Op 21 augustus 1673 vond op een hooggelegen plaats bij Den Helder de Slag bij Kijkduin plaats. Over de twee eerdere zeeslagen bij Schooneveld (7 en 14 juni 1673) heeft Margaretha uitgebreid geschreven. Maar de Slag bij Kijkduin krijgt pas in haar brief van 1 september aandacht. In de vorige blog werd duidelijk dat er geen brieven van Margaretha bewaard zijn gebleven van 24 juli t/m 28 augustus 1673. Het is zeer onwaarschijnlijk dat ze in deze periode geen brieven geschreven heeft, dus we kunnen ervan uitgaan dat de brieven om de een of andere reden verloren zijn gegaan. Het is echter nog maar de vraag of in één van de ontbrekende brieven iets heeft gestaan over de Slag bij Kijkduin van 21 augustus 1673. In de brief van 28 augustus schrijft Margaretha namelijk dat er geen nieuws is van de vloot.
Strijdende partijen
De Slag bij Kijkduin duurde een hele dag: van acht uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds. De gecombineerde Engels-Franse vloot bestond uit drie eskaders. De Engelse admiraals Prins Rupert en Edward Spragg waren verantwoordelijk voor de voor- en achterhoede, terwijl de Franse admiraal graaf Jean d’Estrées de middentocht voor zijn rekening nam. De Staatse Luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, met luitenant-admiraal Cornelis Tromp als onderbevelhebber.
Een strategische overwinning
Ondanks het numerieke overwicht van de gecombineerde Engels-Franse vloot, was de Frans-Engelse vloot aan het eind van de dag genoodzaakt de aftocht te blazen. Het eskader van d’Estrées was door De Ruyter van de Engelse eskaders afgesneden en had zich al eerder teruggetrokken. Dat werd de Franse admiraal door de Engelsen niet in dank afgenomen.
Belangrijke schepen waren niet verloren gegaan. Wel hadden beide partijen vooraanstaande zeelieden verloren. Admiraal Spragg sneuvelde toen hij tijdens het overgaan op een ander schip werd getroffen door een kanonskogel. Aan Staatse zijde lieten vice-admiraals Isaac Sweers en Johan de Liefde het leven. Toch was de uitkomst van de zeeslag in het voordeel van de Republiek. Een vijandelijke landing op de kust leek definitief afgewend te zijn. De samenwerking tussen de Fransen en Engelsen was belabberd geweest.
Van Kijkduin naar Nijmegen
Het grote voordeel van de strategische overwinning was dat de keizer van Oostenrijk al snel na de Slag bij Kijkduin openlijk partij koos voor de Republiek. Dit leidde op 30 augustus 1673 tot de oprichting van de Quadruple Alliantie, een anti-Frans bondgenootschap tussen de Republiek, de keizer van Oostenrijk, Spanje en de hertog van Lotharingen. Daarnaast wenste het Engelse parlement niet langer geld over de balk te smijten. De Engelse koning Karel II was genoodzaakt het zinkende (oorlogs)schip te verlaten. Op 19 februari 1674 werd het vredesverdrag tussen De Republiek en Engeland getekend: de Vrede van Westminster. De Fransen gaven de strijd voorlopig nog niet op, maar de oorlog verplaatste zich naar andere strijdtonelen. De Fransen begroeven de strijdbijl pas op 10 augustus 1678, toen in Nijmegen het vredesverdrag getekend werd.
In haar laatste brief, die van 3 juli jl., schreef Margaretha over de verovering van Maastricht op 30 juni 1673. Het nieuws was toen vers van de pers. Zo vers, dat ze het na het schrijven van haar brief nog snel opnam in een PS. In haar brief van 7 juli volgen de details. Maar eerst reageert ze op Godard Adriaans brief.
Toch nog niet naar huis
Margaretha heeft in de brief van Godard Adriaan van 30 juni gelezen dat hij zijn reis naar Holstein heeft uitgesteld en voorlopig nog niet thuiskomt. Ze geeft er niet direct een reactie op, maar het moet voor haar een klap zijn geweest. Nóg langer wachten op haar heer en liefste hartje… Gelukkig is er ook goed nieuws. De compagnie voor Van Ginkel is in Alkmaar aangekomen. Van Ginkel is wezen kijken en is razend enthousiast. Hij hoopt dat Willem III de troepen ook ziet.
Onderste boven: tis hier alledaech heel werck weer en doet niet als reegenen dat quat voor hoeij en turf is
haech den 7 ijuli 1673
Mijn heer en lieste hartge rec. 12 Julij in Hamburgh
uhEd aengenaeme vande 30 ijuni heb ick ontfangen waer wt sien deselfve sijn reijs naer holsteijn heeft voor Eenige dagen wtrestelt, de heer van ginckel heeft sijn kompangi die uhEd heeft gesonde en te Alck= moer1Alkmaar is gemonstert, weesen sien seijt het seer en wtneement schoon volck is en wel gemonteert, heeft daer groot kontentement van is uhEd ten hoochste ver oblijgeert2(Iem., resp. zich) in een verhouding brengen (door het bewijzen resp. aanvaarden van een dienst, van weldaden of gunsten) waarbij hij resp. men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is; (iem.) aan zich, resp. (zich) aan iem. verplichten. wenste sijn hoocheijt die sach, [de wijn]
Doden en gekwetsten
Het garnizoen te Maastricht was na een zware belegering van tien à elf dagen gedwongen zich over te geven. Afgelopen zondag hebben ze volgens krijgsgebruik Maastricht verlaten, waarna ze zich hebben teruggetrokken op Den Bosch. Dat Maastricht gevallen is, is niet te wijten aan het garnizoen. De militairen hebben gevochten als leeuwen. Margaretha en Van Ginkel sturen een lijst van doden en gewonden mee. Dan kan Godard Adriaan met eigen ogen zien hoe fel er is gevochten, en hoeveel man er in de strijd gebleven is. In totaal zijn er wel 3400 à 3500 doden te betreuren!
[waer voor uhEd hoochlijck bedancke,] het doet mij leet ick met deese moet konfermeere de twijfelachtige tijdine die wij bijt afgaen van laeste post weegens het overgaen van Maestricht doen hadde het welcke volgens de vrees dien ick had maer alte waer is, naer dat den koninck die 10 a 11 daege heeft beleegert isser op de swaere atackees die dat op gedaen is, heeden achdage gekapiteleert en ons garnisoen voorleeden vrijdach sondach tot 4 a 5 en dartich hondert man volgens krijchs ge= bruijck wt getrocke en voorleede dijnsdach inden bos gekoomen, daer den goeuverneur farijo3Jacques de Fariaux ock is
en so geseijt wort daer weer komandeere sal, sij hebbe so men seijt in Maestricht haer heel wel gedefendeert, daer is so vuerijEus4Furieus gevochten als men noijt gehoort heeft, gelijck uhEd wt de lijst die de heer van ginckel hier neffens vande ge quetste en doode die van onse sijdt gebleefve sijn sendt kan sien[, vant vijants volck seijt me]
Met een rapier in de hand
De vijand heeft volgens Margaretha ruim twee keer zo veel man verloren, namelijk 10.000. Dat is ook niet zo gek, want Lodewijk XIV zou constant verse rekruten hebben aangevoerd om de vermoeide militairen af te lossen. Lodewijk was er trouwens zelf ook bij; hij zou met een rapier in de hand de troepen hebben aangemoedigd. De stad is met veel geweld ingenomen.
[sendt kan sien,] vant vijants volck seijt me dat wel tien duijsent man soude gebleefve sijn, en datter noijt van sulcken furijeusen gevecht gehoort is alst daer is geweest alle paer Euren setten de konin ses duijsent ver =se volckeren aen die de vermoijde afloste, en hij den koninck selfs heeft met het rapier inde hant het volck geankoraesgeert5Encourageren: Aanmoedigen en geseijt dat al sijn konkeste niet met al was dat sij doen om sijn kroon Emn en sijn Eer moste vechte, in soma hij heeft het geamporteert6Emporteren: Met geweld innemen [men wil segge]
Drie papisten
Niemand weet nog wat de capitulatievoorwaarden inhouden, maar zoals altijd zijn er natuurlijk wel geruchten. Het schijnt dat het niet gunstig zal uitpakken voor de stad, en in het bijzonder voor de kerk. Het schijnt namelijk dat het drie katholieken zijn geweest die de capitulatie hebben opgetekend…
[wtstaen,] hoe de kapijtelaesi leijt hoort me noch niet als dat geseijt wort voor die vande stat vrij wat slecht in sonderheijt voor onse kerck doch dit is onseecker, hoewel te geloofve om dat
het drij papiste7Katholieken sijn die de kapitelaesie hebbe gemaeckt, [wat heeft deese beleegerin al weer]
Weduwen, wezen en wonden
Er zijn een hoop nieuwe weduwen en wezen bijgekomen, want er zijn veel militairen gesneuveld. De eerdergenoemde Adriaan van Gent is trouwens niet gestorven. Hij heeft toch slechts één been verloren. Hij is wel gewond geraakt in zijn andere been. Margaretha kan het zich niet voorstellen hoe het moet zijn voor zo’n jonge man. Zelfs als hij er volledig bovenop komt, gaat hij een miserabel leven tegemoet. Hij heeft dezelfde leeftijd als haar zoon… (Van Ginkel is van juni 1644, Van Gent van februari 1645).
Er zijn nog meer gewonden. Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, is in zijn lies geraakt. Hij zal er waarschijnlijk niet meer bovenop komen. Ook ene Joris van Wee, vermoedelijk Georg Johann van Weede, is gewond geraakt; hij is in zijn buik geraakt. De gewonden zijn in Maastricht achtergebleven om verzorgd te worden. Margaretha vraagt zich af wat ons nog te wachten staat, als Lodewijk met zo veel geweld onze steden aantast…
[gemaeckt,] wat heeft deese beleegerin al weer in so korten tijt meenich bedroeft de weedu en weese gemaeckt, heer ijan van gent8Johan van Gent die is of hij half mijmert en al Eenige tijt her waerts so geweest is9Zou ze bedoelen dat hij dementeert?, sijn outste soon den heer van oosterwee10Adriaan van Gent is sijn Een been onder de knie v af geschoote en boove de knie afgeset ent ander been gequetst denckt voor Een jonck mens die vande heer van ginckels ijaeren is hoe miserabel hij sijn sal so hij der vande op komt, den graef van doona11Wilhelm Albrecht graaf van Dohna die met de weeduwe vande heer van stavenes getrout is , is in sijn lies seer swaer gequetst ija so dat men niet gelooft hij der vand sal opkoomen, jooris van wee12Vermoedelijk George Johan van Weede die in Maestricht koman =deerde is seer swaer inde buijck gequetst, dees drije sijn te Maestricht blijfve legge om haer daer voort te laeten kureeren13Cureren: verzorgen en dat sij te swack sijn om te vervoeren, als de koninck op so Een manier onse verdere steede wil aen =taste wat sal konne reesesteere14Resiteren: weerstand bieden [men seijt hij]
De strijd op zee
Met al het nieuws over het Beleg van Maastricht, vergeet men bijna dat ook de strijd op zee nog lang niet definitief is beslecht. Het schijnt dat de Engelsen nog steeds de intentie hebben om op de Hollandse kust te landen. Gelukkig is de Staatse vloot nog steeds goed uitgerust. Margaretha doet nog maar eens een beroep op de Heer. Kunnen we tenminste een overwinning boeken op zee? Op het land wil het allemaal nog niet zo lukken. Het volk is zeer teneergeslagen en loopt weer flink te morren. Van de vreugde die de overwinningen op zee te weeg hebben gebracht, is weinig meer over. Hopelijk wil de Heer ons en ons lieve vaderland bijstaan.
[wort,] nu seijt men dat d Engelse noch seer sterck ter see Equipeere met intensie om te lande, het welcke godt verhoede wil, onse vloot seijt me dat in heelle goede postuer is, de heere wilse bij staen en alstder op aenkomt vicktoorije verleene, te lande schijnt het met ons toch niet te wille lucke en dat de toorn des heere noch op ons leijt, uhEd sou niet geloofve wat en roep en verslagentheijt dit onder de gemeente weer heeft gemaeckt en hoese morre, [ick verlang]
men is hier naer wat vreuchde die men over de vicktoorije ter see heeft gehadt weer vrij bekom= =mert de heere wil ons en ons liefve vaderlant bijstaen inwiens bescherminge uhEd beveelle blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MTurnor frits en al onse liefve kinderkens naest preesen tasi van haere kleijn dienst bedancke groote papa seer voorde pruijme brijnijoole15gedroogde pruimen daer groote vreugde me is, soete de heer van vieleersen soon die men doot geseijt had is gesont en wel
1
Alkmaar
2
(Iem., resp. zich) in een verhouding brengen (door het bewijzen resp. aanvaarden van een dienst, van weldaden of gunsten) waarbij hij resp. men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is; (iem.) aan zich, resp. (zich) aan iem. verplichten.