Mijn heer en lieste hartge

Tag: Kasteel Amerongen

Moeder van het gasthuis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 september 1676
Lees hier de originele brief

Ook Godard Adriaan is ziek! Dat leest Margaretha in zijn brief van 12 september. Ze maakt zich vooral zorgen omdat het blijkbaar al langer duurt, en vindt dat hij toch wat medicijnen moet proberen en vooral rust moet nemen.

Aanhef en de zorgen om Godard Adriaan

Ameronge den
16 septem 1676
rec: 21. dito

Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 12 deeser heb ick gistere ontfa
het doet mij niet alleen leet dat uhEd de loop so lange
bij blijft maer bekomert mij seer, deselfve sal wel
doen wat te meedisineere en hoope hij wt ruste
sal en sich daer wel bij bevinde, [uhEd sal versta]

In een vertrek houdt een apotheker of arts een flesje in de hand en neemt kruiden van een jongen aan. Rechts een man in bed, van wie een ader wordt gelaten. Links een ruimte met distillatietoestellen.
Bereiding van medicijnen en een aderlating, Julius Milheuser, 1662. Collectie Rijksmuseum

Uit Den Haag komen gelukkig goede berichten over zoon Godard. De koorts neemt af en ook valt hij minder flauw, dus ze denkt dat het ergste achter de rug is.

Bedrieglijk besmettelijk

Godard Adriaan zelf heeft zijn besmetting blijkbaar opgelopen van een knecht die ziek was, maar die dat niet heeft gemeld. Margaretha windt zich er over op: die man had nooit het huis van Godard Adriaan binnen moeten komen als hij zelf al wist dat hij ziek was. Feitelijk een vorm van verraad. Verder wel een goede knecht, daar niet van, maar het maakt haar toch kwaad.

Eerste brieffragment zieke knecht
Tweede brieffragment zieke knecht

[geefven,] het doet mij ock seer leet uhEd so
qualijck gedient is, dat is recht bedroch sulcke
sieckte te hebbe in de luijde haer huijse te koome
, bender wel quaet om, soot anders Een goet
knecht was, [is daer raet voor dat heel soe=]

Men neme…

Margaretha weet wel een goed medicijn. Men neme drie harten van (levende!) jonge reigers, verpulvere dat tot poeder en neme dat in. Werkt heel goed, maar ze denkt niet dat er nu makkelijk aan te komen is. Jonge reigers vind je natuurlijk vooral in de lente.

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum
Brieffragment medicijn

[knecht was,] is daer raet voor dat heel soe=
=vereijn is, se neeme 3 harte van jonge
reijgers daer leevendich wt gehaelt en
gepolveerijseert ingenoome is heel goet maer
geloof niet dat men die nu sou konne krijge

Gasthuis Amerongen

Ondertussen voelt Margaretha zich in Amerongen ook een gasthuismoeder. In het dorp heerst dysenterie (‘roode loop’) en ook het werkvolk ontkomt er niet aan. Rietveld, Tielman en meerdere metselaars en opperlieden hebben koorts. Margaretha maakt medicijnen en verzorgt de zieken.

Brieffragment gasthuis

hier int dorp en ondert werck volck sij so
veel siecken aen koortse en roode loop dat
=ter haest niet Een huijs vrij van is, rietvelt
en tielman hebbe de koortse en Etlijeke met
selaers en opperlie, ick ben niet anders als
of ick moeder vant gashuijs ben heb alle dage
werck meedesijne ree te maecke en
voort de siecke te versorchge, [het schijnt de heer]

Vijf glazen met afbeeldingen van het werk van dokters, apothekers en barbiers in een houten vatting. Het glas uiterst links: een man leest staande een boek. Het glas rechts daarvan: een man maalt iets met vijzel. Het middelste glas: een staande man scheert een andere man die zit en een wit laken voorgebonden heeft. Het glas rechts daarvan: een staande man houdt met zijn linkerhand de hand van een zittende vrouw vast, en heeft in zijn rechterhand een gevulde beker in de lucht. Het glas uiterst rechts: een lopende man, beide handen vooruitgestoken en in de linkerhand een onherkenbaar voorwerp, wordt gevolgd door een jongen.
Vijf bezigheden van dokters, apothekers en barbiers, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

Vroeg op

De helft van het geld voor de assignatie is binnen! Een ook 283 gulden van de declaratie. Daarmee heeft ze alle bouwvakkers vooruit betaald, maar ze houdt goed in de gaten of het werk ook echt gebeurt. Ze zit ze ‘dun op de hakken’, dat wil zeggen ‘op de hielen’ oftewel met haar neus er boven op. Met dat doel is ze vroeg uit de veren: tussen zes en zeven is ze al op de bouwplaats. Er is nog wel veertien dagen werk voordat ze aan het dak kunnen beginnen.

Een foto van het middengedeelte van een gestuct plafond. In het midden is een ovale plafondschildering te zien. Eromheen is een gestucte lijst van gestileerde, in elkaar gestoken acanthusbladeren. Het ovaal wordt weer omlijst door een rechthoek bestaand uit gestucte decoratie van zonnebloemen en acanthusbladeren. Daarbinnen bevindt zich een zwart gemarmerde lijst. Tussen deze lijst en de ovale gestucte lijst is de ruimte opgevuld met een gestucte decoratie bestaand uit takken met eraan rozen en bladeren. Om de rechthoek is een gedeelte van het barokke stucwerk van het plafond te zien met rechtsboven en linksonder een schelp met aan beide zijden gestileerde planten. Rechtsonder en linksboven is een gedeelte van de gestucte decoratie van gestileerde planten in de vorm van een gedraaide spiraal naar binnen alsof het slagroom is. Op de plafondschildering zijn de twee belangrijkste figuren zwevend boven elkaar, half op een wolk leunend, geschilderd. De wolk is aan de bovenkant licht en aan de onderkant heel donker van kleur. Van de bovenste figuur zijn alleen de blote schouders en een bloot rechterbeen te zien. Ze draagt een kroon van laurierbladeren en heeft om zich heen een rozerood kleed gedrapeerd waarvan het grootste gedeelte achter haar aan wappert. Achter haar hoofd is een stralenkrans te zien. Ze kijkt liefdevol naar de persoon onder haar, waarschijnlijk een man. Hij is ook bloot met om zijn bovenlijf een geel doek en om zijn onderlijf een blauw doek gewikkeld. Hij lijkt ook een soort krans te dragen. Er zijn van hem twee blote benen te zien. Zijn rechterarm heeft hij naar voren gestrekt met de palm omhoog. Hij kijkt omhoog naar de vrouw. Achter de wolk is nog een kleiner figuurtje te zien met vleugels en ook een krans om het hoofd. Alleen de bovenkant van het lijf is te zien. Op de achtergrond van de schildering zijn wat vage, lichte en donkere wolken te zien.
Aurora, M.L.A. Clifford, 1726. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Brieffragment geld en voortgang werk

[wil alles ben beste schicke,] ick heb de helfte
vant gelt weegens de bekende assinasie1Assignatie: aanwijzing tot betaling tot
wttrecht ontfange als meede de 283f weege
de dikleraesie, heb nu alt werck volck voort
af betaelt, weest vrij verseeckert dat ickse so
deun op de hackesit2dun op de hakken zitten: op de hielen zitten alst moogelijck is ben
alledage smergens tusche ses en seeven
Euren opt werck dat voor mij vroech is , en
sien datse noch al ontrent de veertien dage
werck hebbe op t huijs Eerse de kap sulle begin
=ne te rechte [wij hebe noch gewenst weer opt]

Mooi weer

Het weer zit tot nu toe mee, wat gunstig is voor zowel de bouw zelf, als voor het stoken van de steenoven. Als het nog veertien dagen aanhoudt dan zijn de meeste stenen wel gebakken. Punt van aandacht is wel dat alle turf met lichters en trekpaarden uit Culemborg, aan de andere kant van de rivier, moet komen. Dat kost geld, die schippers moeten ook betaald worden!

[=ne te rechte] wij hebe noch gewenst weer opt
werck en op de steen oven die aent brande
is, otbaerentse3Ot Barendse, de steenhandelaar isser ock weer bij mooge wij
maer veertien dage sulcken weer houde
sal den oven overt quaetste sijn, maer
ick moet al den turf met lichters en treck
paerde laete vant spoel Effen beneeden
kuijlenburch4Culemborg laeten haelle dat kostelijck
valt dan dat sal ick de schippers doen betaelle

Gezicht op de stad Culemborg in de situatie omstreeks 1620. Op de voorgrond, buiten de stadsmuren, de oever van de rivier De Lek met een roeiboot en een vrachtschip met tonnen.
Culemborg, Abraham Rademaker, 1727 – 1733. Collectie Rijksmuseum.

Zilver vergulde doos

Margaretha is blij dat Godard Adriaan tevreden is over de tekst van de Akte van de Staten van Utrecht over de overdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen. Ze heeft gehoord dat de akte zal worden overhandigd in een kistje dat in Amsterdam met zilver wordt verguld. Een teken dat ook de Staten van Utrecht de transactie zien als iets heel bijzonders. Ze weet nog niet wie hem zullen komen brengen. Maar wie het ook zijn, Margaretha zal ze goed ontvangen, zoals ze in haar vorige brief ook al beloofde.

Brieffragment over de overdracht van het pandschap

[gekoome die hem thuijs gebrocht sijn,] tis mij lief uhEd de
Ackte vande state van wttrecht so wel gevalt men schrijft
mij de seekreetaris luchtenburch mij int laest vande weeck
die in Een silvere vergulde doos die te Amsterdam te ver
=gulde is, sal brenge, wie daer meede sal koomen weete niet
ick salse opt best onthaelle en trackteere dat ick kan,

Een zilversmid, zittend aan het werk bij een raam. Hij bewerkt een schaal met een hamer, voor het raam staat meer van zijn werk: twee vazen een kandelaar en nog een soort schaal.
De Zilversmid. Uitsnede uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

  • 1
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 2
    dun op de hakken zitten: op de hielen zitten
  • 3
    Ot Barendse, de steenhandelaar
  • 4
    Culemborg

De brieven van 1676

In 1676 vertrekt Godard Adriaan als extraordinair gecommitteerde naar Bremen. De basis van het nieuwe huis in Amerongen staat, maar er moet nog veel gebeuren, dus dat laat hij over aan zijn vrouw en zijn secretaris Godard van den Doorslagh. Het zal vrij snel duidelijk worden waar hard aan gewerkt wordt en wat allemaal nog moet gebeuren.

Bureaucratie

In 1672 en 1673 had Margaretha er bijna een dagtaak aan de betaling voor haar mans werk los te krijgen. In 1676 zien we dat ze die taken voor een deel heeft afgestoten en dat Van Heteren dat werk doet. Uiteraard blijft Margaretha wel verantwoordelijk voor het verantwoorden van de uitgaven. Dat zal haar ook in 1676 weer de nodige hoofdbrekens kosten, nu alleen niet omdat er geen geld te krijgen is, maar omdat het bouwen van een huis nou eenmaal veel geld kost.

Op een veld zijn mannen aan het bouwen. Voor proberen ligt een boomstam op twee bokken en zijn mannen met bijlen bezig. Rechts roert een man onder een afdak in een grote bak (mortel?) daarachter wordt een muur gebouwd met drie mannen op een steiger en helemaal achter timmert een ban het gebint van een dak in elkaar.
Over bouwen in het algemeen. Uit: Georgica curiosa : das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität Düsseldorf

De kleinkinderen

De brieven beginnen met de geboorte van een volgend kleinkind. Als Margaretha naar Amerongen gaat, neemt ze alle kinderen behalve de oudste, Margaretha (Tietge) en de pas geboren Agnes mee, die blijven achter bij hun moeder in Den Haag. De groeten van de kleinkinderen gaan dus onveranderlijk mee in de brieven, alleen nu niet omdat Ursula Philippota en Margaretha noodgedwongen op elkaars lip zitten.

Kinderkamer met drie vrouwen, waarschijnlijk moeders en geen kindermeiden. De vrouw links leert een kind lopen. De vrouw in het midden zit op een stoel en geeft haar kind de borst. De rechter vrouw heeft een kind op de arm. Twee van de kinderen dragen een valhoedje, een gevoerd hoofddeksel dat hen moest beschermen als ze vielen. Op de achtergrond staat een wieg, één kind speelt met een wagentje aan een touw, een ander heeft een stokpaard.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.

Voor wie niet alle kinderen paraat heeft en niet direct weet hoe oud ze zijn als de brieven Margaretha weer van start gaan (op 25 augustus 1676):

  • Margaretha (Tietge), geboren 15-07-1667, negen jaar oud
  • Frederik Christiaan (Fritsge), geboren 20-10-1667, zeven jaar oud
  • Anna Ursula (Antge), geboren 19-09-1669, zes jaar oud
  • Reiniera (Niera), geboren 08-06-1672, vier jaar oud
  • Salomé Jacoba (Jacoba), geboren 22-05-1673, drie jaar oud
  • Godard Adriaan (Godertge), gedoopt 11-10-1674, één jaar oud
  • Agnes (Angenis), geboren 24-08-1676, één dag oud

En voor de volledigheid: op de dag dat Agnes wordt geboren, is Ursula Philippota jarig, ze wordt 33. Er zijn geen aanwijzingen dat in het gezin Van Reede verjaardagen gevierd werden, Margaretha feliciteert alleen zo nu en dan haar man.

Oorlogsnieuws

De Republiek is in 1676 nog steeds in oorlog met Frankrijk. Eén van de ‘zeehelden’ van 1673, luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, was in april 1676 gesneuveld. Een ander, Cornelis Tromp, heeft met toestemming van de Staten-Generaal het bevel gekregen over de Deense vloot. De Republiek steunt de Denen in hun strijd tegen de Zweden, die op hun beurt weer gesteund worden door de Fransen. In juni 1676 wordt de Zweedse vloot verpletterend verslagen. Begin juli wil Willem III een eind maken aan de Franse bezetting van Maastricht. Na een beleg van bijna twee maanden, is hij genoodzaakt de aftocht te blazen: het Franse ontzettingsleger komt er aan. Zoon Godard van Ginkel bevindt zich op dat moment in Maastricht.

Op een stuk land staan een paar tenten. Er omheen staan wagens en paarden. Tussen de tenten staan mannen.
Gezicht op een legerkampement, Barend Klotz (toegeschreven aan), 1674. Collectie Rijksmuseum.

Memoriael-bouck

In een boek heeft Godard Adriaan de stand van zijn bezittingen opgeschreven. Het begint met alles wat ze geërfd hebben, dan alles wat er aan schulden open stond en daarna wat ze aangekocht hebben. Daarna is er uitgebreid beschreven wat ze allemaal verbeterd hebben aan het oude huis. Na het verhaal van de brand en de dank voor het hout van de Keurvorst, gaat het memoriaalboek verder met alle landaankopen die tijdens hun huwelijk gedaan zijn. Er ligt dus een duidelijk overzicht van wat er bij het landgoed hoort dat Margaretha te beheren heeft als Godard Adriaan er niet is.

Eerste fragment uit het memoriaalboek
Tweede fragment uit het memoriaalboek

Meloratien en Aenkoop

van goederen gedurende onsen
Ehestant gedaen____:

Voor eerst stellen wij alhier voor Timmeragie

Metselen, planten, verleggen van de Hoven,
vermaken van ’t Voorburg, graven van
Graften, Wallen en Vijvers, poten van
Boomgaerden, Sedert het Jaer 1645
tot Junio 1672 ten minsten een som
van vijff en sestigh duisent gulden

Een bruin leren boek met koperen sluitingen. Het boek is versierd met een goudkleurige rand met flora. In het midden staat: Memoriaal-bouck van de Goederen specterende aan de Huyse en de hoge Heerlicheyd van Amerongen. MDCLXXVI
De kaft van het memoriaalboek, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

De brieven van 1667

We zijn dit blog begonnen tijdens het herdenkingsjaar van het Rampjaar, dus bij de uitzending van Godard Adriaan in 1671. In het archief zitten alleen ook nog een paar brieven van 1667. Die pakken we nu op, voor Godard Adriaan op zijn volgende missie van 1676 gaat.

Op het plafond een grote gouden band met daarin een wolkenlucht met vier blazende gezichtjes. In het midden van het plafond houden twee griffioenen een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij. Boven het wapen een band met de spreuk Quid Reddam Domino. Aan de buitenkant is grisaille geschilderd met acanthusbladeren waar omhelzende figuren iuit komen en hoorns van overvloed met bloemen, fruit en groenten.
De plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen, Willem van Nijmegen, 1685. Op de band rondom de schildering staat ‘Godard Adriaan Baron van Reede Vry Heer van Amerongen, Ginkel, Elst & Ridder vande Coninckl Deense Ordre vande Oliphant & En Margaretha Turner Baronesse en VryVrouwe van Amerongen’. De orde van de olifant hangt onder het familiewapen.

Denemarken

In 1667 is Godard Adriaan op zijn derde missie naar Denemarken. Zijn eerste missie was in 1656/1657. Deze missie was bijzonder succesvol, want in 1660 krijgt Godard Adriaan van Christiaan V de Orde van de Olifant. Zijn tweede missie was in 1665 en van april tot november 1667 zit hij weer in Denemarken. Godard Adriaan ligt kennelijk goed bij de Deense koning, want in 1671 wordt hij verheven tot baron. Deze adellijke titel komt hem zeer van pas. In De Republiek werd niemand in de adel verheven, omdat er geen koning was die dat kon doen. Aan veel Europese hoven had je wel een adellijke titel nodig om binnen te komen.

Een bruine kist op een onderstel. De kist is opengeklapt en de klep blijft door twee schakelkettinkjes bijna horizontaal hangen. In de kist zitten allerlei formaten laatjes. De laatjes zijn lichtrood en om de knop van elk lade staat een lichtgele wieber. De spijltjes tussen de laden zijn ook geel.
Reissecretaire van Godard Adriaan van Reede, ca. 1650. Collectie Kasteel Amerongen.

Brieven

In het archief bevinden zich alleen brieven van 18 juni tot 7 augustus 1667. Dus echt midden in de periode dat Godard Adriaan weg was. Het is een beetje een mysterie waarom deze brieven bewaard zijn gebleven. Het zijn wel de enige brieven die we hebben die van voor het Rampjaar zijn. Margaretha zal haar man op al zijn eerdere missies ook geschreven hebben, maar die brieven zijn er niet meer. Zou ze die bij de vlucht voor Lodewijk XIV in Amerongen hebben laten liggen? Dan hebben al die oude brieven de brand in het kasteel waarschijnlijk niet overleefd. En zaten deze twaalf brieven uit 1667 dan misschien per ongeluk nog in de reissecretaire van Godard Adriaan? Dat hij hem niet helemaal goed leeg geruimd had na zijn laatste missie?

Ten voeten uit portret van een trotse man met een harnas aan. Hij heeft zijn rechter hand in zijn zij, zijn linker hand leunt op zijn helm met rode en witte veren die naast hem op een tafel ligt. Hij heeft lang pluizig haar, een hoog voorhoofd en een snor.
Godard Adriaan van Reede (1622-1691), Jurriaen Ovens, 1663. Collectie Kasteel Amerongen
Dame met een heel hoog voorhoofd en een flinke bos krullend haar tot op de schouder. Ze draagt een zwart fluwelen lijfje en overrok. Een witte bedenking op de wijde hals en witte manchetten. Onder de overrok een glimmende rok met goud en zilver en motiefjes.
Margaretha Turnor (1613-1700), Jurriaen Ovens, 1661. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox

Godard Adriaan en Margaretha

In 1667 gaat het Godard Adriaan en Margaretha voor de wind. Godard Adriaan was in 1642 Heer van Amerongen geworden en in 1643 trouwde hij met Margaretha. Sinds die tijd hebben ze hun best gedaan om hun bezit uit te breiden door de aankoop van landerijen en huizen, maar ook windrecht en het recht om tol te heffen. Bovendien hebben ze flink geïnvesteerd in het oude kasteel. Ze gaan er vanuit dat ze tussen 1645 en 1672 zeker 65.000 gulden uitgegeven hebben aan het huis. In 1686 schrijven ze een memoriaalboek, waarin alle verandering aan de goederen van de Heerlijkheid Amerongen opgenomen worden.

Ook Godard Adriaans carrière gaat voor de wind: is hij niet in het buitenland, dan heeft hij wel opdrachten in het land. En in de Utrechtse politiek wordt serieus rekening gehouden met zijn mening.

Een schilderij met houten lijst gedecoreerd met acanthusbladeren. De zittende jonge vrouw is frontaal afgebeeld. De onderste helft van haar onderbenen en voeten zijn niet afgebeeld. Zij zit voor een roodkleurig gordijn dat rechts een klein stukje open is en een doorkijkje geeft naar een heuvellandschap met een paar boompjes en in de blauwe lucht een paar wolkjes. De vrouw heeft donker krullend haar dat haar gezicht omlijst. Aan haar rechteroor heeft ze een oorbel met drie parels boven elkaar. Haar gezicht is schuin naar ons toegekeerd waardoor de andere oorbel niet te zien is. Ze maakt een knappe indruk. Ze kijkt ons aan met een glimp van een glimlach. Haar rechterarm leunt op een tafeltje. In haar rechterhand houdt ze een parelketting vast tussen haar vingers, de andere kant valt in een hoopje parels in de palm van haar linkerhand die in haar schoot ligt. Ze draagt een weelderige, goudkleurige japon afgezet met een wit randje. De pofmouwen zijn van boven goudkleurig, van onderen wit. met een diep decolleté. Haar schouders en borsten zijn grotendeels ontbloot. Over haar rechterarm hangt een klein stukje van een paars doek. Het grootste gedeelte van het doek ligt over haar schoot uitgespreid en valt omlaag.
Ursula Philippota van Raesfelt, toegeschreven aan Gerard Hoet, 1664-1666. Collectie: Kasteel Amerongen.

Godard en Philippota

Zoon Godard, die Van Ginkel genoemd wordt, is in 1666 getrouwd met Philippota. De bruiloft, of eigenlijk vooral de onderhandeling over de huwelijkse voorwaarden, had wat voeten in de aarde. Philippota is niet onbemiddeld, want ze is erfdochter van Kasteel Middachten in De Steeg in Gelderland. Haar vader is al overleden toen ze acht was, maar haar moeder en haar oom doen hun best om een goede partner te vinden. Hoewel de zakelijke en politieke belangen voor dit huwelijk erg belangrijk waren, wilden de wederzijdse ouders dat de jongelingen het met elkaar zouden kunnen vinden. Dus al vanaf 1661, Godard was zeventien, Philippota achttien, wordt er regelmatig heen en weer gereisd tussen Amerongen en Middachten. In de huwelijkse voorwaarden wordt onder andere vastgelegd dat Philippota alle inkomsten van Middachten en andere goederen zal inbrengen en Godard Adriaan en Margaretha staan 1/3 van hun inkomsten af aan de kinderen.

De huwelijkse voorwaarden werden op 31 juli 1666 op Middachten getekend en op 26 augustus 1666 werd het huwelijk gesloten in het kerkje van Ellecom. Juni 1667, hoeveel maanden is dat na Augustus 1666?

Een zogenaamd ten voeten uit schilderij met een goudkleurige lijst. Geleund tegen een tafel met een roodzijden kleed, staat een jongeman, levensgroot afgebeeld. Op de tafel ligt een helm met roze rode veren. De jonge man staat met zijn rechterbeen iets naar voren zodat en kijkt de toeschouwer aan. Hij heeft een jong vriendelijk gezicht en lang haar tot iets over zijn schouders. Hij draagt zijn haar met een middenscheiding. Bovenop zijn hoofd is zijn haar glad, aan de zijkant krullend. Hij is gekleed in een zwart harnas met om zijn middel een dunne ceintuur waaraan aan zijn linkerkant een sabel hangt. Onder het harnas komt een klein stukje van zijn wambuis. Hij draagt bruine laarzen. Bij zijn hals over zijn over zijn harnas draagt hij een een kunstig geplooide, witte halsdoek. Achter de jongeman is linksboven een stukje landschap en lucht afgebeeld.
Godard van Reede van Ginkel (1644-1703), Jurriaen Ovens, 1661. Collectie: Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.

Van Ginkel

Het was gebruikelijk om mannen bij hun ‘goed’ aan te spreken. Zo was vader Godard Adriaan in de omgangstaal ‘Amerongen’. Voor de zoon werd vaak een tweede titel gebruikt. Officieel was Godard Adriaan Heer van Amerongen, Ginkel en Elst. Dus zoon Godard werd Van Ginkel. Na het huwelijk wordt Van Ginkel vrij snel (namens zijn vrouw) beleend met Middachten. Aangezien haar moeder, Margaretha van Leefdaal, nog leeft, wordt die door Margaretha nog ‘Vrouwe van Middachten’ genoemd en wordt Philippota ‘Vrouwe van Ginkel’.

Droeverig

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 14 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha zit er helemaal doorheen. Ze is in een ingewikkelde discussie gewikkeld met haar zoon en haar man en allemaal op afstand en per brief.

Met of zonder man

Ze komt er niet uit of ze nou beter af is in deze tijden met haar man thuis of met haar man in het buitenland. Feit is dat ze hem mist. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief wat commentaar gehad op haar geklaag, want ze vraagt of hij het haar niet kwalijk wil nemen dat ze schrijft wat er zoal gezegd wordt.

Eerste brieffragment over aanwezig afwezig en eenzaamheid
Tweede brieffragment over aanwezig afwezig en eenzaamheid

is, tis waer tis bij deese tijt Een raetsel te kiesen,
want men niet kan weete wat ons best soude sijn

ick heb almeede dewijlle de tijde so loope dickmael
bij mijn selfve gedacht niet te weeten of uhEd
preesensie of apsensie ons best is, het welcke sou
konne sijn al naer dat het wtvalt wil hoope
en godt bidde hij alles tot onsen beste wil
bestieren, onderttuschen kan ick uhEd verseeck
=ren dat sijn landuerijge apsensie indeese be=
komerlijcke tijde mij niet weijnich verdrietich
in mijn Eensaenheijt valt inde welcke ick dick
=mael sonder raet ben, dan daer moet ick
paesijensie in hebbe, wil hoopen uhEd niet qualij
sal neemen wij somtijts schrijfve wat hier
om gaet en geseijt wort so wel het geene ons
teegen als meede gaet men moet het weete
of me sijn meesuerees daer wat naer konde
neemen, uhEd sou niet geloofve hoe de liede
spreecke insonderheijt vant werck vande keur
=vorst men heeft geschrickt bij de mense te
koomen nu begint het wat te stille,

Staande dame met een zwarte hoofddoek en de blik neergeslagen. Ze draagt een rode met gouddraad versierde rok, een kortere bruine overrok die van achter iets langer is en een zwart jak met een brede witte kraag of stola die over haar schouders valt en witte manchetten. In haar rechterhand heeft ze een zakdoek.
Staande dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.

10.000 gulden

Een beetje plichtmatig heeft Margaretha het over het geld dat ze nog steeds niet krijgt. Ze probeert haar man ervan te overtuigen dat ze echt doet wat ze kan en ze verontschuldigt zich: de milities krijgen ook nog steeds niet uitbetaald. Kennelijk is het geld er echt niet, want er komt weer een belastingheffing aan: de 200ste penning op vermogen. Het spijt haar zo dat ze haar man niets anders dan zwarigheid kan schrijven. En dan is ze er nog niet eens. Je hoort haar bijna diep adem halen voor ze aan de volgende passage begint.

Rechts voor een formeel bloemenperkje. Het geheel is vierkant met in het midden ronde perkjes. de losse perkjes zijn afgezet met buxus haagjes. Rechtdoor kijken we in de verte een loofgang in, waar twee mensen lopen. Aan weerszijden van het pad ernaar toe witte balustrades met gezellige bolle pijlers. Op de rechter balustrade zit een pauw, op het pad twee rennende honden en potten met bloemen. Links struikgewas en een boom. Rechts achter het bloemen perk een doorkijkje naar een vergelijkbare bloementuin met in het midden een fontein met een beeld erop, rechts nog een stuk balustrade. Achter de formele tuin landerijen en helemaal aan de horizon een stad.
Fragment uit Geliefden in een formele tuin, Gesina ter Borch, 1658. Collectie Rijksmuseum.

Amerongen

Secretaris Van den Doorslag is de belangrijkste informatiebron voor alles wat er in Amerongen gebeurt. En het is ook daar niets dan zwarigheid. Er zijn 100 soldaten in het dorp gelegerd. De gemeenschap draait op voor alle kosten en ze richten vernielingen aan. Ook aan het huis van Godard Adriaan en Margaretha zijn vernielingen aangericht, en in de tuin hebben ze de beelden omvergeworpen en in stukken gegooid. De weiden staan vol met paarden, en er schijnt overal artillerie te staan.

Ach, hoe zal het toch gaan op hun oude dag nu ze alles kwijt zijn…

Brieffragment over Amerongen

[het meede brenge,] so aenstonts krijch ick Een
brief vande sc seekreetaris doerslach die wel
lamentabel luijt, voor Eerst datter 100
soldate int ons arm dorp tot laste van de
gemeente1Gemeenschap leijt die voor alles vernielle en
ock noch schade aent huijs doen al de beelde
in den hof om veer hebbe geworpen en ontstu
=cke gesmeeten, inde weijen en waerde gaen 5 a
600 paerde van vande karre het schijnt dat
ter artelgerij2Artillerie leijt, inde hoofve konnenser
niet houde, daer moet 12 man wt dat
dorp naer wijck gaen wercke so dat de luij
de die der noch sijn so seer ver armen dat
ser niet langer konne harden, och hoe salt
ons inde oude dach noch gaen so alles quijt te
weesen, [uhEd seijt wel van daert te pas]

Aan de linkerkant zien we twee mannen op de rug. Ze zien er vergelijkbaar uit maar met andere kleuren. Ze hebben beide een grote hoed op met lang golvend haar, ze dragen een cape met een kraag waar een zwaard onder uit steekt. Ze hebben rijkelijk versierde beenmode: een soort kragen met linten, zowel net boven de knie (rand van een broek) als net onder de knie (een soort kousen?). Ze dragen schoenen met een lage hak. De rechter heeft een lichte hoed met rood-witblauwe veren, een rode cape over één schouder, in zijn rechterhand draagt hij zijn handschoenen in de hand. Hij heeft rode kousen en lichte schoenen. De rechter heeft een zwarte hoed, grijze cape, witte kousen en zwarte schoenen. Rechts staat een stevig gebouwde vrouw in het zwart: zwart kapje, zwarte jurk, witte kraag en witte manchetten. Ze staat wat voorover gebogen en heeft haar linkerhand in haar zij. Tussen de vrouw en de mannen staat een zwart witte hond. Een witbruine hond komt van rechts aangerend. De vrouw lijkt de mannen aan te spreken, zij negeren haar.
Een vrouw pratend met twee mannen, Gesina ter Borch, 1651 – 1655. Collectie Rijksmuseum.

Laatste nieuws

Margaretha sluit een brief van Van Heteren bij, daarin staat meer over wat er bij Schooneveld gebeurt. Men zegt ook dat Maastricht berend is…

  • 1
    Gemeenschap
  • 2
    Artillerie

Duivels Dilemma

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Dit is één van de meest geciteerde brieven van Margaretha, omdat hier zo duidelijk het dilemma rond betalen of niet betalen voor het behoud van Kasteel Amerongen uit de doeken wordt gedaan. Ze stuurt deze brief wel mee met de diplomatieke post van de Brandenburgse vertegenwoordiger in Den Haag, Matthias Romswinckel. Een snelle route, want Godard Adriaan krijgt hem binnen een week, en dat is zelfs sneller dan via de ijlbode van Willem III (de koetsier van graaf Waldeck) waar de vorige brief mee gekomen is.

Goede raad is duur

Binnen drie dagen betalen, of anders….! Zoals in de vorige brief aangekondigd wil ze de beslissing niet in haar eentje nemen maar gaat ze te rade bij vrienden in Den Haag en Utrecht. Die komen met het advies om toch het geld maar neer te tellen, omdat de Fransen zich tot nu toe netjes aan hun woord hebben gehouden, en huizen waarvoor betaald is met rust hebben gelaten. Maar als ze zou betalen zou ze dat, om verschillende redenen die Godard Adriaan wel kan bedenken, geheim moeten houden. Betalen aan de Fransen was door de Staten-Generaal verboden.

Brieffragment betalen of niet

[in de tijt van drije dagen en niet betaelle], ver=
scheijde van onse goede vriende al hier so wel
als die te wttrecht oordeele wij die som tot be=
houdenis vant huijs behoorde te wagen, voegende
voor reede daer bij datse tot noch toe haer woort
diese tot konservasie1conservatie: behoud vande huijse hebbe gegeefve
niet te buijten hebbe gegaen2haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden maer die hebbe
verschoont en bewaert datter int minst
niet aen is gekrenckt, doch alsmen wat geefe
sou dat ment selfge sou moete seeckreeteere3secreteren: geheimhouden om
verscheijde reedene die uhEd kan dencken,

Wat moet ze doen? Het zou haar zwaar vallen om een huis dat van generatie op generatie in de familie van Godard Adriaan is doorgegeven, en waar ze zelf dertig jaar ziel en zaligheid in heeft gestopt, verloren te zien gaan als het met zo’n bedrag te redden zou zijn. Hoewel geld dus schaars is en bijna niet te krijgen.

Eerste brieffragment over het idee van het verlies van het huis
Tweede brieffragment over het idee van het verlies van het huis

ick in pijn sijnde niet weetende wat ick doen sal
sou niet gaeren Een huijs dat so out van uhEd
voorouders is gekoome en daer ick nu dartich

ijaere met so veel sorch op heb getobt4Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren sien verloore
gaen alst ment met so een som sou konne voorkoom

Ze gaat laten navragen of er niet nog 14 dagen uitstel te krijgen is, of dat er met 2000 in plaats van 3000 gulden ook wat te bereiken is.

Interieur met een staande vrouw die wordt toegesproken door een zittende officier. Naast hem zit een oudere vrouw die uit een glas drinkt. Rechts een hond. Op de tafel een kandelaar met kaars en een opengeklapte spiegel.
De galante conversatie, ca. 1654. Door Gerard ter Borch (II), Collectie Rijksmuseum

Brandenburgs succes?

Ondertussen wordt in Den Haag reikhalzend uitgekeken naar de Duitse post, want het gerucht gaat dat de keurvorst van Brandenburg nu toch een overwinning op Turenne heeft gehaald. Maar het wachten is nu op bevestiging uit het leger van Brandenburg zelf, want het bericht wordt sterk betwijfeld.

Dooi verhindert prinselijke plannen

Willem III is weer naar Alphen aan den Rijn. Het vriest hard, maar men zegt dat de grond zo warm is, dat dat opweegt tegen de kou in de lucht, waardoor het toch dooit. De prins kan daarom met zijn leger niet zoveel uitrichten, en zo vervliegt er weer een sprankje hoop op bevrijding van de bezette gebieden. Dat omgekeerd de dooi ook beschermt tegen eventueel Frans gevaar voor Holland, benoemt Margaretha dit keer niet. Het glas is momenteel halfleeg, en dat is te begrijpen.

Brieffragment over Prins Willem III

[bataelge sal leevere of dat wagen,] sijn
hoocheijt is weer naer Alfhen, het vriest 
hier weer sterck dan men seijt dat de gront
van ondere so warm is dat vandaer so veel
doijt als de lucht van booven vriest, geloof
niet datter Eits gedaen sal worde, daermee
dan al onse hoop van verlossine verdwijnt, [dees]

Een soort opengeklapte tekening van de Gouwe Sluis. Links verticaal stroomt de Rijn, midden over de pagina horizontaal stroom de Gouwe. Op ongeveer 3/4 van de pagina ligt in de gouwe het sluisje. De huizen en bomen aan de bovenkant van de Gouwe staan normaal, die aan de onderkant van de Gouwe staan op zijn kop alsof het land bij de Gouwe is opengeklapt.
Gouwesluis bij Alphen aan den Rijn, Jan Daemszoon, ca 1561. Collectie Archief Hoogheemraadschap Rijnland

Rijngraaf voorgetrokken

Nog een nijdige p.s.: Rijngraaf Karel Florentijn van Salm heeft voor zijn zoontje (12 jaar) weer een compagnie gekregen. “Dat kind heeft nu drie compagnieën!” Graaf Karel had er zelf ook al drie én drie regimenten, dus feitelijk heeft hij nu drie regimenten en zes compagnieën. “Dat kan voor een man wel gaan”, pent Margaretha bozig, maar de weduwe van admiraal van Ghent kon er voor háár zoon geen krijgen. Schrijft Margaretha hier nu dat een kind een legeronderdeel gaat aanvoeren? Nee, het gaat hier waarschijnlijk om het verzamelen van aanstellingen (voor jezelf of familie) die geld opleveren, en die je vervolgens voor een lager bedrag door een ander laat uitvoeren.

Postscriptum

graef karel de rijngraef5Karel Florentijn van Salm heeft nu weer een kompangi
voor sijn soon gekreechge dat kint heeft nu drie kompa
en graef karel 3 en drije reesgement, Ergo 6 kompan
en die reesgemente dat kan voor Een man wel gaen
de arme weduwe van den Admiraal gent kost
voor haer soon niet krijge, so dient den Eene het
geluck bij dandre niet

  • 1
    conservatie: behoud
  • 2
    haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden
  • 3
    secreteren: geheimhouden
  • 4
    Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren
  • 5
    Karel Florentijn van Salm

Donkere wolken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 30 januari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 14 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Margaretha zit nog steeds met twee doodzieken in huis: de keukenmeid en de jongen. Ze zijn nog steeds buiten hoop van leven. De jongen dolt zo dat hij nauwelijks in bed te houden is. ‘De Heere wil ze geven wat zalig is’, verzucht ze.

Nieuws uit Amerongen

De intendant van Utrecht, Louis Robert, heeft de secretaris van Amerongen naar Den Haag gestuurd met een dreigende boodschap. De intendant heeft opdracht gekregen om het Huys in Amerongen op te blazen, tenzij Margaretha 3000 gulden contant betaalt. De secretaris heeft ook een brief van Abraham van Wesel bij zich, advocaat van het Hof van Utrecht. De secretaris en Van Wesel denken beiden dat de Fransen wel met minder genoegen zullen nemen. De secretaris denkt dat 2000 gulden ook wel genoeg is, maar weet ook zeker dat als Margaretha dat niet betaalt, ze het plan om het huis te laten springen uit zullen voeren.

Brieffragment dreigement intendant Robert over Amerongen

de seeckretaris van Ameronge is hier van den inten
=dant robbert die te wttrecht is gesonde om mij te sege
dat hij last heeft omt huijs te Ameronge te doen
springe ten waere men met hem wilde ackordeer
en soude hem met Een som van drije duijsent gul
kontant laete kontenteere, de seckretaeris seijt
en den heere weesel schrijft sij geloofve hij met
minderwel te vreede sou sijn ija so de seekretaer
meent wel met twee duijsent gul sij beijde
meene ick dit hoorde te geefve sondert welcke
ongetwijfelt so sij segge sij tot de Exsekusie sulle
voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart
sou jamere en seer doen, weet niet wat ick doen

Margaretha komt gelijk bij de kern van haar dilemma: als ze nu geld geeft, willen ze snel weer geld, want ze hebben geld voor de oorlog nodig. Bovendien is voor de Fransen geld net zo schaars als voor haar.

Brieffragment over geld

[sou jamere en seer doen,] weet niet wat ick doen

sal
tot konservaesi van mijn huijs sou ick veel doen en
meer als ick kan, maer vreese alsmen nu al gelt
geeft dat het in korte alweer te doen sal sijn,
want sij wille gelt hebbe, dat bij mijn ock so wel als
bij haer schaers is, ick ben hier seer in bekomert

Winterlandschap. Een vierkante toren en enkele huizen langs een bevroren water in een besneeuwd landschap. Op het ijs enkele figuren met een slede, links een boerenschuur. In deze voorstelling domineren de donkere onheilspellende wolken, die van links worden beschenen door de laagstaande zon. De dik ingepakte mensen op het ijs steken nietig af tegen deze onbarmhartige natuur. In zo’n winterlandschap van Ruisdael zou een vrolijke menigte schaatsers niet op zijn plaats zijn.
Winterlandschap met donkere wolken, Jacob Isaacksz van Ruisdael, ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Compassie

Margaretha besluit om op het gemoed van de Fransen te spelen. Ze stuurt de secretaris terug met de boodschap dat ze alles wat Godard Adriaan en zij bezitten in handen hebben en dat ze daar nu geen inkomsten van hebben. Voor wat extra dram voegt ze toe dat ze zelfs niet genoeg heeft om zelf van te leven. Als kers op de taart hoopt ze op de goedertierendheid en de compassie van Lodewijk XIV. En ze spreekt de Fransen ook aan op de praktische consequenties: als het goed (het kasteel) in brand gestoken wordt, dan hebben ook de Fransen er zelf ook niks meer aan. Tot slot stelt ze ook een eigen eis: als ze betaalt, dan wil ze ook de garantie dat er niks beschadigd wordt.

Brieffragment waarin Margaretha compassie van Lodewijk XIV vraagt

heb de seeckretaris die merge weerom gaet
belast te segge dat hij mij gesproocken heeft
en dat ick seg, sij al het onse in haere hande
hebbe daer ick als waer is niet Een stuijver
van kan trecke dat mijn goet so bedurfve is
dat ick selfs niet heb om van te leefve daerom
ick geen gelt heb en niet kan geefve, dat ick
hoop de goedertierenheijt vande koninck so groot
sal sijn en ock sijn kompassie, dat sij sulle bewoo
=ge worde van sulcks niet ter Exsekusi te stelle daer
sij niet int minste vande konne proofijteere, en
alsmen al wat sou geefve, of sij mij soude kone
verseeckeren dat mijn huijs int toekoomende
niet soude beschadicht worde, sal hierop het
antwoort vande seeckretaris verwachte ent
voort de heer almachtich beveelle in wiens
hande alles staet hij heeft het ons gegeefve hij
kant ons neeme als sijne godlijcke wille is, ick
kan niet segge hoe bedroeft ick ben, als wij ons

Geld

Het probleem om aan geld te komen is reëel: ze heeft nog steeds het duplicaat van de ordinantie niet, dus er wordt nog steeds niet uitbetaald. Ze verwacht dat dat deze week geregeld is, maar dan moet ze de ontvanger nog overtuigen haar het geld daadwerkelijk te geven. Zodra dit gelukt is, zal ze gelijk een verzoek tot een volgende uitbetaling doen. Margaretha is niet de enige met geldproblemen: de compagnie van Van Ginkel is ook al drie maanden niet betaald. Kortom, het is niets dan misère.

Brieffragment over de schaarste van geld

uhEd kan niet geloofve hoe schaers het gelt is,
de heer van ginckel is sijn kompangi bij de drij
maende ten achtere van sijn tracktement krijcht
hij niet, in soma tis niet als miseerij, [de luijde]

De oorlog

De mensen beginnen ook de stad weer uit te vluchten, de angst voor vriesweer is nog steeds groot. De Franse troepen in Utrecht komen weer in beweging, dus daar staat wat te gebeuren, en ook de Prins van Oranje schijnt nog een plan te hebben. Het vervelende is dat het weer zo ‘wankelbaar’ is, dat er nauwelijks iets te plannen is.

Brieffragment over het vriesweer

[hij niet, in soma tis niet als miseerij,] de luijde
vluchte weer van hier met gewelt nu weer be=
gint te vriesen, hoope het niet aenhoude sal, in
en ontrent wttrecht treckense weer seer veel volck
ock Eenige ruijterij, men vreest sij weer Eenich de
seijn op hande hebbe, daer wij voor moete schricke
want het geluckt haer meest wat sij beginne ist
niet al int geheel altijt ten deelle, [nu begint]

Er is goed nieuws gekomen uit Keulen! Men zegt dat de troepen van de Keurvorst 3000 Münstersen verslagen zouden hebben! Margaretha hoopt maar dat het waar is.

Venijn

Het venijn zit in de staart. De secretaris heeft gezegd dat intendant Robert een lijstje heeft met huizen die hij wil laten springen. Op dat lijstje staan vijf huizen en Amerongen is erbij! Daarnaast worden Zuilesteyn, Moersbergen, Hindersteyn en een huis dat ze zich niet kan herinneren genoemd.

Kasteel-Roghman-achterkant

Kasteel-Roghman-achterkant

Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Moersbergen-Doorn

Moersbergen-Doorn

Tekening van Kasteel Moersbergen, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief

Zuylestein-Leersum

Zuylestein-Leersum

Prentbriefkaart van foto van Kasteel Zuylestein, 1900-1905, Collectie Het Utrechts Archief

Hindersteyn-Langbroek

Hindersteyn-Langbroek

Tekening van Kasteel Hindersteyn, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief

Er schijnen ook huizen veilig te zijn: Renswoude, Schonauwen, Hardenbroek en Groenewoude. Laten dit nu net allemaal huizen zijn waar familie van Johan van Reede van Renswoude woont! Zijn zoon Frederik woont op Schonauwen, dochter Jacoba is getrouwd met Hendrik Gijsbert van Hardenbroek en Groenewoude is net door dochter Mechteld gekocht voor haar zoon Gijsbert Johan van Hardenbroek. En dan schijnt ook nog dat Gilles Sautijn bemiddeld heeft. Zouden de roddels dan toch waar zijn? Margaretha had eerder gehoord dat Sautijn buskruit aan de Fransen had verkocht en ze had Van Reedes van Renswoude ook al aan Sautijn gelinkt

Afsluiting met ps

de seeckretaris
seijt dat den intendant
5 huijse op sijn briefge
heeft om te doen springe
alst huijs te Ameronge suijlisteijn moersberge
hindersteijn het ander is mij ontgaen,
rhijnswou schoonouwe hardenbroeck en groenewou
dat de maijoor hardenbroeck lest gekocht heeft
sijn so geseijt wort door reeckomandasi van
Arlinton , en soutijn van Amsterdam vrij

Renswoude-Renswoude

Renswoude-Renswoude

Kasteel Renswoude, prentbriefkaart naar tekening, 1910-1915, Collectie Het Utrechts Archief

schounauwen-houten

schounauwen-houten

Kasteel Schonauwen, Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Teylers Museum

Hardenbroek-Driebergen-Rijssenburg

Hardenbroek-Driebergen-Rijssenburg

Kasteel Hardenbroek, anonieme tekening, begin 20e eeuw, naar een tekening uit 1694, Collectie Het Utrechts Archief

Groenewoude-Woudenberg

Groenewoude-Woudenberg

Gezicht op huis Groenewoude, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum

Vrede of verbranden?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 december 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 10 december 1672 Rüsselsheim
Lees hier de originele brief

Wellicht voor het eerst in tijden begint Margaretha haar brief met goed nieuws: de Franse generaals Turenne en Condé zijn met hun troepen terug naar Frankrijk getrokken! In haar vorige brief smeekte Margaretha nog om vrede, nu lijkt dat tot haar grote vreugde bereikt te zijn. Het schijnt zelfs dat de Franse ambassadeur gezegd heeft dat Frankrijk alle veroverde steden terug zal geven.

Brieffragment Turenne en Condé

dat tureijne1Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne en kondee2Louis II van Bourbon, prins van Condé met haer troepees naer
vranckrijck sijn heeft hier Een groote vreuchde
so wel onder groote als kleijne gegeefve, insonder=
heijt dat den Ambassadeur van vranckrijck geseijt
heeft dat den koninck sijn meester de vreede be=
geerde alwaerde met restitusi3restitutie: teruggave van alle de gekon
kesteerde steede, ock waeren wij maer so veer dat
wij Een goede vreede hadde, [wt het leeger van sijn]

Het moet wel even gezegd worden dat de vrede er nog niet is. Op het moment van schrijven schijnen er nog zo’n 40.000 man vijandige troepen in de Republiek te zijn. Hopelijk zijn zij ook snel het land uit; nu zitten ze nooit stil en vallen ze regelmatig ‘deene of dandere plaets’ aan.

De ziekenboeg blijft

In haar vorige brief berichtte Margaretha nog dat Tietge beter was maar haar huis is nog niet ziekenboeg-af. De jonge Fritsge is nu ziek geworden. Ook met de pokken lijkt het. Zijn zus heeft deze overwonnen en met Gods zegen zal Fritsge dat ook doen.

Eerste brieffragment over Frits en Tietge
Tweede brieffragment over Frits en Tietge

[gaen,] tietge is so goet als weer wel maer
nu begint mijn fritsge die is vandaech
heel niet wel geweest doet niet als slapen
geloof het al meede poxkens sulle sijn, ben
met hem heel bekomert, wil hoope de heere hem
so genadich sal aentaste als tietge dieder
heel wel af is gekoome, of hem geefve wat hem
salich is, alst godt beliefde wenste wel Eens

wt gesieckt te hebbe dan niet ons maer sijne wile
moet geschiede, [teunis huijbertse is van]

Gravure van een landschap, rechts is het vlak, links iets hoger met bomen. Achter het heuveltje een dak. In de verte op de vlakte van links naar rechts een kerk, een molen twee torens en nog een dak. Op de voorgrond iemand op een wagen, rechts ligt iemand.
Het dorp Amerongen in den jaare 1620, Andries Schoemaker, 1710-1735. Collectie Museum Flehite, via Het Geheugen (Koninklijke Bibliotheek)

Nieuws uit Amerongen

Margaretha heeft bezoek uit Amerongen: dorpsgenoot Teunis Huijbertse is langsgekomen om te vertellen hoe het kasteel en het dorp er voor staat. Kort samengevat, het is bedroevend. De hoven zijn woest overgroeid en er ligt geen steen meer op de straten. Er woont niemand meer in het dorp.

Brieffragment met nieuws over Amerongen

[moet geschiede], teunis huijbertse is van
Ameronge hier seijt het daer int dorp seer
deesolaet4desolaat: verlaten siet datter haest niet Een steen inde
straete meer leijt insonderheijt op den hoff
en die straete lans, opt huijs is sonderlin geen
schade geschiet wats noch doen sulle staet te ver
=wachte de hoofve legge seer woest macht noch
maer so blijfve, de inwoonders sijn meest tot
wijck5Wijk bij Duurstede of en rhiene6Rhenen weijnich huijsgesine int dorp
de doortochte valle daer so dickmael en kort op
Een datter de mense niet dueren konne, want
dan neemenser weer alles af, den oude ijan qui
=nt is op suijlisteijn7Slot Zuylestein gaet seer af so se segge, opt
voorburch van ons huijs is teunis baerentse 
ijan den oorber met sijn soon teunis huijbertse
en meer andere, sij hebbe mij alweer Een
brief gedruckt gesonde als voor dees om die
konterebuijsie of brant schatine ter som
van 12000 patakons8Patagon: een zilveren munt, ter waarde van ongeveer 50 stuivers en so veel hoeij en stroo
en haver bine 14 7 dage op te brenge op
peene van9op peene van: op straffe van brande en boome af te houwe
ick heb als voordees geantwoort a de sekretae
sulcks niet te konne opbrenge wat sij doen
sulle moete wij almeede afwachte, hier
meede Eijndigende blijfve

Mijn heer die uhEd kent

Naast een update over het dorp bezorgt Teunis Margaretha ook het nieuws over de brandschatting. Nu is de eis dat Margaretha binnen een week 12.000 zilveren patagons betaalt en een grote hoeveelheid paardenvoer levert. Een onmogelijke klus bijna: Margaretha heeft al zilverwerk moeten verkopen om genoeg geld te hebben voor eten. Bovendien zal de regering ook niet bij kunnen springen: het kleinere bedrag van de vergoeding van Margaretha’s man is al te veel voor ze. Geld is overal schaars. Voor hooi, stro en haver geldt hetzelfde: dit is broodnodig voor de Staatse legers.

Haar brief begon met een voorzichtige hoop op vrede maar eindigt op een flinke domper. De ondertekening is weer summier, dit keer duidelijk uit wanhoop. Margaretha staat er alleen voor in een hopeloze situatie. De laatste paar maanden waren al uitdagend en naar en nu dreigt ze ook nog haar kasteel kwijt te raken. Wat moet ze doen?

Een cijfercode waarbij letters voor een andere letter gebruikt worden Bovenste rij: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z en daar onder l a b ij r i n t h u s c d e f g k m o p q w x z. NB Als men sigh van dit bovenstaande cijffer wil bedienen, schrijft men t concept in korte woorden met letteren een weijnis van malkander gesepareert, daarnaa stelt men boven ijder vande voors letter sijn cijfferletter uijt de onderste rije. Hierna volgen twee voorbeelden.
Letter-, cijfer- en figuurcodes ten behoeve van de politieke correspondentie. Collectie Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief

Geheimschrift

Na de ondertekening volgt er nog een lang, maar praktisch naschrift. Gaspard van Kinschot wil Godard Adriaan een bericht sturen dat hij geheim wil houden. Hij heeft alleen geen cijfercombinatie waarmee hij met Godard Adriaan kan communiceren. Margaretha geeft soms al aan dat ze dingen niet aan de pen toevertrouwt, of ze beschrijft mensen zo cryptisch dat ze erop vertrouwt dat meelezers niet zullen weten over wie het gaat. Voor officiële communicatie werd geheimschrift of een cijfercode gebruikt. Je moet dan allebei wel dezelfde cijfercode hebben. Kennelijk regelt Margaretha dat in dit geval voor Godard Adriaan. Voorbeelden van cijfercodes en geheimschriften die Godard Adriaan gebruikte, worden bewaard in Huisarchief van Kasteel Amerongen, dat in het Utrechts Archief ligt.

Brieffragment over geheimschrift

naert schrijfve dees is den heere kinschot10Gaspard van Kinschot pensi
=onaris van delft bij mij geweest seijt wel
aen uhEd te wille schrijfve maer derft niet
om de strickte ordere dieder tot de seekretesse11Geheimhouding
vande besijonngees12Besognes: zaken is, versoeckt uhEd hem Een
sijffer13Cijfer: code voor geheimschrift belieft te sende waerdoor hij met uhEd
kan korespondeere, hij heeft goede moet tot
het werck seijt dat men heere van hollant bee
=sich sijn om ordere op de finansie te stelle,
dan dat heeft so lange geduert dat ment moe
gehoort wort, men seijt ock datter noch somi
ge, ontdeckt sijn die met den vijant sou hebbe
gekorespondeert, het welcke aen sijn hoocheijt is
geschreefve se segge dat schricklijck is [te hoope]

Kennelijk zijn er inmiddels ook mensen uit De Republiek die heulen met de vijand. Ze vervolgt met een verhaal dat rondgaat in Utrecht over een brief van Godard Adriaan. Hij zou geschreven hebben dat de Keurvorst niet op de troepen van de keizer zou vertrouwen. De Fransen zouden erg blij zij met dit bericht en iedereen afstraffen die het tegendeel beweerde. Weer eindigt ze haar brief met de verzekering dat ze het echt alleen maar vertelt om hem op de hoogte te houden. Het is géén roddel en ze verklapt géén geheimen, want dit wordt allemaal openlijk gezegd…

Brieffragment met de verzekering dat het een roddel is en geen geheim

[hadt,] dit segge ick alleen op dat uhEd
moocht weeten hoet daer is en soot Een see=
=kreet mochte sijn, dat uhE verdacht kan
weesen in sijn schrijfve, want dit heeft hij
opentlijck geseijt

  • 1
    Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne
  • 2
    Louis II van Bourbon, prins van Condé
  • 3
    restitutie: teruggave
  • 4
    desolaat: verlaten
  • 5
    Wijk bij Duurstede
  • 6
    Rhenen
  • 7
    Slot Zuylestein
  • 8
    Patagon: een zilveren munt, ter waarde van ongeveer 50 stuivers
  • 9
    op peene van: op straffe van
  • 10
    Gaspard van Kinschot
  • 11
    Geheimhouding
  • 12
    Besognes: zaken
  • 13
    Cijfer: code voor geheimschrift

Goet en Bloet

Brieffragment van Godard Adriaan

… geen redelijke ziel
zal bij leven of sterven
ons komen culperen omdat wij
goedt en bloet voor de dier
gevochte vrijheid hebben
opgeofferd…

Godard Adriaan, 5 juli 1672

Vandaag opent de expositie Goet en Bloet op Kasteel Amerongen, het kasteel dat Margaretha na het Rampjaar heeft gebouwd. Aan de hand van de verhalen van Margaretha, Godard Adriaan en hun zoon Godard van Reede van Ginkel worden de bezoekers meegenomen langs de gebeurtenissen in het Rampjaar.

Rampjaar

De drie hoofdpersonen van Goet en Bloet: Godard Adriaan, Margaretha en Godard

Dit jaar is het 350 jaar geleden dat de Fransen, de Engelsen en twee Duitse bisschopen de Republiek de oorlog verklaarden en dit wordt uiteraard in Nederland ruim herdacht. Met Margaretha, Godard Adriaan en Van Ginkel heeft Kasteel Amerongen hoofdrolspelers die elk op hun eigen plek het Rampjaar mee maken. Hun verhaal moet natuurlijk op Amerongen verteld worden.

Goet

Het belangrijkste goed van Godard Adriaan en Margaretha is hun Kasteel in Amerongen. Het staat er nog steeds, maar niet meer zoals voor het Rampjaar. Door de dramatische gebeurtenissen is het huis zelf ook een hoofdpersoon geworden.

Bloet

De familieband, het bloed, is sterk, maar Margaretha, Godard Adriaan en Godard weten niet of en wanneer ze elkaar weer zullen zien. Margaretha zit achter de waterlinie, in het waarschijnlijk veilige Holland. Godard Adriaan zit als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg. Hun zoon Godard is aanvoerder in het Staatse leger. De brieven die zij elkaar schrijven, zijn hun levenslijn. De expositie is een duik in hun levens én in de vaderlandse geschiedenis.

Dit blog en de expositie

Dit blog en de expositie staan los van elkaar, maar gaan over hetzelfde. Vanuit het blog is de expositie een manier om de plek, de tijd en de tijdsgeest te beleven. Vanuit de expositie is het blog een persoonlijker kennismaking met Margaretha. Bovendien is in de expositie het Rampjaar al begonnen en voorbij, terwijl het hier voor Margaretha nog moet beginnen. En ook al weet je hoe het afloopt: het blijft spannend.

Goet en Bloet - Strijdvaardige familie verliest Kasteel in Rampjaar 1672

Het dak van de slaapkamer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 oktober 1671 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Kennelijk heeft Godard Adriaan Margaretha opdracht gegeven om door te gaan met de nieuwe leien van het dak. De leidekker, Jan Hendriks uit Tiel, is langs geweest en Margaretha doet verslag van zijn bevindingen.

Brieffragment over het dak van de slaapkamer

… hier heefens gaet de memoo
=rije van de leijen die uhEd mij hebt gesonde
met de antwoort van ijan henderixse den
leijdecker van tiel op de inhoudende vrage
hij meent dat wij het pannedack booven ons
slaepkamer behoorde af te laete neeme ent
selfve dack met leijen te decke om dat het
so seer int noorde staet dat de panne daer op
gans niet duerabel sijn, dieder op legge seijt hij
dat wel meer als de helft van tijt tot tijt
vernieut sijn en nu al weer meest al vergaen
, wij hebbe deesen dach sulcken Extraoordinaer
=risse hette met schoone sonneschijn gehadt…

Kennelijk was het dak (of de daken) met pannen belegd, en moesten dat echt leien worden, want dat was veel duurzamer.

In 1646/1647 tekende Roelant Roghman veel Utrechtse kastelen en hij maakte ook twee tekeningen van Amerongen. Misschien is het mogelijk om op deze tekeningen de slaapkamer van Godard Adriaan en Margaretha te vinden. Ze schrijft in haar brief dat hij onder een schuin dak op het noorden ligt.

Een kasteel met middenvoor een toren met daarin een poort. Links een gebouw met een trapgevel en daarachter nog een toren. Rechts nog twee gebouwen. Voor het kasteel staat een muur met daarin een poort.
Gezicht op huis Amerongen, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum.

Op deze afbeelding ligt het noorden rechts. Ze zou natuurlijk onder de kap van één van de torens kunnen slapen, maar die hebben waarschijnlijk een zolderfunctie. De enige mogelijkheden vanaf deze kant is dan het rechterbovenraam onder de trapgevel of in de uitbouw rechtsachter.

Kasteel Amerongen vanuit het noorden. Het kasteel ligt in een gracht. Links een gebouw en de kade muur met op de achtergrond een brug en een poort. Zowel links achter als rechts achter staat een toren. Op de voorgrond drie gebouwtjes, een kleine in het midden, rechts één van twee verdiepingen met een trapgevel en links een van één verdieping met een heel lang schuin dak en een schoorsteen bovenop.
Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Vanuit het noordwesten gezien lijkt het ook goed mogelijk dat de slaapkamer aan de noordkant was bij de drie ramen links. Dat is waarschijnlijk de uitbouw die we op de vorige afbeelding vanuit het oosten zien.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén