Mijn heer en lieste hartge

Tag: Steenhouwer

Een schoon gebouw

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is naar Utrecht geweest om de financiën te regelen. Kennelijk wordt Godard Adriaan betaald door zowel de Staten van Utrecht als door de Ridderschap. Van de Staten van Utrecht hebben ze nog een kwart jaarsalaris tegoed en bij de Ridderschap een heel jaarsalaris. Alleen is bij die laatste voor kerstmis niets te verwachten.

Brieffragment geld tegoed

Ameronge den
13 Novem 1676
[rec 19. dito]
Mijn heer en lieste hartge

ick ben twee dage tot wttrecht geweest om te sien
of daer Eenich gelt weegens uhEd tracktement
bij de staete daer ons maer Een vierendeel
ijaers staet te ontfange, en bij de heere Edele
daer ons nu Een vol ijaer goets is, was te
bekoome, maer te vergeefs, bij de Eerste sal
in korte wel gelt sijn, maer bij de ridder =
schap is niet voor in ijanwa of naer kors =
=mis te verwachte, [de heer van schoonouwe]

Afbeelding van het wapenschild van de provincie Utrecht voor een gekruiste bisschopsstaf en een zwaard en bekroond door een mijter. Daaronder een cartouche met de titel.
“Het Neder Sticht van / UTRECHT / bestaet uyt dese drie Leden / Het 1e. Uyt acht Gecommitteerde van de Vijf Capittelen, / Het 2e. Uyt de Edelen ofte Ridderschap, / Het 3e. Uyt de Regeerders der Vyf Steden, / maeckende te samen de Opperhoocheyt deser Provintie, welcker / namen en wapenteeckenen alhier werden vertoont.”, anoniem, 1650-1670. Collectie Het Utrechts Archief.

Bender in en moeter mee deur

Nu de nok op het dak zit, zijn er dakgoten nodig, dus Margaretha moet het lood kunnen betalen. Ze heeft een lening moeten nemen met de obligatie als onderpand. Het is heel vervelend, maar ze is er nu in en moet er dus mee door.

Eerste brieffragment lening
Tweede brieffragment lening

mij Eenich te geefve, daer bij deese ockasie
dat het huijs nu onder dack moet ick niet
naer kan wachten, want het loot moeter

sijn en pront betaelt worden, daer om dan ge –
nootsaeck ben geweest de som van twee duij
sent gul te neegoosgeere daer toe last heb
gegeefve en sal weer Een oblijgasi van
drij duijsent gulde in ostadie moeten gaen
het doet mij wel leet maer bender nu in
en moeter mee deur, [het doet mij te lee]

In een ruimte met een gewelfd plafond staat een grote toonbank, waarachter meerdere mannen staan. Aan de muur planken met daarop papieren. De toenbank staat vol met allerlei goeden, in de ruimte staan mensen te wachten. Een man met een hond legt iets op de toonbank.
Bank van lening, Willem de Keyser, 1657 – 1692. Collectie Rijksmuseum.

Oeps

Inmiddels heeft ze echter een brief van Godard Adriaan gehad, waarin hij expliciet zegt dat ze geen lening af moet sluiten. Het is natuurlijk niks voor Margaretha om niet naar haar man te luisteren. Dus nu doet het haar leeder dan leed. Er lag nog 1000 gulden bij Temminck, maar daar zou ze niet genoeg aan hebben. Bovendien is er hout vanuit Anholt onderweg en dat moet in Hamburg betaald worden. Temminck stuurt het geld naar Godard Adriaan, dus als Margaretha die 1000 gulden op zou maken, zou Godard Adriaan niets krijgen.

Brieffragment over de brief van Godard Adriaan

[en moeter mee deur,] het doet mij te lee
=der om dat ick wt uhEd aengenaeme
vande 7 deeser die heede eerst heb ontfange sien deselfve niet garen had
ick meer geltop die oblijgasie nam, dien
brief quam wat te laet ock kost ick met
de duijsent gul die onder teminck
leijt niet toe, en sal uhEd die niet konne
misse, so wij het ten holtse hout noch
te verwachte hebbe sal te hamburch
weer gelt moeten sijn, [so ick den]

Vergeelde foto met links een zeilschip met diverse masten en heel veel touwen. Het schip ligt met zijn spiegel naar de kade, aan de rechter kant ligt een loopplank. Rechts op de kade liggen gezaagde boomstammen opgestapeld. Op de achtergrond zie je vaag de haven, de kade is verhard met kasseien.
Aangemeerd schip en een lading boomstammen, anoniem, 1880 – 1920. Collectie Rijksmuseum.

Steenhouwer

Kennelijk heeft Godard Adriaan ook geschreven dat hij een steenhouwer uit Bremen naar Amerongen heeft gestuurd. Margaretha heeft nog niets van hem vernomen, maar als hij er is, zal ze alles met hem, Schut en Rietvelt overleggen. Ze zegt het niet hardop, maar waarschijnlijk hoopt ze dat dat een deel van de verwarring zal oplossen.

Eerste brieffragment steenhouwer
Tweede brieffragment steenhouwer

[weer gelt moeten sijn,] so ick den
steenhouder van breeme gesonde
verneeme noch niet sal hem ver
wachte, hierkoomende sal allesmet

hem schut die weer hier is en rietvelt over
legge, [gistere naer middach weer hier]

Verrassing!

Toen Margaretha terug kwam uit Utrecht, wachtte haar en verrassing. Ze trof niemand minder dan Zijne Hoogheid de prins van Oranje die haar bouwplaats aan het bewonderen was. Nog een geluk dat Margaretha haar Visbach bij de zieke Godertge thuis gelaten had. Ze had pas om tien uur geweten dat de prins met een klein gevolg zou komen en had hem toch een goede maaltijd voor gezet. Met zijn volle buik was hij het kasteel in aanbouw aan het bekijken en hij herhaalde maar dat het een zeer schoon gebouw is…

Brieffragment over de prins van Oranje

legge, gistere naer middach weer hier
koomende vont ick sijn hoocheijt, die smid
=daechs hier inhuijs had gegeeten niemant bij
hem hebbende als bentin1Hans Willem Bentinck ouwerker
=cke2Hendrik van Nassau Ouwerkerk en twee graefges van van nassou
het kleijne graefge met sijn broedert
het was geluck dat ick visbach
bij godertge had thuijs gelaeten, die
van sijn hoocheijts komste niet voor
smergens te tien Euren had geweeten
ick vont hem opt werck dat hij wel
door sach en seijde hem heelwel aente
staen reepeteerende wel 2 a 3 mael
dat het Een seer schoon gebou is, [hij]

Op een koffiebruin paard dat zijn knieën hoog optrekt zit een lange slanke man fier rechtop. Hij heeft lange krullen, droevige ogen en een grote neus. Hij draagt een zwarte hoed met witte veren. Een bewerkte jas en lange zwarte laarzen.
Stadhouder Willem III te paard naar links, anoniem, 1688 – 1698. Collectie Rijksmuseum.

Ontslag

Margaretha heeft zoveel pijn aan haar tanden dat het haar niet lukt om verder te schrijven. Gelukkig weet ze er nog wel een naschrift uit te persen met wat positief financieel nieuws: ze kan de metselaars ontslaan zodra de scheidbogen in de kelder klaar zijn! De dagen worden korter, dus ze doen steeds minder terwijl de daghuren gelijk blijven. Ach, en Voetius is overleden…

Tandpijn metselaars en voetsius

Eer hij van hier reedt en heel quaet weer, nu moet ick
dees Eijndige heb sulcke pijn in mijn tande
dat niet weet waer mij berge sal kan de pen
niet langer voeren blijf

uhEd getrouwe wijff
MTunor

met dit quaet weer
en korte dagen So haest de scheijt
booge geslage sijn
sal de metselaers kasseere want sij
bedrijfven weijnich
en de dachhueren
gaen om de reeckenine
loopen hooch

den heer voetsius
is is overleeden was
88 ijaeren out

Borstbeeld rechts in toga in ovaal. Een oudere man met een hoge voorhoofd en mutsje waar dunne krullen onderuit komen. Hij heeft een rechte neus, priemende ogen en een strakke mond.
Portret van Gijsbert Voet (1589-1676) hoogleraar in de theologie aan de Utrechtse hogeschool (1634-1676) Kopergravure van Joannes van Munnickhuysen, eind 17de eeuw, naar een schilderij van Nicolaas Maes uit ca.1665. Collectie Het Utrechts Archief
  • 1
    Hans Willem Bentinck
  • 2
    Hendrik van Nassau Ouwerkerk

Hoogste punt bereikt

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 november 1676
Lees hier de originele brief

Nu snapt Godard Adriaan een tekening van Schut alwéér niet! Schut kan inderdaad niet echt begrijpelijk schrijven, vindt Margaretha, en bovendien heeft Schut de tekeningen vanuit Amsterdam verzonden, zodat er geen toelichting van de secretaris aan toe kon worden gevoegd. Ondertussen is de prijs van de Amsterdamse stenen niet bekend, want de Amsterdamse steenhouwers willen geen prijs meer noemen nu ze doorkrijgen dat het bouwteam ook in Bremen stenen bestelt. Maar het werk gaat door, hoog in de lucht, en onder de grond: de kap is op zijn definitieve hoogte gekomen en ook in de kelder wordt nog gewerkt zolang het weer mooi blijft.

Brieffragment over de tekening van Schut

[rec. 12 dito]
Ameronge den
8 Novem 1676

Mijn heer en lieste hartge
het is mij leet wt uhEd vande 4 deeser te sien hij al
weer de toegesondene teeckenine niet verstaet
, tis waer schut sijn briefve sijn niet wel te
verstaen, en hij weet de prijs vande harteene
niet, geloof ock nu de steenhouders tot
Amsterdam beginne te mercken datter
steen tot breeme gekocht wort sij niet recht
de prijs daer van wille seggen, ock is schut
tot Amsterdam geweest doen hij die teeckeni
sont daerom de sekreetaris de meeninge
daer van daer niet op konde stellen, [tis]

Weergegeven is hoe Nimrod, de bouwer van de toren van Babel, de Romeinen voorlicht over zijn creatie. In de lucht is het alziend oog van God te zien. Op de achtergrond de toren en op de wolken zitten engeltjes.
Ontwerp voor het voorblad van het boek Turris Babel, sive Archontologia, van A. Kircher, Gerard de Lairesse, ca. 1679. Collectie Rijksmuseum

Eerste vereiste: begrip

Wat Margaretha betreft doet het er niet echt toe te weten wat de prijs in Amsterdam is, aangezien het in Bremen inclusief bewerking zeer waarschijnlijk voordeliger zal zijn. Het is veel belangrijker dat Godard Adriaan de tekeningen en de maten die er op staan begrijpt. Dan weet hij immers ook om wat voor orde van grootte het gaat en dat heeft weer invloed op de kosten.

Eerste brieffragment over het weten van de prijs of het begrijpen van de tekening
Tweede brieffragment over het weten van de prijs of het begrijpen van de tekening

[daer van daer niet op konde stellen,] tis
seecker dat de hartsteen in haer selfve tot
breeme en ock die te bearbeijde tot breeme
veel beeter koop is als tot Amsterdam ,
daer om mijns oordeels weijnich aen geleechge
is of men niet recht de prijs weet wat die
tot Amsterdam gelt, als uhEd maer te

recht de maet en teeckenine konde verstaen,

Afwachten in Middachten

Over nog meer geld gaat het in de Raad van State, waar prins Willem onderhandelt over de ‘Staat van Oorlog’. Dit is de landsbegroting, die voornamelijk de financiering van het leger betreft. Het besprokene kan van belang zijn voor zoon Godard. De prins heeft beloofd dat hij zal kijken of hij Godards salaris voor zijn post als majoor ter sprake kan brengen. Maar zijne hoogheid heeft natuurlijk genoeg aan zijn hoofd, dus Margaretha is bang dat dat er wel eens bij in zou kunnen schieten. Als het aan haar lag was Godard nu in Den Haag om zich van de prinselijke voorspraak te verzekeren. In plaats daarvan zit hij passief af te wachten in Middachten.

Eerste brieffragment over Staat van Oorlog
Tweede brieffragment Staat van Oorlog

en dat sijn hoocheijt inde raet van staten
over den staet van oorlooch besonijeert1Besogneren: Raadslagen, onderhandelen
mijns oordeels behoorde de heer van gincke

nu inde haech te sijn te meer om dat sijn hoocheij
hem belooft heeft te sien hem met sijn ma=
=ijoors tracktement daer op te brenge, maer
blijft hij op Middachte salt wel vergeeten
worden, [nu brenge de timerliede de vaen]

Aeneas ontvangt door voorspraak van Venus een nieuwe wapenrusting in de smidse van Vulcanus. In het midden knielt de held voor de godin. Een Cupido reikt hem de helm, vooraan liggen de andere delen van het harnas. Door de lucht buitelen putti, één met een lauwerkrans. Links werken vier smeden boven een vuur.
Aeneas ontvangt door voorspraak van Venus een nieuwe wapenrusting in de smidse van Vulcanus, Ferdinand Bol, 1660 – 1663. Collectie Rijksmuseum.

Pannenbier

De kap is klaar! Het hoogste punt is bereikt en de timmerlieden hebben een vlag op het huis gezet. Tijd voor een biertje op kosten van Margaretha en Godard Adriaan. Een traditie in de bouw die nu nog steeds bekend staat als ‘pannenbier’ op het moment dat de nok ligt en de pannen kunnen worden gelegd. In dit geval zullen het de ribben en de planken zijn.

Brieffragment over pannenbier

[worden], nu brenge de timerliede de vaen
opt huijs het welcke te seggen is dat de kap
volkoomen daer op staet en gedaen is
en dat sijt bier verdient hebbe, sulle
merge begine de ribbe daer op te legge
ende plancke [rietvelts volck sijn aen]

Samen met twee engelen draagt het Christuskind een balk de ladder op. Jozef timmert aan het dak van een huis. Voor het huis is Maria bezig met vlaskammen.
Christuskind legt een dak, Christoffel van Sichem (II), naar Hieronymus Wierix, 1617. Collectie Rijksmuseum.

Kelderbogen

Vele verdiepingen lager zijn de mannen van Rietveld ook hard aan het werk: ze brengen de scheidingsbogen van de keldergewelven aan. Een deel van het uithouwen van de stenen voor de lijst om het huis heeft hij uitbesteed. Het weer is mooi, god zij dank!

Brieffragment metselwerk en steenhakken

[ende plancke] rietvelts volck sijn aen
de scheijdt booge inde kelders te maecke
hij heeft Een gedeelte vande steen tot
de lijst omt huijs te hacken aen besteet
wij hebbe tot noch toe seer schoon weer
gehadt daer wij godt niet genoech
voor konne dancken, inwiens bescher
minge uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Biepul van porselein met eivormig lichaam en een brede hals, beschilderd in onderglazuur blauw. De buik is bedekt met 'karakusa'-ranken met daarin uitgespaard drie geschulpte cartouches. Het middelste catouche met twee mannen in een landschap, één met een parasol en een waaier, de ander met een een hondje. Links hiervan een cartouche met kraanvogels in een landschap met bomen en rotsen. Het derde cartouche met verschillende vogels in een landschap met een paviljoen, bergen en een vijver. De rand en het oor met bloemranken. Een gat in de bovenzijde van het oor. Arita, blauw-wit.
Bierpul met landschappen in cartouches en bloemranken, anoniem, anoniem, ca. 1650 – ca. 1680. Collectie Rijksmuseum.

  • 1
    Besogneren: Raadslagen, onderhandelen

De groetenis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 november 1676
Lees hier de originele brief

De afspraak, dat Godard Adriaan de steenhouwer tot maart in Bremen houdt, is gemaakt. Dat kan Margaretha in ieder geval van haar lijstje afstrepen.

Aanhef en steenhouwer

Ameronge den
2 Novem 1676
[rec. 5 dito]
Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 28 pasato is mij gister
behandicht en sal goet sijn dat uhEd den
steenhouder tot de maent van Maert
noch daer hout, dan salmen alles met
beeter spoet konne gereete maecken, het
wulfsel inde ouden toorn sal so haest het
huijs onder dack is geslagen worde waer
toe de scheijdt booge al gemaeckt sijn,

Bouwplaatsproblemen

De afgelopen 348 jaar is er niet veel veranderd: er wordt gestolen van de bouwplaats! Gelukkig zou Margaretha Margaretha niet zijn, als ze geen oplossing had. Ze heeft de deuren van het oude kasteel in de poort van het nieuwe huis laten zetten, dus kan die afgesloten worden. Ook de kelder heeft ze gesloten.

Eerste Brieffragment diefstal op de bouwplaats
Tweede brieffragment diefstal op de bouwplaats

de poorte vant huijs is heb ick al deure
aen laette sette vande oude deure die
met het binne deur of poortge aent
oude huijs geweest is dat men sluijte kan
is aent de poort vant boven huijs, de
kelder is ock gesloote, want daer
wiert alles wat nagel loswas af
gestoollen daer om ick bij provijsie

heb laeten maecke dat alser niet gewercket
wort niemant op kan koomen, [de steen]

Een donkergroene deur met een eenvoudige hand greep. De deur is volledig beslagen allemaal pyramidevormige koppen van nagels.
De huidige deur in de poort. Foto: Annemiek Barnouw. Ook deze is goed bestand tegen mogelijke dieven.

Nieuws uit de steenoven

De steenoven is genoeg afgekoeld en de stenen zijn zo goed gelukt! Echt iedereen die het ziet bevestigt het. En niet zomaar iedereen: ook andere steenbakkers zijn komen kijken en die hadden van hun leven nog niet zulke mooie harde, vaste stenen gezien.

Brieffragment over de mooiste stenen

wort niemant op kan koomen, de steen
oven is op gebroocken en bevindt sich tot
noch toe sulcken schoonne steen daer
in te sijn dat Elck sich daer over ver=
=wonderen, hier sijn verscheijde steenhou
backers van beneeden geweest die segge
haer leefve dier gelijck steen van
hardt en vasticheijt niet gesien te
hebbe, [als de groote steen daer nu wt]

Op de achtergrond een stad die aan een rivier ligt. Links achter wordt klei verzameld. Links wordt klei bewerkt, rechts worden on der een afdak stenen gevormd. In het midden staat onder een afdak een steenoven te roken. Op de voorgrond liggen en worden stenen opgestapeld.
Steenbakkerij. Uit: Georgica curiosa: das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität, Düsseldorf

De lijst om het huis

Kennelijk hebben ze in het binnenste van de steenoven grotere stenen gebakken. Als die eruit gehaald kunnen worden én Godard Adriaan wil nog steeds de lijst om het huis van bakstenen maken, dan kunnen ze die in de winter gaan bewerken.

Brieffragment over de lijst om het huis

[hebbe,] als de groote steen daer nu wt
komt so uhEd noch blijft bij de lijst
omt huijs van metsel steen te maecke
sullense die groote steene over winter
daer toe konne hacken en houwen ,

Geld

Tja en al dat gebouw kost natuurlijk nog steeds een lieve duit. Margaretha maakt zich zorgen hoe ze Ott Barentse moet betalen. Hij heeft zo goed geholpen en kennelijk is Margaretha het akkefietje van tien jaar geleden alweer vergeten. Daarnaast komt natuurlijk het lood, dat moet betaalt worden en ze heeft er een hard hoofd in dat het met de betalingen van de Ridderschap en de Staten goed zal gaan. Het is ook een duur jaar geweest, met al die loonkosten en vrachten die betaald moesten worden. Maar Margaretha hoopt dat ze wel het ze het zwaarste gehad hebben. De gebinten staan in ieder geval nagenoeg op de kap en Schut is naar Amsterdam.

Een kind met een lang jak en een hoed tot over zijn of haar ogen draagt zijn rechter arm in een mitella. De hand zit verstopt in de mouw of zit in een verband.
Kind met een mitella. Fragment uit: Bedelaar met kind en houten been, Pieter Jansz. Quast, 1634 – 1638. Collectie: Rijksmuseum.

Familienieuws

Dan lijkt het erop dat we toch ergens één of twee brieven missen. Margaretha sluit de brief af met de mededeling dat Fritsje mee naar Middachten is en dat Godertje op Amerongen blijft. De reden daarvoor is dat Godertjes breuk nog niet genezen is en dat Margaretha zich daar op zal (wil?) toeleggen met behulp van een nieuwe meester die ze daartoe heeft laten komen. Maar uiteindelijk gaat er natuurlijk maar één iemand over de gezondheid van de kleine jongen. Wat Godertje gebroken heeft staat er niet bij en is ook in de vorige brieven niet naar boven gekomen.

Uiteraard is er weer een ps, ze herinnert zich opeens nog de kosten die ze voor kalk en het uitmodderen van de gracht had gemaakt. Maar het allereerst herinnert ze zich eraan dat Monseu Blanche de groetenis moet krijgen.

Eerste brieffragment Godertje
Tweede brieffragment over Godertje en de groetenis

de heer en vrou van ginckel sijn na
Middachte hebbe fritsge voor Een
weeck of twee mee, godertge is hier
gebleefve om naer sijn breuck dat
noch niet geneesen is te laeten sien
ick ben daer in bekoment, hebder Een
andere meester over sal sien of

ick met de hulpe des heere om hem tot sijn gesontheijt
sal konne brenge sal mijn beste doen hoope godt de
heere, het seegene sal inwiens heijlige bescherming
uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
mijn groetenis
aen Monseu
blansche

Bouwen, betalen, bataille

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft de brief van Godard Adriaan van 4 september ontvangen. Blijkbaar is de diplomaat ’tot dienst van ons lieve vaderland’ bij de vorst-bisschop van Münster langs geweest.

Brieffragment vorst-bisschop

Amerongen den 9
septem 1676
[rec. 19. dito]

Mijn heer en lieste hartge

deese merge heb ick uhEd aengenaeme vande 4 deeser
ontfange, waer wt sien deselfve naer den bischop
van Munster1Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster is, de heere wil geefven uhEd wat
goets so bij deen als dander tot dienst van ons liefe
vaderlant meucht verichte[, met de laeste post]

Turfmand, rond, iets bol uitlopend, van gespleten wilgenteen, in de techniek van het fijnscheenwerk. Naturelkleurige tenen zijn afgewisseld met zwart gebeitste tenen. Op de rand twee handvatten. De mand is gevuld met blokjes echte turf.
Turfmand met turf, vervaardigd van gespleten wilgenteen. Poppenhuis van Petronella Dunois, ca. 1676. Collectie Rijksmuseum.

Nog geen turf

In haar vorige brief schreef Margaretha wat ze bij haar terugkomst in Amerongen allemaal aantrof. Ze heeft inmiddels nieuws over de turf voor de veldoven, maar het is geen goed nieuws. Het water staat te laag en de wind waait de verkeerde kant op. Het is trouwens sowieso rotweer. Maar het kwade en buiige weer hindert de werklieden niet. De metselaars steken de handen uit de mouwen, en morgen worden de balken voor de tweede verdieping van het huis gelegd.

Brieffragment nog geen turf

[vaderlant meucht verichte,] met de laeste post
heb ick uhEd mijn aenkoome alhier en hoet
hier heb gevonde geschreefve, gistere bekoome
tijdine dat den turf tot onse steenove aende
vaert leijt maer kan doort laechge water en
kontraijreije wint niet op daer is geen dardalfe
voet water op de reevier, ick heb haer geschreef
datse sulle lichte en maecke opt spoedichste hier
te sijn, het is hier alledaechge seer quaet en
buijechweer, Evewel wercken de metselaers
daer door heen merge worden de balcke vande
tweede verdiepine geleijt[, het wechgelt vande]

Boven op een witte gestucte muur ligt een balk die de plankenvloer van de verdieping erboven draagt. De balk en de planken zijn in crèmachtig beige geschilderd.
Eén van de balken van de tweede verdieping. De muur is inmiddels strak gestuct. Foto en ©: Hans Neecke.

Hout

Maar voor de bouw van het huis is meer nodig dan een goed werkende veldoven, turf, en balken. Er is ook hout nodig. In haar brief van 1 september schreef Margaretha al dat er hout onderweg is vanuit Harburg, en dat de prins van Anholt-Dessau misschien ook nog wel bereid is om hout te leveren. Ook herhaalt Margaretha dat dit hout zeer goed van pas zou komen.

Brieffragment het hout uit Harburg

[ongeluckige reijsers,] tis heel goet dat nu alt
hout van haerburch opwech is om hier te koome
koste wij dat vande prins van Aenholt2Georg Friedrich II Anholt-Dessau noch krijg
waer te wensche want sullent noch wel van
doen hebbe[, op de assinnasie ten som van 5413 f]

Niemand wordt betaald

Het is hartstikke goed dat er zo geklust wordt aan het kasteel, maar al die werklieden moeten natuurlijk wel betaald worden. Margaretha heeft nog niets gehoord van de assignatie, maar ze moet Schut, Rietvelt, de steenhouwer voor het leveren van de hardstenen poort, de werklieden van de steenoven, de timmermannen, de metselaar en de dagloners nog betalen. En ook de turf en de spijkerman3De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt zijn niet gratis. Anders moet Margaretha maar weer een tripje naar Utrecht maken, om daar de mannen die verantwoordelijk zijn voor het uitbetalen eens stevig aan de tand te voelen…

Eerste brieffragment uitbetaling
Tweede brieffragment uitbetaling

[doen hebbe,] op de assinnasie4Assignatie: aanwijzing tot betaling ten som van 5413 f
heb ick noch niet ontfange, se hebbe belooft
deese weeck daer Eenich gelt op te geefve dat heel
wel sal koomen, ick heb hier 3000 f aen gelt gebrocht
dat so veel helpt alst niet, most terstont
aen schut 600 f en rietvelt 1400 f den steen
houder voorde hartsteene poort 445 f aent
steen ovens volck 350 f, den timerman tiel
man van tiel 300 f gerit ijanse den timer=
man 150 f ijan ijanse de metselaer 158 f

geefve en dan al de andere dach huerders so
dat dit saeme al over de 4000 f bedraecht
ick hebse so verde betaelt als mijn gelt streckte
als ick nu weer gelt ontfange salse voort af
betaelle nu moet den turf en den spijckerman
ock betaelt sijn, dees maent of ses weecken
sal ons de quaetste noch weese daer mee sijn
wij het waerste door, en siender nu raet toe
so wij maer betaelt worde als ick hoope datse
doen sulle of ick moet weer naer wttrecht

Steenhouwer die bezig is het met houwen van steen voor het bouwen van een huis. Boven de afbeelding staat: De Steenhouwer Hoewel verspreid, Nochtans bereid. Onder de afbeelding staat: De Stenen worden vast behouwen, Om't machtig Huis meed' op te bouwen; Gelijk des Heeren Jesu werck, De Steenen, hier en daar geleegen Bereid, en vleid en schickt ter deegen, Tot Opstal van zijn eeuw'ge kerck.
Steenhouwer, Jan Luyken, 1694. ollectie Rijksmuseum.

Rode loop

Ondertussen hebben de Denen en de Brandenburgers het Zweedse Kristianstad met succes belegerd. Margaretha hoopt dat de Heer ‘ons’ ook wil bijstaan en zijn goddelijke zegen wil geven. Dat is ook hard nodig, want er schijnt weer een slag aan te komen. Althans, dat is het woord op straat. De geruchten boezemen haar ook angst in. Ze maakt zich zorgen over de prins van Oranje en uiteraard over haar eigen zoon. Die angst komt echter niet zo zeer voort uit de vrees voor een belegering. Margaretha maakt zich meer zorgen om de rode loop. We zagen al eerder dat veel militairen momenteel aan dysenterie lijden, en dat er zelfs al mannen aan gestorven zijn.

Brieffragment over de toestand in het leger

dat de koninck van deenmercke en den hartooch
van brandenburch5Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst so vicktoorijeus sijn gaet
heel wel, de heer wil ons ock bij staen en sijnen
godlijcke seegen geefven dat wij niet krijge is ons
=ser sonde schult, men spreeckt noch al van Een
bataelge te leevere en schrick daer aen te dencke
omt groote hasaert6Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie dat daer in is godt wil ons
geefve wat ons best en salich is, ick ben met
sijn hoocheijt en den heer van ginckel bekomer
om dat de roode loop so seer in ons leeger en veel
steede is daer de heer van leuwe7Zweder van den Boetzelaer aen gestorfven
is, den rhijngraef8Karel Florentijn van Salm seijtmen dat aen sijn quetsuer
ter doot toe opt huijs te peeterson9Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren leijt,

En dan zijn er natuurlijk ook nog mannen die op het slagveld zelf zijn gestorven. De Rijngraaf is aan zijn verwondingen overleden en gisteren ontving Margaretha een rouwbrief van Johanna van Zuylen van Natewisch. Haar enige zoon10Willem Godard van Oostrum is omgekomen bij het Beleg van Maastricht.

Brieffragment over de rouwbrief

ick heb gistere Een rou brief gekreechge vande oude vrou van broeck=
huijse11Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum over de doot van haeren Eenigen soon, die sij schrijft inde
laeste attacke voor Maestricht doot geschooten te sijn [, mij jame]

De Dood op een slagveld, op een paard dat naar links rijdt, met een hoed met veel veren, Op de achtergrond andere figuren die de dood representeren die vechten. Onder de gravure een gedicht in het Frans
De Dood op het slagveld, Stefano della Bella, ca. 1646. Metropolitan Museum of Art, New York.

De één z’n dood is de ander z’n brood

Het gaat goed met de Philipotta, besluit Margaretha haar brief. En ze hoopt dat haar man snel weer thuis komt.

Afsluiting brief

[geen soons , de oude vrou van preustine is ock doot,] de vrou
van ginckel schrijft heel wel naer den tijt te sijn, ick beelt
mij in of uhEd wel Eer weer thuijs mocht koomen met deese
veranderine dat wel wenste, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff

MTurnor

In het PS volgt nog een typisch gevalletje ‘de één z’n dood is de ander z’n brood’: Cornelis Matthisius is plotseling overleden, dus er is weer een plaatsje vrij in de vroedschap en er wordt ook een nieuwe kameraar voor het heemraadschap van de Lekdijk gezocht.

PS over de kamelaar

ps so schrijft men mij dat de kamelaerKamelaar of kameraar: ambtenaar belast met geldzaken Matijsi
Matijsius12Cornelis Matthisisus deese nacht is overleede men
heeft van sijn sieckte niet gehoort
daer meede is weer Een plaets inde
vroetschap tot wttrecht vakant
en het kamelaerschap

  • 1
    Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster
  • 2
    Georg Friedrich II Anholt-Dessau
  • 3
    De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt
  • 4
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 5
    Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst
  • 6
    Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie
  • 7
    Zweder van den Boetzelaer
  • 8
    Karel Florentijn van Salm
  • 9
    Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren
  • 10
    Willem Godard van Oostrum
  • 11
    Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum
  • 12
    Cornelis Matthisisus

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén