margaretha’s financiële zorgen blijven onverminderd. Het lukt nog steeds niet om geld te krijgen voor haar man’s werk. Terwijl ze het geld echt nodig heeft: binnenkort moeten de vermogensbelasting (100ste penning) en de OZB (verponding) weer betaald worden. Haar zorgen zijn echter niets vergeleken bij de financiële zorgen in de bezette provincies. De Fransen eisen in Utrecht drie maal 100.000 gulden. In Gelderland eisen ze van het Nijmeegs kwartier1Gelderland was in vier kwartieren opgedeeld: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en de Veluwe 60.000 gulden en van het Arnhems kwartier 50.000 gulden. Momenteel deserteren er zo veel soldaten uit Franse dienst, dat ze er een regiment van zouden kunnen formeren. Het schijnt dat de Prins van Oranje dat half van plan is. Hij zou dat regiment dan in Friesland in kunnen zetten om tegen de Bisschop van Münster te vechten.

Brieffragment over over het deserteren van soldaten in Franse dienst

[waer sullent de mensche haellen,] tis ongeloof
=lijck so veel volck so switsers als franse alse
bij ons op alde poste koome dagelijxs overloope
men seijt sijn hoocheijt half van meenin soude
sijn daer Een reesgement van te formeere
ent selfve naer vrieslant te sende om teege
de bischopse volckeren te vechte, [hiermeede]

A dieu

Na de gebruikelijke groet van ‘uhEd getrouwe wijff’ en de altijd aanwezige opmerkingen onder de brief, voegt Margaretha nog een klein briefje extra toe. De inhoud is nogal oninteressant (iemand heeft een brief meegenomen, maar die niet bij zich ofzo), maar haar afsluiting van dat briefje is wel interessant. Enkel a dieu. Eigenlijk heel gewoon vaarwel, maar door de voor ons ongebruikelijke afbreking, realiseer je je waar het vandaan komt.

‘samenstelling van à Dieu, de woorden waarmede men iemand, bij ’t afscheidnemen, aan Gods hoede aanbeveelt’ (Bron: Woordenboek Nederlandse Taal, Instituut voor de Nederlandse Taal)

Adieu

[weeten hij is naer gorckom,] a
dieu

Een heer in een zwart pak met witte, sierlijke manchetten, rode laarzen en een hoed met veren in zijn hand, houdt de hand vast van een dame met een rood jakje, een gele rok en een wit schort. Op de achtergrond links een tamboer, daarachter drie losse soldaten. Rechts op de achtergrond een compagnie met een vaandel.
Officier die afscheid neemt van een dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Gelderland was in vier kwartieren opgedeeld: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en de Veluwe

Niets nieuws?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 23 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief
De PS staat één scan eerder

Er lijkt niet veel te melden op deze doordeweekse dag in juni. De toon past bij een lome zomerdag. Margaretha herhaalt en verduidelijkt een paar zaken uit haar vorige brief, heeft alle ruimte voor een roddel en sluit al na twee kantjes af. Maar dan komt er nog een P.S.

Vijandelijke vloot trekt zich terug

Sinds de laatste brief geen nieuws, schrijft Margaretha eerst. Het schieten van afgelopen zondag was niet meer dan een schermutseling tussen de brandwachten van de beide vloten. De vijandelijke schepen hebben zich teruggetrokken tot op de Thames. Vanuit Den Haag zijn er gedeputeerden aan boord gegaan van de Staatse vloot. Waarom? Dat is niet bekend.

Brieffragment over de vloot

seedert mijne laeste is hier niet nieus, de laeste
briefve wt de scheeps vloote brenge niet ande
meede als dat het geschiet datter voorlee
den sondach is gehoort was de brandtwach
te van beijde de vlooten te weeten donse en
die vande vijant dewelcke dapper op den
andere schooten daer op de vijant haer hebe
gereetereert en naer de reevier van londe
sijn geseijlt, daer sijn weer gedeputeerde
van den staet naer onse vloot tot wat Eijnde
weet men niet[, den luijtenant kolonel wedel]

Schepen na de slag. Gehavende Nederlandse oorlogsschepen en een buitgemaakt Engels schip worden in een haven gekalefaterd. Links de Brederode, zonder galjoen, rechts de Amalia.
Schepen na de slag, Willem van de Velde (I), 1630 – 1672. Collectie Rijksmuseum

Regiment van Reede bijna gereed

Luitenant-Kolonel Wedel, de aanvoerder van Godard Adriaans nieuwe regiment, heeft met zijne hoogheid gesproken die tevreden lijkt. Wedels vendel is klaar, de rest zal binnenkort ook gereed zijn. Twee compagnieën zijn al naar Alkmaar gestuurd. Ze moesten trouwens contant betaald worden, want aan uitstel van betaling doen ze niet!

Brieffragment over Van Wedel

[weet men niet,] den luijtenant kolonel wedel1Ernst Georg von Wedel (?-1682)
is noch hier seijt sijn hoocheijt gesproocke te hebbe
en alle kontentement ontfange, sijn vaendel
heeft hij de andere sulle alle in korte dagen
ock gereet sijn, tot twee kompangie sijnde
maete die te rotterdam gemaeckt sijn af
naer Alckmaer gesonde die twee hondert
dartich gul aen gelt bedragen en kontant
moste betaelt worde also die liede niet wille
borgen, [de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19]

Profiel van de stad, met bastions, molens en kerktorens. Boven de stad het wapen-van-Alkmaar. Op de voorgrond zitten twee mannen, op de rug gezien, op de grond, de rechter is een "tekenaar"
Alkmaar : profiel van de stad, met bastions, molens en kerktorens. Anoniem, ca. 1700. Collectie Noord-Hollands Archief

Boter, kaas (en wijn)

Uit de brief van de 19e van Godard Adriaan blijkt dat de ‘s- Gravezandse kazen die ze heeft gestuurd, nog steeds niet zijn aangekomen. Daarom heeft ze eergisteren nog maar weer nieuwe gestuurd naar Temminck in Amsterdam, met de bedoeling dat die ze zo snel mogelijk doorstuurt. Ze bedankt haar man nog een keer voor wat hij haar heeft gezonden (wijn en boter) want boter is duur.

Staande man die boter aan het karnen is. Onderdeel van een reeks illustraties van volksklederdrachten uit 1779.
Man boter aan het karnen, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1777 – 1779. Collectie Rijksmuseum
Eerste brieffragment over kaas
Tweede brieffragment over kaas

[borgen,] de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19
deeser niet sien de gesondene schravesantse
kaes doen noch niet was overgekoome heb

ick Eergister weer twee andere aenden heere
teminck tot Amsterdam gesonden met ver
=soeck hij die opt spoedichste aen uhEd voort
wilde senden, ick bedancke uhEd noch opt hoochste
voort geene deselfve ons heeft beliefve te sende
salt verwachte hoope het wel sal overkoome
de booter kost hier de beste seefven stuijvers
het pont, [sijn hoocheijt is weer hier de poste alle]

Sommelsdijkje met Labadie getrouwd?

Na tevreden te hebben vastgesteld dat alle legerposten goed verzorgd zijn, en de algemene stemming wat geruster is, sluit ze af. Om na ondertekening nog eens terug te komen op een eerdere roddel. Is de jongste dochter van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk nu getrouwd met Jean de Labadie of niet, en zo ja, hoe lang dan? Kan Godard Adriaan Jenneke niet even inzetten om te informeren? Er is iemand die heel graag de waarheid wil weten. By the way, de heer en vrouwe van Villers, doen hun hartelijke groeten…

Jenneke is Godard Adriaans dienstbode. Zij heeft contacten met dienstbodes van andere rijke families en huispersoneel is natuurlijk zeer goed op de hoogte van familiegeheimen. De Labadisten zaten op dat moment in Altona, wat dicht bij Hamburg ligt, dus vlak onder de neus van Godard Adriaan en Jenneke. Godard Adriaan kan zijn neus moeilijk in andermans zaken steken, maar Jenneke kan wel haar oor te luisteren leggen.

Overigens ging het bij de eerdere roddel nog om dochter Maria (1645-1903). Nu gaat het om ‘de jongste dochter’, maar dat is Lucia (1649-1707). Van Lucia is bekend dat ze in 1695 trouwde met Peter Yvon, de assistent en latere opvolger van Jean de Labadie. De groeten van de Heer en Vrouw van Villers staat niet toevallig direct na deze opmerking. De Vrouw van Villers, Adriana van Aerssen van Sommelsdijk was de tante van de zusjes die zich aangesloten hadden bij de Labadisten. Heeft Margaretha het niet direct aan haar durven vragen of heeft zij er bij Margaretha op aangedrongen om zich te laten informeren?

Afsluiting over de informatievergaring door Jenneke

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

ick bidt dat
jeneken eens
ter deege verneemt
of labedije2Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte met de
jonste dochter vande
heer van someldijck3Lucia van Aerssen van Sommelsdijk
is getrout oft seecker
is en hoe lan sij getrout sijn
daer is mij om gebeeden die wenste de waerheijt
te mooge weeten
de heer en vrou van vieleers4Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen preesenteere haere
dienst aen uhEd

P.S.

Maar ho, als ze klaar is met schrijven komt er weer allemaal nieuws. Het is nu wel zeker dat de Engelse en de Franse vloten zwaar beschadigd bij Chatham liggen. De koning van Engeland schijnt not amused te zijn dat Lodewijk XIV uit Brabant is vertrokken zonder iets tegen de Republiek te hebben uitgericht en in plaats daarvan Maastricht is gaan belegeren. Nu willen de Engelsen een vrede en zijn misschien al in oorlog met Frankrijk.

Naschrift over de vloot

p s naert schrijfve dees komt tijdine die
voor seecker wert gehoude, dat beijde
de vloote so wel d Engelse als de
franse heel gedevaeliseert5gedevaliseerd: ernstig beschadigd voor schat
=tan6Chatham sijn geloopen en noch leggen, dat de
koninck van Engelant seer qualijck te
vreede soude sijn dat de koninck van
vranckrijck wt brabant is gegaen sonde
Eits op ons wtgericht te hebbe en
Maestricht beleegert heeft, ock
hout men voorseecker dat de Engelse
seer verlange naer de vreede met ons
en dat sij met vranckrijck in oorlooch
mochte sijn, [van Acken heeft me dat]

Titelpagina voor: Nederlands verquikking, of d'ontwaekte leeuw, 1673. Allegorische voorstelling over de positie van de Republiek tijdens het eerste halfjaar van 1673. De Hollandse Tuin aan alle kanten aangevallen door de Engelsen, Munstersen en de Franse koning Lodewijk XIV. De Franse koning houdt de provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht gevangen aan kettingen. Links komt prins Willem III de Nederlandse Maagd te hulp. Onderaan het beleg van Maastricht door de Fransen.
Titelpagina voor: Nederlands verquikking, of d’ontwaekte leeuw, 1673, anoniem, 1673 Collectie Rijksmuseum. Zowel de twee zeeslagen als het beleg op Maastricht zijn hier op te zien. Collectie Rijksmuseum.

Uit Aken is meer nieuws over Maastricht gekomen. De Fransen zouden een buitenbolwerk van Maastricht hebben aangevallen, en daarbij 600 man zijn verloren. De Maastrichtenaren op hun beurt hebben bij een uitval een belegeringswerk van de Fransen belaagd waarbij 500 Fransen zouden zijn omgekomen. De stad lijkt stand te houden. De behaalde overwinning op zee zou groter zijn dan ooit te voren, en de koning zou spijt als haren op zijn hoofd hebben dat hij de zee moest verlaten. Gaat het eindelijk de goede kant op? Is de Nederlandse leeuw ontwaakt, zoals ook bovenstaande titelprent suggereert?

Naschrift over Maastricht

[mochte sijn,] van Acken heeft me dat
de franse Een atacke7aanval op onse buijte
wercke voor Maestricht hebbe gedaen
daer dons dapper hebbe gevochte en
wel ses hondert vande franse sijn geblee
en afgeslaechge, ock dat die vande
stat Een wtval hebbe gedaen op een vande vijants wercke daer
meer als 500 so doode als gequetste
vande vijant sijn geweest so dat men
niet hoort of sij houden haer heel wel,
onse vicktoorije ter see seggense dat so
groot is alser oijt bij ons is bevochten
de koninck seggense berst van spijt dat
sij de see so hebbe moete verlaeten

  • 1
    Ernst Georg von Wedel (?-1682)
  • 2
    Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte
  • 3
    Lucia van Aerssen van Sommelsdijk
  • 4
    Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen
  • 5
    gedevaliseerd: ernstig beschadigd
  • 6
    Chatham
  • 7
    aanval

Pagina 2 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén