Militair

  • Een baai met schepen voor een stad gelegen in een bergachtig landschap.

    De aanval op de Smyrnavloot

    Author

    In de Republiek beschouwde men Engeland en Frankrijk als elkaars rivalen. Aanvankelijk weigerde raadpensionaris Johan de Witt dan ook geloof te hechten aan het gerucht dat beide landen een geheim verdrag gesloten hadden. Er was toch de Triple Alliantie? Zou Karel II de wapens gaan opnemen tegen zijn neef, die inmiddels tot kapitein-generaal was benoemd? Men geloofde het niet. De aangevangen opbouw en uitrusting van de Engelse vloot was bedoeld om de neutraliteit van het eigen land te kunnen verdedigen. Zo dacht men in Holland.

    Op de voorgrond een ruimte met een plat rood dak. Links zitten op een kussen op de grond vijf mannen met grote tulbanden en baarden in kleermakerszit. Voor hun staat een Europese stoel met daarin duidelijk een Europeaan. Naast hem staan drie mannen met kleinere tulbanden, achter hem een gezelschap van Europese mannen. Door een deur komen mannen in het wit die dingen naar binnen dragen. Op de achtergrond een heuvellandschap met daarin een havenstad met veel minaretten. Aan de kade waaien een witte vlag, de Nederlandse vlag en de Engelse vlag. In de baai voor de stad varen schepen met diezelfde vlaggen.
    Gezicht op Smyrna met op de voorgrond de ontvangst van de Nederlandse consul Daniël Jan Baron de Hochepied (1657-1723) in de Divan, anoniem, ca. 1687 – 1723. Collectie Rijksmuseum

    In maart 1672 werd echter duidelijk wat de werkelijke bedoelingen van Engeland waren. Zonder aanleiding of voorafgaande waarschuwing viel een Engels oorlogseskader een vloot van Hollandse handelsschepen afkomstig uit Smyrna aan in Het Kanaal.

    De opbrengsten van deze zogenoemde retourvloten waren voor de staatskas een belangrijke inkomstenbron, waarmee onder andere leger en vloot gefinancierd konden worden. In verband met het gevaar van de Duinkerker kapers begeleidde een konvooi van oorlogsschepen de Smyrna vloot bij de vaart door Het Kanaal

    De aanval werd, dankzij de bescherming van deze Hollandse oorlogsschepen, een echte zeeslag en liep voor de Engelsen op een mislukking uit. Na drie dagen vechten bestond de buit uit slechts vier kleine koopvaarders, terwijl er zo’n duizend manschappen verloren gingen. Nu was er echter in de Republiek geen twijfel meer aan het feit dat Engeland de confrontatie zocht.

    BronPag.
    Luc Panhuysen, Rampjaar 1672pag. 97-98
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.pag. 36
    Algra A. en H. (1956) Dispereert niet. Twintig eeuwen historie van de Nederlanden. Deel 2. Franeker: Uitgeverij T. Wever.pag. 324-325

    Gerelateerde berichten

  • Karel II zint op wraak

    Author

    De grote economische bloei van de Republiek was de Engelsen al lange tijd een doorn in het oog. Het was een van de oorzaken geweest dat er vanaf 1652 al tweemaal een zeeoorlog tussen beide landen had plaatsgevonden. In 1667 kwam daar door de Vrede van Breda een einde aan. Voor Karel II van Engeland was het echter meer een wapenstilstand dan een vredesverdrag, want de Engelse koning was uit op wraak.

    Die vermaledijde Republiek

    Het beleid van Johan de Witt zinde hem totaal niet. Als voogd van zijn neef Willem III beijverde Karel II zich voor de benoeming van Willem als kapitein-generaal en als stadhouder. Tot woede van de Engelse koning dwarsboomde de Hollandse raadpensionaris deze pogingen zoveel mogelijk. Uiteindelijk werd hem zelfs het voogdijschap ontnomen. Ook de voor de Engelsen zo vernederende tocht naar Chatham deed de verhoudingen bepaald geen goed.

    Karel II zit op zijn troon met een grote kroon, een hermelijngevoerde cape en mantel, witte kousen met een kousenband, de orde van de kousenband om zijn nek. In zijn rechterhand een staf, in de linkerhand de staatsappel. Hij draagt beige schoenen met edelstenen, zijn voeten staan op een kussen.
    Karel II van Engeland. John Michael Wright (ca. 1671-1676), Collectie: Royal Collection Trust.

    Bondgenoot?

    Hoewel Karel II in 1668 met de Republiek en Zweden een defensief verbond tegen Frankrijk sloot (de Triple Alliantie), liet hij zich al snel in het geheim omkopen door Lodewijk XIV. De Franse koning bood onder meer een grote som geld, waardoor Karel onafhankelijk van zijn parlement kon handelen. Dat was belangrijk voor hem, want in Engeland gold de regel dat de koning weliswaar bepaalde, maar het parlement betaalde. In dit geheime Verdrag van Dover werd in 1670 overeengekomen dat Frankrijk en Engeland gelijktijdig de Republiek zouden aanvallen. De schande van Chatham zou gewroken worden!

    BronnenFeiten
    Paginanummers: inhoud
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.
    pag. 29: Karel II en de Republiek
    Dreiskämper, Petra (1998). Redeloos, radeloos, reddeloos, De geschiedenis van het Rampjaar 1672. Hilversum: Verloren.pag. 34-36: Karel II en de Republiek

    Gerelateerde berichten

  • Gravure van een man met lange krullen die twee vingers in de lucht houdt.

    Prins Willem III kapitein-generaal voor één veldtocht

    Author

    Hoewel formeel de macht en de mogelijkheden van Willem III door de gewesten beperkt waren, begonnen rond 1670 de twintigjarige prins en de orangisten steeds meer aan invloed te winnen. De dreiging van Lodewijk XIV werd steeds sterker en de roep om de prins van Oranje steeds krachtiger. Voor Johan de Witt, de raadspensionaris, een nijpende situatie.

    Om een tafel en daar verder omheen staan allemaal mannen met pruiken. Op tafel ligt een stad, Willem III houdt met zijn linker hand de stad vast en steekt met zijn rechterhand twee vingers in de lucht. Hij kijkt schuin naar boven. Boven de tekst Zijn Hoogheijt d'Heer Prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672
    “Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum

    Akte van Harmonie

    Johan de Witt en de Staten van Holland hielden nog steeds vast aan de Akte van Harmonie waarin bepaald was dat Willem pas op meerderjarige leeftijd kapitein-generaal1Opperbevelhebber van het Staatse leger mocht worden. Volgens Johan de Witt betekende dat op 23-jarige leeftijd (dit was de gebruikelijke definitie van meerderjarigheid) en dat zou pas in november 1673 zijn. Volgens anderen, waaronder Amalia van Solms en Friedrich Wilhelm, de keurvorst van Brandenburg, twee van de drie voogden van Willem III, was Willem al op achttienjarige leeftijd meerderjarig geworden.

    Compromis

    Johan de Witt kwam uiteindelijk met het voorstel hem voor één veldtocht aan te stellen, maar daar ging Willem niet mee akkoord. Uiteindelijk liet hij zich door vrienden, waaronder de zeer Oranjegezinde Johan van Reede, heer van Renswoude, overreden het toch te doen. Op 25 februari werd Willem benoemd tot kapitein-generaal voor één veldtocht. Er werd een groot feest gegeven alsof er van dreiging geen sprake was. Het volk reageerde uitzinnig van vreugde.

    Voor- en achterzijde van een zilveren munt. Links prins Willem III in volledige wapenuitrusting, te paard met veldheersstaf in de rechterhand en rechts borstbeeld prins Willem III, gezicht vrijwel aanziend.
    Prins Willem III benoemd tot Kapitein-Generaal en Admiraal. Collectie Teylers Museum

    De realiteit van het Staatse leger

    Maar Willem wachtte geen dankbare taak. De gevolgen van de verwaarlozing en versnippering van het Staatse leger begonnen steeds duidelijker te worden. Het leger bestond uit kleine ‘provincielegertjes’. Elk gewest bekostigde zijn eigen deel van het leger. Dit alles ging ten koste van de solidariteit tussen de gewesten. Bovendien was het landleger sterk verzwakt omdat de Republiek onder Johan de Witt een aantal jaren geleden de keuze gemaakt had voor een sterke zeemacht in verband met het beschermen van de koopvaardij. Dit alles stond in schril contrast met het machtige leger van Lodewijk XIV en zijn bondgenoten, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen.

    Op 25 februari 1672 werd Willem III, prins van Oranje, aangesteld als kapitein-generaal van het Staatse leger. Aanvankelijk dus voor slechts één veldtocht maar er zouden er nog vele volgen.

    Drie soldaten spelen onder een boom een kaartspel. Met tweeregelig Latijns onderschrift (Tympana rauca silen, dordenitq dolabra ligoq; Quin igitur temput fallere sorte iuvet.)
    Kaartspelende soldaten, Cornelis Bloemaert (II), naar Abraham Bloemaert, na ca. 1625. Collectie Rijksmuseum.

    Gerelateerde berichten

  • De devolutieoorlog

    Author

    Lodewijk XIV was getrouwd met de dochter van Filips IV, Maria Theresia. Dit was een huwelijk om de Frans-Spaanse machtsverhoudingen in stand te houden. Als bruidsschat zou zij 500.000 écus meenemen, alleen heeft Spanje die nooit betaald. Mede daarom vond Lodewijk dat hij zich niet aan de machtsverhoudingen hoefde te houden.

    Recht op de Spaanse grondgebieden

    Op basis van het devolutierecht vond hij dat Maria Theresa meer recht had op Spaanse grondgebieden dan haar halfbroer Carlos II. In het devolutierecht gaat een dochter uit een eerste huwelijk voor op een zoon uit een tweede huwelijk. Het juridisch deel van het verhaal was natuurlijk alleen maar een excuus om te zorgen dat hij kon doen wat hij wilde doen, gezien de Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine: het inlijven van de Spaanse Nederlanden. Als Filips IV in 1665 sterft, houdt heel Europa zijn hart vast voor wat Lodewijk XIV zal gaan doen.

    Een elegant gezelschap staat in een kerk voor het altaar. In het midden een bisschop die de infante Maria Theresia van Oostenrijk, gekleed in een hermelijnen mantel met fleur de lis en Lodewijk XIV, gekleed in een mantel met het Maltezer kruis, trouwt. Voor hun een tafel met twee stoelen die ook bekleed zijn met fleur de lis.
    Edmé Jeaurat (naar Charles le Brun), Het huwelijk van Maria Theresia, dochter van Filips IV van Spanje in 1660, 1731. Collectie Scottish National Gallery Of Modern Art (Modern Two) (Print Room)

    Het Heilige Roomse Rijk!

    Lodewijk XIV bereidde zijn aanval op de Spaanse Nederlanden goed voor. Zij waren immers ook een onderdeel van het Heilige Roomse Rijk en Lodewijk XIV wilde zeker zijn van het feit dat het de keizer van het Heilige Roomse Rijk hier niet tussen zou komen. Formeel was in 1658 de Rijnliga gesloten om te zorgen dat de vrede van Westfalen gehandhaafd werd, maar onofficieel ging het er om er voor te zorgen dat het Heilige Roomse Rijk niet te dominant werd. Partners in deze Rijnliga waren onder andere Münster, Mainz, Paltz-Neuburg, Keulen en Brandenburg-Pruisen. Al deze staatjes hadden door de Vrede van Westfalen meer zelfstandigheid binnen het Heilige Roomse Rijk gekregen.

    Ten oorlog!

    Om zijn claim kracht bij te zetten verklaarde Lodewijk XIV op 2 mei 1667 de oorlog aan Spanje en viel hij op 24 mei 1667 de Zuidelijke Nederlanden binnen. De Fransen stootten snel door, maar lasten vanaf september 1667 een winterstop in. Lodewijk keerde terug naar Frankrijk en het leger sloeg zijn kamp op.

    Helaas

    De rest van Europa zat niet stil: de Vrede van Breda was getekend en Spanje had een verbond met Portugal gesloten. Tegen de inmiddels gevormde Triple Alliantie kon hij niet op en hij zocht een diplomatieke oplossing. Bij de Vrede van Aken (mei 1668) werd uiteindelijk bepaald dat hij diverse gebieden in de Zuidelijke Nederlanden terug moest geven.

    Een enorm leger trekt over een vlakte richting een in de verte gelegen stad. De wolken zijn donker en het regent.
    Gezicht op de mars van het leger van de koning naar Kortrijk, gemaakt op 18 juli 1667, Adam Frans van der Meulen. Collectie Versailles.

    Gerelateerde berichten

  • De bisschop van Münster en Karel II

    Author

    Een deel van het grondgebied van de Republiek hoort volgens Bernhard van Galen, de bisschop van Münster, bij zijn bisdom. Het verzoek van Charles II (Karel II) om hem te helpen de Republiek aan te vallen, komt dan ook als geroepen. Op 13 juni 1665 kwam de overeenkomst tot stand tussen Münster en Engeland.

    Het aanbod

    Het aanbod van Charles II schijnt hieruit bestaan te hebben:

    Spotprent op de bisschop van Münster, 1665
    Emrik & Binger, 1877 – 1879. Collectie Rijksmuseum. Reproductie van een spotprent op Christoph Bernard von Galen, de bisschop van Munster, bij het uitbreken van de Tweede Engelse Oorlog, 1665. De bisschop half gekleed als soldaat en half als bisschop, staande met zwaard en boek in de handen. Op de achtergrond links doodt de bisschop als soldaat de schapen en rechts als bisschop een herder voor de schapen.
    • de Engelsen zouden op zee de Hollanders zoveel werk als mogelijk bezorgen; Van Galen zou met twintig duizend voetknechten en tienduizend ruiters een inval doen op het grondgebied van de “Vereenigde Provinciën”; 
    • de Bisschop zou Bergen op Zoom of Willemstad trachten meester te worden, alwaar de Engelsen in twintig transportschepen volk aan land zouden zetten, om in Zeeland en Holland te opereren; 
    • een betere grensscheiding tussen Nederland en Munster moest in het vervolg de vijandelijkheden verhinderen en de zo vaak besproken waterwegen van Münster naar de Dollart of de Noordzee en naar de IJssel mogelijk maken; 
    • Coevorden zou dan het vooruitgeschoven punt en de Bourtanger moerassen zouden de linie van verdediging worden voor het stift. 

    De tegenprestatie

    Karel II zal aan Münster als werfgeld voor de troepen betalen. In de eerste drie maanden betaalt hij vijfhonderdduizend rijksdaalders. Vervolgens betaalt hij tot aan het einde van de oorlog iedere maand vijftigduizend rijksdaalders betalen. Temple, de Engelse onderhandelaar, scheen over zijn zending tevreden te zijn. Op 6 september schreef hij aan zijn familie: “Hij zegt, alles wat besproken is te zullen vervullen: fide sincera et Germana (met Duitsche trouw en eerlijkheid) , eene uitdrukking die hij dikwerf gebruikt.”

    De redder in nood

    Lodewijk XIV was een week later al op de hoogte van dit verdrag met Engeland. Hij schreef aan zijn gezant in Den Haag dat hij de bisschop zal gaan waarschuwen middels een expressebrief. Bovendien zal hij het Staatse leger beschermen met zijn leger mocht dat nodig zijn. Aan koning Karel II in Engeland laat hij weten dat deze zijn geld wel beter kan besteden. Ook vraagt hij zijn gezant in Den Haag om deze gebeurtenissen aan te grijpen als mooie gelegenheid om de heren Staten van zijn deelneming en trouw te doen getuigen.

    Gerelateerde berichten

  • Kaartje van Borculo ui 1642

    Eerste Münsterse Oorlog

    Author

    Het graafschap Zutphen hoorde van oudsher bij het bisdom Münster en de bisschop van Münster mocht zich heer van Borculo noemen. In de 17e eeuw maakte bisschop Christoph Bernard van Galen aanspraak op het richterambt van Borculo. De bisschop stond bekend als een oorlogszuchtige ruziezoeker en had zelfs zijn eigen bisschopsstad Münster met geweld moeten innemen.

    Kaart van de lage landen met van Noord naar Zuid en van West naar Oost: Utrecht, Osnabrück, Münster, Doornik, Kamerijk, Keulen, Terwaan, Atrecht, Trier
    Bisdommen in de Nederlanden voor 1559, Hans Erren, 2014. Bron: Wikimedia Commons.

    Borculo

    In 1665 zag Van Galen zijn kans schoon. Gesubsidieerd door de Engelse koning Karel II stak hij in september 1665 met een leger de grens over. Hij veroverde enkele steden in de Achterhoek en Twente. Borculo viel op 29 september. Maar von Galen was niet tevreden met alleen Borculo. Hij maakte ook aanspraak op streken in Gelderland en Overijssel en zelfs in Groningen en Friesland. Die behoorden volgens hem tot het bisdom Münster. Johan Maurits van Nassau Siegen kreeg van de Staten Generaal het bevel over het Staatse leger in het oosten, maar dit leger was sterk verwaarloosd.

    Aan de bovenrand van het papier een kasteel met een gracht eromheen, daaromheen huizen met een wal en een gracht en twee porten. Het water stroomt verder naar beneden. Onder het kasteel staat Borculoo. Het water stroom vanaf het kasteel verder naar beneden. Rondom de  gracht om het dorp staat een watersysteem getekend.
    De Berkel beneden Borculo, Nicolaas van Geelkerck, 1642. Collectie Gelders Archief.

    Helaas

    Nadat Doetinchem en Lochem waren bezet trok de bisschop naar het noorden en viel de versterking Bourtange aan. Zonder succes overigens. De Keurvorst van Brandenburg ging zich ermee bemoeien, de subsidie door Karel II werd gestopt en in april 1666 werd de vrede van Kleef getekend.

    Plattegrond van het Noordoostelijk deel van Gelderland. Links boven het Scholt ambt van Zutphen, rechts daarvan het Scholtambt van Lochem en helemaal rechts de heerlijkheid Borkulo. Onder Zutphen en Lochem het Landdrostambt van Zutphen. Rechts daarvan, onder Borkulo de Heerlijkheid Lichtenvoorde. Tussen Borkulo en Lichtenvoorde ligt een klein rond gebied: het Gebied van Grol. Links tegen de IJssel aan liggen nog het Rigterambt van Doesburg en de Bannerij van Baar en Lathum. Rechts daarvan de Bannerij van ’s-Heerenberg, de Bannerij van Wisch en de Heerlijkheid Breedevoort. Het kwartier wordt omsloten door (van het westen met de klok mee): ’t kwartier van de Veluwe, de provincie van Overijssel, Munsterland, de heerlijkheid Anhold en het land van Kleef.
    Nieuwe kaart van’t kwartier Zutphen, Jacob Keizer (kaart), Isaäc Tirion (uitgever), 1741. Collectie Universiteitsbibliotheek Bern.

    Terugtocht

    In het leger van de bezetter heerste honger en ziektes, zoals de pest. Hierdoor werd de terugtocht versneld. Helaas had ook nu weer de bevolking op het platteland het meest te lijden gehad, niet alleen van de troepen van de vijand, maar ook van de bondgenoot. Deze bondgenoot was Lodewijk XIV die weliswaar hulptroepen had gestuurd, maar pas nadat de Münstersen al lang weer naar eigen land waren vertrokken. Deze Franse troepen bleven nog lang hangen. Er werd geklaagd dat deze Franse helpers de boeren “seer qualijk hadden getracteert en de boerinnen al te wel!”
    De inval demonstreerde pijnlijk het gebrek aan gevechtskracht van het Staatse leger.

    Tekening van een boerderij met een strooien dak. In het raam boven de voordeur zit een oude man. Voor de gesloten voordeur staan twee soldaten met een boomstam klaar om de deur in te slaan. Naast de boerderij staan twee soldaten met geweren en zit er één op de grond zijn geweer te controleren. Achter de soldaten met de boom twee soldaten te paard. Ook met hun geweer in de hand.
    Plunderende soldaten bij een boerenwoning, Adriaen van de Velde, 1669. Collectie Rijksmuseum
    BronnenFeiten
    Veendammer (2016). Opening expositie eerste Münsterse oorlog. Nieuwsblad van het Noorden. Benaderd: 2 februari 2022Honger en pest onder de Munsterse troepen
    Poelhekke, J.J. (1975). Geschiedenis van Gelderland. Boek II: 1492-1795. Zutphen: De Walburg Pers.blz. 205 en verder: Het leger werd versterkt onder leiding van Johan Maurits
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.blz. 79: Neutrale politiek tijdens de Ware Vrijheid leidt tot afname van de stijdbaarheid van het leger.
    Wikipedia (2021). De Eerste Munsterse oorlog. Benaderd: 2 februari 2022Inval door Bernard von Galen in september 1665

    Gerelateerde berichten

  • Handtekeningen van Charles II en Bernhard van Galen

    Het plan van Karel II

    Author

    De Tweede Engels-Nederlandse Oorlog (1665 tot 1667) ging voornamelijk over het beschermen van de eigen koopvaardijschepen en het buitmaken van vijandelijke schepen Er werd geprobeerd elkaars oorlogsvloten tot zinken te brengen. Na diverse gewonnen zeeslagen kon Engeland in de strijd tegen Nederland niet goed doorpakken vanwege bevoorradingsproblemen. Dit gaf Nederland de tijd om te herstellen van de nederlagen.

    Gravure van twee grote zeilschepen. Het enge vaart naar links en heeft drie zeilen en de fok gehesen. Het ander vaart van ons af achter een andere schip aan. Beide schepen hebben een vlag met drie banen, waarschijnlijk de Hollandse driekleur. Bij de schepen is duidelijk te zien dat de luiken van de kanonnen open staan.
    Twee grote oorlogsschepen, Reinier Nooms Zeeman, 1650-1667. Collectie National Gallery Prague.

    Een list: twee fronten

    Ondertussen zocht Karel II (Charles II) bondgenoten op het vasteland. Hij wilde Nederland verzwakken door hen in een landoorlog te betrekken. Hij benaderde diverse landen hiervoor maar de meesten weigerden. Behalve Bernhard van Galen, de bisschop van Münster. Voor het binnenvallen van Nederland vanuit het oosten werd hem een flink geldbedrag toegezegd. Van Galen ging dus een alliantieovereenkomst met Engeland aan en viel in 1665 Nederland vanuit het oosten aan. Op basis van een defensieve alliantie, die sinds 1662 tussen Lodewijk XIV en Nederland bestond, stuurde de Franse koning troepen om Von Galen tegen te houden.

    Portret van een man met lange donkere krullen en een dun snorretje. De tijger steekt zijn tong uit en heeft aan weerszijden twee maskers.
    Portret van Karel II, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum. Bij omkering toont de prent de kop van een tijger. Derde prent in een reeks van zes portretten van Willem III en zijn opponenten in het jaar 1672. Tekst rondom het portret: ‘Net als een Karel valt hij de keerels op de huijt / Maer als een Tijger wie verbonden breeckt om buyt.’
    Rond portret van Christoph Bernard von Galen, bisschop van Munster. Bij omkering toont de prent de kop van een varken.
    Portret van Christoph Bernhard van Galen, bisschop van Münster, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum. Bij omkering toont de prent de kop van een Varken. Zesde prent in een reeks van zes portretten van Willem III en zijn opponenten in het jaar 1672. Tekst rondom het portret: ‘Dien booskop uijt het kot gekropen van een verken / Slaet omgecocht als dol met Sleutels van de Kerken’

    Tegenslag

    Dat vond Karel II niet leuk. Engeland had echter meer problemen. De ‘Grote Pest van Londen’ eiste duizenden levens en dat hinderde de Engelse oorlogvoering behoorlijk. Ook was er gebrek aan geld en voedsel. Samen met de epidemie zorgde dit alles ervoor dat grote operaties onmogelijk waren. Op dat moment had Engeland slechts vier schepen klaarliggen om in te zeten. Het Engelse Parlement moest nog 1.250.000 pond goedkeuren om een nieuwe vloot te leveren. Maar dat ging niet gebeuren. De subsidie aan Bernhard van Galen werd ook ingetrokken. Hij had het al niet makkelijk, want in zijn leger heersten honger en ziekte. Hij moest zich dus wel terugtrekken.

    Gravure met negen afbeeldingen die te maken hebben met de pestepidemie in Londen.
    Vlugschrift over de pestepidemie in Londen van 1665, John Dunstall, 1666. Collectie: London Museum. 1: de zieken thuis; 2: Afsluiten van de huizen (bij infecties in een familie werd iedereen in huis ingesloten om verspreiding te voorkomen); 3: Vlucht uit Londen per boot; 4: Vlucht uit London over land; 5: Het dragen van de lijken; 6: Het vervoeren van de lijken per wagen; 7: Het begraven van de de doden; 8: Begrafenisprocessie; 9: Terugkeer naar Londen.

    De vermaledijde Fransen

    Rond portret van koning Lodewijk XIV. Bij omkering toont de prent de kop van een leeuw.
    Portret van Lodewijk XIV, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum. Bij omkering toont de prent de kop van een Leeuw. Tweede prent in een reeks van zes portretten van Willem III en zijn opponenten in het jaar 1672. Tekst rondom het portret: ‘Die Leeuw is, dwingt door kracht niet door klank van Lowiesen / De Leely kreeg het schelms, en sal ’t ook schelms verliesen.’

    Engeland wilde graag een vredesakkoord en de onderhandelingen daarvoor begonnen in juni 1665. De voorwaarden die de partijen stelden maakten dat de onderhandelingen niet vlot verliepen. Tot overmaat van ramp verklaarde op 22 januari 1666 Frankrijk aan Engeland de oorlog. Lodewijk XIV hoopte dat Engeland en Nederland elkaar zodanig zouden verzwakken dat ze zich niet langer tegen zijn campagne tegen Spanje in de Spaanse Nederlanden konden verzetten. 

    Economische malheur

    Toen in september 1666 ook nog een groot deel van Londen in vlammen op ging, leidde dat niet alleen tot economische problemen, maar het publiek keerde zich ook tegen de oorlog. Hoewel het parlement wel geld toe zei voor de oorlog, kwam het geld maar moeilijk (eigenlijk niet) los. Het grootste deel van de vloot werd daarom begin 1667 achter de ketting in de haven van Chatham gelegd. Er bleef een kleine ‘vliegende vloot’ actief. Of dat nou verstandig was…

    In juni 1667 begonnen eindelijk de onderhandelingen voor de Vrede van Breda.

    Gerelateerde berichten

  • De Vrede van Breda

    Author

    De onderhandelingen voor de vrede met de Engelsen begonnen op 4 juni 1667 in Breda. De Republiek wil graag een snelle oplossing voor het conflict met de Engelsen, want Lodewijk XIV was in mei de Devolutieoorlog tegen de Spaanse Nederlanden begonnen. Vanwege de Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine wil de Republiek geen directe grens met de Fransen en om twee oorlogen tegelijk te voeren was geen optie.

    Tekening van een gracht. Links struiken en daarachter een kade, rechts enen oever met gras en daarachter bomen. In het midden een burcht met een grote kerk met een toren erachter.
    Gezicht op Breda, Philips Huygens, 1651. Collectie Rijksmuseum

    De Nederlanders zetten druk

    De Tocht naar Chatham moest een doorbraak worden voor de onderhandelingen. En dat lukte. Op 31 juli 1667 werd de vrede te Breda getekend. De Engelse ambtenaar Samuel Pepys schreef eind juli 1667: ” Zo zijn de Nederlanders ons in alles de baas – wijsheid, moed, macht, kennis van onze wateren en succes – en sluiten zij de oorlog als overwinnaars af”. Naast Engeland tekenden ook Frankrijk en Denemarken het vredesverdrag. Deze laatste twee landen streden eveneens tegen Engeland. Het neutrale Zweden trad op als bemiddelaar.

    Gezicht op kust van het eiland Manhattan vanaf de zee op de stad Nieuw Amsterdam of New York, onder grote bewolkte lucht. Op zee vier zeilschepen; de grootste lost schoten. Drie schepen met Nederlandse vlag, rechtsonder drie roeibootjes. Midden steiger met twee palen waarachter huizenrijen.
    Anoniem, Nieuw Amsterdam ofte nue Nieuw Iorx opt’t Eylant Man, ca. 1660. Collectie Rijksmuseum.

    Landje wissel

    De Vrede van Breda bestaat uit vier verdragen met daarin belangrijke afspraken. Natuurlijk als eerste: vrede. Verder werd Nieuw Amsterdam, nu New York, Engels bezit en kregen de Nederlanders Suriname als kolonie. Tegenwoordig weten we dat na deze vrede een eeuw de Nederlanders in Suriname en vanuit forten in West Afrika een hoofdrol speelden in de slavenhandel via de West Indische Compagnie.

    Onschendbare, voortdurende en eeuwige vrede

    De vrede in Breda werd uitbundig gevierd. Een ‘Onschendbare, voortdurende en eeuwige vrede’ heette het. Helaas, vijf jaar later bleek de Vrede van Breda voor de belangrijkste ondertekenaars van weinig waarde: Frankrijk, Engeland en twee Duitse bisdommen vielen de Republiek binnen.

    Voor een huis met diverse trapgevels in een stad, staan drie torens (staken) met daarop pektonnen, de tonnen aan de rechterkant branden al, bij de middelste staak staat iemand op een ladder ze aan te steken en de linker staak moet nog aangestoken worden. Tussen de twee linker staken staat een beeld van een leeuw op zijn achterpoten met pijlen in de rechter voorpoot waar wijn uit stroomt. De straat is vol met mensen die zich haasten om de wijn op te vangen. Onder de prent staat: 1. Huysen vande Ambassadeurs der Hoogm. Hren Staten. 2. Staken met Picktonnen, 3. Den Leeuw met seven Pylen, alwaer de wyn overvloedigh uyt vloeyde.
    Vreugdetekenen voor het logement Hrn Staten ambassadeurs, fragment uit: Vrede van Breda, 1667, Romeyn de Hooghe, 1667. Collectie Rijksmuseum
    BronnenFeit
    Steenoven, Peter van (2017. De Vrede van Breda. Breda: De Oranjeboom.pp. 9-11: De Vrede van Breda

    Gerelateerde berichten

  • Schepen tegen een wolkenachtergrond

    De Tweede Engels-Nederlandse oorlog

    Author

    Na de Eerste Engels-Nederlandse oorlog van 1652 – 1654 verklaarde koning Charles II (Karel II) in maart 1665 de Nederlanden opnieuw de oorlog. Ook deze Tweede Engels-Nederlandse oorlog speelde zich voornamelijk op zee af.

    Oorzaak

    De oorzaak voor het uitbreken van deze oorlog is te vinden in de conflicten tussen Nederland en Engeland over koloniale gebieden en nederzettingen. Daarnaast speelde de bemoeienis van Charles II met het Nederlandse stadhouderschap een rol. Tijdens het Eerste Stadhouderloze tijdperk probeerde hij de Nederlanders tegen elkaar uit te spelen door Willem III als stadhouder te promoten. Hij dacht dat dat zou Engeland helpen om zo de positie van dominante handelsnatie te kunnen bemachtigen. Hij vergiste zich hier stevig in.

    Michiel de Ruyter

    De eerste zeeslag van de oorlog is juni 1665: de Slag bij Lowestoft. Deze zeeslag werd door de Engelsen gewonnen. In augustus 1665 krijgt luitenant-admiraal Michiel de Ruyter de leiding over de Nederlandse vloot. Anders dan de Engelsen verwacht hadden schaarden alle gewesten van de Republiek zich achter Holland, zelfs Friesland en Groningen. In juni 1666 wordt de vloot voor het eerst onder zijn leiding op de proef gesteld tijdens de Vierdaagse Zeeslag. De HMS Royal Prince, één van de belangrijke schepen van de Engelsen, moet zich overgeven. De Nederlandse vloot met De Ruyter aan het hoofd leek goed opgewassen tegen de Engelse overmacht.

    Op de voorgrond een schip dat met man en muis vergaat. Rechts de Royal prince, een Engels schip, links daarvan de Zeven Provinciën van De Ruyter. Het hele doek is vol met schepen en overal zie je de dampen van net afgeschoten kanonnen.
    De Royal Prince en andere schepen tijdens de Vierdaagse Zeeslag, 1-4 juni 1666, Abraham Storck. Collectie Royal Museums Greenwidge.

    De Engelsen slaan terug

    De Engelse vloot herstelde zich snel en verijdelde plannen van De Ruyter met zijn vloot om, samen met de Fransen, de Engelsen aan te vallen of een landing uit te voeren. Bij de Tweedaagse Zeeslag voerden de Engelsen de boventoon. Bovendien lukte het ze om De Ruyter en Tromp uit elkaar te spelen. Na Holmes’s Bonfire, een verrassingsaanval door de Engelsen, lijkt de Nederlandse vloot verslagen…

    Maar zo makkelijk gaf de Nederlandse vloot niet op. Dat bleek later bij de Tocht naar Chatham.

    Gerelateerde berichten

  • Een soldaat op een tank die half weggezakt is in het water.

    Verdediging door middel van water

    Author

    Het idee om je te beschermen tegen vijanden en rovers met behulp van water bestaat al heel lang.
    De adel deed dit al eeuwen op hun riddermatig goed en lieten dan ook een gracht aanbrengen rond hun burcht. Hiervoor was dan toestemming verleend door de leenheer.

    Oude vogelvluchttekening van een omgracht kasteel. De gracht loopt rond, met daar omheen bomen. Het huis staat midden in de gracht. Op de ommuurde voorburcht staan aan weerszijde van de oprijlaan twee gebouwen met trapgevels. Recht tegenover het kasteel, bij de eerste brug staat een poortgebouw. Aan de voorkant hebben de muren van de voorburcht torens.
    Fragment uit Het kasteel Middachten : met ontwerp voor een buiten de slotgracht gelegen plein voor de poort van de voorburcht, N. Ritz van Geelkerck[en], 1652. Archief Huis Middachten.

    Tachtigjarige oorlog

    Tijdens de Opstand tegen de Spaanse koning, ook wel de Tachtigjarige Oorlog genoemd, begonnen de opstandige steden, die de Spanjaarden zagen naderen aan de horizon, hun omringende dijken door te steken en dammen te bouwen om zo de vijand met hun zware kanonnen natte voeten te bezorgen. Het succes was wisselend, maar in 1573 was het doorsteken van de dijken (inundaties) voor de stad Alkmaar een van de middelen om de victorie te brengen. Voor boeren en buitenlui was deze verdedigingsmethode overigens altijd een ramp omdat het land na een inundatie vaak jarenlang niet meer bruikbaar was. Zij saboteerden de inundaties dan ook vaak. Bovendien was het herstel van dijken vanwege de oorlogshandelingen vaak niet mogelijk.

    Dit paneel is vervaardigd door de schilder P.A.Cluyt. Een kopie ervan bevindt zich eveneens in de collectie van Stedelijk Museum Alkmaar. Het is te vinden onder nummer 020601. De tekst in het cartouche op dit paneel maakt duidelijk dat het afgebeelde voorwerp een pontonbrug voorstelt van 100 voet lang, 5 voet hoog en 10 voet breed. Voor kenners zijn de contouren van de ommuurde stad Alkmaar wel herkenbaar. Van links naar rechts tekenen de silhouetten van de Kapelkerk, het Heilige Geest Gasthuis (thans de Waag), het Stadhuis en de Grote of Sint Laurenskerk zich af. Op de voorgrond rechts staat een kanon, dat vuur en rook uitspuwt. Rechts van de twee toegangsroutes naar de stad staat een batterij van negen kanonnen, die eveneens tegelijkertijd in actie zijn.De belegering van Alkmaar vormde een keerpunt in de succesrijke heroveringspolitiek van Alva. Nadat diens zoon Don Frederik de steden Mechelen, Deventer, Naarden en Haarlem had veroverd, zette hij koers naar Alkmaar, dat in juni 1572 met grote aarzeling partij had gekozen voor prins Willem I van Oranje. De vorst bezocht de stad in oktober van dat jaar en gaf opdracht tot versterking van de vestingwerken. De architect werd landmeter Adriaan Anthonisz (1541-1620). Toen de Spaanse troepen op 16 juli 1573 voor de stad verschenen, waren vier van de acht door hem ontworpen bolwerken klaar. De hier afgebeelde noordzijde was nog in aanbouw. Alleen de stadsmuur uit 1551 bood enige bescherming. Deze werd verstevigd. Op dit paneel is Alkmaar te zien vanuit het noorden, waar de Spanjaarden de Friese Poort bestormen, nadat ze de runmolens en de tonnenschans hebben veroverd. Deze gebeurtenis vond plaats op 29 augustus 1573. Links op de voorgrond staat een vendel Spaanse soldaten te wachten tot het in actie moet komen. Rechts eveneens een Spaans vendel dat op het punt staat om aan te vallen; een soldaat is in de beschutting van een schans en een uitkijktoren bezig zijn kanon te richten. Schuin achter hem staan twee monniken, die de troepen zegenen. Links op het middenplan de drie wielen van een overtoom, waar schepen konden worden overgezet. Daarnaast kanonnen op affuiten en Spaanse soldaten die ze in de beschutting van schanskorven bedrijfsklaar maken. De Friese Poort wordt van twee kanten aangevallen. Op de achtergrond de stad met onder meer de silhouetten van de Kapelkerk, het Heilige Geest Gasthuis (nu de Waag), het Stadhuis en de Grote of Sint Laurenskerk. In de cartouche onderaan is een pontonbrug te zien die op de Spanjaarden is veroverd. De aangegeven datering 1573 geeft aan in welk jaar dit wapenfeit plaatsvond. Hoewel de teksten in de cartouches suggereren dat de belegering van begin tot eind in beeld is gebracht, gaat het op dit paneel toch vooral om de bestorming van de Friese Poort.
    Het beleg van Alkmaar in 1573, gezien vanuit het noorden, Pieter Adriaensz Cluyt, 1580. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar.

    In 1629 is er nog sprake geweest van een waterlinie langs de Vecht en van de Grebbelinie, maar de Spanjaarden zijn toen niet meer in de buurt gekomen.

    Het Rampjaar: verschillende waterlinies

    Na de Tachtigjarige oorlog waren er wel plannen om een waterlinie goed uit te werken, maar daar is uiteindelijk weinig aandacht aan besteed. Mede daardoor waren de vestingsteden ten oosten van Holland in 1672 zwaar verouderd toen het op verdediging aankwam.

    Toen in 1672 de Fransen en Engelsen met een aanval dreigden, had de Republiek wel een zeemacht, maar nauwelijks een landmacht. Als eerste moesten dus het oosten en zuiden worden beschermd. De Staten van Holland haalden oude plannen voor inundatie uit de kast. Dijken en sluizen werden afgebroken en er ontstond een strook water in de polders vanaf de Zuiderzee tot aan ‘s Hertogenbosch. Tijdens het Rampjaar zette de Republiek bovendien IJssellinie en de Friese linie in.

    De Franse troepen onder generaal Pichegru steken de bevroren Waal over, 28 januari 1794.
    Pichegru steekt de bevroren Waal over, Cornelis Brouwer naar Dirk Langendijk, 1795. Collectie Rijksmuseum.

    De Nieuwe Hollandse Waterlinie

    Ook na het Rampjaar was het plan om de waterlinie nu echt goed voor te bereiden. Eind achttiende eeuw worden de eerste tekeningen voor een Nieuwe Hollandse Waterlinie gemaakt. Die is niet klaar voordat de Fransen komen. Doordat het hard vroor in de winter 1795-1796 konden de Fransen de Maas en Waal te voet oversteken. Napoleon is bijzonder geïnteresseerd in de ideeën voor de waterlinie, omdat hij zo het voor hem belangrijke Amsterdam kan verdedigen. Het komt alleen niet tot een uitvoering. Napoleon bouwt wel de Stelling van Den Helder uit. Uiteindelijk is het Koning Willem I die een aanvang maakt met de vestingwerken. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is rond 1870 gereed.

    De Tweede Wereldoorlog

    Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog dachten we nog dat de Grebbelinie de Duitsers tegen kon houden. Ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt tot 1939 gemoderniseerd. Zoals de foto hieronder laat zien werd er zelfs in 1939 een test gedaan of een pantservoertuig een waterlinie kon passeren.

    Proefneming met een Renault T17 tankette om aan te tonen dat de Waterlinie onpasseerbaar was voor pantservoertuigen. Bemanningslid verlaat het voertuig via koepelluiken
    Militaire oefening te velde, soldaat verlaat een tank van een in de waterlinie vastgelopen tank, NV Vereenigde Fotobureaux, 1939. Collectie: Fotocollectie Elsevier Binnenland / Nationaal Archief.

    Gerelateerde berichten

  • Een landschap met veel water. Er liggen schepen en in de verte grote rookwolken.

    De tocht naar Chatham

    Author

    Op initiatief van Cornelis de Witt, als gedeputeerde van de Staten, zette de Nederlandse vloot in juni 1667 onder leiding van Michiel de Ruyter koers naar de Engelse kust, waar de Engelse vloot voor anker lag. Op naar Chatham! Daar werd besloten de vloot in drieën te splitsen. Kleine lichte schepen voeren de Theems op en linksaf naar de Medway. Ondertussen lagen de grote schepen met De Ruyter in de monding, om te voorkomen dat ze bij eb niet op het droge kwamen te liggen. Het derde deel ging buitengaats om eventuele Engelse oorlogsschepen te signaleren. Twee overgelopen Engelse loodsen hielpen de Nederlanders bij het navigeren.

    Kaart van de monding van Thames en de monding van de Medway. Op het kaartje staat hoe Van Ghent de Thames op vaart en weer terug en hoe De Ruyter naar Chatham vaart over de Medway.
    Kaart die de aanval op Chatham in 1667 door een Nederlandse vloot onder leiding van Admiraal De Ruyter weergeeft. Bron: OSeveno (wikimedia).

    Beschaafde aanval

    Fort Sheerness werd zonder tegenstand ingenomen en verwoest. Het stadje Sheerness werd bezet. Tot grote verbazing van de Engelsen betaalden de ‘beschaafde’ Nederlandse troepen voor hun maaltijden! De opdracht was dan ook zich zo fatsoenlijk mogelijk te gedragen in tegenstelling tot het gedrag van de Engelsen bij Terschelling. Daar werd in 1666 West-Terschelling door de Engelsen in de as gelegd en bovendien ongeveer hondervijftig Nederlandse koopvaardijschepen verwoest (Holmes’ Bonfire). Later, toen de Nederlanders vertrokken waren, werden steden alsnog geplunderd: door de Engelse troepen. De Engelse schepen vluchten verder terug de Medway op.

    Engelse troepen verzamelden zich in juni 1667 bij de stad Rochester aan de Medway, nadat het bericht Londen had bereikt dat een Nederlandse vloot onder leiding van Michiel de Ruyter op weg was naar de marinewerf van Chatham. Zij konden echter weinig uitrichten. Stroomafwaarts zijn brandende Engelse schepen te zien. Het vlaggenschip Royal Charles werd door De Ruyter als buit meegenomen naar Nederland.
    Tocht naar Chatham, Willem Schellinks, ca. 1668. Collectie Rijksmuseum.

    De buit

    De Medway was bij Gillingham afgesloten door een ketting die onder water lag. Daar lagen oorlogsbodems, batterijen en half onttakelde schepen. Het verhaal gaat dat kapitein Van Brakel, die tegen de afspraken in eerder matrozen aan land had laten gaan om te plunderen, zich rehabiliteerde door over de ketting te varen en die te verwijderen. Vervolgens maakte hij de Engelse ‘Unity’ buit en liet de staanders van de ketting in brand steken. Het Engelse vlaggenschip ‘De Charles’ en de ‘Unity’ werden triomfantelijk op sleeptouw mee naar Holland genomen. De Engelse Generaal ter Zee George Monck (58 jaar oud en ziek) beval alle zestien oorlogsschepen in de dokken tot zinken te brengen zodat ze niet in Nederlandse handen zouden vallen.

    Gepolychromeerd, gebeeldhouwde spiegelversiering, voorstellende het Engelse koningswapen van het huis Stuart, gedragen door een gekroonde leeuw aan bakboord en een geketende eenhoorn aan stuurboord.
    Spiegelversiering van de Royal Charles. Collectie Rijksmuseum.
    opschrift, voorzijde, geschilderd: ‘Dit Wapen / heeft versierd / THE ROYAL CHARLES / van / honderd Stukken, het grootste Schip der Engelsche Zeemacht / met meer andere Schepen Veroverd bij de roemrijke / onderneming op de rivier, van Rochester in / het jaar 1667, onder het opperbevel, van den / Luitt Admirl Ml: Az: de RUITER, en / den Ruwaard Cs: de WIT, in het zelfde / jaar in de Maas binnengebragt, / en te Hellevoetsluis gesloopt, / in het jaar 1673.’
    Tekstpaneel toegevoegd aan de spiegelversiering van de Royal Charles, anoniem, ca. 1800 – ca. 1825. Collectie Rijksmuseum.

    Door of niet?

    Toen De Ruyter later in Chatham aankwam liet hij enkele Engelse schepen, die al door de Engelsen zelf tot het laagste kanondek afgezonken waren, in brand steken. Cornelis de Witt wilde verder de Medway op varen maar De Ruyter vond dit niet verantwoord vanwege de nauwe vaarweg, eventuele tegenmaatregelen van de Engelsen en problemen met de getijdenstroming. De Nederlandse vloot trok zich terug en dankte God voor de overwinning. De tocht naar Chatham had (mede) als doel om de Engelsen onder druk te zetten bij de onderhandelingen voor de vrede van Breda. 

    Gerelateerde berichten

  • Een leger voor een vestingstad

    Even over vestingen

    Author

    Als we lezen over de Hollandse Waterlinie dan komen we een aantal zogenoemde vestingen (of forten) tegen die veroverd en of heroverd worden, kennelijk vanwege het hoge belang hiervan. Hoezo? En wat is eigenlijk een vesting? Een uitleg voor dummy’s, zodat ik het zelf ook begrijp.

    Vestingstad en vesting

    Schematische kaart van De Republiek, links boven Amsterdam, links onder Dordrecht. Rechts Utrecht en Gorinchem. In het midden is een groot blauw vlak dat van de Zuiderzee (tussen Muiden en Naarden) naar links afbuigt richting het Haarlemmermeer, dan smaller wordt tot Woerden. Tussen Woerden en Gouda is er een smal stuk dat dan weer breed wordt rondom de Lek. Het deel tussen de Waal en de Lek is heel breed tot Gorinchem waar het weer smaller wordt. Het onderste stuk ligt onder de Waal bij Gorinchem.
    Oude Hollandse Waterlinie in the 17e en 18e eeuw. Overzicht van de inundaties en forten, Niels B. Bron: Wikimedia Commons

    Er is in het taalgebruik sprake van zowel een vestingstad, als van een vesting. Dit is niet hetzelfde. Het eenvoudige antwoord is dat één of meerdere vestigen een vestingstad moesten beschermen.
    Wat is dan een vesting? Een vesting is een militair verdedigingswerk van waaruit strategische plaatsen in het landschap konden worden verdedigd. Denk aan belangrijke land- of vaarroutes, maar ook steden zoals Amsterdam of Den Haag.

    De Hollandse Waterlinie

    Vanwege de dreiging van de Fransen werden er in de Republiek in de tweede helft van de 17e eeuw koortsachtig vestingen aangelegd of bestaande versterkt. De Hollandse Waterlinie1Nu de Oude Hollandse Waterlinie had vijf hoofdposten: Muiden, Nieuwerbrug, Goejanverwellesluis, Schoonhoven en Gorinchem en ze liep grofweg gezegd van het Muiderslot tot aan kasteel Loevestein.

    Bastions

    Het grondpatroon van een vesting is meestal een stervorm met grachten en wallen.
    De bastions (12) vormen die mooie stervorm van een vesting, doordat ze zich als uitstulpingen aan de buitenzijde in de muur of de aarden wal bevinden. Deze bastions hebben schuine zijden welke in een punt, het saillant (11), uitlopen. Het eenvoudigste bastion is een redan. Een redan is een door twee muren (faces) gevormde haakse punt. Als het niet om een punt gaat maar om een halve maan, wordt het een lunet (8) genoemd. Beide laatste verdedigingsobjecten zijn dus aan een zijde, de veilige kant, open.

    Schematische tekening van de onderdelen van een bastion.
    Vestingtermen: Ravelijnsgracht (1), Ravelijn (2), Hoofdgracht (3), Terreplein (4), Keel (5), Flank (6), Onderwal (7), Halve Maan of Lunet (8), Bedekte Weg (9), Face (10), Saillant (11), Bastion (12), Courtine (13), Bovenwal (14), A. ter Hoeke. Bron: Wikimedia Commons.

    Een redoute is een ommuurde of omwalde rechthoek als separaat verdedigingsonderdeel van het bastion of de vesting. Een ravelijn (2) kan ook een onderdeel van een bastion zijn en bestaat uit een rondom gesloten vierhoek of veelhoek die als eiland of schiereiland gelegen is in een gracht rondom de vesting.

    Gebruik

    Het doel van de uitstulpingen van de buitenschil was om vanaf verschillende punten een schootsveld te verkrijgen ter verdediging van de eigen buitenmuur.
    Tot slot is er nog de ons ook wel bekende enveloppe: een rond de vesting lopende smalle strook grond, vaak voorzien van een zogenaamde bedekte weg (9) met een aarden wal als bescherming. Deze enveloppe diende voor het troepentransport buiten de vesting.

    Vestingbouwers

    Sébastien Le Prestre, of Prêtre, Seigneur de Vauban (1633-1707) was een bekende Franse bouwmeester van vestingen in de tijd van Lodewijk XIV. Zijn Nederlandse tegenspeler was Menno van Coehoorn (1641-1704). Deze mensen adviseerden ook vaak bij het veroveren van een vesting.

    Vestingplattegrond van Fort Gouwsluis bij Alphen aan den Rijn. Het is een vierkant fort met op elke hoek een bastion. Rechts ligt de Rijn, links en onder weilanden, naar links stroomt de Gouwe. Onderaan het fort hangt een extra dubbelbastion. Dichtbij het fort vier puntjes naast elkaar en daarvoor nog een punt.
    Vestingplattegrond van Fort Gouwsluis in Alphen aan de Rijn, anoniem, 1680. Collectie Rijksmuseum
    Verder lezen
    Blijdenstijn, Roland (2015). Tastbare Tijd 2.0; Cultuurhistorische Atlas van de Provincie Utrecht. Amsterdam: Stoterkade Cultuuthistorische Uitgeverij. Grebbelinie en de Oude Hollandse Waterlinie (pag. 100-123). (Via Cultuurhistorische Atlas van de Provincie Utrecht)
    Leve de vesting Brielle. Vestingtermen.
    Rossem, Maarten van (2013). De revolutie van het sterfort. op: Maarten!

    Gerelateerde berichten

  • Man met een zwarte hoed met een grote rand zit te paard en kijkt opzij.

    Bommen Berend

    Author

    Was deze bisschop een relfiguur met gevaarlijke speeltjes of de hoop voor de rooms-katholieken in zijn bisdom? Het was in elk geval een verbeten mannetje.

    Bernhard van Galen, de bisschop van Münster zit in het zwart gekleed op een beige paard. Hij rijdt naar rechts. Onder het zadel een zwart sjabrak met geborduurde randen. Zijn rechterhand heeft hij in zijn zij met daarin een zweep, de teugels heeft hij in zijn linker hand. Onder het paard door zien we in de verte Groningen liggen met de troepen die daarvoor gelegerd liggen.
    Bernhard van Galen, bisschop van Münster, Wolfgang Heimbach (1674). Collectie Groninger Museum/Westerwolds Monumenten Fonds

    Christoph Bernhard, Freiherr von Galen

    Christoph Bernhard, Freiherr von Galen (1606-1678) was een overtuigd katholiek. Zijn Lutherse moeder ging tot de Roomse religie over toen hij nog maar een kind was. Hij werd opgeleid tot priester en op 7-jarige leeftijd was hij al kanunnik van de dom in Münster. Dat zal wel mogelijk zijn geweest vanwege zijn afkomst uit een oud, respectabel adellijk, Westfaals geslacht.

    Plattegrond van een stal met wallen en bastions, links boven als een vrolijke ster het bastion.
    De door Bommen Berend gebouwde Galense Citadel in Münster, Peter Pictorius, ca 1680. Landesarchiv Nordrein-Westfalen

    En inderdaad, op 24-jarige leeftijd kreeg hij al een leidinggevende positie in de kerk. Twintig jaar later werd hij verkozen tot bisschop van Münster. Omdat een grote minderheid het hier niet mee eens was, wilde hij met geweld zijn plek veroveren in de naar zelfbestuur strijdende domstad. Zo was er in de stad Münster een grote groep Luthersen die al eens de hulp van Johan de Witt hadden ingeroepen en ook andere vorsten en steden werden om hulp en bemiddeling gevraagd. Gelukkig voor Berend maakte de keizer van het Heilige Roomse Rijk hier een einde aan.

    Op de eerste tekening wordt een kanon voortgetrokken door drie rijen van negen mannen. Op de tweede tekening trekken acht paarden een kanon door een heuvellandschap. Op de derde tekening lopen twee mannen met een kruiwagen en één met een rugzak en een speer. Op de laatste tekening staat een kanon afgebeeld met een dissel voor een paard.
    Vier afbeeldingen in één prent, waarvan drie met een kartouw en een met kruiwagens, Jean Theodore de Bry, Egenolf Emmel, 1614. Collectie Nationaal Militair Museum.

    Contra-reformatie

    Het knaagde aan hem dat tijdens de 30-jarige oorlog de Zweden grote delen van Duitsland onder protestantse invloed hadden gebracht. Zijn hele leven was hij druk om deze protestantisering terug te draaien.
    In zijn bisdom betoonde hij zich een krachtdadig vertegenwoordiger van de contra-reformatie, die zich inzette voor de armen en verbetering van het onderwijs. Aan de andere kant was hij heerszuchtig, oorlogszuchtig en rusteloos, wat hem niet geliefd maakte bij de bevolking.

    Fondsen voor oorlog

    Met hulp (geld) van Karel II van Engeland viel hij in 1665 voor de eerste keer de Republiek aan in de Eerste Münsterse oorlog. Deze oorlog loopt niet goed af voor de bisschop. In 1672 krijgt hij een tweede kans, nu in overleg met (en geld van) Lodewijk XIV. In deze tweede Münsterse oorlog maakt hij overal gebruik van zijn nieuwe speeltjes: zijn kartouwen met de brandbommen. Aan deze kartouwen dankt hij zijn bijnaam: Bommen Berend.

    BronnenFeiten
    Wikipedia (NL, 2021). Bernhard von Galen. Benaderd 7 januari 2022.Leven en werk van Bommenberend
    Wikipedia (2016). Kartouw. Benaderd 7 januari 2022.Beschrijving van een kartouw
    Wikipedia (D, 2022). Bernhard von Galen. Benaderd 10 januari 2022.Hij zette zich in voor de armen en voor verbetering van onderwijs.
    Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.De bisschop van Munster

    Gerelateerde berichten

  • Rond luik met daarop een tekening van een feniks op het vuur.

    Podcast Rampjaar 1672 van Luc Panhuysen

    Author

    Naar aanleiding van zijn boek Rampjaar 1672 heeft Luc Panhuysen met Matthijs Deen voor de VPRO een podcast van vier afleveringen, met fragmenten uit de brieven van Margaretha, Godard Adriaan en Godard, andere ooggetuigen en krantenberichten. Luc Panhuysen licht het zelf toe.

    De troepen van Lodewijk XIV voor Schenkenschans, 18 juni 1672. Vanaf de voorgrond dalen links en rechts ruiters een heuvel af op weg naar de vesting, gelegen in de vlakte bij de splitsing van Rijn en Waal. Op de voorgrond een groep officieren te paard, op de achtergrond een plattegrond van de streek in vogelvluchtperspectief met van alle kanten oprukkende legers.
    Koning Lodewijk XIV bij het beleg van Schenkenschans, 1672, Lambert de Hondt (II), ca. 1675. Collectie Rijksmuseum.

    Gerelateerde berichten