… geen redelijke ziel zal bij leven of sterven ons komen culperen omdat wij goedt en bloet voor de dier gevochte vrijheid hebben opgeofferd…
Godard Adriaan, 5 juli 1672
Vandaag opent de expositie Goet en Bloet op Kasteel Amerongen, het kasteel dat Margaretha na het Rampjaar heeft gebouwd. Aan de hand van de verhalen van Margaretha, Godard Adriaan en hun zoon Godard van Reede van Ginkel worden de bezoekers meegenomen langs de gebeurtenissen in het Rampjaar.
Rampjaar
De drie hoofdpersonen van Goet en Bloet: Godard Adriaan, Margaretha en Godard
Dit jaar is het 350 jaar geleden dat de Fransen, de Engelsen en twee Duitse bisschopen de Republiek de oorlog verklaarden en dit wordt uiteraard in Nederland ruim herdacht. Met Margaretha, Godard Adriaan en Van Ginkel heeft Kasteel Amerongen hoofdrolspelers die elk op hun eigen plek het Rampjaar mee maken. Hun verhaal moet natuurlijk op Amerongen verteld worden.
Goet
Het belangrijkste goed van Godard Adriaan en Margaretha is hun Kasteel in Amerongen. Het staat er nog steeds, maar niet meer zoals voor het Rampjaar. Door de dramatische gebeurtenissen is het huis zelf ook een hoofdpersoon geworden.
Bloet
De familieband, het bloed, is sterk, maar Margaretha, Godard Adriaan en Godard weten niet of en wanneer ze elkaar weer zullen zien. Margaretha zit achter de waterlinie, in het waarschijnlijk veilige Holland. Godard Adriaan zit als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg. Hun zoon Godard is aanvoerder in het Staatse leger. De brieven die zij elkaar schrijven, zijn hun levenslijn. De expositie is een duik in hun levens én in de vaderlandse geschiedenis.
Dit blog en de expositie
Dit blog en de expositie staan los van elkaar, maar gaan over hetzelfde. Vanuit het blog is de expositie een manier om de plek, de tijd en de tijdsgeest te beleven. Vanuit de expositie is het blog een persoonlijker kennismaking met Margaretha. Bovendien is in de expositie het Rampjaar al begonnen en voorbij, terwijl het hier voor Margaretha nog moet beginnen. En ook al weet je hoe het afloopt: het blijft spannend.
De Franse troepen zijn inmiddels aangekomen bij Wezel, één van de Rijnforten die de Republiek zou moeten verdedigingen. Wezel ligt in het hertogdom Kleef waar de Keurvorst van Brandenburg ook heerser over is. De Franse opmars heeft nu ook de belangen van de Keurvorst geschaad. De Franse troepen hebben een groep mannen verslagen, die ter voorbereiding van de oorlog nog op het laatste moment een palissade wilden aanleggen. Het is nu afwachten hoe de vestiging de aanval weerstaat, als deze komt.
[sich al vrij verwonderen,] maer ick derf niet de franse seijt men dat Een partij van honder man die wt weesel1Wezel, een van de forten aan de Rijn ginge om palasade2palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen. te gaen houwen hebbe geslagen, tis nu wel tijt noch om palesade te houwen, so doet men tis alles opt lest [ick heb geen tijt meer, ben Eergister]
Margaretha sluit haar brief af met de mededeling dat ze geen tijd meer heeft om verder te schrijven. Ze is eergisteren naar Amsterdam gegaan om daar orde op zaken te stellen en is op het moment van schrijven in Utrecht op de terugweg naar Amerongen. Ze wil vanavond nog thuis zijn op het kasteel dus verder schrijven aan de brief zit er niet in.
Gezicht op Wezel, 1672, naar een tekening van Adam Frans van der Meulen, ca. 1900-1903. Collectie Rijksmuseum.
Een postscriptum
Een duidelijk latere toevoeging aan de brief vinden we onder haar afsluitende groet. Het P.S. bestaat uit een grote hoeveelheid ditjes en datjes die steeds met een enkele regel worden beschreven.
tsal wel goet sijn dat uhEd met die kompangi twee sulcke aensienlijcke prins oblijgeert3obligeren: verplichten maer daer sien ick niet dat Eit4iets van sal koome, ent goet men daer aen doet wort haest vergeeten, ick twijfel niet of kapteijn meroode5Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden sal nu bij uhE sijn, den heer van ginckel bedient het komisaeris generaelschap noch momba6Jean Barton de Montbas gaet vast inde haech int voorhout7het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen dat is wel
so gemacklijck, en noch wil men hier de hooch offisiers geen tracktemente8salaris toe legge, hoe wel die bij den staet van oorlooch9de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurdwdeese provinsie werde goetgedaen
Bij het Staatse Leger is het hetzelfde liedje als eerder: het is nog steeds slecht georganiseerd. Er is bijvoorbeeld nog niet geregeld hoe de hoge officiers uitbetaald gaan worden, terwijl de oorlog nu wel heel dichtbij komt. Ook deelt Margaretha even trots mee, dat haar zoon nog steeds als commissaris-generaal mag optreden. Montbas, die eigenlijk commissaris-generaal is, loopt nog te flaneren in Den Haag, schertst Margaretha.
palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen.
3
obligeren: verplichten
4
iets
5
Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden
6
Jean Barton de Montbas
7
het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen
8
salaris
9
de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd
Margaretha klaagt wel steen en been over de trage en gebrekkige voorbereiding van de Republiek op de oorlog, maar zelf kan ze er ook wat van. In haar brief van 25 januari 1672 vraagt ze de secretaris al om een huis te zoeken in Amsterdam, en nu, het is nog net geen juni, is de kogel door de kerk. Margaretha huurt voor een half jaar een pand genaamd de Gulden Troffel aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam.
De Nieuwe Herengracht, het huis met het puntdak is nummer 21, waar in het Rampjaar de Gulden Troffel stond. Links de Walter Süsskindbrug en de Amstel. Foto en copyright: Shinji Otani, bron: Stadsarchief Amsterdam
De Nieuwe Herengracht
De Nieuwe Herengracht is de allernieuwste uitbreiding van Amsterdam. De uitbreiding is zelfs zo nieuw, dat het gebied aan de overkant van de gracht nog “gewoon” weiland was. In dit weiland ligt nu de plantagebuurt met Artis en de Hermitage. De Amstelhof, het bejaardentehuis waarin de Hermitage zit, werd in 1681 gebouwd.
Het goed vervoeren
Wat Margaretha nu te doen staat is er nu voor zorgen dat al haar waardevolle goed in Amsterdam komt. En dat pakt ze voortvarend aan. Ze heeft een schip gehuurd dat inmiddels van Elst (een dorp naast Amerongen) naar Amsterdam vaart. Wat er in de eerste vracht zit, vertelt ze niet, maar waarschijnlijk moet ze nog een volgende vracht moet zenden. Er zou een tweede schip komen, maar dat is kennelijk niet gekomen, omdat het water zo laag staat.
[behandicht] het huijs te Amsterdam is gehuert voor Een half ijaer so ons het ongeluck dient dat ment langer sal sal moeten hebbe konne wijt langer in hueren, deesen dach vaert Een schip vol van ons en vande vrou van ginckels goet hier van Elst af naer Amsterdam wij sulle het selfeschip of Een ander noch wel eens vol hebbe het welcke almeede met den Eerste meen te sende vermidts het water op de reevier so seer valt en solaech wort vrees ick het in korte niet te sulle kome sende en over lant sou vrij wat kosten, ben nu meest bekomert met onse wijn weet niet hoe ick daer mee sal maecken, brenge ickse te Amsterdam salmen ter stont die swaere inposte1Imposten: accijnzen daer van moete betaelle en al die wijn drincke wij in geen ijaer, [ick]
Wijn en belasting
Interessant is haar zorg om de wijn. Elke stad rekende zelf de accijnzen voor wijn voor eigen consumptie. Aangezien de wijn al in de kelder ligt, heeft ze dergelijke accijnzen waarschijnlijk al eerder betaald. Als ze de wijn nu naar Amsterdam vervoert, zou ze dat weer moeten betalen, terwijl ze niet weet of ze het op gaat drinken. Stel dat het niet op gaat en ze wil de wijn daarna naar Den Haag vervoeren, dan zal ze daar dus ook weer accijnzen moeten betalen. Dat wordt dan wel een beetje prijzig. Wat is wijsheid? De wijn in Amerongen laten voor de Fransen of die accijnzen toch maar betalen?
Het Centrum van Amsterdam, na 1688 (de Amstelhof/Hermitage is gebouwd). Onder het woord Binnen Amstel is de linkerkant van de driehoek de Nieuwe Herengracht. Fragment uit kaart van Frederik de Wit, Atlas van der Hagen. Collectie Koninklijke Bibliotheek
Reizen en vluchten
De familie moet in beweging komen: Philippota is nog steeds in Middachten en Margaretha zou haar toch wel erg graag in Amerongen hebben. Dat geeft haar de ruimte om eens zelf in Amsterdam te gaan kijken. Van een definitief vertrek naar Amsterdam is nog geen sprake: ze blijft zo lang mogelijk in Amerongen. Ze denkt Philippota en de kinderen die kant op te kunnen sturen als dat nodig is. Waar Margaretha zich het meest zorgen om maakt is hoe haar man thuis komt: alle doorgangen naar de Republiek zijn in handen van de Bisschop van Münster. Twee dagen na Margaretha’s brief zal hij de Republiek binnen vallen in het oosten.
Gouden koppen
De oprukkende Fransen krijgen in deze brief geen aandacht. Ze gaat nog wel in op de financiële situatie en de vraag wat ze met haar gouden koppen moet doen.
[veel meer, noch in kasse leijt,] ick heb mijn ge= dachte al laeten gaen of ick niet wel sou doen de goude koppe op deen plaets of dander te begraefve of Ergens in Een muer te laeten metselen, maer dewijlle ick dat bij mijn selfve niet kan doen derf ickt niet wagen salt met de rest so naeu2Nauw bewaren: met alle zorg bewaren bewaeren alst mogelij sal sijn [den redder van Meroode is alweer so]
Heel herkenbaar dat je met zo’n stressvolle verhuizing opeens allemaal rare details bedenkt. Gelukkig zal ze alles zo zorgvuldig mogelijk bewaren. Als Godard Adriaan er nu geen vertrouwen in heeft, weet ik het ook niet meer.
Terwijl de Fransen door marcheren richting De Republiek, schrijft Margaretha aan Godard Adriaan: “Vertrouw de Franse ambassadeur niet! Wie weet wat er in zijn wijn verschuilt.” Zelfs als ze door vele honderden kilometers gescheiden is van haar man probeert ze haar man te beschermen.
[=noomen waer wel te wenschen,] ick bidt weest toch voor =sichtich int drincke van dien fransmans wijn wie weet wat daer in mocht schuijlle sij sijn niet te vertrouwe,
Dat de Franse ambassadeur in Berlijn Godard Adriaan wel eens weg zou willen werken is geen loze zorg. Nu de Franse invasie langzaam maar zeker in kracht opbouwt is het voor de Republiek erg belangrijk dat ze vanuit Brandenburg troepen toegezegd krijgen. Dankzij Godard Adriaan tekende de Keurvorst op 6 mei 1672 een verbond met De Republiek, waarin hij belooft een leger te sturen. Nu moet Godard Adriaan ervoor zorgen, dat de Keurvorst dit verbond ook daadwerkelijk uitvoert.
Het is slechts drie dagen sinds de laatste brief van Margaretha. Daarin schreef ze dat Maastricht omsingeld was. Nu is daar zekerheid over gekomen. Ook marcheert het Franse leger onder leiding van koning Lodewijk XIV verder. Ze zijn inmiddels al aangekomen bij Heeze en Leende in de omgeving van Eindhoven. Het noemen van Heeze en Leende lijkt willekeurig, maar dat is het niet. Heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten is Albert Snouckaert van Schauburg, de man van Anna Margaretha van Randwijck, een nichtje van Godard Adriaan. Albert Snouckaert van Schauburg kocht Kasteel Heeze in 1657 en had het flink laten verbouwen. De voorhof was net in 1665 klaar.
dat de franse Maestricht hebbe berent1berennen: omsingelen hout men nu voor seecker maer men hoort noch van geen beleegerin, maer wel dat den koninck met sijn leeger voort koomt af sacke en dat sij al ontrent heesenleen2Heeze en Leende gekoome sijn, ijae dat de partije tot worckom3Woudrichem toe begine te koomen en te loopen, [ick ben vast beesich mijn ende vrou van ginckels]
De Franse opmars is dus gestaag. Maar hoe staat het er voor bij het Staatse Leger dat bij de IJssel de Republiek zal moeten verdedigen?
De revue van het Staatse leger
Haagse kermis met de optreckende burgerry sig presenterende aan haar Koninglyke Hoogheden myn heer de prince en mevrouw de princesse van Orange, Daniel Marot, 1686. Collectie Rijksmuseum. Er is geen afbeelding van een echte revue van het leger, maar het moet er ongeveer zo uitgezien hebben.
[hoet met onse scheepsvloote in de see staet,] de reevuwe4revue: wapenschouw
is voorleedene vrijdach van onse krijs volckeren5krijgsvolk tuschen sutphen6Zutphen en deeventer7Deventer gedaen, daer momba8Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas noch steenhuijse9Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen preesent sijn geweest den leste seijt me dat sieck is, den heer van ginckel hoor ick dat op begeerte10wens, bevel van sijn hoocheijt11Prins Willem III het komissaris generael schap heeft bedient12uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap, men seijt het heel fraeij geweest is te sien maer seer veel onbedreefve13onbedreven: onervaren volckeren bij waeren die heer almachtich wil met haer alle weesen,
Margaretha’s eerdere scepsis ten opzichte van Montbas en Steenhuizen blijkt weer eens gegrond: beide generaals waren afwezig bij de revue. Steenhuizen heeft nog een excuus, hij schijnt ziek te zijn. Waar Montbas uitspookt is een mysterie maar het is aannemelijk dat hij nog steeds in Den Haag is, in plaats dat hij aan de IJssel verkeert. In dat opzicht is er weinig veranderd sinds 11 april. De onkunde van deze twee generaals heeft er wel voor gezorgd dat Willem III haar dappere zoon Godard van Ginkel gevraagd heeft om tijdens de revue als commissaris-generaal op te treden. Zo’n revue is natuurlijk vooral een theaterspektakel, maar hij rijdt daar wel mooi in ’t zicht. Het blijft natuurlijk zuur dat hij gepasseerd is door deze twee minkukels. Of de Heer Almachtig met hen wil zijn. Zeg dat wel.
In de ps meldt ze nog hoe blij ze is dat Godard Adriaan zo veel hulp van zijn neef Carel van Reede van Drakestein en Gerard Bernhard van Pöllnitz.
1
berennen: omsingelen
2
Heeze en Leende
3
Woudrichem
4
revue: wapenschouw
5
krijgsvolk
6
Zutphen
7
Deventer
8
Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas
9
Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen
10
wens, bevel
11
Prins Willem III
12
uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap
Een halve maand terug schreef Margaretha dat de Staatse overheid nogal aan het dralen was. Bij de vijand is daar absoluut geen sprake van. De Engelse vloot is gespot op zee en er wordt gedacht dat de Engelsen op weg zijn om de Franse vloot te treffen. Gelukkig is de Staatse vloot ook al in de zeilen. Margaretha weet nog niet of het al tot een slag gekomen is.
Kleinere schepen in een fris windje op zee, met in de verte een vloot, circa 1673 met latere aanvullingen, Charles Gore. Collectie: Royal Museums of Greenwich.
[rust sal soecken,] vandaech of merge gelooft men dat de generaelle revue1generale revue: wapenschouwing waar het gros van het leger zich in alle sterkte verzameld. Dit wordt vaak gedaan voordat men op veldtocht gaat. van ons leeger ontrent nie Enbeeck2Nieuwe Beek, een plaatsje tussen Lichtevoorde, Ruurlo en Groenlo en dus vlakbij Zutphen waar de revue plaatsvind sal gedaen worde, men hout voor seecker dat de Engelse met 50 seijllen in see sijn en dat sij haer soecke met de franse scheepe te konsijangeere3conjugeren: samenvoegen, men pree= someerde4presumeren: veronderstellen datse met deese noortooste wint
met donse die ock inde 50 seijlle in see sijn al aen malkandere mochte weesen, maer hoor daer geen vervolch van, maer wel dat de franse voorleedene saterdach Maestricht soude berent5Een plaats berennen: een plaats insluiten om deze te belegeren. hebbe, en dat de rest vant franse leeger quam af sacken so men meende op breeda aen, nu wort hier geseijt dat die van Maestrijcht soude Een wtval gedaen hebbe en den vijant vrij geslagen ock verscheij de offisiers gevange binne gebrocht hebbe dat het grof vant leeger soude voorbij Maes =tricht6De Fransen laten Maastricht links liggen. Turenne laat wel 10.000 man achter om te voorkomen dat de Staatse troepen die gelegerd zijn bij Maastricht de Fransen in de rug aan kunnen vallen. gemarscheert en al tot Eijnthoofve gekoome sijn, het welcke niet wil geloofve want sout dan hier niet wel lan derfve7durven wagen, den bos8Den Bosch hebbense rontom onder water geset, [al ons goet staet hier meest]
Op het land is de situatie een stuk minder voortvarend. Het Staatse leger heeft pas net de revue achter de rug maar de Franse legers naderen vlug. Maastricht is al omsingeld door een deel van het leger en een uitval door de Staatsen daar is er niet in geslaagd de berenning te breken. Een van de krachtigste vestigingen ter verdediging van de Republiek is dus onschadelijk gemaakt. De rest van het Franse leger kan nu relatief veilig doormarcheren.
Plattegrond van Maastricht, anoniem, Willem Janszoon Blaeu, 1612 – 1648. Collectie Rijksmuseum
Op het moment van schrijven zijn de Franse troepen al tot Eindhoven gekomen. Er wordt gevreesd dat de Fransen op Breda zullen marcheren nadat ze de rivier zijn afgezakt. De polders rondom Den Bosch zijn nu geïnundeerd in de hoop dat het water de Franse troepen zal afremmen.
De afsluiting van deze brief zegt alles:
[ is alle nachte so geseijt wort op de walle ,]het schijnt het der nu op aen sal koomen, de heer almachtich wil ons bij staen en voor ons strijde
en uhEd op alle sijne weegen geleijde inwiens heijlige bescherminge de selfve beveele en blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
1
generale revue: wapenschouwing waar het gros van het leger zich in alle sterkte verzameld. Dit wordt vaak gedaan voordat men op veldtocht gaat.
2
Nieuwe Beek, een plaatsje tussen Lichtevoorde, Ruurlo en Groenlo en dus vlakbij Zutphen waar de revue plaatsvind
3
conjugeren: samenvoegen
4
presumeren: veronderstellen
5
Een plaats berennen: een plaats insluiten om deze te belegeren.
6
De Fransen laten Maastricht links liggen. Turenne laat wel 10.000 man achter om te voorkomen dat de Staatse troepen die gelegerd zijn bij Maastricht de Fransen in de rug aan kunnen vallen.
Nu er een invasie nadert schrijft Margaretha veel over het Staatse leger. Ze heeft het over verdedigingswerken, onrust onder de generaals, en algehele traagheid. Ook heeft ze het regelmatig over het onrecht wat haar zoon aangedaan wordt. Hij blijft ondanks zijn harde werk, steken op de rang van kolonel. Voor Margaretha is alles vanzelfsprekend maar voor ons kan het nogal lastig zijn om de structuur van het Staatse leger te doorgronden.
Belangrijk om in je achterhoofd te houden, is dat het Staatse leger, anders dan de naam doet vermoeden, niet werd gefinancierd door “de staat”. Elke provincie financierde zijn eigen regimenten en officieren. Bij financiering door de Staten Generaal speelt de (financiële) verdeling tussen of de representatie van de provincies een grote rol.
De onderdelen van het leger
Het leger bestaat uit infanterie (voetvolk), cavalerie (ruiters) en artillerie (kanonnen en ander zwaar geschut). Zowel de infanterie en cavalerie zijn onderverdeeld in regimenten, permanente administratieve eenheden, en bataljons, tactisch zelfstandige eenheden. Vaak bestaat één regiment ook maar uit één bataljon: de termen worden dan ook soms door elkaar heen gebruikt. Bataljons zijn dan weer onderverdeeld in compagnieën. De hoeveelheid mannen die in een bataljon zit varieert sterk, deels omdat het lastig is om genoeg soldaten te werven om een bataljon volledig te vullen.
Ongeveer de helft van alle soldaten in het Staatse Leger komt niet uit de Republiek. Buitenlandse huurlingen worden aangenomen om de infanterie of cavalerie aan te vullen. Ook hoge posities in het leger worden soms gegeven aan buitenlandse adel. Jean Barton de Montbas, bijvoorbeeld, is een Franse markies die in Staatse dienst benoemd werd tot comissaris-generaal, tot teleurstelling van Margaretha.
Vereenigde Provincien der Nederlanden. Onleesbare rang en onderdeel 1672, 1910, Vinkenhuizen Collectie. Collectie: New York Public Library.
De Generale Staf
De hoogste leiding van het Staatse Leger is de generale staf. Deze hoge officieren zijn aanwezig bij vergaderingen van de krijgsraad en nemen de belangrijkste besluiten.
Het opperbevel
De opperbevelhebber van het leger is de kapitein-generaal der Unie, Prins Willem III van Oranje. De kapitein-generaal is in dienst van de Staten-Generaal. Op gelijke voet met hem staan de gedeputeerden te velde. Dit zijn afgezanten van de Staten-Generaal die toezien op de kapitein-generaal. De gedeputeerden staan Willem III ter zijde met advies. In geval van nood mogen ze de beslissingen van Willem III overstemmen of zelf het commando overnemen. Uiteraard leverden alle provincies minimaal één gedeputeerde. Voor Utrecht was dit Jasper Schade van Westum.
Onder de kapitein-generaal vindt men de veldmaarschalken. Tijdens het Eerste Stadhouderloze TijdperkDit was in Holland en Zeeland van 1650-1672 en in Overijssel en Gelre tot 1675 was dit de hoogste rang in het leger. De regel was dat de Stadhouder tevens kapitein-generaal was. In de periode zonder Stadhouder werd de functie niet door een ander ingevuld.
De generaals
Onder de veldmaarschalken komen de generaals. Deze sturen de legers aan. In Margaretha’s brieven komen we titels tegen als luitenant-generaal, commissaris-generaal en generaal-majoor. Wat die titels precies inhouden is niet helemaal duidelijk, omdat het leger niet zo strak georganiseerd is als een modern leger. Omdat de provincies elk hun eigen soldaten en officiers betalen, bepaald iedere provincie dus ook deels wie welke titel krijgt. Hierdoor wordt het lastig navigeren in het Staatse Leger wie precies boven wie staat. Het komt dus soms zelfs voor dat twee personen met dezelfde titel niet gelijk staan qua rang.
Margaretha’s zoon Godard van Reede – van Ginkel valt onder de generaal van de cavalerie, de Spaanse Markies de Louvigny.
Lage officieren
Wanneer we kijken naar de rangen onder de generale staf wordt een iets duidelijkere hiërarchie duidelijk. De kolonel heeft het commando over een regiment. Godard van Reede – Ginkel is in 1672 kolonel van de cavalerie. Onder de kolonel komt de luitenant-kolonel, de vervanger van de kolonel wanneer deze niet tot leiden in staat is. Daarna komt de majoor.
Jacob de Graeff in een officiersuniform, Gerard ter Borch II (1670-1681). Collectie Rijksmuseum
Aan het hoofd van een compagnie staat de kapitein (bij de infanterie) of ritmeester (bij de cavalerie). De kapitein werft troepen, betaalt de soldij uit en neem veel andere alledaagse taken waar. Indien de kapitein afwezig is neemt de luitenant voor hem waar. De derde officiersrang in een compagnie is de vaandrig (infanterie) or kornet (cavalerie), de vaandeldragers. Vaak is dit de officiersrang die een adellijke jongeman krijgt wanneer hij begint in het leger.
Andere rangen
Voor het dagelijks reilen en zeilen van een compagnie zijn ook een aantal andere rangen ingesteld. De wachtmeester of schrijver heeft de functie van secretaris of assistent van de officieren. De zoetelaar, geen militair maar een burger,zorgt voor de bevoorrading van de troepen. De tamboer (infanterie) or trompetter (cavalerie) geeft bevelen aan met hun instrument en dient ook vaak als boodschapper wanneer met de vijand gesproken moet worden. De sergeant drilt de troepen en tenslotte geeft de korporaal leiding aan kleine groepjes soldaten.
De post heeft in mei 1672 zijn werk niet goed gedaan. Tussen 6 mei en 20 mei zijn er geen brieven van Margaretha brieven aan gekomen. Het kan ook zijn dat Godard Adriaan ze niet bewaard heeft. Merkwaardig genoeg schrijft ze daar helemaal niets over in haar brieven van eind mei. Het kleine aantal brieven in mei geeft ons de tijd om eens andere onderwerpen aan te snijden. Begin april kwam er een reactie op een blog over het lezen van het handschrift van Margaretha. Wij van de “app- en mailgeneratie” zijn steeds minder gewend om handschriften te lezen. Dus hier een uitgebreid(er) verhaal over het lezen en transcriberen van oude handschriften.
Handschriften en spelling
Het lezen van een oud handschrift is voor veel mensen een heel nieuwe ervaring. Sowieso verschillen handschriften natuurlijk zowel van persoon tot persoon, maar ook van tijdsperiode tot tijdsperiode. Als je wat specifieke kenmerken van 17de eeuwse handschriften weet, helpt dat al met lezen.
Zo zetten ze toen een soort krul boven een u, als onderscheid met een v en een n. Een s was een veel langere letter die boven en onder de andere letters uit kon komen, sterker nog er bestonden een lange en een korte s! Een heel handig gebruik was om een streep boven een woord te zetten als daar nog -de of -den achter moet. Bijvoorbeeld van met een streep erboven is vande.
Wat ook lastig is in 17de eeuwse brieven, is dat er in de 17de eeuw nog geen standaardspelling bestond. Margaretha schrijft haar brieven heel erg fonetisch, maar ze heeft een gigantische woordenschat. Ze gebruikt heel veel woorden die we in het Nederlands eigenlijk niet meer gebruiken, maar als je ze uitspreekt herken je ze nog wel uit het Engels en het Frans. De meeste van deze woorden zijn overigens wel terug gevonden in de historische woordenboeken van het Instituut voor de Nederlandse Taal en waren dus gewoon Nederlandse woorden.
Hieronder staan een paar fragmenten uit brieven van Margaretha’s familieleden en een tijdgenoot. Ze komen allemaal uit het familiearchief van Kasteel Amerongen. Het gaat niet om de inhoud, maar vooral om het handschrift.
Godard Adriaan
Margaretha heeft Godard Adriaans brieven niet bewaard, dit fragment komt uit een brief waar hij zelf een minuut (=kopie) van bewaard heeft. Het is de brief die Godard Adriaan aan Margaretha stuurt na het afbranden van het kasteel. Kennelijk was deze brief (van 10 maart 1673) zo belangrijk en koos hij zijn woorden hier zo zorgvuldig, dat hij daar een minuut van maakte.
Het soude mij bedroeven, bij aldien ick op godt niet en vertrouwde, die ick weete dat alles ten besten ende tot onse salicheijdt dirigeert, uijt U Hooch Edele schrijvens vande 3e martij te zien, het ruineren en afbranden van onse goederen ende huijsen tot Amerongen, [ende waer over u]
Godard Adriaan heeft een handschrift dat er erg mooi uit ziet met zijn sierlijke krullen en halen. Het leest alleen niet heel makkelijk. Mooi is de lange s in het eerste soude, de krul boven de u van uijt in de derde regel en aan het begin van de vierde regel: vande 3e.
Zoon Godard schreef zijn vader regelmatig brieven en deze liggen ook in het Utrechts Archief. Deze brief (13 april 1672) schrijft hij nog voor het rampjaar, vlak na zijn sollicitatie (waar Margaretha het uiteraard ook over heeft gehad).
T’sedert mijnen laetsten van voorleden woensdach hebbe ick de eere gehad t’ontfangen UHEd missive van 10 deses, ick trooste mij gaern dat in mijne sollicitatie niet veel heb opgedaen en dencke mede, die weijnich op sich hebben sal, te weijniger hoeft te verantwoorden ongetwijfelt sal alles soo effen niet toe gaen of daer sal wel een abuijs begaen werden, en
In deze brief ook weer de verschillende ss-en: missive en deses in de derde regel en het krulletje boven de hoofdletter U in UHEd aan het eind van de tweede regel en boven de u in abuijs in de laatste regel.
In het archief van Kasteel Amerongen zitten een aantal brieven die Ursula Philippota aan haar schoonvader Godard Adriaan schreef. Deze brief is van 13 juni 1672 als ze net met Margaretha van Amerongen naar Amsterdam gevlucht is.
den drouegedroevige tou stant van ons vaderlant sal uHEgU hoogedelgeleerde nou ock weten en met verwonderinge gehort hebbe, wan het is nit te begripe hast in soo corte tit soo een lant te vorligen sonder dat de geuosten1waarschijnlijk vorsten: uitstellen wort, als een ranconter2rencontre: ongeordend treffen tussen twee strijdmachten dat de is voor gevallen, in het passeren ouer den rin en doun3toen heeft ons helle leger har geritert4Retireren: terugtrekken
Als het puur om de letters zou gaan, is haar handschrift best goed te lezen, maar de spelling is lastig, vooral omdat u en v hetzelfde zijn, maar ook de ou als oe gebruikt wordt. Als je meer van haar brieven leest, valt op dat ze veel Oost-Nederlandser zijn met een duidelijke Duitse invloed.
Het handschrift van Stadhouder Willem III is heel goed te lezen, vooral omdat zijn spelling al een stuk dichter bij onze spellingsregels komt, dan bijvoorbeeld de spelling van Margaretha. Deze brief (16 augustus 1691) schrijft hij aan Margaretha om haar te bedanken voor de felicitatie die zij hem gestuurd heeft voor zijn overwinning in Ierland.
UhE missive van den 4 deser is mij wel ter hand gekomen en hebbe niet willen onder laten deselve ganschr vrundelijkck te bedancken voor de felicitatie daer in vervat over de victorie daer mede het God gelieft heeft mijne wapenen te zegenen in’t passere,
In de eerste zin zie je het verschil van de lange ss-en in missive en de korte s in deser. Ook het haakje boven de u in vrundelijck is goed herkenbaar. Het UhE aan het begin is een soort sierlijke krul geworden. Lees hier de hele brief
Transcriberen met kunstmatige intelligentie
Voor het lezen van individuele handschriften zijn gelukkig moderne snufjes ontwikkeld, die heel erg kunnen helpen om een handschrift te gaan lezen. De brieven van Margaretha liggen, net als het hele archief van Kasteel Amerongen, in Het Utrechts Archief. Het Utrechts Archief heeft een Europees initiatief, Transkribus, gebruikt om de brieven van Margaretha beter toegankelijk te maken. Transkribus is een computerprogramma dat kan leren om oude handschriften te lezen. Van een handschrift moeten dan scans en de transcripties van 100 van die scans ingevoerd worden. Het programma interpreteert de vorm van de letters en de meest logische volgorde van de letters en kan zo de handgeschreven brieven omzetten in platte computertekst.
Dit is een gigantische klus geweest, die waar namens Het Utrechts Archief Kathleen Verdult (inhoud), Joyce Pennings (projectleiding), Rick Companje (dataprogrammering) en Petra Dreiskämper van Grobbel & Dreis (dataprogammering) aan gewerkt hebben.
Bij de scans van de brieven van Margaretha op de site van Het Utrechts Archief kan je de transcriptie van die brief weergeven. Links naast de scan staan de icoontjes die je hier ook links ziet. De bovenste drie (informatie, link en download) kom je bij bijna alle stukken in het archief tegen, maar de T die onderaan staat niet. Als die T er staat is er een transcriptie beschikbaar. Door op de T te klikken kan je de transcriptie naast de scan van het document op het scherm zien.
Een groep vrijwilligers van Kasteel Amerongen is onder leiding van Roel ten Kleij (die ook de transcriptie van de brief hierboven van Godard Adriaan maakte) momenteel hard aan het werk om transcripties te maken van de brieven van Van Ginkel. Transkribus gaat er vervolgens mee aan de slag en kan dan ook al die brieven omzetten naar platte tekst.
Zelf doen!
Als je wilt oefenen met het lezen van oude handschriften of het maken van transcripties, dan kan je daarvoor de site Wat staet daer? gebruiken. Hier staan voorbeelden van handschriften uit verschillende tijden, kan je oefeningen doen en veel meer lezen over het maken van transcripties. Er is ook een pagina waar je kunt oefenen met een fragment uit een brief van Margaretha.
Video over het transcriberen van de brieven van Van Ginkel
1
waarschijnlijk vorsten: uitstellen
2
rencontre: ongeordend treffen tussen twee strijdmachten
Margaretha mist Godard Adriaan sterk. Het nieuws dat hij een nieuwe commissie (opdracht) had aangenomen om naar Saksen te gaan kwam dus zeer ongewenst. Gelukkig blijkt dit niet waar te zijn. Godard Adriaan schrijft in een brief van 26 april aan Margaretha dat hij niet van plan is om enige verdere opdrachten aan te nemen.
uhEd vande 26 April is mij te rechter tijt geworden, ben blijde daer wt te sien de goede reesoluijsie1resolutie: voornemen die de selfve heeft van sich ingeen nieuwe komissie weer te laeten kan wel oordeelle uhEd noch in geen twee a drij maen thuijs sal konne sijn [men seijt ock uhEd nootsaeck]
Het is niet enkel goed nieuws. Godard Adriaan zal minstens nog twee tot drie maanden in het buitenland verblijven voor hij naar huis zal kunnen gaan. Maar in vergelijking met een extra commissie valt deze tijd flink mee. Margaretha moet zich er maar tevreden mee stellen.
Gezicht op Huis Bergestein bij Wijk bij Duurstede, gezien vanuit het westen, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum. Bergestein ligt praktisch bij Amerongen en was van Jan van der Does.
Trage politiek
Margaretha klaagt regelmatig tegen Godard Adriaan over de trage bureaucratie van de Republiek. De overheid doet niets terwijl er een oorlog dreigt. Deze inactie duurt nu al maanden. Ze moet haar frustratie en klachten kwijt bij iemand, schrijven aan Godard Adriaan biedt voor haar een mogelijkheid tot opluchting.
[watter op mocht koomen,] het doet mij leet ick uhEd bekomer met onse swaericheijt2zwarigheid: problemen maer deselfve sou niet geloofve hoet hier te lande staet en hoe slap en traech de order tot onse defensie toegaen, daerom bidt niet qualijck te neemen ick mijn klachte so dickmael aen uhEd doen, den noot drin so seer dat ick meen mij wat te verlichte als ickt Eens aen uhEd schrijfve, als nu den heer van Edijckvelt3Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan. naer den haech is wie houde wij inde provinsie die sich Eenige affaerees4affaires: zaken vande staet sal behartige, bij de heere vande stat5De regenten van de stad Utrecht of de vroetschape6De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw. gaet het so wonderlij toe dat niet te seggen is, den burgemeester hamel7Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht. Een nauw bondgenoot van van Dijkveld heeft niet ter werlt te seggen, in Een woort geseijt gisser niet als wiltsang8wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig aen niet me te doen is, en noch willense9willen ze
met haer hooft door en alles naer haer sin hebe de heer van berckesteijn10Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer en wellant11Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht sijn hier ge weest om haer afscheijt vande heer van ginckel te neemen, wat sijn sij geluckich bij deese tijde hebbe wel Een goet lot verkreechge buijten – andere die lijf en leefven moeten wagen nu de heer almachtich weet wat ons ter salicheijt best is, [voort gout willense niet min te Amster]
Portret van twee mannen met paarden, jachthonden en bedienden, Cornelis Picolet, 1664. Collectie: Slot Zuylen.
De politici willen alles naar hun eigen zin hebben. Dat is Margaretha’s schampere conclusie. Het opbouwen van de verdediging gaat traag omdat het gezien wordt als een speelveld voor een politiek machtsspel. Het is als de onrust onder de generaals maar dan op het landelijke toneel. De politici hebben makkelijk praten: zij hoeven hun lijf en leven niet te wagen. Dat er mensen gaan sterven weten ze dan weer wel: zo neemt Godard Willem van Tuyll van Serooskerken alvast afscheid van zijn neef en pleegbroer Godard van Reede – Ginkel. Het staat er droevig voor.
1
resolutie: voornemen
2
zwarigheid: problemen
3
Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan.
4
affaires: zaken
5
De regenten van de stad Utrecht
6
De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw.
7
Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht.
8
wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
9
willen ze
10
Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer
11
Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht
Nu de Engelsen de Republiek de oorlog verklaard hebben is Den Haag niet meer veilig. Als de Engelse vloot erin slaagt om bij Scheveningen te landen ligt de hofstad wagenwijd open. Bij de Slag bij Terheide in 1653 konden de mensen vanaf de duintoppen de zeeslag volgen.
Al sinds januari duurt de kwestie voort maar nu hakt Margaretha dus eindelijk de knoop door: ze gaat een huis huren in Amsterdam om heen te vluchten als Amerongen bedreigd wordt.
[dan soude wij hier suijver sitten,] men raet mij noch al en dat van wijse liede Een gedeelte of een kleijn huijs met Een packhuijs te Amsterdam te huere tot verblijf voor ons ent packhuijs voor ons goet, het welcke half gereesolveert1resolveren: besluiten ben want
in den haech is men niet seecker so lange wij niet sien hoet met onse vloot die noch niet wt is sal afloopen, ick heb inde haech sijnde mijn beste lijwaet2linnen in kist en koffer gepackt als meede al de pampiere3papieren en briefve, gelijcke ick hier ock doen en sal mij met het wech sende vant selfve reeguleere naer de tijdine4tijdingen: nieuws die wij krijgen, [de ordi-]
Naar Amsterdam gaan kost Margaretha wel meer geld. In Den Haag heeft ze een huis staan aan de Kneuterdijk waar ze zo in kan trekken. In Amsterdam is dat niet het geval: een huis en pakhuis huren kan nogal duur gaan uitvallen met het oog op de dreigende oorlog. Maar goed, de veiligheid van haar, haar schoondochter en haar kleinkinderen gaat voor. Ze kunnen altijd nog naar Den Haag trekken als blijkt dat de Nederlandse vloot de zeeën toch weet te beheersen. Dat is koffiedik kijken en daar heeft Margaretha niets aan. Ze gaat praktisch bezig en begint haar spullen te pakken.
Vrouw gebogen over een lange kist in een interieur, Harmen ter Borch, ca. 1651. Collectie Rijksmuseum.
Een halve maand geleden schreef Margaretha vrij negatief over de verdediging van de Republiek. Generaals Nassau-LaLecq en Montbas zouden nog niet op hun plek zijn zei ze, en ze heeft ook ernstige twijfels over de IJssellinie. Helaas bieden de recentelijke ontwikkelingen weinig hoop voor Margaretha om zich aan vast te houden.
De voorbereidingen
Haar brief begint wederom met een wens dat het verdrag met de Keurvorst van Brandenburg snel vorm krijgt. Het zou “[e]en groot ontset sijn vandaer so veel volckere te krijgen en so gesecht wort sulcken schoone volck.” Het verdrag zou dus veel, maar bovenal goed-getrainde, soldaten ter verdediging betekenen. Dat heeft de Republiek nodig want “[de personen] die hier sijn aengenoomen loopt vrij veel slechte broeders onder.”
In haar brief kwakkelt het voorbereidend werk van de verdediging van het vaderland door. Utrecht wordt versterkt en Kasteel Middachten wordt gebruikt om troepen te huisvesten. Margaretha verwondert zich nog even hoe Philippota, die op het moment in Middachten is, het daar zo lang uit houdt. Daarna gaat ze al snel door met een klaagzang over de generale staf van het Staatse Leger.
Frederik van Nassau Zuylestein, toegeschreven aan Jan de Baen, 1670-1680. Collectie erven Mevrouw Louise de Brauwere-gravin Bentinck.
Kinderachtig gekibbel
laet bij sal koomen, dat de heer van ginckel in sijn solisi -tasie mis geloopen is waer wel so veel niet aengeleechgen dan men siet daer aen wat vriende dat men heeft dat is al verdrietich geduerich met sulcken ijver tot dienst van Een ander te staen en so geloont te worden, hij is ongeluckich, dan moet paesijensie1patiëntie: geduld hebbe, steenhuijse2Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal wilt niet aeneemen om dat hij onder momba3Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal is gestelt, en momba ock niet om dat de graef van nassau4Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie booven hem is, hij derft teegens sijn goeije vriende voorslaen
dat men hem de derde luijtenant generael sou maecken en wie weet watse niet doen en sulle, de onbeschaemde lie5lieden hebbe het derde deel vande werlt in6Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben, sij twee hebbe tot noch toe haeren Eet7eed niet gedaen hoet noch gaen sal, [jonckheers weet mij niet genoech te vertelle van uhE]
Eerder schreef Margaretha aan Godard Adriaan hoe een aantal mannen benoemd waren tot de generale staf en dat haar zoon gepasseerd was. Toen was ze al verontwaardigd en haar verontwaardiging lijkt hier gerechtvaardigd te zijn. In plaats van aan het werk te gaan, kibbelen de generaals onderling over wie bovenaan in de hiërarchie staat. Steenhuizen vindt het niet kunnen dat hij onder Montbas staat, terwijl Montbas juist weer ontevreden is dat hij onder Nassau-Zuylestein staat. Montbas zou juist graag hebben dat hij derde luitenant-generaal wordt.
Onduidelijke hiërarchie
We merken hier ook dat de hiërarchie van de generale staf nogal los is. Wie er bovenaan staan is duidelijk: dat zijn de kapitein-generaal (Stadhouder Willem III), de gedeputeerden te velde en de veldmaarschalken. Daaronder wisselt het nogal welke positie belangrijker is. Dit komt doordat er geen gecentraliseerd leger is. Veel officieren zijn in dienst van één van de provincies of steden en niet van de Staten-Generaal. Dezelfde titel kan dus, afhankelijk van het gewest, een heel andere betekenis hebben. Hier komt ook nog eens bij dat binnen een titel onderscheid bestaat, wat aangegeven wordt door een nummering. De eerste luitenant-generaal staat dus boven de derde luitenant-generaal.
Voor Margaretha is het bedroevend om naar te kijken: deze onbeschaamde lieden krijgen een derde van de wereld maar haar, wellicht wat te timide, hardwerkende zoon krijgt niets.
1
patiëntie: geduld
2
Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal
3
Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal
4
Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie
5
lieden
6
Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben