Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Waldeck-Eisenberg (George Frederik van) Pagina 1 van 2

Geen nieuws van het zuidelijk front

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag. Er doen onheilspellende geruchten over Maastricht de ronde, en ze heeft nog niets van Van Ginkel gehoord, dus heeft ze besloten nog even in de hofstad te blijven. Want wat nu als zoonlief een brief naar Den Haag stuurt, terwijl Margaretha net weer is vertrokken richting Amerongen? Margaretha is als de dood dat ze een brief van haar zoon mist. De laatste was van 26 augustus. Trouwens, niemand heeft brieven gehad. Zelfs de Staat niet! Of misschien wel, maar er wordt heel geheimzinnig over gedaan. De geruchten over Maastricht blijven voorlopig geruchten.

Brieffragment over gebrek aan nieuws

haech den Eerste
septem 1676

rec: 9 dito

Mijn heer en lieste hartge
de quade en onseeckere tijdine en geruchte die
hier nu drije dage aen Een van ons leeger dat
voor Maestricht leijt of heeft geleechge, is oor=
=saeck dat noch deese twee dage hier ben ge=
=bleefve, op hoope vande briefve vande heer van
ginckel te krijge, die wij tot noch toe niet hebbe
bekoome noch ock niemant pertikuliers1Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad., men
seijt ock selfs den staet niet, en so men heere
de state die hebbe gekreechge wordense seer
geseekreeteert2Secreteren: geheimhouden dade laeste briefve vande heer
van ginckel sijn vande 26 Augusti, [de luijckse post]

Het aanreiken van een brief in een voorhuis. In een vertrek bij het raam zit een vrouw met een hondje op schoot. Rechts nadert een man met een brief in de hand. Links staat een hond en zicht door de openstaande deur naar buiten, waar op straat aan een gracht (Kloveniersburgwal?), een kind met een zweepje speelt.
Het aanreiken van een brief in het voorhuis, Pieter de Hooch, 1670. Collectie Rijksmuseum.

Foute boel

Waar bestaan die geruchten uit? Men beweert dat de Luikse post opgehouden is en dat er 6000 vijandelijke militairen binnen Maastricht zijn gekomen. Hierop zou Willem III het beleg van Maastricht hebben opgebroken en richting Tongeren zijn getrokken om zich met zijn troepen bij de troepen van Waldeck en de Spaanse troepen te voegen, waarna ze slag zouden leveren tegen de Fransen. Maar hier is zoals gezegd helemaal geen zekerheid over. Het enige dat Margaretha zeker weet, is dat er iets niet helemaal goed zit.

Eerste brieffragment over troepen in het zuiden
Tweede brieffragment over troepen in het zuiden

[van ginckel sijn vande 26 Augusti,] de luijckse post
most gistere al hier sijn geweest dan men
seijt die op gehoude is, en datter ses duijsent
man vande vijant binne Maestricht soude
gekoome sijn, waer op sijn hoocheijt met de
beleegerin soude op gebroocke sijn en naer
tongeren den vij om met het bij hebbende

volck vande graef van waldijck3Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg en de spaense
te konsijongeere4Conjugeren: samenvoegen de vijant die af komt te
gemoet te gaen en slach te leeveren, doch
gelijck voorseijt heb is hier de minste seecker=
heijt niet van, maer wel datter Eits is dat
niet wel is[, de heer almachtich wil sijn hooch]

Gezicht op de versterkingen van de stad in vogelvluchtperspectief. Op de voorgrond de prins met zijn staf. Bovenaan portretten in medaillons van de graaf van Hornes en prins Willem III. Op het blad onder de plaat de titel en de legenda.
Beleg van Maastricht, 1676, anoniem, 1676. Collectie Rijksmuseum.

Kopzorgen

Uiteraard hoopt Margaretha dat de Heer almachtig het land en zijne Hoogheid bewaart, maar ze maakt zich ook ernstige zorgen om haar zoon. Naast dat ze geen idee heeft hoe het staat met de belegering van Maastricht, is ze bang dat haar zoon rode loop (dysenterie) krijgt of heeft. Zweder van Boetzelaar is daar al aan gestorven!

Brieffragment over bezorgdheid om Van Ginkel

[niet wel is,] de heer almachtich wil sijn hooch
en ons lant bewaeren, de raet pensionaris
is buijten op ter lee , ick hoope vandaech
noch briefve van h van ginckel te ontfange
want ben seer ongerust so omt Een alst
ander de roode loop renneert seer in ons
leeger en is den heer van leuwen5Zweder van Boetzelaar daer aen
gestorfven, so dat ick bekomert ben,

Margaretha herhaalt nogmaals dat er echt geen brieven bezorgd zijn en wil misschien toch vandaag nog richting Amerongen vertrekken.

Brieffragment over vertrek naar Amerongen

doch krijch briefve of geen meen van daech
noch te vertrecke en met godts hulpe merge
t Ameronge te sijn[, uhEd aengenaeme vande]

Op een tafel ligt een boekje met daarop een paar papieren in een mapje. Daar bovenop ligt een schede. Aan de rechterkant is een roemer van het boek gevallen, op de voorgrond een ganzenveer die gebruikt is om mee te schrijven en iets van een napje. Links op de achtergrond een lege kaarsenstandaard. Alle onderdelen van dit Vanitas stilleven duiden op de vergankelijkheid en het verstrijken van tijd.
Pieter Claesz, Stilleven met een schedel en schrijfgerei. Collectie The Metropolitan Museum of Art.

Postproblemen

Er is sowieso iets raars aan de hand met de postbezorging. Eerder in de brief schrijft Margaretha al dat de Luikse postbezorging tijdelijk wordt opgehouden. Maar ook Godard Adriaan lijkt haar brieven niet allemaal goed te ontvangen. Ze heeft er vier geschreven, maar in zijn brief van 28 augustus vermeldt Godard Adriaan niet dat hij deze allemaal ontvangen heeft. En het personeel is ook nog steeds niet aangekomen!

Eerste brieffragment over brieven van Godard Adriaan
Tweede brieffragment over brieven van Godard Adriaan

[t Ameronge te sijn,] uhEd aengenaeme vande
28 pasato heb ick gistere ontfange kan
mij niet genoech verwondere dat hij geen
tijdine van sijn volck heeft die nu lange

tot breeme moete aengekoome sijn, ock maeckt
uhEd geen mensie van mijn briefve ontfange
te hebbe, dit is de vierde die ick deselfve heb
geschreefve[, de oblijgasie op de generaelijteij]

Hout

Ondertussen is ze ook nog druk bezig met de herbouw van het kasteel. Er moet hout vanuit het Duitse Harburg naar Amsterdam gezonden worden. Maar Margaretha informeert ook naar hout dat ze misschien zouden ontvangen van Johann Georg II Anholt-Dessau, kortweg de prins van Anholt. Godard Adriaan zal hierover vast wel iets gehoord hebben van de bouwmeester. Margaretha hoopt in ieder geval van wel, want het hout zou zeer goed van pas komen.

Brieffragment over hout

[noch te sien,] ick hoope deselfve bij van weede6Cornelis van Weede ordere sal ge=
=stelt hebbe dat het hout van haerburch naer Amsterdam
mach gesonde worde dewijlle de scheeps vrachte so wel
te geniete sijn, en dat uhEd vande boumeester7Michiel Mattheus Smits sult ge
hoort of verstaen hebbe hoet met het hout vande prins
van Aenholt8Johann Georg II Anholt-Dessau staet kost me daer noch van bekoome
soude goet sijn en ons seer wel te passe koomen,

Met de meeste bekommering van de wereld

Margaretha heeft haar brief al afgesloten, maar voegt er toch nog iets aan toe. Met Philipotta en de kleine Agnes gaat het gelukkig hartstikke goed. Met Margaretha gaat het wat minder, want ze heeft nog steeds geen brieven ontvangen en maakt zich ernstige zorgen. ‘Met de meeste bekommering van de wereld’ besluit ze toch maar naar Amerongen te vertrekken.

Afsluiting

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

de vrou van ginckel
die met het kraem
kintge heel wel naer
den tijt is preesenteert
haer dienst aen uhEd
ick gae met de meeste bekomerin vande werlt van hier
tot noch toe geen briefve bekoome hebbende

Een jonge vrouw zit met haar naaiwerk bij het raam, met naast haar een dienstmeisje dat bij de wieg knielt.
De jonge moeder, Gerrit Dou, 1658. Collectie Mauritshuis.
  • 1
    Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad.
  • 2
    Secreteren: geheimhouden
  • 3
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 4
    Conjugeren: samenvoegen
  • 5
    Zweder van Boetzelaar
  • 6
    Cornelis van Weede
  • 7
  • 8
    Johann Georg II Anholt-Dessau

De Slag bij Seneffe

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Godard van Reede van Ginkel 12 augustus 1674 Bergen (Henegouwen)
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Wat moet Margaretha geschrokken zijn toen ze de brief van haar zoon las. Godard van Ginkel was tijdens de Slag bij Seneffe in zijn schouder geschoten. De wond bloedde zo hevig, dat Godard flauw werd. De brief waarin Godard dit schrijft, is geadresseerd aan vader Godard Adriaan van Reede en op 12 augustus 1674 verzonden vanuit het Belgische plaatsje Bergen.

Brieffragment over pistoolschot

[daer onder] inde welcke ick geen van achteren 
met een pistoolkoogel even onder mijn 
lincker schouder wiert deur en deur geschooten,
dat mijn door het ongemeen starck bloeden 
een weijnigh flau maeckte, ende obligeerde 
te retireeren

Drie ruiters in gevecht, met zwaarden en een pistool. Op de achtergrond meer vechtende mannen te paard en op de grond een gewonde soldaat.
Drie ruiters in gevecht, Jan Martszen de Jonge, 1619 – 1649. Collectie Rijksmuseum.

De weg naar vrede

Nadat de Vrede van Westminster in februari 1674 gesloten was en ook Münster en Keulen eieren voor hun geld hadden gekozen, moesten alleen de Fransen nog verslagen worden. Om Frankrijk op de knieën te krijgen was prins Willem III echter afhankelijk van zijn bondgenoten. Ondertussen had de prins van Condé van de Zonnekoning toestemming gekregen om indien mogelijk de confrontatie met de geallieerden aan te gaan. De prins van Condé hield zich met zijn legermacht op in de omgeving van Charleroi. De Spaanse gouverneur-generaal Juan Domingo Mendez de Haro y Fernández de Córdoba, graaf van Monterey, voelde de bui al hangen: Condé was van plan één van de vijf Spaanse vestingen aan te vallen. Maar welke? Namen, Mons, Condé, Chambrai of Bouchain? Hoe dan ook, Condé moest zo snel mogelijk teruggedreven worden naar de Franse landsgrenzen. Monterey probeerde Willem III er derhalve van te overtuigen dat het noodzakelijk was zo snel mogelijk slag te leveren tegen de Fransen.

Medaillon met een man in een harnas met lange krullen en een harnas. Een dame houdt het gordijn voor het medaillon opzij.
Portret van Juan Domingo de Zuñiga y Fonseca, graaf van Monterey, Gerard de Lairesse, 1672. Collectie Rijksmuseum.

Dekkingsmacht

Op 9 augustus 1674 arriveerde de geallieerde legermacht, bestaande uit ongeveer 65.000 man, in het Belgische plaatsje Seneffe. Dit plaatsje lag niet ver van het Franse legerkamp. Het geallieerde leger trok vervolgens verder richting de Franse grens, met als doel Condé af te snijden van zijn aanvoerlijnen. Bij Seneffe werden 3000 à 4000 cavaleristen en 500 dragonders achtergelaten om als dekkingsmacht te dienen. Onder de cavaleristen bevond zich brigadegeneraal Godard van Ginkel. Van Ginkel diende onder het bevel van Karel Hendrik van Lotharingen, de prins van Vaudemont.

Te midden van het strijdgewoel een wolk van waaruit wat wapens steken.
Detail van Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie: Rijksmuseum. Op deze uitsnede zijn de troepen van brigadegeneraal Van Ginkel afgebeeld.

De slag

In de ochtend van 11 augustus 1674 viel het 50.000 man tellende leger van Condé de dekkingsmacht van Vaudemont aan. Van Ginkel schrijft dat Vaudemont bij Willem III eiste dat hij versterking zou krijgen. Hierop zond de Prins van Oranje de regimenten van veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen en van diens neef Willem Maurits van Nassau-Siegen.

De Slag bij Seneffe bestond in feite uit die verschillende slagen. Naast Seneffe, werd er strijd geleverd bij het klooster Saint-Nicolas-aux-Bois en in het dorpje Fayt-lez-Manage. De cavaleristen en infanteristen hielden bij Seneffe aanvankelijk redelijk stand, maar moesten de aftocht blazen toen de Fransen het plaatsje begonnen te bombarderen. Bij het klooster werd lang standgehouden, totdat de Spaanse aanvoerder dodelijk gewond raakte en de cavalerie en infanterie op de vlucht sloegen. Na verkeerde inschattingen van Condé, die ervan overtuigd was dat de geallieerden richting Bergen wilde ontkomen en de achtervolging had ingezet, moesten de Fransen de strijd om het dorpje Fayt staken.

Overzicht van de slag. Op de voorgrond wordt heftig gevochten en steeds verder naar achteren is het redelijk georganiseerd. De wolken van de slag zijn ook rechts op de achtergrond te zien.
Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie Rijksmuseum.

Geen winnaar

Wie heeft de Slag bij Seneffe gewonnen? Hoewel de Fransen minder verliezen telden dan de geallieerden, hadden ze veel officieren verloren. Hoewel Condé Seneffe en Saint-Nicolas-aux-Bois op zijn conto kon schrijven, claimden de geallieerden de overwinning bij Fayt. Toch waren er ook aan de kant van de geallieerden veel doden en gewonden gevallen. Tevens waren er veel door de Fransen gevangen genomen. Van Ginkel somt ze allemaal op in zijn brief.

Eerste brieffragment over doden en gewonden
Tweede brieffragment over de doden en gewonden
Derde brieffragment over doden en gewonden

men siet haest 
geen officieren onder de infanterie oft 
sijn doot oft gequets, van onse vrunden 
sijn doot den oversten Torck1Hendrick Torck de majoor 
haegedoren2François de Ram van Hagedoorn, den heer van Valkenborgh3George de Hertoghe, heer van Valkenburg
la villaumaire4Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire, majoor DedemJ5ohan baron van Dedem, Cassiopin6Thomas van Cassiopijn 
Capitein Torck van Bergen op Zoom7Pascasius Turck, Wilick 
Nieuwenheijm8Onbekend, de Luitenant van Moesbergen9Onbekend

mijn gewesen quaertiermeester, en veel meer andere 
die mijn tegenwoordigh niet in vallen, ende oock 
niet pertinent weeten kan, de Graef van 
Waldijck10Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg is gequetst, de generael majoor Veen11Onbekend 
tot der doot gequets, papen kop12Nicolaas van Vlooswijck doot, 
palm13François Abrahamszoon Palm tot er doot gequetst, slangen borgh14Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg 
tot er dootgequetst, de jonge prins Maurits15Willem Maurits van Nassau-Siegen 
sijn ben16Been anstucken en gevangen, graef van 
solms17Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III gequetst en gevangen, Capiteijn Heekeren18Mogelijk Gerrit van Heeckeren 
swaer gequetst Owerkerck19Hendrik van Nassau-Ouwekerk een quetsuijr int 
hooft, die beneffens mij van deese nacht, metde 
koetze van sijn Hoogheijt hier in Bergen is 
gebracht, den Hertogh van Lotteringen 
generael vande Keijserschen20Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont, had ick vergeeten 
is oock swaer gequets, enfin de Carnasie 
is seer groot geweest ende mij onmoogelijck
breeder te verhaelen, ick gelove dat er vande 
onse meer gevangen sijn, doch vande viandt 
immer soo veel doot gebleeven, de prins 
van Berkevelt21Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen, hertogh van Holsteijn22Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg, en 
stockheijm23Johan van Stockheym sijn oock noch gequets

De Majoor Schaep24Onbekend is oock gequets

Op de voorgrond een dood paard met daarnaast een pauk. Daarachter liggen drie dode mannen.
Gesneuvelden bij Seneffe, Fragment uit Slag bij Seneffe, 1674, anoniem, naar Jan Luyken, 1692 – 1694. Collectie Rijksmuseum

Van Ginkel zelf was er redelijk goed van afgekomen. Het slot van de brief van haar zoon moet Margaretha dan ook gerust gesteld hebben. Er waren geen vitale delen geraakt en de chirurgijns hadden Van Ginkel verzekerd dat hij binnenkort weer helemaal de oude zou zijn.

Overigens is de brief van een andere hand dan gebruikelijk. Het handschrift is sierlijker en niet zo vluchtig als het handschrift van Van Ginkel. Hoogstwaarschijnlijk is de brief gedicteerd door Godard, maar zijn de woorden opgeschreven door een klerk. Mogelijk kon Van Ginkel door de verwonding in zijn schouder tijdelijk niet schrijven.

  • 1
    Hendrick Torck
  • 2
    François de Ram van Hagedoorn
  • 3
    George de Hertoghe, heer van Valkenburg
  • 4
    Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire
  • 5
    ohan baron van Dedem
  • 6
    Thomas van Cassiopijn
  • 7
    Pascasius Turck
  • 8
    Onbekend
  • 9
    Onbekend
  • 10
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 11
    Onbekend
  • 12
    Nicolaas van Vlooswijck
  • 13
    François Abrahamszoon Palm
  • 14
    Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg
  • 15
    Willem Maurits van Nassau-Siegen
  • 16
    Been
  • 17
    Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III
  • 18
    Mogelijk Gerrit van Heeckeren
  • 19
    Hendrik van Nassau-Ouwekerk
  • 20
    Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont
  • 21
    Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen
  • 22
    Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg
  • 23
    Johan van Stockheym
  • 24
    Onbekend

Klaar voor de thuisreis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 22 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft geschreven dat hij klaar staat om te vertrekken! Hij wacht alleen nog op antwoord op zijn brief aan de griffier en de raadpensionaris over zijn demissie. Margaretha heeft Coenraad van Beuningen, de voorzitter van de commissie die de brief in behandeling heeft, er maar eens op aangesproken en die zei dat de commissie niet wist dat de opdracht van Willem III alleen de werving betrof. Ze spreken af dat ze allebei bij de raadspensionaris zullen informeren, wat Margaretha onmiddellijk gedaan heeft.

Eerste brieffragment over onduidelijkheid thuiskomst

[=fier wacht,] ick heb vernoome hoet daermeede is,
wort bericht dat die in hande van gekoomiteerdees1Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
sijn gestelt daer den heere van beuninge2Coenraad van Beuningen de Eerste
in die komissie is, ik heb hem daer overweese
spreecke die seijt de heere niet te hebbe geweete uhEd
die last van sijn hoocheijt alleen hadt tot de
werfvine en dat hij met de raet pensionaeris
daer van soude spreecke vont goet ick ock het
selfve soude doen het welcke gedaen hebbe [die]

Gravure van een man met een grote bos (pruik) met krullen en een breed, maar dun snorretje. Hij draagt een kanten kraag en het lijkt of er een gordijn om hem heen geslagen is. Onder het portret staat: Corrado do Buvningen Ambasciatore Stra ordinario de Gli Signori Stati Generali Delle Sette Probincie Vnite Del Paese Basso, Appresso il Re Christianissimo di Francia
Coenraad van Beuningen (1622-1693), door Jacob van Loo/ Cornelis Meyssens ca. 1662. Collectie Stadsarchief Amsterdam

Slome raadpensionaris

De raadpensionaris3Gaspar Fagel beloofde Willem III er over te spreken, wat hij echter nog niet heeft gedaan. Omdat hij gewoonlijk nogal traag is, verwacht Margaretha niet snel resultaat. Ze hoopt dus maar dat de prins inmiddels zelf wel de brief die Godard Adriaan rechtstreeks aan hem had gericht, heeft beantwoord.

Tweede brieffragment onduidelijkheid over thuiskomst
Derde brieffragment onduidelijkheid over thuiskomst

[selfve soude doen het welcke gedaen hebbe] die
mij belooft heeft sijn hoocheijt die Eergister
hier gekoome is daer van te sulle spreecke dat
hij noch niet gedaen heeft, en gelijcke hij vrij
wat lansaem4langzaam in al sijn affaerees5in al zijn affaires: in alles wat hij doet is vrees
ick dat hijt hier ock wel in sal sijn, daerom
ick te meer verlange of uhEd van sijn hooch
heijt selfs op dat susijet6subject, onderwerp geen antwoort
heeft bekoome en wat, van beuninge is te

Op het embleem een naar boven gebogen tak op twee in de grond staande takken als een soort brug. Daarop een slak, op de achtergrond een heuvellandschap. Boven het embleem staat Langsaam Maar Sekerlijk bovenin het embleem staat Lente sed attente. Rechts onder het embleem staat A: de Winter fecit.
Embleem met slak, fragment van een blad met meer emblemata van Anthonie de Winter, 1697 – 1718. “Langzaam, maar zeker”, maar zo zeker is Margaretha niet van de raadpensionaris! Collectie Rijksmuseum.

Prins leidt leger naar Brabant

Ondertussen is het Staatse leger van voor Naarden opgebroken. De Spaanse ruiterij die overal waar ze kwam grote overlast veroorzaakte, is ingescheept om naar Brabant te gaan. Daar gaat ook de Nederlandse ruiterij heen, waar Willem III over hen allemaal het bevel zal voeren. Slechts vier ruiterregimenten blijven met de infanterie achter in Holland onder commando van de graaf van Waldeck.

Brieffragment over het verzamelen van het leger

[demissie wil niet langer wt blijfve,] ons leeger
is van voor naerde7Naarden opgebroocke, de spaense ruijterij
om de groote overlast die overal daerse koome
doen, sijn geambergueert8Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken , so men seijt gaense naer
brabant met al onse ruijterij behalfve 4 rees
gemente9regimenten die hier te lande neffens de infante
=rij die ondert komande vande graef van nassou
waldeck blijfve, sijn hoocheijt seijt me dat mee

naer brabant gaet en overt heelle leeger
aldaer so wel over de spaense als donsede onzen sal
komandeere, [onse ruijterij marscheere te lande]

Kriebelige tekening met op de voorgrond twee groepen cavaleristen die op elkaar in beuken. Iedereeen zit nog te paard, behalve op de plek waar ze tegen elkaar opbotsten, daar ligt één man met zijn paard op de grond. Boven de cavalisten de infanterie. Zij schieten en hebben speren. Links een klein groepje, rechts een grotere groep, waarachter een paard met ruiter en daarachter een nieuw peloton. De legers ontmoeten elkaar op ongeveer een kwart van het papier aan de linkerkant.
Charges van voetvolk en ruiterij, Jacques Callot, 1602 – 1635. Collectie Rijksmuseum.

Door de regen naar Bergen op Zoom

Het is maar de vraag of de tocht van onze ruiterij naar het zuiden met alle paarden zal lukken, want door de eindeloze regen van de laatste tijd zijn de wegen bijna onbegaanbaar. Eindbestemming is Bergen op Zoom waar ze verdere bevelen af zullen wachten.

Brieffragment over de ruiterij

[komandeere,] onse ruijterij marscheere te lande
vinde sulcke onwtspreeckelijcke weege dat
men vreest sij daer niet door sulle koome
door alde kontiniweelle10voortdurende reegen die wij
meest alledage hebbe, al dit volck heeft haer
randevoes11rendez-vous: samenkomst tot berge op soom12Bergen op Zoom sulle daer op
naerder13nader ordere wachte, [de heer van Ginckel]

Gezicht op Bergen op Zoom van één van de dijken van de ‘stadspolder’ on ten westen van Bergen op Zoom. Rechts van het midden een toren van het Markiezenhof, een vijftiende eeuws stadspaleis; verder naar rechts een deel van de Sint-Gertrudiskerk. Het ‘Boere-verdriet’, een van de stads bolwerken ligt aan de linker kant van de dijk, herkenbaar aan een groep bomen binnen een ommuuring.
Gezicht op Bergen op Zoom, Valentijn Klotz, 1671. Collectie Rijksmuseum

Van Ginkel in de voorhoede

Ook van Ginkel gaat mee en heeft het geluk dat hij de voorhoede mag aanvoeren. Hij is in Nieuwersluis geweest en vond zijn compagnie in betere toestand dan verwacht. Maar bij de monstering kwam een vaandrig met acht of negen man niet opdagen, en drie of vier mannen die wel in de buurt waren verschenen niet op het appèl.

Brieffragment over de monstering van Van Ginkels compagnie

[niet en verstaen] sijn kompangi is onlans ge=
monstert daer 3 a 4 man die present waere
hebbe vergeeten aente laete trecke, en meer
andere abuijse, sijn vaendrager komt ock
met die 8 a 9 man die hij mee brenge sou
niet daer hij heel om verleegen is, [de 25]

In een cirkel een soldaat met een grote oranje vaandel met een blauwe hond (leeuw?) erop. De man draagt een blauwe hoge hoed, een molensteenkraag, een oranje kuras met een gele en een groene sjerp (kruislings) en een wijde blauwe broek met strakke gele kousen.
Tegel, veelkleurig beschilderd met een vaandeldrager, 1625 – 1700. Collectie Rijksmuseum. Een vaandrig is een vaandeldrager.

Daarnaast is de luitenant dodelijk ziek. Van Ginkel schijnt al een vervanger op het oog te hebben. Geen Duitser, want die snappen toch niet zo goed hoe het hier in ons land werkt.

Drie heren met grote hoeden waarvan er één veren heeft. Ze hebben baarden. Ze dragen een versierde jas met grote manchetten. Twee dragen een sjerp, de derde heeft een sjerp om zijn middel. Eronder een pofbroek die vastgemaakt is met grote strikken. Ook op hun schoenen zitten strikken. Op de achtergrond huizen aan een brede straat waarop sledes rijden en kinderen spelen.
Drie Duitsers, sledes in de achtergrond, Johann Wilhelm Baur, 1636. Collectie Rijksmuseum.

Regiment een rommeltje

De berichten over het verworven regiment van Godard Adriaan zijn niet al te best. Er zijn nog steeds veel zieken. Van Ginkel is best te spreken over de officieren, maar uit andere hoek verneemt Margaretha dat ze de soldaten niet betalen, terwijl ze zelf wel op tijd het geld krijgen. Het plan is nu om er een pagadoorPagador: van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieter heen te sturen die de soldaten rechtstreeks uitbetaalt.

Veld van 8 tegels (4 x 2) elk met een blauw geschilderde musketier of piekenier binnen een akkolade omlijsting. In de hoeken, een vleugelblad.
Veld van acht tegels, anoniem, 1620 – 1640. Collectie Rijksmuseum.

Van Ginkel heeft zelf geen tijd om zijn vader te schrijven, zo druk is hij met de organisatie van de troepenverplaatsingen. Met de volgende post misschien. In Rotterdam (waar Margaretha en andere familieleden blijkbaar heen zijn geweest) hebben ze elkaar even een paar uur kunnen ontmoeten. Uiteraard laat Margaretha niet onvermeld dat Mompeljan veel aan zoonlief over laat.

Brieffragment over Van Ginkel en Mompeljan

in soma14in somma: opgeteld, samengevat, kortom daer is geen order in dat reesge=
=ment, met deese mers15mars heeft de heer van
ginckel so veel te doen dat hem onmoge=
lijck is geweest te schrijfve salt met de
naeste post doen, wij hebbe hem vandaech
te rotterdam gesproocke daer hij Een Eur
of twee bij ons is geweest, mompelijan16Armand de Caumont, marquis de Montpouillan
neemt het vrij wat gemacklijck op, laet het
meest op de heer van ginckel aenkoome

Een heuvelachtig landschap met snel getekende tenten en soldaten met paarden tussen bosjes. Boven de tekening staat: In het leger van Sijn Hoogheijdt bij Nivello de 8/8 1674.
Gezicht op een legerkampement bij Nijvel, Wallonië, Barend Klotz (mogelijk), 1674. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
  • 2
    Coenraad van Beuningen
  • 3
    Gaspar Fagel
  • 4
    langzaam
  • 5
    in al zijn affaires: in alles wat hij doet
  • 6
    subject, onderwerp
  • 7
    Naarden
  • 8
    Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken
  • 9
    regimenten
  • 10
    voortdurende
  • 11
    rendez-vous: samenkomst
  • 12
    Bergen op Zoom
  • 13
    nader
  • 14
    in somma: opgeteld, samengevat, kortom
  • 15
    mars
  • 16
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan

Soldaten in beweging

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.

Brieffragment over de troepenwerving

reca. 9 7ber in Hamburg
haech den 4
septem 1673

Mijn heer en lieste hartge

Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die
mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer
godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein
Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6
Augusti heeft behandicht en geseijt volgens
uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede
gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man
aen de luijtenant van heer van Ginckels komp
tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat
de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de
heer van ginckel hier voer geschreefve dat
hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die
volckere bij een blijfve en niet en verloope

Een kapitein, staande ten voeten uit met een stok in de hand. Op de achtergrond twee soldaten.
Een kapitein, Willem Bartsius, ca. 1622 – ca. 1639. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha legerfinancier?

De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.

Brieffragment over de financiering
geefve

Van heetere heb ick noch niet konne spreecke
maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant
selfve reesgement sal wille aeneeme so lang
hij van sijn achterstallige vant lant niet
voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe
daer hij als noch niet een stuijver van kan
krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick
dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet
sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet
dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle

geefve [ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch]

Aan de tafel links zitten drie secretarissen die de schuld noteren en uitbetalen aan de man aan de andere kant van de tafel. De mannen rechts staan op hun geld te wachten. Rechtsboven genummerd: 45. Tekening maakt deel uit van een album.
Alexander de Grote betaalt de schulden van zijn soldaten af, Leonaert Bramer, ca. 1655 – ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.

Brieffragment dat Van Ginkel moet betalen

[geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch
draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompacompagnie
en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve

Laat je soldaten niet kapen

Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.

Brieffragment over het kapen van soldaten

uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier
verleege sijn om volck en hoese op passe als als de
duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe
sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die
offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het
volck meede heeft gegeefve is goet maer
anders soudens al Een toer konne speelle5een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken

Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.

Landschap met links op de achtergrond een kerk en recht op de achtergrond een molen. Vanaf de kerk een pad waarop een zwaar beladen ezel met daarachter een vrouw met een zweep in haar hand. Langs de weg staan drie grote bomen die veel wind vangen. Het regent pijpenstelen, de vrouw houdt haar hoed vast.
De heide tussen ‘s-Graveland en Hilversum. Drielst, E. van 1745-1818Wit Jansz., I. de 1744-1809. Collectie Noord-Hollands Archief.

Beweging op de Veluwe en in het Gooi

Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.

Brieffragment over Willem III op de Veluwe
Brieffragment over Waldeck bij 's-Gravenland en Loosdrecht

[dat betaelt heeft] , wat nu belanckt ons
leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge
veeluwe de graef van waldeck heeft opt

schrafelant6‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer
se haer begraefve7zich ingraven wat verder het deseijnplan
van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde,
de heer almachtich wilt selfve seegene en
ons in alles bijstaen, inwiens beschermin
=ge uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor
[dat ick beijde]

Rechtsboven aan de Zuiderzeekust met Naarden, direct daarnaast (midden boven het Naardermeer en links daarvan Weesp. Onder Naarden de woeste gronden waarin staat Goyland. Links hiervan de rechte ontginning van 's-Graveland en daaronder de ronde ontginning van Loosdrecht. De grens van Holland is roze, die van Utrecht is geel.
Fragment (o.a. Loosdrecht en ‘s-Graveland) van de kaart van de provincie Utrecht met aangrenzende delen van Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (Veluwe) door B. de Roij Sr., 1680. Collectie Het Utrechts Archief.

P.S.

Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.

Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn…
Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.

Brieffragment over doorsteken Grebbedijk

dit neffensgaende plakaet is hier vandaech
overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck
de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor
alles inde provincie van Wttrecht onder water
soude sijn, en dat het op die provincie soude
soude aangesien weesen

Een kaart waarop te zien is dat het land tussen Rhenen en Wageningen via Veenendaal Scherpenzeel. Renswoude en Woudenberg tot aan Amersfoort onder gelopen is.
Overzichtskaart van het overstroomde gebied in de Gelderse Vallei ten gevolge van de doorbraak van de Grebbedijk op de 5 maart 1855, het noorden ligt rechts. Collectie Gelders Archief.
  • 1
    Lützow
  • 2
    kapitein
  • 3
    compagnie
  • 4
    geïnspecteerd
  • 5
    een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken
  • 6
    ‘s-Graveland
  • 7
    zich ingraven

Zware en secrete besognes

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft veel te vertellen. Er is gedoe over secrete én zware besognes, en natuurlijk ook weer over geld. Gelukkig is er wel goed nieuws vanaf het front. Het lijkt er op dat er iets groots op handen is. Gaat Utrecht ontzet worden? Het is nog onduidelijk wat er precies gaat gebeuren, maar het zal groots zijn. Aan het eind van de brief nog meer goed nieuws: op zee is de victorie behaald!

Secrete besognes

In haar vorige brief waarschuwde Margaretha Godard Adriaan dat één van de door Godard Adriaan geworven officiers een brief op hoge poten aan de Staten heeft geschreven. Volgens de officier zou hij nog geen geld ontvangen hebben van Godard Adriaan. De informatie was afkomstig van Caspar van Kinschot.

In de brief van vandaag komt Margaretha hier op terug. Ze vindt het goed dat Godard Adriaan zelf een brief aan Van Kinschot heeft geschreven, maar een reactie heeft hij blijkbaar niet ontvangen. Wellicht dat hij hierover tegen Margaretha geklaagd heeft.

Van Kinschot heeft in ieder geval zijn excuses aangeboden. Hij kon niet reageren omdat hij het enerzijds ontzettend druk heeft met allerlei zaken en anderzijds durfde hij niet. Omdat hij de Eed van de Secrete Besognes had afgelegd, mocht hij geen belangrijke zaken mededelen. Hij was bang dat Godard Adriaan hem dat niet in dank af zou nemen. Dus schreef hij maar niets.

Brieffragment over Van Kinschot

reca. 6 7tber17 van sept in Hamburgh

hacht den Eerste
septem 1673

tis heel goet uhEd den heere kinschot2Caspar van Kinschot selfs gean
twoort heeft, sij vreese ock aen dien kapteijn koc
kop Een banckroet te hebbe, kinschot heeft
voor deese al Exskuse gemaeckt dat hij aen
uhE niet en schrijft Eensdeels om sijn meenichvuldi
=ge affaere3Zaken en ten andere om dat hij inde Eet
vande seekreete besoeijngees4Geheime zaken is vreesende uhEd
niet wel sou neeme dat hij d niet van inpor
tansie schreef en den Eet leijt so strickt dat
hij niet derft[, hij komt teegenwoordich heel]

De man draagt een hoed met een veer, daar steekt peenhaar onderuit. Hij heeft een grote, platte kraag met een geschulpte kanten rand. Hij draagt een wijde broek met een streep op de zijkant en breed uitlopende laarzen met strikken op de voet. In zijn hand een wandelstok. Op de achtergrond mensen voor een bouwvallige poort.
Staande officier met wandelstok, van opzij gezien, Salomon Savery, naar Pieter Jansz. Quast, 1630 – 1665. Collectie Rijksmuseum
Een man in militaire uitdossing (een luitenant-kolonel), ten voeten uit, een zwaard aan zijn gordel, een stokwapen (partizaan) in zijn rechterhand. Op de achtergrond een heuvelachtig landschap waarin een stad belegerd wordt.
Luitenant-kolonel, Jacques de Gheyn (II), naar Hendrick Goltzius, 1700 – 1725. Collectie Rijksmuseum

Zware besognes

Tegelijkertijd wordt er bij Prins Willem III vergaderd over de militie. Dat zijn zware besognes, met andere woorden: moeilijke aangelegenheden. Velen die deelnemen of hebben genomen aan de vergadering zijn ziek geworden. Er zijn er zelfs al twee gestorven! Zo zwaar vallen de aangelegenheden dus… Margaretha vindt het trouwens wel gek dat er over betaling van de militie wordt vergaderd. Volgens haar is dat helemaal niet nodig en wordt er prima betaald. Vooral de milities die afkomstig zijn uit het buitenland worden goed betaald, schrijft Margaretha met een verbitterde ondertoon. Alleen de hoge ambten worden niet betaald.

Brieffragment over zware besognes

[heere hop is noch te Amsterdam seer qualijck,] al
de heere die in die komisie koome worde sieck
daer sijnder al twee van gestorfve, men seijt
die besoeijngees5Besognes: Zware aangelegenheden te swaer valle, ick weet niet
waer de offisiers nu over de quade betaeli
konne klage daer hebbense geen reedene
toe insonderheijt de vreemde naesie se worde
alle pront betaelt dan ick sien dat die
mense haer selfve niet wel konne behelpe
of redde, de hoochge schersgees6Ambten worde
niet betaelt insonderheijt aende ingeseete
=ne vant lant de andere krijge nu en dan
noch al wat[, met de laeste post is uhEd]

Geld

De demissie voor Godard Adriaan is verstuurd. Ontvanger Uyttenboogaard heeft Margaretha hoop gegeven dat de demissie ook daadwerkelijk betaald gaat worden, en wel komende week. Zodra het geld binnen is, zal het naar de ‘jonge Temminck’ in Amsterdam gaan. De bankiers familie Temminck regelt de financiële zaken van de familie. De lijnen zijn kort en ze kennen elkaar goed. In de brieven komen naast Temminck ook de oude en de jonge Temminck voor. Hij zal er dan voor zorgen dat Godard Adriaan dat dan via een wissel op kan nemen.

Brieffragment over geld

[noch al wat,] met de laeste post is uhEd
demissie7Ontslag uit dienst vande generaEliteijt afgegaen
die uhEd buijte twijfel vandaech of
merge sult ontfange, den ontfanger
wt den boogaert heeft mij hoop gegeefve
van de ordinansi ter som van 2500f inde
toekoomende weeck te betaelle, so haest
het gelt ontfange is salt selfve onder
den jonge teminck tot Amsterdam geleij
worde, om bij uhEd te trecke[, sijn hoocheijt is]

Een compagnie cavalerie loopt van ons weg in een vage verte. We zien paarden op de kont, op hun rug mannen met hoeden met veren en getrokken zwaarden. Midden tussen de mannen rijdt de trompeter.
Optrekkende troepen, Jacques Courtois Le Bourguignon, 1631 – 1675. Collectie Rijksmuseum

Troepenbewegingen

Prins Willem III beweegt zich met zijn troepen ergens tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Verder zijn er geruchten dat een gedeelte van de ruiterij zich ergens rond het huis van Cornelis Tromp in ‘s-Graveland ophoudt. Er zou een brug over de rivier de Eem geslagen zijn. Wat wel zeker is, is dat er troepen in Amsterdam gearriveerd zijn. Men vermoedt dat Utrecht eerdaags een aanval te verduren krijgt. Er zou iets groots op handen zijn… De graaf van Waldeck zou met de troepen uit ‘s-Graveland komen, en Willem III zou zich via Gorinchem bij de troepen van de graaf van Waldeck voegen. Margaretha hoopt dat het geluk nu eens aan de kant van de Republiek staat.

Sijn Hoocheijt
Brieffragment over op handen zijnd plan

[worde, om bij uhEd te trecke,] sijn hoocheijt is

met het leeger wt de langestraet8De Langstraat ligt ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch, tot Napoleon viel het onder Holland, nu onder Noord-Brabant voorleedene
maendach smergens vroech op gebroocke en
savonts tot oosterwijck9Er ligt een Oosterwijk ten westen van Leerdam in Utrecht en je hebt Oisterwijk ten oosten van Tilburg. Beiden zijn onlogisch op weg van De Langstraat naar Werkendam. Mogelijk bedoelt Margaretha Oosterhout gekoome alwaer tot
Eergistere hebbe geleege en so men seijt is
doen tot werckendam gekoome, de geruchte
gaen hier als of Een ander gedeelte van
onse ruijterij en ock Eenich voet volckere
gistere in’t schravelant ontrent het huijs
van de heere tromp soude sijn gekoome en
datter Een bruch over de Eem soude geslage
sijn, daer is doch hier is geen seeckerheijt
van maer wel datter Eenichge ruijterij
tot Amsterdam geamberkeert is,10Embarqueren: Aan boord gaan of brengen het vermoede is oft wel
op wttrecht mochte gemunt sijn en dat
den graef van waldijck vande Eene kant
met dat volck dat men seijt int schraefve
lant te sijn, en sijn hoocheijt aende ander
sijde bij gorckom heen sou koome, datter
Eits groots op hande is, is seecker [de heer al]

De lachende keukenmeester staat met een grote kom rode wijn in de handen achter een tafel waarop allerlei soorten eten liggen uitgestald: gevogelte, kwartels, een eend, een kalkoen, vissen, makrelen, kaas, pasteien, broodjes, worsten, hammen, een duif, een rode zeebrasem en een varkenspoot. Vooraan ligt een spel kaarten en enkele geldstukken.
Keukenstuk, Meester van de Amsterdamse Bodegón, 1610 – 1625. Collectie Rijksmuseum

Een paterstuk voor Van Ginkel

Van Ginkel is vereerd door Willem III. Hij was namelijk uitgenodigd om een stuk vlees te komen eten, een zogeheten paterstuk. Nu maar hopen dat de prins hem niet alleen op een dinertje trakteert, maar ook op een mooie functie. Het liefst die van commissaris-generaal.

Brieffragment over dinertje met Willem III

tis vandaech achdaechge dat sijn hoocheijt hem
de Eer heeft gedaen van hem door den heer van
ouwerkercke11Hendrik van Nassau Ouwerkerk te laete segge dat hij
smiddaechs Een paterstuck12Paterstuk: Vierkant stuk vlees van een koe bij hem wilde
koomen Eette gelijcke hij met Een deel spaense
offisiers gedaen heeft, en was sijn hoocheijt
heel wel te vreede en insijn schick, de heer
van ginckel heeft deese soomer weer het komisaer
=rischap scheeneraelsch in plaets van mompel=
=ijan die in vrieslant en hier inde haech is geweest
, bedient wil hoope het Eens in konsideraesie
sal genoome worde[, waeren wij nu maer deese]

Veldslag met grote zeilschepen. Tussen de schepen de rook van de kanonnen. Boven in de masten fier de dubbelen prinsenvlag en de blauwe Engelse vlag. Rechts voor staat een schip in brand, midden voor een sloep en tussen het brandende schip en de sloep mensen die zich vasthouden aan wrakhout of verzuipen.
‘De Gouden Leeuw’ in gevecht met ‘The Royal Prince’ tijdens de Slag bij Kijkduin van 21 augustus 1673, Abraham Storck, eind 17e eeuw. Collectie Royal Museums Greenwich. The Royal Prince draagt de blauwe vlag van admiraal Spragg. De Gouden Leeuw is het schip van Luitenant-admiraal Tromp.
Briefje over soldaten en zeelieden

Soldaten en zeelieden

Goed nieuws van het front neemt Margaretha nog snel op in het ps op een los briefje. De Münsterse troepen zijn uit Friesland verdreven en op zee is de strijd in het voordeel van de Republiek beslist. Admiraal Edward Spragg is gesneuveld. De dood van vice-admiraals Isaac Sweers en Johan de Liefde noemt Margaretha niet. Wel schrijft ze dat veel zeelieden hun benen of armen kwijt zijn. Of allebei. Ach, die ellendige en miserabele mensen…

die munsterse die in vrieslant
ingebroocke waere sijn so ge
seijt wort daer met schande
een verlies van volck weer wt
gedreefve, den Admirael
sprach13De Engelse admiraal Edward Spragg vande blauwe vlach Engelse schepen (m.u.v. het koningshuis en enkele officieren) voeren niet de Union Jack, maar een blauwe vlag
vande Engelse is seeckerlijck
doot gebleefve, het jacht
vande koninck van Engela
=nt dat met Eenige sereeschijn
om de gequetste int konins
vloot te verbinde was af
gesonde is in onse vloot ge=
=valle, en bij de onse op ge=
brocht, tis seecker dat de
vicktoorij die wij nu weer ter
see hebbe gehadt seer groot
is, maer wij hebbe ock seer
veel Elendige en misera
=bele mense deen sonder
beene en dander sonde arme
en ock die beene en arme
beijde quijt sijn thuijs ge=
kreechge tis Een miseerij te
hoore, de heer vergeeft het haer
die hier oorsaeck van sijn

Oude lap stof, donker vaal blauw met in de rechter hoek een stuk versteld. Linksboven een wit vierkant met daarin een rood kruis.
Fragment van een Engelse scheepsvlag, ‘Blue Ensign’, anoniem, ca. 1630 – ca. 1707. Collectie Rijksmuseum. Deze vlag is veroverd door de Hollanders op ‘the blue squadron’ onder commando van Edward Spragge tijdens de Slag bij Kijkduin, 21 augustus 1673. Het witte vlak met het rode kruis is het St. Georges kruis.
  • 1
    7 van sept
  • 2
    Caspar van Kinschot
  • 3
    Zaken
  • 4
    Geheime zaken
  • 5
    Besognes: Zware aangelegenheden
  • 6
    Ambten
  • 7
    Ontslag uit dienst
  • 8
    De Langstraat ligt ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch, tot Napoleon viel het onder Holland, nu onder Noord-Brabant
  • 9
    Er ligt een Oosterwijk ten westen van Leerdam in Utrecht en je hebt Oisterwijk ten oosten van Tilburg. Beiden zijn onlogisch op weg van De Langstraat naar Werkendam. Mogelijk bedoelt Margaretha Oosterhout
  • 10
    Embarqueren: Aan boord gaan of brengen
  • 11
    Hendrik van Nassau Ouwerkerk
  • 12
    Paterstuk: Vierkant stuk vlees van een koe
  • 13
    De Engelse admiraal Edward Spragg vande blauwe vlach Engelse schepen (m.u.v. het koningshuis en enkele officieren) voeren niet de Union Jack, maar een blauwe vlag

Mannen met spijt en mannen met goede moed

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Wederom is volgens Margaretha niets schrijvenswaardigs gebeurd de afgelopen paar dagen. Toch schrijft ze een paar velletjes vol. Vanmorgen zijn de diplomaat Hieronymus van Beverningh en de Spaanse resident vanuit Keulen naar Den Haag gekomen met nieuws. Wat het nieuws is, is onduidelijk. Margaretha hoopt op goed nieuws, maar als dat het geval is zal het wel snel naar buiten komen. Nee, dat zouden ze niet geheim houden, de mensen verlangen zó naar vrede.

Weer meer Maastricht

De gouverneur van Maastricht, Jacques de Fariaux, is in Den Haag en heeft verslag uitgebracht aan Zijne Hoogheid en de staat, over wat er binnen Maastricht is gebeurd en de reden voor de overgave van de stad. Men zegt dat de stad niet langer stand had kunnen houden, omdat het leger van binnenuit zozeer uitgeput was. Lodewijk XIV bracht om de twee à drie uur verse troepen om de verdediging te versterken.

Linksvoor stroomt een rivier, na een klein stukje rivieroever staat er een hekje en direct daarachter een hoge muur. Achter de muur ligt de stad Maastricht. Vooraan een rij (vakwerk-)huizen, daarachter de Onze Lieve Vrouwe Basiliek.
Gezicht op de muren van Maastricht, Josua de Grave, 1670, Collectie Rijksmuseum.

Een misser over Maastricht

En had ze dit nu al eerder geschreven of niet? Margaretha is het even kwijt, maar voor de zekerheid schrijft ze haar man toch over iets wat ze heeft vernomen over de zoon van de heer Alexander de Soete van Laecke. De beste man is buiten zijn boekje gegaan. Er was nog geen zekerheid over het overgeven van de stad – het officiële akkoord was nog niet gegeven – maar hij schreef er in een brief naar zijn vader al over alsof het een voldongen feit was. Hij verkondigde in de brief dat de troepen zich zouden terugtrekken en dat hij zelf het akkoord niet had getekend. Maar het was extreem onvoorzichtig de brief te schrijven en had niet de wijde wereld in gemogen. De gouverneur van Maastricht was woedend en de eer en reputatie van de familie de Soete van Laecke zullen ernstig worden aangetast…

Eerste brieffragment over Alexander de Soete van Laecke jr
Tweede brieffragment over Alexander de Soete van Laecke jr

[=re af losten,] ick weet niet of ick uhEd voordeese
heb geschreefve van Een brief die de soon vande heer
van vieleers wt Maestricht aen sijn vader heeft

geschreefve Effen doent ackoort was gemaeckt en
men hier niet seeckers daervan had, waer in hij
schrijft dat ons volck daer wt soude trecken en
dat hijt ackoort niet had geteijckent en de pen
niet alles kost vertrouwe maer hierkoomende
mondelin het gepasseerde sou verhaelle, of dierge=
lijcke, dees en brief sijnse so onvoorsichtich geweest
dat sij Een ijder hebbe laeten sien sijn hoocheijt selfs
lietse door den heer boreel haelle en heeft se geleesen
dewelcke brief bij den gouverneur faerijo heel qualijck
genoome wort en heel hooch ijae so dat hij vieleers in sijn
Eer en reeputaesi vrij gekrenckt wort dat ick
van sijnent weege vrees hij voelle sal, mij jamert
de oude liede die hier seer over ontstelt sijn [,den]

Een verzoekje

En dan ander nieuws in hetzelfde thema: weer een man met spijt. De gewezen majoor van Hardenbroek is wanhopig. Wat er precies voorgevallen is, is niet duidelijk, maar hij heeft een keer het bijltje erbij neer gegooid. Het is al even geleden, want het is niet de eerste keer dat Margaretha hem de gewezen majoor noemt. Van Hardenbroek is bij Van Ginkel als die ziek in Brussel ligt. Dan noemt ze hem al de gewezen majoor. Nu staat het water hem kennelijk aan de lippen want zowel Gijsbert Johan als zijn moeder1Mechteld van Reede van Renswoude, dochter van Johan smeken Godard Adriaan om hem te helpen een plaats te krijgen in zijn leger, misschien als luitenant of zelfs kolonel? Ze smeken en smeken of Margaretha haar man alsjeblieft zou willen schrijven met een goed woordje erin voor de gevallen majoor. Nou, bij dezen.

Blad met twee tekenvoorbeelden. Boven een man, kalend met een baard, die zijn handen gevouwen heeft een smekend omhoog kijkt. Onder een man met een stok die met zijn handen tegen elkaar tegenover een vrouw zit die haar vingers ineengestrengeld heeft.
Compositie met smekende figuren, Jean Dubrayet, ca. 1627, Collectie Rijksmuseum.

Hooi, turf en hout

Godard Adriaan heeft voor de militie die hij geworven heeft geld voorgeschoten en het ziet ernaar uit dat Margaretha dat geld terug gaat krijgen. Als ze het geld echt krijgt zal ze met dat geld de militie betalen, in ieder geval voor zover dat lukt. De kosten lopen namelijk hoog op. Margaretha sluit ook een overzicht bij van de kosten van de huishouding. Ze is echt zo zuinig mogelijk, maar ze heeft wat gerekend en er zal elk jaar minstens vijfduizend gulden worden besteed. Nu moet ze bijvoorbeeld weer voorraden van hooi, turf, hout en dergelijke voor de komende winter regelen.

Brieffragment over de financieën

[gedaen,] hier neffens gaet de memoorije2overzicht vant leste
gelt dat ick ick ontfange hebbe, nu weet ick niet
dat wij hier meer schulde hebbe die van Eenige
inportansie sijn, ick leg het in alles so naeu
over alst moogelijck is noch loopt het al hooch
en sien hoe ickt overlegge datter al bij de vijf
duijsent int ijaer at verteert sal worde, nu moet
ick weer provijsie van hoeij turf en hout en
dier gelijcke voor de winter op gedaen worde
ick hoope noch al datse ons de ordinansie die
in hande heb sulle betaelle, [nu weer vant]

Goed nieuws en goede moed

Toch ook nog wat positiever nieuws: de Zilvervloot is veilig aangekomen, waar veel vreugde over heerst. Dat is niet verwonderlijk, want het schijnt dat er een aanzienlijke hoeveelheid zilver binnenkomt. Het is geweldig dat God nu weer Zijn genade toont.

Alle troepen verzamelen zich inmiddels in het gebied van de Langstraat: Prins Maurits3Johan Maurits van Nassau-Siegen is terug gekomen uit Friesland , het regiment Van Ginckel is naar het land van Altena en de graaf van Waldeck4George Frederik van Waldeck-Eisenberg naar Geertruidenberg. Het leger verzamelt zich met goede moed. Het schijnt dat Lodewijk XIV inmiddels in Charleroi is.

Gewelfde voet. Balusterstam met knop en een luchtbel, daarover drie schrijven. Op conische kelk in radgravure een boer met ploeg getrokken door twee paarden op akker en enkele boompjes, aan de andere zijde een driemaster op kalme zee. Boven de boer het opschrift: SALUS PATRIÆ.
Wijnglas met een schip, anoniem, ca. 1750 – ca. 1775, Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Mechteld van Reede van Renswoude, dochter van Johan
  • 2
    overzicht
  • 3
    Johan Maurits van Nassau-Siegen
  • 4
    George Frederik van Waldeck-Eisenberg

Zware en bekommerde tijden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 mei 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 mei 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Het geld waar Margaretha in haar twee vorige brieven over heeft geschreven, ligt bij huisbankier Adriaan Temminck in Amsterdam. Margaretha denkt dat het geld voor de wervingen door Willem III eveneens aan Temminck is overhandigd, maar ze weet het niet zeker. Erg blij is ze trouwens niet met die Prins van Oranje…

Geen nieuwe Tocht naar Chatham

De Staatse vloot ligt ergens in de contreien van Schoneveld. Het plan was om de Engelsen, net als in 1667, te verrassen. Maar de Engelse schepen hadden de zeilen al gehesen; het plan viel in het water. We zullen zien of de Staatse vloot de vereniging van de Engelse en Franse vloot nog kan beletten.

Brieffragment over de scheepsvloot

[hebbe die dat ambacht daer doet,] onse scheeps vloot
leijt ontrent of opt schoone velt, quaeme wat te laet
omt deseijn1Dessein: plan te voltrecken de Engelse scheepe laechge
al seijl ree, nu sulle d onse sien ofse de konsijonsi2Conjunctie: vereniging
van de franse met dEngelse konne beletten

Gravure van twee grote zeilschepen. Het enge vaart naar links en heeft drie zeilen en de fok gehesen. Het ander vaart van ons af achter een andere schip aan. Beide schepen hebben een vlag met drie banen, waarschijnlijk de Hollandse driekleur. Bij de schepen is duidelijk te zien dat de luiken van de kanonnen open staan.
Twee grote oorlogsschepen, Reinier Nooms Zeeman, 1650-1667. Collectie National Gallery Prague.

Mopperen op Mompeljan

Wat Margaretha echt niet begrijpt, is dat Willem III het vacante commissaris-generaalschap aan Armand de Caumant, markies de Montpouillan, heeft gegeven. Godard van Ginkel is er ook zeer verbouwereerd over, maar daar hoeft Margaretha niet over uit te wijden – Godard Adriaan zal dit vast wel uit de brieven van zijn zoon kunnen opmaken. Als het niet zulke zware en bekommerde tijden waren, dan had Van Ginkel – uiteraard met toestemming van zijn vader – het leger adieu gezegd. Het is niet eerlijk, vindt Margaretha. Van Ginkel heeft de post al die tijd als waarnemer bekleed, en nu gaat een ander er mee vandoor! Het gaat Margaretha niet eens om het ambt of het geld dat met het commisaris-generaalschap gepaard gaat, maar om de aantasting van de eer. Een ingezetene van het land, die goed en bloed inzet, wordt gepasseerd voor een buitenlander. Zijn dit nu de vruchten van de mooie woorden en beloften van de Prins aan Godard Adriaan?

Eerste brieffragment over Mompeljan
Tweede brieffragment over Mompeljan

dat sijn hoocheijt het vakante komijsarisgenerael
=schap aen mompelijan3Armand de Caumont, marquis de Montpouillan die gisteren sijn Eet heeft
gedaen heeft gegeefve sal uhEd wt het schrijfve
vande heer van ginckel sien die daer vrij over ver=
=set is en niet weet wat hij doen sal, waerende tijde
niet so swaer en bekomert om de leefven alse sijn
hij sou met uhEd premisie quiteere maer wat sal
hij nu doen men heeft hem die plaets al den tijt
laeten bediene sijn hoocheijt heeft selfs teegens ver
scheijde geseijt dat hij sijn post wel heeft waergenoo
=men en nu gaet men en Een ander booven sijn hooft

tis voorwaer hart Een ingeseeten vant lant die goet
en bloet daer bij op set, ick kan niet segge hoeseer
mij dit speijt niet so seer om dit amt oft inkoome
van dien als om de smaet voorde werlt dit sijn
de vruchte vande schoone woorde en belofte die uhE
van tijt tot tijt sijn gedaen [doch paesijensi wij]

Schets met op de voorgrond links soldaten te paard die staan te kletsen. Rechts zitten twee soldaten op de grond. De soldaten staan voor een klein boerderijtje. Op de achtergrond meer mensen en ruiters en verschillende tenten.
Bereden soldaten in hun kwartier, Pieter de Molijn, 1650 – 1660. Collectie Rijksmuseum

De hand die alles bestiert

Margaretha vindt dat we niet moeten kijken naar de stok die ons tegenslag op tegenslag geeft, maar naar de hand die alles bestiert. En dan zegt ze iets heel interessants: was het niet beter geweest als we bij ’t onze waren gebleven? Oftewel, als ze thuis in Amerongen waren gebleven? Dan hadden ze het huis wellicht kunnen redden. Ach, het heeft vast allemaal een reden: we moeten hier volgens Margaretha de bestiering van de allerhoogste in zien.

Brieffragment over de hand die alles bestiert

[van tijt tot tijt sijn gedaen doch paesijensi] wij
moete niet sien op de stock die ons so slach op
slach geeft maer op die hant die alles bestiert
wie weet oft ons niet best waer geweest dat wij bijt
ons waere gebleefve hadent ons noch gekonserveer
en ons moogen behelpe so men best had gekost wie weet
hoet ons nu noch gaen sal doch wij moeten hier in
al meede sien op de bestierine der alderhoochste

Gravure van onderaf van een man met korte krullen en een baard die naar beneden kijkt en zijn handen ten hemel steekt (of wacht, hij is waarschijnlijk al in de hemel... omhoog dan). Een Engeltje vliegt boven hem, twee kijken om het bovenste randje en vier Engeltjes verschuilen zich achter hem en aan zijn zijde.
God omringd door putti (detail), Nicolas Dorigny, naar Rafaël, 1695. Collectie Rijksmuseum

Stank voor dank

Trouwens, nog even terug naar die benoeming van Mompeljan… Dat is dus allemaal bekokstoofd door een neef van Margaretha’s heer en liefste hartje. Hij bemoeide zich met de benoeming op verzoek van Hedwig van Brederode, een zus van Amelia van Brederode. En Amelia Wilhelmina van Brederode was, je raadt het al, getrouwd met de markies van Montpouillan! Nog een saillant detail, die neef van Godard Adriaan, waarschijnlijk Frederik van Reede, een zoon van nestor Johan van Reede van Renswoude, bewoog een jaar geleden nog hemel en aarde om een wit voetje te halen bij de De Witten. En nu loopt hij te slijmen bij de Prins! Hij waait met alle winden mee, of zoals onze briefschrijfster het verwoord, hij ‘hangt zijn huik naar de wind’. Vorig jaar was Margaretha nog door vorst, sneeuw en hagel van Amerongen naar Utrecht gereisd om hem en zijn neef Van Rossem te helpen met hun sollicitatie! En nu? Krijgt ze alleen maar stank voor dank.

Brieffragment over de neef en zijn neef

onse kosijn die uhEd naeme draecht4Vermoedelijk Frederik van Reede. Dit is in ieder geval de meest waarschijnlijke kandidaat heeft dit schoo
=ne werck opt versoeck van hetwich van breederoode
almeede helpe fasiliteere, maer ick sal ock daer
kan ent Eenichsins te pas komt niet verswijgen
wat Een vrint hij is geweest weijnich meer als Een
ijaer geleede doen hij noch heemel en aerde be=
weechde om onse vriende inde partij vande witte5Aanhangers van Johan en Cornelis de Witt, Staatsen te
trecken, en nu hanckt hij so de huijck naer de wint6De huik naar de wind hangen: ‘zijn overtuiging wisselen met de omstandigheden’. Een huik is een mantel zonder mouwen. Betekent hetzelfde als ‘met alle winden mee waaien’
en ist beste kint, hoe liep hij mij de voorleeden
winter Een ijaer ten ooren en deed mij door vorst
sneeuw en hagel van Ameronge naer wttrecht
reijse niet Eens maer vrij meer om niet alleen
hem maer sijn neef van rossom7Waarschijnlijk Adriaan van Rossem in haer solisi
=tasie te helpen, dit is nu de loon daer van
[nu mijn lieste hartge neemt het mij niet qualij]

Een elegante dame met een rode rok met lange biezen. Ze draagt een zwarte huik met een witte kraag en witte manchetten. Op haar hoofd heeft ze een zwarte shawl en in haar hand een blauwe veer.
Vrouw in een huik (detail), Gesina ter Borch, ca. 1652. Collectie Rijksmuseum

Het is immers het een op het ander

Op een gegeven moment dringt het tot Margaretha door dat ze wel erg veel aan het klagen is. Ze verontschuldigt zich en vraagt Godard Adriaan het haar niet kwalijk te nemen. Maar ze heeft het zo zwaar, en er is haast geen levende ziel waar ze vrijuit tegen durft te spreken. Het is een en al ellende. Eerst dat gedonderd met de compagnie, en nu weer dit… Oh, kon ze haar man maar weer eens onder twee ogen spreken. Eén ding weet ze zeker: wie op God vertrouwt, zal niet verloren gaan.

Eerste brieffragment over het klagen
Tweede brieffragment over het klagen

nu mijn lieste hartge neemt het mij niet qualij

de moet is mij so vol dat ick haest meen te bersten
en heb imers geen leevende siel daer ick vrij
teegens derf spreecken, tis imers teen opt ander
Eerst met de kompangi en nu weer dit, och mocht
ick uhEd Eens spreecken, nu dat kan niet sijn
paesijensi, naer deese tijt Een beeter die op godt
vertrout sal Evewel niet verlooren gaen[, ick wil]

Nieuwersluis en Nyenrode

De Fransen hebben geprobeerd om enige huizen in de omgeving van de pas door de Staatsen heroverde post te Nieuwersluis in te nemen, maar ze zijn door de Staatse troepen verdreven. Er zijn ook een paar Fransen gesneuveld. Margaretha heeft gehoord dat kasteel Nyenrode of het huis Ter Aa is afgebrand, maar dat gerucht is nog niet bevestigd. Wel schrijft ze dat de gravin van Waldeck, Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, bij haar is geweest en heeft verteld dat ze via via heeft gehoord dat huis Ter Aa is afgefikt. De gravin heeft dit in een brief van haar man, de graaf van Waldeck, gelezen. De graaf heeft het op zijn beurt weer van de Johan van Stockheim, die het commando voert over Nieuwersluis. Vreemd, want zover Margaretha weet hebben de eigenaren van Ter Aa wel betaald om het huis te bewaren.

Brieffragment over Ter Aa en Nyenrode

de post aende nieuwersluijs wort bij d onse noch
ingehoude8Nieuwersluis is op 13 mei 1673 ingenomen door de Staatse troepen den vijant heeft getracht daeron=
trent Eenige huijse inte neeme maer sijn van
donse daer wt gedreefve met verlies van Eenig
volck, nu seijt me datseet huijs te nieuwenroij9Nyenrode
oft huijs te dr A10Ter Aa soude afgebrant hebbe
doch hier is geen seeckerheijt van, so gaet de
graefvin van waldeck11Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, gravin van Waldeck van mij seijt de graef
van waldeck12Georg Frederik van Wakdeck-Eisenberg briefve gehadt heef van stockom13Johan van Stockheim
die aen nieuwer sluijs komandeert dewelcke
schrijft dat huijs ter d A afgebrant is vande
vijant, sij hebbe so ick meen almee tot afkoop
van brande en schade betaelt[, de sweetse]

Gravure van een ruïne. Midden een poort van twee pilaren met een fronton. Daarachter een zwartgeblakerde muur van ruim een verdieping hoog en de gaten van ramen. Een deel van de toren staat nog wel maar is ook geruïneerd. Drie mannen met een hondje staan naar het kasteel te kijken, links voor in de schaduw zitten ook twee personen. Midden boven staat de tekst "t Huys te Niewen rode"
Ruïne van Nyenrode, Isaac Sorious, 1672 – 1676. Collectie Rijksmuseum

Ongehoorde dingen

De Zweedse ambassadeurs die op weg zijn naar Aken voor de vredesbesprekingen, zijn bij de Bessemer hei tegengehouden door een partij Fransen. De Fransen wilden niet hebben dat de ambassadeurs door Maastricht trokken, waardoor de ambassadeurs nu een omweg moeten maken. Margaretha vindt het ongehoord, en eindigt vervolgens haar brief met de gebruikelijke afscheidsgroet.

Brieffragment over de Zweeds Ambassadeurs

[van brande en schade betaelt,] de sweetse
Ambassadeurs die naer Acke sijn koomende
op de bessemer heij14Bessemer ligt tussen Genk, Maasmechelen en Lanaken, tegen Nationaal Park de Hoge Kempen aan hebbe Een partij franse
daer gevonde die niet wilde lijde dat sij door
Maestricht soude passeere hebbense Een
ander wech om doen gaen, ongehoorde dinge
nu moet ick blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor


  • 1
    Dessein: plan
  • 2
    Conjunctie: vereniging
  • 3
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan
  • 4
    Vermoedelijk Frederik van Reede. Dit is in ieder geval de meest waarschijnlijke kandidaat
  • 5
    Aanhangers van Johan en Cornelis de Witt, Staatsen
  • 6
    De huik naar de wind hangen: ‘zijn overtuiging wisselen met de omstandigheden’. Een huik is een mantel zonder mouwen. Betekent hetzelfde als ‘met alle winden mee waaien’
  • 7
    Waarschijnlijk Adriaan van Rossem
  • 8
    Nieuwersluis is op 13 mei 1673 ingenomen door de Staatse troepen
  • 9
    Nyenrode
  • 10
    Ter Aa
  • 11
    Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, gravin van Waldeck
  • 12
    Georg Frederik van Wakdeck-Eisenberg
  • 13
    Johan van Stockheim
  • 14
    Bessemer ligt tussen Genk, Maasmechelen en Lanaken, tegen Nationaal Park de Hoge Kempen aan

De vijand slaapt niet en is vol praktijken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 15 mei 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 mei 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft dringend om geld gevraagd voor de werving van het nieuwe regiment in Duitsland. Maar zoals bekend zijn er geen contanten te krijgen. Margaretha legt haar man uit dat de soldaten thuis ook al nauwelijks betaald krijgen.

Soldaten onbetaald

Korporaalsvrouwen moeten bedelen om brood. Het schijnt dat sommige officieren het geld dat voor de soldaten bedoeld is, in hun eigen zak steken. Van Ginkels compagnie wordt gelukkig redelijk betaald, maar zijn salarisverhoging krijgt hij nog niet. Terwijl we het hier wel over een vitaal beroep hebben!

Brieffragment over betaling leger

ick derf niet segge hoe de ruijters en arme soldate
Een deel van wan betaeline1wanbetaling klaechge ija korperaels
vrouwe gaen bidde om Een stuck broot, en konne
niet subsijsteere, ick geloofve het ock veel aende
offijsiers schort diet gelt in haer beurs steecke ende
arme soldate onbetaelt laeten, de kompangi vande
heer van ginckel wort nu reedelijck wel betaelt
maer van sijn hoochge tracktement krijcht hij
noch niet, [sijn hoocheijt is gistere weer hier gekoo]

Een vrouw zit tegen haar rugzak aangeleund, haar hoed bedekt haar gezicht. In haar linkerhand houdt ze een hoed op. In een draagzak zit een zuigeling.
Bedelende soldatenvrouw, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1764. Collectie Rijksmuseum

Willem waakt

De veiligheidssituatie blijft precair, met de verse Franse troepen onder leiding van Condé in het land. Willem III heeft de posten bij Muiden en de Hinderdam geïnspecteerd. De zogenaamde aanval op de Hinderdam was inderdaad vals alarm, er zijn alleen wat paarden en koeien gestolen. Zijne hoogheid is waakzaam genoeg. Margaretha lijkt echt vertrouwen in hem te hebben. Alle legerposten zijn nu op orde, en menselijker wijs kan er niets misgaan. Maar ja, ze hebben afgelopen jaar wel meer meegemaakt, niets is zeker. Want ook de vijand slaapt niet en ‘is vol praktijken’ (streken).

Brieffragment over wakende Willem

sijn hoocheijt viegeleert2Vigileren: waken genoech bij sijn versuijm hebbe
wij geen ongelucke te verwachten al de poste sijn wel
versorcht, naer menschelijcker wijse ist onmoogelijc
datser door konne breecke, dan wij hebbe so veel in
Een ijaer herwaerts beleeft en gesien datter niet
van te verseeckeren is, de vijant slaept niet is
vol pracktijcke, [sijn hoocheijt sendt drije reesgemente]

Een bruine tekening met op de voorgrond de oever van een rivier, links bosjes met een boom, rechts alleen bosjes. Op de rivier een zeilboot in het midden en daarachter wat minder goed uitgewerkte roeiboten. Aan de overkant van de rivier ligt een stad met een stadsmuur met torens en poorten. Boven de stad steken verschillende kerktorens uit, rechts een molen.
Gezicht op Schoonhoven, Johannes Leupenius, 1653 – 1693. Collectie Rijksmuseum

De prins heeft ook drie regimenten naar Friesland gestuurd. Zelf blijven hij en de graaf van Waldeck met een “vliegend” (flexibel) leger in de buurt van Alphen en Schoonhoven. Zodat ze bij een eventuele aanval snel ter plaatse zijn. Een mooi succes: Nieuwersluis is weer in eigen handen gekomen. God geve dat het zo blijft!

Brieffragment over vliegend leger

men seijt sijn hoocheijt met de graef van waldeck
met Een vliegent leeger ontrent schoonhoofve
en Alfhen sulle blijfve om ofse Eenige van
onse post mochte atackeere daer terstont
bij te sijn donse3De onzen: ons leger hebbe aende nieuwe sluijs nu
weer post gevat godt geefve sijt mooge behou
=de, [wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe]

Oorlogsvloot

Inmiddels is de uitgevaren oorlogsvloot gesignaleerd ter hoogte van Oostende, zeilend richting de Theems. Gaan de plannen slagen?

Brieffragment over de scheepsvloot

[voor swaerder wil bewaeren], onse scheepsvloot
is voorleedene vrijdach smergens ontrent 4 Euren
op de hoochte van oostende gesien en seijlde naer de
teems4Thames van waer alle daege men verwacht te
hooren wat suckses van het deseijn5Dessein: plan is, [dus verde int]

Plattegrond van oostende. De bastionstructuur is duidelijk te zien. Aan de bovenkant de Noordzee en het strand, rechts de haven. Onder de plattegrond staan een paar gravures.
Plattegrond van Oostende met stadsgezicht, Matthaeus Seutter (III), 1708 – 1757 Collectie Rijksmuseum

Inwendige mens

Margaretha vergeet als altijd de inwendige mens niet in haar brief. In de eerste plaats het inwendige mensje dat er bij haar schoondochter uit moet: volgende week zullen ze toch echt naar Amsterdam gaan om daar veilig te kunnen bevallen. En in de tweede plaats haar eigen inwendige mens die erg blij is met het vat wijn dat Godard Adriaan heeft gestuurd. Ze hebben het inmiddels aangebroken en de inhoud is heerlijk. Wijn is nu erg duur, en boter ook: 8 stuivers per pond.

Bireffragment over de kraamvrouw en de wijn
Brieffragment over de prijzen van boter en wijn

[=de] wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe
koomende weeck met de vrouw van ginckel en haer
kindere naer Amsterdam te gaen om haer
kraem met godts hulpe daer wt te houde
de heere wille Een goede verlossine en gesonde
vrucht verleene, wij hebbe de wijn die uhEd mij
heeft beliefve te sende ontsteecke is heel goet
bedancke deselfve noch seer voorde goede sorchge


die hij voor ons draecht, booter en wijn is hier seer
dier het pont booter kost hier noch al 8 en 9
stuijvers, [het ongeluck heeft den heer van ginckel]

Bouwmeester als boodschappenjongen

De Parmezaanse kaas (verblijfplaats nog steeds onbekend) zit Margaretha hoog. Zo hoog zelfs, dat ze de keurvorstelijke bouwmeester, Michiel Mattheus Smits, inschakelt. Terwijl ze zit te schrijven staat hij op de stoep met een brief van Godard Adriaan. Hij heeft weinig tijd, want hij is op doorreis naar zijn familie in Breda. Hij belooft daar naar de kaas te informeren en op de terugreis wat langer te blijven.

Brieffragment over de bouwmeester en de kaas

[hooren wat suckses van ht deseijn is] dus verde int
schrijfve kom den boumeester vande heere keurvorst
van brandenburch6Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen die mij uhEd aengenaeme7aangename brief behandi8behandigt:overhandigt
hij is so haestich dat hij niet wilde sitten maer so voort
naer breeda vertrecken, sal daer naer de perme
saense kaes verneemen, als hij weer komt heeft
belooft weer aente sulle koome sal hem dan so wij
noch hier sijn versoecke Een maetijt met ons te Eete
en so veel onthael doen als wij konnen,

Portret van een man die ons zijdelings aankijkt. Hij draagt een jas met knoopjes en een strik op zijn schouder. Hij heeft een kanten sjaaltje om. Hij heeft lang haar met een slag en een brede maar dunne snor. Onder het portret staat Michael Mathias Smidts Serenissimi Electoris Brandenburgici Frerici Guilelmi Magni Architectus.
Michael Matthias Smidts (1626 – 1692) door Jacques Vaillant, 1685.Collectie: Stadtmuseum Berlin © Repro: Michael Setzpfandt Berlin

Twee oude heren en nog meer kaas

Met oom Dirk Adolf van Reede in Wijk bij Duurstede gaat het voor zijn doen goed, voor zover Margaretha weet, maar ze heeft eigenlijk al een poosje niet van hem gehoord. Blijkbaar heeft Godard Adriaan naar hem gevraagd. Deze oom is een broer van zijn vader en loopt al een eind in de zeventig. Een opmerkelijk familielid, want als twintiger is hij bij de Jezuïeten gegaan en ondertussen bedient hij al zo’n veertig jaar redelijk ongestoord als priester de katholieken in Wijk. Zijn gezondheid begint wat achteruit gegaan. Uiteindelijk zou hij in 1674 overlijden.

Een man met gesloten ogen, een snor en een paar dagen baardje. Op zijn hoofd een zwarte kap waar grijze krullen onderuit steken. Om zijn nek een lichtblauwe stola met een rode rand. De kleding eronder is wit. Aan de rechter kant een opengetrokken blauw gordijn. Rechts in de hoek staat RP Theod: Reede M 1674 12 Dec Aet: 74 MIS 41
Dirk Adolf van Reede op zijn doodsbed 12 december 1674 op de leeftijd van 74 jaar. Collectie Parochie H. Suitbertus, Culemborg

Van een andere oude heer die net ziek is geweest, Johan Temminck in Hamburg, vindt Margaretha zeker dat hij aan moet sterken, want ze stuurt hem…kaas. Geen Parmezaanse, maar ‘S-Gravenzandse kaas dit keer.

Brieffragment over oude mannen en nog meer kaas

[vant lant vereijst] onse oom van reede9Dirk Adolf van Reede weet ick niet
beeter of is naer sijnen doen reedelijck wel is noch
tot wijck10Wijk bij Duurstede, dan heb nu in Eenige tijt herwaerts niet van
sijn hEd gehoort, ick sal met deerste geleegentheijt
Een paer goede schraefvesantse11’s Gravezandse kazen voor den goede
oude heere teminck sende wenste te weete wat
hem aengenaem mochte sijn, sal nu blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

  • 1
    wanbetaling
  • 2
    Vigileren: waken
  • 3
    De onzen: ons leger
  • 4
    Thames
  • 5
    Dessein: plan
  • 6
    Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen
  • 7
    aangename
  • 8
    behandigt:overhandigt
  • 9
    Dirk Adolf van Reede
  • 10
    Wijk bij Duurstede,
  • 11
    ’s Gravezandse

Wapenstilstand en paardenhandel

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 april 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 25 april 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief


Margaretha begint haar brief met een ogenschijnlijk vrij oninteressant bericht. Godard van Ginkel is naar Gorinchem vertrokken om zijn regiment op orde te brengen. Zijn stalmeester, Kemp, heeft een paard van Isaäc de Blanche verkocht. Het was het slechtste paard en Kemp heeft hier 29 rijksdaalders voor kunnen vangen. Margaretha noteert ook voor hoeveel geld het paard heeft gegeten: 12 gulden in 15 dagen, oftewel 16 stuivers per dag. Er is ook nog een goed paard, maar het lukt in eerste instantie niet om deze te verkopen.

Een paard staat met naar links gedraaid met zijn hoofd omhoog te hinniken, zijn mond is open. Rechts, achter het paard staat een man in lompen, zijn rechterhand heeft hij omhoog richting het paard, in zijn linker hand heeft hij iets (hoed? touw?) achter het paard staat een tweede paard, naar rechts gedraaid. Zijn oren steken boven de rug van het eerste paard uit, we zijn zijn kont uitsteken. Het paard heeft een kortgeknipte staart en het staat te plassen.
Twee paarden, één urinerend, de ander hinnikend, en een staande man, Philips Wouwerman, na ca. 1646. Collectie Rijksmuseum.

De militie

Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg heeft verscheidene garnizoenen geïnspecteerd om de militie te monsteren. Er wordt gezegd dat de graaf van Waldeck van mening is dat de regimenten die het best betaald worden nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan… Hopelijk zijn de troepen die Godard Adriaan aan het werven is snel compleet. Men heeft goede hoop, aldus Margaretha, maar ze vreest wel dat andere machthebbers ook naarstig op zoek zijn naar verse manschappen.

Brieffragment over de kwaliteit van de garnizoenen

[weer komt,] de graef van waldeck1Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg is in verscheij
=de gernesoene2Garnizoenen gegaen om onse meliesi te monstere
sijn so geseijt wort vint hij somige reesgemente die best betaelt sijn seer
slecht het is bedroeft dat het lant so bestoolle
wort daert so benoodicht is, men heeft hier al
gehoopt het volck dat bij uhEd geworfve wort nu
haest kompleet soude sijn, geloof daer te veel
volck voor andere potentaete3Potentaten: machthebbers (neutraler dan we het nu zouden gebruiken) gesocht wort[, de]

Links worden recruten ingeschreven en van een wapen voorzien. Rechts wordt hen een bedrag uitbetaald. In het midden en op de achtergrond is te zien hoe zij getraind worden. Links op de achtergrond de muren van een stad. Onder de voorstelling een zesregelig Frans vers. Deze prent is onderdeel van een serie van 17 (18 incl. titelprent) prenten met voorstellingen van diverse soorten ellende die oorlogvoering met zich meebrengt.
Recruteren van soldaten, Jacques Callot, 1633. Collectie Rijksmuseum

De prins van Condé zoekt onderdak

Margaretha vreest de komst van Condé. Hij wordt in Utrecht verwacht en heeft daar onderdak nodig. Maar bij het huisvesten van een prins ga je niet over één nacht ijs. Als locatie voor deze prins is het Janskerkhof gekozen, maar geen van de daar aanwezige huizen is groot genoeg. Rondom het Janskerkhof lagen tot in de 16e eeuw huizen die bewoond werden door de kannuniken van St. Jan. In de loop van de 16e eeuw komen deze huizen in handen van burgers. Op de afbeelding is duidelijk te zien dat de huizen aan de noordzijde diepe voortuinen hebben die lopen tot aan de immuniteitssloot aan het Janskerkhof.

In het midden een kerk met links de toren. Om de kerk heen een grote ruimte met groen en bomen en verschillende paden. Om de kerk heen staan verschillende huizen met tuinen aan de voorkant. Rechts langs het terrein loopt een gracht en ook voor de tuinen van de huizen boven langs.
Overzicht van de immuniteit van St. Jan te Utrecht uit het zuiden gezien met in het midden het Janskerkhof met de Janskerk (Janskerkhof) en rechts de Drift, Berch, J.R. van den, landmeter/cartograaf, 1604. Collectie Het Utrechts Archief

Aletta Pater, de latere vrouw van burgemeester Jacob Martens, en haar zwager, burgemeester Johan van Nellesteyn, kopen de voortuin van één van die huizen en zij bouwen daarop twee aan elkaar grenzende huizen: nu Janskerkhof 15a en Janskerkhof 16. Deze huizen samen zouden genoeg ruimte kunnen bieden voor een prinselijke pied-à-terre. Beide burgemeesters waren inmiddels naar de andere kant van de waterlinie gevlucht. De tussenwand werd eruit gesloopt en hierdoor ontstond één groot huis. Misschien ziet Margaretha dit als een voorbode voor wat Condé allemaal nog meer gaat slopen. Een goede vrede zou welkom zijn, maar die is er nog lang niet. Gaat die vrede er überhaupt ooit komen?

Eerste brieffragment over de komst van Condé
Tweede brieffragment over de komst van Condé

[volck voor andere potentaete gesocht wort,] de
prins van kondee4Louis II van Bourbon, prins van Condé wort alledage tot wtrecht verwacht
het huijs vande de heere nellisteijn5Johan van Nellesteyn en martens6Jacob Martens sijn tot

de meure door
Een geslaechge en tot Een huijs of loosgement voor
hem gepreepareert, ick apreehendeere7Apprehenderen: vrezen sijn komste seer
hadde wij Een goede vreede waer ons best maer hoe
koome wij daer noch toe[, Eergistere op daenkomste]

Drie huizen naast elkaar, elk vijf ramen breed. De eerst twee zijn even hoog en de derde is duidelijk lager. Ze hebben alle drie dezelfde vorm.
Gezicht op de voorgevels van de huizen Janskerkhof 15 (rechts), 15A en 16 uit het zuidwesten, G.J. Lauwers, 1950-1960. Collectie: Het Utrechts Archief.

Ambassadeurs en onderdanen

Het lijkt er niet op. De Zweedse ambassadeurs hebben bekend gemaakt dat Lodewijk XIV er niet op zit te wachten dat Johan van Reede van Renswoude als ambassadeur zou onderhandelen over vrede. Volgens de Franse koning is Van Reede van Renswoude als inwoner van het door de Fransen bezette Utrecht namelijk een onderdaan van Frankrijk. En dan zou het heel raar zijn als hij namens de Republiek zou onderhandelen over vrede. Van Reede van Renswoude is zeer onaangenaam verrast, maar Margaretha heeft vernomen dat Hollandse regenten erop zullen aandringen dat hij tóch mee mag.

Brieffragment over de Johan van Reede van Renswoude als ambassadeur

[koome wij daer noch toe,] Eergistere op daenkomste
van de franse briefve hebbe de sweetse Ambassadeurs
men heere de state bekent gemaeckt dat den konin
van vranckrijck niet verstaet den heer van
rhijnswou8Johan van Reede van Renswoude in de Ambasade weegens deese staet sal
gaen dewijlle hij Een onderdaen van hem is, dat
hij niet begeert sijn Ambassadeurs met sijn onder
daene die van Een andere staet koome sulle be=
=soeijngeere9Besogneren: beraadslagen, onderhandelen, dit seijt me heeft sijnhEd seer gesupre
=neert10Surpreneren: verrassen, verwonderen, doch so mij van Een hollants reegent
geseijt is soude bij men heere van hollant daer
op aengehoude worde dat hij mochte mee gaen

De keurvorst legt de wapens neer

De secretaris van de keurvorst heeft geschreven dat de keurvorst een wapenstilstand van drie maanden met Frankrijk heeft gesloten. De keurvorst beloofde zich afzijdig te houden in de oorlog tussen Frankrijk en de Republiek. Iedereen is boos op Gerard Bernhard van Pöllnitz. Hij heeft zoveel subsidiepenningen gekregen! Ach, men heeft altijd wat te klagen…

Eerstebrieffragment over wapenstilstand van de keurvorst
Tweede brieffragment over wapenstilstand van de keurvorst

[antwoort op koomt,] noch is hier gister avont tijdin
gekoome vande keurvorst seekreetaris vande keur

vorst
van brandenburch genaemt kolombie die schrijft dat
den heere keurvorst stilstant van wapene voor
drie maende met vranckrijck gemaeckt heeft
daer al ses weecke van om soude sijn , hier roept
men nu weer op nieu dat den heere penits11Gerard Bernhard van Pöllnitz so
veel supsidie peninge noch heeft gekreechge, in
soma hier valt altijt wat te segge[, hoe salt ons]

Op een vooruit springend lichtbruin paard met zwarte manen en zwarte staart zit een man in harnas. Hij kijkt ons strak aan en heeft in zijn linkerhand de teugels en in zijn rechterhand een maarschalkstaf. Op de achtergrond vindt een veldslag plaats. Links boven twee engeltjes die een wapen met een staf en een kroon erboven en een (zijn?) helm vasthouden.
Frederik Willem I van Brandenburg, toegeschreven aan R. van Langenfeld. Collectie Kasteel Amerongen

Acte van garantie

Margaretha heeft Gaspar van Kinschot gesproken over de Acte van Garantie. Van Kinschot raadt net als Gaspar Fagel af om een memorie over de Acte van Garantie naar de Staten Generaal te sturen. Hij gaat nog wel even voor Margaretha nakijken hoe het precies volgens het Gelders recht zit met de obligatie of schuldbekentenis van Van Ginkel. Gelukkig komt Godard Adriaan snel thuis. Ten minste, als het waar is dat de keurvorst een wapenstilstand heeft gesloten.

Brieffragment Acte van Garantie

noch gaen, ick heb den pensionaris kinschot12Gaspar van Kinschot ge
sproocke weegens onse ackte vande garant en
ock vande oblijgaesi13Obligatie: schuldbekentenis die de heer van ginckel ons pas
=seere sou, opt Eerste is hij volkoomentlijck int
advijs vande heere raetpensionaris14Gaspar Fagel dat ick als
noch soude swijge en geen reequest of memoorij
aende state generael preesenteere seggende
het selfe noch ontijdich te sijn, opt tweede
heeft hij mij belooft nae te sulle sien hoe de
gelderse rechte legge en in wat forme die
oblijgaesi tot bundichste sal konne ingestelt worde
so dat waer is dat de keurvorst stilstant van
wapenen heeft vermoede ick dat uhEd wel
in korte mocht thuijs koome[, den ontfanger]

Het dochtertje van Van Wulven

Het dochtertje van Van Wulven is vorige week door Margaretha mee naar Den Haag genomen om haar rouwkleding aan te trekken wegens het overlijden van haar moeder. Maar het kind is ziek geworden; ze heeft hoge koorts. Margaretha hoopt dat ze snel beter wordt.

Brieffragment over het dochtertje van Wulven

[beeste meer weetender geen raet mee,] het doch
=tertge vande heer van wulfve dat ick hier had
gebrocht om inde rou te kleede is den derde
dach dat sij hier is sieck geworde heeft Een kon
tiniweelle koorts met Een verheffin, hoope de
goede godt haer sal verleene wat haer salich is
en uhEd in sterckte en gesontheijt laete toe
neemen , dit wenst van harte

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijf
MTurnor

[so komt kemp]

PS: Het tweede paard is ook verkocht

Aan het eind van de brief komt Margaretha in een PS op de paardenhandel terug: Kemp meldt dat hij ook het tweede paard heeft verkocht. Voor 30 rijksdaalders, één rijksdaalder meer dan hij kreeg voor het ‘slechte’ paard. Het veevoer is zo duur… Gelukkig, zo schrijft Margaretha eerder in haar brief, wordt het snel beter weer en kan het vee heerlijk van het verse gras genieten. Het leuke van deze brief is dat de memorie – vergelijkbaar met een bonnetje – bewaard is gebleven.

Naschrift over verkochte paarden

so komt kemp
segge dat hijt
tweede paert van blansge verkocht heeft voor 30 rij rijxsdael het kost niet meer gelde heeft
der mo noch veel moijte toe gedaen, het
voer is hier so dier dat mense niet langer dorst
houde

Memoorije wat weegens de 
paerde van Monseu
blansche is ontfange den 
19 en 21 April 1673

het Eerste paart heeft kemp
verkocht voor 29 rijxda het 
welcke verteert heeft in 
15 dage 16 stuijvers daechs 
is 12f so dat ick suijver
heb ontvange ----- 60f ---10

het tweede paert heeft kemp
verkocht 30 rijxdal het
welck verteert heeft in
17 dage 13f 12 stuij, sijnde
16 struijvers daechs, dus
hier van suijver ontvang --- 61f --8
soma ontfang ---121f---18
Memorie van de verkoop van twee paarden van Isaäc de Blanche, ontvangen op 19 en 21 april 1673. Bron: HUA, inv. nr. 1001, toeg. nr. 2723
  • 1
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 2
    Garnizoenen
  • 3
    Potentaten: machthebbers (neutraler dan we het nu zouden gebruiken)
  • 4
    Louis II van Bourbon, prins van Condé
  • 5
    Johan van Nellesteyn
  • 6
    Jacob Martens
  • 7
    Apprehenderen: vrezen
  • 8
    Johan van Reede van Renswoude
  • 9
    Besogneren: beraadslagen, onderhandelen,
  • 10
    Surpreneren: verrassen, verwonderen,
  • 11
    Gerard Bernhard van Pöllnitz
  • 12
    Gaspar van Kinschot
  • 13
    Obligatie: schuldbekentenis
  • 14
    Gaspar Fagel

Tel je zegeningen – en je geld

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 april 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 8 april 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Opluchting en zorgen gaan samen in deze brief. Margaretha is blij dat Godard Adriaan na zijn veldtocht weer veilig in Hamburg is aangekomen. Maar hij is nog steeds ziek, daar bekommert ze zich enorm om. Ze schrijft dat ze wenst dat ze bij hem zou kunnen komen, om de pijn te verlichten. Maar helaas… ze bidt tot God dat hij hem snel beter zal maken en als ze dan toch bezig is… ook hoopt ze dat alle zorgen rondom het huis en de kinderen snel zullen verminderen. Hoewel ze daar een hard hoofd in heeft.

Bord van faience, veelkleurig (vooral bruin en lichtblauw) beschilderd naast de tekst in het bijschrijft staat op de rand de volgende tekst in vier cartouches: Die bidt niet/ soot behoort; Maar/ rabbelt/ slegts/ de/ woor/ den; die wer/ van godt/ verhoor; alsof godt/ niet en hoorde.
Bord met het opschrift: wij bidden u o heer/ sent uwen seegen neer/ op dees u milde gaven/ want niet soo seer de spijs/ als wel u seegen wijs/ ons voeden kan en laaven, anoniem, 1683. Collectie: Rijksmuseum.

Geld tellen

Margaretha somt op vanaf welke maand ze hoeveel aan penningen heeft moeten betalen. Daarboven op kwamen natuurlijk de kosten die verbonden waren aan het verzorgen van alle zieken die ze de afgelopen maanden in huis heeft gehad. Vergeet niet, er heeft dag én nacht vuur en licht gebrand om de zieken in de gaten te houden. Denk dus aan al die stookkosten en kaarsen. En als de ene zieke beter was, werd de ander weer onwel: ‘deen was niet op de been of dander ginck weer legge’.

waer de huijshoudin heeft de ese winter hoe naeu ick alle
over leg hooch geloope insonderheijt met al de siecken
met dewelcke men op verscheijde plaetse dach
en nacht vier en licht heeft moeten hebben ent
duerde lanck deen was niet op de been of dander
ginck weer legge, doch naer mijn reeckenin ver=
midts de meenaesge het heelle ijaer so swaer niet
sal valle sal ick noch wel met tuschen de vier
en vijf of bij de vijf duijsent gul s ijaers toekoo=
men, ick sou niet gaeren sien dat wij alsnoch

Ze verzucht dat ze niet weet hoe ze in kosten besparen. Voorheen lieten mensen dan nog wel eens een dienstmeid of koetsier gaan, maar dat ziet Margaretha niet als een oplossing ‘dienst boode kanick niet af schaffe, heb maer twee maechden’.  

Naast dat ze zich druk maakt om de kosten van haar eigen huishouden, houdt ze zich ook bezig met de brandschatting van haar zoons huis. Bovenop de brandschatting van 5000 gulden voor Middachten, moeten er nog 100 rijksdaalders gegeven worden. Die 5000 gulden neemt Margaretha voor nu voor haar rekening, daar zal ze nog een schuldbekentenis voor krijgen.

Een meid met een frisse blos op haar wangen maakt vis (?) schoon voor een raam. Ze draagt een wit kapje en een witte kraag, een rood jak en een blauw schort. Voor het raam hangt een vogelkooitje. Op de tafel staan een emmer een aardewerken vergiet en een pot die scheef ligt.
De dienstmaagd, Willem van Odekercken (toegeschreven aan), 1631 – 1677. Collectie Rijksmuseum.

Complimenten van Willem III

De Graaf van Waldeck wordt morgen verwacht. Als zijn vrouw komt, zal Margaretha haar verwelkomen. Waldeck heeft een goede indruk van Van Ginkel, daar is Margaretha tevreden over, maar het belangrijkst is dat Willem III een compliment over zijn acties bij Charleroi heeft gegeven ten overstaan van de Van Reedes van Renswoude en anderen. In alle ellende is deze prestatie van haar zoon bij al die belangrijke heren een lichtpuntje. Margaretha hoopt dat het niet bij mooie woorden blijft, maar dat er nog eens wat goeds uit komt wat betreft het verdere verloop van zijn carrière.

Brieffragment over waardering voor Van Ginkel

den graef van waldeck wort desen avont hier verwacht
wij sulle de graefvin alse gekoomen is gaen verwelkoom
onse soon heeft het geluck van wel bij de graef te staet
en ock bij meest al de offijsiere so hooh als laech en
bij sijn hoocheijt dat het prinsipaelste is, dewelcke
noch onlans aen de heere van rhijnswou en schoonouwe
in presensie van verscheijde andere, b geseijt heeft
dat de heer van ginckel int leeger ontret schar=
leroij en daer te voore de Eene vleugel vant
leeger gekomandeert heeft en heel wel gedaen
hadt , dit is mij in alle mijn ongelucke noch Een
vreuchde te hooren, [mocht het maer in voorvallen]

Acte van Garantie

Margaretha heeft nog weinig gehoord over eventuele vergoedingen van het afbranden van het huis. Ze vreest dat het heel lang gaat duren voordat ze iets van vergoeding krijgen voor de schade. Ze krijgt nog steeds geen reactie over de Acte van Garantie. Margaretha heeft van Wesel, advocaat van de Hoge Raad in Utrecht, ernaar laten kijken. Hij vindt dat de heren verduidelijking moeten geven. Alleen krijgt Margaretha die heren maar niet te spreken. Van Wesel klaagt met tranen in de ogen over de tirannie van de Fransen. Hij lijdt onder de zware belastingen en moest daarboven op ook nog eens 5000 gulden borg betalen om tussen Den Haag en Utrecht te kunnen reizen. Hij moet dan ook spoedig terug naar Utrecht. De ellende blijft dus aanhouden…

Afsluiting

[waert aen schort die is nu inkomissi naer greuninge,] weesel
klaecht so seer met de traene in doogen over de tieranije
die sij ten opsichte vande swaere schatine lijde dat men
sen hart seer doet het te hoore hij heeft voor 5000f
borch moeten stelle om binne so Een tijt weer daerte
koome, hier meede blijfve
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Een landweg met een koets nabij een huis. In de verte twee molens en de contouren van een stad.
Landschap met een koets, Philips Koninck, 1629 – 1688. Collectie Rijksmuseum.

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén