Let op! Het toegevoegde deel dat bij de brief van 4 maart hoort, is hier tussendoor gescand.
Met het voorjaar op komst is Margaretha kennelijk het gevoel van oorlogsdreiging helemaal kwijt. Er wordt gewerkt in de hof! Daem Hendrixse uit het dorp heeft werk aangenomen en is hard bezig. Margaretha hoopt dat de dooi doorzet, zodat hij zijn werk af kan maken. Het staat immers zo slordig als alles er half af bij ligt. Daem is begonnen met reparatiewerk, maar zoon Godard heeft ook nog wel wat goede ideeën.
met deesen doeij daer meede wij hoopen het ijs teenemael wt het water sal gaen, schiet ons nu alt werck teffens over de hant, dae daem is beesich met sijn aengenoome werck te voldoen en geloofve hij merge gedaen sal krijgen, als dat nu so ten halfve afgegraefe blijft legge salt seer slordich daer staen dat muertge daer de doorne hech lans den Booven hof ende wt geroijden boogaert1boomgaard op staet diende ock wel gereepareert en overal aen ge – stopt, de heer van ginckel meent dat Een groot sieraet aen beijde de hoofven sou geefven dat men Een gif glintintge2Latwerk dienende om vruchtboomen te ondersteunen of leiboomen te leiden op de selfde fatsoen en manier gelijck rontom den nieuwe hof is niet hoocher als nu de doorn die der op staet is is, en opdie hoochte, op dat voorseijde muer tge vande boven hof sette, en dat men dan fruijt boomges teegens dat muertge omlaech liet sette die soude dan hoochte genoech hebe om tegens die glintin op te wasse, en alst niet hoochger komt sout het gesicht vant Eene hof int ander gans niet beneeme maer Een reegeliere teijt geefven, uhEd
belieft eens te schrijfve oft deselfve gevalt so soude ickt laete maecke op dat wij die hoofve Eens in Esse mochte krijgen3In esse mogen krijgen: in goede staat mogen krijgen, hiermeede blijfe Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor
Een muur met leifruit
Het muurtje om de bovenhof moet gerepareerd worden. Kennelijk is daar net een boomgaard gerooid. De tuin van het kasteel heeft een hoogteverschil waardoor verschillende tuinen ontstaan en één daarvan is kennelijk de bovenhof (nu de boventuin). Het idee van haar zoon is om latwerk (glintinge) aan te brengen, waar fruitbomen tegenaan kunnen groeien. Margaretha is verguld met het idee, want zo kan je toch nog van de ene naar de andere hof kijken. Ze eindigt haar brief met de vraag of haar man ook maar eens zijn mening wil schrijven en als het hem bevalt, dan zal ze er werk van maken, zodat de hof eindelijk eens op orde is.
Op 3 maart heeft Margaretha haar brief af. Hij ligt klaar om mee te geven met de post en dat zal Philippota of een personeelslid de volgende dag doen doen. Zoals Margaretha op 3 maart al aangaf moet ze echt naar Utrecht om zaken te regelen. Als Margaretha met de koets onderweg is, wordt ze onverwacht door een ruiter ingehaald: ze moet terug naar huis. En het is niet het water van Philippota dat gebroken is, maar Spaen is er!
Een aangekondigde bezoeker
Margaretha noemt Spaen voor het eerst in haar brief van 26 februari. We hebben de brieven die Godard Adriaan haar schrijft niet, maar kennelijk heeft hij haar aangegeven dat zijn vriend Spaen op bezoek komt. Hij geeft haar daarbij enkele erg specifieke opdrachten. Margaretha schrijft terug:
den heere spaen sal ick verwachte en hem so wel trackteere als mij doenlijck sal sijn maer hanekame padde stoelle1hanekampaddestoelen: catharellen met Amergrijs2ambergrijs weet ick hier geen raet toe so sijn hEd niet anders mach vrees ick dat het tracktement dat ick hem doen sal vrij slecht sal afloopen, dan geloof sijn hEd de smaeck van Een goede schinck3ham noch niet heel sal vergeeten hebbe
Dus Margaretha schrijft haar man dat ze de heer Spaen zo goed als mogelijk zal ontvangen. Ze weet zich alleen geen raad met hanekampaddestoelen en ambergrijs. Als dat het enige is wat hij eet, vreest Margaretha voor de afloop van de ontvangst, maar ze heeft het volste vertrouwen in de smaak van haar ham.
Hanekampaddestoelen
Hanekampaddestoelen zijn cantharellen. Het is de vraag of Margaretha ze wel onder die naam kende. Ze komen voor op een arme grond, bij voorkeur onder dennen, eiken, berken en beuken. Hoewel een groot deel in het bos op de Utrechtse Heuvelrug in 17e eeuw gekapt was, blijkt uit oude kaarten dat er rond Amerongen zeker wel bos of anders bomenlanen en struwelen waren. Het is dus niet onmogelijk dat cantharellen in Margaretha’s directe omgeving te vinden waren, maar ze waren wel zeer zeldzaam. Cantharellen werden wel ingevoerd vanuit Bourgondië en Italië. De kans dat Godard Adriaan ze in het metropole Berlijn wel gegeten heeft, is groter dan dat ze in Amerongen gevonden werden. In de 17e eeuw komen cantharellen wel voor het eerst in een kookboek. In 2021 verscheen een masterscriptie over paddestoelen in 17e eeuwse recepten van Emma Sofie de Vries.
Bosstilleven met paddestoelen en slang, Otto Marseus Schriek, 1657. Privé collectie. Foto van Sotheby’s 2011. Rechts op de voorgrond een hanekampaddestoel (cantharel).
Ambergrijs
Ambergrijs is de basisgrondstof voor parfums (o.a. Chanel No. 5) en wierook. Het werd ook gebruikt in eten, maar er zijn niet veel voorbeelden bekend. Het Woordenboek Nederlandse Taal noemt bijvoorbeeld “Een met peper en amber toebereide nachtegaal”. Het werd ook wel gebruikt om wijn wat te verbeteren.
Ambergrijs is een vetachtige substanties die een potvis gebruikt om scherpe stukjes uit zijn voedsel in te kapselen. Je kunt het vinden op het strand als hij het uit gepoept of uitgekotst heeft, of het kan gewonnen worden uit de darmen van een gevangen of gestrande potvis. Ambergrijs is enorm duur en als je het per ongeluk op het strand kan je zomaar miljonair worden. De walviszaal van Ecomare is gefinancierd met de opbrengst van de 83 kg ambergrijs die gevonden werd in de darmen van een bij Texel gestrande potvis. Ook in de 17e eeuw strandden wel eens potvissen in Nederland, maar lang niet elke potvis maakt ambergrijs. Het werd wel gebruikt, maar de kans dat Margaretha er bekend mee was is klein.
Een aangespoelde potvis op het strand bij Noordwijk, 28 december 1614 toegeschreven aan Hans Savery I (1614 – 1626). Collectie Rijksmuseum
Alexander van Spaen (1619-1692) is een edelman uit Kleve, het Duits-Gelderse gebied. Hij begint zijn loopbaan bij de prins van Oranje en wordt daarna luitenant in het Staatse leger. Hierna komt hij in dienst van de Keurvorst van Brandenburg en hij bevindt zich daar regelmatig aan het hof. In 1661 koopt hij kasteel Biljoen bij Velp. Hij was een goede bekende van Godard Adriaan.
Wanneer komt Spaen?
Op 29 februari schrijft Margaretha in een bijzin: “ick verwachte hier den heere spaen noch”
Op 3 maart schrijft Margaretha: “den heere spaen verneeme wij noch niet geloofe sijn hEd vergeet mijn aentespreecken”.
Op 4 maart is hij er dan eindelijk. Margaretha voegt snel, voor het vertrek van de post, nog een velletje met een gespreksverslag bij haar brief van 3 maart. Ze beschrijft dat Philippota haar terug liet halen en dat ze Spaen verzocht heeft de nacht te blijven, maar hij moet noch naar Den Haag. Hij wil zelfs in de middag niet blijven eten: in de tijd dat Margaretha terug gehaald heeft, dat hij al bij Van Son gegeten. Maar hij is wel zo goed geweest om een glas wijn met Margaretha te drinken. Hij belooft om een keer weer te komen en dan een nacht of twee te zullen blijven. Dat zint Margaretha wel, maar er hangt nog iets als een zwaard van Damocles boven dat toekomstig bezoek…
Spaen klapt uit de school
[hier te sulle blijfve,] ick heb hem geseijt mij ondertusche van haenekame am bergrijs en paddestoelle te sulle ver sien, maer sijn hEd beklaecht hem dat uhE sich so slecht trackteert datse den buijck niet konne vulle, uhEd moet hem wt dien quaede reputasie helpe ent selfve verbeeteren, sijn hEd is noch al den ouden spaen hij weet mij van uhEd wel-
vaerentheijt niet genoech te segge daer de heere voor gedanckt moet sijn, ock dat uhEd de juffrouwe so kaesijoleert dat te verwondere is, ick seijde mij van harte lief te was te hoore uhEd noch so vol vier waert, hiermeede moet dees wech
den 4 maert 1672
Zodra Margaretha begint over de hanekampaddestoelen en het ambergrijs, vertelt Spaen dat hij door Godard Adriaan zo slecht ontvangen is, dat hij daar met lege buik vertrokken is. Margaretha speelt dit gelijk terug naar Godard Adriaan: hij moet het zelf maar recht zetten en zijn reputatie verbeteren. Spaen stelt Margaretha wel gerust: het gaat haar man goed.
Misschien is er meer dan één glas wijn gedronken of is er een soort directe vertrouwdheid tussen Margaretha en Spaen, want hij durft een stapje verder te gaan. Hij vertelt haar dat haar man in Berlijn de juffrouwen zo cajoleert4van het franse cajoler: vleien, flikflooien. Margaretha laat zich hierdoor niet in het minst uit het veld slaan: ze is blij dat haar man nog zo vol vuur is. En daarmee besluit ze het gespreksverslag, want de brief moet nu echt naar de post.
Philippota’s baby is nog steeds niet geboren en je ziet de irritatie bij Margaretha week na week groeien. Op 6 februari is er nog iets meer begrip dan irritatie. Ze wilde wel naar Den Haag, maar zoals Philippota zich voelde was dat onmogelijk. Nu voelt ze zich gelukkig beter, dus hoopt Margaretha dat de verlossing niet lang op zich laat wachten. Maar ze heeft er toch heel wat bekommering mee.
[verseeckert sulle weesen,] de vrou van ginckel1Philippota is getrouwd met de Heer van Ginkel, Margaretha’s zoon Godard die nu vijf weecken hier is geweest en vant begin aff van Eur tot Eur heeft gemeent te kraeme gaet noch al dat mij wel in geduerichge bekomerin hout, men seijt wel dat ick met haer naer den haech sou gegaen hebbe, dat is vant begin af dat se hier is geweest onmoogelijck ge- weest so heeft se haer van tijt tot tijt gevoelt, nu isse, beeter als oijt daerom ick hoope sij haest sal koome te kraeme het welcke ons den almachtigen godt wil geefve en dat se Een goede verlosi en gesonde vrucht en kraem mach hebbe, kan niet segge in wat bekomerin ick geduerich in deese bekomerlijcke tijde met haer ben [nu de heer almach]
Margartha aan haar man op 6 februari 1672
Anatomisch model van een zwangere vrouw gemaakt van ivoor. Toeschrijving: familie Zick / deels naar ontwerp van: Stephan Zick (1639 – 1715). Collectie Museum Rotterdam
Bepakt en bezakt
Een week later, op 11 februari, begint Margaretha een beetje te mopperen. Alle spullen staan nu al een maand ingepakt klaar zodat ze direct kunnen vertrekken, maar Philippota is nog steeds niet bevallen. En nu durft ze ook niet meer te reizen, want stel je voor dat ze onderweg bevalt! Margaretha hoopt maar dat het rustig blijft voorlopig.
te sende, ons silver koffer met noch twee met linne hebbe wel Een maent gepackt gestaen om ofter op Aen quam dat ment maer op de wagen heeft te setten, de vrou van ginckel kan so heel opt lest sijnde niet reesolveere besluiten haer op reijs naer den haech te begeefve vreest al of se onderweech mocht koome te kraemen hoope wij dien tijt hier noch in ruste sulle sijn, sij heeft haer veel te seer misreeckent, so haest dat over is sal mij met het onse naer den haech begeefve, [hier meede blijfve]
Margaretha aan haar man op 11 februari 1672
Wachten…
Op 15 februari heeft Margaretha besloten de kraam dan maar op Amerongen af te wachten en op 18 februari noemt ze haar schoondochter niet eens. Op 22 februari geeft ze aan dat ze zelfs een deel van de zaken niet heeft kunnen regelen, omdat ze Philippota niet alleen thuis durft te laten. Die denkt inmiddels al zeven weken dat ze elke dag kan bevallen. Op 26 februari verzucht ze dat het zo lang gaat duren als God het wil en de 29e rept ze met geen woord over haar schoondochter: zijn er belangrijker zaken te vertellen?
Een arts controleert de urine van een zwangere vrouw, 18e eeuws, Nederlands. Bron: Wellcome Collection.
Het uur van geboorte en sterven
Op 3 maart: nog steeds niets. De irritatie is nu zo groot dat Margaretha haar brief begint met de lang verwachte kraam. De misrekening van twee maanden komt haar wat qualijck, maar nu wordt Margaretha er filosofisch van. Dan moet men het maar met geduld afwachten, dat geldt zowel voor de uren van geboren te worden als de uren van te sterven. En uiteindelijk verlaat ze zich op de Heer Almachtig.
Mijn heer en lieste hartge
gisteren ontfange ick uhEd schrijfvens vande 24 febrijwa neffens die aende vrou van gincke die noch al gaet tot onse groote verwonder sij is, nu beeter alse over twee maende was en heel wel naer haer geleegentheijt, heeft haer veel te seer misreeckent, dat mij wat qualijck komt dan moet het met paesijensie geduld afwachte de Eure van gebooren te worden moeter so wel sijn als van te sterfven wil hoopen de heer almachtich ons Een gesonde en recht geschapen vrucht sal geefven, [het pree]
Margaretha heeft groot nieuws om met Godard Adriaan te delen. Prins Willem III is namelijk eindelijk benoemd tot kapitein-generaal van het Staatse Leger! Het duurde lang voordat deze benoeming door de Staten-Generaal kwam omdat Raadspensionaris Johan de Witt weinig voelde voor iemand benoemen vanwege zijn afkomst. Het is voor Margaretha niet helemaal duidelijk wat de benoeming van Willem III precies betekent. Is het een benoeming voor het leven of slechts voor “deel Expedisie”, voor één veldtocht?
“Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum
Daar duidelijkheid in scheppen is voor Margaretha belangrijk: als kapitein-generaal voor het leger kan Prins Willem III vaste benoemingen doen. Nu Willem III benoemt is kan er overgegaan worden op het benoemen van de andere hoge ambten, zoals de positie van generaal-majoor waar zoon Godard van Ginkel naar had gesolliciteerd.
Als Willem III benoemd is tot kapitein-generaal zijn de benoemingen die hij doet van veel langere duur dan wanneer hij enkel opperbevelhebber voor één veldtocht zou zijn. Toen hij werd aangesteld, werd hij nog niet levenslang benoemd. Dat zou, volgens de in februari gemaakte afspraken, pas gebeuren op 14 november 1672, Willems verjaardag. Margaretha is hier op het moment van schrijven kennelijk niet volledig van op de hoogte. Margaretha hoopt dat haar zoon de promotie krijgt die hij, in haar ogen, verdient. Vader Godard Adriaan is namelijk altijd een sterk voorstander geweest van Willem III in de Staten van Utrecht en zoon Godard van Ginkel dient al sinds zijn jeugd in het leger.
[serveere,] hoe sijt nu met den heer van ginck -kels sollisitasie1Godard van Ginkel had eerder dit jaar gesolliciteerd voor een positie als generaal-majoor maar had nog niets gehoord sulle maecke sal te ver wachte staen, waertoe mijns oordeels de wijlle sijn hoocheijt de prins van oransge nu voor kaptein generael2kapitein-generaal is de hoogste rang in het landleger van de Republiek deel Expedisie is aengenoome hij wt moet sien, want so geseijt wort sulle se nu tot het vergeefve van de hoochge Amtte gaen, ick ben blijde uhEd sijn sentimente daer ontrent met de mijne
so wel ackordeereovereenkomen, heb Even het selfde aen de heer van ginckel geseijt als uhEd hem schrijft, hij gaet vandaech naer wttrecht om sijn solisitasie aldaer te bevordere en meent voort Een keer naer den haech te doen [het vriest hier weer so fel als]
Hoofd van een jongen blazend op een trompet, Giovanni Benedetto Castiglione, 1645 – 1650. Collectie Rijksmuseum.
Het volk viert feest!
Voor de adel betekent Willem III’s benoeming kansen om te klimmen in de rangen. Voor de rest van het volk betekent het een einde aan de onzekerheid en kan er feest gevierd worden. Honderden mensen gaan de straat op in Den Haag en er wordt druk getrompetterd.
[spaen noch,] wt den haech schrijft men mij dat daer met het aeneemen vande prins sulcke ongemeene vreucht is ge weest datter den heelle nacht honder de van mense op de strate waeren dat d’Een sonch3zong dander4de ander tromde dander blies de trompet met sulcken geijuijch dat niet te seggen is de heer almachtich wil sijne onse wapenen door hem seegenen en hem voor spoedich maecke, den heere beverline5Hieronymus van Beverningh, Gouds regent en diplomaat. Hij wordt nu benoemd tot gedeputeerde te velde: dat houdt in dat hij Willem III’s beslissingen op het slagveld mag overstemmen heeft hier groote Eer ingeleijt so men seijt, [hier]
Het is alsof God de wapenen zegent, zegt Margaretha. Eindelijk is er een sprankje hoop. Lijkt het.
1
Godard van Ginkel had eerder dit jaar gesolliciteerd voor een positie als generaal-majoor maar had nog niets gehoord
2
kapitein-generaal is de hoogste rang in het landleger van de Republiek
3
zong
4
de ander
5
Hieronymus van Beverningh, Gouds regent en diplomaat. Hij wordt nu benoemd tot gedeputeerde te velde: dat houdt in dat hij Willem III’s beslissingen op het slagveld mag overstemmen