Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Weede van Dijkveld (Everard van)

Een nieuw regeringsreglement voor Utrecht

April 1674: de wilgen lopen uit, vogels bouwen hun nest. De Fransen zijn al weer vijf maanden weg, de gijzelaars zijn teruggekeerd en hebben de sneeuw van hun ongewenste winterse reis van zich afgeschud. Maar Utrecht is niet in een feeststemming: de provinciekas is leeg, en die van de steden ook. Bovendien is de militaire bezetting van de Fransen meteen in november afgelost door een Hollandse bezetting van de Staten-Generaal. Als vermeende “sleuteldragers” zijn de Utrechters uit de Unie gezet en onder curatele gesteld.

Een waaier die beschilderd is met een slinger van veel gekleurde bloemen en vruchten met in het midden een medalion twee spelende naakte kinderen met een bloemenkrans die de lente voorstellen
Waaierblad van perkament(?) waarop met tempera aan de voorzijde een ‘Floralia’ met Vestaalse maagden en op de achterzijde een medaillon met twee spelende, naakte kinderen en een gedichtje, tussen twee cornucopias, vogels en vlinders, anoniem, ca. 1700. Collectie Rijksmuseum.

Een nieuwe lente, een nieuwe wind

Maar dan lijkt er toch verandering te komen: prins Willem III komt naar Utrecht. Zal Utrecht haar oude soevereiniteit terugkrijgen? Dat alle oude regenten op hun eigen kussen terug kunnen keren, verwacht eigenlijk niemand. Om de Utrechtse goede wil te tonen is de Statenkamer aan het Janskerkhof van binnen en van buiten versierd met fris lentegroen en oranje linten. Veel helpt het niet: ter gelegenheid van de komst van de prins worden zes van de acht geëligeerden1sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand vervangen. Zeven leden van de ridderschap en 25 van de 40 vroedschapsleden van de stad Utrecht ondergaan hetzelfde lot.

Een rij mannen en vrouwen in 17e eeuwse kleding, met hoeden en schorten, worstelend tegen de wind, achteruit en vooruit lopend, getekend in zwart wit
In de wind lopende figuren op een rij, Harmen ter Borch, 1648. Collectie Rijksmuseum.

Kleine steden vergeten

De stadsbesturen van de kleinere steden heeft men nota bene over het hoofd gezien. Maar ook zij zullen de dans niet ontspringen. Overal wordt het gros van de oude ambtsdragers vervangen door nieuwe. Er komen zelfs nieuwelingen van buiten de provincie. Al snel gaat het gerucht gaat dat sommigen de weg moeten vragen naar de stadhuizen en de Statenkamer!

Schilderij van een hoge, versierde zaal. Doordat de twee lange zijden schuin naar binnen lopen ontstaat de indruk van een podiumtoneel. Aan het plafond hangt een opvallend groot, wit doek waarop op de bovenste rij drie familiewapens zijn afgebeeld. Daaronder een rode decoratie in de vorm van een zeer grote vlinder met in het midden een familiewapen, daarboven de helm en schouders van een harnas en vastgehouden door twee bovenste helften van harnassen. Het wapen in het midden heeft in de linkerbovenhoek een leeuw, van de zijkant gezien. Aan beide zijden van de 'vlinder' zijn decoraties aangebracht van soldatentrommels en trompetten, onder elkaar. Onder dit doek, in de achterzijde van de zaal, is een doorgang naar een achtergelegen ruimte. De doorgang is versierd door een soort triomfboog met in het midden hetzelfde familiewapen als in het midden van de 'vlinder'. Midden boven de triomfpoort hangt een wimpel. De achterzijde is beschilderd met beneden bomen en boven water met schepen. Ervoor staan aan beide zijden twee borstbeelden op sokkels. De zaal heeft een houten plafond, dat gedeeltelijk te zien is omdat het doek ervoor hangt. Op de grond liggen zwart-wit plavuizen. De beiden zijwanden hebben tot ongeveer een derde lambrisering. Daarboven is het lichtgekleurd. De rechtermuur heeft in het midden een hoge nis, gelijkend op een deur met erin een harnas ten voeten uit. Daarboven zijn eenzelfde soort versieringen aangebracht als op het doek. In de linkermuur zijn eerst een deur en dan drie tot het plafon reikende nissen aangebracht. In de nissen bevinden zich eveneens decoraties met helmen. In de zaal zijn twee groepen in 17de eeuwse kledij gestoken mannen. Rechtsvoor tegen de muur staan drie mannen in overwegen rode kleding met een zwarte hoed op met elkaar te praten. De belangrijkste groep van zes mannen staat bij de deur in de linkermuur. Drie zijn in het zwart gekleed, drie in kleurrijkere kleding. Ze dragen bijna allemaal witte halsdoeken. Ze hebben krullend haar tot op de schouders, waarschijnlijk pruiken. Twee van hen dragen een hoed.
Ontvangst van Prins Willem III in 1674 in de Statenkamer van Utrecht ter gelegenheid van zijn aanstelling tot erfstadhouder. Collectie: Centraal Museum

Macht van de stadhouder

Maar een stuk heftiger dan de vervanging van een heleboel regenten in één keer, is de invoering van een nieuw regeringsreglement. De macht van de stadhouder bij het benoemen van nieuwe regenten in de toekomst wordt volgens dat reglement veel groter dan deze ooit geweest is. Elk jaar opnieuw moeten vroedschapsleden hopen op hun herbenoeming. Bij de geëligeerden is dat elke drie jaar. Het is dus de kunst om in de gunst van de prins te blijven, die tijdens zijn bezoek ook wordt benoemd tot erfstadhouder. Theoretisch zouden de nieuwbenoemde statenleden tégen het regeringsreglement kunnen stemmen. Helaas was er geen tijd om het goed te lezen en zijn ze veel te bang dat Utrecht alsnog uit de Unie wordt gegooid. Zover zou het echter nooit gekomen zijn. Willem heeft Utrecht veel te hard nodig als tegenwicht tegen Holland in de Staten-Generaal.

Exit Welland, Wulven en Van Weede

De oude heer van Renswoude wordt president van de Staten als geheel. Onder degenen die het veld moeten ruimen zitten, niet geheel onverwacht, neef Welland, de heer van Wulven, en de heer van Weede van Dijkveld. Aan de loyaliteit van Godard Adriaan wordt echter niet getwijfeld. Hij behoudt zijn plek in de ridderschap. Sterker nog: zijn plaats is vast geserveerd voor zoon Godard, mocht vader komen te overlijden! Margaretha mag tevreden zijn, de trouwe diensten aan de Staten-Generaal en ook aan de prins zijn niet voor niets geweest. Godard Adriaan betreedt samen met Renswoude en burgemeester Nellesteyn het bordes als het nieuwe regeringsreglement voor Utrecht op 16 april 1674 wordt afgekondigd door raadspensionaris Fagel.

Schilderij van een groot, rood bakstenen gebouw met een donker, schuin dak. Het gebouw beslaat driekwart van het schilderij, Rechtsachter het gebouw is een ander gebouw te zien in lichter gekleurd baksteen met aan de rechterkant een trapgevel. Aan de bovenkant is een bewolkte lucht geschilderd. Het rood bakstenen gebouw heeft op de bovenste verdieping vier vierkante ramen in vieren gedeeld. Daaronder bevindt zich een rijk versierde entree lichtgekleurd steen. Boven de deur is een afbeelding van een leeuw op zijn achterste poten en een beer ??? te zien. Daarboven een niet te lezen tekst. Daar weer boven een halve ovaal met een grote schelp erin. Naast de deur zijn links en rechts hoge rechthoekige ramen waarvan de onderste helft bedekt is met een grote decoratie in de vorm van de initialen W en H ineen met daarboven een kroon. Boven de ramen zijn er driehoekige stenen decoratie. Aan de linkerkant is nog een gedeelte van een raam te zien. In de deuropening staan twee mannen in zwarte 17de eeuwse kleding op een bordes. Voor het bordes een stenen trap van vier treden met aan beide zijkanten leuningen. Voor het huis staan verschillende groepjes met mensen, voornamelijk mannen, sommigen in zwarte anderen in kleurrijker kleding en bijna allemaal met een hoed op. Linksvoor staat een rijtuig en iets meer naar het midden een hond.
Afkondiging van het nieuwe regeringsreglement te Utrecht vanaf de trap op het Janskerkhof, 16/26 april 1674, anoniem, 1674. Collectie: Centraal Museum Utrecht.
  • 1
    sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand

Verkiezingsperikelen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 oktober 1671 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 4 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Na haar spannende reis is Margaretha in Utrecht aangekomen, waar ze een huis hebben aan de Wittevrouwenstraat. Bij aankomst lag daar al een eerste brief van haar man en een dag later volgt gelijk de tweede. Kennelijk schrijft hij wat over zijn diplomatieke activiteiten, want Margaretha gelooft dat zijn werk heel wat meer in zal houden dan Godard Adriaan van te voren gedacht had. Ze vreest dat het niet zo af zal lopen als men dacht. Met de kennis van nu, weten we dat ze een vooruitziende blik heeft. Wat we nu het Rampjaar noemen is dan enkel nog een concept in het hoofd van Lodewijk XIV en voor Margaretha een onaangenaam gevoel van dreiging,

Het belangrijkste familienieuws is dat de Vrouwe van Renswoude, Jacoba van Eede, is overleden. Haar man, Johan van Reede van Renswoude heeft haar haar hele ziekbed bij gestaan. Ze zijn in 1616 getrouwd, dus hun huwelijk heeft 55 jaar geduurd.

Brieffragment over het overlijden van Jacoba van Eede

wt wttrecht den
2 ockto 1671
rec: 4. dito. 16711Handschrift van Godard Adriaan

Mijn heer en lieste hartge

ick ben hier Eergisteren gekoome heb uhEd
aengenaeme vande 25 septem gevonde en gistere
die vande 29 ontfange tis mij van harte lief
te sien deselfve so wel is overgekoome ge
loofve wel uhEd vrij meer te doen vindt
als gemeent had, ick vreese het daer so
haest niet sal afloopen als men dochte
hier koomende, was de vrou van rhijnswoude2Jacoba van Eede
heel kranck die heeden merge te vijf Eure
is overleeden de heer van rhijnswoude3Johan van Reede van Renswoude is
seer bedroeft heeft geduerende haer sieckte
gestadich bij haer hEd geweest, [voorts so]

Johan van Reede van Renswoude, Paulus Moreelse, 1619. Privécollectie, afbeelding via RKD.
Jacoba van Eden, Paulus Moreelse, 1619. Privécollectie, afbeelding via RKD.

Burgemeestersverkiezingen

Wat volgt zijn de intriges van de Utrechtse burgemeesterspolitiek. In de 17e eeuw had Utrecht twee burgemeesters en een vroedschap. Je zou je kunnen afvragen waarom Godard Adriaan en Margaretha zich vanuit Amerongen bemoeien met stadspolitiek, maar de stad Utrecht had een stevige vinger in de pap in de provinciale politiek. Daarom wilden de Van Reedes in de stad een bestuur waarmee ze ook in de provincie de gewenste politiek konden bedrijven.

Voor een 21ste eeuwer is het verhaal over de burgemeestersverkiezingen lastig te volgen. Margaretha wil duidelijk dat Godard Adriaan goed op de hoogte is van het doen en laten van alle betrokken partijen. Dus de politieke vijanden én de politieke vrienden worden besproken.

Diederik Borre van Amerongen

Eén van die vrienden is Godard Adriaans ‘confrater’ en ‘buurman’ Diederik Borre van Amerongen. Buurman is kennelijk net zo’n rekkelijk begrip als ‘neef’, want er zijn behoorlijk wat kastelen dichterbij Amerongen dan Sandenburg van van Borre van Amerongen.

Godard Adriaan heeft voor zijn vertrek meerdere opvallende bezoekjes afgelegd, maar zijn bezoek aan de Heer van Sandenburg heeft volgens Margaretha in Utrecht veel jaloezie opgeleverd en ze vraagt hem om ervoor te zorgen dat die jaloezie weg genomen wordt. Overigens wil dit niet zeggen dat ze elkaar ook echt op Kasteel Sandenburg getroffen hebben, de kans is groot dat de ‘conferentie’ in het huis van Diederik Borre van Amerongen op het Janskerkhof heeft plaatsgevonden.

Brieffragment bijeenkomst bij de heer van Sandenburg

[de leuw,] kan sijn, mij is vandaech in
groote seekretesse geseijt en ock in forme
van waerschouwinge, datter seer groote
sijalosije is over de konfirensie die met
uhEd int huijs vande heer van sandenbur
is gehoude, en dit om dat het selfe heel
buijte kenisse en weete van uhEd beste en
vertroutste vreende is geschiet, sij weete
alles wat daer gepasseert is, door wien
dit wt is gekoomen sal uhEd konne nae
dencken, [so geseijt is, is dit veel oorsaeck]

Gezicht op het omgrachte kasteel Sandenburg te Nederlangbroek (gemeente Langbroek) uit het zuiden, met rechts de ommuurde voorburcht met de toegangspoort en rechts vooraan het poortgebouwtje aan de Langbroekerwetering.
Kasteel Sandenburg, onbekend, 1660-1670. Collectie Het Utrechts Archief

Everard van Weede van Dijkveld

Er zijn meer mensen die Godard Adriaan op de hoogte houden over wat er in Utrecht gebeurt als hij weg is. Eén van hen is Everard van Weede van Dijkveld. Zoon van een Utrechts burgemeester en zelf ook actief in de provinciale politiek. Ook de brieven van Godard Adriaan en Van Dijkveld zijn bewaard gebleven. Interessant is dat Godard Adriaan deze brief op 4 oktober ontvangt en dat hij op 6 oktober van Dijkveld een brief ontvangt waarin staat:

daervan de vrouwe van Amerongen selfs particulariteijten – die mij soo vreemt als onbetamelijck voorcomen – sijn wedervaeren ende aen U Ed. G. ongetwijffelt sullen sijn overgeschreven

Van Dijkveld aan Godard Adriaan 16-10-1671

Wat zal Godard Adriaan hierbij gedacht hebben? Zou hij zijn vrouw serieus genomen hebben?

In groten haast

Margaretha maakt een heel snel eind aan haar brief: ze wil nog langs bij de rouwende Johan van Reede van Renswoude. Ze blijft nog even in Utrecht, want één van de burgemeesterskandidaten, oud-burgemeester Johan van Nellesteyn, wil haar nog spreken. Daarna kan ze hopelijk weer naar Amerongen. In grote haast rondt ze haar brief af.

Brieffragment over rouwbeklag bij Johan van Reede van Renswoude

[sijn,] ick kan niet meer schrijfve gaen
so int sterfhuijs den heere van rhijns
wouden4Johan van Reede van Renswoude rou beklaechge, blijf opt
versoeck en goetvinde van somige
noch deesen dach hier om den heere
nellisteijn5Johan van Nellesteyn overt werck te spreecken
die te vier Euren bij mij komt
sal met de naeste post schrijfve
wat die seijt meen met godts hulp
merge weer naer Ameronge gaen
inmiddels blijfve

uhEd getrouwe wijff
M Turnor
met grooten haest

Gezicht bovenop de stadswal te Utrecht uit het noorden naar de Wittevrouwenpoort met in het midden de toren de Hond, links de stadsbuitengracht met de singel en het toegangshek tot de Wittevrouwenbrug en rechts de huizen aan de Ridderschapstraat, uitkomend op de Wittevrouwenstraat.
De Wittevrouwenpoort, anoniem, 1748. Collectie Het Utrechts Archief.
  • 1
    Handschrift van Godard Adriaan
  • 2
    Jacoba van Eede
  • 3
    Johan van Reede van Renswoude
  • 4
    Johan van Reede van Renswoude
  • 5
    Johan van Nellesteyn

Dreiging…

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 december 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 26 december 1672 Sassenberg
Lees hier de originele brief

Vier dicht beschreven kantjes, een P.S en nog twee later toegevoegde blaadjes: de brieven van Margaretha worden steeds langer terwijl de winter gaat strengen en de dreiging toeneemt. Ook boven Amerongen komen donkere wolken te hangen, hoewel het voorlopig nog overeind zal blijven staan. Dit in tegenstelling tot een kasteel veel verder zuidelijk…

Garnizoen van Maastricht neemt Valkenburg in

Willem III is met het leger Maastricht gepasseerd en op weg naar Tongeren. Ook vijf regimenten van het garnizoen van Maastricht moeten zich gereed houden met proviand voor vijf dagen.

Brieffragment over Willem III en Maatricht

[rhijn al soude gepasseert sijn], de briefve van
Maestricht brenge vandaech meede dat sijn
hoocheijt wt lant van guijlijck1Het land van Gulik (Jülich), ten oosten van Heerlen opgebroocke en
Maestricht passeert om ist niet met het heelle
leeger met Een gedeelte naer tongere2Tongeren, Vlaamse plaats 20 km ten zuidoosten van Maastricht te gaen
5 reesgemente wt Maestricht was aengeseijt
haer op de tromslach gereet te houde en haer
voor 5 dage te proviandeere,

Margaretha neemt aan dat haar man gehoord zal hebben dat datzelfde garnizoen een paar dagen eerder Valkenburg heeft ingenomen.

Brieffragment over de inname van Valkenburg

[toelaetinge niet en geschiet, moet zijn], dat het
garnisoen van Maestricht valckenburh3Valkenburg heeft
ingenoome sal uhEd hebbe gehoort, [nu aen=]

Tekening van een kasteel dat boven op een heuvel ligt. Om de heuvel heen staat bos, wat verder weg weilanden. Op de voorgrond water.
Het kasteel Valkenburg vanuit het oosten, Josua de Grave, 1669. Collectie Regionaal Historisch Centrum Limburg

Eindelijk erkenning voor Godard Adriaan

De Duitse troepen zijn helaas nog steeds niet over de Rijn. Margaretha is echter zeer verheugd te horen dat haar echtgenoot een brief van dank van officiële zijde heeft ontvangen voor het feit dat hij de Keurvorst überhaupt zo ver heeft gekregen om tegen de Fransen in het geweer te komen. Een belangrijk deel van zijn missie is dus geslaagd, terwijl Dijkveld in Engeland minder succesvol is geweest.

Eerste brieffragment over de dankbrief
Tweede brieffragment over de dankbrief

tis mij seer lief dat uhEd sul
=cken oblijgante brief van danckseggin
heeft ontfange dit geeft geen kleijn kon
=tentement maer wel groote gerusticheijt

en konne godt niet genoech dancke dat uhEd sijn
doen met geen attestasie4verklaring omtrent de feiten  hoeft te defendeere5verdedigen gelijck ick sie dat den heer van dijckf6Everard van Weede van Dijkveld doet

Gravure van een heer met een bol gezicht en een bos krullen tot ver over zijn schouders. Hij draagt een wit kanten bef en daaronder een harnas. Onder het portret staat: "Mr/ Everard van Weede heer van Dijkveld, extraordinaris Ambassadeur in Groot Britanje enz."
Portret van Everard van Weede, Jacob Houbraken, naar Aert Schouman, ca. 1750. Collectie Rijksmuseum

Water wegmalen onder het ijs

Koning Winter blijft dreigen. Gisteren en eergisteren heeft het weer flink gevroren. Margaretha hoort zeggen dat men het ijs op elk gewenst moment onder water kan laten lopen, daar waar de vijand er overheen zou kunnen komen. Bovendien kan men het water er onder vandaan malen. Ze moet het nog zien en is er niet gerust op. Maar gelukkig is het nu weer ‘vuil dooiweer’.

Brieffragment over de vorst

[hoe meer beschuldicht,] gistere en Eergistere
begost7begon het hier scherp te vriese, daer door me
seer bekommert was hoewel geseijt wert
dat men de passaesge daer de vijant door
sou moete koome alle Eure8alle uren, elk moment het water over
t ijs kan doen loope, ent water ondert ijs
wech maelle, dan dit is maer segge alst
ter op aen quam sout te besien staen, nu
de heer wil ons bewaere, het is weer vuijl
doeij weer, [t is mij seer lief dat uhEd sul]

Amerongen in gevaar

De zoon van Teunis Huibertse heeft geschreven dat het in Amerongen ondertussen weer een poosje rustig is geweest omdat er geen troepen meer doorheen zijn getrokken. Hij heeft een sauvegarde gekregen: een (aantal) Franse solda(a)t(en) die hij moet onderhouden met zeven gulden in de week en die er dan (hopelijk) voor zorgen dat hij niet door andere Fransen wordt uitgekleed. Een maffiose beschermingsregeling dus. Daarnaast heeft hij een schriftelijke verklaring van bescherming gekregen, die hij Margaretha heeft toegestuurd en waarvan hij denkt dat deze ook voor het Kasteel geldt. Maar Margaretha leest er het tegenovergestelde in: de sauvegarde geldt voor huizen, meubelen en vee van het dorp Amerongen, maar uitdrukkelijk niet voor het kasteel. Ze had liever gehad dat het kasteel helemaal niet genoemd was! Ze vermoedt dat de secretaris niet goed Frans verstaat, of in ieder geval geen Franse drukletters begrijpt. “Daardoor vrees ik dat ze niets goeds met ons huis in de zin hebben, en dat ik daar nooit meer terug zal komen”

Brieffragment over de sauvegarde op Amerongen

doch dat hij Een savegarde9Sauvegarde: bescherming van goederen of personen heeft bekoome die
sij seeve gul sweecks10zeven gulden per week op sijn Eijgekost en dranck
ock Een schrijftelijck die hij heeft laete drucke
en mij Een gedruckte kopij van toegesonde
hij seijt speesiael de konservasie11het behoud vant huijs te
Ameronge daer in begreepe te hebbe, maer
nu ick die wel nae sien bevinde niet min als
ons huijs daer in begreepe, maer ter kontra
=rije12in tegendeel, se is voor de huijse meubele en beestiaele13veestapel
van Ameronge, behalfve voort kasteel dat sij
wt druckelijck daer in sette, het waer mijns
oordeels beeter geweest het kasteel daer niet
in genoemt waer, het is int frans het welck
geloof de seekreetaris niet verstaen heeft of
noch int gedruckte niet en verstaet, hier
door vrees ick datse noch al niet goets met ons
huijs int sin hebbe en ick daer noijt weer op sal

(kome)

Aquarel in zwartwit met een heuvelachtig landschap. Op het voorste heuveltje zit iemand te rusten. In de verte de rivier en bossages.
‘Bij Amerongen’: Gezicht op de omgeving van het dorp Amerongen, anoniem, ca. 1700. Collectie Het Utrechts Archief

In een P.S. komt ze er weer op terug, na tussen neus en lippen door even gemeld te hebben dat het met alle kinderen weer goed gaat. Ze citeert de letterlijke Franse tekst.

Naschrift over de sauvegarde

de kindere sijn
alle de heer sij gedanckt
weer wel 
inde savegarde14Sauvegarde: bescherming van goederen of personen is wtdrucklijck met deese woorde
le village d ameronge maijson meubles bestiaux
E fourages, al la reserve du chateau du
d lieu nous deffendons tres Expressement
a tous gens de guerre qui sont sous notre
commendement de ne rien prendre enlever15het dorp Amerongen [met] huis, meubels, dieren en voorraden, met uitzondering van het kasteel ter plaatse, nemen wij uitdrukkelijk in bescherming tegen soldaten die onder ons bevel staan, om niets weg te nemen
Etc
voeraesge16fourage:voorraad (van o.a. veevoer) hoeft geen savergerde want dat is altemael wech

Koeien in de weide bij een boerderij. Voor een boerderij gelegen nabij een water liggen en staan enkele koeien. Bij het huis loopt een jager met een hond, rechts melkt een vrouw een koe. Links ligt een schaap bij een schutting.
Koeien in de wei bij een boerderij, Paulus Potter, 1653. Collectie Rijksmuseum

Alle beesten op één na verkocht

Ze stelt bitter vast dat voor de voorraad niet eens een sauvegarde nodig was, want alles is toch weg. Hun hele agrarische bedrijf in Amerongen is opgedoekt. Alle dieren, op één na, zijn verkocht, omdat ze er geen voer meer voor konden krijgen. Al het personeel is afbetaald en uit dienst. Wat Teunis Huijbertse zelf nog doet zal voortaan in daghuur zijn. Op wat over is zal hij zo goed mogelijk proberen te letten.

Extra briefje over de menage in Amerongen

ons menaesge17ons bedrijf is te Ameronge teenemael op
gebroocke alde beeste op Een naer verkocht
want sij kosten18konden daer geen voer voor houd
of krijgen, altvolck is af betaelt en wt
onsen dienst gegaen, tgeene teunis voor
taen sal doen sal in dach huer sijn hij
heeft aengenoomen op alles te sulle
lette en sien so veelt moogelijck is noch
te konserveere t geene daer noch over
=rich is, men seijt sijnhoocheijt het
kasteel te valckenburch19Valkenburg, Zuid-Limburg heeft doen
springe20Op 6 december liet Willem III het kasteel opblazen en de stadswallen verwoesten. Het was voor de Fransen de uitvalsbasis voor de inname van Maastricht. Willem III wilde dat voorkomen. Helaas, in juni 1673 werd Maastricht alsnog door de Fransen ingenomen.

Kasteel Valkenburg opgeblazen

En dan, zonder overgang, volgt er nog een regeltje van grote betekenis over een heel ander kasteel: Willem III heeft Valkenburg in de lucht laten vliegen! Ze maakt er verder geen woorden aan vuil, maar achteraf kun je er een voorafspiegeling van het lot van haar eigen kasteel in lezen. Alleen staan hier de daders aan de andere kant. In het geval van Valkenburg was het ook nog eens tevergeefs: Maastricht werd in 1673 alsnog door de Fransen ingenomen, iets wat Willem III met de vernieling van voorpost Valkenburg had willen voorkomen.

Gewassen pentekening van de ruine van een kasteel op een heuvel. Voor loopt een man op een pad. Links en rechts een boom met wat struikgewas. Op de achtergrond heuvels.
Landschap met ruïne van Kasteel Valkenburg, Paulus Lauters, ca. 1840. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Het land van Gulik (Jülich), ten oosten van Heerlen
  • 2
    Tongeren, Vlaamse plaats 20 km ten zuidoosten van Maastricht
  • 3
    Valkenburg
  • 4
    verklaring omtrent de feiten
  • 5
    verdedigen
  • 6
    Everard van Weede van Dijkveld
  • 7
    begon
  • 8
    alle uren, elk moment
  • 9
    Sauvegarde: bescherming van goederen of personen
  • 10
    zeven gulden per week
  • 11
    het behoud
  • 12
    in tegendeel
  • 13
    veestapel
  • 14
    Sauvegarde: bescherming van goederen of personen
  • 15
    het dorp Amerongen [met] huis, meubels, dieren en voorraden, met uitzondering van het kasteel ter plaatse, nemen wij uitdrukkelijk in bescherming tegen soldaten die onder ons bevel staan, om niets weg te nemen
  • 16
    fourage:voorraad (van o.a. veevoer)
  • 17
    ons bedrijf
  • 18
    konden
  • 19
    Valkenburg, Zuid-Limburg
  • 20
    Op 6 december liet Willem III het kasteel opblazen en de stadswallen verwoesten. Het was voor de Fransen de uitvalsbasis voor de inname van Maastricht. Willem III wilde dat voorkomen. Helaas, in juni 1673 werd Maastricht alsnog door de Fransen ingenomen.

Slappe en traeche politiek

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 6 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 mei 1672 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha mist Godard Adriaan sterk. Het nieuws dat hij een nieuwe commissie (opdracht) had aangenomen om naar Saksen te gaan kwam dus zeer ongewenst. Gelukkig blijkt dit niet waar te zijn. Godard Adriaan schrijft in een brief van 26 april aan Margaretha dat hij niet van plan is om enige verdere opdrachten aan te nemen.

Brieffragment over de nieuwe commissie

uhEd vande 26 April is mij te rechter tijt geworden, ben blijde daer wt te sien de goede reesoluijsie1resolutie: voornemen die de selfve heeft van sich ingeen nieuwe komissie weer te laeten kan wel oordeelle uhEd noch in geen twee a drij maen thuijs sal konne sijn [men seijt ock uhEd nootsaeck]

Het is niet enkel goed nieuws. Godard Adriaan zal minstens nog twee tot drie maanden in het buitenland verblijven voor hij naar huis zal kunnen gaan. Maar in vergelijking met een extra commissie valt deze tijd flink mee. Margaretha moet zich er maar tevreden mee stellen.

Gezicht op Huis Bergestein bij Wijk bij Duurstede, gezien vanuit het westen, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum. Bergestein ligt praktisch bij Amerongen en was van Jan van der Does.

Trage politiek

Margaretha klaagt regelmatig tegen Godard Adriaan over de trage bureaucratie van de Republiek. De overheid doet niets terwijl er een oorlog dreigt. Deze inactie duurt nu al maanden. Ze moet haar frustratie en klachten kwijt bij iemand, schrijven aan Godard Adriaan biedt voor haar een mogelijkheid tot opluchting.

Brieffragment trage politiek

[watter op mocht koomen,] het doet mij leet
ick uhEd bekomer met onse swaericheijt2zwarigheid: problemen
maer deselfve sou niet geloofve hoet hier
te lande staet en hoe slap en traech de order
tot onse defensie toegaen, daerom bidt
niet qualijck te neemen ick mijn klachte
so dickmael aen uhEd doen, den noot drin
so seer dat ick meen mij wat te verlichte als
ickt Eens aen uhEd schrijfve, als nu den heer
van Edijckvelt
3Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan. naer den haech is wie houde
wij inde provinsie die sich Eenige affaerees4affaires: zaken
vande staet sal behartige, bij de heere vande
stat5De regenten van de stad Utrecht of de vroetschape6De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw. gaet het so wonderlij
toe dat niet te seggen is, den burgemeester
hamel7Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht. Een nauw bondgenoot van van Dijkveld heeft niet ter werlt te seggen, in
Een woort geseijt gisser niet als wiltsang8wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
aen niet me te doen is, en noch willense9willen ze

Brieffragment over afscheid nemen

met haer hooft door en alles naer haer sin hebe
de heer van berckesteijn10Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer en wellant11Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht sijn hier ge
weest om haer afscheijt vande heer van ginckel
te neemen, wat sijn sij geluckich bij deese tijde
hebbe wel Een goet lot verkreechge buijten –
andere die lijf en leefven moeten wagen nu
de heer almachtich weet wat ons ter salicheijt
best is, [voort gout willense niet min te Amster]

Rechts voor staat een jonge man met een zweep in zijn rechter hand, sierlijke zwarte kleding aan, een hoed op zijn lange haar, een zwaard om en sporen aan zijn laarzen. Links staat een jongen die drie honden aan de lijn houdt. Daarachter een man in lichtere kleren die twee gezadelde paarden vast houdt. Links achter een eveneens chique geklede man in het zwart met hoed op.
Portret van twee mannen met paarden, jachthonden en bedienden, Cornelis Picolet, 1664. Collectie: Slot Zuylen.

De politici willen alles naar hun eigen zin hebben. Dat is Margaretha’s schampere conclusie. Het opbouwen van de verdediging gaat traag omdat het gezien wordt als een speelveld voor een politiek machtsspel. Het is als de onrust onder de generaals maar dan op het landelijke toneel. De politici hebben makkelijk praten: zij hoeven hun lijf en leven niet te wagen. Dat er mensen gaan sterven weten ze dan weer wel: zo neemt Godard Willem van Tuyll van Serooskerken alvast afscheid van zijn neef en pleegbroer Godard van Reede – Ginkel. Het staat er droevig voor.

  • 1
    resolutie: voornemen
  • 2
    zwarigheid: problemen
  • 3
    Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan.
  • 4
    affaires: zaken
  • 5
    De regenten van de stad Utrecht
  • 6
    De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw.
  • 7
    Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht.
  • 8
    wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
  • 9
    willen ze
  • 10
    Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer
  • 11
    Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén