Mijn heer en lieste hartge

Tag: Belasting

Terugkeer uit Denemarken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 augustus 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft geschreven dat hij thuis komt! De vrede van Breda is getekend en hoeft alleen nog geratificeerd te worden. Margaretha is blij dat het hem goed gaat en hoopt dat God zal geven dat hij net zo gezond uit Denemarken terug zal keren. Ze rekent uit dat dat ongeveer binnen twee maanden zal zijn.

Aanhef en fragment over Vrede van Breda en thuiskomst Godard Adriaan

Ameronge den
7 Augusti 1667

Mijn heer en lieste hartge

tis mij lief wt uhEd aengenaeme van de 30 ijuli te sien
deselfs welvaerentheijt hooppe het sal
kontiniweere en wijt geluck sulle hebbe van
uhEd haest in gesontheijt weer hier te sien de
wijlle de vreede nu aenweer sijde geteijckent is131 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten
en daer niet aen defiseert2Deficieert: ontbreekt alst wtwisselen vande
ratifijkasi3Ratificatie: officiële bekrachtiging door de provinsie dewelcke op 3
weecke tijt is gegeefve maecke ick staet
uhEd in twee maende weer hier sout konne
sijn het welcke godt wil geefve ist ons
salich [dan mij ijamert uhEd op sijn weer]

Families zwaaien naar de vertrekkende schepen, op de voorgrond het verwelkomen van de teruggekeerde familieleden en geliefden. Bedrukt op achterzijde met tekst in het Nederlands.
Afscheid en terugkeer op de kust, Willem Basse, 1632 – 1634. Collectie Rijksmuseum

Drakestein in de bocht

Ze betreurt het dat Godard Adriaan bij terugkeer zo’n onaangename toestand in de Utrechtse politiek zal moeten aantreffen. Drakestein heeft het erg bond gemaakt in de statenvergadering van afgelopen dinsdag (23 juli/3 augustus 1667) zoals haar man wel in haar voorgaande brieven gelezen zal hebben. Drakestein heeft het alleenrecht van de Ridderschap om zijn eigen leden voor te dragen in de Staten verkwanseld. Zij en velen met haar begrijpen niet hoe hij nog met opgeven hoofd durft rond te lopen en hoe hij zich gaat verantwoorden naar de leden van de Ridderschap die er op dat moment niet bij waren.

Brieffragment over de verantwoording van Drakestein

[salich] dan mij ijamert uhEd op sijn
weer komste hier so veel fasgerije4gedoe sult vinde
gelijck de selfve wt mijne voorgaende met
de laeste post als wt ander briefve sult sien
ick en wel meer met mij weete niet hoe den
heer van draeckesteijn5Gerard van Reede van Drakestein sijn hooft derft op
steecken en kan bij de apsente6afwezige heere vande
ridderschap verantwoorde het geene hij
voorleedene dijnsdach tot sulcken mercke
= lijcke preesijudisi7prejudicie: nadeel, schade vant lidt vande heere Edele
heeft gedaen [wie heeft oijt gehoort datter]

Links een ronde gracht met een hek eromheen en in het midden een zeskantig kasteel met drie schoorstenen. Rechts een houten brug naar de ingang waarvan we nog net een pilaar zien. Om het kasteel heen staan bomen, in verschillende mate van uitwerking. Rechts in de verte een molen en een boerderij en helemaal in de verte een dorp met in het midden een grote kerk.
Gezicht op het omgrachte kasteel Drakestein bij Lage Vuursche (gemeente Baarn) uit het noorden, met in het midden de Slotlaan die leidt naar het dorp met de in 1657 gebouwde kerk. Anoniem, tussen 1660 en 1670. Collectie Het Utrechts Archief

Geduld

Er worden nog wel reparatiepogingen op touw gezet. Rodenburg is naar Den Haag om te kijken of de oude van Reede van Renswoude iets kan betekenen. En het feit dat niet de hele ridderschap op de hoogte was gesteld maakt de gang van zaken misschien ongeldig. Margaretha weet zeker dat als Godard Adriaan thuis zou zijn geweest dat het nooit zo ver zou zijn gekomen. Maar ja, je moet doen wat mogelijk is, maar bij dat wat je niet kan tegen houden moet je geduld oefenen.

Brieffragment over geduld uitoefenen

[wel belooft ock wel te sulle blijfve,] ick ver
trou vastelijck waer uhEd hier geweest het
so verde niet gekoomen sou hebbe, nu mijn
hartge men moet noch al doen wat mogelijck
is en dat me dan niet belette kan paesijensi8patiëntie:geduld
hebbe,[ ick heb uhEd voor dees geschreefve de]

De personificatie van Geduld zit midden in een landschap op een steen met een kruis in de handen. Om haar heen staan verschillende monsters. Rechts een dode holle boom, waarin monsters dansen en waarop een nar en een vrouw zitten. In de rivier bevinden zich verschillende monsters. Aan de overzijde van de rivier een monster bestaande uit een eierdop met hoofd, armen en benen. Uit de gebroken dop komt een man tevoorschijn, uit wiens rug een dode boom groeit. Onder de voorstelling een verklarende tekst in het Latijn: patientia est malorum quae aut unferuntur aut accidunt cum aequanumutate perlatio
Geduld, Pieter van der Heyden, naar Pieter Bruegel (I), 1557. Collectie Rijksmuseum. Tekst onder tekening: Geduld is slecht als het een ongeluk heeft opgeleverd

Verrekening

In deze brief is ook weer plaats voor eigen zakelijke onderwerpen. De opbrengst van de prebenden- en prelaturenhandel kan ze goed gebruiken, want ze heeft na veel ‘hacketacken’ met de erfgenamen van Teus Joosten een deel van het grondstuk ’t Zand (waarschijnlijk het huidige straatje Zandvoort in Amerongen) gekocht voor zevenduizenddriehonderd gulden, deels betaald in Rozennobels. Met de inkomsten die Godard Adriaan, hoopt ze, zal overhouden aan de missie naar Denemarken, zouden ze dan hun andere schulden kunnen betalen.

Brieffragment over inkomsten en uitgaven

[en voor de prelatuerschap sesduijsen guld sal krijgen,]het derde
part vant sant9’t Zand, wrsch. Zandvoort, bij Amerongen heb ik gisteren naer veel hackentackens10Hakketakken: gekibbel, onenigheid
vande erfgenaeme van teus jooste voor de som van
seevenduijsent gul daerenboove vier roose noobels11Rozenobel: een van oorsprong Engelse munt. Het is een gouden nobel (munt) met een roos erop, vandaar rozenobel. Komt in het laatste kwart van de 16e eeuw naar Nederland, maar verdwijnt in de 17e eeuw. , en de
50 ste penin12De 50ste penning was een belasting over alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn. en schrijf loon13Schrijfloon: Vergoeding aan de klerk. so dat het saeme ontrent
de seevenduijsent drije hondert gulde sal bedragen ick
maecke staet dit wt de peninge vant prelatuerschap
en vande proofve te betaelle, hoope op uhEd weerkom
=ste de selfve de goetheijt sult hebbe van toe te laeten
dat wij wt de konkeste14Conquest: Letterlijk Verovering. Ook Aangewonnen bezit of Vermogensaanwas. Dit laatste in de algemene taal, mogelijk min of meer scherts die uhEd bij deese reijs of komissie
meucht gedaen hebbe onse verdere schulde moogen
betaellen, [waertoe de heer almachtichsijnen godlijcke]

Gouden munt. Voorzijde: gekroonde staande vorst met zwaard in schip met voor zich Utrechts wapenschild (zonder hartschild), op scheepsromp roos. Keerzijde: in veelpas gebloemd kruis met in het hart roos, waaruit zonnestralen, in hoeken leeuwtjes met kroon.
Utrechtse rozenobel, Provincie Utrecht, 1590 – 1600. Collectie Rijksmuseum

Koortsige min

Zoon Godard is weer naar zijn legeronderdeel. Met zijn vrouw gaat het buitengewoon goed en met hun dochter ook. Helaas heeft de min, de vrouw die aan het kind de borst geeft omdat Philippota dat zelf niet doet, koorts gekregen. Dat gaf nogal paniek. Waarschijnlijk omdat het niet eenvoudig is om snel alternatieve voeding voor een pas geboren baby te regelen. Margaretha hoopt maar dat het snel weer over is. De moeder van Philippota is ondertussen weer naar Arnhem vertrokken en Philippota zal met de volgende post zelf aan Godard Adriaan schrijven.

Brieffragment over min, schoondochter en kleinkind en afsluiting

[seegen wil verleenen,] de heer van ginckel is weer op sijn
randevoes15Rendez-vous/Rendevous: Een geordonneerde of bestemde plaats, de vrou van ginckel is de heer sij gedanckt on
gemeen wel het kint van gelijcke maer de mine heeft
de koorts dat hier Een heelen alarm geeft hoope het
niet lan sal dueren, de vrou van middachte16Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota is weer
naer Aernhem, onse dochter die haeren ootmoedigen diens
aen uhEd preesenteert sal met de naeste post schrijfve
ondertusche blijfve ick

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners
M Turnor

Pop, voorstellende de min, gekleed in Waterlandse dracht, een strak geel satijnen rijglijf met lange mouwen, een zwart 'kletje' over de schouder en een kuitlange zwarte rok van wollen keper stof, waarover een wit linnen schort. Ze draagt een baby in witte lakens met kant.
Pop, voorstellende de min, anoniem, ca. 1676. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    31 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten
  • 2
    Deficieert: ontbreekt
  • 3
    Ratificatie: officiële bekrachtiging door de provinsie
  • 4
    gedoe
  • 5
    Gerard van Reede van Drakestein
  • 6
    afwezige
  • 7
    prejudicie: nadeel, schade
  • 8
    patiëntie:geduld
  • 9
    ’t Zand, wrsch. Zandvoort, bij Amerongen
  • 10
    Hakketakken: gekibbel, onenigheid
  • 11
    Rozenobel: een van oorsprong Engelse munt. Het is een gouden nobel (munt) met een roos erop, vandaar rozenobel. Komt in het laatste kwart van de 16e eeuw naar Nederland, maar verdwijnt in de 17e eeuw.
  • 12
    De 50ste penning was een belasting over alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn.
  • 13
    Schrijfloon: Vergoeding aan de klerk.
  • 14
    Conquest: Letterlijk Verovering. Ook Aangewonnen bezit of Vermogensaanwas. Dit laatste in de algemene taal, mogelijk min of meer scherts
  • 15
    Rendez-vous/Rendevous: Een geordonneerde of bestemde plaats
  • 16
    Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota

Ambassadeursroddels en geldnood

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 14 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De bekende tienduizend gulden is weer waar Margaretha haar brief begint. Weer is er geen vooruitgang te melden. Waarom ze er dan toch over blijft schrijven? Om Godard Adriaan op de hoogte te houden natuurlijk en om te laten zien dat ze hard werkt om betaald te krijgen. Het moet voor Godard Adriaan wat geweest zijn: iedere brief van vrouwlief die hij kreeg begon met steeds hetzelfde slechte nieuws. Toch fluit Godard Adriaan Margaretha hier kennelijk niet over terug, zoals hij dat bij andere zaken waar Margaretha iets te uitgebreid over doorging wel deed. Schijnbaar is dit onderwerp van groot belang voor hem. Begrijpelijk wel, het is tenslotte zijn salaris.

Eerste pagina van de brief
Brieffragment over verdubbeling van schuld

Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 7 deeser heb ick ontfange,
de state van hollant sijn vergadert, den ontfa
wt den boogaert1Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard wort hier verwacht die de raet
pensionaris2Raadspensionaris Gaspard Fagel belooft heeft te sulle spreecke
weegens onse betaeline van de bekende tien
duijsent gul, ick wacht daer op met het
versoecke van weer Een ordinansi, vrees
=sende dat als ick die weer versoecke sij noch
difisielder sulle weesen om deese te behaelle
maer so haest ick hoore wat hoop den ontfanger
mij tot de betaeline van deese geeft sal ick
weer Een versoecke, het gelt is niet te krijge 
uhEd sou niet geloofve hoe slecht het met de
betaelline gaet, en hoe scherp se overde be=
=taeline vande schattine maene, ick meende
en wist niet beeter of had met de betaelin
van de Eerste kapitaele leenin overt ijaer 1673
voldaen, en nu van weeck sendense mij wees
Een deurwaerder om de tweede kapijtaele
leenine overt selfve ijaer bine 24 Eeure

op peene van Een dubbelde som te moete betaele
het welcke ick dan weer voorde tweede mael
betaelt heb ter som van 200f, [int begin]

Salaris krijgt Godard Adriaan niet maar leningen moeten wel terugbetaalt worden. Zo was er van de week nog een deurwaarder langsgekomen die geld wilde. Had Margaretha hem niet afbetaald, was het bedrag als straf verdubbeld. Heel de Republiek is in geldnood en iedereen moet moeite doen om rond te komen. Zo ook de Staten-Generaal: de eerder aangekondigde honderdste penning moet in augustus weer betaald worden, net als de belasting op onroerende goederen.

Echter, niet iedereen heeft zin om dit te betalen wanneer de betalingen aan het leger zo slecht lopen en het geld daarnaast gestopt gaat worden in het versterken van steden die dan na tien of elf dagen toch wel in de handen van de vijand vallen. Het pessimisme zit er goed in bij de bevolking.

voor waer niet hoet gaen sal, so onwillich
worden de liede alse hoore dat de betaelin
so slecht voor de meeliesie gaet en dat de
steede die so veel van fortifiseere koste
en van alles so wel versien sijn so in 10
a 11 daege over in hande vande vijant
gaen, men derft niet segge maer se roepe
seer over de spaense, de heer almachtich
weet alles, met de naeste post sal ick
uhEd de meemoorije vande mij laest ontfan
gene twee duijsent gul sende op dat deself
kan sien wat ick daer van heb betaelt
so ick hier geen gelt ontfan weet ick geen
raet het wort tijt om alderhande provijsie

De geldnood heeft ook nog een ander nadelig gevolg: Margaretha kan niet op tijd voorraden voor de winter in slaan. Met name hout en turf zijn duur geworden. De constante regen is slecht voor de turf en heeft ook nadelige gevolgen voor het hooi. Margaretha vraagt zich af waar de ruiters nog hooi voor hun paarden vandaan zullen halen, wanneer er zo veel hooiland onder water staat en de regen de rest verpest. Het blijkt weer eens dat de Hollandse Waterlinie zowel een zegen als een vloek is.

Brieffragment over voorraad

[voorde winter te doen] turf en hout is seer
dier ten doet niet als reegenen dach op dach
dat niet goet opt hoeijhooi of turf is, soot so
voort gaet weet ick niet waerse hoeij voor
de ruijters sulle haelle, daer staet so veel
hoeij lant onder water en dat drooch leijt
wort vande reegen bedurfven, [sijn hoocheijt]

Het staatse leger trekt uit

Dat er hooi nodig is voor paarden mag blijken uit de rol die de ruiterij heeft gekregen van Stadhouder Willem III: ze zijn de Langstraat in gestuurd, een gebied tussen Breda en de Meierij van Den Bosch. Willem III is bezig met het formeren van een leger in het zuiden van Holland maar helaas is hij niet de enige die daarmee bezig is. Ook de Fransen zijn bezig met de voorbereidingen van snode plannen: menig takkenbos wordt naar de stad Woerden gesleept met een onduidelijk doel. In Utrecht zijn de Franse plannen een stuk duidelijker: daar willen ze simpelweg driehonderdduizend gulden van de inwoners hebben. Alsof het niets is…

Brieffragment over Willem III op de Langstraat

[wort vande reegen bedurfven,] sijn hoocheijt
doet vast Een leeger formeere so men seijt
gaet onse ruijterij s naer de langestraet3De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
derworde ock veel scheepe geprest4Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen., de heer
almachtich wilt voorneeme seegenen,
te woerde seijt me dat ock groote preepe
raesie gemaeckt worde datter meenichte
vande tackebosse gebrocht sijn die wel Eens
so lan als ordinaerise5Ordinaris: Gewoon(lijk), ick vreese sij alweer
wat voor sulle hebbe, tot de vreede seijt me
dat gans geen apreehensie6Apprehensie: Bevatting / besef hebben van is. Kan ook beducht, bezorgd betekenen. De context is onduidelijk, de heer wil ons
bij staen te wttrecht willense weer drijmael
hondert duijsent gul vande inwoonders hebbe
en dat voor kontrebuijsie over de maende
van meij en ijuini lestleeden, [de heer van]

Antieke topografische kaart van West-Brabant, destijds onderdeel van het gewest Holland met daarop de cultuur-historische regio's te zien. Links op de kaart ligt de Baronie van Breda, dan de Langstraat, dan het Land van Altena en vervolgens een deel van het gewest Gelderland.
Kaart van “Hollandiae pars meridionalior vulgo Zuyd-Holland” (met aanduiding van De Langstraat: Baardwijk, Waalwijk, Besoijen, Sprang, Vrijhoeve, Capelle, Waspik), z.j. Auteur: Nic Visscher. Via Streekarchief Langstraat Heusden Altena. Links groen is de Baronie van Breda, het roze midden onder is het Land van Altena en het witte daartussen is de Langstraat.

Diplomatieke rivaliteiten

Er heerst geldnood, de oorlog woedt door en het leven is onzeker maar ondanks al deze narigheid neemt Margaretha toch nog even de tijd voor roddels over Godard Adriaans rivaal, ambassadeur Daniël Oem van Wijngaarden, heer van Werkendam. De rivaliteit – van Margaretha’s kant tenminste – is al een tijdje gaande: al in maart 1672 schreef Margaretha over hem in weinig positieve bewoording en met enige jaloezie. Werkendam mocht namelijk een koets, zijn vrouw en een stel dienaren meenemen op missie naar Denemarken. Destijds was Werkendam al ambassadeur extraordinair terwijl Godard Adriaan nog maar ambassadeur ordinaris was.

Schandalig dus. Het laatste bericht over Werkendam was weinig positief: hij heeft een rommeltje gemaakt van zijn opdracht. Toch is Werkendam nu nieuwe eer ten dele gevallen: hij is door de Deense koning Christiaan V benoemd tot baron en is geridderd. Gelukkig niet tot de orde van de olifant merkt Margaretha op. Godard Adriaan is sinds 1660 ridder in deze orde die de hoogst mogelijke ridderorde in Denemarken is. Heeft hij toch nog een stapje voor op Werkendam.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden

[van meij en ijuini lestleeden,] de heer van
rhijnswou7Johan van Reede van Renswoude gistere bij mij sijnde seijde gehoort
te hebbe dat den heer van werckendam8Daniël Oem van Wijngaarden vande
koninck van deenmercke9Christiaan V was baron ge
=maeckt en Een ordere had bekoomen
dan geloofde niet het die vande oliphant was

Om de situatie nog wat spannender te maken: Werkendam heeft deze buitenlandse titel ontvangen zonder dat de machthebbers in de Republiek hier iets van wisten. Dat nemen ze Werkendam uiteraard kwalijk en Margaretha lijkt hier nogal van te genieten. Of er daadwerkelijk gevolgen zullen volgen is onwaarschijnlijk maar het is toch wel licht vernederend voor Werkendam. Het zijn de kleine pleziertjes in het leven die er toe doen…

Vervolg Daniel Oem van Wijngaarden

en dat hij dit buijten kenisse van den staet soude aengenoome
hebbe, het welcke sijn hEd meende seer qualijck soude
genoome worde, hij staet hier noch niet wel datter geen
goet toe sal doen, dan hij moet sijn doen verantwoorden,

Twee griffioenen houden een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij.
Detail van de plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen.

Troepen in beweging

Het lijkt er wel op dat niet alleen de ruiterij van Willem III zich nabij Den Bosch bevindt: zoon Godard van Ginkel schrijft dat de Franse voorhoede al nabij Heeze en Leende is. Een oogje houden op Heeze en Leende is belangrijk aangezien daar Godard Adriaans nichtje en haar man dame en heer zijn. Veel schrijft Van Ginkel er blijkbaar niet over: de Franse troepen lijken zonder veel problemen te zijn gepasseerd. Wat er verder volgt is iets wat enkel God weet – en Margaretha in haar volgende brieven natuurlijk.

Brieffragment over de Fransen bij Heeze en Leende

so komt Een brief vande heer van ginckel wt gorckom die schrijft
daer advijse10Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel te sijn dat de franse weer afkoome en de voor
troepees al hees en leen11De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant. gepasseert waeren so dat me gelooft
sij noch Eits sulle atenteere12Attenteren: ondernemen waert hem nu weer gelde sal
vrees ick dat mij haest sulle hooren de heere wil ons bij staen 
en bewaeren, inwiens heijlige bescherminge w uhEd be=
veelle, blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard
  • 2
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 3
    De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
  • 4
    Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen.
  • 5
    Ordinaris: Gewoon(lijk)
  • 6
    Apprehensie: Bevatting / besef hebben van
  • 7
    Johan van Reede van Renswoude
  • 8
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 9
    Christiaan V
  • 10
    Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel
  • 11
    De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant.
  • 12
    Attenteren: ondernemen

Leve de belastingbetaler!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 30 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft Margaretha een kopie van een door hem verzonden brief mee gestuurd. Aan wie die gestuurd is en wat er precies in staat weten we niet, maar het heeft te maken met zijn demissie1Demissie: ontslag. Margaretha heeft de brief gelezen en is benieuwd naar het antwoord. Ze geeft haar man, uiteraard, groot gelijk.

De geworven troepen

Het Regiment Baron van Reede is nog op weg naar de Republiek. Margaretha zal blij zijn als het er eenmaal is, want dan kan Godard Adriaan zich ontheffen van die belangrijke, maar vooral prijzige taak. De legerkosten werden in eerste instantie door de eigenaars van de regimenten betaald. Het lijkt of Margaretha er een beetje zenuwachtig van wordt: het gaat om zo veel geld dat Godard Adriaan moet verantwoorden. Wat nou als hij het zelf om wat voor reden dan ook niet kan? Dan zouden Margaretha en haar zoon helemaal afhankelijk zijn van Godard Adriaans secretaris Isaäc de Blanche. Margaretha kijkt dagelijks naar de wind of die gunstig genoeg om de troepen vanuit Hamburg naar de Republiek te zeilen.

Eerste brieffragment regiment Van Reede
Tweede brieffragment regiment Van Reede

[ontmoet en geseijt wort,] sal wel blijde sijn alst
gewerfvene volckere hier int lant sulle weesen
en uhEd hem sal konne deschersgeere2Dechargeren: ontheffen van so Een
notabele some gelts die deselfve heeft te ver=
antwoorde, bij leefven of sterfve ick of onse soon
soude het teenemael wt blaensche3Isaäc de Blanche moeten hebbe
om te verreeckene, wil hoope en godt bidde

uhEd het selfver ingesontheijt sult konne verEffene
, ick sien dagelijcks naer de wint die noch al kon
=traerije blijft omt volck van hamburch af te sende

Een gravure met links twee fluiten vanaf de achtersteven gezien, en rechts een fluit van voren gezien. Rechts vooraan vaart een groepje mannen in een sloep. De boten zijn wel op getuigd, maar de zeilen zijn gestreken.
Hollandse fluiten (Naues Mercantoriæ Hollandicæ, vulgo VLIETEN), Wenceslaus Hollar, 1647. Collectie: The Met, New York

Toch nog een keer Schooneveld

De winst van onze vloot bij de Tweede Slag op het Schooneveld is kennelijk toch niet onbetwist. Maar Margaretha is stellig: de overwinning ligt bij ons. De Engelse vloot is gehavend terug naar Chatham gevaren. Een aantal van onze schepen zijn ter controle naar de monding van de Thames gevaren, maar zijn nu weer terug op het Schooneveld.

Interessant is haar overweging waarom ‘we’ gewonnen hebben: de onzen hebben met de meeste orde van de wereld gevochten en de vijand heeft het omgekeerde gedaan. De chaos was daar zo groot dat met de grootste verwarring door elkaar voeren. Men vindt zelfs dat ze de afstraffing verdiend hebben.

Brieffragment over de tweede slag bij schooneveld

,dat d Engelse segge sij de vicktoorije te see soude gehadt
hebbe is mis en blijcklijck genoech dat die volckoome
aen onse kant is geweest want sij seer gedevaeli
seert4Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) de see hebbe moete verlaeten en sijn naer
de reevier van londe tot voor schattam5Chatham geseijlt
onse scheepe die tot inde voorseijde reevier sijn geweest
sijn weer tot schoonevelt in heel goet postuer6Posturen: een goed figuur maken , den
Admirael de ruijter is de heer sij gedanckt heel
wel gelijck al onse hooft ofisiers, donse hebbe
met de meeste ordere vande werlt gevochten daer
de vijant kontraerij heeft gedaen en so deesorde
derlijck datse met de meeste konfusie7Confusie: verwarring door
Een hebbe geslage, ijae so dat sij alle so geschreefe
wort gemeerijteert8Meriteren: verdienen hebbe gestraft te worden,

Foto met twee rijen slagschepen van achteren gezien. Links de Hollanders, Rechts de Engelsen.
Still uit de film Michiel de Ruyter (Roel Reiné, 2015). Hier vechten zowel de Hollanders als de Engelsen nog ordentelijk.

De blije belastingbetaler

De militaire overwinning op zee heeft wel een voordeel: iedereen betaalt zonder morren de honderdste penning (vermogensbelasting). Mensen betalen zelfs te vroeg! Margaretha staat te kijken van de hoeveelheid geld die binnenkomt.

Eerste brieffragment over het betalen van belasting
Tweede brieffragment over het betalen van belasting

[gedocht dat men ondert volck sou devulgeere ,] uhEd sou
niet geloofve wat Een vreuchde en kontentement
deese vicktoorije onder de gemeente heeft veroor
saeckt

men siet het int geefve en betaelle vande honder
=sten peninck die nu int begin van ijuli moet
betaelt worden, tis ongelooflijck hoe de lieden
die alreets betaelle en wat en gelt der te
kantoor gebrocht wert, so dat deese vicktoorije
noijt beeter te preepoost heeft konne koomen
de heer almachtich wil ons liefve vaderlant
voort seegenen, inwiens heijlige protexsi uhEd
beveelle en blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

[het geene de
luijckse briefve]

Op de afbeelding een kantoor met overal papier en mensen. Links zit een deur waardoor iemand heel voorzichtig binnen komt. Naast de deur staat een man met zijn hoed in de hand te wachten voor hem ligt allemaal papier op de grond. Links achter zit iemand achter een tafel vol papier te schrijven. Achter hem een volle kast met allemaal bundels papier en hangende zakken. Rechts een vergelijkbare tafel, maar daarachter staat een man die mensen te woord staan. Aan de wand achter hun een plank vol papier en hangende zakken. Voor de tafel rechts staat een groepje mensen te wachten. Ze hebben allemaal hun hoed in de hand. Een vrouw zoekt in haar tas, terwijl ze een mandje eieren aanreikt aan een man die vooraan staat. Een andere man draagt een geplukte kip over zijn arm.
De boerenadvocaat/het belastingkantoor, (naar) Pieter Breughel de jongere, 1615-1622. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort

Afgeschoten been

Na dit einde in majeur, nog een PS in mineur: er is nieuws uit Maastricht. Het schijnt dat de zoon van Johan van Gent, Adriaan, bij een uitval zijn been is kwijt geraakt. Als het waar is, spijt dat Margaretha zeer.

Naschrift over de zoon van de heer van Gent

[uhEd getrouwe wijff
M Turnor]

het geene de
luijckse briefve
vant belech van
Maestricht segge
sal uhEd wt dees vande heer
van ginckel sien waer toe
mij reefereere, hier is Een
roep dat de heer van oosterwee9Adriaan van Gent
outste soon vande heer ijan van gent10Johan van Gent
die binne Maestricht is in Een
wtval sij Een been sou afgeschoote sijn, daerme
geen seeckerheijt van kan hebbe, soot waer is jam
mert mij seer

Houten beeldje van een man die op het rechterbeen staat en leunt op twee krukken; het pijnlijk vertrokken gelaat is naar rechts gewend. Over een kapje draagt hij een grote pelgrimshoed, waarvan de opgeslagen rand een schelp tegen twee kruiselings geplaatste pijlen vertoont. Zijn haveloze, niet geheel definieerbare kleding bestaat o.a. uit een buis met gerafelde mouwen en dito broek. Aan het been zit een afgezakte kous en aan de voet een muil. Om zijn nek hangt een grote tas, waarvan de inhoud door een gat naar buiten steekt; om het middel een riem, waaraan een messchede(?).
Bedelaar met houten been, anoniem naar Jacques Callot, ca. 1625 – ca. 1700. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Demissie: ontslag
  • 2
    Dechargeren: ontheffen
  • 3
    Isaäc de Blanche
  • 4
    Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend)
  • 5
    Chatham
  • 6
    Posturen: een goed figuur maken
  • 7
    Confusie: verwarring
  • 8
    Meriteren: verdienen
  • 9
    Adriaan van Gent
  • 10
    Johan van Gent

Zeeslagen en geldnood

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief meldde Margaretha dat er schoten gehoord waren. Helaas moet ze deze brief meedelen dat het net zo plotseling als het begon weer opgehouden is. Men dacht dat de vloten weer een zeeslag leverden, maar het laatste nieuws is dat het bij een slag gebleven is, die we gewonnen hebben. En daar heeft ze God voor gedankt.

Brieffragment over het schieten

rec.1Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen 20 Junij in Hamburgh2Handschrift van Godard Adriaan

haech den 16
ijuin 1673

Mijn heer en lieste hartge
het viement3Ook wel vehement: hevig schiete dat men bij mijne laeste seijde
weederom gehoort te sijn en men meende
de scheeps vlooten voor de tweede mael aen malka
=nderen waeren is op Een onseecker segge
teenemael verwdweene en ist tot noch toe
bijt eerste slaen gebleefve, daer bij wij volgens
mijne voorgaende de avontaesge4Avantage: voordeel hebbe gehadt
daer godt voor gedanckt moet sijn, [ick had volge]

De beruchte 10.000 guldens

Na het spannende nieuws over de zeeslag gaat de brief weer over op de orde van de dag. Een groot deel van deze brief wijdt Margaretha namelijk aan haar pogingen om de vergoeding van 10.000 gulden voor Godard Adriaans werk te krijgen. Er zit nog steeds weinig schot in. Na al haar eerdere pogingen om de raadpensionaris en de griffier te spreken heeft ze nu besloten om haar doel op een andere manier te bereiken. Ze is de individuele gecommiteerden van Holland gaan benaderen.

Ze krijgt behalve medeleven weinig los. De heer van Asperen brengt het onderwerp nog op in een vergadering maar komt terug bij Margaretha met het harde antwoord dat er gewoon geen contant geld te vinden is in het land om haar te betalen. Al het geld wat de Staten-Generaal binnen krijgt stroomt meteen weg naar het leger en alle andere zaken die betaald moeten worden.

Eerste brieffragment over de 10000

[daer godt voor gedanckt moet sijn ,] ick had volge
toe seggine en belofte vande ontfanger wtdenboo
gaert gemeent gelt te krijge maer in plaets van
dat laet hij mij schrijfve wel tienduijsent gul ind 
post van defroijemente5Defroyement: onkostenvergoeding over betaelt te hebbe over
sulcks mij niet Een stuijver kost geefve tenwaere
de heere gekomiteerde rade Een Exstroordinarise
subsidie hem liete toekoome hetwelcke ick bij
moste versoecke, daer ick nu deese heelle weeck
van smergens te ses Eure tot savonts toe
om op de been ben geweest, en verscheijde heere
over heb gesproocke den r p6Gaspar Fagel, raadspensionaris is hoe vroech of
laet ick koom niet thuijs te vinde of als hij
al thuijs is doet hem Exskuseere en niet aen

Tweede brieffragment over de 10000
Derde brieffragment over de 10000

te treffe voor al die ick heb konne spreecke
sijnde geweest den heer van Asperen7Philip Jacob van den Boetzelaer den heere
tulp van Amsterdam8Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag den heere van nael
twijck van dort9Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk, uit Dordrecht den heere van gorckom10Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet.
gaefve mij alle seer beleefde woorde en seijde
haer best te wille doon, maer seijde alle en
voornaemlijck Asperen en tulp vrij wat ronder
wt11Vrij wat ronder uit: ronduit dat niet moogelijck is voor hollant ver
midts dandere provinsie niet betaelde het
te konne op brenge12Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart dat sij haer beste soude doen
en alst niet weesen kost dat hij tup13Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn hoopte
en versocht ick alsnoch paesijensie soude
hebbe, waer op ick alles reeplijseerde14Repliceren: antwoorden wat
tot ons Erlange15Erlangen: verwerven, verkrijgen diende, nu ben ick gistere
avont weer bij den heer van Asperen gewee
weest om te hoore wat daer dien merge in
was gedaen also hij aengenoomen had
het inde vergaderin voorte brenge, het
welcke hij seijde gedaen te hebbe, maer
ock hoewel alde heere ons geneegen waer
het niet moogelijck was alsnoch Eenich
gelt te geefve, datter so veel koste aent lant
gedaen wierde dat al kontant gelt most sijn
dat niet moogelijck was langer op te

brenge, [seijde ock met de r p daer over gesproocke]

7 mannen met ontblote hoofden en witte kragen staan over een naakte dode man met een lendedoek gebogen. Rechts staat een man (dr. Tulp) met een hoed op en een bescheidener kraagje. Hij heeft in zijn rechterhand een schaar waarmee hij een pees of spier in de opengelegde linkerarm van de dode man wil doorknippen.
De anatomische les, Rembrandt van Rijn, 1632. Collectie Mauritshuis Den Haag

De terugkeer van Godard Adriaan?

Het zijn niet enkel de financiën die stroef lopen, ook de terugkeer van Godard Adriaan blijft maar spaak lopen. Dit keer met een wel heel erg unieke reden: Godard Adriaan heeft helemaal niet verzocht om naar huis te komen!

Tenminste, dat is wat de heer Van Asperen Margaretha probeert te vertellen. Wat een klinkklare onzin! Het is inmiddels al vier maanden geleden sinds Godard Adriaan een bericht aan Willem III stuurde met de vraag of hij terug mocht komen. Dat dat nog steeds niet gebeurd is, is wel heel raar aangezien van Asperen ook vertelt dat Godard Adriaans verblijf in het buitenland nogal duur aan het worden is en het niet zeker is of de Republiek het wel kan betalen. Het is toch ook van de zotte! Deze redenering gebruikten Margaretha en Godard Adriaan maanden eerder om de Staten-Generaal en Willem III ervan te overtuigen om Godard Adriaan terug te laten komen en toen moest hij nog op zijn post blijven.

Duidelijk is hier iets fout aan het gaan in de bureaucratie, maar waar? En hoe is het op te lossen?

Brieffragment over de thuiskomst van Godard Adriaan

[brenge,] seijde ock met de r p16Gaspar Fagel, raadspensionaris daer over gesproocke
te hebbe die van gelijcke seijde dat ick noch Een
nige tijt paesijensie moste hebbe, of hij heer
van Asperen verder met de heer r p onsent
weege had gesproocke of niet is mij onbekent
maer seijde mij ick moet v17Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd… inkonfidensie
segge dat ick vrees de heer van Ameronge
langer wt sal blijfve als wij hem sulle
konne betaelle, wij sijn verwondert dat
hij niet versoeckt thuijs te koome waer op
ick antwoorde uhEd het selfve al over
4 maende versocht hadt en so aen sijn hooch
als aenden staet, dat ickt selfve wt uhEd
naem noch booven de briefve die uhEd daer
over had geschreefve aen sijn hoocheijt hadt
versocht en tot antwoort bekoome dat het
doen noch niet kost weesen, hem teegemoet
voerenderen dat uhEd sonder gelt niet buij
=tens lants koste sijn, dat ick dewijlt weese
most noch wel Een korte tijt paesijensie soude
hebbe maer badt hij toch sorch wilde drage
mij die ordinansi mocht worde voldaen het
welcke mij belooft heeft, ick sal met laete
aen te houde en sien daer van voldaen te
worde maer hoet in toekoomende sal gaen
weet ick voorwaer niet, vrees sij difukulteij

Een rechthoekig schema van veren en bewegende metalen staafjes. Die worden aangestuurd door een sleutelgat in het midden en zorgen er voor dat er metalen staven aan de zijkant uitzetten in de zijkanten van de kist.
Ontwerp voor het sluitsysteem aan de binnenkant van het deksel van een geldkist, anoniem, ca. 1680 – ca. 1740. Collectie Rijksmuseum.
(Het kan ook de route kaart zijn die Margaretha moet volgen om geld uit betaald te krijgen voor het werk van haar man)

Krappe kas

Die krappe kas waardoor Godard Adriaan niet betaald kan worden, leidt ook bij de milities tot problemen. De pagadoors krijgen geen geld meer en dus worden de soldaten niet meer betaalt. Het lijkt wel of de Republiek failliet dreigt te gaan.

Om dit tegen te gaan hebben de Staten van Holland besloten om de 100e penning en 200e penning weer te gaan innen. Meer vermogensbelastingen dus. Dit was in januari ook al gebeurd en het bleek toen redelijk goed te werken. Hoe hoog de inkomsten deze keer zullen uitvallen is een beetje een raadsel want de waarde van goederen in Holland is ingestort sinds de oorlog begonnen is. Uit andere gewesten zal weinig tot niets gaan komen, deze zijn nog steeds bezet door de Fransen.

Brieffragment belastingen

sulle maecke ordinansi te passeere, ick kan segge dat
van ijder hoor der groote schaersheijt van gelt is, hoe
het noch met de betaeline vande meliesi salsgaen vreest 
men seer, de meeste pagadoors18Pagador: betaler wildender weer wt
scheijde, men heere van hollant sijn vergadert en
beesich om weer den 100 ste penin in gift en den
200 pen19200ste penning: Vermogensbelasting bij forme van kapijtaelle leeninge in te
willge hoe dat gaen sal weet ick niet de liede
trecke hier in hollant de meeste niet en dandere
heel weijnich van haer goet20Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…, Een vreede diende ons
best tis uhEd niet te schrijfve hoet hier is, [uhEd]

Interieurscène met schrijvende man aan een lessenaar; links een openstaande geldkist en een wachtende man; rechts een deur met in de omlijsting een familiewapen. Boven op een bal een maatverdeling in voeten(?).
Interieurscène met schrijvende man aan een lessenaar naast een openstaande geldkist, Abraham van Strij (I), 1763 – 1826. Collectie Rijksmuseum

De grote mond van Welland

Margaretha’s brief eindigt met een klein nieuwtje over neef Welland: hij is de oorzaak van zijn eigen ongeluk. Zouden zijn avances bij Juffrouw van der Wijlle mislukt zijn misschien? Wat hij precies gedaan of gezegd heeft schrijft Margaretha niet maar haar conclusie is niet mals. Als hij nu maar had geluisterd naar wat zij van de winter zei…

Brieffragment over neef Welland

[het selfve toch wel te overdencke ,] wat de heer
van wellant aengaet die is selfs vrij wat oorsaeck
van sijn ongeluck met sijn mont niet te konne snoere
dat ick hem deese winter genoech vermaent en ge
seijt heb uhEd sou niet geloofve hoemen sien moet
wat en waermen Eits seijt, ick wenste uhEd alles
wist maer kant so niet schrijfve, hiermeede
blijfve
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

P.S. Victorie!

Begint Margaretha haar brief nog met een aarzelende mededeling, de ps begin ze met een opgelaten kreet van blijdschap! De genade Gods waar ze eerder om smeekte is gekomen en de Republiek heeft de Tweede Slag bij Schooneveld gewonnen! De precieze details zijn nog wat vaag omdat het nieuws zo vers is maar één ding is voor Margaretha zeker: deze grootste overwinning zal bijdragen aan de vrede waar iedereen al zo lang naar smacht.

Brieffragment over de tweede slag bij schooneveld

p s so aenstonts kome briefve van luijte Admi
tromp21Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp wt onse vloot hoe dat de selfve
weer slaechs sijn geweest gelijcke uhE
wt de kopije daer van hier neffens geaende
kan sien wij konne godt niet genoech
dancke voor sijne genade, maer is be
=droeft donse door gebreck vande kruijt het
welcke men voor de gemeente22Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. versust
weer naer schoonevelt moste keere
so schijnt hebbe donse noch moet omse
noch Eens aen te legge, tis voorwaer
Een groote vicktvorije voort lant
nu heeft men hoop om t in korte
tot Een goeije en gewenste vreede
te geraecke het welcke ons dien
groote godt wil geefven inwiens
heijlige bescherminge uhEd beveelle

Gravure met een scheepsslag. Verschillende schepen liggen in groepjes bij elkaar, zo nu en dan zie je scheve masten, rookwolken en vooraan ligt een zinkend schip.
Tweede Victorieuse Zee-slag, door de Nederlanders tegen de Franse en Engelse Zee-machten bevochten, den 14 Iuny Ao. 1673, Anoniem, 1673. Collectie: British Museum
  • 1
    Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen
  • 2
    Handschrift van Godard Adriaan
  • 3
    Ook wel vehement: hevig
  • 4
    Avantage: voordeel
  • 5
    Defroyement: onkostenvergoeding
  • 6
    Gaspar Fagel, raadspensionaris
  • 7
    Philip Jacob van den Boetzelaer
  • 8
    Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag
  • 9
    Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk,
  • 10
    Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet.
  • 11
    Vrij wat ronder uit: ronduit
  • 12
    Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart
  • 13
    Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn
  • 14
    Repliceren: antwoorden
  • 15
    Erlangen: verwerven, verkrijgen
  • 16
    Gaspar Fagel, raadspensionaris
  • 17
    Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd…
  • 18
    Pagador: betaler
  • 19
    200ste penning: Vermogensbelasting
  • 20
    Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…,
  • 21
    Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp
  • 22
    Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt.

Geen man, geen geld, geen hoop op vrede

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 31 maart 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 april 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Wat is Margaretha bedroefd dat haar man nog zo veel pijn heeft en ook dat het er toch niet op lijkt dat hij met Waldeck mee naar Den Haag zal komen! Griffier Fagel wist gisteren namelijk te melden dat de laatste brieven van prins Willem aan haar man de bestemming Hamburg hadden, terwijl Waldeck al volgende week verwacht wordt. Het is dan wel duidelijk dat Godard Adriaan niet bij hem zal zijn.

Brieffragment over terugkomst Godard Adriaan

ick had al gehoopt uhEd met den graef van waldeck1Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg Een
keer herwaert2hierheen sout hebbe gedaen en weet niet wat ick
dencken sal want gistere bij ockasie3gelegenheid dat ick den heer
griffier fagel4Hendrik Fagel weegens uhEd rustwage ginck spreecke
seijde hij mij niet te konne dencke dat deselfve hooger
ginck5hoger gaan: eigenlijk stroomopwaarts reizen, in dit geval uit het buitenland naar Den Haag komen om dat sijn hoocheijt met de laeste post hem
briefve aen uhEd had gesonde en belast die op
hamburch te bestelle, en dat hij griffier niet
anders wiste of den graef van waldeck wort
noch deese weeck weer hier verwacht, [daer om]

Tekening van een poort. Links staat dwars op de poort een huisje of schuur. De poort is hoog met ronde boog, Door de poort gaan net een man op een paard en een lopende man (met hond?). Boven de poort zit overdwars een overkapte loopbrug tussen twee ronde torens. De linker toren zit achter het huisje, on der de rechter toren zit een afgesloten luit. Helemaal links zien we dat er naast het huisje een aarden wal of dijk loopt: er staan hekken die schuin omhoog gaan. Bijna uit beeld staat een boom en op de achtergrond links zien we nog een gevel. Voor op de weg staat het monogram AW.
Stadspoort te Hamburg (?), vanuit de buitenzijde gezien, Anthonie Waterloo, 1619 – 1690. Collectie Rijksmuseum

Verbroken zegels

Overigens had Margaretha de griffier eigenlijk aangesproken vanwege de rustwagen. Ook daar mogen ze niet te hard op rekenen, omdat Daniël van Hogendorp, nog steeds doodziek te bed in zijn huis te Rotterdam ligt. Wat Margartha niet weet, is dat hij op het moment dat ze dit schrijft, de vorige dag al is overleden.

Daarnaast verzekerde griffier Fagel haar ook dat de Staten-Generaal erg tevreden over haar man zijn, zowel over zijn onderhandelingen als over zijn adviezen, en dat ze Fagel hebben gezegd Godard Adriaan vooral op de hoogte te houden van alle correspondentie. Behalve met Theodore Brasser, vertegenwoordiger bij Brunswijk en Osnabrück, omdat Godard Adriaan daar zelf al mee schrijft. Fagel zei echter ook te merken dat de brieven regelmatig worden onderschept en opengemaakt. Godard Adriaans brief van de 14e aan de Staten was open geweest en wel heel bot en plomp weer dichtgeplakt. Een brief waarin Godard Adriaan verzoekt om naar huis te mogen heeft hij trouwens nooit gezien…

Brieffragment over opengemaakte brieven

[gedaen worde,] seijde mij ock dat men heere de state
volckoome kontentement6tevredenheid so van uhEd neegoosgasi7negotiatie: onderhandelingen
als advijse neemen en hem hebbe gelast van tijt tot
tijt alser Eits voorkomt uhEd kenise daervan
te geefven, gelijcke hij seijt te doen behalfve van
de briefve van brasser8Theodore Brasser, vertegenwoordiger van de Republiek bij de Hertogen van Brunswijk in Celle, Wolffenbütel en Hannover en bij de bisschop van Osnabrück om dat die selfs met uhEd
korespondeert, maer seijt te bemercke dat de
briefve worde geintersipiEert9intercipiëren: onderscheppen of op gebroocke gelijck
die vande 14 die uhEd aenden staet heeft gesonde
was open geweest en wel plomp bot weer toege
daen, hij seijt ock noijt geen briefve van uhEd
gehadt of ock niet aenden staet gesien te hebe
waer in uhEd sijn demissie10ontslag, verlof of om Een keer her
waerts te doen versocht heeft, so dat die daer
uhEd inde mijne van mensioneert11mentioneren:vermelden hetselfve aende
griffier versocht te hebbe niet moet ter hande
gekoome sijn, [weegens onse ackte van garant]

Gravure van een stapel papieren met daaraan allerhande zegels. Ernaast ligt een zegelring. De zegels liggen waarschijnlijk in de zon, want ze beginnen te smelten. Op de achtergrond een klassieke tuinvaas.
Gesmolten zegels en een zegelring, Vincent Laurensz. van der Vinne (II), 1714. Collectie Rijksmuseum.

Geen geld voor Margaretha…

Het is Margaretha nog niet gelukt het geld voor de derde ordinantie los te krijgen. Ze heeft hem bij de drost van Amerongen in Amsterdam achtergelaten om daarmee naar de ontvanger te gaan. De ontvanger beweert helaas dat het echt niet kan, en dat hij zelfs niet kan zeggen wanneer hij wel kan betalen. Ze vreest dat het hoe langer hoe erger zal worden.

Brieffragment over geld

met de leste post heb ick uhEd geschreefve dat ick de
tweede ses duijsent gulde heb ontfange, de ordinansi
vande derde heb ick onder den drost van Ameron
geleate op om de peninge tot Amsterdam bij den
ontfanger in te vorderen, doch sien daer voor
Eerst noch geen raet toe, vermits den ontfange
seijt hem onmoogelijck te sijn alsnoch tijt te konne
stelle tot de betaelline, ick sal nae de hoochtijt
weese ses duijsent gul versoecke maer sien geen raet
tot gelt of ick schoon ordinansi heb en vrees het hoe
langer hoe erger sal worde, [dat de heer van ginckel]

Zware houten tafel. de vier poten zijn met elkaar verbonden met latten, daarboven zitten sierlijke ronde vormen. Onder het tafelblad zit een grote kist, met daarop twee rechthoeken als versiering. De hoeken zijn geschubt. Voor op de 'onderlist' zit een zwart slot.
Betaaltafel waarvan de hoekstijlen boven de poten zijn geschubt met geldstukken, anoniem, 1640 – 1660. Collectie Rijksmuseum.

… en ook niet voor van Ginkel

Voor van Ginkel is de geldkrapte nog erger. Margaretha weet niet hoe hij het zou rooien als hij met vrouw en kinderen niet bij haar terecht zou kunnen. Hij heeft nog steeds geen stuiver van zijn salaris gehad. Niet voor zijn functie als ritmeester en niet voor die als kolonel. Waar moet dat heen? Hij is zojuist teruggekomen uit Gorinchem, en wat hij vertelt over de omstandigheden waaronder mensen en paarden daar moeten leven doet Margaretha nog sterker wensen dat God alles ten goede zal keren.

Brieffragment over de financiën van Van Ginkel

[langer hoe erger sal worde,] dat de heer van ginckel
met sijn vrou en kinder niet bij ons was weet voor
waer niet hoe hijt maecken sou want krijcht alsnoch
niet Een stuijver van sijn tracktement noch als rit
=meester noch als kolonel, waer wil dit noch
heen, so aenstonts komt den heer van ginckel van
gorckom seijt het droefvich is te zien so de mense en
en beeste teweete paerde daer wt sien, de heere wil
ons alles ten beste schicke, [om weegens deese staet]

Tekening van een water dat links van ons een bocht naar links maakt. Recht voor ons staat een poortgebouwtje met daarachter een houten brug die aan de overkant een ophaalbrug heeft. Rechts in de verte staat een molen. De brug gaat naar een hoog eiland, waar midden op een groot plomp gebouw ligt met een soort dubbele ui dak. In de eerste ronde ui zitten allemaal dakkapelletjes en daarboven zit een kleinere ui als een kers op de taart. Op het eiland staan verder wat bomen en een klein huisje. De oever van het eiland is afgezet met houten hekken.
Gezicht op Gorinchem, Willem Schellinks, 1637 – 1678. Collectie Rijksmuseum

Wat vrede konnen wij maken?

Gaan de onderhandelingen in Keulen vrede brengen? Ze somt, net als in haar vorige brief, nog eens de namen van de personen op die zullen worden afgevaardigd. Margaretha heeft er niet veel vertrouwen in. Wat voor vrede zal dat worden, want wat valt er te onderhandelen met een koning die alles zo heeft als hij het hebben wil? Ze zeggen dat Spanje op het punt staat met Frankrijk te breken, maar dat hadden ze veel eerder moeten en of het gaat gebeuren is nog maar de vraag.

Brieffragment over vrede

[hier in verwacht,] ick ben seer swaerhoofdich indeese vreede handel
konende niet sien wat vreede wij sulle konne maecke met Een
koninck diet alles naer sijn wens gaet, men spreeckt seer
dat spange12Spanje staet opt point om met vranckrijck13Frankrijk te breecken
haddense dat wat Eer gedaen en oft och geschiede maer men
heeft het so lan geseijt, [farijo die gouverneur van Maestricht is]

Welland moet wieberen

Neef Welland is naar Zeeland vertrokken, dat werd tijd. Margaretha merkt zuur op dat iedereen die uit Utrecht afkomstig is en er toe doet, ondertussen al een keer prins Willem III eer is komen bewijzen, behalve hij. Waarschijnlijk kan hij het zich niet veroorloven en komt hij niet uit met zijn inkomen. Hij heeft de hele winter op Margaretha’s zak geteerd en dat in deze kwade tijden met zware belastingen! Als hij terug is zal ze hem zeggen dat ze de kamer niet langer kan missen. Wat ook waar is, merkt ze op, want ze moet de meubels uit Amsterdam straks toch ook ergens kwijt?

Brieffragment over Welland

[het gouvernement had hoore te geefve,] den heer van wellant14Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha
is Entelijck Eens naer seelant15Zeeland gegaen, al de werlt van wttrecht16al de wereld van Utrecht: iedereen uit Utrecht
gekoome sijnde hebbe sijn hoocheijt gesien en gesalweert17gesalueerd: begroet behalfven
hij, sien niet dat hij der nae trachter18naar tracht:het probeert, wat soude hij sijn kost betaelle
ick vreese hij met sijn inkoome niet toekomt daer hij alde winter
de kost bij mij heeft gehadt, met deese quade ijaere indewelcke
so swaere schatine moete gegeefve worde, ick sal als hij weerkomt
hem segge dat wij die kamer niet langer konne misse gelijcke het
waer is so ick onse meubele en alt goet van Amsterdam hier
brenge salt daer op moete sette, nu ick verlange met de naeste
post te hoore in wat Ent vande werlt19aan welk eind van de wereld: waar in de wereld uhEd is, hoope de heer almach
=tich deselfve sal geleijde, blijfve
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Plattegrind net een gebied in groen gekleurd. Midden in het gebied is een dorp getekend: een kerk met huizen eromheen en veel groen. Net buiten het dorp ligt een molen. Verder liggen er in het gebied verspreide woningen. In de kaart zijn wegen ingetekend en de suggestie van afscheidingen van weilanden. Rechtsonder liggen meerdere huizen dicht bij elkaar als een soort dorp. Links net naast het groene gebied staat een kerk getekend waarbij staat Serooskerke en een familie wapen dat wit is met drie rode hondekoppen (familie Van Tuyll van Serooskerken). Midden boven staat ook een familiewapen boven een rode band met drie witte ruiten, het stuk daaronder zwart met een witte cirkel met een kruis erin. De tekst is slecht leesbaar. Rechts boven ligt ook een kerk en daar staat Renesse bij. Daarachter: schoon dorp met hooge boomen en boogaerde. Daarboven een rood familiewapen met een gouden leeuw en onleesbare tekst ernaast. Onder Renesse nog een gebouw: het huis van Moermont.
Kaart van de heerlijkheid Noordwelle in Zeeland, eigendom van de heer van Welland, anoniem, 1649 – 1658. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 2
    hierheen
  • 3
    gelegenheid
  • 4
    Hendrik Fagel
  • 5
    hoger gaan: eigenlijk stroomopwaarts reizen, in dit geval uit het buitenland naar Den Haag komen
  • 6
    tevredenheid
  • 7
    negotiatie: onderhandelingen
  • 8
    Theodore Brasser, vertegenwoordiger van de Republiek bij de Hertogen van Brunswijk in Celle, Wolffenbütel en Hannover en bij de bisschop van Osnabrück
  • 9
    intercipiëren: onderscheppen
  • 10
    ontslag, verlof
  • 11
    mentioneren:vermelden
  • 12
    Spanje
  • 13
    Frankrijk
  • 14
    Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha
  • 15
    Zeeland
  • 16
    al de wereld van Utrecht: iedereen uit Utrecht
  • 17
    gesalueerd: begroet
  • 18
    naar tracht:het probeert,
  • 19
    aan welk eind van de wereld: waar in de wereld

Om de hete brij heen draaien

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 4 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief maar weer eens met het klagen over de post. Het duurt maar en het duurt maar en Franco Bisdommer speelt de vermoorde onschuld. Er is iets wat niet klopt, maar Margaretha komt er maar niet achter wat.

Brieffragment over de post

tis toch in deese meer als bekomerde tijde wel bedroeft
dat de briefve so lansaem overkoome ick vreese wel
datter Eits onder schuijlt maer kander niet achter
koomen, heb bisdomer verscheijde reijse daer over ge
sproocke ent hem geseijt, die hooch en laech antwoort
datter sijn leefve aen hinck se niet seeckerder noch
beeter en weet te bestelle [hij leevertse de post die]

Gravure van een varken met daarop met een man met een fles aan zijn mand. Er druipt vocht uit zijn mond. Hij heeft een zak achter hem en daar zit een posthoorn aan. Op zijn muts een soort vogel. Achter hem twee jongens, waarvan de ene de staart van het varken vasthoudt. Ze hebben stokken met iets eraan waar ze mee willen slaan. Het varken heeft brieven in zijn bek.
Een postiljon (postvervoerder) op een varken. Fragment uit een spotprent, anoniem, 1720. Collectie: Rijksmuseum.

Geld

En natuurlijk komt de niet gevoerde slag van de Brandenburgse troepen tegen Turenne weer aan bod. De legers willen alleen maar vechten op het moment dat de subsidies betaald moeten worden. Het draait allemaal alleen maar om geld. Eerlijk is eerlijk, ze gooit er wel weer een paar mooi ‘Margarethiaanse’ gezegdes tegenaan. Waarom gebruiken we “Een lege beurs maakt een berooid hoofd” en “Ze bijten in de stok zonder te zien wie hem werpt” eigenlijk niet meer?

Brieffragment over de Brandenburgse troepen

[maer dat het noch al als voor deese is,] teegens
dat de maent vande subsijdi peninge verschijnt
dan schijnens wat te wille doen als dat over is
so hapert het aent Een of aent ander, so spreeckt
het volck dickmael met onverstant en bijten inde
stock sonder te sien wie die werpt , het schijnt
dat Een leege beurs Een beroijt hooft maeckt dat
ick vrees der niet op sal beeteren, want men
geeft veel en siet geen hoop van Eenich ontset
der vijande, [de kapijtaelle leenine die voor ons]

Over geld gesproken: Margaretha’s (en dus ook Godard Adriaans) financiële situatie blijft complex. Margaretha heeft de schulden allemaal afbetaald, maar er komen weer belastingheffingen aan. Honderden guldens is ze kwijt. De zadels zijn ook helemaal afbetaald. In Utrecht worden nu inwoners belast voor hun familieleden die veilig achter de waterlinie zitten. Komen je broers niet thuis? Jammer! 1.400 gulden. Zit je zus in Rotterdam? Ook al is ze getrouwd met een Rotterdammert? Pech! 18.000 gulden. Heb je je vrouw en kinderen in veiligheid gebracht? Kassa! 24.000 gulden. Je zal maar onder zo’n koning moeten leven.

Blauw gestucte boerderij waar met balken (soort vakwerk). In het midden een groot raam met houten luiken en rechts daarvan een houten deur. Helemaal links een iets kleiner raam met luiken en rechts een klein raampje met luiken. De boerderij heeft een rieten dak. Ervoor een houten hekje en een moes- en kruidentuin. Achter de boerderij is bos.
Een los huus of los hoes. Een boerderij uit Herreveld. Collectie: Openluchtmuseum. Bron: Collectie Gelderland.

Oogst

Ursula Philippota is eigenaresse van het Huis Herreveld (Achterhoek) met bijbehorende landerijen. De rentmeester heeft de opbrengst van het landgoed voor 400 gulden verkocht. Helaas zijn de Fransen erachter gekomen en willen zij die 400 gulden hebben. Plus 1.800 gulden boete. Nu wordt verwacht dat Van Ginkel dat betaalt, maar waarvan? Alleen de Heer kan nog helpen.

Brieffragment over Herreveld

[=luckich sijn,] de heere vande kloese1Jacob Schimmelpenninck van der Oye heeft vande rent=
meester broen weegens de heere van ginckel van
koorn dat van harevelde quam en verkocht was
ontrent 400 f ontfange, dit is ondeckte of de franse
sijnt te weete gekoome, hebben den heere vande
kloese boofve die 400 f noch 1800 f tot boete doen
geefve dit pretendeert hij vande heer van gincke
weerom te hebbe, waer hij dit gelt ock bij Een
sal krijge weet ick niet in soma2kortom tis niet als
swaericheijt aen alle kante, de heere wil ons
te hulpe koome ick sie anders geen wtkomst

Hete brij

Margaretha heeft nog niks gehoord van de secretaris die bij de Fransen om uitstel en een lager bedrag ging vragen.

Brieffragment over de secretaris en de brandschatting

[sende,] ick heb noch geen antwoort vande heer
weesel noch van seeckreetaris op mijn briefve
waer in versocht s dat sij bij den intentant
veertien daege wtstel s tot de gedreijchde Ex
sekusie3Executie: uitvoering van vonnis van Ameronge of in het beloofve vande
3000 f soude versoecke, of mijn brief niet
overgekoome is weet ick niet hoor vant teen
noch tander niet Een woort, wil noch al het
beste hoope, [nu komt weer tijdine dat het parle]

Amsterdam of Den Haag

De oude vraag duikt weer de kop op: waar is het veilig? Het schijnt dat het parlement in Londen vergadert en dat Koning Karel II een vloot op laat tuigen en dat hij in het voorjaar ergens wil landen. Is Den Haag veilig genoeg? Moet Margaretha dan toch maar weer een huis zoeken in Amsterdam?

Eerste brieffragment huis in Amsterdam

beste hoope, nu komt weer tijdine dat het parle
=ment tot londen vergadert sijnde met groote
animeusiteijt4Animositeit: vijandelijkheid begeert den koninck Een aensien
lijcke scheeps vloot sal doen equipeere om teegens

Tweede brieffragment huis in Amsterdam

het voorjaar in see te brenge , daertoe sij een merckelijcke som
ter maent voor acht maende lan hebbe gekonsenteert, so dat
=men niet twijfelt of sij sulle soecke te lande hoet ons dan
hier gaen sou staet te vreesen en weet niet of ick sal durfve
wagen of weer een huijs in Amsterdam hueren,

Ondertussen in Friesland

Volgens Margaretha liggen ze in Friesland overhoop. Ze schijnen een akkoord gesloten te hebben zonder medeweten van Albertine Agnes, dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, weduwe van de Friese stadhouder en regentes voor haar minderjarige zoon. Albertine Agnes heeft ondertussen wel een volksopstand voorkomen en het stadhouderschap van haar zoon veilig gesteld.

Brieffragment over Friesland

in vrieslant hebbense heel over hoop gelegen dat bedroeft
is in deesen tijt, nu seijt me het ackoort gemaeckt is en dat
sijt volkoome eens sijn dit is in d apsensi vande vorstin ge
ackordeert [te gronninge hebbense den heere rengers twee]

Een schelm

In Groningen wordt ene Johan Osebrandt Rengers op de pijnbank gelegd. Deze vriend van Johan de Witt wordt verdacht van verraad. Hoewel hij in werkelijkheid blijft ontkennen, heeft hij in Margaretha’s versie bekend gecorrespondeerd te hebben met de bisschop. Daarvoor moest hij wel twee keer op de pijnbank! Wat een schelm!

Brieffragment over Johan Osebrandt Rengers

[ackordeert] te gronninge hebbense den heere rengers twee
mael op de pijnbanck gehadt die bekend heeft dat hij
met den bischop heeft gekorespondeert denck wat en
schelm [nu mo ick kan niet segge hoe blijde ick ben]

Op een oude tegelvloer staat iets wat lijkt op een bank. Een grote horizontale plak met aan deze kant twee gaten en overdwars een plankje met twee openingen. Werd iemand hier op zijn buik neergelegd en staken de voeten door de grote plank en werden met het plankje zijn enkels vast gezet? Er zijn nog twee plekken waar ook van die dwarsplankjes geplaatst zouden kunnen worden, maar die zijn leeg.
Stedelijke pijnbank, midden achttiende eeuw, collectie Stedelijk Museum Alkmaar, locatie stadhuis. Bron: Elsinga, J. / collectie Regionaal Archief Alkmaar

Finale

Ze kan niet zeggen hoe blij ze is dat Godard Adriaan verzocht heeft om naar huis te komen! Naar zijn getrouwe wijff…

Afsluiting

[schelm] nu mo ick kan niet segge hoe blijde ick ben
dat uhEd versoeckt hier te mooge koome wij sulle
den anderen al veel verhaelle hebbe, ondertusche
blijfve
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Jacob Schimmelpenninck van der Oye
  • 2
    kortom
  • 3
    Executie: uitvoering van vonnis
  • 4
    Animositeit: vijandelijkheid

De heer almachtig wil ons een goede vrede geven

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 december 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 december 1673
Lees hier de originele brief

Is de keurvorst van Brandenburg eigenlijk nog wel van plan slag te leveren tegen de Franse troepen? Margaretha heeft vernomen dat het keurvorstelijke leger, tot verbazing van eenieder, de Rijn nog niet overgestoken is. Volgens Margaretha gelooft bijna niemand meer dat de keurvorst überhaupt nog van plan is de Rijn over te steken en Turenne een lesje te leren.

Brieffragment over de veldtocht van de keurvorst

men seijt haer hoocheijt1Dorothea van Sleeswijk Holstein Sonderburg Glücksburg vande keurvorst
van brandenburch briefve vande 23 heeft waer bij ver
staen wort dat die troepees noch den rhijn niet waere
gepasseert tot verwonderin van ijder, nu gelooft men
hier niet dat den heere keurvorsts meeninge is die te
passeere veel min slach teegens tureijne2Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne te leefvere

Oorlog kost geld

En wat doet Willem III? Margeretha heeft alleen vernomen dat de Prins zich met zijn leger ergens in of rondom Tongeren ophoudt. Ze hoopt in ieder geval dat de Heer hen wil bijstaan en alle (krijgs)plannen wil zegenen. Vervolgens vertelt ze dat de Staten van Holland hebben vergadert over, zo heeft Margaretha gehoord, een nieuwe belasting. De 200ste penning, een extra belasting die wordt geheven wanneer er geldnood is, moet vóór 1 mei 1673 twee maal betaald zijn. Maar er komt dus een extra belasting bij. Deze belasting zal geheven worden over het salaris van ambtenaren. Zij moeten hiervan een vierde deel afstaan ’tot dienst van het land’. Margaretha moet eerst maar eens zien of het allemaal wel doorgaat.

Brieffragment over belastingen

[helpe en bijstaen en alle de deeseijne3Dessein: doel seegene,] men
heere van hollant sijn weer vergadert, so geseijt wort 
opt inwilge van nieuwe schattine en soude den 
twee honderste penin4Vermogensbelasting weer noch twee mael voor
meij Eerstkoomende moete gegeefve worde, en alle 
ofijsante en seepooste5Officiant en suppoost betekenen allebei ambtenaar of beamte Een vierde part van haer 
tracktemente6Traktement: salaris moete geefve tot dienst vant lant 
of dit al deur sal gaen staet te sien, [de raete]

Gravure van twee mannen die met een bij een grote mand staan, daar zakjes uithalen en die overleggen aan iemand die nauwkeurig aantekeningen maakt met een ganzenveel. Op de voorgrond staat een grote (geld)kist.
Het innen van belastingen (?)., anoniem, naar Bernard Picart, 1704. Collectie Rijksmuseum.

Vredesonderhandelingen

Gelukkig lijkt er wat betreft de oorlog licht aan het einde van de tunnel te zijn: Zweden zal in het conflict gaan bemiddelen. Margaretha schrijft dat de strijdende partijen in Aken bijeen zullen komen. Ze hoopt dat de Heer hen een goede vrede zal geven.

Brieffragment over de vredesonderhandelingen

[soude aen Appelboom geschreefve hebbe] dat de
koninck van Engelant de mediaesie7Mediatie: Bemiddeling tusschenkomst met geneegen
theijt heeft aengenoomen, en dat men meent de plae
=ts van bij Een komst tot Acken sal genomineert worde, de heer
almachtich wil ons Een goede vreede geefve [die in sijne]

Kolonel Bampfield

In haar brief van 28 november heeft Margaretha reeds geschreven over de Franse aanval op Ameide. De Staatse kolonel te Ameide, de Brit Joseph Bampfield, zou zwaar zijn mishandeld. Anderen zeggen zelfs dat hij dood is, schrijft Margaretha. Het is allemaal zo naar, en ze weet niet meer wat waar is en wat niet.

Gravure van Ameide. Helemaal links de kerk en daarnaast allemaal huisjes. Op de voorgrond een pad mensen die richting het dorp lopen. Naast het pad is de grond afgekalfd, op de grond die ca 2 meter lager ligt staat veel en zit een man te vissen. Daarnaast stroomt de rivier met daarop bootjes. In de verte bij het dorp liggen boten aangemeerd.
Gezicht op Ameide, Roelant Roghman, ca. 1643 – 1677. Collectie Rijksmuseum

Tietge wordt beter

Margaretha vervolgt haar brief met nieuws over het thuisfront. Tietge is gelukkig bijna van de pokken af. Het kindje zal er waarschijnlijk geen of weinig littekens aan overhouden. De Here zij gedankt, ze is er genadig van afgekomen! En met de andere kleinkinderen gaat het ook nog goed.

Brieffragment over de beterende Tietge

[volgens uhEd begeerte,] ons tietge begint weer
heel wel te worde de pockges sijn meest al af
gevalle ick kan niet sien ofse sal geen of heel
weijnich pock putte houde, is de heere sij gedanckt
daer tot noch toe heel genadelijck afgekoomen
de andere kinder sijn ock noch wel, [deese inge]

Hout uit Middachten

Er is ook bericht uit Gelderland: het garnizoen uit Doesburg is flink bezig geweest in het Middachtse bos. Het Dierense bos is inmiddels al door de Franse troepen kaalgekapt. Ze maken van het hout palissades en gebruiken het als brandhout.

De sterkte van de Fransen

Margaretha sluit haar brief af met de gebruikelijke groet. Maar ze voegt nog een notitie toe, waarschijnlijk wanneer ze de brief al heeft dichtgevouwen. De notitie gaat over Turenne. Men gelooft niet dat zijn leger meer dan 16.000 man telt. Het leger van Condé telt niet meer dan 8.000 man. Daarom is het volgens een ieder ook zeer verwonderlijk dat er nog geen slag geleverd is…

Postscriptum van de brief

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
tureijne8Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne hout me
hier voor seecker
dat booven de 16000 man
niet sterck is en konde
diemen niet weet
dat noch van mets
vertrocke is, geen 8000
daer om men sich hier
niet genoech kan verwondere
datter niet geslage is

  • 1
    Dorothea van Sleeswijk Holstein Sonderburg Glücksburg
  • 2
    Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne
  • 3
    Dessein: doel
  • 4
    Vermogensbelasting
  • 5
    Officiant en suppoost betekenen allebei ambtenaar of beamte
  • 6
    Traktement: salaris
  • 7
    Mediatie: Bemiddeling
  • 8
    Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén