Mijn heer en lieste hartge

Tag: Droogte

Mooi weer en laag water

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint weer over de door de secretaris, Schut en Rietvelt opgestelde memorie van het hardsteen en de vloerstenen. Godard Adriaan heeft daarin kunnen lezen wat er allemaal nodig is en hoe het werk er voor staat. Sindsdien is er eigenlijk niet zo veel verandert in de situatie. Toch is er genoeg te melden om drie kantjes te vullen.

Brieffragment over pertinente memorie

Ameronge den
10 ockto 1676
[rec: 15. dito]

Mijn heer en lieste hartge

met de laeste post heeft de sekreetaris uhEd
so hij meent Een pertinente1Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig memoorije bij schut2Hendrik Schut
rietvelt3Cornelis Rietvelt en hem opgemaeckt weegens de hart
steen en vloersteene over Amsterdam gesonde, waer wt wij
hoope en niet en twijfele of uhEd sal konne
sien wat daer van, hier noodich is, en hij en ick
geschreefve hoet werck staet seedert isser niet
veel veranderins in[, alt muer werck so buijten]

Het huis krijgt vorm

Langzaam begint het nieuwe Kasteel Amerongen vorm te krijgen. De binnen- en buitenmuren zijn inmiddels op de gewenste hoogte. Vervolgens zijn daar platen op gelegd en is alles gelijkgemaakt of aangestopt. Aangestopt wil zeggen dat er reten of voegen in het metselwerk zijn gemaakt die vervolgens met mortel zijn aangevuld. Naast de binnen- en buitenmuren, wordt er gewerkt aan de kapconstructie. Er wordt hout naar boven gehesen. Dat kost ontzettend veel tijd, dus gelukkig is het mooi en droog weer.

Brieffragment over voortgang werk

[veel veranderins in,] alt muer werck so buijten
als binne sijn op haer hoochte en de plaete daer
op geleijt en alle geraeseert of aengestopt , nu
sijnse noch beesich met het hout tot de kap op te
hijssen dat veel tijt wech neemt, wij sijn geluckich
dat wij hier sulcken schoone droochgen weer op
hebbe, want tis groote swaerte dat in reegen
=nich4Regenachtig weer niet wel als met groote moeijt te
doen sou sijn[, het water op de reevier blijft Eve]

Op de achtergrond ligt een stad met op de heuvel ernaast een slot. Op de voorgrond staat een deftig stel te kijken naar een bouwvakker die met veger over de muur van een ruïne veegt.
Gezicht op Salzburg met een bouwvakker op de voorgrond, Daniel Sudermann, naar Matthäus Merian (I), 1624. Collectie Rijksmuseum.

Laag water

Door het mooie, droge weer staat het water in de grachten ontzettend laag. Zo laag zelfs, aldus Margaretha, ‘dat geen mense gedencke die so gesien te hebbe’. Met andere woorden: het water heeft in tijden niet zó laag gestaan! En als het water dan toch zo laag staat, dan kun je er maar beter goed gebruik van maken. Een aantal muren is langs de singels al uitgespoeld, dus heeft Margaretha haar kans gegrepen deze aan te laten stoppen. Ook is ze voornemens om van de week al het puin dat door het metselen in de gracht is gevallen daar uit te laten halen en in het paardenwed te storten. En als ze werklieden kan vinden, zal ze ook gelijk de gracht laten uitmodderen. Je kunt het maar beter gelijk goed doen, anders ben je zo weer twintig jaar verder. Als je het überhaupt zelf nog mee mag maken.

Eerste brieffragment over het weer
Eerste brieffragment over het weer en het leeghalen van de gracht

[doen sou sijn,] het water op de reevier blijft Eve
laech, en inde grafte omt huijs so binne als buijt
ist water so laech of op veel plaetse gans weel
wech en de grafte so drooch dat geen mense
gedencke die so gesien te hebbe, bij welcke geval

ick de muere om de grafte die vrij wat aende sijde
van de singels wt gespoelt sijn laet aen stoppe
en wel versien, ben ock van meeninge inde toe=
koomende weeck alt puijn dat vant metselen
inde graft is gevalle daer wt te laeten haelle
en voor so veel aende kant vant paerde wet5Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
is indie graft bijt paerde wet te laete brenge
en die daer voort meete vulle voor so veel dat
recken kan, so ick volck kost krijge sou noch
wel in die koste valle vande grafte te laeten
wt modderen en ter deegen klaer maecken
geloof die licht in twintich ijaer of bij ons
leefven niet weer so drooch sulle worden

Gezicht op een Amsterdamse gracht waar twee mannen in een schuit bezig zijn de gracht uit te diepen, een andere man haalt bij een huis geld op.
Waldiepers Nieuwe-Jaars Wensch, Jan Oortman, 1822. Collectie Rijksmuseum.

Karpers en reigers

Heeft het droge weer ook nadelen? De vissen zitten vrij diep en zouden het nog wel even kunnen volhouden in het kleine laagje water, ware het niet voor de reigers. Ze bijten de karpers de koppen af! Margaretha zegt dat ze er ‘op laat passen’. Zou ze daarmee bedoelen dat ze de reigers laat afschieten?

Brieffragment over reigers

tis te verwondere dat de vis haer inde diepte
onthout en wij daer so weijnich schade in hebe
de reijgers doen de meeste schaeij6Schade bijten de
kerpers de koppen af maer ick laeter ock
op passe[, de leunine op de steene bruch tuschen]

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum

Geldschieter Temminck

Er is weer een brief van Temminck gekomen. Er is weer 300 gulden aan Jan Visser van de zaagmolen betaald. Ook heeft Temminck de kosten van de scheepsvracht hout van Hamburg naar Amsterdam betaald. Temminck heeft nu inmiddels al zo’n 12 à 1300 gulden voorgeschoten en hij moet binnenkort ook weer betalen voor een vrachtschip met kalk, dus Margaretha heeft hem een paar duizend gulden gezonden.

Eerste brieffragment over betalingen Temminck
Tweede brieffragment over betalingen Temminck

so aenstonts ontfange Een brief van Monse7Afkorting van monsieur
teminck die weer 300f aen jan visser op de
saech moollen in minderin van sijn reeckenin
heeft geegeegve en al de scheeps vrachte vant hout
van haerburch tot Amsterdam heeft betaelt
daer meede hij schrijft ons nu ontrent de
12 a 1300f verschooten8Verschieten: Voorschieten te hebbe so dat me wel
diende hem weer Een paer duijsent gul te
sende want hij ons weer Een samoreus9Samoreus: Type lang vrachtschip met
kalck sal moeten bestelle dat ock weer over
de 300f loopt, [ick had van avont met de]

Een lang schip met een fok en een klein zeil en een schoorsteentje op de kajuit waar rook uit komt vaart naar links. Op het dek zijn meerdere mannen bezig met de zeilen. Achter het schip aan trekken ze een klein bootje met daarin wat tonnen.
Samoreus, Reinier Nooms, 1652 – 1654. Collectie Rijksmuseum.

PS: Van Ginkel is weer kwiek

Nadat ze haar naam op het velletje papier heeft geschreven, besluit ze toch nog iets toe te voegen over zoon Van Ginkel. Hij is weer zo kwiek, dat hij van plan is binnenkort weer een bezoek aan de kerk te brengen. Hij wil zelfs komende week richting Amerongen! Maar Margaretha heeft hem geschreven dat hij zich vooral niet moet overhaasten.

Afsluiting en Van Ginkel

de heer van ginckel
schrijft gistere sijn
karck ganck van meeninge
was te doen en inde toekoomende
weeck hier te koome, ick schrijf
hij hem toch niet en verhaeste
de heere sij gedanckt het met
hem weer so veer is

Links op de achtergrond een eenvoudige kerk met middenop een open klokkestoel. Uit de kerk komen diverse mensen, op de voorgrond twee vrouwen met moffen, daarachter twee vrouwen en een meisje. De linkerhand heeft haar klapstoeltje onder haar rechterarm en een stoof onder haar linkerarm. De andere vrouw draagt een mof en aan haar arm hangt een boek. Daarachter een man en een vrouw. De vrouw heeft ook een stoofje aan haar linker arm hangen. Daarachter twee mannen. Rechts in de verte lopen de figuren uit de rand van het boek. Boven de mensen staat het vierde van een vers dat er boven staat maar af is gesneden: 4. Eer sij u Vaeder ende Soon En Heijlghen Geest in s Hemels troon Bij ons all te samen sijn Moet dit doch Ja en amen sijn Fijnis
Groep kerkgangers bij het verlaten van de kerk, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig
  • 2
    Hendrik Schut
  • 3
    Cornelis Rietvelt
  • 4
    Regenachtig
  • 5
    Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
  • 6
    Schade
  • 7
    Afkorting van monsieur
  • 8
    Verschieten: Voorschieten
  • 9
    Samoreus: Type lang vrachtschip

Een hete zomer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 juli 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

De laatste brief van Godard Adriaan dateert van 25 juni. Margaretha hoopt dat hij Van Reede van Drakenstein snel zal antwoorden op diens op 4 juli meegestuurde brief in verband met het getouwtrek tussen vroedschap en ridderschap in de Staten.

Prebenden en prelatuurschappen

De samenstelling van de Staten is niet het enige voorwerp van koehandel en handje klap waar leden van de ridderschap bij betrokken zijn. Ook voor het uitgeven en verkrijgen van prebenden en prelatuurschappen bestaat een levendige markt, waar de Van Reedes actief aan deelnemen. Oorspronkelijk bedoeld voor het levensonderhoud van geestelijke kapittelheren en kloosterzusters, worden ze nu, na de reformatie, verdeeld onder jongere zonen en adellijke dames. Niet alleen het ontvangen, maar ook het uitgeven van een prebende of prelatuurschap kan geld opleveren. Een aanbieding die Godard Adriaan onlangs aan een bepaalde vrouw heeft willen doen is blijkbaar op niets uitgelopen. De heer van Ewijk zal rondvragen naar een ander en denkt dat hij wel iemand weet. Hij heeft iemand ontmoet die voor de van Limburg Stierums op zoek is. Voor de definitieve verdeling van de prebenden begint de tijd trouwens te dringen, want het jaar is al bijna om.

Brieffragment over prebenden en prelaturen

[opt spoedichste antwoort op,] wat de proofveProve: prebende, jaarlijks inkomen (eigenlijk uit geestelijke goederen)
en het prelatuerschapprelatuurschap: soort prebende maar dan voor een abdis, levert twee keer zo veel op belancktbetreft uhEd voorslach
sal met die vrou niet aengaen Euwijck sal nae
Een ander om hoore van ochte meent hij tot het
Een ent ander wel Eimant sal weete
daer was Een die hem voor Een vande stieromsVan Limburg Stierum last
had gegeefve of hij wat wist salder voort
naer verneeme maer meent voorde prelatuer
schap niet bove de vijf duijsent gulde sou krijge
men sal de proofve haest moete konfereere
alsoot ijaer haest om is, [onse soon is naer]

Een combinatie van vier lage lage gebouwen achter elkaar aan een weg, in het midden een toren en daarachter een hoger gebouw. Links een beschut laantje richting een theekoepel. Op de weg een koets en een paar mensen. Voor het gebouw staan vier bomen.
Gezicht op de overgebleven gebouwen van de abdij Oudwijk, Abraham Rademaker, 1710-1730. Collectie Het Utrechts Archief. Margaretha had in 1660-1661 het prelatuurschap van Oudwijk.

Laatste maand

Godard is inmiddels vertrokken naar de afgesproken plek van zijn regiment. Margaretha leeft erg mee met Ursula. Je merkt dat ze de eerste zwangerschap van haar schoondochter best spannend vind. Eigenlijk gaat het heel goed, gezien de tijd dat ze al in verwachting is. Ze is nu in haar laatste maand. Margaretha hoopt dat de Heer haar een genadige verlossing zal geven en wou maar dat de bevalling (‘het werk’) al achter de rug was.

Eerste brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel
Tweede brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel

onse soon is naer
sijn randevoosRendez-vous:afgesproken plaats alwaer hij naerder ordere
moet verwachte, sijn vrou is noch heel wel
naer den tijt is nu in haer leste maent
de heer wil haer hEd Een genadige verlossin
geefve ick wensche dat werck al door te sijn

In een stad staat een zwangere vrouw naast een slager die bij zijn hakblok staat. Op het blok ligt vlees en een grote bijl. De slager geeft een stuk vlees aan de zwangere vrouw. Achter de slager staat nog een vrouw, achter het hakblok een jongen. Boven de slager hangt een stok met haken waar ook nog vlees aan hangt.
Zwangere vrouw ontvangt een stuk ossenvlees, Caspar Luyken, 1710. Collectie Rijksmuseum.

Hitte en droogte

Er heerst al acht dagen zo’n enorme hitte dat het niet te harden is. Het is zo droog, dat alles verschroeit. Margaretha verwacht dat er in de herfst geen appelen of peren te oogsten zullen zijn, en er zijn ook weinig tot geen kersen. Ze denkt dat ‘die van Wijck’ daarom wel niet zal komen. Misschien bedoelt ze hiermee een kersenkoopman uit Wijk bij Duurstede, of eentje met de naam Van Wijck, die jaarlijks een deel van haar kersen komt kopen?

Brieffragment over het weer

tis hier nu achdage herwaerts sulcken wtter
maetenuitermate, buitengewone hette en droochte geweest dat niet is
te harte dat het niet is te harden alles verbrant en verdroocht inde
hoofve wij sulle weer geen appeele noch peere
hebbe karsekersen sijnder ock weijnich of haest geen
dat die van wijck qualijck sal koomen

Marmeren borstbeeld omgeven door vier festoenen van vruchten (druiven, perziken, pruimen, kersen, peren, sinaasappels en appels). Tussen de vruchten vliegen vlinders.
Illusionistische sculptuur van een vrouwenhoofd in een cartouche versierd met festoenen van vruchten, Joris van Son, 1655 – 1665. Collectie Rijksmuseum. Een dergelijke rijke oogst zit er dit jaar voor Margaretha niet in.

Werk aan muur en gracht ligt stil

De hitte slaat ook toe bij de mannen die bij het kasteel aan het werk zijn aan de gracht bij de doelen. Ze zijn met z’n tienen, maar kunnen weinig klaar spelen. De metselaar die aan de muur van de hof zou beginnen is nog niet gearriveerd. Waarschijnlijk begint hij maandag.

Brieffragment over de gravers en de metselaars

de graefvers sijn vast aent werck inde
graft inde doelle dat sijnde met haer tiene
in doch konne door de groote hette niet veel
doen, den metselaer sou ock aende muer
vande hof begine maer is noch niet gekoo
= men geloofve hij met de nieuwe weeck beginne
sal [ Eergistere sijnde beededach heeft men]

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Vreugdevuur wordt hellevuur

Een verloren fruitoogst en een onverhoopte bouwvakvakantie zijn nog niet eens de ergste gevolgen van de droogte in de buurt. Een overwinningsvuur in Veenendaal tijdens biddag (waarschijnlijk vanwege de succesvolle tocht van de Nederlandse vloot naar Chatham) is uitgelopen op een ramp. Er ging iets mis met de brandende pektonnen. Dertig huizen zijn afgebrand! Vreugde- noch hellevuur op Amerongen, want Margaretha had geen pektonnen ontvangen. Dus ‘wij hebben ons hier stil gehouden’.

Brieffragment over pektonnen

Eergiste sijnde beededachbiddag heeft men
ficktoorijeVictorie (wrsch. vanwege tocht naar Chatham) int veenVeenendaal gebrant waerdoor een swaer
brant is ontstaen en inde dartich
huijse gans afd gebrant sijn. Wij hebbe ons
hier stil gehoude also mij geen picktonepektonnen. Het branden van pektonnen was het vuurwerk van de 17e eeuw. sijn gesonde hebben wij niet gebrant

Het volk te Brussel belet het ontsteken van een vreugdevuur van opgestapelde pektonnen opgericht door Sasburgh, de Nederlandse gezant namens de Staten-Generaal, ter viering van de overwinning op de Engelsen in de Vierdaagse Zeeslag, 1666. Bedrukt op achterzijde met tekst in het Nederlands.
Sabotage van de pektonnen bestemd voor de viering te Brussel van de overwinning in de Vierdaagse Zeeslag, 1666, Jan Luyken, 1696 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Condoleance aan de keurvorst

De Staten van Holland hebben de heer van ‘s-Gravenmoer, Adam van der Duijn, naar de keurvorst van Brandenburg gestuurd om hem te condoleren met het overlijden van zijn vrouw Louise Henriëtte. Hij is net langs Amerongen gekomen. Van der Duijn krijgt daar 50 gulden per dag onkostenvergoeding voor. Dat heeft-ie mooi voor elkaar! Klinkt in Margaretha’s woorden, ‘wat een heel fraaie opdracht voor hem is’, enige afgunst door? Zou ze liever haar man in die rol zijn opwachting aan het Brandenburgse hof hebben zien maken? Tja, hij is niet beschikbaar want is met een andere opdracht naar Denemarken.

Brieffragment over het overlijden van de keurvorstin

de heer van schravenmoerAdam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer is van weegen men
heere van hollantvanwege de Staten van Holland op vijftich gulde daechs in komissi aende keurvorst van brandenburFriedrich Wilhelm
om die te kondoleere gesondeIn verband met het overlijden van zijn vrouw, Louise Henriette van Nassau , datr al Een
fraije komisie voor hem is, hij isser al heen
en hier gepasseert, [men seijt der goede hoope]

Zilveren penning. Voorzijde: borststuk vrouw binnen omschrift. Keerzijde: opschrift onder keurvorstelijke kroon
Gedenkpenning vanwege het overlijden van Louise Henriette van Oranje, gemalin van Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg, door Johann Liebmann, 1667. Collectie Rijksmuseum.

Einde aan het vergieten van christenbloed?

Met de onderhandelingen in Breda schijnt het de goede kant op te gaan. Er is goede hoop op het sluiten van de vrede. Margaretha hoopt dat de grote God dat wil geven. Ze verlangt er erg naar dat het vergieten van al dat christenbloed eens op mag houden en beveelt ook haar man in de bescherming van de Allerhoogste aan. In een ps laat Ursula Godard Adriaan ootmoedig groeten, en meldt dat haar zus bij haar moeder in Arnhem is gearriveerd.

Eerste brieffragment Breda
Vervolg Breda en afsluiting brief

[en hier gepasseert,] men seijt der goede hoope

tot het sluijten van de vreede te breeda het welcke dien groote
godt wil geefve en ick wel naer verlange opdat aldat vergiete van so veel kristenbloet Eens mach opholde, hier
meede beveelle uhEd int schutin de bescherming des alderhoochste blijfvend

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
en dieners MTurnor

de vrou van ginckel
presenteert haeren
ootmoedige dienst aen
uhEd, nicht van Raesfelt
is te Aernhem bij haer
moeder

Op de voorgrond en links sloepen met zeelieden en soldaten. Uiterst links het fort Sheerness dat is ingenomen door de Nederlanders. In het water liggen twee grote schepen met een Engelse vlag die in Brand staan. Daarnaast liggen er een paar Nederlandse schepen. Overal zit je mannen: in het wand, op de boeg, over boord springen...
De Hollanders steken Engelse schepen in brand tijdens de Tocht naar Chatham, 20 juni 1667, Jan van Leyden, 1667 – 1669. Collectie Rijksmuseum.

Hoera!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 8 april 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief vandaag met het danken van de heer voor de gezondheid van haar schoondochter en de kleinkinderen. Reiniera is nog geen maand oud en schoondochter Ursula Philippota is de kraamtijd alweer te boven.

Een dame loopt door een tuin vol tulpen met een gieter en geplukte bloemen in haar schort dat ze omhoog houdt.
Lente, Jean Couvay, naar Grégoire Huret, 1632 – 1657. Collectie Rijksmuseum. Een lente zoals Margaretha hem liever gezien had.

Daarna gaat ze in op het weer en de tuin: het is droog, het water in de gracht staat laag en alles is verdord. Ze noemt dat Engeland een paar dagen eerder, op 27 maart, Nederland de oorlog verklaard heeft, gaat in één moeite door naar de zware zomer die komt en dankt Godard Adriaan voor zijn brief van de 23ste.

Brieffragment over de droogte

[te stelle,] ick heb hier voort alles wel gevonde
maert water so laech inde grafte dat
het haest wonder is hoe de vis haer daer
in kan houde, het Aertrijck is ock so drooch
datter niet wt kan koome, de sneu die te
winter gevalle is doen die aent smelte quam
trock al de vochtichheijt in daerde, en sint
heeft het niet gereegent, so dat alles ver=
doret, het schijnt de hant des heere ons aen
alle kante besoeckt, de quade tijdine die
Wij wt Enlant hebbe sal uhEd hebbe ver=
staen [volgens de opijnie van Een ijder]

Links Godard adriaan met een snor en vlassig krullend haar tot op de schouder op de witte kraag. Rechts margaretha turnor met een bijzonder hoge haarlijn en een wijd uitgesneden hals.
Godard Adriaan van Reede en Margaretha Turnor. Samenvoeging van twee portretten van Jurgen Ovens. Collectie Kasteel Amerongen.

Dan, helemaal aan het eind, schrijft ze nog dit:

Brieffragment verjaardag Godard Adriaan

[uhEd al op zijn verdere reijs waert,] nu is
deselfve merge weer ijaerich en vijftich
ijaere out sal nu den berch die dus lang
geklome heeft gaen daelle de heer alma
=chtich wil geefve uhEd de overijge tijt
sijns leefvens in gesontheijt en voors poet
mach door brenge dat het selfve mach
strecke tot sijns naems Eer en uhEd sielen
salicheijt dit wenst van harten

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

ick laete vast
Elst en sperre
boome lans de nieu gemaeckte wal poote en
Eijcke heijsters weer in daerse doot gegaen sijn

Kortom, ze wenst hem voorspoed en gezondheid, maar hij moet zich wel realiseren dat het vanaf nu allemaal bergafwaarts gaat. Ze kan het weten, want zelf is ze acht of negen jaar ouder dan haar man. De opmerking is bijzonder omdat we er nu vanuit gaan dat Godard Adriaans geboortedatum op 6 januari 1621 is…

Ze eindigt de brief nog met een opmerking over de bomen die ze langs de nieuwe wal zal plaatsen. De prioriteiten zijn duidelijk.

Trap des Ouderdoms. Op 10 treden van de trap des ouderdoms staan 10 mannen in de leeftijd van 0 tot 100 jaar. Onder de brug drie bogen met allegorische voorstellingen: in het midden Het Laatste Oordeel. Onderaan de tekst: Des menschen op en nedergangh valt d'eene soet en dander bangh. Bovenaan in cartouches twee 4-regelige versjes in het Nederlands.
Trap des Ouderdoms, anoniem, 1640 – 1660. Collectie Rijksmuseum

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén