Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Würtz (Paul)

De Utrechtse lobby

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 juli 1667 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Margaretha is heel even in Utrecht. Ze blijft maar een dag, want ze wil haar schoondochter niet te lang alleen laten, omdat die elk moment kan bevallen.

Brieffragment over schoondochter

wttrecht den
4 ijuli 1667

Mijn heer en lieste hartge
ick ben gisteravont hier gekoome met meeninge om
merge vroech weer naer Ameronge te gaen als
ick niet lange onse dochter alleen derfve laete

De ridderschap schrijft

De hele dag is ze druk met de provinciale politiek. Ze spreekt zowel mensen van de ridderschap als van de vroedschap. Binnen de ridderschap rekenen sommige partijen zeer op de invloed van Godard Adriaan. Van Reede van Drakestein heeft hem geschreven maar die brieven zijn waarschijnlijk in het Duitse plaatsje Celle (op de route naar Denemarken waar Godard Adriaan op missie is) blijven liggen. Nu stuurt hij dan maar een brief ingesloten in dezelfde enveloppe als waar deze brief van Margaretha zelf in zit.

Brieffragment over Van Reede van Drakestein

[treck geen gesien,] den heer van drackesteijn1Gerard van Reede van Drakestein
is dees merge bij mij geweest kan hem niet genoech
verwonderen dat sijn briefve uhEd niet sijn ter
hande gekoome, beusekom2Nicolaas van Beusichem meent die te sel3Celle sijn
blijfve legge salder door de post maer doen ver
neemen, hoet bekende werck hier staet sal de
heer van draeckesteijn uhEd met deese post schrijfe
dewelcke sijn hEd mij heeft belooft te sende om
neffens deese onder Een koevert4Couvert: Briefomslag, enveloppe te doen, [nu]

Een zilveren munt met een door de wolken springend paard met een lauwerkrans boven de stad Celle.
Herdenkingsmunt Christiaan Lodewijk van Brunswijk-Lünenburg, Lippold Weber, 1654. Collectie: Museum August Kestner, Hannover. Het paard springt over de stad Celle.

De vroedschap speelt kunstjes

Bij een bezoek aan de vrouw van Cornelis Booth treft ze ook de oud- Burgemeester zelf aan. Van hem hoort ze dat de vroedschap helemaal niet unaniem was bij het opstellen van de zogenaamde ‘deductie’, een soort nota over het nieuwe regelement voor de samenstelling van de Staten. Ze waren het volgens Booth wel eens dat er een regelement moest komen, maar niet wat er in moest staan.

Brieffragment Cornelis Booth

ben ick dees naer middach bij den heere boot5Cornelis Booth geweest
sijn vrou besoecke daer ick hem selfs vondt en naer
verscheijde diskoerse6discours: redenering quaeme wij op de deducksie7deductie: eigenlijk het redeneren op geldige wijze, waarbij de waarheid van de praemissen noodzakelijk leidt tot de waarheid van de conclusie. Hier het resultaat van de deductie: de afgeleide waarheid.
bij de heere van de stat gemaeckt, die hij seijde daer
in gans niet Eenpaerich8eenparig: unaniem geweest te sijn, dat hij
wel van opijnie was geweest der Een reechgelement
gemaeckt sou worde en datse in dat stuck9wat dat betreft Een=
paerich waeren geweest maer verder niet [dat]

Een huis met twee zadeldaken, links een trapgeveltje. Voor het huis een hek. Links bosjes en struiken, rechts een muur met daarvoor vier bomen. Op de achtergrond een torentje. Onder de afbeelding staat 'Booth van buijten te zien'.
Het huis van Cornelis Booth tussen Janskerkhof en Voorstraat. Door J. Stellingwerf, ca. 1720 naar een ouder voorbeeld. Collectie Het Utrechts Archief

Dat ze unaniem zouden zijn geweest is er achteraf pas in gezet. Sterker nog, er zijn wel drie verschillende versies van de uiteindelijke tekst voor de verklaring tegelijkertijd in omloop geweest! Booth heeft ze thuis nog liggen. Godard Adriaan zal zich wel kunnen indenken ‘wat voor kunstjes zij spelen’.

Brieffragment over het spelen van kunstjes

[paerich waeren geweest maer verder niet] dat
ock het woort van Eenpaerich daer naer10daarna bij
of in is gevoecht, seijde ock dat hij drij verscheij
de deducksie noch in sijn huijs heeft die vande
andere deffireere11devieeren: afwijken en op Eene datem sijn, uhEd
kan dencke watte kunsges sij speelle [altijt deese]

Van die kunstjes noemt Margaretha nog een paar voorbeelden, en een stuk of acht daar aan verbonden namen. Ze vraagt Godard Adriaan om maar niet in zijn brieven te benoemen dat Booth zo openlijk met haar gesproken heeft en om Drakestein zo snel mogelijk terug te schrijven. Hij en vele anderen zullen blij zijn als hij weer thuis komt.

Godard opgeroepen

Ondertussen heeft zoon Godard een oproep gekregen om zich bij zijn regiment te voegen in Arnhem of Doesburg. Daarom gaat hij morgen al naar Middachten en van daaruit verder. Margaretha hoopt dat God zorgt dat hij wijs en voorzichtig zal zijn.

Brieffragment over Van Ginkel

[te moogen hebben] gisteravont heeft de heer van
ginckel ordere of patent gekreechge om hem opt spoedichste
naer sijn rande voes12Rendez Vous, afspraak, ontmoeting(splek) te begeefve hetwelcke te Aernhem en
Doesburch is en gaet merge weer naer Middachte de heer
hoope ick sal hem wijsheijt en voorsichticheijt geefve

Wirtz wordt generaal

Niet lang geleden is Paulus Wirtz benoemd tot generaal van het leger van de Republiek. Naar men zegt zou dat mede op aanbeveling van Godard Adriaan zijn. Een groot deel van de manschappen zou daar niet bepaald enthousiast over zijn. Wat ze precies tegen Wirtz hebben weet Margaretha niet13Misschien heeft het iets te maken met verdeling van geroofde buit en zijn optreden in het algemeen tijdens zijn gouveneursschap van Krakau in Zweedse dienst in 1657..

Omdat er zo ontevreden over Wirtz wordt gesproken is Margaretha er niet blij mee dat zijn aanstelling zo in verband wordt gebracht met haar man. Godard Adriaans rol daarin wordt volgens haar groter gemaakt dan hij in werkelijkheid was. Ze sluit af met de mededeling dat van de regimenten van De graaf van Horne en Aquila gezegd wordt dat ze naar zee moeten.

Brieffragment over Wirtz

16670704 Brieffragment over betrokkenheid Godard Adriaan bij benoeming Wirtz

[hoope ick sal hem wijsheit en voorsichticheijt geefve,] men
spreeckt hier seer van wurts tot generael van ons
leeger die so geseijt wort van uhEd gereeckomaandeert
soude sijn, so ick van veel hoor sal hij seer teegens de
borst van heelle meliesie weese watse teegens hem hebbe
weet ick niet dan se sijn heel teegens hem ingenoomen en

somige derfve al wat misnoecht spreecken daer om ick wel
wenste uhEd naem hier niet in gespelt wiert, doch geloofve
der hier al sijn diet vrij wat grooter uhEd reeckomandasi
van sijn Persoon maecke alst inderdaet geweest is, het
reesgement vande graef van hoorn en van Aquila seijt me
dat op see moeten, hiermede blijfve,
uhEd getrouwe wijff
MT

Ovaal portret ten halven lijve in ovaal van Paulus Wirtz, veldmaarschalk. Hij is geharnast en draagt een sjaal. Het portret zit in een soort cartouche met een richel onder het portret. Daaronder staat PAULUS WIRTS, veldmaarschalk.
Portret van Paulus Wirtz, Christiaan Lodewijk van Kesteren, 1842-1897. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Gerard van Reede van Drakestein
  • 2
    Nicolaas van Beusichem
  • 3
    Celle
  • 4
    Couvert: Briefomslag, enveloppe
  • 5
    Cornelis Booth
  • 6
    discours: redenering
  • 7
    deductie: eigenlijk het redeneren op geldige wijze, waarbij de waarheid van de praemissen noodzakelijk leidt tot de waarheid van de conclusie. Hier het resultaat van de deductie: de afgeleide waarheid.
  • 8
    eenparig: unaniem
  • 9
    wat dat betreft
  • 10
    daarna
  • 11
    devieeren: afwijken
  • 12
    Rendez Vous, afspraak, ontmoeting(splek)
  • 13
    Misschien heeft het iets te maken met verdeling van geroofde buit en zijn optreden in het algemeen tijdens zijn gouveneursschap van Krakau in Zweedse dienst in 1657..

Gerommel en geroddel

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 mei 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 mei 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha is terug uit Amsterdam en daar heeft ze goede zaken gedaan, maar daar heeft ze in haar vorige brief al over verteld. Ze heeft alleen nog niet gezegd dat ze in geval van nood twee kamers bij de drost van Amerongen in Amsterdam kunnen gebruiken. En die nood blijft hoog bij Margaretha, want haar schoondochter is nog steeds hoogzwanger. De vrouw van Odijk moet ook bevallen en die heeft daarvoor een huis in Amsterdam, bij haar duurt het alleen nog twee maanden.

Een grote parmezaanse kaas waar twee stukken uitgesneden zijn die bovenop de kaas liggen. Naast de stukken ligt een mesje
Plastic model van een parmezaanse kaas, 1965, Collectie Museo del Parmigiano Reggiano

De Parmezaan, de Fransen en de Zweden

De Parmezaanse kaas is nog steeds zoek. Zouden de Fransen die onderschept hebben? Het blijft overigens rommelen bij de Fransen. Ze staan er sterk voor en nu is Condé ook in Utrecht aangekomen. Wirtz wordt juist naar Vlaanderen gestuurd om daar troepen te commanderen. Margaretha schrijft het niet letterlijk, maar ze is bang dat de Fransen daardoor te veel ruimte krijgen.

De enige plek waar het niet lijkt te rommelen is bij de Zweedse ambassadeurs. Die maken nog steeds geen aanstalte om naar Aken te gaan om de vredesonderhandelingen op te starten. En dat terwijl ambassadeur Van Haaren al staat te popelen om te gaan. Hij neemt zelfs zijn vrouw mee! Er is kennelijk ruimte om sociale bezoekjes af te leggen. Of de gravin van Waldeck echt zo’n mooie jeugdige vrouw was, is helaas niet meer te controleren. Er is één portret waar ze vermoedelijk op staat en dat zou dan ook nog postuum gemaakt zijn.

Brieffragment over kaas en de vrouw Van Waldeck

maer vande permesaense kaes hoore ick niet,
vreese ofse inde franse hande mach gevalle sijn,
men Aprehendeert1Apprehenderen: vrezen hier de franse die so men seijt
seer sterck afkoomen seer, konde2Louis II van Bourbon, prins van Condé seijtme dat
te wttrecht is aengekoomen, den heere wurts3Paul Wirtz is
naer vlaendere om daer omdaer Eenige troepees
te komandeere, de sweetse Ambasadeurs sijn
noch hier, de heere haere4Willem van Haaren is hier wacht opt ver=
=treck van de Ambassaede neemt sijn vrou met
naer Aecken, gistere heb ick met de vrou van
ginckel bij de graefvin van waldeck5Elisabeth Charlotte van Nassau Siegen, gravin van Waldeck geweest
dewelcke noch Een ijeuchdige fraeije vrou is,

Driekwart portret van een adellijke dame. Ze draagt een prachtige goudbruine jurk afgezet met kant en met parels. Een hondje staat tegen haar been en ze aait het met haar rechterhand. Ze is bleek en heeft een krullend kapsel. Ze loenst een beetje en één van haar ogen hangt.
Postuum portret van Elisabeth Charlotte van Nassau Siegen, gravin Waldeck óf haar nichtje Amalia Catharina van Waldeck Eisenberg, anonieme schilder 1690-1700. Collectie Museum Elisabeth Weeshuis, Culemborg.

Gerommel in Amerongen

Er zijn pachters in Amerongen langs geweest die de pacht niet meer kunnen opbrengen. Het land wordt door de Fransen zo zwaar belast, dat dat al niet op te brengen is, dus de pacht lukt al helemaal niet. Margaretha kiest eieren voor haar geld. Ze vraagt de pachters te blijven, zodat het goed niet verlaten achterblijft. Ze moeten maar noteren wat ze allemaal aan contributies en schattingen moeten betalen, het belangrijkst is dat het rijshout (de staken en tenen van jonge bomen die onder andere gebruikt worden voor de beschoeiing van de rivier) niet gekapt wordt.

Eerste brieffragment over de pachters
Tweede brieffragment over de pachters

[over geschooten,] onse pachters van de langewaert
sijn hier geweest versochte vande verdere huer
ijaere ontslage te sijn seggende dat de landerij
so seer beswaert worde dat niet moogelijck is op
te brenge en de ongelde te betaelle veelmin
Eenige pacht, ick heb niet goet konne vinde
haer vandie huer te ontslaen omt goet niet

deesaert te laete legge, maer heb haer geseijt dat sijt
soude kontiniweere int goet te gebruijcke en so
veel toe sien alst doenlijck is dat de rijswaerde
niet mishouwen worde dat wij in alle reedelijck
heijt met haer sulle handelen dat sij aenteecke
=nin moete houde vande kontreebuijsie en schat
tine die sij weegens die waerde moete geefve op
datse de rijs niet en verhouwe, [dat sij dat]

Op de voorgrond een lege vlakte met rechts drie knotwilgen; meer in de achtergrond een rij geboomte waartussen half verscholen een huis met een puntdak staat.
Boerenwoning temidden van geboomte, Frans Lebret, 1840-1863. Collectie Dordrechts Museum

Geroddel over gerommel in de ps

Hoewel de ps maar heel kort is, worden daar toch gelijk de belangrijkste roddels even bijeengebracht. Margaretha heeft de Lucia Walta, de Vrouw van Sommelsdijk gezien in de kerk, dus die is niet vertrokken uit Den Haag. Ze heeft kennelijk niet durven vragen naar haar dochters.

Naschrift

de vrou van someldijck
heb ick gisteren hier
inde kerck gesien,
het ongeluck vande heer
oencke van ripperda6Unico Ripperda die de graef
van witgesteijn7Philip Ernst graf zu Sayn Wittgenstein Homburg heeft doot gesteecken
te leeuwaerde sijnde sal uhEd hebbe
gehoort, dat huijs komt ongeluck op
ongeluck over hij is noch van de
vijant niet ontslage anders al op
sijn woort

Het tweede nieuwtje heeft Godard Adriaan waarschijnlijk via een ander roddelkanaal al gehoord: Unico Ripperda heeft de Graaf van Wittgenstein doodgestoken in Leeuwarden.

Drie jonge mannen met twee paarden en een hond.
De gebroeders Amelis, Unico en Willem Ripperda op de kaft van het boek Republiek van adel.

Lang niet alle roddels van Margaretha zijn waar of verifieerbaar, maar deze laatste stuiptrekkingen van het geslacht Ripperda zijn uitgebreid beschreven door Conrad Gietman. De drie laatste mannelijke Ripperda’s van deze familie staan zelfs op de kaft van het boek waarin de moord op Wittgenstein beschreven wordt. Het ongeluk waar Margaretha het over heeft zal gaan over de dood van de twee broers van Unico, Willem en Amelis, en de juridische strijd die Unico met zijn vader voerde. Unico wilde niet dat zijn vader met de moeder van zijn bastaardzoon (en de halfbroer van Unico) trouwde. De status van de jongen zou daarmee veranderen en Unico zou zijn erfenis moeten delen. Bij het schrijven van deze brief is Unico de enige overlevende van zijn familie. In 1678 overlijdt ook Unico, geen van de broers heeft wettige nakomelingen.

Zou Margaretha door deze familiegeschiedenis blij zijn dat ze zelf maar één zoon heeft en dat daardoor jaloezie geen probleem is? Of maakt ze zich misschien zorgen over het feit dat haar schoondochter nog maar één zoon gebaard heeft en daarmee het voortbestaan van de Amerongse van Reede-tak kwetsbaar is?

  • 1
    Apprehenderen: vrezen
  • 2
    Louis II van Bourbon, prins van Condé
  • 3
    Paul Wirtz
  • 4
    Willem van Haaren
  • 5
    Elisabeth Charlotte van Nassau Siegen, gravin van Waldeck
  • 6
    Unico Ripperda
  • 7
    Philip Ernst graf zu Sayn Wittgenstein

De kracht van de korte herhaling

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Margaretha begint weer met een relaas over de post. Zowel de brieven van haar man als haar eigen brieven arriveren traag op de bestemming. Ze krijgt soms brieven die drie weken oud zijn! Deze brief houdt ze kort.

IJs, ijs en nog eens ijs

Het heeft nu 4 à 5 dagen flink gevroren. In de nacht ontstaat een sterke laag ijs, wat iedereen weer doet vrezen voor een overtocht van de Fransen. Hoewel er ook mensen zijn die zich minder zorgen maken. Het staatse leger is nu dichtbij en zij zouden – ijs of geen ijs –de nodige bescherming kunnen geven. In Utrecht echter werven de Fransen weer nieuwe troepen. Maar in Den Haag worden de paarden van de compagnie ook weer van stal gehaald en gereed gemaakt. Het blijft moeilijk met deze bekommeringen te moeten leven op dit moment, verzucht Margaretha.

Tekening van een man met een grote hoed , een grote kraag, een ruimvallend jack en een broek, We zien hem op de rug en op zijn rug hangt een zwaard. Hij kijkt naar schetsmatig opgezette schaatsers op het ijs.
Officier die naar schaatsers staat te kijken, Gerard ter Borch (II), na 1633 – ca. 1634. Collectie Rijksmuseum.

Het huis in Amsterdam

Het huis in Amsterdam, wat nog steeds door Margaretha gehuurd wordt, zal vanaf mei door anderen worden overgenomen. Dit brengt haar weer de nodige zorgen: ‘ick weet niet hoe ickt maecke sal so wij wttrecht voor de soomer niet weer krijgen’. Waar moet ze alle spullen uit Amsterdam laten als ze niet terug kunnen naar Utrecht? Ze vreest ervoor dat ze genoodzaakt is een ander huis in Amsterdam te huren.

Brieffragment huis in Amsterdam

[het welcke de heer almachtich wil seegene], het
huijs dat wij te Amsterdam hebbe is teegens
toekoomende meij verhuert, ick weet niet hoe
ickt maecke sal so mij wttrecht voor de soomer
niet meer krijgen, derf ick ons goet van Amster
=dam niet hier brenge ock met het kraeme vande
vrou van ginckel niet wage, vreese genootsaeck
te sulle sijn teegens meij Een ander huijs al
daer te hueren, salt noch Een maent of
ses weecke insien wat met komste de heere
ons mocht geefven, binne wijlle blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff

Rekenen…

Want dan heb je ook nog de zwangere schoondochter. Margaretha heeft zitten rekenen en verwacht de baby precies dan wanneer het niet uitkomt- rondom het opzeggen van de huur in Amsterdam dus. Maar goed, ze zal het nog een maand of zes weken afwachten…eens kijken wat de Heer met hun toekomst van plan is.

Bruine penseeltekening Op de voorgrond een vrouw in de weer met waskom en linnenmand, links vrouwen en kinderen om een tafel, op de achtergrond bij de schouw een vrouw met een zuigeling op schoot, naast een wieg. Naast de wasmand zit een hond, naast de schouw een kat. Het licht valt van links door de ramen naar binnen. Op de achterwand hangen schilderijen. De schouw is hoog met aan weeszijde pilaren en daarboven een groot schilderij. In de vensterbank staat een vaasje met bloemen.
Interieur van huis met vrouwen en kinderen, Zacharias Blijhooft, 1671. Collectie Rijksmuseum.

P.S. een sterfgeval

Er volgt nog een p.s. Toch nog een nieuwtje dus, want het voorgaande is eigenlijk het herhalen van de zorgen die ze al had. Maar ze schrijft dat ze vorige keer vergeten was te zeggen dat de oude Rijngraaf is gestorven (Frederik Magnus van Salm). Hij is in stilte begraven. Margaretha kan het niet laten te schrijven over de verdeling van de functies die door zijn sterven zijn opengevallen. De een zijn dood is de ander zijn brood…

Naschrift

met de leste post
heb ick vergeete
te segge dat den
oude rhijngraef1Frederik Magnus van Salm
gistere acht daech
tot Maestricht is gestorfve
en daer in stillicheijt is begraefve
sijn kompangi heeft den jonge donau2Waarschijnlijk Wilhelm Albrecht von Donha
het goevernement seijt me dat den heere
wurts3Paul Wirtz hebbe sal, en mompelijan4Armand de Caumont, marquis de Montpouillan het
luijtenantgeneral

  • 1
    Frederik Magnus van Salm
  • 2
    Waarschijnlijk Wilhelm Albrecht von Donha
  • 3
    Paul Wirtz
  • 4
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan

Een linie nabij Amerongen?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 februari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 3 februari 1672
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief klaagde Margaretha nog dat er in Den Haag geen vorderingen waren om de Republiek te beschermen maar er lijkt toch een heel klein beetje voortgang te zijn op militair gebied. Er wordt namelijk gekeken naar de mogelijkheid tot het opwerpen van fortificaties op verschillende plekken in de Republiek. Deze fortificaties zouden met name in de stroomgebieden van rivieren komen om zo een waterlinie te creëren.

Eerste brieffragment over de slaperdijk

… de heer van Suijlisteijn1Frederik van Nassau-Zuylestein
met den heere wurts2Veldmaarschalk Paul Wirtz en twee gekomiteerde3afgezanten
wt de provinsie van wttrecht heb aen greb Grebbedijk en

Tweede brieffragment over de slaperdijk

lans de slaeper dijck4Slaperdijk geweest om te sien of
ment daer niet soude konne fortofiseere5fortificeren, versterken
maer bevinde daer meer als Een half ijaer
warck aen vast soude sijn, daerom dat
wt de sin geset wort, voort hoor men niet
datter Eits tot teegen stant vande gedreij
– chde vijant gedaen wort, [in hollant sulle]

Fragment uit een kaart van Zuidoost Utrecht met daarop Rhenen, Veenendaal, Amerongen en Renswoude.
Fragment uit: Vltraiectvm Dominium, Guiljelmus Blaeuw / Wilhelm und Johann Blaew, 1650-1675. Collectie: Regionaal Archief Zuid Utrecht. De grens met Gelderland is roze. Helemaal rechts onderin de Grebbe en de Slaperdijk loopt van Veenendaal naar Renswoude. In deze kaart staat de Slaperdijk (nog) niet.

Veldmaarschalk Wirtz en Frederik van Nassau-Zuylestein, Heer van het buur-kasteel van Kasteel Amerongen, zijn twee van ’s Republieks voornaamste militaire bevelhebbers. De twee heren zijn op zoek naar posities die met enige versterkingen als verdedigingslinie zouden kunnen dienen, mochten de Franse troepen door de IJsellinie breken. Of de Grebbedijk en de Slaperdijk hierbij een rol zouden kunnen spelen was de vraag. De twee militairen besloten na hun onderzoek dat dit niet het geval zou zijn. Er zou namelijk nog te veel werk aan de winkel zijn.

Plattegrond met links de Utrechtse heuvelrug (Stichtse bergen). In het midden boven de Imminkhuizer Eng en midden onder Veenendaal. Rechts boven ligt Renswoude. De Slaperdijk loopt midden over de kaart van links naar rechts. Rechtsonder de inzet van de Grebbedijk met Links Wageningen en rechts de Heymenberg, de Rijn loopt boven.
Caarte vanden Slaperdijk streckende vande Stichtse bergen tot aan de hoogte van Gelderland / (met als inzet) Caarte vanden Wageningen en Grebbendyck, streckende van den Wageningen Bergh tot aan den Heymenberg of Stichtse Bergen, Justus van Broeckhuysen, 1705. Collectie: Regionaal Archief Zuid Utrecht.

Voor Margaretha zal dit mogelijk als een teleurstelling gekomen zijn. Kasteel Amerongen ligt namelijk achter beide dijken. Ook gesprekken in maart tussen de Staten van Holland en de Staten van Utrecht om in het gebied van de latere Grebbelinie een waterlinie aan te brengen liepen stuk. De enige verdediging die Kasteel Amerongen had was dus de IJssellinie waaraan zoon Godard van Ginkel gestationeerd is.

  • 1
    Frederik van Nassau-Zuylestein
  • 2
    Veldmaarschalk Paul Wirtz
  • 3
    afgezanten
  • 4
    Slaperdijk
  • 5
    fortificeren, versterken

Naar Keulen!

Voor Godard Adriaan op zijn missie vertrekt fêteert zijn neef, Hieronymus van Tuyll van Serooskerken, heer van Wulven hem. Volgens de Oprechte Haerlemsche Courant van 10 september 1671 wordt hij samen met Veldmaarschalk Wirtz en andere aanzienlijke heren ’treffelijck getracteerd’.

Op Gisteren wierdt den Heer Godaert Adriaen van Reede, Vryheer van Amerongen, neffens de bovengemelde Velt-Marschalck Wirtz en andere aensienlijcke Heeren, door den Heer Wulven treffelijck getracteerd: wel gemelte Heere van Amerongen is op huyden omtrent 6 uren voort vertrocken nae Ceulen Men heeft alhier doen publiceeren, dgelijck elders, dat alle Fransse Kramers Speceficatie sullen hebben aen te geven van de Manufacturen, die sy by haer hebben, &c.
Oprechte Haerlemsche Courant van 10 september 1671
Tekening van een kasteel in een brede gracht. Rechts een houten brug naar een eenvoudige, smalle poort. De muren rijzen op uit het water. Voor op de muur een duiventil, over de muur hangt het groen van het voorplein. Daarachter een hoog, statig huis, met midden voor een zeskantige toren, daarnaast op het zadeldak een hoge schoorsteen. Links naast het poortje een secreet dat over de gracht hangt, rechts het poortgebouw. Op de brug staan twee mannen.
Gezicht op kasteel Wulven, gezien vanuit het zuiden, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum

Op 10 september is hij, volgens hetzelfde krantenbericht, om zes uur vertrokken richting Keulen. Op dat moment weet hij nog niet, dat dit wel eens zijn intensiefste en persoonlijkste missie zou kunnen worden. En hij weet ook niet dat hij zijn familiehuis Amerongen nooit meer zo terug zal zien als hij het achtergelaten heeft.

Een kasteel met middenvoor een toren met daarin een poort. Links een gebouw met een trapgevel en daarachter nog een toren. Rechts nog twee gebouwen. Voor het kasteel staat een muur met daarin een poort.
Gezicht op huis Amerongen, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén