Mijn heer en lieste hartge

Tag: ‘s-Graveland

Soldaten in beweging

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.

Brieffragment over de troepenwerving

reca. 9 7ber in Hamburg
haech den 4
septem 1673

Mijn heer en lieste hartge

Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die
mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer
godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein
Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6
Augusti heeft behandicht en geseijt volgens
uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede
gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man
aen de luijtenant van heer van Ginckels komp
tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat
de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de
heer van ginckel hier voer geschreefve dat
hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die
volckere bij een blijfve en niet en verloope

Een kapitein, staande ten voeten uit met een stok in de hand. Op de achtergrond twee soldaten.
Een kapitein, Willem Bartsius, ca. 1622 – ca. 1639. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha legerfinancier?

De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.

Brieffragment over de financiering
geefve

Van heetere heb ick noch niet konne spreecke
maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant
selfve reesgement sal wille aeneeme so lang
hij van sijn achterstallige vant lant niet
voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe
daer hij als noch niet een stuijver van kan
krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick
dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet
sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet
dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle

geefve [ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch]

Aan de tafel links zitten drie secretarissen die de schuld noteren en uitbetalen aan de man aan de andere kant van de tafel. De mannen rechts staan op hun geld te wachten. Rechtsboven genummerd: 45. Tekening maakt deel uit van een album.
Alexander de Grote betaalt de schulden van zijn soldaten af, Leonaert Bramer, ca. 1655 – ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.

Brieffragment dat Van Ginkel moet betalen

[geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch
draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompacompagnie
en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve

Laat je soldaten niet kapen

Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.

Brieffragment over het kapen van soldaten

uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier
verleege sijn om volck en hoese op passe als als de
duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe
sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die
offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het
volck meede heeft gegeefve is goet maer
anders soudens al Een toer konne speelle5een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken

Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.

Landschap met links op de achtergrond een kerk en recht op de achtergrond een molen. Vanaf de kerk een pad waarop een zwaar beladen ezel met daarachter een vrouw met een zweep in haar hand. Langs de weg staan drie grote bomen die veel wind vangen. Het regent pijpenstelen, de vrouw houdt haar hoed vast.
De heide tussen ‘s-Graveland en Hilversum. Drielst, E. van 1745-1818Wit Jansz., I. de 1744-1809. Collectie Noord-Hollands Archief.

Beweging op de Veluwe en in het Gooi

Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.

Brieffragment over Willem III op de Veluwe
Brieffragment over Waldeck bij 's-Gravenland en Loosdrecht

[dat betaelt heeft] , wat nu belanckt ons
leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge
veeluwe de graef van waldeck heeft opt

schrafelant6‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer
se haer begraefve7zich ingraven wat verder het deseijnplan
van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde,
de heer almachtich wilt selfve seegene en
ons in alles bijstaen, inwiens beschermin
=ge uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor
[dat ick beijde]

Rechtsboven aan de Zuiderzeekust met Naarden, direct daarnaast (midden boven het Naardermeer en links daarvan Weesp. Onder Naarden de woeste gronden waarin staat Goyland. Links hiervan de rechte ontginning van 's-Graveland en daaronder de ronde ontginning van Loosdrecht. De grens van Holland is roze, die van Utrecht is geel.
Fragment (o.a. Loosdrecht en ‘s-Graveland) van de kaart van de provincie Utrecht met aangrenzende delen van Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (Veluwe) door B. de Roij Sr., 1680. Collectie Het Utrechts Archief.

P.S.

Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.

Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn…
Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.

Brieffragment over doorsteken Grebbedijk

dit neffensgaende plakaet is hier vandaech
overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck
de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor
alles inde provincie van Wttrecht onder water
soude sijn, en dat het op die provincie soude
soude aangesien weesen

Een kaart waarop te zien is dat het land tussen Rhenen en Wageningen via Veenendaal Scherpenzeel. Renswoude en Woudenberg tot aan Amersfoort onder gelopen is.
Overzichtskaart van het overstroomde gebied in de Gelderse Vallei ten gevolge van de doorbraak van de Grebbedijk op de 5 maart 1855, het noorden ligt rechts. Collectie Gelders Archief.
  • 1
    Lützow
  • 2
    kapitein
  • 3
    compagnie
  • 4
    geïnspecteerd
  • 5
    een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken
  • 6
    ‘s-Graveland
  • 7
    zich ingraven

Zware en secrete besognes

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft veel te vertellen. Er is gedoe over secrete én zware besognes, en natuurlijk ook weer over geld. Gelukkig is er wel goed nieuws vanaf het front. Het lijkt er op dat er iets groots op handen is. Gaat Utrecht ontzet worden? Het is nog onduidelijk wat er precies gaat gebeuren, maar het zal groots zijn. Aan het eind van de brief nog meer goed nieuws: op zee is de victorie behaald!

Secrete besognes

In haar vorige brief waarschuwde Margaretha Godard Adriaan dat één van de door Godard Adriaan geworven officiers een brief op hoge poten aan de Staten heeft geschreven. Volgens de officier zou hij nog geen geld ontvangen hebben van Godard Adriaan. De informatie was afkomstig van Caspar van Kinschot.

In de brief van vandaag komt Margaretha hier op terug. Ze vindt het goed dat Godard Adriaan zelf een brief aan Van Kinschot heeft geschreven, maar een reactie heeft hij blijkbaar niet ontvangen. Wellicht dat hij hierover tegen Margaretha geklaagd heeft.

Van Kinschot heeft in ieder geval zijn excuses aangeboden. Hij kon niet reageren omdat hij het enerzijds ontzettend druk heeft met allerlei zaken en anderzijds durfde hij niet. Omdat hij de Eed van de Secrete Besognes had afgelegd, mocht hij geen belangrijke zaken mededelen. Hij was bang dat Godard Adriaan hem dat niet in dank af zou nemen. Dus schreef hij maar niets.

Brieffragment over Van Kinschot

reca. 6 7tber17 van sept in Hamburgh

hacht den Eerste
septem 1673

tis heel goet uhEd den heere kinschot2Caspar van Kinschot selfs gean
twoort heeft, sij vreese ock aen dien kapteijn koc
kop Een banckroet te hebbe, kinschot heeft
voor deese al Exskuse gemaeckt dat hij aen
uhE niet en schrijft Eensdeels om sijn meenichvuldi
=ge affaere3Zaken en ten andere om dat hij inde Eet
vande seekreete besoeijngees4Geheime zaken is vreesende uhEd
niet wel sou neeme dat hij d niet van inpor
tansie schreef en den Eet leijt so strickt dat
hij niet derft[, hij komt teegenwoordich heel]

De man draagt een hoed met een veer, daar steekt peenhaar onderuit. Hij heeft een grote, platte kraag met een geschulpte kanten rand. Hij draagt een wijde broek met een streep op de zijkant en breed uitlopende laarzen met strikken op de voet. In zijn hand een wandelstok. Op de achtergrond mensen voor een bouwvallige poort.
Staande officier met wandelstok, van opzij gezien, Salomon Savery, naar Pieter Jansz. Quast, 1630 – 1665. Collectie Rijksmuseum
Een man in militaire uitdossing (een luitenant-kolonel), ten voeten uit, een zwaard aan zijn gordel, een stokwapen (partizaan) in zijn rechterhand. Op de achtergrond een heuvelachtig landschap waarin een stad belegerd wordt.
Luitenant-kolonel, Jacques de Gheyn (II), naar Hendrick Goltzius, 1700 – 1725. Collectie Rijksmuseum

Zware besognes

Tegelijkertijd wordt er bij Prins Willem III vergaderd over de militie. Dat zijn zware besognes, met andere woorden: moeilijke aangelegenheden. Velen die deelnemen of hebben genomen aan de vergadering zijn ziek geworden. Er zijn er zelfs al twee gestorven! Zo zwaar vallen de aangelegenheden dus… Margaretha vindt het trouwens wel gek dat er over betaling van de militie wordt vergaderd. Volgens haar is dat helemaal niet nodig en wordt er prima betaald. Vooral de milities die afkomstig zijn uit het buitenland worden goed betaald, schrijft Margaretha met een verbitterde ondertoon. Alleen de hoge ambten worden niet betaald.

Brieffragment over zware besognes

[heere hop is noch te Amsterdam seer qualijck,] al
de heere die in die komisie koome worde sieck
daer sijnder al twee van gestorfve, men seijt
die besoeijngees5Besognes: Zware aangelegenheden te swaer valle, ick weet niet
waer de offisiers nu over de quade betaeli
konne klage daer hebbense geen reedene
toe insonderheijt de vreemde naesie se worde
alle pront betaelt dan ick sien dat die
mense haer selfve niet wel konne behelpe
of redde, de hoochge schersgees6Ambten worde
niet betaelt insonderheijt aende ingeseete
=ne vant lant de andere krijge nu en dan
noch al wat[, met de laeste post is uhEd]

Geld

De demissie voor Godard Adriaan is verstuurd. Ontvanger Uyttenboogaard heeft Margaretha hoop gegeven dat de demissie ook daadwerkelijk betaald gaat worden, en wel komende week. Zodra het geld binnen is, zal het naar de ‘jonge Temminck’ in Amsterdam gaan. De bankiers familie Temminck regelt de financiële zaken van de familie. De lijnen zijn kort en ze kennen elkaar goed. In de brieven komen naast Temminck ook de oude en de jonge Temminck voor. Hij zal er dan voor zorgen dat Godard Adriaan dat dan via een wissel op kan nemen.

Brieffragment over geld

[noch al wat,] met de laeste post is uhEd
demissie7Ontslag uit dienst vande generaEliteijt afgegaen
die uhEd buijte twijfel vandaech of
merge sult ontfange, den ontfanger
wt den boogaert heeft mij hoop gegeefve
van de ordinansi ter som van 2500f inde
toekoomende weeck te betaelle, so haest
het gelt ontfange is salt selfve onder
den jonge teminck tot Amsterdam geleij
worde, om bij uhEd te trecke[, sijn hoocheijt is]

Een compagnie cavalerie loopt van ons weg in een vage verte. We zien paarden op de kont, op hun rug mannen met hoeden met veren en getrokken zwaarden. Midden tussen de mannen rijdt de trompeter.
Optrekkende troepen, Jacques Courtois Le Bourguignon, 1631 – 1675. Collectie Rijksmuseum

Troepenbewegingen

Prins Willem III beweegt zich met zijn troepen ergens tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Verder zijn er geruchten dat een gedeelte van de ruiterij zich ergens rond het huis van Cornelis Tromp in ‘s-Graveland ophoudt. Er zou een brug over de rivier de Eem geslagen zijn. Wat wel zeker is, is dat er troepen in Amsterdam gearriveerd zijn. Men vermoedt dat Utrecht eerdaags een aanval te verduren krijgt. Er zou iets groots op handen zijn… De graaf van Waldeck zou met de troepen uit ‘s-Graveland komen, en Willem III zou zich via Gorinchem bij de troepen van de graaf van Waldeck voegen. Margaretha hoopt dat het geluk nu eens aan de kant van de Republiek staat.

Sijn Hoocheijt
Brieffragment over op handen zijnd plan

[worde, om bij uhEd te trecke,] sijn hoocheijt is

met het leeger wt de langestraet8De Langstraat ligt ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch, tot Napoleon viel het onder Holland, nu onder Noord-Brabant voorleedene
maendach smergens vroech op gebroocke en
savonts tot oosterwijck9Er ligt een Oosterwijk ten westen van Leerdam in Utrecht en je hebt Oisterwijk ten oosten van Tilburg. Beiden zijn onlogisch op weg van De Langstraat naar Werkendam. Mogelijk bedoelt Margaretha Oosterhout gekoome alwaer tot
Eergistere hebbe geleege en so men seijt is
doen tot werckendam gekoome, de geruchte
gaen hier als of Een ander gedeelte van
onse ruijterij en ock Eenich voet volckere
gistere in’t schravelant ontrent het huijs
van de heere tromp soude sijn gekoome en
datter Een bruch over de Eem soude geslage
sijn, daer is doch hier is geen seeckerheijt
van maer wel datter Eenichge ruijterij
tot Amsterdam geamberkeert is,10Embarqueren: Aan boord gaan of brengen het vermoede is oft wel
op wttrecht mochte gemunt sijn en dat
den graef van waldijck vande Eene kant
met dat volck dat men seijt int schraefve
lant te sijn, en sijn hoocheijt aende ander
sijde bij gorckom heen sou koome, datter
Eits groots op hande is, is seecker [de heer al]

De lachende keukenmeester staat met een grote kom rode wijn in de handen achter een tafel waarop allerlei soorten eten liggen uitgestald: gevogelte, kwartels, een eend, een kalkoen, vissen, makrelen, kaas, pasteien, broodjes, worsten, hammen, een duif, een rode zeebrasem en een varkenspoot. Vooraan ligt een spel kaarten en enkele geldstukken.
Keukenstuk, Meester van de Amsterdamse Bodegón, 1610 – 1625. Collectie Rijksmuseum

Een paterstuk voor Van Ginkel

Van Ginkel is vereerd door Willem III. Hij was namelijk uitgenodigd om een stuk vlees te komen eten, een zogeheten paterstuk. Nu maar hopen dat de prins hem niet alleen op een dinertje trakteert, maar ook op een mooie functie. Het liefst die van commissaris-generaal.

Brieffragment over dinertje met Willem III

tis vandaech achdaechge dat sijn hoocheijt hem
de Eer heeft gedaen van hem door den heer van
ouwerkercke11Hendrik van Nassau Ouwerkerk te laete segge dat hij
smiddaechs Een paterstuck12Paterstuk: Vierkant stuk vlees van een koe bij hem wilde
koomen Eette gelijcke hij met Een deel spaense
offisiers gedaen heeft, en was sijn hoocheijt
heel wel te vreede en insijn schick, de heer
van ginckel heeft deese soomer weer het komisaer
=rischap scheeneraelsch in plaets van mompel=
=ijan die in vrieslant en hier inde haech is geweest
, bedient wil hoope het Eens in konsideraesie
sal genoome worde[, waeren wij nu maer deese]

Veldslag met grote zeilschepen. Tussen de schepen de rook van de kanonnen. Boven in de masten fier de dubbelen prinsenvlag en de blauwe Engelse vlag. Rechts voor staat een schip in brand, midden voor een sloep en tussen het brandende schip en de sloep mensen die zich vasthouden aan wrakhout of verzuipen.
‘De Gouden Leeuw’ in gevecht met ‘The Royal Prince’ tijdens de Slag bij Kijkduin van 21 augustus 1673, Abraham Storck, eind 17e eeuw. Collectie Royal Museums Greenwich. The Royal Prince draagt de blauwe vlag van admiraal Spragg. De Gouden Leeuw is het schip van Luitenant-admiraal Tromp.
Briefje over soldaten en zeelieden

Soldaten en zeelieden

Goed nieuws van het front neemt Margaretha nog snel op in het ps op een los briefje. De Münsterse troepen zijn uit Friesland verdreven en op zee is de strijd in het voordeel van de Republiek beslist. Admiraal Edward Spragg is gesneuveld. De dood van vice-admiraals Isaac Sweers en Johan de Liefde noemt Margaretha niet. Wel schrijft ze dat veel zeelieden hun benen of armen kwijt zijn. Of allebei. Ach, die ellendige en miserabele mensen…

die munsterse die in vrieslant
ingebroocke waere sijn so ge
seijt wort daer met schande
een verlies van volck weer wt
gedreefve, den Admirael
sprach13De Engelse admiraal Edward Spragg vande blauwe vlach Engelse schepen (m.u.v. het koningshuis en enkele officieren) voeren niet de Union Jack, maar een blauwe vlag
vande Engelse is seeckerlijck
doot gebleefve, het jacht
vande koninck van Engela
=nt dat met Eenige sereeschijn
om de gequetste int konins
vloot te verbinde was af
gesonde is in onse vloot ge=
=valle, en bij de onse op ge=
brocht, tis seecker dat de
vicktoorij die wij nu weer ter
see hebbe gehadt seer groot
is, maer wij hebbe ock seer
veel Elendige en misera
=bele mense deen sonder
beene en dander sonde arme
en ock die beene en arme
beijde quijt sijn thuijs ge=
kreechge tis Een miseerij te
hoore, de heer vergeeft het haer
die hier oorsaeck van sijn

Oude lap stof, donker vaal blauw met in de rechter hoek een stuk versteld. Linksboven een wit vierkant met daarin een rood kruis.
Fragment van een Engelse scheepsvlag, ‘Blue Ensign’, anoniem, ca. 1630 – ca. 1707. Collectie Rijksmuseum. Deze vlag is veroverd door de Hollanders op ‘the blue squadron’ onder commando van Edward Spragge tijdens de Slag bij Kijkduin, 21 augustus 1673. Het witte vlak met het rode kruis is het St. Georges kruis.
  • 1
    7 van sept
  • 2
    Caspar van Kinschot
  • 3
    Zaken
  • 4
    Geheime zaken
  • 5
    Besognes: Zware aangelegenheden
  • 6
    Ambten
  • 7
    Ontslag uit dienst
  • 8
    De Langstraat ligt ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch, tot Napoleon viel het onder Holland, nu onder Noord-Brabant
  • 9
    Er ligt een Oosterwijk ten westen van Leerdam in Utrecht en je hebt Oisterwijk ten oosten van Tilburg. Beiden zijn onlogisch op weg van De Langstraat naar Werkendam. Mogelijk bedoelt Margaretha Oosterhout
  • 10
    Embarqueren: Aan boord gaan of brengen
  • 11
    Hendrik van Nassau Ouwerkerk
  • 12
    Paterstuk: Vierkant stuk vlees van een koe
  • 13
    De Engelse admiraal Edward Spragg vande blauwe vlach Engelse schepen (m.u.v. het koningshuis en enkele officieren) voeren niet de Union Jack, maar een blauwe vlag

De trommel slaat

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 26 december 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 16 januari 1673
Lees hier de originele brief

Bij een brief van 26 december schieten wij, 21ste-eeuwers, direct in een kersmodus: advent, het kerstverhaal, een ster, een boom, gezelligheid, kaarsjes, lekker eten, een kerstnachtdienst… Bij Margaretha niets van dat alles. Het was er natuurlijk ook de tijd niet naar met alle stress rondom de waterlinie, de vorst, de Fransen die Den Haag willen plonderen, Stadhouder Willem III helemaal bij Charleroi en al tijden geen nieuws van je zoon… Gelukkig zijn er sinds haar vorige brief twee brieven van haar man binnen gekomen, maar de laatste is ook alweer tien dagen oud.

Dreiging

Ach, was Godard Adriaan maar wat dichterbij… Als Margaretha zich voorstelt hoe haar arme man op reis is. De dreiging achter de waterlinie blijft. De rivieren zijn dichtgevroren en de vijand bereidt zich voor. Maar op wat?

Brieffragment met zorgen om Godard Adriaan en een dreigende invasie

[sal gesien hebbe,] ick verlange seer uhEd ons
wat naerder mochte sijn maer ben seer be
=komert hoet deselfve met sijn volck indeese
ongemeene felle koude op de reijs gaet de heer
hoope ick sal uhEd voor sieckte of ongelucke be
bewaere, hier te lande legge alle de wateren
toe en so geseijt wort maeckt de vijant groo
te preeperaesie om Een invaesie op deene plaets
of dandere te doen men weet niet waert hem

Tweede brieffragment over de dreigende invasie

gelde sal sij trecke seer veel volck bij Een en dat
binne woerde, so geseijt wort geefvense af dat
op den haech soude aengesien sijn andere meene
op Amsterdam so dat men niet weet waer
heen te gaen om seecker te sijn, altijt hebbense
meer als 24 Eure werck Eersij hier konne koome
en dat hoop ick salmen hoore alse op wech sijn
men wil hier niet geloofve dat se hier niet wel sulle
konne koome, hier leijt maer Eene kompangi
ruijters en dat ist al men verlaet sich tee
nemael op de poste die se g segge wel versie
=n te sijn maer ick betrouse niet want wij
sijn te ongeluckich in alles, [nu seijt me]

Gewassenpentekening van een ruine. Io de voorgrond spelende kinderen met twee honden, een boom met twee mannen erover, een weg waar een man over loopt en een koets over rijdt. Aan de weg staat een schuur tegen een een muur met een poort. Achter de muur staat de ruine: een gebouw zonder dak, nog anderhalve verdieping met gaten waar de ramen zaten. Aan de rechterkant een brede meerkantige toren waar nog een restant van een schoorsteen uit steekt. Achter een smallere hogere toren. Er is nergens meer een dak.
Gezicht op de ruïne van het in 1672 verwoeste kasteel Ter Meer te Maarssen van Adam van Lockhorst. Tekening van Louis Philip Serrurier uit ca.1730 naar een onbekende tekening uit 1676. Collectie Utrechts Archief

Utrecht

Wat ook tegenvalt is dat Turenne zijn winterkamp in de Betuwe schijnt te willen opslaan. Hij was met zijn leger naar Duitsland getrokken, vanwege de dreiging van het leger van de Keurvorst. Als er weer meer Fransen zijn, dan wordt er waarschijnlijk ook weer vaart gezet achter de tirannieke plakkaten… En in Utrecht zegt men dat ze dan met Amerongen zullen beginnen. Daar heeft Margaretha nog niets van gehoord, maar het rijtje kastelen dat inmiddels afgebrand is indrukwekkend: het huis van Tromp1Hoge Dreuvik, het huis van Lockhorst2Kasteel Ter Meer bij Maarssen, het huis van Reaal3De Nes bij Vreeland, allemaal tot de grond toe afgebrand.

En moet je nou terug naar Utrecht of niet? Door in Holland te blijven riskeer je alles kwijt te raken wat je hebt, maar als je in Utrecht bent betaal je je scheel aan belastingen. Het blijft een dilemma.

brieffragment over de situatie in Utrecht

[weet men niet,] tureijne seijt me dat sijn

winter quartier in de beetuwe wil koome neeme
so hij daer koome kan geloof daer noch wel wat
sal winde want daer sijnse noch so niet ver
dorfve, maer wat miseerije wil dit alweer
aen ons geefve noch so veel vijande ons weer
so naer och dat men hem niet geslage heeft
doen men so wel kost, de tieranijcke plackate
wil de koninck ter Exsekusi gestelt hebbe opt
rijgereuste, so men ons van wttrecht schrijft
heeft den intendent daer toe last gekreege op
peene vande Een Euwige indiniteijt4Indigniteit: schandelijkheid vande
koninck en dit soude hij vant huijs te
Ameronge beginne, daer ick Eeve wel
noch niet naerders van en hoore, maer wel
datse het huijs van tromp int schraefvelant
ent huijs vande heer van lier te maerse buijten wttre
het huijs van reeijael van Amsterdam
en meer andere tot de gront toe hebbe
afgebrant alse so voort gaen och wat sal
dit noch worde, den heer vande suijlle staet
ook in beraet om weer naer wttrecht te
gaen, men weet niet wat hij doen sal
tis Een swaere saeck alles te verlaete wat
men heeft daer me geen hoop van wtkomst
en siet, aen dander sijde alsme siet hoe de

mense daer sijnde met swaere belastine worde
gequelt ijae meer alse konne op brenge, [is ock]

Trommel…

De laatste brief van Margaretha van 1672 eindigt met de onheilspellende woorden:

Brieffragment met onheilspellende woorden

[en alt gelt naer haer genoome,] vande
heer van ginckel hebbe wij inde 4 poste geen brief
gehadt dat sijn vrou en mij seer bekomert
sijne laeste is vande 10 deeser geweest wil hoope
hij noch wel is, men begint hier nu omsichtich
te worde de trom slaet om de burgerij in
wapene te doen koome en te waecke dat
ick vreese alster op aen sou koome niet
veel sou helpen, wij moete op godt vertrouw
en daer alleen de beste hulpe van verwacht
kostkon uhEdu eens overkoome wenste ick met
al mijn hart, ick ben weer wel5Margaretha was behoorlijk ziek daer de heere
voor gedanckt moet sijn, die uhEd en ons alle
in sijn heijlige bescherminge wil neemen dit
en alle, dit bidt wt6uut: uit gront haers harte
Mijn heer
uhEd7uw getrouwe Etc

Hoe groter de angst bij Margaretha, hoe korter de ondertekening van haar brief. Zij weet nog niet wat haar na het schrijven van haar brief van 26 december te wachten staat in het staartje van 1672.

Ets van een trommelslager van drie kanten. De figuur links zien we van op de rug, die in het midden van voren en die recht van zijn rechterkant. De trommelslager draagt een grote trommel waar hij op slaat, hij heeft een hoed met een veer, een jas die breed uitloopt en daaronder een broek tot net boven de kuit die met strikken is dichtgebonden. Hij lijkt ook een zwaard om te hebben.
Exercities met een trommel, Jacques Callot, 1635. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Hoge Dreuvik
  • 2
    Kasteel Ter Meer bij Maarssen
  • 3
    De Nes bij Vreeland
  • 4
    Indigniteit: schandelijkheid
  • 5
    Margaretha was behoorlijk ziek
  • 6
    uut: uit
  • 7
    uw

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén