Margaretha heeft zowaar twee brieven ontvangen van haar man en de secretaris ook één. De brief aan de secretaris staat kennelijk vol met Godard Adriaans ideeën rondom de herbouw, want Margaretha belooft om goed over alles wat hij schrijft te overleggen.

[rec 7 dito]
Ameronge den
2 ijuni 1677Mijn heer en lieste hartge
beijde uhEd aengenaeme vande 26 en 29 meij heb ick
ontfange, wij sulle volgens tgeene uhed aende
seekreetaris schrijft alles ten beste so veel over=
legge alst moogelijck is, [wat belanckt omt bovent]
Plafond van het groot salet
Wat dat betreft valt Margaretha maar gelijk met de deur in huis. Kennelijk heeft Godard Adriaan voorgesteld op het plafond in het groot salet te jipsen (gipsen: stuken). Ze hebben daarover overlegd (zie je wel, ze doet keurig wat haar man vraagt!) en Margaretha en de beide bazen zijn het niet met Godard Adriaan eens. Zo’n mooie ruimte als de zaal die ze maken, die hoort een geschilderd plafond te hebben. Dat heeft Zijn Hoogheid Stadhouder Willem III immers ook gedaan in de grote zaal van Soestdijk? Als dat niet een argument is! Bovendien vroeg die schilder uit Amersfoort er niet eens heel veel geld voor! Nou ja, ze zijn voorlopig toch nog niet toe aan dat plafond, dus er is nog tijd genoeg om te beslissen.
Het laten stuken van een plafond was op dat moment in de Republiek niet gebruikelijk, dus de afwijzende reactie van Margaretha en de bazen is niet verwonderlijk. De vraag is wel waar Godard Adriaan zijn idee vandaan heeft. Misschien is bouwmeester Michiel Matthias Smidts eindelijk bij Godard Adriaan langs geweest? In haar brief van 12 mei informeert Margaretha daar nog naar, maar daarna zijn er geen verwijzingen meer naar een bezoek van Smidts aan Godard Adriaan.

[legge alst moogelijck is,] wat belanckt omt bovent
groot salet te laete jipse meenen beijde de baese
so wel schut al rietvelt dat dat gemack te
fraeij is om te laete jipse en dat het selfve
behoorde geschildert te worde gelijck sijn hoocheij
op soesdijck in sijn groot salet heeft laeten doen
van Een schilder van Amersfoort diet so ge=
seijt wort heel net en voor Een kleijn en heel ge
ringe prijs schildert, dan dit is noch vroech
genoech daer kan omt Een oft ander dit
ijaer noch niet gedocht worden, [konne wijt deese]

Glas
Eerst heeft Margaretha andere zorgen: het zou fijn zijn als ze deze zomer alle vloerstenen gelegd zou kunnen krijgen, het dak dicht en al de vensters gevuld met glas. Maar als ze alleen al denkt aan de kosten krijgt ze het benauwd. Het glas vindt ze ook spannend. Ze zal eens kijken hoe anderen dat doen en dan een plan maken. Het schijnt dat de meesten kasten vol met glas laten komen en het dan ter plekke laten verwerken (tot ramen neem ik aan).
Ze stelt ook voor om te werken met twee kwaliteiten glas. Voor de zolders en de kelders is ‘slecht of bargoens’ glas goed genoeg. Als Godard Adriaan het goed vindt, uiteraard. Slecht gebruikt ze dan hier in de zin van gewoon, eenvoudig. Hoe ze bargoens hier precies bedoelt is mij niet duidelijk. Het is de taal van vagebonden en dieven. Ze zal in ieder geval geen glas zijn waar ze veel waarde aan toekent.


, naer glas sal ick verneemen en weet niet hoet
daer best meede sal aen legge, veel koope heellekaste met glas en laetent dan bearbeijde salder
naer verneeme en sien hoet tot den meesten
oorbaer schick, mijns oordeels kan men op de
solders op de vlieringe en ock in al de kelders
wel met slecht of bergoens glas sette dat
heel wel en genoech bestaen kan, alst uhEd
so goet vindt, [vermidts hier so weijnich geleegent]

Stenen voor Middachten
Die stenen voor Middachten die Godard Adriaan gezonden heeft, die zijn nog steeds niet in Middachten. Het is lastig om een schip te vinden dat vanaf Amerongen over de IJssel vaart. Maar nu heeft Krijn van Kampen net turf afgeleverd en hij moet leeg die kant op varen om hout te halen. Margaretha hoef je niet te vertellen hoeveel één plus één is: de stenen zijn al met het schip vertrokken. Margaretha heeft 450 stenen die kant op gestuurd. Ze denkt dat dat wel genoeg is, bovendien wil de eigenzinnige Philippota er nog wat witte stenen tussen leggen.
[so goet vindt,] vermidts hier so weijnich geleegent
=heijt valt om den ijsel op, Eits naer Middachte
te sende en ock de koste vande vloersteene hier
op te rijde en daer naer die weer aent water
ent scheep te brenge te ontsien, heb ick de ocke
=sie dat krijn van kampen hier turf tot den
steen oven gelost hebbende en en den ijsel op
ginck om hout te haellen, hebbe ick hem vant
Eene schip int sijne 450 vloer steene laete
in laeden die hij op Middachte gebrocht heeft
geloofve sij daer mee toe sulle koomen also
de vrou van ginckel daer Eenige hoewel weij
=nige witte steene tuschen wil laeten legge

Gezinnetje
Uiteraard heeft Margaretha ook weer iets op te merken over het gezin van haar schoondochter. Zij zit bij haar man in het leger, maar die zou eigenlijk de belangen van zijn gezin moeten behartigen. Nu is de kans, omdat hij in een goed blaadje staat bij de Prins van Oranje! Maar nee, hij is te timide, hij zal nooit iets voor zichzelf vragen, eerder voor een ander. En als hij niets doet… gebeurt er niets. Margaretha zal hem er nog wel op aanspreken, want hij moet er wel rekening mee houden dat hij zeven kinderen heeft en binnenkort zelfs acht!


de vrou van ginckel is noch int leeger ick heb
haer op haer vertreck van hier al geseijt dat
haer man nu behoorde sijn tijt waer te neemen
en voor sijn huijs en kinderen te sorchgen de
wijlle hij in gunst bij sijn hoocheijt is, maer
hij is te temiede en geloof niet dat hijt doen
sal, hij sal Eer voor vreemde als voor sijn selfe
spreecke, ent sal hem sonder dat hijt Eijst
niet thuijs gebracht worde, ick salt hem noch
wel vermaene als hijt maer doet hij heeft
vast seeven kindere en achtste binne achta neegen weecke te verwachten, sij moogen wel
achterwaerts dencken, en als uhEd wel seijt de

En trouwens
Na nog wat gemopper op hoe het er allemaal aan toe gaat is er nog ruimte voor een flink naschrift. De Heer van Odijk is gehuldigd. Willem Adriaan van Nassau, die nooit Heer van Odijk was, had de ambachtsheerlijkheid Zeist gekocht. Op zijn verzoek hadden de Staten van Utrecht daar gelijk maar een hoge heerlijkheid van gemaakt…
Trouwens, als het plafond van de grote zaal geschilderd zou worden, dan moet er wel droog hout in. En eigenlijk ook mooi gezaagd, en dus duur hout. Dus daar zou ze dan nu eens naar moeten kijken.
Overigens kostte het schilderen van het plafond van de grote zaal op Soestdijk maar 100 gulden. Ze zal met Schut en de secretaris eens in de Sint Servaas Abdij in Utrecht gaan kijken of daar nog geschikt hout voor de vloerbalken ligt.

[al datter om gaet,] de heere wil ons bij staen
in wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle
blijfveMijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
inde voorleedene
weeck is den
heer van oudijck
tot seijst in gehult
als men boovent het groot salet
sou schilderen diendent
met wage schot1Wagenschot: kwartiers gezaagd hout, waarbij de stam in vieren gezaagd wordt. Hierdoor ontstaat een goede kwaliteit hout met een mooie tekening. Dit was wel duur, omdat er door de manier van zagen weinig brede planken uit een stam gehaald konden worden beschooten
en moet wel drooch hout
weesen daerme van nu af
naer sou moete verneemen, so mij geseijt is
kost het schildere vant groot salet op soesdijck
maer hondert gul, ick sal schut met de sekree
taris int sintservaes klooster het hout laete
besien tot de ribbe inde vloere, ens bequaemste
voor ons laetste Estimeere

- 1Wagenschot: kwartiers gezaagd hout, waarbij de stam in vieren gezaagd wordt. Hierdoor ontstaat een goede kwaliteit hout met een mooie tekening. Dit was wel duur, omdat er door de manier van zagen weinig brede planken uit een stam gehaald konden worden