Mijn heer en lieste hartge

Tag: Burgemeestersverkiezingen

Wispelturige vrienden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 oktober 1671 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 6 oktober binnengekregen en geeft hem het grootste gelijk van de wereld dat hij daarin verontwaardigd is over het handelen van Pieter Both en de zijnen. Sinds ze terug is uit Utrecht blijken ze al weer bijna bij de partij van Nellesteyn weg te hebben willen lopen, totdat Cornelis van Beeck zich opeens vóór Nellesteyn verklaarde. Toen kozen ze eieren voor hun geld en bleven ook.

Brieffragment de strijd tussen Pieter Both van der Eem en Johan van Nellesteyn

Ameronge den
9 ockto 1671
rec. 11 Oct: 1671

Mijn heer en lieste hartge

uhEd schrijfvens vande 6 deeser heb ick heede
ontfange vinde uhEd het grootste gelijck vande
werlt heeft misnoegen overde proseduere
van bodt1Pieter Both van der Eem en de sijne te neeme, naer mijn
vertreck van wttrecht verstaen ick dat sij
al weer hebbe gedifukulteert2moeite hebben gehad de partij van
nellisteijn3Johan van Nellesteyn te houde tot dat sij sagen dat de
van beeck4Cornelis van Beeck hem voor nellisteijn deklaereerde
en sij niet beeter en koste, [ick heb geseijt]

Twee vrienden in antieke kleding geven elkaar een hand. De ene geeft een munt of een ander rond voorwerp aan de ander.
Twee mannen schudden elkaar de hand, Abraham Bloteling, naar anoniem, 1670. Collectie Rijksmuseum

Aan zulke vrienden heb je niets

Margaretha heeft laten weten dat ze zich niets van zulke ‘variabele vrienden’, waar je toch niet op kunt rekenen, wil aantrekken. Ze hoopt maar dat Nellesteyn zonder hen ook wel aan zijn meerderheid komt, dan doen ze maar wat ze niet laten kunnen.

Brieffragment variabele vrienden

[en sij niet beeter en koste,] ick heb geseijt
dat ons seer weijnich aen sulcke varijabelle5variabele: wisselvallige, wispelturige
vriende of liede seer weijnich geleechge was
daer men doch geen staet op kost maecke
hoope nellisteijn6Johan van Nellesteyn het sonder haer wel te
booven sal koomen laetse dan doen watse
wille, [de heer van rhijnswou heeft geen on]

Aquarel van het kasteel Zuilenstein bij Amerongen met links het poortgebouw, uit het zuiden. Er onder staat geschreven 'Het Huis Zuylestein behoorende aan den Graaf van Rochfort.
Gezicht op het kasteel Zuylenstein bij Amerongen met links het poortgebouw, uit het zuiden. Anoniem, ca. 1800. Collectie Het Utrechts Archief

Hoog bezoek op Zuylestein

Bij de buren, Frederik van Nassau-Zuylestein en zijn vrouw, is prins Willem III op bezoek. Ze kennen elkaar goed, want Frederik, een onechte half-broer van Willems vader, was zijn gouverneur geweest tot hij zestien werd. De vrouwe van Zuylestein was hofdame van Willems moeder Mary. Het bezoek bezorgt Margaretha enige geluidsoverlast, want de vele paarden die gedrenkt moeten worden zorgen voor veel lawaai als ze naar het water rijden.

Naschrift over gasten op Zuylestein

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
en dieners MTurnor

sijn hoocheijt is
noch op Suijlisteijn alwaer de heer en vrou
van Suijllisteijn deese middach sijn gekoome
hier is sulcken gerij van paerde diese te
water brenge den gansen dach overt voorbu
rch dat het niet te hade7niet te harden is sij breecken
en maecken het voorburch en de singen
als Een dijck datter niet door te koome
is ock so de steech, [deese sendt ick tot]

Portret van een staande vrouw, kniestuk, voor een landschap. Ze draagt een licht grijze jurk met een brede hals. Er omheen een blauwe omslagdoek die met een soort kralenketting om haar schouder en middel gebonden is. Ze kijkt serieus uit haar ooghoeken naar de schilder heeft opgestoken haar met krullen in haar nek, rode lippen en iets te roze wangen. In haar oren hangende parels en een parelketting om haar hals.
De vrouwe van Zuylestein: Mary Killigrew (1627-1677) echtgenote van Frederik van Nassau-Zuylestein (1624-1672) door M. L. A. Clifford /A. Hanneman. Privécollectie, bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Nog meer politiek

In de PS begint Margaretha er wéér over: nu blijkt Borre van Amerongen zich weer bij Both en Van Dinter te hebben aangesloten. Maar ja, dat was toen ze uit Utrecht vertrok, het kan nu zomaar weer anders zijn. Met zulke mensen weet je niet waar je aan toe bent.

Naschrift over nog meer politiek

de heer van sandenburch8Diederik Borre van Amerongen hout het nu heel met bot9Pieter Both van der Eem en
van linteren10Jacob van Dinter , doen ick van wttrecht ginck wast
so, maer men weet niet hoe ment met dat volck
heeft

Regen

Het is nog net zulk nat herfstweer als een paar dagen geleden. Op Amerongen hebben ze nog niet één van de diverse soorten wintergranen kunnen zaaien.

Naschrift over het weer en het koren

het reegent hier alledaech noch so dat ick niet en
weete hoe ment koorn weer in daerde11de aarde de sal krijge
wij hebben noch niet Een kooren in daerde

Landschap met een ruïne en een ploegende boer in de regen. Over een weg komt een koets aangereden en er loopt een man met een hond die zijn hoed vast houdt. De kale bomen buigen in de wind.
Landschap met een ruïne en een ploegende boer in de regen, Izaak Jansz. de Wit, naar Jacob Cats, 1807. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Pieter Both van der Eem
  • 2
    moeite hebben gehad
  • 3
    Johan van Nellesteyn
  • 4
    Cornelis van Beeck
  • 5
    variabele: wisselvallige, wispelturige
  • 6
    Johan van Nellesteyn
  • 7
    niet te harden
  • 8
    Diederik Borre van Amerongen
  • 9
    Pieter Both van der Eem
  • 10
    Jacob van Dinter
  • 11
    de aarde

Gekonkel en gekibbel

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 6 oktober 1671 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 8 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Margaretha is in Utrecht geweest, waar ze de perikelen rondom de burgemeestersverkiezingen heeft kunnen aanschouwen. Alle ‘bekende lieden’ wantrouwen elkaar. Margaretha houdt alles nauwlettend in de gaten, en deelt de verworven informatie met haar heer en liefste hartje. Wat zijn ieders belangen? Wie doet met wie zaken? Godard Adraan moet het gevoel hebben dat hij eigenlijk helemaal niet weg is uit de Republiek.

Zaken en mannetjes

Naast wantrouwen is er ook jaloezie. Blijkbaar is een aantal ‘vrienden’ jaloers dat Godard Adriaan achter hun rug om in het huis van Diederik Borre van Amerongen, de heer van Sandenburg, met anderen heeft gesproken. Uiteraard noemt Margaretha niet wat Godard Adriaan ongetwijfeld al weet, namelijk dat de heer van Sandenburg zijn broer wil kandideren voor het burgemeesterschap van Utrecht.
Verder spreekt Margaretha van een ‘klein mannetje’ dat ze kennelijk niet bij naam wil of kan noemen. Het is helaas onduidelijk wie dit kleine mannetje is. Margaretha vat het allemaal nog even samen: er is jaloezie en er wordt flink gemord. Nu maar hopen op een goede verkiezingsuitslag.

Brieffragment over zaken en mannetjes

[van den andere hebbe is niet wt te spreecke] ende sijalosije1Jaloezie
van dat uhEd int huijs vande heer van sandenburch2Diederik Borre van Amerongen
met Eenige heeft gesproocke buijten kenisse vand andere
vriende, en dat dien Eene inden haech sou koome konense
niet op Eenen, en sijn tegens de sollisitaesi vande luijte
-nant kolonel als vijanden ingenoomen, hoet daer noch me
gaen sal weet ick niet geloofve uhEd konfrater daer
onder roeijt, de partij meende en segge sij hadde het kleijne
maneken daer nu heel onder en so dat hij der noeijt weer
op sou gekoome hebbe en waerent werck heel te boofven
komt hijder nu weer op dat hij sijn oude nucken niet
sal konne laeten en Erger sal sijn als voor dees
in soma de sijalosij en murmeraesij3Murmeren: morren, mopperen is so groot dat te be
droefve is wil hoopen alles noch Een goeden wtslach sal neeme

Gezicht op de Stadhuisbrug over de Oudegracht te Utrecht met de gebouwen die het oude stadhuis vormden - v.l.n.r. Klein Lichtenberg, Groot Lichtenberg en Hasenberg - en rechts het Oudkerkhof en een gedeelte van het hoekhuis Oudkerkhof-Vismarkt.
Stadhuisbrug en stadhuis Utrecht, Jan van der Heyden, 1700. Collectie K.F. Heinfonds, bruikleen Gemeente Utrecht

Factiestrijd

Margaretha heeft, zoals ze in haar vorige brief al aankondigde, in Utrecht met oud-burgemeester Johan van Nellesteyn gesproken. Ook sprak ze met domheer Everard Both van der Eem. Both van der Eem was de broer van vroedschapslid Pieter Both van der Eem. Maar goed, de hele situatie is ingewikkeld en Margaretha schrijft dat ze er niet verder over wil uitweiden omdat het zo’n lang verhaal is. Typisch Margaretha, volgt vervolgens tóch een lang verhaal. Jacob van Dinter, blijkt bereid te zijn alles aan Everard en Pieter Both over te laten. Mits zij er vrede mee hebben dat Jacob van der Dussen, de huidige burgemeester, er voor zorgt dat de broer van Jacob van Dinter, Johan van Dinter, afziet van zijn sollicitatie.

Brieffragment over de burgemeestersverkiezingen

[Euren voor mijn vertreck noch seer disperaet] hoewel ick
daechs te vooren de burgemeester Nellisteijn4Johan van Nellesteyn gesprocke hebende
en daer Even te voorn den domheer bodt5Everard Both van der Eem niet ande dochte
of alles sou wel sijn, alle die sirkomstansie6Circumstantie: omstandigheid sijn hier te
lange te verhaelle, sal alleen segge dat bodt mij seijde
dat van linteren7Jacob van Dinter alles aen hem bodt en sijn broeder
differeerde als sij kontentement naeme dat hij te vreede
was dat ock vander dusse8Jacob van der Dussen de burgemeester hem lintere
en bodt gepreesenteert hadde van sijn broert de schouts9Johan van der Dussen, schout van Rhenen
sollistaesie te disesteere10Desisteren: afzien van en haer wilde en koste versee
ckeren vande nominaesije voor bodt [so sij sijn partij wil de]

Het klinkt allemaal ingewikkeld en dat is het ook. In ieder geval weten we dat zowel Jacob van Dinter als Jacob van der Dussen niet willen dat Johan van Nellesteyn weer burgemeester wordt. Godard Adriaan, en daarmee dus ook Margaretha, is wél voor de benoeming van Van Nellesteyn.

Verkiezingen in de 17e eeuw deden niet veel onder voor een hedendaagse verkiezingsstrijd…

Tegen de het silhouet van de stad Utrecht zien we vier mannen. De voorste twee dragen een toga met een rode kraag en daarom een soort keten. Op hun hoofd dragen ze baretten. Daarachter mannen in het bruin met zwarte hoeden, zij dragen hellebaarden. Tegen de muur rechts het wapen van Utrecht.
De burgemeesters van Utrecht met de stadsboden, Willem Cornelisz. van Swanenburgh,1658. Collectie Centraal Museum, Utrecht.

De Berg bij Rhenen, of de Greb

Nadat Margaretha nog een heel essay heeft geschreven over de burgemeestersverkiezingen, stapt ze over op een nieuw onderwerp: de berg bij Rhenen, oftewel de Grebbeberg. Utrecht heeft het voornemen om de Grebbeberg te ‘bekramen’. Dit houdt in dat de berg door rieten matten tegen de golfslag van het water beschermd zal worden.

Brieffragment over de Greb

hier koomende verstaen ick dat men te wttrecht van
sin is het bekramen11Bekramen: Het met strooien matten beschermen van bijvoorbeeld een dijk tegen golfslag van het water vanden berch bij rienen of de
greb int b publijck aen te besteede en dat de schout
van rhiene gesint is dat aen te neemen , nu verlanckt
mij te weeten wat de heer van dijckevelt dies aengaende
b op de uhEd schrijfvens heeft geantwoort, en of uhE
hier Eits verders in wilt gedaen hebbe , [ de schade die]

Vergezicht met in het midden een rivier waar in Staat Den Ryn. In de rivier varen bootjes, Rechts bos en zandgrond, helemaal rechts de stad Rhenen met de Rijnpoort. Aan de overkant van de rivier de kerk van het dorp Lienden. Boven de prent staat 'T Gesigt van de Betuwe
Gezicht vanaf de Heimenberg bij Rhenen over de Rijn op de Betuwe met in het midden het dorp Lienden.Gezicht vanaf de Heimenberg bij Rhenen over de Rijn op de Betuwe met in het midden het dorp Lienden, anoniem, ca. 1690-1720. Collectie Het Utrechts Archief. Heimenberg is een ringwalburg op de Grebbeberg.

Schade en schande

Dan is er ook nog klein nieuws. Het heeft flink gewaaid maar Godzijdank is er heel weinig schade. Aaltje van Bemmel uit Amerongen is overleden. Aaltje had hoge schulden. Secretaris Kemp en predikant Keppel kibbelen over een aanzienlijk geldbedrag dat de kerk van haar tegoed zou hebben.

Brieffragment over de dood van Aaltje van Bemmel
Brieffragment over borg van Van Velpe

[hier Eits verders in wilt gedaen hebbe,] de schade die
hier door de stercke wint is geschiet is heel weijnich de
heere sij gedanckt, die ons so genadelijcke heeft bewaert
de doot van Aeltge van bemel heb ick uhEd geschreefve
waerdoor groote desensie tuschen onse gesupstituweerde
seeckreetaris12Secretaris Kemp en de preedikant13Predikant Keppel is ontstaen, en dat over
de twee hondert gul die de kerck van haer heeft te pree
tendeere daer velpe borch voor staet die wel sufi
tant genoech voor die peninge is maer ock lange ge

tracht heeft van die borchtocht ontslage te sijn [en nu]

Avondmaalskan van tin. De onversierde buik van de kan gaat geleidelijk in de cilindrische hals over en wordt van deze gescheiden slechts door een ingegrifte lijn, evenals van de basis, welke als een cilindrische band om de bodem gegoten is. Om de bovenste rand een profiel dat naar boven breder uitloopt. Het flauw gewelfde deksel is voorzien van een duimstuk en wordt door middel van een tweekakig scharnier bevestigd aan het ongeveer rechthoekig gebogen handvat.
Avondmaalskan (hoort bij twee bekers), anoniem, ca. 1630. Collectie Rijksmuseum

Margaretha vindt het maar niets dat er zo gekrakeeld wordt. Komende zondag wordt het Heilig Avondmaal gevierd in de kerk, daar hoor je niet ruziemakend heen te gaan. En het gaat hier nog wel om de predikant en de schoolmeester!

Brieffragment over het avondmaal

[ontboode sijn waer niet wel gedaen,] men sal hier toe
koomende sondach het nachtmael14Heilig Avondmaal in de protestantse kerk dat maar een paar keer per jaar plaats vond wt deelle tis niet wel
dat men teegens die tijt so krackeelt15ruzie maakt insonderheijt voor
preedikant en schoolmeester dan sij sijn beijde vrij
wat kreegel16halsstarrig , en de schoolmeester meent hij nu heel den baes
is [ ick sal verneeme wat vande jongen van Aeltgen van]

Een prinsje voor Fritsje

Kleine Frits en zijn zusje Antje zijn bij oma Margaretha op bezoek. Fristje drinkt elke dag op opa’s gezondheid en hoopt dat opa hem een prinsje zal brengen. Vermoedelijk bedoelt hij een pop.

Afsluiting met naschrift

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners MTurnor

onse joncker van Ameronge
met sijn suster Antge sijn
weer hier bij mijn
sij preesenteere beijde
haeren kleijne ootmoedige dienst aen groote papa en frits drinckt alledaech grootpapaes
gesontheijt en hoopt grootpapa hem haest een prinsge sal
brenge

Een tekening van een elegant geklede vrouw aan een tafel, in haar rechterhand heeft ze een pop. Tegen de muur hangen ook een paar poppen.
Vrouw met een pop, Leonaert Bramer, 1606 – 1674. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Jaloezie
  • 2
    Diederik Borre van Amerongen
  • 3
    Murmeren: morren, mopperen
  • 4
    Johan van Nellesteyn
  • 5
    Everard Both van der Eem
  • 6
    Circumstantie: omstandigheid
  • 7
    Jacob van Dinter
  • 8
    Jacob van der Dussen
  • 9
    Johan van der Dussen, schout van Rhenen
  • 10
    Desisteren: afzien van
  • 11
    Bekramen: Het met strooien matten beschermen van bijvoorbeeld een dijk tegen golfslag van het water
  • 12
    Secretaris Kemp
  • 13
    Predikant Keppel
  • 14
    Heilig Avondmaal in de protestantse kerk dat maar een paar keer per jaar plaats vond
  • 15
    ruzie maakt
  • 16
    halsstarrig

Verkiezingsperikelen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 oktober 1671 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 4 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Na haar spannende reis is Margaretha in Utrecht aangekomen, waar ze een huis hebben aan de Wittevrouwenstraat. Bij aankomst lag daar al een eerste brief van haar man en een dag later volgt gelijk de tweede. Kennelijk schrijft hij wat over zijn diplomatieke activiteiten, want Margaretha gelooft dat zijn werk heel wat meer in zal houden dan Godard Adriaan van te voren gedacht had. Ze vreest dat het niet zo af zal lopen als men dacht. Met de kennis van nu, weten we dat ze een vooruitziende blik heeft. Wat we nu het Rampjaar noemen is dan enkel nog een concept in het hoofd van Lodewijk XIV en voor Margaretha een onaangenaam gevoel van dreiging,

Het belangrijkste familienieuws is dat de Vrouwe van Renswoude, Jacoba van Eede, is overleden. Haar man, Johan van Reede van Renswoude heeft haar haar hele ziekbed bij gestaan. Ze zijn in 1616 getrouwd, dus hun huwelijk heeft 55 jaar geduurd.

Brieffragment over het overlijden van Jacoba van Eede

wt wttrecht den
2 ockto 1671
rec: 4. dito. 16711Handschrift van Godard Adriaan

Mijn heer en lieste hartge

ick ben hier Eergisteren gekoome heb uhEd
aengenaeme vande 25 septem gevonde en gistere
die vande 29 ontfange tis mij van harte lief
te sien deselfve so wel is overgekoome ge
loofve wel uhEd vrij meer te doen vindt
als gemeent had, ick vreese het daer so
haest niet sal afloopen als men dochte
hier koomende, was de vrou van rhijnswoude2Jacoba van Eede
heel kranck die heeden merge te vijf Eure
is overleeden de heer van rhijnswoude3Johan van Reede van Renswoude is
seer bedroeft heeft geduerende haer sieckte
gestadich bij haer hEd geweest, [voorts so]

Johan van Reede van Renswoude, Paulus Moreelse, 1619. Privécollectie, afbeelding via RKD.
Jacoba van Eden, Paulus Moreelse, 1619. Privécollectie, afbeelding via RKD.

Burgemeestersverkiezingen

Wat volgt zijn de intriges van de Utrechtse burgemeesterspolitiek. In de 17e eeuw had Utrecht twee burgemeesters en een vroedschap. Je zou je kunnen afvragen waarom Godard Adriaan en Margaretha zich vanuit Amerongen bemoeien met stadspolitiek, maar de stad Utrecht had een stevige vinger in de pap in de provinciale politiek. Daarom wilden de Van Reedes in de stad een bestuur waarmee ze ook in de provincie de gewenste politiek konden bedrijven.

Voor een 21ste eeuwer is het verhaal over de burgemeestersverkiezingen lastig te volgen. Margaretha wil duidelijk dat Godard Adriaan goed op de hoogte is van het doen en laten van alle betrokken partijen. Dus de politieke vijanden én de politieke vrienden worden besproken.

Diederik Borre van Amerongen

Eén van die vrienden is Godard Adriaans ‘confrater’ en ‘buurman’ Diederik Borre van Amerongen. Buurman is kennelijk net zo’n rekkelijk begrip als ‘neef’, want er zijn behoorlijk wat kastelen dichterbij Amerongen dan Sandenburg van van Borre van Amerongen.

Godard Adriaan heeft voor zijn vertrek meerdere opvallende bezoekjes afgelegd, maar zijn bezoek aan de Heer van Sandenburg heeft volgens Margaretha in Utrecht veel jaloezie opgeleverd en ze vraagt hem om ervoor te zorgen dat die jaloezie weg genomen wordt. Overigens wil dit niet zeggen dat ze elkaar ook echt op Kasteel Sandenburg getroffen hebben, de kans is groot dat de ‘conferentie’ in het huis van Diederik Borre van Amerongen op het Janskerkhof heeft plaatsgevonden.

Brieffragment bijeenkomst bij de heer van Sandenburg

[de leuw,] kan sijn, mij is vandaech in
groote seekretesse geseijt en ock in forme
van waerschouwinge, datter seer groote
sijalosije is over de konfirensie die met
uhEd int huijs vande heer van sandenbur
is gehoude, en dit om dat het selfe heel
buijte kenisse en weete van uhEd beste en
vertroutste vreende is geschiet, sij weete
alles wat daer gepasseert is, door wien
dit wt is gekoomen sal uhEd konne nae
dencken, [so geseijt is, is dit veel oorsaeck]

Gezicht op het omgrachte kasteel Sandenburg te Nederlangbroek (gemeente Langbroek) uit het zuiden, met rechts de ommuurde voorburcht met de toegangspoort en rechts vooraan het poortgebouwtje aan de Langbroekerwetering.
Kasteel Sandenburg, onbekend, 1660-1670. Collectie Het Utrechts Archief

Everard van Weede van Dijkveld

Er zijn meer mensen die Godard Adriaan op de hoogte houden over wat er in Utrecht gebeurt als hij weg is. Eén van hen is Everard van Weede van Dijkveld. Zoon van een Utrechts burgemeester en zelf ook actief in de provinciale politiek. Ook de brieven van Godard Adriaan en Van Dijkveld zijn bewaard gebleven. Interessant is dat Godard Adriaan deze brief op 4 oktober ontvangt en dat hij op 6 oktober van Dijkveld een brief ontvangt waarin staat:

daervan de vrouwe van Amerongen selfs particulariteijten – die mij soo vreemt als onbetamelijck voorcomen – sijn wedervaeren ende aen U Ed. G. ongetwijffelt sullen sijn overgeschreven

Van Dijkveld aan Godard Adriaan 16-10-1671

Wat zal Godard Adriaan hierbij gedacht hebben? Zou hij zijn vrouw serieus genomen hebben?

In groten haast

Margaretha maakt een heel snel eind aan haar brief: ze wil nog langs bij de rouwende Johan van Reede van Renswoude. Ze blijft nog even in Utrecht, want één van de burgemeesterskandidaten, oud-burgemeester Johan van Nellesteyn, wil haar nog spreken. Daarna kan ze hopelijk weer naar Amerongen. In grote haast rondt ze haar brief af.

Brieffragment over rouwbeklag bij Johan van Reede van Renswoude

[sijn,] ick kan niet meer schrijfve gaen
so int sterfhuijs den heere van rhijns
wouden4Johan van Reede van Renswoude rou beklaechge, blijf opt
versoeck en goetvinde van somige
noch deesen dach hier om den heere
nellisteijn5Johan van Nellesteyn overt werck te spreecken
die te vier Euren bij mij komt
sal met de naeste post schrijfve
wat die seijt meen met godts hulp
merge weer naer Ameronge gaen
inmiddels blijfve

uhEd getrouwe wijff
M Turnor
met grooten haest

Gezicht bovenop de stadswal te Utrecht uit het noorden naar de Wittevrouwenpoort met in het midden de toren de Hond, links de stadsbuitengracht met de singel en het toegangshek tot de Wittevrouwenbrug en rechts de huizen aan de Ridderschapstraat, uitkomend op de Wittevrouwenstraat.
De Wittevrouwenpoort, anoniem, 1748. Collectie Het Utrechts Archief.
  • 1
    Handschrift van Godard Adriaan
  • 2
    Jacoba van Eede
  • 3
    Johan van Reede van Renswoude
  • 4
    Johan van Reede van Renswoude
  • 5
    Johan van Nellesteyn

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén