Margaretha Turnor

Mijn heer en lieste hartge

Thuis

Dat was het dan. Godard Adriaan is weer thuis en Margaretha hoeft dus geen brieven meer te schrijven. Ik ben blij dat Margaretha eindelijk haar man weer in haar armen kan sluiten.

Links een vrouw met een blauwe rok en een zwart jak en een man in een bruin pak met rode laarzen. De man heeft zijn arm om de schouder van de vrouw en ze kussen elkaar, Rechts een vrouw in het zwart van de achterkant. In haar linker hand heeft ze een blauwe veer.
Heer en dame kussend en een vrouw van achteren, Gesina ter Borch, 1654. Collectie Rijksmuseum.

Volgende missie

Er zijn weer brieven als Godard Adriaan op zijn volgende missie gaat. De laatste brief was van 16 juni 1677 en zijn volgende brief is van 11 november 1679. Dit betekent niet dat wij (ook) twee jaar wachten tot we verder gaan: wij pakken gewoon in november de draad weer op. In de perioden tussen de brieven proberen we jullie op de hoogte te houden van wat er zoal gebeurt in die twee jaar. Voor zover we dat weten natuurlijk, want als Godard Adriaan thuis is, hoeven er geen brieven meer geschreven te worden over de bouw. Maar over de oorlog, de situatie in de Republiek en de lotgevallen van familieleden kunnen we wel meer vertellen. Zijn er vragen of specifieke wensen voor verhaaltjes in deze periode? Laat het hieronder even weten!

In een kamer met een zwartwit geblokte tegelvloer zitten een man en een vrouw aan een ronde tafel met een blauw kleed te kaarten. Achter de vrouw staat de dienstmeid die haar een glas wijn inschenkt. Een jonge man leunt op de stoel van de man en kijkt mee in zijn kaarten. Achter de tafel hangt aan het plafond een groen paviljoen. Een soort loshangende hemel boven een bed. Aan de muur op de achtergrond hangen drie geweren, een schilderij met schepen, een plattegrond en een spiegel. Ook hangt er een bak met een kraantje boven een soort wasbekken op een poot. Tegen de muur staan twee stoelen, een deur staat open. Op de voorgrond snuffelt een hondje met een rode strik op de grond.
Kaartspelers in een interieur, Gesina ter Borch, ca. 1660. Collectie Rijksmuseum.

De bouwactiviteiten

We weten dat Margaretha’s belangrijkste doel was om in 1677 het huis wind en waterdicht te krijgen. Er werd gewerkt aan het dak en aan de schoorstenen en er werden glas en vensters besteld. De grote vraag is natuurlijk of ze het plafond in de grote zaal gaan jipsen of schilderen. Als we het alleen van de brieven zouden moeten hebben, zouden we dat nooit weten. Gelukkig staat het huis er nog en de grote zaal is in de basis nog steeds zoals hij tijdens de bouw bedoeld was. Dus komen kijken is de eenvoudigste oplossing om daar achter te komen.

Voor een huis met hoge ramen en luiken stopt een koets. Een man laat een vrouw uit de koets. Voor de koets staat een chique vrouw met een zwarte huik, een rode rok en witte kraag met een waaier in haar hand te wachten. Achter haar speelt een meisje met een hond. Op de trap naar de deur staat een oude man in het zwart. Hij heeft zijn hoed in de hand. Achter de koets buigen twee mannen naar elkaar. Op de voorgrond een paar kalkoenen en een haan.
Aankomst bij een landhuis, Gesina ter Borch, ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.

Verder bouwen

Als we met de brieven van twee jaar later verder gaan, zijn de Van Reedetjes natuurlijk behoorlijk opgeschoten met de bouw. Dan wordt er hard gewerkt aan de bijgebouwen, vooral de stallen met de beide paviljoens. Daarnaast valt er natuurlijk in het huis zelf ook nog van alles te verfraaien. Verder zijn er verhalen over de kleinkinderen, over ossen, over de landbouw en over bezoek van de prins. Dus ook de volgende serie brieven heeft weer genoeg om naar uit te kijken!

Aan de linkerkant zien we nog net een stukje van de gevel van een groot huis met ramen met heraldische wapens. In het gras staat een lange tafel met allemaal mensen erom heen. Op tafel staat eten en de mensen vermaken zich met elkaar, er wordt geflirt, getoast en gekletst. Een kleine jongen loopt rond om de glazen bij te vullen.
Vrolijk gezelschap in de buitenlucht, Gesina ter Borch, 1658. Collectie: Rijksmuseum.

Eindelijk!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 juni 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 juni 1677
Lees hier de originele brief

Het gaat er eindelijk van komen! Het einde van de diplomatieke missie van Godard Adriaan komt in zicht! Margaretha trekt die conclusie uit de brief die Godard Adriaan haar op 12 juni schreef en dat is niet het enige. Van Heteren heeft haar geschreven dat de ‘demissie’ van Godard Adriaan is goedgekeurd.

Brieffragment demissie

Ameronge den
16 juni 1677

Mijn heer en lieste hartge

wt uhEd mesiefve vande 12 deeser sien ick de hoope die
deselfve mij geeft van in korte hier te sulle sijn
van Heeteren schrijft dat haer hooch Mo(gende)1Titel voor de Staten Generaal uhE
demisie om thuijs te koome hebbe geackordeert

Nou ja, een klein voorbehoud, de Lunenburgse troepen moeten onderweg zijn, maar Godard Adriaan zal zelf wel weten hoe het daar mee staat. Margaretha verheugt zich enorm op de thuiskomst van haar man. Niet alleen wordt wel weer eens tijd, het is ook fijn om samen beslissingen te kunnen nemen!

Brieffragment verlangen naar thuiskomst

[staet is te maecken,] hoope niet hij vreemt sal vinde
ick seer naer uhEd komste verlange, nu ons werck
so seer komt, vallen der verscheijdene dinge voor
daer uhEd oock wel Eens diende present te sijn

Een vrouw zit aan een tafel. Ze kijkt ons aan. Haar rechter hand ligt op haar schoot, in haar linker heeft ze een veer, voor haar ligt een leeg blad. Op tafel een kleed dat bijna tot op de grond hangt. Op tafel een inktpot met schrijfset en een kandelaar.
Brief schrijvende vrouw, Pieter Schenk naar Gerard ter Borch (I), 1684. Collectie Rijksmuseum.

Deelle en balcke

Het werk aan het huis gaat gestadig door. De driehonderd vloerdelen die afgelopen winter in het bijzijn van Godard Adriaan gezaagd zijn, liggen los op hun plek. Wat minder mooi is, krijgt een plekje op zolder. Maar het zijn er niet genoeg. Margaretha stelt voor om voor de alkoofkamer (kamer met een bed), het eetsalet (de eetkamer) en voor de torenkamer vloerdelen uit Duitsland te laten komen. Dat gaat wel veel geld kosten maar er liggen in Amsterdam nog tweehonderd balken die niet nodig zijn en als die nou verkocht worden, dat zal de kosten dekken. Misschien houden ze dan nog wel geld over.

Brieffragment houten delen

[deelle konne belegge,] dewelcke men sou moete
koope en al wat koste sulle, maer daerteege
soude ickmijns oordeels, Een honde b balcke van
die tot Amsterdam over de twee hondert noch
int getal legge en wij niet van doen hebbe verkoopen die mijns beduncke
ontrent de 2000f soude af brenge, daermee wij
tot het inkoope vande pruijse deelle al verde sou
de springe of noch wel over houde,[ met de]

Een platte grond van een redelijk vierkant gebouw. midden voor een brede hal met twee trappen. De twee ramen en deur zitten in een deel van de gevel dat een beetje uit steekt. Links en rechts daarvan een grote ruimte. Achter de trappen een gang die over de volle breedte van het huis loopt. Midden achter een brede grote zaal met vier ramen in een deel van de gevel dat iets uit steekt. Aan weerszijde een kleinere ruimte met rechts extra trappen. Met rood potlood zijn er midden achter trappen getekend, maar ook rechts tegen de muur. Heel dun staan op sommige plekken ook nog extra lijnen toegevoegd.
Plattegrond van de eerste verdieping (beletage) van het huis Amerongen, Anoniem, 17e eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief. Het eetsalet is de kamer links onder, de torenkamer links boven en de alkoofkamer rechtsonder.

Het werk is ‘geavanseert’

Margaretha is duidelijk trots op het werk dat al verzet is. Bijna al de gewelven van de kelders zijn af en de meeste gewelven zijn ook al bepleisterd. Afgelopen week is er vanwege Pinksteren niet gewerkt maar morgen gaat het weer los. Steenhouwer Prang gaat verder met de schoorstenen, de daklijst om het huis is af. Margaretha heeft de secretaris opdracht gegeven om aan Godard Adriaan een overzicht te sturen met ook de melding van de ‘pruijse deelle’, de delen Pruisisch hout, die nog nodig zijn. De drost heeft nog iets bijgevoegd over een kwestie met het Hof van Utrecht, Margaretha weet daar zo snel geen raad mee.

Brieffragment berichten van de secretaris en de drost

[Huijs is volkoome gedaen,] ick heb de sekreetaris be
last uhEd vandaech noch alles pertinent te schrij=
ve, ock wat pruijse deelle der noodich sijn, wt de
neefens gaende van drost sal uhEd sien wat interedixsie2Interdictie: Als rechtsterm. Verbod om b.v. met zekere handelingen voort te gaan, bij officieele aanzegging (notarieele insinuatie) of vanwege het gerecht.
hem van weegen het hof van wttrecht is gedaen of dat
bij ons gerecht kan aengenoome worde, weete ick niet

Een steenhouwer aan het werk op straat. Naast hem op de grond ligt een grote winkelhaak. Op de achtergrond de Porta Romana te Florence.
De steenhouwer, Carlo Lasinio, 1769-1838. Collectie: Rijksmuseum.

Traktatie op school

De kleinkinderen verheugen zich ook op grootvaders komst, in het bijzonder Frits! Kleindochters Niera (Reiniera) en Pootge (Salomé Jacoba) hebben de kinderen op school koek beloofd want dat brengt grootvader natuurlijk mee en dan gaan zij trakteren. Maar voor nu, Margaretha blijft zijn ‘getrouwe wijff’.

Brieffragment traktatie

, al onse kindere w insonderheijt3Inzonderheid: voornamelijk frits verlange seer
naer groote papaes komst, niera en pootge beloof
al de kindere in’t school koeck die groote papa
mee sal brenge, hiermeede blijfve
Mijn heer en lieste harte
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

In een eenvoudige ruimte zit een vrouw op een stoel met een boekje op schoot. Om haar heen vijf kleine kinderen.
De dorpsschool, Christina Chalon, 19de eeuw. Collectie: Universiteit Leiden.
  • 1
    Titel voor de Staten Generaal
  • 2
    Interdictie: Als rechtsterm. Verbod om b.v. met zekere handelingen voort te gaan, bij officieele aanzegging (notarieele insinuatie) of vanwege het gerecht.
  • 3
    Inzonderheid: voornamelijk

Pinksteren, regen en een schuchtere held

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 juni 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 juni 1677
Lees hier de originele brief

In de vorige brief heeft Margaretha al alle vragen van haar man beantwoord die hij in zijn laatste van 5 juni stelde. Sindsdien is er niet veel veranderd, behalve één ding: de keldergewelven zijn klaar! Een mijlpaal, want hiermee is een groot deelproject achter de rug. Alleen het gewelf onder de kinderkamer moet nog. Vanwege Pinksteren en de regen wordt er niet veel gewerkt, maar er is nieuws over een schuchtere held.

Brieffragment wulfsels in de kelder

[rec 17 dito]
Ameronge den
12 ijuni 1677

Mijn heer en lieste hartge
seedert mijne laeste waer in uhEd beste die vande
5 deeser is geweest heb beantwoort, is hier niet
veel veranderins voorgevalle, wt die vande see
=kreetaris sal uhEd hebbe gesien hoet hier met
werck staet, de wulfsels vande kelders sij over
al wtgesondert die onder de kinder kamer
toe en gemaeckt, dat Een groot werck wt de
weech is, [om sullense gaen aende meure vande]

Pinksteren

De volgende stap in de kersverse keldergewelven wordt het pleisteren van alle muren en plafonds. Niet dat deze week veel zal gebeuren, want Margaretha heeft evenmin als met Hemelvaart kunnen beletten dat alle werkmannen inclusief Rietveld met Pinksteren naar huis zijn gegaan. Ze verwacht ze niet voor voor woensdag terug.

Brieffragment werk en pinksteren

[onder de kinderkamer te slaen] en voort al
de wulfsels inde kelders ende muere te plaeste
=renpleisteren en aente strijcken, dan de aenstaende
weeck en salder weer niet veel gedaen worde
met de pinstere1Pinksteren is Elck al Eens naer huijs ge=
gaen en rietvelt naer Amsterdam, en sulle
niet voor en woonsdach weeraent werck
koomen dat ick niet heb konne beletten,

Een pinksterblom (pinksterbloem of pinksterbruid), een in een lang gewaad gestoken, met bloemen en sieraden getooid meisje, wordt begeleid door twee verklede kinderen. Samen trekken ze er met Pinksteren op uit om geld op te halen met het zingen van liedjes.
Juni (de pinksterblom), Cornelis Dusart, 1679-1704. Collectie Rijksmuseum.

Regen, een zegen?

Het mooie weer is blijkbaar weer even voorbij: het heeft de hele week alleen maar geregend. Heel goed voor het graan en de tabak en allerlei andere gewassen! Helaas niet voor het werk bij de steenoven en ook niet voor het pas gemaaide hooi op de Benedenste Bol. Nou ja, die regen is het werk van God, daar kunnen ze niets tegen doen.

Eerste brieffragment regen
Tweede brieffragment regen

aldeese weeck heeft het hier niet gedaen als ge=
reegent dat wel goet opt koorn2koren, graan toeback3tabak en
alderhande vruchte is geweest, maer niet

op onse steenoven oft hoeij dat op de beneedenste bol
gemaeijt leijt, op de steen oven hebbense van alde
weeck niet gevormt, dit is godts werck daer wij
niet toe konne doen, [gistere is bentom die]

Vrouw kijkt naar de stromende regen in een open plek in het bos.
Gepersonifieerde ziel in beschouwing van de regen, Jan Luyken, 1678-1687. Collectie Rijksmuseum.

Lof en eer voor de Held van Kassel

Zo weinig als er over de bouw is te vertellen, des te meer over de heldendaden van zoonlief. Godards kornet Bentum is langs geweest in Amerongen en heeft in geuren en kleuren nog eens over diens tomeloze inzet in de Slag bij Kassel verteld. Het heeft vooral aan Godards goede inzicht en leiderschap (en Gods hulp natuurlijk) gelegen, dat er niet nog drie of vier duizend extra manschappen dood op het slagveld zijn gebleven. Zijn directe bevelhebber, luitenant-generaal de Montpouillan, liet het helemaal aan hem over, ook toen Godard alsnog om orders vroeg. Hij moest vooral doorgaan met zijn goede acties.

Brieffragment beschrijving van de strijd

[met hem geweest is] sonde de dierexsie4directie:leiding die hij
gepleecht heeft en sijn groote voorsichticheijt
daer had noch wel 3 a 4000 man moete be:
op de plaets doot gebleefve hebbe, wij kone
godt niet genoech dancke, opt lest quam mom
=pelijan5Armand de Caumont, marquis de Montpouillan daer bij aende welcke de heer van ginckel
aenstonts versocht sijn ordere6orders, bevelen te ontfange
diet selfve met Een groote sievielliteijt7civiliteit, beleefdheid
Exskuseerde en versocht de heer van ginckel
wilde voort gaen int geene hij so wel had
of was int doen, [ock inde reetreete preesen]

Mannen te paard zijn met elkaar in gevecht. Op de grond liggen dode mannen, links valt een an van een weg galopperend paard. Rechts schiet een knielende man op de ruiter achter zich.
Ruitergevecht, illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ van Allain Manesson Mallet, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum.

Met lof en eer overladen kwam hij van het slagveld en ook Willem III zijn Godards heldendaden niet ontgaan. Hij was erg tevreden over diens competente optreden. Toen hij zag dat Godard van paard moest wisselen heeft hij hem er zelfs eentje uit zijn eigen stal gegeven. En later in Den Haag mocht Godard bij hem op het hof overnachten en uitrusten.

Brieffragment lof en eer

[maer liet het aende heer van ginckel], so
dat hij met groote Eer en lof daer af is
gekoomen, en sijn hoocheijt diet meest selfs
heeft aengesien, teeneemaelteneenemale van sijn derex
=sie8directie, leiding en kontdwijte9conduite: gedrag voldaen is geweest, sijn
hoocheijt siende dat de heer van ginckel van paert
most veranderen sont hem aenstonts Een van
sijn hant paerde, en heeft hem in alles so
veel Eer seviEliteijt10civiliteit, beleefdheid getoont als hij sou konne
bedencke begeerende doen hij bij hem quam
dat hij dien nacht in sijn hof sou blijfve en
wt rusten,[ in soma alles was heel wel, alst]

Een Gebouw met twee verdiepingen, gebouwd rond een vierkante binnenplaats. Voor de binnenplaats staat een hek. Zowel op de binnenplaats als op de weg ervoor is het een drukte van belang met koetsen, wandelende mensen en honden.
Het Oude Hof in Den Haag (Paleis Noordeinde), Peter Schenk, 1706-1726. Collectie Rijksmuseum.

De held is schuchter

Kortom, geweldig natuurlijk, maar al die lof en eer zouden eens verzilverd moeten worden. De trotse maar nu toch wat ongeduldig wordende ouders zijn het met elkaar eens: Godard zou gebruik moeten maken van deze voor hem gunstige tijden om bij de prins een volgende stap in zijn carrière voor elkaar te krijgen, maar hij is te timide. Een grote dappere man op het slagveld, een schuchter kind aan het hof.

Brieffragment schuchtere held

[wt rusten,] in soma11in somma: kortom alles was heel wel, alst
maer bij voorvallende ockasie12gelegenheid gedacht mach
worde, uhEd heeft gelijck, hij behoorde hem van
deese tijt te diene maer hij is te temiede13timide: beschroomd, verlegen, bedeesd
hiermeede Eijndigende blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Deze beeldengroep van een vader, moeder en kind, stelt de Heilige familie voor. Op een naturalistische ondergrond wandelen Maria en Jozef zij aan zij met hun zoon tussen hen in. Het paar houdt de handen van het Christuskind vast om hem te helpen bij het lopen. Ze lijken op het punt te staan de peuter speels een stukje omhoog te zwiepen. Maria draagt onder een omslagdoek een gewaad met ceintuur hoog rond het middel. Ze loopt op sandalen en in haar gevlochten, opgestoken kapsel is een hoofddoek verwerkt. Jozef draagt eigentijdse kleding, laarzen en een hoed met een riem. Om zijn rechterschouder heeft hij een mantel geslagen. Het Christuskind loopt op blote voeten en draagt een eigentijds hemd met opgestroopte mouwen. De ondergrond en de drie figuren zijn separaat gesneden, daarnaast zijn de armen en Jozefs hoed los aangezet. De ogen van de drie figuren zijn ingelegd met zwart glas.
Heilige familie, Jan van Doorne (III), 1640-1650. Collectie: Rijksmuseum.

  • 1
    Pinksteren
  • 2
    koren, graan
  • 3
    tabak
  • 4
    directie:leiding
  • 5
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan
  • 6
    orders, bevelen
  • 7
    civiliteit, beleefdheid
  • 8
    directie, leiding
  • 9
    conduite: gedrag
  • 10
    civiliteit, beleefdheid
  • 11
    in somma: kortom
  • 12
    gelegenheid
  • 13
    timide: beschroomd, verlegen, bedeesd

Zorgen om zonen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 juni 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Hoera! Godard Adriaan heeft geschreven dat hij waarschijnlijk binnenkort zal ‘repatrijEere’. Oftewel: hij komt thuis! Maar eerst nog even wachten op zijn demissie. Ondertussen heeft Margaretha zelf nog genoeg om handen.

Brieffragment hoop op thuiskomst

Ameronge den
9 ijuni 1677

Mijn heer en lieste hartge
wt uhEd aengenaeme vande 2 deeser sien ick dat de
selfve weer hoop heeft om in korte te repatrijEere
als uhEd sijn demissie heeft en op wech is om te
huijs te koop koome sal ick mij met die hoope
verheuchge, [het heeft so lange geduert dat ick]

Cirkelvormige tekening van een zandpad met rechts een knotwilg bij een hek. Op het pad rijdt een wagen met daarvoor een paard. De zweep steekt boven de huif uit. Daarachter loopt op het zandpad een man met een rode jas, zwartte hoed en blauwe laarzen. In zijn rechterhand een stok, op zijn rug een geweer en naast hem een hondje. Links op de achtergrond een stad.
Zomer: Landweg met jager en koets, Gesina ter Borch, ca. 1655. Collectie Rijksmuseum.

Geldzaken

Waar is Margaretha zo al mee bezig? Onder andere met geldzaken. Ze moet Temminck nog 1000 gulden betalen. Hij heeft dit bedrag voorgeschoten om de schepen met kalk hier te krijgen. Ook houdt het gedoe met neef (en pleegzoon) Welland Margaretha aardig bezig.

Eerste brieffragment geld
Tweede brieffragment geld

als de te versoeckene 3000f sulle sijn ontfa
sal ick weer 1000f aen teminck daer van
moete sende hij heeft nu korts aen Een, twe
scheepe met kalck gesonde die beijde ontrent
of over de seeven hondert f bedrage die hij be=
taelt heeft, wat den brief vande preedikant
van hengele belanckt hij heeft gelijck so seijt
briEerijus ock sij konne den heer van wellant1Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken

om haer gelt niet aenspreecken [de wijlle de oblij=]

Woest gevecht tussen de geldzakken en de geldkisten. Op de grond liggen munten, rechtsvooraan een hond aan een ketting.
Strijd tussen de geldzakken en geldkisten (titel op prent: Ryckdom maeckt dieven), Pieter van der Heyden naar Pieter Brueghel (I). Collectie Rijksmuseum.

Timide

Ondertussen verblijft Ursula Philipotta nog bij Godard van Ginkel in het leger. Ze schijnt zich daar erg te vermaken. Van Ginkel staat in de gunst. Moeders hoopt dat hij er nu eens voordeel van zal trekken, maar weet ook dat hij vaak te timide is om voor zichzelf of voor zijn kinderen iets te eisen.

Brieffragment timide Van Ginkel

[staen, van noode sulle sijn,] de vrou van
ginckel is noch int leeger, diverteert haer daer
heel wel so sij schrijft, dat de heer van ginckel
so wel te hoof staet is mij wel lief en wensche
het lange mach dueren en dat hij daer
wat vruchte van mocht trecken daer ick
noch niet veel van hoore, hij is te tiemide
om voor sijn selfve of sijn kindere wat te
Eijschen [en men brenckt het de lie van selfs]

Familieportret. Gezin in een interieur. In het midden de vader en moeder, hier omheen twee dochter en twee zonen. De vader heeft een brief in de hand, de moeder een sleutel, de jongen links een kandelaar, de jongen op de achtergrond zit achter een tafel waarop boeken en schrijfgerei liggen. Het meisje rechts heeft een marmot in de armen. Op de voorgrond een hondje. Rechts een hoge schouw, op de achtermuur hangen twee schilderijen.
Familietafereel, toegeschreven aan Caspar Netscher of Nicolaes Roosendael, 1649-1684. Collectie Rijksmuseum.

De zoon van Elsje Quint

Groot lokaal nieuws. De zoon van Elsje Quint uit Amerongen heeft tijdens een handgemeen in een herberg zijn zwaard getrokken. Hij is in hechtenis genomen en is veroordeeld tot het vuurpeloton. Van Ginkel schijnt nog om gratie te hebben gevraagd bij Willem III, maar het mocht niet baten. Margaretha vindt het verschrikkelijk. Zo’n jonge jongen; hij kwam pas net kijken! Gelukkig is hij wel christelijk gestorven, dus God zal zijn ziel wel genadig zijn.

Brieffragment over de zoon van Elsje Quint

[sal,] daer is hier te Ameronge onse arme
Elsge quint haer soon die wel Een lichtmisLichtmis: Een manspersoon van losbandigen levenswandel, een losbol, een doordraaier
was, en dienst onder de garde hadt, kreech
questie in Een harberch met Een offisier oft
sijn Eijgen offisier was weet ick niet altijt
hij heeft sijn deegen teegens den offisier te ge=
trocke en is aenstonts in Aprehensie2Apprehensie: Gevangenneming, arrestatie ge=
raeckt en gekondemneert3Condemneren: Veroordelen om geharkibiseert4Een arquebus ofwel haakbus is een vuurwapen, een voorloper van het musket, harkebuseren is dus fusilleren met haakbus
te worde, het welcke geschiet is, de heer van
ginckel schrijft sijn hoocheijt om sijn pardon
versocht te hebbe, dan heeft niet geholpe
mij jamert de moeder seer, tis waer vol=
gens den artijckel brief most hij sterfve
maer daer krijge so veel haer pardon
die mensche omt leefven hebbe gebrocht, en
dit was noch so Een jonge bloet die Eerst
inde werlt quam kijcken, nu so geschreefve
wort is hij ongemeen kristelijck gestorfve
en begeerde geen pardon schoon hij die had
gekreegen so hij seij, so dat niet twijfel of
godt sal sijn siel genadich sijn[, wat is den]

In een stad staat een soldaat klaar om een geblinddoekte man die vastgebonden staat aan een paal neer te schieten met een geweer. De loop van het geweer rust op een standaard. Op de achtergrond worden mannen onthoofd en kijken nieuwsgierige mensen toe.
Te Jönköping wordt baron Gustav Skyte vanwege zeeroof met een haakbus neergeschoten, zijn makkers worden onthoofd, Jan Luyken, 1663. Collectie Rijksmuseum.

Gedroomde vrede en mogelijke belegering

Ondertussen is Margaretha de oorlog meer dan zat. Volgens sommigen lijkt de vrede in zicht, maar volgens Margaretha zien zij het allemaal veel te rooskleurig in.

Het lijkt er ook op dat er een belegering wordt voorbereid: troepen verzamelen zich rond Roermond. Zal dat nog op tijd lukken? Het wordt dan wel heel laat in het jaar. En de Lunenburgers zullen nog wel even op zich laten wachten… En wat een geld zal het allemaal weer niet moeten kosten?!

Brieffragment over dromen van vrede

[godt sal sijn siel genadich sijn,] wat is den
oorlooch mochte wij Eens Een gewenste vreede be
=leefve daer so geseijt wort hoop toe is, maer
wij flateeren5Flatteren: Gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt ons seer licht[, dus verder geschree]

Brieffragment mogelijke belegering

men spreeckt seer vande groote preeperaesie die tot
Een beleegerin worde gemaeckt, ock hoort me
van alle kante datter veel volckere ontrent
reurmunde versaemelt wort, dant wort
laet int ijaer en als de luijnenburchse daer
men so ick hoor staet op maeckt so laet sule
bij koome salt ons wel weer wt onse gissine
gaen, en veel gelts als subsidie en ande gelde
=re voor niet geefve, wat salmen doen alst
de heere so goet vinde [moeten de ingeseetene]

Ets van een wereldbol met deugden en ondeugden. Onder de wereldbol een cartouche met de titel: Omnium rerum vicissitudo est.
Omnium rerum Vicissitudo est (Er is verandering in alle dingen), Zacharias Dolendo naar Jacques de Geyn (II), ca. 1596-1597. Collectie Rijksmuseum. Wereldbol waarop in ronde cirkel deugden en ondeugden: Van rechts naar links: Fortitudo (kracht), Rijkdom, Superbia (trots), Invidia (jaloezie), Oorlog, Armoede en Geloof. Middenboven zit Vrede. Boven haar hoofd een krans van wolken waardoor goddelijk licht op haar schijnt.

Utrechtse politiek

Het is een rotzooitje in Utrecht. Alles wat predikant Van Hengel over de politiek aldaar geschreven heeft, is waar. De rente wordt niet betaald, de ridderschap betaalt ook niemand, de rentmeesters spelen de baas en er is geen ontzag of respect meer. Het is bedroevend om te zien hoe alles gaat.

Brieffragment Utrechtse politiek

alt geene de preedikant vande hengele schrijft
is waer het gaet tot wttrecht so wonderlijck
in alles toe dat Een schrick is te hoore ,
renthe wordender niet betaelt Elck
klaecht Even seer, de ridderschap be=
taelt ock niet de rentmeesters speelle tee
=nemael den baes, int kort geseijt Elck
is meester daer is noch ontsach noch rees
speckt, en bedroeft te sien hoe alles gaet
de heer almachtich wil ons Een beetere tijd
verleene, in wines bescherminge uhEd be
veelle en blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Op een plein staat een gebouw met twee verdiepingen een zadeldak, vier schoorstenen en een rijk versierde toegangsdeur. Daaraan vast een kleiner gebouw met een trapgevel. Het plein is verder omsloten door muren. In de hoek bij de deur staat een wachthuisje met daarnaast een man (soldaat?). Op het plein loopt een man met een stok over zijn schouder en een man met een zak op zijn rug.
Gezicht op de voorgevel van de Statenkamer en de zijgevel van het Ridderschapshuis aan het Janskerkhof te Utrecht, L.P. Serrurier, 1724. Collectie Het Utrechts Archief.
  • 1
    Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken
  • 2
    Apprehensie: Gevangenneming, arrestatie
  • 3
    Condemneren: Veroordelen
  • 4
    Een arquebus ofwel haakbus is een vuurwapen, een voorloper van het musket, harkebuseren is dus fusilleren met haakbus
  • 5
    Flatteren: Gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt

Zo moe… Maar echt!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 juni 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 10 juni 1677
Lees hier de originele brief

Die rare periode in het voorjaar dat je van de ene halve werk- of schoolweek in de andere rolt, die kende Margaretha ook. Heerlijk als je schoolgaand bent of werk hebt dat je kunt laten liggen, irritant als je iets gedaan wilt of moet krijgen. En Margaretha wil een huis bouwen, dus voor haar zijn biddagen en hemelvaarten irritant. Ze schrijft zelf nooit over het vieren van wat voor feestdag dan ook, maar het werkvolk is wel vrij.

Brieffragment hemelvaart

[rec.a 10 dito]
Amerong
den 5 ijuni 1677

Mijn heer en lieste hartge

uhEd laeste vande 29 pasato heb ick voorleedene
woonsdach beantwoort, wij hebbeh deese
weeck den ordinarise beedach en ock heemel
vaerts dach gehadt dat ons deese weeck
twee dage int wercke so int Een als int
ander verhindert heeft, [hebbe wtneement]

De discipelen en Maria zitten geknield op het gras en kijken naar boven. Tegen een sterrenhemel zien we nog net twee voeten.
Hemelvaart, fragment uit: Scenes uit het leven van Christus, anoniem, ca. 1435. Collectie Rijksmuseum.

Steen en hooi

Gelukkig is het weer prachtig dus er kan wel hard gewerkt worden. Dat gebeurt bij de steenoven en in de laaggelegen weides. Bij de steenoven loopt het nu zo goed, dat Margaretha hoopt dat ze zoveel kunnen bakken dat ze genoeg bakstenen heeft om volgend jaar de voorburcht te doen. Dan hoeft ze dat jaar in ieder geval geen bakstenen te bakken. Ze is aan het eind van haar latijn.

Ondertussen moet er ook gehooid worden. Het gras waar de ossen staan is geweldig, ze heeft nooit meer hooi gezien. Het hooi is gisteren gekeerd en wordt vanavond op stapels gelegd. Het werk groeit haar een beetje boven het hoofd. Maar ze zal natuurlijk wel haar best doen.

Eerste brieffragment hooien
Tweede brieffragment hooien

[te backe het welcke wel wensche] kan nie
segge hoe moede ick dat werck ben, nu sijn
wij aent hoeije op de beneedenste bol daer de
osse gaen, inde laechte, daer seer schoon
gras wt komt, ick hebt noeijt meer gesien
het de gras dat gistere voor Eerste mael

gewent of gebroocke is, is deesen avont aen
groote oppers1Opper: Benaming zoowel voor de stapels waarin het gemaaide, reeds gedroogde gras op het land opgehoopt wordt om het gemakkelijk te kunnen binnenhalen, als voor de kleinere hoopen waarop het des nachts of bij regen bijeengeworpen wordt om den volgenden dag weer over het land te worden verspreid. tot drooch hoeij geset, het
werck komt mij nu so teffen over de hant
dat ickder geen door koome aen en sien
, sal mijn best al voort doen, [meester schu]

In een groen weiland zijn twee mensen bezig hooi op een wagen te laden. Voor de wagen staat een bruin paard. Op de achtergrond bomen en hooi op hopen.
Hooiwagen, Willem de Zwart, 1885-1931. Collectie Rijksmuseum.

Het gaat maar door

Schut is weer naar Amsterdam en die komt na pinksteren weer terug. Temminck schrijft dat er weer hout uit Hamburg komt en dat hij een schip met Friese kalk naar Amerongen gestuurd heeft. Dat is hard nodig voor het pleisteren van de gewelven in de kelders. Prang heeft de hoekstukken voor de lijst om het huis gemaakt en gaat nu verder met de stukken voor de schoorsteen. De metselaars zijn nu die hoekstenen aan het leggen en er wordt natuurlijk nog steeds gepleisterd in de kelder. Maar dat gaat langzaam en dus oefent Margaretha geduld.

Één ding is duidelijk: als ze hier doorheen komt, bouwt zo nooit van haar leven meer een huis. Ze is zo moe, dat ze niet meer schrijven kan.

Afsluiting

[int wulfve van onder de alkobij kamer, daer
is noch veel werck aen vast daer wel paes=
ijensie to van noode is, waer ick hier Eens
door kom mijn leefve niet weer aent timere
ick ben so mat2Mat: Uitgeput, moe, maar ook ergens genoeg van hebben van doorde so te gaen dat ick
niet meer schrijfve kan, blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Een oude vrouw hangt over een boek heen met haar hoofd steunend op haar linker hand. Haar ogen zijn dicht. In haar rechterhand heeft ze een bril.
Slapende oude vrouw, Rembrandt van Rijn, ca. 1636. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Opper: Benaming zoowel voor de stapels waarin het gemaaide, reeds gedroogde gras op het land opgehoopt wordt om het gemakkelijk te kunnen binnenhalen, als voor de kleinere hoopen waarop het des nachts of bij regen bijeengeworpen wordt om den volgenden dag weer over het land te worden verspreid.
  • 2
    Mat: Uitgeput, moe, maar ook ergens genoeg van hebben

Jipsen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 juni 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 juni 1677
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft zowaar twee brieven ontvangen van haar man en de secretaris ook één. De brief aan de secretaris staat kennelijk vol met Godard Adriaans ideeën rondom de herbouw, want Margaretha belooft om goed over alles wat hij schrijft te overleggen.

Briefopening

[rec 7 dito]
Ameronge den
2 ijuni 1677

Mijn heer en lieste hartge
beijde uhEd aengenaeme vande 26 en 29 meij heb ick
ontfange, wij sulle volgens tgeene uhed aende
seekreetaris schrijft alles ten beste so veel over=
legge alst moogelijck is, [wat belanckt omt bovent]

Plafond van het groot salet

Wat dat betreft valt Margaretha maar gelijk met de deur in huis. Kennelijk heeft Godard Adriaan voorgesteld op het plafond in het groot salet te jipsen (gipsen: stuken). Ze hebben daarover overlegd (zie je wel, ze doet keurig wat haar man vraagt!) en Margaretha en de beide bazen zijn het niet met Godard Adriaan eens. Zo’n mooie ruimte als de zaal die ze maken, die hoort een geschilderd plafond te hebben. Dat heeft Zijn Hoogheid Stadhouder Willem III immers ook gedaan in de grote zaal van Soestdijk? Als dat niet een argument is! Bovendien vroeg die schilder uit Amersfoort er niet eens heel veel geld voor! Nou ja, ze zijn voorlopig toch nog niet toe aan dat plafond, dus er is nog tijd genoeg om te beslissen.

Het laten stuken van een plafond was op dat moment in de Republiek niet gebruikelijk, dus de afwijzende reactie van Margaretha en de bazen is niet verwonderlijk. De vraag is wel waar Godard Adriaan zijn idee vandaan heeft. Misschien is bouwmeester Michiel Matthias Smidts eindelijk bij Godard Adriaan langs geweest? In haar brief van 12 mei informeert Margaretha daar nog naar, maar daarna zijn er geen verwijzingen meer naar een bezoek van Smidts aan Godard Adriaan.

Brieffragment over het plafond in het groot salet

[legge alst moogelijck is,] wat belanckt omt bovent
groot salet te laete jipse meenen beijde de baese
so wel schut al rietvelt dat dat gemack te
fraeij is om te laete jipse en dat het selfve
behoorde geschildert te worde gelijck sijn hoocheij
op soesdijck in sijn groot salet heeft laeten doen
van Een schilder van Amersfoort diet so ge=
seijt wort heel net en voor Een kleijn en heel ge
ringe prijs schildert, dan dit is noch vroech
genoech daer kan omt Een oft ander dit
ijaer noch niet gedocht worden, [konne wijt deese]

Een foto van het middengedeelte van een gestuct plafond. In het midden is een ovale plafondschildering te zien. Eromheen is een gestucte lijst van gestileerde, in elkaar gestoken acanthusbladeren. Het ovaal wordt weer omlijst door een rechthoek bestaand uit gestucte decoratie van zonnebloemen en acanthusbladeren. Daarbinnen bevindt zich een zwart gemarmerde lijst. Tussen deze lijst en de ovale gestucte lijst is de ruimte opgevuld met een gestucte decoratie bestaand uit takken met eraan rozen en bladeren. Om de rechthoek is een gedeelte van het barokke stucwerk van het plafond te zien met rechtsboven en linksonder een schelp met aan beide zijden gestileerde planten. Rechtsonder en linksboven is een gedeelte van de gestucte decoratie van gestileerde planten in de vorm van een gedraaide spiraal naar binnen alsof het slagroom is. Op de plafondschildering zijn de twee belangrijkste figuren zwevend boven elkaar, half op een wolk leunend, geschilderd. De wolk is aan de bovenkant licht en aan de onderkant heel donker van kleur. Van de bovenste figuur zijn alleen de blote schouders en een bloot rechterbeen te zien. Ze draagt een kroon van laurierbladeren en heeft om zich heen een rozerood kleed gedrapeerd waarvan het grootste gedeelte achter haar aan wappert. Achter haar hoofd is een stralenkrans te zien. Ze kijkt liefdevol naar de persoon onder haar, waarschijnlijk een man. Hij is ook bloot met om zijn bovenlijf een geel doek en om zijn onderlijf een blauw doek gewikkeld. Hij lijkt ook een soort krans te dragen. Er zijn van hem twee blote benen te zien. Zijn rechterarm heeft hij naar voren gestrekt met de palm omhoog. Hij kijkt omhoog naar de vrouw. Achter de wolk is nog een kleiner figuurtje te zien met vleugels en ook een krans om het hoofd. Alleen de bovenkant van het lijf is te zien. Op de achtergrond van de schildering zijn wat vage, lichte en donkere wolken te zien.
Plafondstuk “Aurora”, M.L.A. Clifford, 1726. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Margaretha kreeg pas 26 jaar na haar dood haar zin. De basis was toch het gestucte plafond dat haar man wenste.

Glas

Eerst heeft Margaretha andere zorgen: het zou fijn zijn als ze deze zomer alle vloerstenen gelegd zou kunnen krijgen, het dak dicht en al de vensters gevuld met glas. Maar als ze alleen al denkt aan de kosten krijgt ze het benauwd. Het glas vindt ze ook spannend. Ze zal eens kijken hoe anderen dat doen en dan een plan maken. Het schijnt dat de meesten kasten vol met glas laten komen en het dan ter plekke laten verwerken (tot ramen neem ik aan).

Ze stelt ook voor om te werken met twee kwaliteiten glas. Voor de zolders en de kelders is ‘slecht of bargoens’ glas goed genoeg. Als Godard Adriaan het goed vindt, uiteraard. Slecht gebruikt ze dan hier in de zin van gewoon, eenvoudig. Hoe ze bargoens hier precies bedoelt is mij niet duidelijk. Het is de taal van vagebonden en dieven. Ze zal in ieder geval geen glas zijn waar ze veel waarde aan toekent.

Eerste brieffragment glas
Tweede brieffragment glas

, naer glas sal ick verneemen en weet niet hoet
daer best meede sal aen legge, veel koope heelle

kaste met glas en laetent dan bearbeijde salder
naer verneeme en sien hoet tot den meesten
oorbaer schick, mijns oordeels kan men op de
solders op de vlieringe en ock in al de kelders
wel met slecht of bergoens glas sette dat
heel wel en genoech bestaen kan, alst uhEd
so goet vindt, [vermidts hier so weijnich geleegent]

In een ruimte zijn mannen aan het werk aan lange tafels. Er worden ramen in elkaar gezet en glas op maat gesneden.
De werkplaats van een glazenier, R. Bénard naar Bourgeois. Collectie, tweede helft 18de eeuw. Collectie: Wellcome Collection.

Stenen voor Middachten

Die stenen voor Middachten die Godard Adriaan gezonden heeft, die zijn nog steeds niet in Middachten. Het is lastig om een schip te vinden dat vanaf Amerongen over de IJssel vaart. Maar nu heeft Krijn van Kampen net turf afgeleverd en hij moet leeg die kant op varen om hout te halen. Margaretha hoef je niet te vertellen hoeveel één plus één is: de stenen zijn al met het schip vertrokken. Margaretha heeft 450 stenen die kant op gestuurd. Ze denkt dat dat wel genoeg is, bovendien wil de eigenzinnige Philippota er nog wat witte stenen tussen leggen.

[so goet vindt,] vermidts hier so weijnich geleegent
=heijt valt om den ijsel op, Eits naer Middachte
te sende en ock de koste vande vloersteene hier
op te rijde en daer naer die weer aent water
ent scheep te brenge te ontsien, heb ick de ocke
=sie dat krijn van kampen hier turf tot den
steen oven gelost hebbende en en den ijsel op
ginck om hout te haellen, hebbe ick hem vant
Eene schip int sijne 450 vloer steene laete
in laeden die hij op Middachte gebrocht heeft
geloofve sij daer mee toe sulle koomen also
de vrou van ginckel daer Eenige hoewel weij
=nige witte steene tuschen wil laeten legge

Recht een meander van de IJssel met daarop een zeilbootje. In de uiterwaarden staan bomen, links langs de weg een paar mannen op stoelen met wijn en een pijk. Langs de oever liggen boerderijen en in de verte het huis Middachten en het stadje Doesburg.
Gezicht langs De Steeg en IJssel naar het huis Middachten. Collectie Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Gezinnetje

Uiteraard heeft Margaretha ook weer iets op te merken over het gezin van haar schoondochter. Zij zit bij haar man in het leger, maar die zou eigenlijk de belangen van zijn gezin moeten behartigen. Nu is de kans, omdat hij in een goed blaadje staat bij de Prins van Oranje! Maar nee, hij is te timide, hij zal nooit iets voor zichzelf vragen, eerder voor een ander. En als hij niets doet… gebeurt er niets. Margaretha zal hem er nog wel op aanspreken, want hij moet er wel rekening mee houden dat hij zeven kinderen heeft en binnenkort zelfs acht!

Eerste brieffragment vader Van Ginkel en zijn gezin
Tweede brieffragment vader Van Ginkel en zijn gezin

de vrou van ginckel is noch int leeger ick heb
haer op haer vertreck van hier al geseijt dat
haer man nu behoorde sijn tijt waer te neemen
en voor sijn huijs en kinderen te sorchgen de
wijlle hij in gunst bij sijn hoocheijt is, maer
hij is te temiede en geloof niet dat hijt doen
sal, hij sal Eer voor vreemde als voor sijn selfe
spreecke, ent sal hem sonder dat hijt Eijst
niet thuijs gebracht worde, ick salt hem noch
wel vermaene als hijt maer doet hij heeft
vast seeven kindere en achtste binne acht

a neegen weecke te verwachten, sij moogen wel
achterwaerts dencken, en als uhEd wel seijt de

Kinderkamer met drie vrouwen, waarschijnlijk moeders en geen kindermeiden. De vrouw links leert een kind lopen. De vrouw in het midden zit op een stoel en geeft haar kind de borst. De rechter vrouw heeft een kind op de arm. Twee van de kinderen dragen een valhoedje, een gevoerd hoofddeksel dat hen moest beschermen als ze vielen. Op de achtergrond staat een wieg, één kind speelt met een wagentje aan een touw, een ander heeft een stokpaard.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.

En trouwens

Na nog wat gemopper op hoe het er allemaal aan toe gaat is er nog ruimte voor een flink naschrift. De Heer van Odijk is gehuldigd. Willem Adriaan van Nassau, die nooit Heer van Odijk was, had de ambachtsheerlijkheid Zeist gekocht. Op zijn verzoek hadden de Staten van Utrecht daar gelijk maar een hoge heerlijkheid van gemaakt

Trouwens, als het plafond van de grote zaal geschilderd zou worden, dan moet er wel droog hout in. En eigenlijk ook mooi gezaagd, en dus duur hout. Dus daar zou ze dan nu eens naar moeten kijken.

Overigens kostte het schilderen van het plafond van de grote zaal op Soestdijk maar 100 gulden. Ze zal met Schut en de secretaris eens in de Sint Servaas Abdij in Utrecht gaan kijken of daar nog geschikt hout voor de vloerbalken ligt.

Afsluiting

[al datter om gaet,] de heere wil ons bij staen
in wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle
blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor
inde voorleedene
weeck is den
heer van oudijck
tot seijst in gehult
als men boovent het groot salet
sou schilderen diendent
met wage schot1Wagenschot: kwartiers gezaagd hout, waarbij de stam in vieren gezaagd wordt. Hierdoor ontstaat een goede kwaliteit hout met een mooie tekening. Dit was wel duur, omdat er door de manier van zagen weinig brede planken uit een stam gehaald konden worden beschooten
en moet wel drooch hout
weesen daerme van nu af
naer sou moete verneemen, so mij geseijt is
kost het schildere vant groot salet op soesdijck
maer hondert gul, ick sal schut met de sekree
taris int sintservaes klooster het hout laete
besien tot de ribbe inde vloere, ens bequaemste
voor ons laetste Estimeere

Een kruiskerk met een spitse toren en een ommuurde tuin. Naar links toe aan de kerk nog drie gebouwen.
Gezicht op de St.-Servaasabdij te Utrecht vanaf de binnenplaats. J. Stellingwerf, 1725. Collectie Het Utrechts Archief.
  • 1
    Wagenschot: kwartiers gezaagd hout, waarbij de stam in vieren gezaagd wordt. Hierdoor ontstaat een goede kwaliteit hout met een mooie tekening. Dit was wel duur, omdat er door de manier van zagen weinig brede planken uit een stam gehaald konden worden

Onzekere tijden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 29 mei 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 3 juni 1677
Lees hier de originele brief

De post heeft het niet zo nauw genomen! Pas gisteren heeft Margaretha de brief ontvangen die Godard Adriaan haar op 14 mei heeft gestuurd. Die moet ergens zijn blijven liggen. Maar ach, er is toch niet zoveel te melden over de bouw.

Brieffragment niets voorgevallen

[rec: 3 junij. 1677]
Ameronge den
29 meij 1677

Mijn heer en lieste hartge

uhEd meesiefve vande 14 deeser is mij gistere Eerst
behandicht, die iwers1Iewer, iewaers: ergens moet blijve legge sijn
de voorgaende sijn door de laeste post so
door mij als de sekreetaris beantwoort,
seedert is int werck niet veel veranderins voor
gevalle, de metselaers hebbe nu aent maecke

Jonge vrouw leest een liefdesbrief, haar arm op een tafel geleund
Jonge vrouw leest een liefdesbrief, Claude Duflos naar Jean Raoux, 1675-1725. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha heeft het gehad met de steenoven

De metselaars hebben steigers gezet om aan drie schoorstenen te gaan werken en ze zullen het gewelf van de galerij boven de kelder aanstaande dinsdag afwerken. Dan is het woensdag biddag voor het gewas en donderdag is het Hemelvaartsdag, twee vrije dagen. En daarna is het gewelf van de alkoof aan de beurt. Het is mooi weer en de steenoven draait op volle toeren. Margaretha wenst van ganser harte dat ze deze zomer genoeg steen kunnen bakken voor de rest van de bouw. Ze is heeft zo genoeg van die steenoven en ze is zo moe, dat ze niet aan het huishouden toekomt. Nu zul je zeggen, had ze geen personeel dan, maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze niet op alles toezicht wilde houden.

Eerste brieffragment steenoven
Tweede brieffragment steenoven

met dit schoone weer maeckense op de steen
=oven seer veel steen, ick wenste met al mijn
hart dat wij deese soomer so veel koste maecke
dat wij genoech hadde, want sout naeste ijaer
diet leeft niet gaern weer aent steen backen

sijn, bent ongelooflijck moe, dus verre van ons domi
stijcke2Domestiek: betrekking hebbend op het huisgezin, huishoudelijk [nu wat anders sijn hoocheijt is inde haec]

Een prent met links een waterput waar een vrouw net water uit haalt. Rechts twee mannen bij een bosje. Één zi op een steen, de ander loopt met een emmer in zijn linker hand en een soort kratje op zijn hoofd richting de steenoven. De steen over is een groot, rond, aarden bouwwerk met midden bovenin een opening waar rook uit komt. In het midden zit een opening waar vuur in brand. Op de achtergrond een huis op palen. Misschien een huis in aanbouw waarvoor ze voor de beneden verdieping bakstenen aan het bakken zijn?
Landschap met waterput en steenoven. Johann Andreas Benjamin Nothnagel, 1739 – 1804. Collectie Rijksmuseum.

De oorlog gaat door

Nu wat anders, schrijft Margaretha. Over de bouw is dan wel niet zoveel spectaculairs te melden, maar ze hoort wel eens wat en dit was toch wel echt een nieuwtje. De prins van Oranje is in Den Haag geweest en vervolgens naar zijn jachthuis in Soestdijk. Daar is hij maar één nacht gebleven en nu is hij al weer in het leger. Er schijnen troepen te komen van Lunenburg. Ze heeft dat van Everard van Heekeren, de heer van Netelhorst. Hij kan zich natuurlijk vergissen, maar Margaretha hoopt van niet. Heel begrijpelijk, want het verkleint de kans dat Van Ginkel in de frontlinie staat. Het lijkt er ook op dat er voorbereidingen worden getroffen voor een belegering, in Delft zijn ze bezig met het verschepen van kanonnen. Daar schrikt Margaretha nou weer van, dat gaat mensenlevens kosten. Ze hoopt dat de zomer, het oorlogsseizoen, snel ten einde zal zijn.

Brieffragment belegering

nu spreeckt men weer sterck van Een beleegerin
daer so men seijt groote preeperaesie toe worde
gemaeckt en veel grofkanon tot delft
toe wert scheep gedaen, ick schrick het selfve
te hooren, vrees het weer so meenich Eerlijck
man sij hooft salkoste, wenste wij de
soomer al ten Ende waeren wie weet wat
wij noch al hebbe te verwachten, [van vreede]

Voorzijde van Paleis Soestdijk, jachtslot van stadhouder Willem III van Oranje-Nassau. Op de voorgrond figuren.
Paleis Soestdijk van voren gezien, anoniem, 1695. Collectie Rijksmuseum.

Geen hoop op vrede

Margaretha hoopt dat de koning van Engeland zal breken met de koning van Frankrijk. Dat zou een beslissende slag zijn, als de koning van Engeland zich aansluit bij de alliantie van de stadhouder en de Duitse staten! Maar ze voelt zelf ook wel dat dit niet waarschijnlijk is. Ondertussen is er nog geen hoop op vrede. Die oorlog, het lijkt wel of de hele wereld meevecht. Het maakt Margaretha zo bang, misschien is het einde der tijden wel nabij! Als de ‘heere almachtich’ dan maar een zalige uitkomst biedt!

Maar ook in deze turbulentie vergeet Margaretha niet om aan Godard Adriaan te melden dat ze nog steeds zijn ‘getrouwe wijff’ is.

Eerste brieffragment Voortgang oorlog
Tweede brieffragment Voortgang oorlog

heeft men noch so weijnich hoop, wij flatteere3Flatteren: gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt
ons al met Engelant dat die kroon met vran
=ckrijck sal breecke, als sijt al doen heeft
het noch sijn wtslach te verwachten, in som
=ma wie siet noch het Ent vant werck, het
schijnt de heelle werlt in voeren is, en de

laeste tijde voorhande staen , inde welcke ons de heere
almachtich Een saelige wtkomste wil geefve in
wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle blijfe
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Vier mannen te paard, gewapend met een pijl en boog, een zwaard, een weegschaal en een riek, lopen mensen onder de voet.
De vier ruiters van de apocalyps, Albrecht Dürer, 1497 – 1498. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Iewer, iewaers: ergens
  • 2
    Domestiek: betrekking hebbend op het huisgezin, huishoudelijk
  • 3
    Flatteren: gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt

Het failliet van neef Welland

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 26 mei 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 31 mei 1677
Lees hier de originele brief

Oh nee! Godard Adriaan heeft tóch een extra opdracht gekregen! Nu duurt het dus nog langer voor hij thuis is. Margaretha lijkt het gelaten op te nemen. Haar zorgen zitten tijdelijk elders: Neef Welland raakt steeds dieper in de financiële problemen. Zijn schuldeisers hebben nog steeds geen cent terug gezien van wat ze hem hebben geleend. Hij betaalt niet eens rente. Erger nog, ze kunnen geen contact met hem krijgen. De heer Breijerius trekt zijn handen van hem af. Hij wil nog wel met Godard Adriaan zaken doen, maar niet meer met Welland. Omdat de Van Reedes blijkbaar garant stonden, komt Wellands schuld nu voor hun rekening. Het zelfde geldt voor een schuld aan predikant van den Hengel.

Brieffragment Welland

[Rec:. 31 dito]
Ameronge den
26 meij 1677
Mijn heer en lieste hartge

heeden ontfange ick uhEd aengenaeme vande 22 deese
waer wt sien deselfve al weer nieuwe ordere heeft
bekoomen, dat ick vreese noch lange sal dueren,
wat belanckt de saecke vande heer van wellantGoderd Willem van Tuyll van Serooskerken
sij hebben haer kapitaelle al verscheijde reijseReis: berisping, aanmaning van
hem op geEijst maer konnen noch renthe noch
kapitael van hem krijgen en hem qualijck te
spreecke koomen, daer om breijeeriusonbekend, waarschijnlijk een financiële zaakwaarnemer en/of schuldeiser van zowel Godard Adriaan als Welland seijt met
uhEd heel wel te doen wil hebbe, maer versoeckt
met den heer van wellant geen doen meer te hebe ,
so dat, dat kapitael tot onsen laste staet gelijck
ock dat vande preedikant vande hengeleDaniël van den Hengel doet

In een interieur staat een tafel waaraan een aap zit met een weegschaal en daar geld op weegt. Een andere aap komt geld brengen. Voor de tafel staat een kist met zakken geld. Links op de grond zitten jonge apen die het geld uit zakken schudden. Onder de prent staat: Met wat al sweet en zorg vergaart menhier de schatten, tGeen de oude en Grijze sparen, de jonge uyt doet spatten.
Apen wegen en tellen geld, Leonard Schenk, 1720. Collectie Rijksmuseum.

Sterk werk bij de steenoven

De bouw van de keldergewelven duurt wat lang. Ze zijn acht dagen bezig geweest met het vormen van de gewelven onder de gaanderij en de alkoofkamer. Maar het goede nieuws is dat het zesde schip met hardsteen geheel volgens plan in goede orde is binnengekomen. Bij het uitladen bleef de hele vracht heel. En dankzij het mooie weer draait de steenoven ook weer op volle toeren! Er wordt dagelijks “sterk gewerkt”.

Brieffragment gewelven
Brieffragment schip met hardsteen
Brieffragment steenoven

[die deselfve sal beantwoorde,] de wulfsels vande
kelders neemen wveel tijt se hebbe nu meer
als achtdagen beesich geweest met de vormeelle
tot de wulfsels vande gaelderij en de alkobij

kamerAlcove kamer, het seste schip met hartsteen hebbe wij hier
ontfange en ontvracht alles volgens de vracht
brief op gereede en onbeschadicht bekoomen,

[gevoert gekleet,] de steen oven heeft nu wel
sijn weer en wort dagelijcks sterck gewerck

Doorsnede van een rijk gedecoreerde kame. Aan de rechterkant een schouw en diverse schilderijen. Helemaal aan de rechterkant zit een raam waar een paar mannen voor staan. De linkerkant is wat smaller en afgescheiden van het rechter deel door een ballustrade. Tegen de achterwand zit een raam, waar een dame en een heer voor staan.
Doorsnede van gebouw met kamer en alkoof, Jean Lepautre (mogelijk), ca. 1628-1666. Collectie Rijksmuseum.

Poolse dragonders: fraai volk

Margaretha heeft niks van zoon Godard of zijn vrouw uit het leger vernomen. Er gaan nog steeds geruchten dat ze Maastricht willen belegeren. Ondertussen zijn afgelopen week 170 Poolse dragonders door Wijk bij Duurstede getrokken die in dienst van prins Willem zouden zijn. Volgens de verhalen is het fraai volk met prachtige nieuwe blauwe uniformen, geel gevoerd.

Brieffragment leger

wt ons leeger hoor ick niet, heb sint het ver=
treck van vrou van ginckel wt den haech niet
van haer hoochEd of onse soon gehoort,
de geruchte gaen dat men Maestrich soude
wille beleegeren so dat aen gaet salt
weer om meenich Eerlijck man te doen sijn ,
tot wijck te duersteede hebbe deese weeck 170
poolse draech onder 2 a 3 dage paseerende
geleechgen die onder de garde van sijn hooch
=heijt soude sijn alle so geseijt wort heel fraij
volck met nieuwe blaeuwe rocke met geel
gevoert gekleet [, de steen oven heeft nu wel]

Ruiterstandbeeld van laag standpunt met bomen en wolkenlucht op de achtergrond. Willem III, met grote hoed, rijdt op zijn paard naar rechts, paard heeft zijn bek half open, Willem III heeft zijn maarschalksstaf in de rechter hand en de teugels in zijn linker hand. In de staart van het paard zit een grote knot. Tussen de poten van het paard zitten herfstachtige spinnenwebben.
Ruiterstandbeeld stadhouder Willem III, naar Toon Dupuis, origineel 1921. Collectie Kasteel Amerongen, Foto: Annemiek Barnouw.

De kinderen smullen van de pruimen

Margaretha is nog steeds in de wolken over de pruimenzending. Ook Frits en de andere kinderen vinden ze heel lekker en presenteren hun ootmoedige dienst aan grootpapa! P.S. Frederik van Reede is met zijn jonge vrouwtje op kasteel Renswoude.

Brieffragment pruimen en kleinkinderen
PS


ick bedancke uhEd noch seer voor gesondene pruij
me die heel schoon en goet sijn, so doet ock frits
met sijn broer en al sijn susters, die alle haere
oot moedige dienst aende groote papa preesenteere
en de pruijme wel meuge, waermeede blijfe

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

de heer vande liereFrederik van Reede van Renswoude is met sijn huijs vroutgeClara Elisabeth van der Myle. Ze waren net een jaar getrouwd, hij ca. 46, zij 24 jaar oud op rhijnswou

Portret van een jongen, zittend in een stoel in een raamnis en gekleed in een blauw jasje. Schrijvend of tekenend op een sruk papier. Op het kozijn staat een schaal met fruit en wijnranken, een glas melk en een krentenbol. Het stenen venster is onderaan versierd met een reliëf met spelende, of bacchanaal van, putti.
Portret van een jongen, Jean Augustin Daiwaille, 1830-1850. Collectie Rijksmuseum.

Uit Amerongen geen nieuws

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 22 mei 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 mei 1677
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft Godard Adriaans brief van de 15e mei al beantwoord. Bij die brief zat ook de brief van secretaris Van den Doorslag. In Amerongen is weinig gebeurd.

Opening brief

[rec 27 dito]
Ameronge den
22 meij 1677

Mijn heer en lieste hartge
vhoochEd aengenaeme vande 15 deeser heb ick met de laeste
post beantwoort, daer bij Een vande seekreetaris
is gegaen die wt de mont van schut en rietvelt
heeft geschreefve alles wat noodich was, see
dert is hier weijnich of geen verandering voor
gevalle, [als dat het laest afgesondene]

Glas

De werkbazen waarschuwen wel dat het tijd wordt om glas te gaan regelen voor de ramen. Voor je het weet is het winter en dan moet het er wel inzitten! Je wilt toch niet dat sneeuw, regen en wind zomaar ongevraagd over de vloer komen, dus Margaretha wil graag weten wat Godard Adriaan wil.

Brieffragment glas

[koomen,] ock segge de werck baesen dat men in
tijts sal moete dencke op glas, dat de glaese
voorde winter int huijs diende te sijn omt in
slaen van sneuwe en reegene door de winde, te belette
waer op uhEd beliefve sal verwachte, [ock wenste]

'glase maker', met een ruitje in zijn hand, voor hem een groot raam plat liggend op een tafel.
Glazenmaker, fragment uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum.

Hout

De werkbazen willen ook graag weten hoe lang en breed de stallen en het kasteleinshuis moeten worden. Dan kunnen ze uitrekenen hoeveel hout er nodig is. In Amsterdam liggen nog honderd stuks, maar van erg slechte kwaliteit, vol met noesten. Hij stelt voor om het te verkopen en voor het geld ander hout te kopen dat geschikter is. Ook het laatste hout uit Hamburg is slecht. Schut vindt het niet eens geschikt om voor het huis te gebruiken. Dus waarschijnlijk zullen ze hout tekort komen.

Eerste brieffragment hout voor de stallen
Tweede brieffragment hout voor de stallen

[waer op uhEd beliefve sal verwachte,] ock wenste
schut wel te weeten hoe lanckt en wijt de
selfve de stalle ent kasteleijns huijs sal
beliefve te hebbe om sijn mesuerees vant
hout daer naer te neemen, want seijt
dat het hout dat noch tot Amsterdam
tot over 100 stucks int getal leijt seer slecht
en vol quaste valt en sijns oordeels niet
ongeraede vont hetselfve te verkoope, en
voort gelt dat daer van komt weer ande

dat dienstiger is te ock, ock sijn de deellen die
laest van hamburch sijn gekoome so slecht dat
so schut seijt daer weijnich bij sijn die bequaem
sijn om opt huijs te gebruijcken oversulcks wij der
noch Een goede partij te kort sulle koomen, [wij hebe]

Aan een rivier ligt links een dorpje. In de rivier staat een kkoe te drinken en twee ruiters rijden op hun paard door de rivier. Halverwege is een brug over de rivier, aan de rechterkant liggen houten stammen opgeslagen. Mannen zijn bezig ze te stapelen. Op de voorgrond doen twee vrouwen de was.
Dorpsgezicht met houtopslag aan een rivier, Matthäus Merian, 1621. Collectie Rijksmuseum.

Ossen

De ossen die Godard Adriaan gezonden heeft doen het als een tierelier. Ze zijn al moddervet en dat geldt ook voor de ossen uit Amsterdam. Maar ze staan ook in een verschrikkelijk mooie wei. Iedereen denkt dat zelfs als de ossen zich ongans vreten, ze er nog wel 10 tot 12 wagenladingen hooi van zullen kunnen maaien.

Brieffragment ossen en afsluiting

de osse die uhEd heeft beliefve te sende groeij
ongemeen wel aen, men gelooft die modder
vet sulle worden so doens ock die ick van
Amsterdam heb gekreechge, sij hebbe ock
ongemeene schoone weij, daer wij so
ijder meent bovent geene de ossen daer
wt Eeten noch wel 10 a 12 voer hoeij wt
gemaeijt sal konne worden, hiermeede
blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Een bruine en een witte os in een wei, de bruine kijkt ons aan en de witte graast. Op de achtergrond meer veel.
Ossen in de wei, Jan Kobell, 1806. Collectie Rijksmuseum.

Heldenzoon

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 mei 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 29 mei 1677
Lees hier de originele brief
Het losse briefje met de ps is tussendoor gescand. Volgorde is: 125, 129, 130 links, 127 en 128.

Margaretha heeft de brieven van Godard Adriaan van 12 en 15 mei ontvangen. Wat een aangename berichten! Prins Willem III heeft Godard Adriaan gecomplimenteerd met het mannelijke gedrag van diens zoon tijdens het laatste gevecht. Wat een eer! Toch blijft Godard Adriaan zelf bescheiden; het lag niet aan het gedrag van Van Ginkel, maar aan ‘den grooten godt die met hem gevochten heeft’. Helaas heeft Margaretha zelf weinig positiefs te melden.

Brieffragment complimenten Van Ginkel

Ameronge den 19/9
meij 1677
[rec.: 29 dito]

Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenoeme vande 12 en 15 deeser heb ick ontfa
en kan met waerheijt segge in lange geen aengenaemer tijdine gehoort te hebbe als dat sijn hoocheijt uhEd deer heeft gedaen van te schrijfve so wel vande kontwijteConduite: gedrag
vande heer van ginckel voldaen te sijn en dat hij hem
in de laeste bataelyje so manlijck heeft gequeeten
uhEd seijt wel tis niet hij heer van ginckel diet ge
daen heeft maer den grooten godt die met hem
gevochten heeft, die wij alleen ten hoochste hebbe te dancken ende Eere te geefve[, den heer Schaep]

Op een klif bij een kust strijden vier ruiters te paard met zwaarden tegen mannen op de grond. Één man probeert met een geweer op een paard met ruiter te schieten.
Ruitergevecht bij zonsondergang, Jan Asselijn, 1646, Collectie Rijksmuseum.

Arm Schaap

Die arme majoor Schaap. Margaretha heeft al eerder over zijn sneuvelen geschreven. Herman Schaap, majoor van het regiment van Van Ginkel, is nadat zijn arm was afgezet en hij gevangen was genomen door de vijand, aan zijn verwondingen overleden. Van Ginkel zal er wel verdrietig om zijn; Schaap was tenslotte een goed officier.

 Brieffragment majoor Schaap

[dancken ende Eere te geefve,] den heer SchaepHerman Schaap
Maijoor vande heer van ginckels reesgement naer
dat sijn Arm is afgeset en hij bij de vijant was ge
=vangen is noch Eijdelijck aende quetsuer gestorfven
daer de heer van ginckel droefvich om sal sijn want
hij was Een goet offisier en wort van Een ijder be
=klaecht [nu spreeckt men weer van een beleegerin]

Twee naakte mannen, de  één zittend, de ander liggend op zijn rug. Om hun heen een schild, een speer, een strijdknots, een trommel en een kogel.
Twee naakte gevangenen en oorlogstrofeeën, anoniem, kopie naar Peter Paul Rubens, naar Francesco de Rossi, gen. Salviati. Collectie Albertina Wenen.

Een belegering?

Het schijnt dat er weer een belegering op handen is, en dat Maastricht het weer zal moeten ontgelden. De kranten reppen al tijden over een mogelijk beleg van Maastricht. Margaretha gelooft er niet in. Althans… Er schijnen wel allemaal troepen richting Roermond te trekken, terwijl er enorme kanonnen richting Den Bosch worden vervoerd! Margaretha moet er niet aan denken, weer een belegering… Er zijn dit jaar al zoveel mensen gesneuveld! Hopelijk wil de Heer Almachtig Van Ginkel en alle andere eerlijke lieden bewaren.

Eerste brieffragment belegering
Tweede brieffragment belegering

[=klaecht] nu spreeckt men weer van Een beleegerin
te doen datsomen seijt Maestricht wel weer mocht
gelden, de beginselen sijn in mijn opijnie niet goet
dewijlle men dat so lange te voorn so publijck door
de korantees als ande seijt, daerom niet kan geloof
=ven het daer op gemunt is, hoewel men seijt tot
reurmunde veel volckeren van alle kante haer ver
saemelen, en dat mij wt den haech geschreefve wort

datter veel swaer en groufe kanon naer den bos ge
voert wort, ick schrick te dencken aen weer Een
beleegerin so veel Eerlijcke liede sijnder het voorleedene
ijaer gebleefve vreese het niet beeter sal gaen,
want wij hebbe so dickmael preufve gehad wat staet
wij op onse gealieerde he troepees of volckeren hebbe
te maecken, de heer almachtich wil sijn hoocheijt
en den heere van ginckel met alle Eerlijcke lieden be=
=waeren[, voorleedene saterdach is sijn hoocheijt te]

Twee soldaten staan links van een kanon. Een van hen houdt een brandende lont bij het ontstekingsmechanisme. Deze prent is onderdeel van een serie van 12 (13 incl. titelprent) prenten met voorstellingen van militaire (wapen)exercities. Op de meeste van die prenten staan drie soldaten in verschillende houdingen met een bepaald wapen of instrument.
Exercities met een kanon: afvuren van een kanon, Jacques Callot, 1635 Collectie Rijksmuseum.

Vomeren

Er is meer nieuws over de koorts van Van Ginkel. Gelukkig is Ursula Philippota bij hem. De doktoren hebben hem laten ‘vomeren’, ofwel doen overgeven. Godzijdank heeft dat hem goed gedaan en gaat het nu weer beter.

Brieffragment zieke Van Ginkel

[soesdijck geweest en is nu al weer int leeger,] de vrou
van ginckel is int leeger haer man heeft 2a3
Exsesen van Een koorts gehadt, heeft met goet
vinde vande docktoore gevoomeert dat hem so van
heeteren schrijft weer teenemael harstelt heeft
so dat hij nu weer wel is daer de heere voor gedanckt
moet sijn[, de prockereur generael weesel is vandaech]

Een zieke man ligt in bed en moet overgeven. Hij wordt verpleegt door een bediende en een dokter controleert zijn gesteldheid. Door de deur is op de binnenplaats de personificatie van de door de mens verwaarloosde ziel te zien die door de duivel verpleegt wordt.
Dokter bij een zieke man, Gillis van Breen, 1595-1610. Collectie Rijksmuseum.

Godard Adriaans aanwezigheid

Er is nog zeer weinig bekend over de thuiskomst van Godard Adriaan. Wat duurt deze commissie toch lang! Ze heeft Godard Adriaan ook gewoon nodig om bepaalde beslissingen te kunnen nemen, zoals ze al eerder schreef. Al was het maar voor een korte periode…

Eerste brieffragment Godard Adriaans missie
Tweede brieffragment Godard Adriaans missie

het doet mij leet wt uhEd schrijfve te sien datter noch
so weijnich staet is te maecken of uhEd t huijs
koomen, deese komissie duert seer lange, ick ben
uhEd wel veroblijgeertVerobligeren: in een verhouding brengen waarin men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is, Margaretha gebruikt het vaak algemeen voor dankbaar zijn voor sijn oblijsgantObligaat: verplicht. Maakt Margaretha hier een woordgrapje? Of een combinatie van grapjes Obligeren/obligaat, of dat GA’s complimenten obligaat zijn of misschien dat het een obligate brief is? schrijfve
en dat deselfve in mijn doen vergenoecht is, ick
doen wel mijn best maer vrees al, alst uhEd sal

sien datter noch al wat sal sijn dat r niet is soot uhE
gaern had daer om ick wel wenste deselfs pre
=sensie hier bijt werck Eens te sijn alwaert maer
voor Een kortentijt, [meester henderick schut is]

Putti aan het werk op een bouwplaats.
Allegorie op de mechanica, Bernard Picart, 1729. Collectie Rijksmuseum.

Het werk gaat door

Het werk aan het huis gaat namelijk gewoon door, en Margaretha wil graag dat alles naar wens is. Met Schut en Rietvelt heeft ze van alles afgesproken: over de dakvensters, het leggen van de stenen op de brug en van de vloeren onder de trap. Alles naar wens van manlief. Het zou wel fijn zijn als Godard Adriaan aan zou willen geven wat hij nu eigenlijk precies met hardsteen bedekt wil hebben. Wil hij dat de muren met hardsteen bedekt worden, net als op Kasteel Twickel?

Brieffragment voortgang

[voor Een kortentijt,] meester henderick schut is
gistere hier gekoome met den selfve en met riet=
velt heb ock van alles so vande dackvensters als
t legge vande roode breemense vloersteene opde
op de bruch ende ent legge vande vloere inde gaete onder
de trap het welcke van mij als ock vande voornoemde
werck baese teene mael ged volgens uhEd voor
slagen en schrijfve geaproobeertApproberen: Als overheid, gezagdrager of hoogere instantie goedkeuren wort, bij mijne voorga
heeft de s sekreetaris so hij meent pertinent
geschreefve hoe hier met het werck alles staet
en wat hartsteene hier sijn waer wt uhEd
sal konne sien watter noch van noode
soude sijn het welcke aen sijn beliefve staet
te weeten wat uhEd noch met hartsteen wil
bedeckt hebbe t sij alde muere omt huijs ge
=lijckt opt huijs te twickel is of niet[, de]

Een kasteel waarbij in de muren met strepen hardsteen en ook het deel in de gracht van hartsteen is. In de voorgevel zitten twee erkers, ook van hardsteen. Linksachter een brede lage toren, rechtsvoor een spitse hogere. Links de brug over de gracht.
Gezicht op Kasteel Twickel bij Delden, anoniem, in of na 1908. Collectie Rijksmuseum.

Meneer van (den) Doorslag wacht op antwoord

Margaretha sluit een brief van secretaris Van den Doorslag bij, hij heeft genoteerd wat Schut en Rietveld allemaal nog nodig hebben. Bovendien moeten er beslissingen genomen worden over de dak vensters. Het voorstel is om ze op het oosten, aan de voorgevel, te zetten en op het zuiden. Daar gaat de leidekker nu als eerste aan de slag.

Overigens is de laatste lading hout uit Hamburg zo slecht, dat het niet eens de moeite waard is ze te schaven. Daardoor ontstaat er wel een tekort aan hout…

Eerste brieffragment beslissingen dakvensters en hout
Tweede brieffragment beslissingen dakvensters en hout

[=lijckt opt huijs te twickel is of niet,] de
sekreetaris schrijft nu weer hier beneffens
wt de mont van schut en rietvelt altgeen
noodich is, versoecke hier met den Eerste ant
=woort op te hebbe voor al of uhEd gevallich is
datse dackvensters int ooste vant dack sette
dat recht opt voorburch sou koomen, en int
suijden, daer de leijdecker nu Eerst aent decke
weer sou gaen so haest die schoorsteen gedaen
is daerse

nu aen wercke en inde toekoomende weeck klaer sal weesen, l de leste
deelle die van hamburch gekoome sijn seijt schut dat so slecht
sijn dat sij het schaefve naulijcks waert sijn, over sulxs sulle
wij veel deellen te kort koomen,

Een statig huis met een hoge onderkant, relatief kleine ramen in het souterrain en grotere ramen op de verdiepingen erboven. Het huis is zes ramen breed en heeft boven het souterrain drie verdiepingen. Op de eerste verdieping is het derde raam van links een een deur met een balkon ervoor. Boven een zadeldak met links en recht een schoorsteen. Aan de rechterkant is het balkon boven de voordeur net zichtbaar met daarnaast de eerste boog van de dubbele brug.
Zijgevel, zuidzijde. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief. In het dak van de zuidgevel zitten uiteindelijk geen dakvensters.

Politiek en nogmaals de heldenzoon

Margaretha sluit haar brief af met de opmerkingen dat er weer gedeputeerden te velde uitgezonden worden en dat Godard Adriaan eigenlijk voor zo’n positie aan de beurt zou zijn. Kennelijk herinnert die opmerking haar aan andere politieke verwikkelingen, dus ze voegt een extra papiertje in voor een ps over de ongelooflijke staat van de Utrechtse politiek.

Tijdens het schrijven komt luitenant Kemp die bij de Slag bij Kassel aanwezig was. Toen hij uit het leger vertrok was Van Ginkel nog gezond. Kemp geeft nog een ooggetuigenverslag over de heldendaden van Margaretha’s zoon. En, minstens zo belangrijk, geeft een overzicht wie er overleden zijn. Van Ginkels kamerling Roelof Verweij is toch overleden…

ps Slag bij Kassel

ps so komt de luijtenant kemp wt het
leeger seijt de heer van ginckel voorleede
dijnsdach noch gesont was, en weet
niet genoech te seggge in wat perijckel
hij geweest is, en dat niet Een van
al de generaels Persoone int ge=
vecht, is geweest den graef van nassouWalraven van Nassau Usingen
en webbenomJohan Thibault Webbenom stonden van verren
en saechgent aen, den heer van ginckel
so ijder en ock kemp seijt heeft ongemeene
dinge gedaen ende vijant voor en achter
hechge en ingebroocke lant vervolcht
ent hooft geboode, god heeft hem wel
op Een wonderbaerlijcke manier be=
waert daer wij hem niet genoech voor
konne dancken, roellof sijn kamerlin
is doot binne ijperen gestorfven,
tis met geen monde wt te spreecke
hoe alle menchschen door gans hollan
van veelle spreecken, de heere wil
ons voort bewaere , kemp is hier
gesonde om paerde voorde heer van ginkels
reesgement te koopen, schaep de luijte
=nant vande heer van ginckel is ock gebleeve

Op de voorgrond de Franse legeraanvoerders, in de verte de slag aan de voet van de berg.
Slag bij Kassel, 11 april 1677, Adam-Frans van der Meulen, na 1677. Collectie Kasteel van Versailles. De Franse ‘generaalspersonen’ (op de voorgrond) staan net als die van de Republiek op een afstandje toe te kijken.

Pagina 1 van 29

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén