Mijn heer en lieste hartge

Categorie: Oorlogsverhalen Pagina 3 van 12

Zware en secrete besognes

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft veel te vertellen. Er is gedoe over secrete én zware besognes, en natuurlijk ook weer over geld. Gelukkig is er wel goed nieuws vanaf het front. Het lijkt er op dat er iets groots op handen is. Gaat Utrecht ontzet worden? Het is nog onduidelijk wat er precies gaat gebeuren, maar het zal groots zijn. Aan het eind van de brief nog meer goed nieuws: op zee is de victorie behaald!

Secrete besognes

In haar vorige brief waarschuwde Margaretha Godard Adriaan dat één van de door Godard Adriaan geworven officiers een brief op hoge poten aan de Staten heeft geschreven. Volgens de officier zou hij nog geen geld ontvangen hebben van Godard Adriaan. De informatie was afkomstig van Caspar van Kinschot.

In de brief van vandaag komt Margaretha hier op terug. Ze vindt het goed dat Godard Adriaan zelf een brief aan Van Kinschot heeft geschreven, maar een reactie heeft hij blijkbaar niet ontvangen. Wellicht dat hij hierover tegen Margaretha geklaagd heeft.

Van Kinschot heeft in ieder geval zijn excuses aangeboden. Hij kon niet reageren omdat hij het enerzijds ontzettend druk heeft met allerlei zaken en anderzijds durfde hij niet. Omdat hij de Eed van de Secrete Besognes had afgelegd, mocht hij geen belangrijke zaken mededelen. Hij was bang dat Godard Adriaan hem dat niet in dank af zou nemen. Dus schreef hij maar niets.

Brieffragment over Van Kinschot

reca. 6 7tber17 van sept in Hamburgh

hacht den Eerste
septem 1673

tis heel goet uhEd den heere kinschot2Caspar van Kinschot selfs gean
twoort heeft, sij vreese ock aen dien kapteijn koc
kop Een banckroet te hebbe, kinschot heeft
voor deese al Exskuse gemaeckt dat hij aen
uhE niet en schrijft Eensdeels om sijn meenichvuldi
=ge affaere3Zaken en ten andere om dat hij inde Eet
vande seekreete besoeijngees4Geheime zaken is vreesende uhEd
niet wel sou neeme dat hij d niet van inpor
tansie schreef en den Eet leijt so strickt dat
hij niet derft[, hij komt teegenwoordich heel]

De man draagt een hoed met een veer, daar steekt peenhaar onderuit. Hij heeft een grote, platte kraag met een geschulpte kanten rand. Hij draagt een wijde broek met een streep op de zijkant en breed uitlopende laarzen met strikken op de voet. In zijn hand een wandelstok. Op de achtergrond mensen voor een bouwvallige poort.
Staande officier met wandelstok, van opzij gezien, Salomon Savery, naar Pieter Jansz. Quast, 1630 – 1665. Collectie Rijksmuseum
Een man in militaire uitdossing (een luitenant-kolonel), ten voeten uit, een zwaard aan zijn gordel, een stokwapen (partizaan) in zijn rechterhand. Op de achtergrond een heuvelachtig landschap waarin een stad belegerd wordt.
Luitenant-kolonel, Jacques de Gheyn (II), naar Hendrick Goltzius, 1700 – 1725. Collectie Rijksmuseum

Zware besognes

Tegelijkertijd wordt er bij Prins Willem III vergaderd over de militie. Dat zijn zware besognes, met andere woorden: moeilijke aangelegenheden. Velen die deelnemen of hebben genomen aan de vergadering zijn ziek geworden. Er zijn er zelfs al twee gestorven! Zo zwaar vallen de aangelegenheden dus… Margaretha vindt het trouwens wel gek dat er over betaling van de militie wordt vergaderd. Volgens haar is dat helemaal niet nodig en wordt er prima betaald. Vooral de milities die afkomstig zijn uit het buitenland worden goed betaald, schrijft Margaretha met een verbitterde ondertoon. Alleen de hoge ambten worden niet betaald.

Brieffragment over zware besognes

[heere hop is noch te Amsterdam seer qualijck,] al
de heere die in die komisie koome worde sieck
daer sijnder al twee van gestorfve, men seijt
die besoeijngees5Besognes: Zware aangelegenheden te swaer valle, ick weet niet
waer de offisiers nu over de quade betaeli
konne klage daer hebbense geen reedene
toe insonderheijt de vreemde naesie se worde
alle pront betaelt dan ick sien dat die
mense haer selfve niet wel konne behelpe
of redde, de hoochge schersgees6Ambten worde
niet betaelt insonderheijt aende ingeseete
=ne vant lant de andere krijge nu en dan
noch al wat[, met de laeste post is uhEd]

Geld

De demissie voor Godard Adriaan is verstuurd. Ontvanger Uyttenboogaard heeft Margaretha hoop gegeven dat de demissie ook daadwerkelijk betaald gaat worden, en wel komende week. Zodra het geld binnen is, zal het naar de ‘jonge Temminck’ in Amsterdam gaan. De bankiers familie Temminck regelt de financiële zaken van de familie. De lijnen zijn kort en ze kennen elkaar goed. In de brieven komen naast Temminck ook de oude en de jonge Temminck voor. Hij zal er dan voor zorgen dat Godard Adriaan dat dan via een wissel op kan nemen.

Brieffragment over geld

[noch al wat,] met de laeste post is uhEd
demissie7Ontslag uit dienst vande generaEliteijt afgegaen
die uhEd buijte twijfel vandaech of
merge sult ontfange, den ontfanger
wt den boogaert heeft mij hoop gegeefve
van de ordinansi ter som van 2500f inde
toekoomende weeck te betaelle, so haest
het gelt ontfange is salt selfve onder
den jonge teminck tot Amsterdam geleij
worde, om bij uhEd te trecke[, sijn hoocheijt is]

Een compagnie cavalerie loopt van ons weg in een vage verte. We zien paarden op de kont, op hun rug mannen met hoeden met veren en getrokken zwaarden. Midden tussen de mannen rijdt de trompeter.
Optrekkende troepen, Jacques Courtois Le Bourguignon, 1631 – 1675. Collectie Rijksmuseum

Troepenbewegingen

Prins Willem III beweegt zich met zijn troepen ergens tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Verder zijn er geruchten dat een gedeelte van de ruiterij zich ergens rond het huis van Cornelis Tromp in ‘s-Graveland ophoudt. Er zou een brug over de rivier de Eem geslagen zijn. Wat wel zeker is, is dat er troepen in Amsterdam gearriveerd zijn. Men vermoedt dat Utrecht eerdaags een aanval te verduren krijgt. Er zou iets groots op handen zijn… De graaf van Waldeck zou met de troepen uit ‘s-Graveland komen, en Willem III zou zich via Gorinchem bij de troepen van de graaf van Waldeck voegen. Margaretha hoopt dat het geluk nu eens aan de kant van de Republiek staat.

Sijn Hoocheijt
Brieffragment over op handen zijnd plan

[worde, om bij uhEd te trecke,] sijn hoocheijt is

met het leeger wt de langestraet8De Langstraat ligt ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch, tot Napoleon viel het onder Holland, nu onder Noord-Brabant voorleedene
maendach smergens vroech op gebroocke en
savonts tot oosterwijck9Er ligt een Oosterwijk ten westen van Leerdam in Utrecht en je hebt Oisterwijk ten oosten van Tilburg. Beiden zijn onlogisch op weg van De Langstraat naar Werkendam. Mogelijk bedoelt Margaretha Oosterhout gekoome alwaer tot
Eergistere hebbe geleege en so men seijt is
doen tot werckendam gekoome, de geruchte
gaen hier als of Een ander gedeelte van
onse ruijterij en ock Eenich voet volckere
gistere in’t schravelant ontrent het huijs
van de heere tromp soude sijn gekoome en
datter Een bruch over de Eem soude geslage
sijn, daer is doch hier is geen seeckerheijt
van maer wel datter Eenichge ruijterij
tot Amsterdam geamberkeert is,10Embarqueren: Aan boord gaan of brengen het vermoede is oft wel
op wttrecht mochte gemunt sijn en dat
den graef van waldijck vande Eene kant
met dat volck dat men seijt int schraefve
lant te sijn, en sijn hoocheijt aende ander
sijde bij gorckom heen sou koome, datter
Eits groots op hande is, is seecker [de heer al]

De lachende keukenmeester staat met een grote kom rode wijn in de handen achter een tafel waarop allerlei soorten eten liggen uitgestald: gevogelte, kwartels, een eend, een kalkoen, vissen, makrelen, kaas, pasteien, broodjes, worsten, hammen, een duif, een rode zeebrasem en een varkenspoot. Vooraan ligt een spel kaarten en enkele geldstukken.
Keukenstuk, Meester van de Amsterdamse Bodegón, 1610 – 1625. Collectie Rijksmuseum

Een paterstuk voor Van Ginkel

Van Ginkel is vereerd door Willem III. Hij was namelijk uitgenodigd om een stuk vlees te komen eten, een zogeheten paterstuk. Nu maar hopen dat de prins hem niet alleen op een dinertje trakteert, maar ook op een mooie functie. Het liefst die van commissaris-generaal.

Brieffragment over dinertje met Willem III

tis vandaech achdaechge dat sijn hoocheijt hem
de Eer heeft gedaen van hem door den heer van
ouwerkercke11Hendrik van Nassau Ouwerkerk te laete segge dat hij
smiddaechs Een paterstuck12Paterstuk: Vierkant stuk vlees van een koe bij hem wilde
koomen Eette gelijcke hij met Een deel spaense
offisiers gedaen heeft, en was sijn hoocheijt
heel wel te vreede en insijn schick, de heer
van ginckel heeft deese soomer weer het komisaer
=rischap scheeneraelsch in plaets van mompel=
=ijan die in vrieslant en hier inde haech is geweest
, bedient wil hoope het Eens in konsideraesie
sal genoome worde[, waeren wij nu maer deese]

Veldslag met grote zeilschepen. Tussen de schepen de rook van de kanonnen. Boven in de masten fier de dubbelen prinsenvlag en de blauwe Engelse vlag. Rechts voor staat een schip in brand, midden voor een sloep en tussen het brandende schip en de sloep mensen die zich vasthouden aan wrakhout of verzuipen.
‘De Gouden Leeuw’ in gevecht met ‘The Royal Prince’ tijdens de Slag bij Kijkduin van 21 augustus 1673, Abraham Storck, eind 17e eeuw. Collectie Royal Museums Greenwich. The Royal Prince draagt de blauwe vlag van admiraal Spragg. De Gouden Leeuw is het schip van Luitenant-admiraal Tromp.
Briefje over soldaten en zeelieden

Soldaten en zeelieden

Goed nieuws van het front neemt Margaretha nog snel op in het ps op een los briefje. De Münsterse troepen zijn uit Friesland verdreven en op zee is de strijd in het voordeel van de Republiek beslist. Admiraal Edward Spragg is gesneuveld. De dood van vice-admiraals Isaac Sweers en Johan de Liefde noemt Margaretha niet. Wel schrijft ze dat veel zeelieden hun benen of armen kwijt zijn. Of allebei. Ach, die ellendige en miserabele mensen…

die munsterse die in vrieslant
ingebroocke waere sijn so ge
seijt wort daer met schande
een verlies van volck weer wt
gedreefve, den Admirael
sprach13De Engelse admiraal Edward Spragg vande blauwe vlach Engelse schepen (m.u.v. het koningshuis en enkele officieren) voeren niet de Union Jack, maar een blauwe vlag
vande Engelse is seeckerlijck
doot gebleefve, het jacht
vande koninck van Engela
=nt dat met Eenige sereeschijn
om de gequetste int konins
vloot te verbinde was af
gesonde is in onse vloot ge=
=valle, en bij de onse op ge=
brocht, tis seecker dat de
vicktoorij die wij nu weer ter
see hebbe gehadt seer groot
is, maer wij hebbe ock seer
veel Elendige en misera
=bele mense deen sonder
beene en dander sonde arme
en ock die beene en arme
beijde quijt sijn thuijs ge=
kreechge tis Een miseerij te
hoore, de heer vergeeft het haer
die hier oorsaeck van sijn

Oude lap stof, donker vaal blauw met in de rechter hoek een stuk versteld. Linksboven een wit vierkant met daarin een rood kruis.
Fragment van een Engelse scheepsvlag, ‘Blue Ensign’, anoniem, ca. 1630 – ca. 1707. Collectie Rijksmuseum. Deze vlag is veroverd door de Hollanders op ‘the blue squadron’ onder commando van Edward Spragge tijdens de Slag bij Kijkduin, 21 augustus 1673. Het witte vlak met het rode kruis is het St. Georges kruis.
  • 1
    7 van sept
  • 2
    Caspar van Kinschot
  • 3
    Zaken
  • 4
    Geheime zaken
  • 5
    Besognes: Zware aangelegenheden
  • 6
    Ambten
  • 7
    Ontslag uit dienst
  • 8
    De Langstraat ligt ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch, tot Napoleon viel het onder Holland, nu onder Noord-Brabant
  • 9
    Er ligt een Oosterwijk ten westen van Leerdam in Utrecht en je hebt Oisterwijk ten oosten van Tilburg. Beiden zijn onlogisch op weg van De Langstraat naar Werkendam. Mogelijk bedoelt Margaretha Oosterhout
  • 10
    Embarqueren: Aan boord gaan of brengen
  • 11
    Hendrik van Nassau Ouwerkerk
  • 12
    Paterstuk: Vierkant stuk vlees van een koe
  • 13
    De Engelse admiraal Edward Spragg vande blauwe vlach Engelse schepen (m.u.v. het koningshuis en enkele officieren) voeren niet de Union Jack, maar een blauwe vlag

Friese hoofden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 augustus 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 2 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De brief begint met Margaretha’s reactie op commentaar dat ze van Godard Adriaan gehad heeft. Waarop hij commentaar had weten we niet, maar waar Margaretha eerder nog wel eens haar excuses aanbood, doet ze dat nu niet. Het was haar goed recht te schrijven wat ze schreef en ze zegt er geen woord meer over! Zo.

Aanhef brief

uhEd schrijfvens vande 22 deeser heb ick ontfange, het
doet mij leet daer wt te sien uhEd so qualijck neemt
het geene ick tot Enckele waerschouwine heb ge=
schreefve , waer toe ick oordeelle niet alleen verplicht
maer ock gerechticht te weese doch sal hier niet
meer van segge, [ick verstaen haer hooch Mo]

Regelement voor ambassadeurs

De Hoogmogende Heren1De afgevaardigden van de provincies in de Staten Generaal hebben een nieuw regelement gemaakt voor de uitlandse ministers en dat lijkt nogal wat gedoe te geven. De informatie die Margaretha geeft over het reglement is niet heel helder. Dat kan drie oorzaken hebben: ze formuleert rommelig, ze begrijpt het zelf niet of het is voor iedereen onduidelijk. Om te beginnen schijnen de Hoogmogenden Godard Adriaan alle informatie toegestuurd te hebben met de vraag of hij terug wil komen. Maar Margaretha waarschuwt: ze bedoelen niet dat hij thuis mag komen, maar ze willen de nieuwe regels niet zomaar toezenden. En ze waarschuwt ook dat hij een beetje rekening moet houden met die nieuwe regels en zich daar vast naar moet voegen.

Brieffragment over het nieuwe reglement

[meer van segge,] ick verstaen haer hooch Mo
met de laeste post uhEd haer reesolusie2Resolutie: besluit hebbe toe
gesonde waer bij versocht wort opt spoedichste
Een keer herwaerts te doen waer op mij wat
naerder heb geinformeert maer so ick bericht
werde ist selfve niet met intensie om uhEd
weerderwaerts te sende, maer om dat se niet
wel wiste met wat fatsoen sij uhEd de nieu
=we reesolusie opt nieuwe gemaeckte reegle=
ment voorde wt lantse3voorde wt lantse: voor de uitlandse, ofwel voor de ministers in het buitenland menistrees4Ministers: In toepassing op den vertegenwoordiger van een staat bij eene vreemde mogendheid of op eene internationale conferentie; ook publiek minister geheeten. Thans (1906) alleen nog in den titel van ministerresident, en in den hoogeren van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister, in rang volgende op dien van gezant. soude
toesende geschiet, waer op uhEd belieft ver=
=dacht te sijn en sijn affaereesA5ffaires: zaken aldaer
wat naer te deerijgeere6Dirigeren: inrichten , [deese merge is den]

In de PS blijkt dat ze dacht de resolutie met de vorige brief gezonden had, dat was niet zo, dus sluit ze hem nu bij. Het nieuwe reglement wordt naar alle ambassadeurs gestuurd, maar dus niet naar Godard Adriaan.

Een stoet met mensen te paard komt een heuvel op, rechts boven en vooraan een hollander met een grote zwarte hoed naast een man met een tulband op.
De Nederlandse ambassadeur op weg naar Isfahan, Jan Baptist Weenix, 1653 – 1659. Collectie Rijksmuseum

Geld

Er zal ook eens geen gedoe om geld zijn. Eén van de officiers van de troepen die Godard Adriaan geworven heeft, heeft aan de Staten een brief geschreven dat hij nog geen geld ontvangen heeft van Godard Adriaan. Caspar van Kinschot waarschuwt Margaretha voor deze brief en geeft aan dat ze haar man moet waarschuwen. Hij gaat ervan uit dat Godard Adriaan nog geen actie hoeft te ondernemen, dat kan ook nog als hij thuiskomt.

Een houtgesneden pion met een lachende kop die iets naar links is gewend. Hij draagt helm en harnas; een sjaal is losjes over de schouders gedrapeerd. Een palmblad bedekt horizontaal rug en snijrand. Een haakje vooraan op het harnas.
Borstbeeldje van een soldaat (schaakpion), Adriaen van der Werff, ca. 1678 – ca. 1722. Collectie Rijksmuseum

Friezen hebben wondere hoofden

Van de vloot heeft Margaretha nog niets gehoord, want de gedeputeerden zijn nog niet terug. Over de voortgang van de oorlog in Friesland weet ze des te meer te vertellen. Het schijnt in Friesland te haperen. En ze weet ook hoe het komt: de Friezen hebben wondere hoofden. Er ligt een flinke troepenmacht van Bommen Berend (de bisschop van Münster) en de Fransen, maar de Friezen wilden niets weten van een waterlinie. Dat was het advies geweest van de gecommitteerden die daar geweest waren. Als er iets gebeurt, is het dus hun eigen schuld.

Twee vrouwen in Friese klederdracht, de rechter vrouw verkoopt boter uit een doosje. Onderdeel van een gebonden uitgave van de reeks van vierentwintig platen van Nederlandse klederdrachten in het Koninkrijk der Nederlanden aan het begin van de negentiende eeuw door Maaskamp, 1829.
Friese boterverkoopster, Ludwig Gottlieb Portman, naar Carel Jacob van Baar van Slangenburg, naar Jan Willem Pieneman, 1829. Collectie Rijksmuseum

De Friezen hadden zeker wel aan hun waterlinie gewerkt, alleen was er daar net zoveel gedoe over als in Utrecht en Holland. Een groot probleem was dat het water dat voor de Friese waterlinie gebruikt werd, uit de Zuiderzee kwam en dus zout was. Geen wonder dat de Friese boeren daar niet blij mee waren.

Brieffragment over de Friese hoofden

[gekoome,] in vrieslant vreest me dat het hapert
men seijt dat de Munsterse die net 5 a
6000 franse so men seijt versterckt sijn
in vrieslant somige segge in oostvrieslant
andere int ander vrieslant ingevalle sou
=de sijn, daer gaen weer Eenige ruijterij na
toe alste maer niet te laet koome, de
vriese hebbe wondere hoofde , wij hebbender onse
gekomiteerdees gehad daer kinschot Een
w van is geweest om haer te perswadeere7Persuaderen: Overtuigen
dat sijt daer de meeste prijckel8Perikel: Dreigend gevaar was onder
water soude sette maer sij hebbe niet gewilt
so dat soder nu Eits overkomt het haer Eijge
schult sou sijn, [tis wel bedroeft men hoort]

Kaas

Tijd om af te ronden. Het is niets dan ellende, gelukkig geeft de vloot nog wat hoop. Mag de Heer haar lieve man maar een goede reis geven en zorgen dat ze elkaar gezond weerzien.

PS: De Parmezaanse kaas!!! Dit feuilleton loopt dus al sinds april! De laatste keer dat ze erover schreef was in mei en toen had ze nog niks van de kaas gehoord. En nu is dan eindelijk de tweede kaas aangekomen en hij is groot…

Kennelijk heeft Godard Adriaan een Christoffel in dienst, want zijn vader heeft Margaretha geschreven…

Brieffragment met afsluiting en Parmezaanse kaas

[schult sou sijn,] tis wel bedroeft men hoort
alwat te lande raeckt niet als swaericheij
ter see konne wij godt niet genoech dancke
voor sijne genade, die uhEd Een geluckige
en spoedige reijs wil geefve dat wij deselfve
in gesontheijt hier mooge sien ondertusche
blijfve
Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor
gistere heb ick
weer van breeda Een schoone groote permesaense kaes gekreechge
veel grooter als de Eerste, stoffels vader
schrijft in lange geen briefve van sijn soon
gehadt te hebbe

Een vrij onduidelijk schilderij. Rechts staat trots een stuk parmezaanse kaast op een tinnen bord en daarnaast liggen een abrikoos en een mandarijn. Op de voorgrond een dode fazant en wat kleine vogels. Links hangen twee grijze vogels (duiven?).
Stilleven met wild en een stuk parmezaanse kaas, Bartolomeo Arbotori. Collectie Museo del Parmigiano Reggiano
  • 1
    De afgevaardigden van de provincies in de Staten Generaal
  • 2
    Resolutie: besluit
  • 3
    voorde wt lantse: voor de uitlandse, ofwel voor de ministers in het buitenland
  • 4
    Ministers: In toepassing op den vertegenwoordiger van een staat bij eene vreemde mogendheid of op eene internationale conferentie; ook publiek minister geheeten. Thans (1906) alleen nog in den titel van ministerresident, en in den hoogeren van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister, in rang volgende op dien van gezant.
  • 5
    ffaires: zaken
  • 6
    Dirigeren: inrichten
  • 7
    Persuaderen: Overtuigen
  • 8
    Perikel: Dreigend gevaar

De markies van Montpouillan

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 juli 1673 Gortrop (waarschijnlijk Gottorf in Sleeswijk)
Lees hier de originele brief

Dat met dat geld van de vorige week, dat is dus niet gelukt. De ontvanger geeft het gewoon niet. Echt niet. Hij kan het niet, want hij heeft het niet. De drie graven uit het Staatse leger, Waldeck, Van Nassau en Van Horne zijn wel uitbetaald. Montpouillian en Langerak hebben in de winter nog geld gekregen, maar Margaretha en haar zoon krijgen niks. Noppes. Nada. En dan nog klagen de buitenlanders dat ze slecht betaald worden. Dat is dus gewoon niet waar, want ze worden beter betaald dan de eigen mensen.

Mompeljan

Deze inleiding was maar een opwarmertje tot een complete tirade aan het adres van Armand de Caumont, markies van Montpouillan, door Margaretha Mompeljan genoemd. In het Noorden spreken ze zeer slecht over hem, het schijnt dat hij de troepen van de bisschop gewoon liet vertrekken zonder zelfs maar hun bagage te veroveren. Eerlijkheidshalve hebben we hier niets over gevonden: niet over het verhaal, maar ook niet over de roddel. De arme markies zat Margaretha al langer dwars, maar haar opmerkingen over hem redden het maar zelden tot dit blog. En wij zijn niet de enigen, ook chroniqueurs van deze periode als Luc Panhuysen en Olaf van Nimwegen noemen hem niet. Kennelijk valt hij net niet genoeg – positief of negatief – op om in de 21ste eeuw genoemd te worden.

In een klassieke ruïne zitten twee mannen aan een tafel. Rechts een soldaat met een helm op en een kuras aan. Hij draagt een rode cape, heeft de wijsvinger van zijn rechterhand op zijn wang  en kijkt ons aan. tegenover hem zit een jonge man met een witte doek om zijn hoofd en slordige kleren en afgezakte kousen. Op een steen zit een jonge man met zijn rechterbeen opgetrokken ter luisteren naar de man met de lap om zijn hoofd. Op tafel staat een fles wijn, een glas wijn en er ligt een stuk brood. Links staat een vrouw met een grote schaal waarop waarschijnlijk vlees ligt.
Het verhaal van de soldaat, Karel Dujardin, 1650-1660. Collectie Yale University Art Gallery.

Margaretha’s grootste grief is waarschijnlijk dat hij een geduchte concurrent is bij eventuele promoties van haar zoon. Armand is de zoon van Franse hugenoten. Zijn vader vecht echter wel in het Franse leger onder Armand’s grootvader die Maarschalk van Frankrijk is. Armand zelf vecht aan protestante zijde in het Hollandse leger en trouwt met Amelia Wilhelmina van Brederode. Zij is een dochter van Wolfert van Brederode, één van de laatste telgen van het illustere geslacht Van Brederode, heren van Vianen. Hij doet het kennelijk zo goed in het leger dat Margaretha steeds vermoedt dat hij gepromoveerd zal worden, maar hij doet het niet zo goed dat hij een glansrijke carrière heeft.

Uiteindelijk wordt hij in 1688 luitenant-generaal en hij gaat mee met Willem III naar Engeland. Daar schopt hij het tot Lord of the Bedchamber van Koning Willem III. De Armand en Amelia hebben alleen een dochter en zij trouwt met een Engelse edelman. Dat is ook een nadeel voor je plek in de geschiedenis: als je geen mannelijke nazaten krijgt, ben je een stuk minder interessant. Er zijn van hem, zijn vrouw en zijn dochter geen afbeeldingen bekend. De familie De Caumont gebruikt als familiewapen het wapen van hun andere titel Duc de Force. Die titel heeft Armands oudere broer gekregen.

Silhouet van het dorp Zwartsluis. Een pentekening van eenvoudige lijnen, het dorp is vooral breed en niet hoog, allemaal lage huizen, een kerktoren en veel bomen. In de verte een molen.
Gezicht op Zwartsluis (fragment), Abraham de Haen (II), 1732. Collectie Rijksmuseum

Goed nieuws uit het noorden

Naast de kritiek op Mompeljan is er ook goed nieuws uit het Noorden: Nieuweschans is bestormd en ingenomen. Gelukkig hebben ze de bewoners niet slecht behandeld en alleen de militairen alleen in de kerk opgesloten. Johan Maurits van Nassau-Siegen was met zijn compagnie op weg van Friesland naar het zuiden en zij hebben en passant een aanslag op Zwartsluis afgeslagen.

Brieffragment over overwinningen in het noorden

[van hem geschreefve wort,] nu seijt me dat wij
de nieuwe schans weer in hebbe wil hoope het
waer sal sijn, donse soudense stormender hant
ingenoome hebbe doch de menschge niet qualijck
getrackteert hebbe de meliesie gevancklijck inder
kerck gesloote hebbe, ock seijt me dat donse
troepees die in vrieslant ondert komande van
prins mouris1Johan Maurits van Nassau Siegen sijn en op wech waere om weer hier
te koome kontree komande kreechge en Een
aenslach op swarte sluijs soude gehad hebbe daer
sij af soude geslage sijn, wat hier van is salme
haest hooren, [wat de vreede handelin belanckt wort]

Verovering van Nieuweschans door de Staatse troepen onder Rabenhaupt op het Bisschoppelijke leger in de nacht van 21 op 22 juli 1673. Gevechten rond het fort. Op de vogrond de bestorming en kanonnen die de vesting beschieten. Links een roeiboot met aanvallers, op de achtergrond schietende zeilboten.
De verovering van Nieuweschans 1673 (fragment), anoniem, 1673 – 1675. Collectie Rijksmuseum.

Vredesconferentie van Keulen

Wat de Keulse vredehandel betreft heeft Margaretha goed door wat er speelt. Zowel Lodewijk XIV als Willem III willen eigenlijk helemaal geen vrede. Voor Holland zou eigenlijk Coenraad van Beuningen naar Keulen gaan, maar hij wilde echt vrede. Omdat Willem III dat niet wilde, ging uiteindelijk Hieronymus van Beverningh. De opdracht was om alleen en vooral te onderhandelen met eventuele bondgenoten.

Stadsgezicht van Keulen. Op de achtergrond een kerk, op de voorgrond een pleintje met een laag gebouw zonder noemenswaardige ramen. Pontificaal rechts de gigantische basis van een toren met daarop een kraan. Op het pleintje voor een kraampje, wandelaars een ruiter en een paard en wagen.
De Dom in Keulen, Lambert Doomer, ca 1663. Collectie: Boijmans van Beuningen. De rechter toren van de dom werd maar niet afgebouwd en was bijna 3 eeuwen te zien met een kraan erop.

De gezanten van Lodewijk XIV hadden juist de opdracht om alleen met De Republiek te onderhandelen en niet met de andere partijen. Lodewijk legt gelijk in de eerste ronde van overleggen al exorbitante eisen op tafel: zes miljoen gulden en de Republiek moet afstand doen van de Generaliteitslanden (Brabant en Limburg). De Engelsen eisen de veiligstelling van hun handelspositie. De Münsterse bisschop was niet eens uitgenodigd, dus hij kan geen eisen stellen.

De Hollandse onderhandelaars kunnen en willen niet op deze eisen in gaan. Zij vertegenwoordigen het Hollandse standpunt dat de Fransen de oorlog op onrechtmatige gronden begonnen zijn. Lodewijk XIV doet dit af met ‘Ambitie en gloire zijn een vorst altijd te vergeven’. Van Beverningh en Van Haaren reizen terug naar de Republiek om te overleggen met de Staten Generaal. Die nemen hun tijd en pas twee maanden later keren de diplomaten terug aan de onderhandelingstafel.

‘Neef’ Frederik van Renswoude heeft van zich laten horen. En weer kan hij niet op Margaretha’s goedkeuring rekenen. Margaretha zegt nog net niet hardop dat hij de familie te schande maakt.

Brieffragment over de heer van Schonauwen

[haest hooren,] wat de vreede handelin belanckt wort
geseeckreeteert, dan van buijten af seijtme dat
den koninck2Lodewijk XIV sulcke horijbele Eijsche doot die heel
on aeneemelijck sijn, en so ick kan mercken soude
het in gelt te geefve moete bestaen, de heer van
schoonouwe3Frederik van Reede van Renswoude soude gistere in seecker salet4Salet: salon publijck
geseijt hebbe dat hollant en seelant soude segge
onmogelijck te sijn die Eijsch vande koninck te voldoe
en dat sij ock niet langer inde oorlooch koste kontini
=weere oversulcks de vreede soude soecke te maecke
alleen tot konservaesie van haere provinsie laet
=tende de overheerde provinsie so sij sijn, ick wil

Brieffragment over het verdere verloop van de vredesonderhandelingen

niet geloofe het so gemeent sal sijn of wij so
qualijck aen sijn, mij verwondert sijn hEd sulcke en
diergelijcke diskoerse so publijck derft segge, men
had geseijt hij seekreetlijck naer Enlant was gesonde
maer is niet waer, den spaense Ambasadeur of
anvoije5Envoye (Frans): gezant isser naer te men seijt noch datter desensie6Dissentie: onenigheid
tusch vranckrijck en Enlant soude sijn waer wtmen
wat goets hoopt, [uhEd schrijfve vande 18 deeser heb]

Compagnieën en de bouwmeester

Margaretha gaat ook nog in op vragen van Godard Adriaan over de compagnie die hij gezonden heeft en over hun zoon. Margaretha doet nauwkeurig verslag van wie waar is en welk geld gekregen heeft (of niet gekregen heeft). Kennelijk heeft Godard Adriaan ook geïnformeerd naar Michiel Mattheus Smits, de bouwmeester van de keurvorst. Margaretha denkt niet dat Van Ginkel hem gesproken heeft, zelf heeft ze niets meer van hem gehoord nadat hij in Den Haag bij haar langs geweest is. Kennelijk heeft hij Margaretha ook niet meer geïnformeerd of hij wat over haar Parmezaanse kaas gehoord heeft. De kaas was een belangrijk onderwerp, maar is inmiddels uit de brieven verdwenen. Zou hij al aangekomen zijn of niet?

  • 1
    Johan Maurits van Nassau Siegen
  • 2
    Lodewijk XIV
  • 3
    Frederik van Reede van Renswoude
  • 4
    Salet: salon
  • 5
    Envoye (Frans): gezant
  • 6
    Dissentie: onenigheid

Mannen met spijt en mannen met goede moed

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Wederom is volgens Margaretha niets schrijvenswaardigs gebeurd de afgelopen paar dagen. Toch schrijft ze een paar velletjes vol. Vanmorgen zijn de diplomaat Hieronymus van Beverningh en de Spaanse resident vanuit Keulen naar Den Haag gekomen met nieuws. Wat het nieuws is, is onduidelijk. Margaretha hoopt op goed nieuws, maar als dat het geval is zal het wel snel naar buiten komen. Nee, dat zouden ze niet geheim houden, de mensen verlangen zó naar vrede.

Weer meer Maastricht

De gouverneur van Maastricht, Jacques de Fariaux, is in Den Haag en heeft verslag uitgebracht aan Zijne Hoogheid en de staat, over wat er binnen Maastricht is gebeurd en de reden voor de overgave van de stad. Men zegt dat de stad niet langer stand had kunnen houden, omdat het leger van binnenuit zozeer uitgeput was. Lodewijk XIV bracht om de twee à drie uur verse troepen om de verdediging te versterken.

Linksvoor stroomt een rivier, na een klein stukje rivieroever staat er een hekje en direct daarachter een hoge muur. Achter de muur ligt de stad Maastricht. Vooraan een rij (vakwerk-)huizen, daarachter de Onze Lieve Vrouwe Basiliek.
Gezicht op de muren van Maastricht, Josua de Grave, 1670, Collectie Rijksmuseum.

Een misser over Maastricht

En had ze dit nu al eerder geschreven of niet? Margaretha is het even kwijt, maar voor de zekerheid schrijft ze haar man toch over iets wat ze heeft vernomen over de zoon van de heer Alexander de Soete van Laecke. De beste man is buiten zijn boekje gegaan. Er was nog geen zekerheid over het overgeven van de stad – het officiële akkoord was nog niet gegeven – maar hij schreef er in een brief naar zijn vader al over alsof het een voldongen feit was. Hij verkondigde in de brief dat de troepen zich zouden terugtrekken en dat hij zelf het akkoord niet had getekend. Maar het was extreem onvoorzichtig de brief te schrijven en had niet de wijde wereld in gemogen. De gouverneur van Maastricht was woedend en de eer en reputatie van de familie de Soete van Laecke zullen ernstig worden aangetast…

Eerste brieffragment over Alexander de Soete van Laecke jr
Tweede brieffragment over Alexander de Soete van Laecke jr

[=re af losten,] ick weet niet of ick uhEd voordeese
heb geschreefve van Een brief die de soon vande heer
van vieleers wt Maestricht aen sijn vader heeft

geschreefve Effen doent ackoort was gemaeckt en
men hier niet seeckers daervan had, waer in hij
schrijft dat ons volck daer wt soude trecken en
dat hijt ackoort niet had geteijckent en de pen
niet alles kost vertrouwe maer hierkoomende
mondelin het gepasseerde sou verhaelle, of dierge=
lijcke, dees en brief sijnse so onvoorsichtich geweest
dat sij Een ijder hebbe laeten sien sijn hoocheijt selfs
lietse door den heer boreel haelle en heeft se geleesen
dewelcke brief bij den gouverneur faerijo heel qualijck
genoome wort en heel hooch ijae so dat hij vieleers in sijn
Eer en reeputaesi vrij gekrenckt wort dat ick
van sijnent weege vrees hij voelle sal, mij jamert
de oude liede die hier seer over ontstelt sijn [,den]

Een verzoekje

En dan ander nieuws in hetzelfde thema: weer een man met spijt. De gewezen majoor van Hardenbroek is wanhopig. Wat er precies voorgevallen is, is niet duidelijk, maar hij heeft een keer het bijltje erbij neer gegooid. Het is al even geleden, want het is niet de eerste keer dat Margaretha hem de gewezen majoor noemt. Van Hardenbroek is bij Van Ginkel als die ziek in Brussel ligt. Dan noemt ze hem al de gewezen majoor. Nu staat het water hem kennelijk aan de lippen want zowel Gijsbert Johan als zijn moeder1Mechteld van Reede van Renswoude, dochter van Johan smeken Godard Adriaan om hem te helpen een plaats te krijgen in zijn leger, misschien als luitenant of zelfs kolonel? Ze smeken en smeken of Margaretha haar man alsjeblieft zou willen schrijven met een goed woordje erin voor de gevallen majoor. Nou, bij dezen.

Blad met twee tekenvoorbeelden. Boven een man, kalend met een baard, die zijn handen gevouwen heeft een smekend omhoog kijkt. Onder een man met een stok die met zijn handen tegen elkaar tegenover een vrouw zit die haar vingers ineengestrengeld heeft.
Compositie met smekende figuren, Jean Dubrayet, ca. 1627, Collectie Rijksmuseum.

Hooi, turf en hout

Godard Adriaan heeft voor de militie die hij geworven heeft geld voorgeschoten en het ziet ernaar uit dat Margaretha dat geld terug gaat krijgen. Als ze het geld echt krijgt zal ze met dat geld de militie betalen, in ieder geval voor zover dat lukt. De kosten lopen namelijk hoog op. Margaretha sluit ook een overzicht bij van de kosten van de huishouding. Ze is echt zo zuinig mogelijk, maar ze heeft wat gerekend en er zal elk jaar minstens vijfduizend gulden worden besteed. Nu moet ze bijvoorbeeld weer voorraden van hooi, turf, hout en dergelijke voor de komende winter regelen.

Brieffragment over de financieën

[gedaen,] hier neffens gaet de memoorije2overzicht vant leste
gelt dat ick ick ontfange hebbe, nu weet ick niet
dat wij hier meer schulde hebbe die van Eenige
inportansie sijn, ick leg het in alles so naeu
over alst moogelijck is noch loopt het al hooch
en sien hoe ickt overlegge datter al bij de vijf
duijsent int ijaer at verteert sal worde, nu moet
ick weer provijsie van hoeij turf en hout en
dier gelijcke voor de winter op gedaen worde
ick hoope noch al datse ons de ordinansie die
in hande heb sulle betaelle, [nu weer vant]

Goed nieuws en goede moed

Toch ook nog wat positiever nieuws: de Zilvervloot is veilig aangekomen, waar veel vreugde over heerst. Dat is niet verwonderlijk, want het schijnt dat er een aanzienlijke hoeveelheid zilver binnenkomt. Het is geweldig dat God nu weer Zijn genade toont.

Alle troepen verzamelen zich inmiddels in het gebied van de Langstraat: Prins Maurits3Johan Maurits van Nassau-Siegen is terug gekomen uit Friesland , het regiment Van Ginckel is naar het land van Altena en de graaf van Waldeck4George Frederik van Waldeck-Eisenberg naar Geertruidenberg. Het leger verzamelt zich met goede moed. Het schijnt dat Lodewijk XIV inmiddels in Charleroi is.

Gewelfde voet. Balusterstam met knop en een luchtbel, daarover drie schrijven. Op conische kelk in radgravure een boer met ploeg getrokken door twee paarden op akker en enkele boompjes, aan de andere zijde een driemaster op kalme zee. Boven de boer het opschrift: SALUS PATRIÆ.
Wijnglas met een schip, anoniem, ca. 1750 – ca. 1775, Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Mechteld van Reede van Renswoude, dochter van Johan
  • 2
    overzicht
  • 3
    Johan Maurits van Nassau-Siegen
  • 4
    George Frederik van Waldeck-Eisenberg

Niets schrijvenswaardigs

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Volgens Margaretha is er niets schrijvenswaardigs gebeurd. Maastricht is verloren en Lodewijk XIV zou al weer naar Parijs vertrokken zijn, hoewel in de ps blijkt dat hij nog bij Visé ligt. Willem III trekt zijn leger samen beneden de rivieren en bij de Engelsen rommelt het. Velen hopen op vrede. Maar waarom is Van Reede van Renswoude blijven zitten met zijn hoed op?

Willem III naar De Langstraat

Gezien het feit dat Lodewijk al weer onderweg naar Parijs zou zijn met een deel van zijn leger, gelooft men niet dat hij deze zomer nog tot extra aanvallen op de Nederlandse grenzen over zal gaan. Toch trekt prins Willem een groot deel van zijn leger samen in De Langstraat (omgeving Waalwijk en Raamsdonk), onder de Maas. Wat zijn plan daarbij is zal de tijd leren.

Brieffragment over het leger van Willem III

[naer parijs gegaen,] soot so is gelooft me niet
dat hij deese soomer op onse frontiere Eits1iets
sal atenteere2Attenteren: ondernemen , nietemin treckt sijn hoocheijt Een
gros van Een leeger bij Een het welcke so men
seijt haer inde langestraet3De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant sulle vergaere
daer se overmerge naer toe soude gaen,
wat het deseijn4Dessein: plan is sal ons den tijt leeren, [de]

Kaart van het gebied in Brabant tussen Heusden, Waalwijk en Geertruidenberg. Met de tocht van het Staatse leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat (de weg bij Waalwijk en Besoijen), 1625. Onder de plaat gedrukt een tekst in 3 kolommen in het Nederlands.
Fragment uit een afbeelding van de tocht van het leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat, 1625, anoniem. Collectie Rijksmuseum.

Muiderberg verlaten

Bovendien is er ook beweging bij Franse troepen elders in het land. Ze schijnen een zelf opgeworpen verdedigingswerk op de Muiderberg verlaten te hebben. Margaretha is bang dat dat betekent dat ze de legeronderdelen gaan hergroeperen, waardoor de Nederlanders extra op hun hoede moeten zijn. Velen denken dat er vrede komt.

Brieffragment over Muiderberg

[wat het deseijn is sal ons den tijt leeren,] de
vijant die Een schans of Eenich foortres
op de muijer berch5Muiderberg hadt gemaeckt hebbe so me
seijt het selfve verlaeten, en soude het vande
onse weer om veer geschoote sijn, wat dit vande
vijant segge wil kan men niet dencken ten
waere sij almee Een gos gros van Een
leeger bij Een wille trecken waerom wij op
ons hoede moeten sijn, veel sijn van opijnie
dat wij nu wel tot Een vreede sulle geraecke

Tekening van op de voorgrond en links een kaal landschap. Strand/duinachtig. Helemaal links een ruïne met een toren. Rechts de Zuiderzee met daarop een paar vage scheepjes. Aan de horizon liggen Muiden en Amsterdam.
Gezicht van Muiderberg op Weesp, Muiden en Amsterdam, Wenceslaus Hollar, 1634. Collectie Rijksmuseum.

Engelse admiraal op zijspoor

Ondertussen is er in Engeland onrust ontstaan rond James Stuart, hertog van York, en broer van koning Charles II. Toen deze hoogste admiraal van de marine bij het parlement om zijn nieuwe aanstellingsakte vroeg om de Engelse vloot weer aan te kunnen voeren, is deze hem geweigerd. Niet lang geleden is namelijk de Test Act aangenomen, die voorschrijft dat wie in Engeland een ambt wil bekleden, het avondmaal moet mee vieren in de Anglicaanse kerk. Als goed katholiek heeft James dat afgeslagen.

Brieffragment over James II

men seijt ock datter in Engelant Eenige desensie6dissentie: verschil van mening soude
sijn dat den hartooch van jorck7James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland beegeerende vant
parlement sijn Ackte om opt konins vloot te
komandeere en te gaen8James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was, deselfve seijde volgens
de preevileesie vant rijck9Margaretha heeft het hier over de Test Act hem dat niet konde
geefve voor en al Eer hij neffens andere litmaete
komuniseerde en belijdenis vande gereeformeerde
reeligie deede het welcke hij weijgert te doen
en sij hem tot alle bedieninge van Eenige schars
=gees10verantwoordelijkheden vant rijck so lange hij en alle andere daer in kontiniweert
onbequaem achten, dit sal daer int rijck al vrij ontstelte
=nis veroorsaecke, [van onse scheeps vloot hoore]

Portret van een serieus kijkende man met een dun snorretje, donkere ogen en een grote bos rossigbruine krullen. De achtergrond is bruin.
Portret van James Stuart, hertog van York (1633-1701), later koning James II van Engeland, door Sir Peter Lely, circa 1665-1670. Collectie National Portret Gallery Londen, NPG 5211.

Heer houdt hoed op

De vertegenwoordigers van de vier provincies in de Staten-Generaal hebben inmiddels allemaal een eed tot geheimhouding afgelegd met betrekking tot de vredesonderhandelingen in Keulen. Ze stonden allen met opgestoken vingers. Alleen de heer van Renswoude, vertegenwoordiger van Utrecht, bleef zitten en hield zijn hoed op. Wat dat wel mocht betekenen? Met de vier provincies bedoelt Margaretha de niet-bezette provincies Holland, Zeeland, Groningen en Friesland. Het is bekend dat Lodewijk XIV de onderhandelingspositie van Johan van Reede van Renswoude afwees omdat hij hem als inwoner van het bezette Utrecht als zijn eigen onderdaan beschouwde.

Hoed van zwart vilt, met brede rand, gevlochten koord van wit-blauw zilverdraad. Afkomstig van Hendrik Casimir I, graaf van Nassau-Dietz, gesneuveld bij Hulst 1640.
Hoed van Hendrik Casimir I, anoniem, 1612 – 1640. Collectie Rijksmuseum.
Brieffragment over Johan van Reede van Renswoude

de heere vande vier provinsie ter geeneraeliteijt hebbe alle haeren Eet van seeckreetie11geheimhoudingseed
over de saecke vande vreedehandelin met op gesteeckene
vingeren gedaen, behalfve de heer van rhijnswou die
preesent was maer met sijn hoet opt hooft bleef sitte
dat men niet weet hoet daer meede is of wat het bediet12beduidt, betekent

Het gevoel. Een man loopt, gebogen onder het gewicht van de enorme hoed die hij op zijn rug draagt, naar links. Uit de hoed steken de kop en nek van een vogel. De nek van de vogel is doorboord met een mes. De prent maakt deel uit van een serie met de vijf zintuigen.
Man met enorme hoed op zijn rug, Cornelis Saftleven, 1645 – 1706. Collectie Rijksmuseum.

Benen en banen

Bovenstaande vermeldt Margaretha in haar ps, waarin ze ook een aantal benoemingen opsomt, de stand van de gewonden en wie er overleden is. Graaf d’ Estrades is door Lodewijk XIV, die toch nog in de buurt van Maastricht is gebleven, benoemd tot commandant van die stad. De gewonden, Graaf van Dohna, Adriaan van Gent en de heer van Weede zouden nu buiten gevaar zijn, ‘de tweede zijn been kwijt, en het andere zijn kuit eraf’.

Naschrift

[uhEd getrouwe wijff
en dieners M Turnor]

vandaech met de
poste seijt me dat
de koninck noch niet naer parijs is maer met sijn volck tusche visee13Visé
en Maestricht noch leijt, da straed14eLouis Godefroi d’Estrades koman=
deert in Maestricht, de graef van dona15Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, ooster
=wee16Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde en wee17George Johan van Weede sijn so pester18Joan Pesters schrijft buijte prij
=ckel19perikel: gevaar de de tweede sijn been quijt en vant tande20de ander de kuijt af

Portret van een oudere man met een getekend gezicht. Hij heeft lichte ogen en een prominente neus. Zijn haar is donker en hij heeft lange krullen. Hij draag een wit kanten befje.
Portret van Louis Godefroi d’Estrades, Wallerant Vaillant, ca. 1647 – 1677. Collectie Rijksmuseum.

De heer van Werkendam21Daniël Oem van Wijngaarden zou als gezant zijn teruggeroepen uit Denemarken en vervangen worden door een ander. Dat zou volgens geruchten Godard Adriaan zijn, wat Margaretha niet gelooft. In Utrecht is de secretaris van de Staten van Utrecht Van de Poll overleden. In normale tijden zou zijn functie zijn vervallen aan de heer van Zuilen.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden en van de Poll

men seijt ock dat den heer van werckendam22Daniël Oem van Wijngaarden te wt deenmerck23Denemarken
weer komt en datter Een ander soude gesonde worden
datter gesproocke wort van uhEd daer toe te versoecke
het welcke niet wel kan aeneemen
beusechem schrijft mij dat den ontfanger seeckreetaris
vande state van wttrect vande pol te wttrecht aen
sieckte overleeden is, wiens amt naer den ouden sleur
aenden heer van suijlen soude vervalle sijn volgens
sijn soer24soer: zuster

  • 1
    iets
  • 2
    Attenteren: ondernemen
  • 3
    De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant
  • 4
    Dessein: plan
  • 5
    Muiderberg
  • 6
    dissentie: verschil van mening
  • 7
    James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland
  • 8
    James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was
  • 9
    Margaretha heeft het hier over de Test Act
  • 10
    verantwoordelijkheden
  • 11
    geheimhoudingseed
  • 12
    beduidt, betekent
  • 13
    Visé
  • 14
    eLouis Godefroi d’Estrades
  • 15
    Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna
  • 16
    Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde
  • 17
    George Johan van Weede
  • 18
    Joan Pesters
  • 19
    perikel: gevaar
  • 20
    de ander
  • 21
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 22
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 23
    Denemarken
  • 24
    soer: zuster

Meer Maastricht

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

In haar laatste brief, die van 3 juli jl., schreef Margaretha over de verovering van Maastricht op 30 juni 1673. Het nieuws was toen vers van de pers. Zo vers, dat ze het na het schrijven van haar brief nog snel opnam in een PS. In haar brief van 7 juli volgen de details. Maar eerst reageert ze op Godard Adriaans brief.

Toch nog niet naar huis

Margaretha heeft in de brief van Godard Adriaan van 30 juni gelezen dat hij zijn reis naar Holstein heeft uitgesteld en voorlopig nog niet thuiskomt. Ze geeft er niet direct een reactie op, maar het moet voor haar een klap zijn geweest. Nóg langer wachten op haar heer en liefste hartje… Gelukkig is er ook goed nieuws. De compagnie voor Van Ginkel is in Alkmaar aangekomen. Van Ginkel is wezen kijken en is razend enthousiast. Hij hoopt dat Willem III de troepen ook ziet.

Brieffragment over reis van Godard Adriaan en compagnie in Alkmaar

Onderste boven:
tis hier alledaech heel werck
weer en doet niet als reegenen
dat quat voor hoeij en turf is

haech den 7
ijuli 1673

Mijn heer en lieste hartge
rec. 12 Julij in Hamburgh

uhEd aengenaeme vande 30 ijuni heb ick ontfangen
waer wt sien deselfve sijn reijs naer holsteijn heeft
voor Eenige dagen wtrestelt, de heer van ginckel heeft
sijn kompangi die uhEd heeft gesonde en te Alck=
moer1Alkmaar is gemonstert, weesen sien seijt het seer en
wtneement schoon volck is en wel gemonteert, heeft
daer groot kontentement van is uhEd ten hoochste
ver oblijgeert2(Iem., resp. zich) in een verhouding brengen (door het bewijzen resp. aanvaarden van een dienst, van weldaden of gunsten) waarbij hij resp. men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is; (iem.) aan zich, resp. (zich) aan iem. verplichten. wenste sijn hoocheijt die sach, [de wijn]

Doden en gekwetsten

Het garnizoen te Maastricht was na een zware belegering van tien à elf dagen gedwongen zich over te geven. Afgelopen zondag hebben ze volgens krijgsgebruik Maastricht verlaten, waarna ze zich hebben teruggetrokken op Den Bosch. Dat Maastricht gevallen is, is niet te wijten aan het garnizoen. De militairen hebben gevochten als leeuwen. Margaretha en Van Ginkel sturen een lijst van doden en gewonden mee. Dan kan Godard Adriaan met eigen ogen zien hoe fel er is gevochten, en hoeveel man er in de strijd gebleven is. In totaal zijn er wel 3400 à 3500 doden te betreuren!

Eerste brieffragment over doden en gekwetsten
Tweede brieffragment over doden en gekwetsten

[waer voor uhEd hoochlijck bedancke,] het doet mij leet
ick met deese moet konfermeere de twijfelachtige
tijdine die wij bijt afgaen van laeste post weegens
het overgaen van Maestricht doen hadde het
welcke volgens de vrees dien ick had maer alte
waer is, naer dat den koninck die 10 a 11 daege
heeft beleegert isser op de swaere atackees die dat
op gedaen is, heeden achdage gekapiteleert en ons
garnisoen voorleeden vrijdach sondach tot 4 a
5 en dartich hondert man volgens krijchs ge=
bruijck wt getrocke en voorleede dijnsdach inden
bos gekoomen, daer den goeuverneur farijo3Jacques de Fariaux ock is

en so geseijt wort daer weer komandeere sal,
sij hebbe so men seijt in Maestricht haer heel wel
gedefendeert, daer is so vuerijEus4Furieus gevochten als
men noijt gehoort heeft, gelijck uhEd wt de lijst
die de heer van ginckel hier neffens vande ge
quetste en doode die van onse sijdt gebleefve sijn
sendt kan sien[, vant vijants volck seijt me]

Gedrukt Pamflet met een een lijst doden en gewonden per regiment en per compagnie.
Lyste van de doode en gequetste officieren van ’t uytgetrocken guarnisoen van Maestricht (z.p., z.j.). Knuttel nr. 10733.  Via Early European Books. Ook de vaandrig van de compagnie Van Amerongen is gesneuveld

Met een rapier in de hand

De vijand heeft volgens Margaretha ruim twee keer zo veel man verloren, namelijk 10.000. Dat is ook niet zo gek, want Lodewijk XIV zou constant verse rekruten hebben aangevoerd om de vermoeide militairen af te lossen. Lodewijk was er trouwens zelf ook bij; hij zou met een rapier in de hand de troepen hebben aangemoedigd. De stad is met veel geweld ingenomen.

Brieffragment over het Franse leger

[sendt kan sien,] vant vijants volck seijt me
dat wel tien duijsent man soude gebleefve
sijn, en datter noijt van sulcken furijeusen
gevecht gehoort is alst daer is geweest alle
paer Euren setten de konin ses duijsent ver
=se volckeren aen die de vermoijde afloste, en
hij den koninck selfs heeft met het rapier inde
hant het volck geankoraesgeert5Encourageren: Aanmoedigen en geseijt dat
al sijn konkeste niet met al was dat sij doen om
sijn kroon Emn en sijn Eer moste vechte, in
soma hij heeft het geamporteert6Emporteren: Met geweld innemen [men wil segge]

Rapier met ijzeren gevest. Ronde knop met negen ruiten. Balustervormige voorbeugel met twee zijbeugels welke gesmeed zijn aan de halve korf. Pareerstang met ballustervormige knoppen. Aan de andere zijde van de pareertstang zijn twee zijbeugels aan de korf aangebracht. Puntvormige ricasso. Rechte tweesnijdende pareerstang met aan beide zijden een geul, waarin gegraveerd aan beide zijden: xx I Z xx SOLINGEN [?] xx.
Rapier met gesloten korf, anoniem, 1600 – 1699. Collectie Rijksmuseum

Drie papisten

Niemand weet nog wat de capitulatievoorwaarden inhouden, maar zoals altijd zijn er natuurlijk wel geruchten. Het schijnt dat het niet gunstig zal uitpakken voor de stad, en in het bijzonder voor de kerk. Het schijnt namelijk dat het drie katholieken zijn geweest die de capitulatie hebben opgetekend…

Brieffragment over de capitulatie
Brieffragment over de papisten

[wtstaen,] hoe de kapijtelaesi leijt hoort me noch
niet als dat geseijt wort voor die vande stat vrij
wat slecht in sonderheijt voor onse kerck doch
dit is onseecker, hoewel te geloofve om dat

het drij papiste7Katholieken sijn die de kapitelaesie hebbe
gemaeckt, [wat heeft deese beleegerin al weer]

Een processie loopt van links naar rechts. In het midden houden vier mannen een baldakijn op. Op diverse plekken zitten mensen geknield. Rechts houdt de priester een monstrans op voor een altaar.
Processie gehouden door de Franse katholieken op Sacramentsdag van het jaar 1672, Johannes Jacobsz van den Aveele, 1674. Collectie Rijksmuseum

Weduwen, wezen en wonden

Er zijn een hoop nieuwe weduwen en wezen bijgekomen, want er zijn veel militairen gesneuveld. De eerdergenoemde Adriaan van Gent is trouwens niet gestorven. Hij heeft toch slechts één been verloren. Hij is wel gewond geraakt in zijn andere been. Margaretha kan het zich niet voorstellen hoe het moet zijn voor zo’n jonge man. Zelfs als hij er volledig bovenop komt, gaat hij een miserabel leven tegemoet. Hij heeft dezelfde leeftijd als haar zoon… (Van Ginkel is van juni 1644, Van Gent van februari 1645).

Er zijn nog meer gewonden. Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, is in zijn lies geraakt. Hij zal er waarschijnlijk niet meer bovenop komen. Ook ene Joris van Wee, vermoedelijk Georg Johann van Weede, is gewond geraakt; hij is in zijn buik geraakt. De gewonden zijn in Maastricht achtergebleven om verzorgd te worden. Margaretha vraagt zich af wat ons nog te wachten staat, als Lodewijk met zo veel geweld onze steden aantast…

Brieffragment over weduwen, wezen en gewonden

[gemaeckt,] wat heeft deese beleegerin al weer
in so korten tijt meenich bedroeft de weedu
en weese gemaeckt, heer ijan van gent8Johan van Gent die
is of hij half mijmert en al Eenige tijt her
waerts so geweest is9Zou ze bedoelen dat hij dementeert?, sijn outste soon den
heer van oosterwee10Adriaan van Gent is sijn Een been onder de
knie v af geschoote en boove de knie afgeset
ent ander been gequetst denckt voor Een jonck
mens die vande heer van ginckels ijaeren is
hoe miserabel hij sijn sal so hij der vande op
komt, den graef van doona11Wilhelm Albrecht graaf van Dohna die met de
weeduwe vande heer van stavenes getrout is
, is in sijn lies seer swaer gequetst ija so dat
men niet gelooft hij der vand sal opkoomen,
jooris van wee12Vermoedelijk George Johan van Weede die in Maestricht koman
=deerde is seer swaer inde buijck gequetst, dees
drije sijn te Maestricht blijfve legge om haer
daer voort te laeten kureeren13Cureren: verzorgen en dat sij te
swack sijn om te vervoeren, als de koninck
op so Een manier onse verdere steede wil aen
=taste wat sal konne reesesteere14Resiteren: weerstand bieden [men seijt hij]

Ter weerszijden van een kleine achthoekige lage tafel met zachtgroen kleed zitten vier zwartgeklede, witgemutste en -gekraagde dames, een ter rechter en drie op een rij ter linkerzijde. Achter de tafel presenteert een dito geklede doch niet met bont gegarneerde vrouw een half rood, half zwart gekleed klein weesmeisje, beide staande naar links. Donker grijsgroen vertrek met twee hooggeplaatste lichtloze glas-in-lood ramen en geopende deur rechts. De dame rechts heeft schrijfgerei naast zich op tafel, doch zit rustend met de dominerende blik op de beschouwer gericht. Koel, stemming licht. Wit-zwart getegelde vloer.
De regentessen van het Burgerweeshuis, Jacob Adriaensz. Backer, 1633-1634. Collectie Amsterdam Museum.

De strijd op zee

Met al het nieuws over het Beleg van Maastricht, vergeet men bijna dat ook de strijd op zee nog lang niet definitief is beslecht. Het schijnt dat de Engelsen nog steeds de intentie hebben om op de Hollandse kust te landen. Gelukkig is de Staatse vloot nog steeds goed uitgerust. Margaretha doet nog maar eens een beroep op de Heer. Kunnen we tenminste een overwinning boeken op zee? Op het land wil het allemaal nog niet zo lukken. Het volk is zeer teneergeslagen en loopt weer flink te morren. Van de vreugde die de overwinningen op zee te weeg hebben gebracht, is weinig meer over. Hopelijk wil de Heer ons en ons lieve vaderland bijstaan.

Brieffragment Engelse dreiging

[wort,] nu seijt men dat d Engelse noch seer
sterck ter see Equipeere met intensie om
te lande, het welcke godt verhoede wil, onse
vloot seijt me dat in heelle goede postuer is, de
heere wilse bij staen en alstder op aenkomt
vicktoorije verleene, te lande schijnt het met
ons toch niet te wille lucke en dat de toorn
des heere noch op ons leijt, uhEd sou niet geloofve
wat en roep en verslagentheijt dit onder de gemeente
weer heeft gemaeckt en hoese morre, [ick verlang]

Brieffragment over stemmingsomslag en afsluiting

men is hier naer wat vreuchde die men over de
vicktoorije ter see heeft gehadt weer vrij bekom=
=mert de heere wil ons en ons liefve vaderlant
bijstaen inwiens bescherminge uhEd beveelle
blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor
frits en al onse liefve
kinderkens naest preesen
tasi van haere kleijn dienst bedancke groote
papa seer voorde pruijme brijnijoole15gedroogde pruimen daer groote
vreugde me is,
soete de heer van vieleersen soon die men doot geseijt
had is gesont en wel

Het IJ voor Amsterdam, van de Mosselsteiger gezien. Op de kade wachten enkele reizigers. Verschillende grote boten en kleine schepen liggen in de haven.
Het IJ voor Amsterdam, van de Mosselsteiger gezien, Ludolf Bakhuysen, 1673. Collectie Rijksmuseum

  • 1
    Alkmaar
  • 2
    (Iem., resp. zich) in een verhouding brengen (door het bewijzen resp. aanvaarden van een dienst, van weldaden of gunsten) waarbij hij resp. men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is; (iem.) aan zich, resp. (zich) aan iem. verplichten.
  • 3
    Jacques de Fariaux
  • 4
    Furieus
  • 5
    Encourageren: Aanmoedigen
  • 6
    Emporteren: Met geweld innemen
  • 7
    Katholieken
  • 8
    Johan van Gent
  • 9
    Zou ze bedoelen dat hij dementeert?
  • 10
    Adriaan van Gent
  • 11
    Wilhelm Albrecht graaf van Dohna
  • 12
    Vermoedelijk George Johan van Weede
  • 13
    Cureren: verzorgen
  • 14
    Resiteren: weerstand bieden
  • 15
    gedroogde pruimen

Afgeschoten benen en hoofden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Het regiment dat Godard Adriaan in de Duitse gebieden heeft geworven is inmiddels in Alkmaar gearriveerd, net als de compagnie voor zijn zoon. Dat is fijn nieuws, want Van Ginkel wacht met smart op de nieuwe rekruten. De verse rekruten zullen goed terecht komen, want Van Ginkel zorgt goed voor zijn mannen; de betaling van de eerste maand soldij heeft hij al geregeld. Ondertussen worden er voorbereidingen getroffen voor een optocht van een groot deel van het leger. Er lijkt iets groots op handen te zijn…

Gravure van twee soldaten bij een tafel. De een probeert de andere weg te houden bij de tafel waarop geld ligt. Achter de tafel zitten mannen die zichzelf erg belangrijk lijken te vinden. Eén van hen schrijft in een boek.
Soldaten die hun soldij uitbetaald krijgen (fragment van: Illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ van Allain Manesson Mallet), Romeijn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum

Een ontzettingsleger

De opgetrommelde legermacht zal bestaan uit de gehele cavalerie en een deel van de infanterie. De rest van de troepen moet achterblijven om de posten bezet te houden. Er gaan ook geruchten dat de Spanjaarden onderweg naar Maastricht zijn met een ontzettingsleger. Het Spaanse krijgsvolk zou zich dan samen met de Staatse troepen in de richting van de belegerde stad begeven. Als ze maar niet te laat komen…

Brieffragment over troepen die naar Maastricht gaan

het welcke so geseijt wort sal bestaen in
al onse ruijterij en Eenich voet volck, de
reste soude gelaeten worde tot besetine
van onse poste, men wil segge dat ons voor
=seijde leeger haer met de spaense soude konsjon
geere1Conjungeren: samengaan en so saeme gaen om Maestricht te
ontsette die so geseijt wort haer noch wel defen=deert
als maer met ons volck niet te laet en koome

In de strijd gebleven

Het zal wel een gevaarlijke onderneming worden. Margaretha heeft vernomen dat er al veel volk in de strijd is gebleven, zowel Fransen als Staatsen. Adriaan van Gent, over wie Margaretha in haar vorige brief heeft geschreven, heeft volgens de laatste geruchten niet één been, maar beide benen verloren. Daar zou hij aan gestorven zijn.

Het bovenlijf van een soldaat vliegt van rechts naar links, er vloeit bloed uit zijn middel. Zijn zwarte hoed met rode veer zit stevig op zijn hoofd.
Afgeschoten hoofd. Detail uit Slag bij Gibraltar in 1607, Cornelis Claesz. van Wieringen, ca. 1621. Collectie Rijksmuseum
Een onderlijf met twee benen vliegt door de lucht, uit het middel stroomt bloed.
Afgeschoten hoofd. Detail uit Slag bij Gibraltar in 1607, Cornelis Claesz. van Wieringen, ca. 1621. Collectie Rijksmuseum

Ook de zoon van Alexander de Soete de Laecke, eveneens Alexander genaamd, is gestorven. Van hem zijn niet de benen afgeschoten, maar het hoofd.

Margaretha weet dat het geruchten zijn en dat er nog niets met zekerheid te zeggen is. Maar ze weet ook dat het onvermijdelijk is dat er veel militairen in de strijd om Maastricht zullen sneuvelen. Hopelijk wil de Heer ze allen bewaren en bijstaan.

Brieffragment over Adriaan van Gent
Brieffragment over Alexander de Soete van Laecke

daer blijft veel volcks ock wtneemende veel
franse, de tijdine vande heer van gents soon2Adriaan, zoon van Johan van Gent
kontiniweert noch alsmeede dat beijde sijn
beene soude afgeschoote sijn en daer aen

gestorfve weesen3Adriaan van Gent overleefde de belegering van Maastricht. Hij trouwde in 1678 en stierf in 1708. Zijn linkerbeen was tijdens het beleg van Maastricht door een kanonskogel afgeschoten. ock dat de heer van vieleers
soon de Maijoor van Maestricht4Alexander, zoon van Alexander de Soete de Laecke soude het
hooft af geschoote sijn doch vant Een noch
t ander is geen seeckerheijt, gaet ons
volck daer naer toe vrees ick datter noch
meenich Eerlijck man blijfve sal de heere 
wilse alle bewaeren en bijstaen, [ick geloofve]

Op een zuideuropees aandoend plein staat, zit en kruipt een groep mannen naar een poort links. Op de achtergrond een basiliek en de stadspoort, op het midden van het plein een put.
Oorlogsgewonden bij een ziekenhuis, anoniem, naar Jacques Callot, 1677 – 1690. Collectie Rijksmuseum

Een spoedige thuiskomst

Godard Adriaan moet volgens Margaretha nu wel onderweg naar Holstein zijn. Dat is mooi, want dan is hij hopelijk spoedig terug bij haar. Ze hoopt dat God er voor zal zorgen dat het een voorspoedige reis wordt.

Brieffragment over Holstein en thuiskomst

[wilse alle bewaeren en bijstaen,] ick geloofve
uhEd nu op sijn reijs naer holsteijn is hoope godt
die voorspoedich sal maecke en geefve uhEd
met kontentement weer om sult koomen, waer
meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

[de vrou van ginckel
en al onse liefve]

Een man te paard neemt een glas wijn aan van een vrouw die op een stoepje staat. Naast haar staat een vrouw met een landkaart waarop Gallia staat.
Reiziger wordt ontvangen bij stadspoort (detail), Crispijn van de Passe (II), 1652. Collectie Rijksmuseum

De capitulatie van Maastricht

Nadat ze haar brief heeft afgesloten, voegt ze nog snel de groeten van Philippota en de kleinkinderen toe. Vervolgens volgt echter een uitgebreid PS. Er is namelijk verontrustend nieuws binnengekomen afkomstig uit Aken, Luik en Keulen: Maastricht zou zich hebben overgegeven. Het Franse garnizoen zal zich zelfs al binnen de vesting bevinden. Velen kunnen het niet geloven. Margaretha wil het niet geloven, maar realiseert zich dat de meest vreselijke geruchten vaak achteraf waar blijken te zijn. Als Maastricht zich echt heeft overgegeven… De bevestiging van het gerucht zal grote verslagenheid met zich meebrengen. Margaretha heeft altijd gevreesd dat het Staatse leger te laat zou komen om Maastricht te ontzetten. Heeft ze gelijk gekregen?

Naschrift over de capitulatie van Maastricht

p s naert schrijfve dees komt hier tijdine van
Acken luijck en van keulen als dat Maestri
cht met kapijtelaesi soude overgegaen
sijn Ent franse gernesoen daer al inge=
=trocken weesen het welcke van veelle niet en
kan gelooft werden maer om dat meest alle
quade tijdine waer bevonde worde vreese ick
der seer voor, soot waer is salt hier Een groote
verslagentheijt geefve, ick heb altijt gevreest
dat wij met ons leeger omt selfve te ontsette
te laet soude koomen[, voor dort daert rande]

De schepen met infanteristen en cavaleristen, waar Margaretha eerder in haar brief over heeft geschreven, liggen nog voor Dordrecht. Ondertussen zijn de generaals in Den Haag gearriveerd. Koortsachtig proberen ze om tot een besluit te komen.

Naschrift over de troepen bij Dordrecht

[te laet soude koomen,] voor dort5Dordrecht daert rande
=voes6Rendez-vous is, legge meenichte van scheepen met
ruijterije en voetvolck, al de generaelsper
=soonen sijn ontboode en vandaech hier geko
=men om te delijbereeren7Delibereren: Beslissen, besluiten hoe en wat men
doen sal, [so datelijck koomt den heer van]

Op een afgesloten terrein marcheren verschillende compagnieën in elegante figuren
Cavallerie en infanterie, Jan van Ossenbeeck, naar Nikolaas van Hoy, 1667. Collectie Rijksmuseum

Vrijdagmiddag 30 juni 1673, 11.00 uur. Het is definitief: Maastricht heeft zich aan de vijand overgegeven. ‘Het wil met ons te lande nog heel niet lukken’, schrijft Margaretha. Ze hoopt dat de de Heer de grenzen wil bewaren en ons verder wil bijstaan, maar ze vreest ook dat het hier niet bij zal blijven.

Naschrift met laatste nieuws over Maastricht

so wort mij weer geseijt dat seecker is
dat Maestricht en vrijdach middach
ontrent Elf Euren is overgegaen, het
wil met ons te lande noch heel niet lucke
de heere wil ons verder bijstaen en onse
frontiere bewaeren vreese het hier
niet bij sal blijfven

Bombardement van Maastricht tijdens het beleg van de stad door de Franse legers van 27-30 juni 1673. Bovenaan een medaillon met het portret van de Franse koning Lodewijk XIV. Op de voorgrond licht Wick, dan de Maas en daarachter MAastricht. Op de afbeelding zien we de bogen die de kanonskogels maken. Helemaal op de voorgrond de legers van Lodewijk XIV
Beschieting van Maastricht door de Fransen, 1673 (detail), anoniem, 1673. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Conjungeren: samengaan
  • 2
    Adriaan, zoon van Johan van Gent
  • 3
    Adriaan van Gent overleefde de belegering van Maastricht. Hij trouwde in 1678 en stierf in 1708. Zijn linkerbeen was tijdens het beleg van Maastricht door een kanonskogel afgeschoten.
  • 4
    Alexander, zoon van Alexander de Soete de Laecke
  • 5
    Dordrecht
  • 6
    Rendez-vous
  • 7
    Delibereren: Beslissen, besluiten

Leve de belastingbetaler!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 30 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft Margaretha een kopie van een door hem verzonden brief mee gestuurd. Aan wie die gestuurd is en wat er precies in staat weten we niet, maar het heeft te maken met zijn demissie1Demissie: ontslag. Margaretha heeft de brief gelezen en is benieuwd naar het antwoord. Ze geeft haar man, uiteraard, groot gelijk.

De geworven troepen

Het Regiment Baron van Reede is nog op weg naar de Republiek. Margaretha zal blij zijn als het er eenmaal is, want dan kan Godard Adriaan zich ontheffen van die belangrijke, maar vooral prijzige taak. De legerkosten werden in eerste instantie door de eigenaars van de regimenten betaald. Het lijkt of Margaretha er een beetje zenuwachtig van wordt: het gaat om zo veel geld dat Godard Adriaan moet verantwoorden. Wat nou als hij het zelf om wat voor reden dan ook niet kan? Dan zouden Margaretha en haar zoon helemaal afhankelijk zijn van Godard Adriaans secretaris Isaäc de Blanche. Margaretha kijkt dagelijks naar de wind of die gunstig genoeg om de troepen vanuit Hamburg naar de Republiek te zeilen.

Eerste brieffragment regiment Van Reede
Tweede brieffragment regiment Van Reede

[ontmoet en geseijt wort,] sal wel blijde sijn alst
gewerfvene volckere hier int lant sulle weesen
en uhEd hem sal konne deschersgeere2Dechargeren: ontheffen van so Een
notabele some gelts die deselfve heeft te ver=
antwoorde, bij leefven of sterfve ick of onse soon
soude het teenemael wt blaensche3Isaäc de Blanche moeten hebbe
om te verreeckene, wil hoope en godt bidde

uhEd het selfver ingesontheijt sult konne verEffene
, ick sien dagelijcks naer de wint die noch al kon
=traerije blijft omt volck van hamburch af te sende

Een gravure met links twee fluiten vanaf de achtersteven gezien, en rechts een fluit van voren gezien. Rechts vooraan vaart een groepje mannen in een sloep. De boten zijn wel op getuigd, maar de zeilen zijn gestreken.
Hollandse fluiten (Naues Mercantoriæ Hollandicæ, vulgo VLIETEN), Wenceslaus Hollar, 1647. Collectie: The Met, New York

Toch nog een keer Schooneveld

De winst van onze vloot bij de Tweede Slag op het Schooneveld is kennelijk toch niet onbetwist. Maar Margaretha is stellig: de overwinning ligt bij ons. De Engelse vloot is gehavend terug naar Chatham gevaren. Een aantal van onze schepen zijn ter controle naar de monding van de Thames gevaren, maar zijn nu weer terug op het Schooneveld.

Interessant is haar overweging waarom ‘we’ gewonnen hebben: de onzen hebben met de meeste orde van de wereld gevochten en de vijand heeft het omgekeerde gedaan. De chaos was daar zo groot dat met de grootste verwarring door elkaar voeren. Men vindt zelfs dat ze de afstraffing verdiend hebben.

Brieffragment over de tweede slag bij schooneveld

,dat d Engelse segge sij de vicktoorije te see soude gehadt
hebbe is mis en blijcklijck genoech dat die volckoome
aen onse kant is geweest want sij seer gedevaeli
seert4Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) de see hebbe moete verlaeten en sijn naer
de reevier van londe tot voor schattam5Chatham geseijlt
onse scheepe die tot inde voorseijde reevier sijn geweest
sijn weer tot schoonevelt in heel goet postuer6Posturen: een goed figuur maken , den
Admirael de ruijter is de heer sij gedanckt heel
wel gelijck al onse hooft ofisiers, donse hebbe
met de meeste ordere vande werlt gevochten daer
de vijant kontraerij heeft gedaen en so deesorde
derlijck datse met de meeste konfusie7Confusie: verwarring door
Een hebbe geslage, ijae so dat sij alle so geschreefe
wort gemeerijteert8Meriteren: verdienen hebbe gestraft te worden,

Foto met twee rijen slagschepen van achteren gezien. Links de Hollanders, Rechts de Engelsen.
Still uit de film Michiel de Ruyter (Roel Reiné, 2015). Hier vechten zowel de Hollanders als de Engelsen nog ordentelijk.

De blije belastingbetaler

De militaire overwinning op zee heeft wel een voordeel: iedereen betaalt zonder morren de honderdste penning (vermogensbelasting). Mensen betalen zelfs te vroeg! Margaretha staat te kijken van de hoeveelheid geld die binnenkomt.

Eerste brieffragment over het betalen van belasting
Tweede brieffragment over het betalen van belasting

[gedocht dat men ondert volck sou devulgeere ,] uhEd sou
niet geloofve wat Een vreuchde en kontentement
deese vicktoorije onder de gemeente heeft veroor
saeckt

men siet het int geefve en betaelle vande honder
=sten peninck die nu int begin van ijuli moet
betaelt worden, tis ongelooflijck hoe de lieden
die alreets betaelle en wat en gelt der te
kantoor gebrocht wert, so dat deese vicktoorije
noijt beeter te preepoost heeft konne koomen
de heer almachtich wil ons liefve vaderlant
voort seegenen, inwiens heijlige protexsi uhEd
beveelle en blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

[het geene de
luijckse briefve]

Op de afbeelding een kantoor met overal papier en mensen. Links zit een deur waardoor iemand heel voorzichtig binnen komt. Naast de deur staat een man met zijn hoed in de hand te wachten voor hem ligt allemaal papier op de grond. Links achter zit iemand achter een tafel vol papier te schrijven. Achter hem een volle kast met allemaal bundels papier en hangende zakken. Rechts een vergelijkbare tafel, maar daarachter staat een man die mensen te woord staan. Aan de wand achter hun een plank vol papier en hangende zakken. Voor de tafel rechts staat een groepje mensen te wachten. Ze hebben allemaal hun hoed in de hand. Een vrouw zoekt in haar tas, terwijl ze een mandje eieren aanreikt aan een man die vooraan staat. Een andere man draagt een geplukte kip over zijn arm.
De boerenadvocaat/het belastingkantoor, (naar) Pieter Breughel de jongere, 1615-1622. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort

Afgeschoten been

Na dit einde in majeur, nog een PS in mineur: er is nieuws uit Maastricht. Het schijnt dat de zoon van Johan van Gent, Adriaan, bij een uitval zijn been is kwijt geraakt. Als het waar is, spijt dat Margaretha zeer.

Naschrift over de zoon van de heer van Gent

[uhEd getrouwe wijff
M Turnor]

het geene de
luijckse briefve
vant belech van
Maestricht segge
sal uhEd wt dees vande heer
van ginckel sien waer toe
mij reefereere, hier is Een
roep dat de heer van oosterwee9Adriaan van Gent
outste soon vande heer ijan van gent10Johan van Gent
die binne Maestricht is in Een
wtval sij Een been sou afgeschoote sijn, daerme
geen seeckerheijt van kan hebbe, soot waer is jam
mert mij seer

Houten beeldje van een man die op het rechterbeen staat en leunt op twee krukken; het pijnlijk vertrokken gelaat is naar rechts gewend. Over een kapje draagt hij een grote pelgrimshoed, waarvan de opgeslagen rand een schelp tegen twee kruiselings geplaatste pijlen vertoont. Zijn haveloze, niet geheel definieerbare kleding bestaat o.a. uit een buis met gerafelde mouwen en dito broek. Aan het been zit een afgezakte kous en aan de voet een muil. Om zijn nek hangt een grote tas, waarvan de inhoud door een gat naar buiten steekt; om het middel een riem, waaraan een messchede(?).
Bedelaar met houten been, anoniem naar Jacques Callot, ca. 1625 – ca. 1700. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Demissie: ontslag
  • 2
    Dechargeren: ontheffen
  • 3
    Isaäc de Blanche
  • 4
    Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend)
  • 5
    Chatham
  • 6
    Posturen: een goed figuur maken
  • 7
    Confusie: verwarring
  • 8
    Meriteren: verdienen
  • 9
    Adriaan van Gent
  • 10
    Johan van Gent

A Dieu

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 26 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief
(NB beste volgorde van lezen van de scans is 138, 142, 143, 140)

Goed nieuws! De ’s Gravezandse kaasjes zijn aangekomen! Er lagen er nog een paar bij Temminck, die ze door zou sturen. Hij heeft nu gevraagd of hij die zelf mocht houden. Margaretha heeft ze hem vereerd en geschreven dat hij ze vrij mag houden en gebruiken.

Verloop van de oorlog

Het laatste nieuws van onze vloot is dat die met nog tien extra schepen voor de Thames ligt. Zeker is dat er geen enkel schip van onze vloot vergaan is, terwijl de Engelsen en de Fransen wel 18 à 19 schepen kwijt zijn.

Brieffragment over de vloot

seedert mijne laeste is hier niet anders wt ons
vloot als dat die met noch tien scheepe ver=
sterckt sijnde en wel van volck met alle
andere behoefticheede versien voor de reevier
van londe legge, tis seecker datter van
d onse niet Een schip in beijde de bataelie
is gebleefve en vande vijant wel 18 a 19
kapitaelle scheepe, [den overste raebenhooft]

Een tekening met een wirwar aan schepen met gehesen en gestreken zeilen. Sommige met vlag, sommige zonder. Grote schepen, kleine schepen en sloepen. Het ligt allemaal door elkaar.
Een tekening met een wirwar aan schepen met gehesen en gestreken zeilen. Sommige met vlag, sommige zonder. Grote schepen, kleine schepen en sloepen. Het ligt allemaal door elkaar. De Engelse vloot op de Theems na de tweede Slag bij Schooneveld, 15 juni 1673, Willem van de Velde (I), 1673. Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam

Münsterse troepen hebben geprobeerd Nieuweschans, dat al maanden belegerd wordt door Rabenhaupt, te ontzetten. Ze zijn door Rabenhaupt totaal verslagen en hij heeft alle wagens en bagage veroverd.

Eerste brieffragment over Nieuweschans
Tweede brieffragment over Nieuweschans

[kapitaelle scheepe,] den overste raebenhooft
heeft bij greuninge de nieuwer schans beleegert
daer men seijt maer vier hondert man is in
is, vandaech komt tijdinge dat het reesgement
van meijn son onder de munsterse soude ge
tracht hebbe de nieuwerschans te ontsette, doch

dat sij van rabenhooft totaEliter soude geslagen
sijn en al haer wagens en bogaesge van donse
verovert, [van keule schrijfvense seeckere tijdine]

Maastricht wordt nog steeds door Lodewijk XIV belegerd. Men zegt dat daar de Nederlandse en Spaanse een uitval vanuit de stad gedaan gedaan hebben en zij hebben 600 Fransen omgebracht. De Heer wil geven dat het waar mag wezen.

Brieffragment over Maastricht

[verovert,] van keule schrijfvense seeckere tijdine
te hebbe dat donse binne Maestricht door Een be=
deckte poort so sijt noemen Een wtval soude ge
=daen hebbe door de welcke sij wel bij de 600 vande
konins gardees die daer haer quartier hade
soude doot geslage hebbe ija so datter maer
drij a 4 van ontkoome soude sijn de heere wil
geefve het waer mach weesen, [de luijtenant vande]

Op de voorgrond de koning te paard temidden van twee raadsheren. Op de achtergrond de stad Maastricht, die onder vuur wordt genomen door kanonnen.
Koning Lodewijk XIV tijdens het beleg van Maastricht 1673, Adam Frans van der Meulen, 1673-1690. Collectie Limburgs Museum.

Het ongeloof over het verraad van de Keurvorst lijkt alweer vergeten. Men gelooft nu dat de Spanjaarden zullen breken met de Fransen en dat de Keizer van het Heilige Roomse Rijk nu wél echt wat wil doen tegen de Fransen. Margaretha houdt het devies ‘Eerst zien, dan geloven’.

Brieffragment over Spaanse en keizerlijke troepen

[niet mee weer,] men gelooft de fra spaense in
korte sulle breecke en dat de keijserse afkoome
als ickt sien salt Een Ent ander geloofven,

Kolonel Godard Adriaan baron Van Reede

Margaretha is blij dat Godard Adriaan er echt werk van maakt om naar huis te komen, alleen er is haar iets ter ore gekomen. Stadhouder Willem III is heel blij met de regimenten die haar man in Duitsland en Denemarken geworven heeft. Alleen nou blijkt dat hij Georg Ernst von Wedel aangesteld heeft in ‘het regiment van de baron van Amerongen‘. Wat wil dat zeggen? Normaal gesproken werd een regiment genoemd naar zijn daadwerkelijke aanvoerder. Godard Adriaan is toch niet echt van plan om op zijn oude dag de oorlog in te gaan? Hij weet toch van zijn zoon dat de salarissen van de hoge militairen niet uitbetaald worden? Margaretha hoopt echt dat het alleen maar de naam van het regiment is en dat hij verder geen wilde plannen heeft. Hij weet waarschijnlijk zelf het best wat de bedoeling is.

Eerste brieffragment kolonel baron van Reede
Tweede brieffragment kolonel baron van Reede

ick ben blijde uhEd staet maeckt nu haest
thuijs te koomen, sijn hoocheijt verlanckt so
ick hoore dat de kompangie die uhEd werft
hier mooge sijn so der ses waeren wildese
patent geefven, mij is geseijt vande geene

die de ackte die sijn hoocheijt aenden baron
wedel gegeefve heeft gesien heeft, dat hij hem daer in
tijteeleert luijtenant kolonel vant reesge=
=ment vande baron de Ameronge, wat dat
segge wil kan ick niet dencke hoope niet
uhEd in sijn oude dage noch inden oorlooch
wil, ock worden de hoechge tracktemente niet
betaelt, de heer van ginckel kan op sijn or
=dinans niet Een stuijver krijge heeft al
getracht die te verhanderen maer niemant
wilder aen of Eits op geefve, wil hoope
dit maer de naem sal sijn om dat dat
reesgement als noch geen kolonel heeft
of dat sijn hoocheijt de goetheijt mochte hebbe die
apseluijt tot uhEd disposiesie te stelle, wat
hier van is sal deselfve best weeten, [de sinten]

Schilderijen in bruingrijze tonen, in de lucht een hoekje blauw. Helemaal links zien we een paard met een ruiter in een mantel. Daarachter een hondje, gevolgd door een ongeorganiseerd troepje soldaten. Ze lopen achter de ruiter aan, maar zijn ook met andere dingen bezig: hun geweer, elkaar, hun bagage...
Rekruten op weg naar hun regiment, Jean-Antoine Watteau. Collectie Glasgow Museums.

Financiële zorgen

Margaretha’s financiële zorgen blijven onverminderd. Het lukt nog steeds niet om geld te krijgen voor haar man’s werk. Terwijl ze het geld echt nodig heeft: binnenkort moeten de vermogensbelasting (100ste penning) en de OZB (verponding) weer betaald worden. Haar zorgen zijn echter niets vergeleken bij de financiële zorgen in de bezette provincies. De Fransen eisen in Utrecht drie maal 100.000 gulden. In Gelderland eisen ze van het Nijmeegs kwartier1Gelderland was in vier kwartieren opgedeeld: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en de Veluwe 60.000 gulden en van het Arnhems kwartier 50.000 gulden. Momenteel deserteren er zo veel soldaten uit Franse dienst, dat ze er een regiment van zouden kunnen formeren. Het schijnt dat de Prins van Oranje dat half van plan is. Hij zou dat regiment dan in Friesland in kunnen zetten om tegen de Bisschop van Münster te vechten.

Brieffragment over over het deserteren van soldaten in Franse dienst

[waer sullent de mensche haellen,] tis ongeloof
=lijck so veel volck so switsers als franse alse
bij ons op alde poste koome dagelijxs overloope
men seijt sijn hoocheijt half van meenin soude
sijn daer Een reesgement van te formeere
ent selfve naer vrieslant te sende om teege
de bischopse volckeren te vechte, [hiermeede]

A dieu

Na de gebruikelijke groet van ‘uhEd getrouwe wijff’ en de altijd aanwezige opmerkingen onder de brief, voegt Margaretha nog een klein briefje extra toe. De inhoud is nogal oninteressant (iemand heeft een brief meegenomen, maar die niet bij zich ofzo), maar haar afsluiting van dat briefje is wel interessant. Enkel a dieu. Eigenlijk heel gewoon vaarwel, maar door de voor ons ongebruikelijke afbreking, realiseer je je waar het vandaan komt.

‘samenstelling van à Dieu, de woorden waarmede men iemand, bij ’t afscheidnemen, aan Gods hoede aanbeveelt’ (Bron: Woordenboek Nederlandse Taal, Instituut voor de Nederlandse Taal)

Adieu

[weeten hij is naer gorckom,] a
dieu

Een heer in een zwart pak met witte, sierlijke manchetten, rode laarzen en een hoed met veren in zijn hand, houdt de hand vast van een dame met een rood jakje, een gele rok en een wit schort. Op de achtergrond links een tamboer, daarachter drie losse soldaten. Rechts op de achtergrond een compagnie met een vaandel.
Officier die afscheid neemt van een dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Gelderland was in vier kwartieren opgedeeld: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en de Veluwe

Niets nieuws?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 23 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief
De PS staat één scan eerder

Er lijkt niet veel te melden op deze doordeweekse dag in juni. De toon past bij een lome zomerdag. Margaretha herhaalt en verduidelijkt een paar zaken uit haar vorige brief, heeft alle ruimte voor een roddel en sluit al na twee kantjes af. Maar dan komt er nog een P.S.

Vijandelijke vloot trekt zich terug

Sinds de laatste brief geen nieuws, schrijft Margaretha eerst. Het schieten van afgelopen zondag was niet meer dan een schermutseling tussen de brandwachten van de beide vloten. De vijandelijke schepen hebben zich teruggetrokken tot op de Thames. Vanuit Den Haag zijn er gedeputeerden aan boord gegaan van de Staatse vloot. Waarom? Dat is niet bekend.

Brieffragment over de vloot

seedert mijne laeste is hier niet nieus, de laeste
briefve wt de scheeps vloote brenge niet ande
meede als dat het geschiet datter voorlee
den sondach is gehoort was de brandtwach
te van beijde de vlooten te weeten donse en
die vande vijant dewelcke dapper op den
andere schooten daer op de vijant haer hebe
gereetereert en naer de reevier van londe
sijn geseijlt, daer sijn weer gedeputeerde
van den staet naer onse vloot tot wat Eijnde
weet men niet[, den luijtenant kolonel wedel]

Schepen na de slag. Gehavende Nederlandse oorlogsschepen en een buitgemaakt Engels schip worden in een haven gekalefaterd. Links de Brederode, zonder galjoen, rechts de Amalia.
Schepen na de slag, Willem van de Velde (I), 1630 – 1672. Collectie Rijksmuseum

Regiment van Reede bijna gereed

Luitenant-Kolonel Wedel, de aanvoerder van Godard Adriaans nieuwe regiment, heeft met zijne hoogheid gesproken die tevreden lijkt. Wedels vendel is klaar, de rest zal binnenkort ook gereed zijn. Twee compagnieën zijn al naar Alkmaar gestuurd. Ze moesten trouwens contant betaald worden, want aan uitstel van betaling doen ze niet!

Brieffragment over Van Wedel

[weet men niet,] den luijtenant kolonel wedel1Ernst Georg von Wedel (?-1682)
is noch hier seijt sijn hoocheijt gesproocke te hebbe
en alle kontentement ontfange, sijn vaendel
heeft hij de andere sulle alle in korte dagen
ock gereet sijn, tot twee kompangie sijnde
maete die te rotterdam gemaeckt sijn af
naer Alckmaer gesonde die twee hondert
dartich gul aen gelt bedragen en kontant
moste betaelt worde also die liede niet wille
borgen, [de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19]

Profiel van de stad, met bastions, molens en kerktorens. Boven de stad het wapen-van-Alkmaar. Op de voorgrond zitten twee mannen, op de rug gezien, op de grond, de rechter is een "tekenaar"
Alkmaar : profiel van de stad, met bastions, molens en kerktorens. Anoniem, ca. 1700. Collectie Noord-Hollands Archief

Boter, kaas (en wijn)

Uit de brief van de 19e van Godard Adriaan blijkt dat de ‘s- Gravezandse kazen die ze heeft gestuurd, nog steeds niet zijn aangekomen. Daarom heeft ze eergisteren nog maar weer nieuwe gestuurd naar Temminck in Amsterdam, met de bedoeling dat die ze zo snel mogelijk doorstuurt. Ze bedankt haar man nog een keer voor wat hij haar heeft gezonden (wijn en boter) want boter is duur.

Staande man die boter aan het karnen is. Onderdeel van een reeks illustraties van volksklederdrachten uit 1779.
Man boter aan het karnen, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1777 – 1779. Collectie Rijksmuseum
Eerste brieffragment over kaas
Tweede brieffragment over kaas

[borgen,] de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19
deeser niet sien de gesondene schravesantse
kaes doen noch niet was overgekoome heb

ick Eergister weer twee andere aenden heere
teminck tot Amsterdam gesonden met ver
=soeck hij die opt spoedichste aen uhEd voort
wilde senden, ick bedancke uhEd noch opt hoochste
voort geene deselfve ons heeft beliefve te sende
salt verwachte hoope het wel sal overkoome
de booter kost hier de beste seefven stuijvers
het pont, [sijn hoocheijt is weer hier de poste alle]

Sommelsdijkje met Labadie getrouwd?

Na tevreden te hebben vastgesteld dat alle legerposten goed verzorgd zijn, en de algemene stemming wat geruster is, sluit ze af. Om na ondertekening nog eens terug te komen op een eerdere roddel. Is de jongste dochter van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk nu getrouwd met Jean de Labadie of niet, en zo ja, hoe lang dan? Kan Godard Adriaan Jenneke niet even inzetten om te informeren? Er is iemand die heel graag de waarheid wil weten. By the way, de heer en vrouwe van Villers, doen hun hartelijke groeten…

Jenneke is Godard Adriaans dienstbode. Zij heeft contacten met dienstbodes van andere rijke families en huispersoneel is natuurlijk zeer goed op de hoogte van familiegeheimen. De Labadisten zaten op dat moment in Altona, wat dicht bij Hamburg ligt, dus vlak onder de neus van Godard Adriaan en Jenneke. Godard Adriaan kan zijn neus moeilijk in andermans zaken steken, maar Jenneke kan wel haar oor te luisteren leggen.

Overigens ging het bij de eerdere roddel nog om dochter Maria (1645-1903). Nu gaat het om ‘de jongste dochter’, maar dat is Lucia (1649-1707). Van Lucia is bekend dat ze in 1695 trouwde met Peter Yvon, de assistent en latere opvolger van Jean de Labadie. De groeten van de Heer en Vrouw van Villers staat niet toevallig direct na deze opmerking. De Vrouw van Villers, Adriana van Aerssen van Sommelsdijk was de tante van de zusjes die zich aangesloten hadden bij de Labadisten. Heeft Margaretha het niet direct aan haar durven vragen of heeft zij er bij Margaretha op aangedrongen om zich te laten informeren?

Afsluiting over de informatievergaring door Jenneke

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

ick bidt dat
jeneken eens
ter deege verneemt
of labedije2Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte met de
jonste dochter vande
heer van someldijck3Lucia van Aerssen van Sommelsdijk
is getrout oft seecker
is en hoe lan sij getrout sijn
daer is mij om gebeeden die wenste de waerheijt
te mooge weeten
de heer en vrou van vieleers4Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen preesenteere haere
dienst aen uhEd

P.S.

Maar ho, als ze klaar is met schrijven komt er weer allemaal nieuws. Het is nu wel zeker dat de Engelse en de Franse vloten zwaar beschadigd bij Chatham liggen. De koning van Engeland schijnt not amused te zijn dat Lodewijk XIV uit Brabant is vertrokken zonder iets tegen de Republiek te hebben uitgericht en in plaats daarvan Maastricht is gaan belegeren. Nu willen de Engelsen een vrede en zijn misschien al in oorlog met Frankrijk.

Naschrift over de vloot

p s naert schrijfve dees komt tijdine die
voor seecker wert gehoude, dat beijde
de vloote so wel d Engelse als de
franse heel gedevaeliseert5gedevaliseerd: ernstig beschadigd voor schat
=tan6Chatham sijn geloopen en noch leggen, dat de
koninck van Engelant seer qualijck te
vreede soude sijn dat de koninck van
vranckrijck wt brabant is gegaen sonde
Eits op ons wtgericht te hebbe en
Maestricht beleegert heeft, ock
hout men voorseecker dat de Engelse
seer verlange naer de vreede met ons
en dat sij met vranckrijck in oorlooch
mochte sijn, [van Acken heeft me dat]

Titelpagina voor: Nederlands verquikking, of d'ontwaekte leeuw, 1673. Allegorische voorstelling over de positie van de Republiek tijdens het eerste halfjaar van 1673. De Hollandse Tuin aan alle kanten aangevallen door de Engelsen, Munstersen en de Franse koning Lodewijk XIV. De Franse koning houdt de provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht gevangen aan kettingen. Links komt prins Willem III de Nederlandse Maagd te hulp. Onderaan het beleg van Maastricht door de Fransen.
Titelpagina voor: Nederlands verquikking, of d’ontwaekte leeuw, 1673, anoniem, 1673 Collectie Rijksmuseum. Zowel de twee zeeslagen als het beleg op Maastricht zijn hier op te zien. Collectie Rijksmuseum.

Uit Aken is meer nieuws over Maastricht gekomen. De Fransen zouden een buitenbolwerk van Maastricht hebben aangevallen, en daarbij 600 man zijn verloren. De Maastrichtenaren op hun beurt hebben bij een uitval een belegeringswerk van de Fransen belaagd waarbij 500 Fransen zouden zijn omgekomen. De stad lijkt stand te houden. De behaalde overwinning op zee zou groter zijn dan ooit te voren, en de koning zou spijt als haren op zijn hoofd hebben dat hij de zee moest verlaten. Gaat het eindelijk de goede kant op? Is de Nederlandse leeuw ontwaakt, zoals ook bovenstaande titelprent suggereert?

Naschrift over Maastricht

[mochte sijn,] van Acken heeft me dat
de franse Een atacke7aanval op onse buijte
wercke voor Maestricht hebbe gedaen
daer dons dapper hebbe gevochte en
wel ses hondert vande franse sijn geblee
en afgeslaechge, ock dat die vande
stat Een wtval hebbe gedaen op een vande vijants wercke daer
meer als 500 so doode als gequetste
vande vijant sijn geweest so dat men
niet hoort of sij houden haer heel wel,
onse vicktoorije ter see seggense dat so
groot is alser oijt bij ons is bevochten
de koninck seggense berst van spijt dat
sij de see so hebbe moete verlaeten

  • 1
    Ernst Georg von Wedel (?-1682)
  • 2
    Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte
  • 3
    Lucia van Aerssen van Sommelsdijk
  • 4
    Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen
  • 5
    gedevaliseerd: ernstig beschadigd
  • 6
    Chatham
  • 7
    aanval

Pagina 3 van 12

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén