Mijn heer en lieste hartge

Categorie: Oorlogsverhalen Pagina 10 van 12

Paniek! Vluchten!!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 juni 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 26 juni 1672
Lees hier de originele brief

Het gevreesde moment is aangebroken: de Franse troepen zijn de Republiek binnengevallen! Er zit voor Margaretha niets anders op dan te vluchten.

Margaretha is nog op Amerongen wanneer ze om twee uur ’s nachts gewekt wordt door pleegzoon Godert Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland. De Franse legers zijn de Rijn overgestoken bij Tolhuis, vlakbij de Staatse verdedigingspositie aan de Schenkenschans. Haar zoon leeft gelukkig nog, weet Welland te melden, maar verder lijkt de situatie op een ramp van epische proporties uit te draaien voor de Republiek. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?

Brieffragment over de Fransen die de Rijn oversteken.

Mijn heer en lieste hartge
gistere heb ick uhEd wt Ameronge geschreefve den droefvigen
staet daer ons liefve vaderlant in is en wij alte saeme, ick
meende noch Eenige dage aldaer gebleefve te hebbe, maer
te nacht ontrent twee Eure quam de heer van wellant1pleegzoon Goderd Willen van Tuyll van Serooskerken
wt ons leeger die alsdoen den heer van ginckel de heere
sij gedanckt noch wel heeft gelaeten, maer de franse
voor schenckeschans2de Schenkenschans was één van de voornaamste Staatse verdedigingsschansen en lag aan de splitsing van de Rijn in de Waal en de Nederrijn die door den rhijn met meenichte sijn
geswome geschampt3schampen: de vlucht nemen, het veld ruimen diet selfve hebbe beleegert, ons volck hebbe
teegens haer dapper gevochten daer veel van gebleefve is

Op de voorgrond Lodewijk XIV op een witte schimmel. Op de achtergrond de Rijn die zwart ziet van de ruiters die de Rijn oversteken. Aan de overkant Tolhuis. Vanaf een toren komt nog een verdwaasd rookpluimpje van de verdediging.
Lodewijk XIV steekt bij Lobith de Rijn over Adam Frans van der Meulen, Collectie Rijksmuseum.

De schande van Montbas

Een Staats leger heeft bij de Schenkenschans dapper gevochten tegen de Franse troepen voordat ze moesten vluchten. Dit was echter een ander leger dan wat gestationeerd was bij de Schenkenschans. Commissaris-generaal Montbas, bevelhebber van de troepen bij de Schenkenschans, was al lang en breed weggevlucht! Een andere groep soldaten is in allerijl naar de Schenkenschans gestuurd maar kwam te laat om de Franse vloed te stelpen.

Al maanden roept Margaretha dat Montbas een onbetrouwbare lapzwans is en nu blijkt dat ze pijnlijk gelijk had. Montbas is gevangen genomen en men zegt dat hij claimt dat hij zijn post moest verlaten op orders van een zeker persoon. Wie deze persoon is, zegt Margaretha niet maar het bevel lijkt van hogerhand te komen. Als het waar is, zegt Margaretha, waarom geven we ons dan niet meteen over? Dat zou onschuldig bloed besparen.

Brieffragment over Montbas

momba diet komande overt volck inde beetuwe had heeft
sijn post schandelijck verlaeten willende dat den mancke
gent4Otto van Gent, broer van Admiraal van Gent die gisteren omkwam bij de Slag bij Solebay die daer bij hem was van gelijcke soude doen, die
hem het selfve weijgerde seggende dat hij wel onder sijn
komande stont maer dat sij dat noijt noch in haer ge
moet5Gemoed: Het binnenste van den mensch in onstoffelijken zin, beschouwd als de zetel van zijn geestelijk gevoel noch voor godt noch de werlt soude konne ver –
antwoorde, het most Evenwel so sijn, men seijt momba
in gehechtenis is en dat hij Een seecker persoon noemt
wt wiens last hijt sou gedaen hebbe, daer hEd noch ick
het noijt van soude vermoet hebbe, het soude die sijn
die plach te segge en secht het mijn oom niet, ick kant van
hem niet geloofve, als dat soude sijn wort al ons
volck wel op den vleijsbanck gebrocht, waer om geefven
se ons dan niet heel over, moetense so veel onoosel6onnozel: onschuldig
bloet vergieten, mijn lieste hartge ick niet segge
hoe bekomert ick met onse goeije en oprechte soon

Een wagen met drie paarden rijdt over een (donkere?) weg. De koetsier zwaait met zijn zweep. De wagen is gesloten, een gordijn wordt opzij geschoven door een vrouw.
De in Den Haag door Johan Diederik de Mortaigne geschaakte Catharina van Orliens wordt per rijtuig naar Kuilenburg (Culemborg) gebracht, 1664, Jan Luyken, 1698. Collectie: Rijksmuseum.

Hoe gaat het met de familie?

Margaretha is hals over kop weggevlucht naar Amsterdam, maar hoe zit het met haar lieve kleinkindjes en haar schoondochter? Philippota en haar kinderen zijn nog in Utrecht. Nogal een gevaarlijke plek om te zijn als edelvrouwe gezien de relletjes en volksopstanden die er gaande zijn. Margaretha gaat daarom morgen met haar koets haar familie ophalen.

Ze heeft Godard Adriaan ook goed nieuws te melden: bijna al hun goed is overgekomen naar Amsterdam. Enkel wat wijn en bier blijft achter in het kasteel. Het water in de Rijn stond te laag om dit te kunnen vervoeren. De rest van de goederen zijn al aangekomen in Amsterdam of worden per aak naar de stad vervoerd.

Eerste brieffragment vlucht

[ben,] dewijlle den vijant inde beetuwe is derfde ick
niet langer op Ameronge blijfve, ben so aenstonts
hier gekoome hebbende de koppe7Op 30 mei heeft Margaretha het over het zoeken van een verstopplek voor gouden koppen. Die heeft ze niet kunnen vinden en het lijkt dat ze er voor kiest om ze dan maar mee te nemen ent dander bij mij

Tweede brieffragment vlucht en de laatste goederen

hier gebrocht, de vrou van ginckel is met haer kindere noch
te wttrecht hoope se merge te gaen haelle en hier me
neer te sette, ick heb meest al ons goet hier behalfve
noch twee oxshoofde8okshoofd: een inhoudsmaat ter grote van een groot vat, ongeveer 231 liter franse en Een stuck9stuk: een inhoudsmaat ter grote van 96 stoop. Een stoop is ongeveer 2,5 liter dus een stuk zou ongeveer 240 liter zijn rinse10Rijnse of Rijnlandse wijn
en so Een schoone kelder met bier dat ick omt
laechge water op den rhijn niet hier heb konne
krijge, ick en noch Eenige kleijnicheede, heb noch
drie a vier wagens met goet overlant moete hier
brenge sout gistere aen wijburch11Wijburch is een persoonsnaam maar wie het precies is, is een mysterie tot wijck12Wijk bij Duurstede om Een
Aeck13Aak: een plat schip wat gebruikt wordt om goederen over de rivier te vervoeren diedaer noch wel 6 a 7 lagen maer hij liet mij
segge omt gepeupelt het om geen goet te derfe [doen]

Een dijk met een weg erover richting een stadspoort, Links een molen, aan de rechter kant de Rijn. Er zijn geen hoge gebouwen, de muur loopt langs de rivier. Links naast de poort staat een molen.
Wijk bij Duurstede, Jan de Beijer, 1750. Collectie Rijksmuseum.

Algehele verslagenheid

Het lijkt alsof Margaretha alles vrij goed voor elkaar heeft: bijna al haar spullen zijn veilig, zij is veilig aangekomen in Amsterdam na een rit met haar nieuwe koets en spoedig geldt dat voor haar kinderen ook. Hetzelfde kan helaas niet gezegd worden over de Republiek. Mensen slaan overal op de vlucht en mannen en vrouwen staan langs de weg te krijsen als kinderen. Ellende heerst.

Margaretha doet iets om te helpen en laat een Amerongse dorpsgenoot met zijn kinderen het huis in Den Haag gebruiken maar zelfs deze kleine gebaartjes maken weinig verschil. Ze weet geen uitkomst meer. Alles is in de handen Gods.

Eerste brieffragment over de paniek

[doen,] daer is sulcken verslagent heijt over al
dat met geen monde wtte spreecken is de mense vluchte
met sulcken gewelt van alle kante dat
niet te sien is de mans en vrouwe gaen bij de wech
en krijten14krijten: krijsen als kindere ick kan de Elende met
geen mont wt spreecken diemen siet ent roept
al overt lan tardeere vande brandenburchse
volckeren och ick vrees die te laet sulle koome,
te Ameronge en daer ontrent was geen wage
om gelt te krijge, t was geluck dat ick te winter
Een nieuwe wage heb laeten macken die mij nu
heel wel te pas komt, ick gin te nacht te twee
Eeure op mijn koets sitte, de heer almachtich weet
hoet noch met ons sal vergaen ick sien nu geen wtkomst
meer beveelle mij en alt mijn in sijne hande hij doet
met ons naer sijn welbehaechge, nicht van rhiene15Nicht van Rhenen is waarschijnlijk een kind uit een bastaardtak van Frederik van Reede, de grootvader van Godard Adriaan wist

ock niet waer te blijfve hebse bij mijn en denijs geritse16Denijs Geritse is een dorpsbewoner van Amerongen 
die quam klage en krijten als Een kint had geen gelt
en wist niet waer met sijn dochters te blijfve
hebse alle drij in den haech in ons huijs laete gaen
nu kan ick niet meer blijf

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Wel opvallend is de afsluitende groet van Margaretha: “nu kan ick niet meer blijf”. In alle eerdere brieven vinden we een versie van “hier meede blijfve”, een typische zeventiende-eeuwse groet. Met het verbasteren van die zinsnede maakt Margaretha een punt heel duidelijk: stabiliteit en veiligheid is niet meer te garanderen, ze is op de vlucht gegaan.

Tekening van de Amstel vanaf de kade. Rechts loopt de weg door over een brug. Voor de brug een boom, aan de overkant de voorpui van een grachtenpand. De Amstel maakt een kromming naar links en je ziet de panden op de rechterkade. Verderop in de Amstel een brede brug met in het midden een ophaalbrug. De kade aan de overkant heeft meer bomen, maar je ziet ook nog de grachtenpanden. In het water liggen een paar schepen.
Amstel gezien in noordelijke richting naar de Blauwbrug. Op de voorgrond rechts de Nieuwe Herengracht. Tekening door Jan Spaan (ca 1742-1828). Collectie Stadsarchief Amsterdam

Er volgen nog twee postscripta: Margaretha benadrukt nogmaals dat ze hoopt dat Godard Adriaan snel schrijft over wanneer de Brandenburgse troepen komen én schrijft hem dat de Spaanse troepen (die al wél aanwezig zijn) goed volk zijn. De tweede p.s. is het adres van Margaretha in Amsterdam:

ick ben hier aende oostsijde van de blaeuwe bruch op de nieuwe heere graft inde trufel

  • 1
    pleegzoon Goderd Willen van Tuyll van Serooskerken
  • 2
    de Schenkenschans was één van de voornaamste Staatse verdedigingsschansen en lag aan de splitsing van de Rijn in de Waal en de Nederrijn
  • 3
    schampen: de vlucht nemen, het veld ruimen
  • 4
    Otto van Gent, broer van Admiraal van Gent die gisteren omkwam bij de Slag bij Solebay
  • 5
    Gemoed: Het binnenste van den mensch in onstoffelijken zin, beschouwd als de zetel van zijn geestelijk gevoel
  • 6
    onnozel: onschuldig
  • 7
    Op 30 mei heeft Margaretha het over het zoeken van een verstopplek voor gouden koppen. Die heeft ze niet kunnen vinden en het lijkt dat ze er voor kiest om ze dan maar mee te nemen
  • 8
    okshoofd: een inhoudsmaat ter grote van een groot vat, ongeveer 231 liter
  • 9
    stuk: een inhoudsmaat ter grote van 96 stoop. Een stoop is ongeveer 2,5 liter dus een stuk zou ongeveer 240 liter zijn
  • 10
    Rijnse of Rijnlandse wijn
  • 11
    Wijburch is een persoonsnaam maar wie het precies is, is een mysterie
  • 12
    Wijk bij Duurstede
  • 13
    Aak: een plat schip wat gebruikt wordt om goederen over de rivier te vervoeren
  • 14
    krijten: krijsen
  • 15
    Nicht van Rhenen is waarschijnlijk een kind uit een bastaardtak van Frederik van Reede, de grootvader van Godard Adriaan
  • 16
    Denijs Geritse is een dorpsbewoner van Amerongen

Aanval van twee kanten

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 juni 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1672
Lees hier de originele brief

Kleef is gevallen. Met dat slechte nieuws begint Margaretha haar brief. Dat betekent dat de Franse legers zich nu kunnen richten op de laatste Staatse verdedigingslinies aan de IJssel of aan de Rijn. In de Republiek heerst chaos: mensen slaan op de vlucht en Margaretha heeft Philippota en de kleinkinderen al naar Utrecht gestuurd, een stukje verder weg van het front dan Amerongen. Verder dan dat wil Philippota niet gaan: ze wil niet te ver van haar man zijn.

Brieffragment Franse troepen en de vrouw van Ginkel

Mijn heer en lieste hartge
seedert mijne laeste sijn de vijande so seer genadert dat
mense alledaege verwacht aenden ijsel of rhijn, den
prinse van konde1Louis II van Bourbon, de Prins van Condé, is een van de belangrijkste generaals onder de Franse koning is bine deutekom2Doetinchem den koninck
so men seijt binne kleef3De stad Kleef en op den Elteren berchde 4Eltenberg is een heuvel nabij het plaatjes Elten, in het Hertogdom Kleef
met gars5gros vant leeger
nu is den tijt van Elende voor ons en sitte wij inde
meeste benautheijt vande werlt, de mense vluchte 
van allekante so dach en nacht dat deerlijck is
te sien, ick heb gistere de vrou van ginckel met
haer vier kinderen naer wttrecht voort Eerst
laeten brengen die als noch niet gaere naer
Amsterdam en wil om dat sij meent te veer
van haer man te sijn, [en waer is Een plaets]

Een woedende menigte met burgers en soldaten lyncht een oude man. Op de achtergrond spreekt een man mensen toe vanaf een trapje.
Gevangenneming van Paulus in Jeruzalem, Christoffel van Sichem (II), naar Philips Galle, naar Jan van der Straet, 1740. Collectie Rijksmuseum.

Volksoproeren

Of het een goed idee was om de rest van de familie naar Utrecht te sturen moet nog blijken. Overal in het land vinden volksoproeren plaats, ook in Utrecht. Het volk is ongerust over de aankomende invasie maar ook, zo schrijft Margaretha, over het wegblijven van de Brandenburgse troepen die Godard Adriaan zou regelen. Sterker nog, er gaan geruchten dat Godard Adriaan zijn land verraden zou hebben om er samen met de Keurvorst zo veel mogelijk geld uit los te krijgen. Godard Adriaan krijgt stank voor dank voor zijn harde werk.

Protesterende mensen komen dagelijks langs het huis van de familie in Den Haag en ook in de omgeving van Kasteel Amerongen doet deze praat de ronde. Margaretha is bang dat ook in Amsterdam deze complottheorie de ronde doet: haar familie is op geen plaats in de wereld nog veilig.

Eerste brieffragment over het oproerige volk dat moppert op Godard Adriaan

[van haer man te seijn ,] en waer is Een plaets
inde heelle werlt voor ons seecker daer de gemeente6het volk
so oproerich van binne in verscheijde plaetse
is alste wttrecht te haerlem7Haarlem en meer andere
plaetse te meer dewijlle de gemeente so seer
op uhEd begine te morre overt lan achter –
blijfve vande brandenburchse troepees, inde haech
gaense savonts en smergens lans ons huijs8Margaretha doelt hier op het huis aan de Kneuterdijk wat ze van haar oom erfde
seggende dat den keurvorst ons verraet en dat uhEd het
met hem hout daer so lange leggende omt lant
wt te suijpen9uitzuipen: leegzuigen, geld aftroggelen daer doch niet van en komt, daer bij
voechgende dat me sijn huijs onder de voet

Tweede brieffragment over het oproerige volk dat moppert op Godard Adriaan

haelde10onder de voet halen: slopen wat duijvel waer daer aengeleechgen11mogelijk een verbastering van “de duivel inhebben”: zeer boos zijn, ick
schrick daer aen te dencken dier gelijcke12dergelijke tael
wort te rheene13Rhenen onder die kompangie burgers14een groep burgers heeft zichzelf bewapend en heeft een militie gevormd 
die wt wandere plaetse daer koome door trecke
ock gevoert, dit is den danck die uhEd voor den
dienst vant vaderlant sal hebbe het welcke hij met so veel
ijver doet, ock waer sal ick noch blijfve vrees
diergelijcke praetges te Amsterdam almee sulle
omgaen en komt het grau15het grauw: de lagere standen van de bevolking Eens op de been hoe

Op de grond zittende jammerende oude vrouw.
Klaag de tijd maar aan, Francisco de Goya, 1806 – 1812. Collectie Rijksmuseum.

Klaagzang

Margaretha gebruikt haar brief aan Godard Adriaan ook om haar hart te luchten. Ze is nogal ongelukkig door alles wat gaande is. Nu de beloofde Brandenburgse troepen niet of te laat komen neemt de hoop op zegevieren op de Fransen sterk af. Margaretha vreest dat het al te laat is voor de Republiek en haar familie. Als een stortvloed van droefheid komen al haar emoties er uit.

Brieffragment met klaagzang

[hoe] sal ickt maecke wier sal ick mijn hooft op
steecken och ongeluckige vrou als ick ben, uhE
belieft het so te doen en salder toch Eer noch
danck van hebbe en laet ons hier so alleen
uhEd soon in Een leeger dat so prijckeleus16perikleus: in gevaar, in de perikelen is
mijn met vier sulcke liefve kinderkens als
alleen inde werlt indees wtneemende swaere tij
de, uhEd sout hem noch wel konne beklaechge
nu heer van Ameronge mijn sechge is noijt ge
acht, maer so die beloofde troepees niet in
korte en koome so weet ick mij nergens te
berge17bergen: waarborgen, een veilige plek bewonen waer sal ick blijfve, en om de waer
heijt te segge se sulle koome vrees ick alst
te laet sal sijn, ick ben bedroeft tot int binenste
van mijn hart ija tot der doot, ick bid neemt
niet qualijck ick dit so schrijf ben als over
stort van droefheijt, [den heer van wellant]

De Engelsen vallen aan: Slag bij Solebay

Margaretha weet ook goed nieuws te melden aan Godard Adriaan: er is een zeeslag geweest en de Staatse Vloot heeft deze gewonnen! Helaas kwam de overwinning met een prijs. Admiraal Van Gent heeft de slag niet overleefd: kogels door de borst en een afgerukt been waren hem fataal. Hij zal dus helaas Godard Adriaan niet kunnen ophalen in Hamburg.

In het midden een Nederlands schip dat explodeert, Daarachter de spiegel van een Engels schip. Recht een Nederlands schip en ook op de achtergrond een twee Nederlandse schepen. Op de voorgrond een Nederlandse sloep.
Zeeslag bij Solebay, 7 juni 1672. Geschilderd door Willem van de Velde (II). Collectie Het Scheepvaartmuseum

De slag waar Margaretha aan refereert is de Slag bij Solebay op 7 juni 1672. Michiel de Ruyter stak met een vloot de Noordzee over en overviel de Engels-Franse vloot in de Solebay. In de daarop volgende zeeslag slaagt De Ruyter erin om flinke chaos aan te richten en maakt hij het onmogelijk voor Engeland om de Republiek op zee te blokkeren.

Brieffragment over de slag bij Solebay

[al sijn bedencke,] wij hadde voorleedene
vrijdach wat verquickine18verkwikking: verbetering van het humeur door de vicktoorije
die sich te water voor ons liet sien nu heb
ick sints het vervolch daer van niet gehoort, de heer wil
geefve het mach weesen alst begin be –
halfve dat den Admirael van gent doot is
was het been afgeschoote en twee kogels
door de borst wiens doot mij seer jamert

Margaretha blijft in Amerongen

Tenzij ze slecht nieuws over het leger te horen krijgt blijft Margaretha nog een dag of twee in Amerongen. Ondanks de wanhoop die uit haar brief blijkt heeft ze toch wel vertrouwen in de landsverdediging. Nijmegen is goed voorzien van soldaten en ammunitie en er zijn nog veel troepen naar de IJssel gegaan de afgelopen week.

Het bedroeft haar echter wel dat het onmogelijk is iets te horen over de belegerde steden. Er heerst een volledig gebrek aan initiatief. Verkenners gaan enkel uit als zoon Godard van Ginkel ze er op uit stuurt. Typisch voor Margaretha drukt ze ook hier weer de hoop uit dat Van Ginkels harde werk onthouden wordt en vergoed wordt met een promotie in de toekomst.

Brieffragment waarin Margaretha aangeeft nog twee dagen in Amerongen te blijven.

ick meen noch Een dach of twee hier te blijfe
so lange ick geen Erger tijdine wt ons leeger
hoor daer is dees voorleedene weeck seer
veel volck noch naer toe gegaen hoope den

Brieffragment over het vertrouwen in de verdediging

den ijsel nu sal konne gedefendeert19defenderen:verdedigen worde nimweege20Nijmegen is ock nu
so van volck als van Amonijsi21ammunitie van oorlooch wel versien dat groote
moet en koraesge22courage: moed ondert volck geeft, de baterije23batterij: een verdedigingswerk waarachter geschut is geplaatst ent kanon
seijt men dat op den ijsel nu is gestelt, de heer almachtich wil
al donse bewaere, dat bedroeft is men kan niet seeckers hoore
hoet met de beleegerde steede is, daer gaet niemant op kons
schap24kondschap: op verkenning gaan, inlichtingen inwinnen wt als die den heer van ginckel wt sent, of hem wel Eens
weer sal vergoet worde sal te besien staen, nu mijn lieste hartge
ick bidt godt uhEd wijsheijt en voorsichtichheijt te geefve en op alle
uhEd weege te bewaere, sal blijfve so lange ick leef

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

Een vrouw zit rustig tegen een bergachtige achtergrond met donkere wolken. Ze kijkt rustig voor zich uit. In haar linker hand een hoorn des overvloeds en in haar rechterhand een scepter die ze naar beneden houdt. Aan haar voeten ligt een ongebruikte wapenuitrusting.
Veiligheid, Jacques-Antoine Friquet de Vauroze, naar Sébastien Bourdon, 1663 – 1716. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Louis II van Bourbon, de Prins van Condé, is een van de belangrijkste generaals onder de Franse koning
  • 2
    Doetinchem
  • 3
    De stad Kleef
  • 4
    Eltenberg is een heuvel nabij het plaatjes Elten, in het Hertogdom Kleef
  • 5
    gros
  • 6
    het volk
  • 7
    Haarlem
  • 8
    Margaretha doelt hier op het huis aan de Kneuterdijk wat ze van haar oom erfde
  • 9
    uitzuipen: leegzuigen, geld aftroggelen
  • 10
    onder de voet halen: slopen
  • 11
    mogelijk een verbastering van “de duivel inhebben”: zeer boos zijn,
  • 12
    dergelijke
  • 13
    Rhenen
  • 14
    een groep burgers heeft zichzelf bewapend en heeft een militie gevormd
  • 15
    het grauw: de lagere standen van de bevolking
  • 16
    perikleus: in gevaar, in de perikelen
  • 17
    bergen: waarborgen, een veilige plek
  • 18
    verkwikking: verbetering van het humeur
  • 19
    defenderen:verdedigen
  • 20
    Nijmegen
  • 21
    ammunitie
  • 22
    courage: moed
  • 23
    batterij: een verdedigingswerk waarachter geschut is geplaatst
  • 24
    kondschap: op verkenning gaan, inlichtingen inwinnen

Een tijd van ellende

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 juni 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 juni 1672
Lees hier de originele brief

Het is drie dagen sinds de laatste brief naar Godard Adriaan wanneer Margaretha hem weer schrijft. De gebeurtenissen in de Republiek zijn in een stroomversnelling beland en het tempo van Margaretha’s brieven laat dat goed merken. Zoals wel vaker begint Margaretha met familienieuws: ze is namelijk bij haar zoon in Arnhem op bezoek geweest. Met Godard Junior gaat het absoluut niet goed. Eeuwig plichtsgetrouw vraagt hij of Margaretha zijn excuses aan zijn vader kan aanbieden, hij heeft namelijk in geen 2 of 3 postrondes geschreven. Godard van Ginkel slaapt door alle drukte nog maar drie uur per nacht en zit vrijwel constant in het zadel. Margaretha is bezorgd: als haar zoon nu maar gezond blijft.

Brief over de zorgen om haar zoon

Mijn heer en lieste hartge
tis mij lief wt uhEd mesiefve1missive: brief vande Eerste deeser2eerste van deze maand
sien deselfve weer tot berlijn wel is gearijveert, ick ben
gisteren op dien dach wech en weer tot Aernhem3Arnhem ge=
weest om den heer van ginckel noch Eens te sien die
daer bij ons quam, hij bidt uhEd hem belieft te Excku
seere4excuseren: vergeven dat hij in 2 a 3 poste niet heeft geschreefven
heeft het omoogelijcke niet konne bij brenge door sijn
meenichvuldige affaerees5affaires: zaken, hij slaept geen drije
Euren op Een nacht en is meest gedurich te paert
als hij maer gesont blijft, [ist noch goet maer mijn]

De Frans opmars

Ondertussen verloopt de Franse opmars gestaag. In drie dagen tijd hebben Lodewijks troepen evenveel dorpen veroverd: het Rijnfort Wesel, een kernpunt van de verdediging van de Republiek is gevallen, net als Orsoy en Büderick. De Fransen trekken op langs de Rijn richting de stad Kleef en daarna Nijmegen. Margaretha vreest dat het op de IJssellinie aan gaat komen. Erg veel vertrouwen heeft ze niet daarin: haar zoons verwachte dood ziet ze als een nutteloos offer.

Kaart van een rivier die helemaal links splitst. Onder de rivier ligt het Land van Cleef met heuvel. Links boven ook een heuvelgebied met aan de rand sHeerenberch. Andere herkenbare plaatsnamen: Calkar, Santen, Cleve, Rees, Zevenaar, Emmerick
Fragment kaart “De Rijn van Nijmegen tot Rijnberch”, collectie Leiden University Libraries.
Brieffragment opmars Franse troepen

[maer] men gelooft, het almeede over is, en dat de
koninck6koning Lodewijk XIV daerReijnberck inpersoon voor is geweest, die men seijt
deese Middach van meeninge was binne kleefe7de stad Kleef ligt in het gelijknamige hertogdom. Hoewel de stad in modern Duitsland ligt was Kleef in 1672 de facto deels onder controle van de Republiek te
Eeten, en so voort recht op Nimweechge8Nijmegen aen te
Marscheere welcke stat so geseijt wort van alles
wel versien is, en hoopt men die haer sal konne def
– fendeere9defenderen: verdedigen, dan vreest ick het op den ijsel10rivier de IJssel en de IJssellinie aldaar aensal koomen
mijn hart int lijf bloeijt als ick der aen denck och wat
droefheijt is mij aenstaende [ick derf niet al schrijfve]

Soldaten en generaals naar het front

Ook over het Staatse leger heeft Margaretha nog iets te melden. Eindelijk, na lang dralen, is commissaris-generaal Montbas aangekomen bij zijn positie in het leger! Hij heeft het commando gekregen over de troepen in de Betuwe en heeft als hoofdkwartier de Schenkenschans. Volgens de geruchten wordt Montbas te veel verantwoordelijkheid toevertrouwt. De toekomst zal het leren. Ook is luitenant-generaal Van Steenhuizen aangekomen bij zijn troepen alsof hij alle tijd van de wereld heeft. Duidelijk neemt Margaretha de beide generaals nog niet serieus, haar zoon moest immers steeds hun werk doen.

Kaart van Gelderland, omgeving van Nijmegen. 1664, Atlas van Loon. Collectie Scheepvaartmuseum

Er gaan dagelijks nog steeds nieuwe troepen naar het (verwachte) front. Zo kwam er afgelopen nacht een troep Spaanse soldaten langs Amerongen. Deze soldaten dwongen de boeren om hun eten en drinken te geven, nog een teken dat het leger slecht georganiseerd is. Margaretha heeft de brug van het kasteel maar omhoog laten halen om moeilijkheid te voorkomen. Een stuk minder onbehouwen was een Zeeuws regiment dat eerder langs kwam. Het is wel duidelijk welk land de beste soldaten levert. Over de voortgang van de oorlog op zee is Margaretha kort: het schijnt dat de Staatse vloot verwikkeld is geweest in een zeeslag maar meer weet ze zelf ook nog niet. Hopelijk is het een overwinning.

Brieffragment situatie Staatse leger

vreesende de poste aengehoude mochte worde, uhEd heeft sijn
soon tot dienst vant lant op geoffert maer ick vreese
hij wel Een rechte offerhande11offrande: offer sal sijn en vrees hem niet
weer te sulle sien, momba12Commissaris-generaal Jean Barton de Montbas is Entelijck int leeger ge
koome, die men het komanda overt alt volck dat inde
beetuwe13Betuwe leijt14leijen: liggen heeft gegeegve daer niet weijnich op
gesproocke wort dat men hem so veel toe vertrout
steenhuijse15Luitenant-generaal Ludolf van Steenhuizen is op sijn muijltges int leeger gekoome16op zijn muiltjes komen: op zijn gemak, erg kalm
ondertusche moet de heere van ginckel het werck
doen en wat noot waert dat het daer noch gin soot
hoorde maer de disordrees17disordre: wanorde sulle ons ruwineere18ruïneren: ten gronde richten
hoe roept men nu om de troepees vande keurvorst en
verlanck men daer naer die hier indeesen hoochgen
noot wel van doen sijn, deese nacht is hier int dorp
ontrent de 800 spaense voet knechte19De Republiek heeft in 1672 een bondgenootschap gesloten met Spanje. Er is afgesproken dat Spanje troepen levert tegen de Franse invasie. die naert leeger
gaen en Een reesgement20regiment wt seelant geweest dewel
= cke saeme over de 1600 man maeckte de seuwe ginge
naer nimweege, die hebbe deminste insolensie21insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid, lompheid niet
gedaen maer deerste hebbe vrij wat deesordere22disordre: wanorde ge
maeckt de boere mostense Eeten en drincke geefve
of se dwongense, ick liet de bruchge vant huijs op treck
vreesde voor swaericheijt23zwarigheid: moeilijkheden, problemen, vandaech krijch ick ock tijdine24tijdingen: nieuws
dat onse scheeps vloote van Eergistere merge
aen Een sijn geweest sonde dat men weet hoet daermee
staet, als dat men seer fuijrijEus25furieus: op zeer krachtige, heftige wijze heeft hooren schiete
ontrent doeversans26Doeverenschans, nabij Heusden de heer almachtich wilse bij staen
ende vicktoorije27victorie: overwinning geefve, [gisteren isser te wttrecht]

Onrust in Utrecht

Ook binnen landsgrenzen begint het te rommelen. Waar Margaretha eerder nog in één enkel zinnetje schrijft over onrust in Utrecht wijdt ze nu flink uit. Daar ontstond een volksoproer toen een aantal regenten erop betrapt werden samen met hun bezittingen de stad te willen ontvluchten. De vrouwen van het houtsgilde, een onderdeel van het Utrechtse Zakkendragersgilde, vonden dat dit absoluut niet kon. “Zullen de heren die onze mannen hebben doen uitgaan om te vechten, vluchten en ons hier ten prooi achterlaten?” Zo luidde hun aanklacht. De vrouwen rukten koffers open en strooiden de bezittingen van de regenten uit op straat. Enkel met geweld werd de rust enigszins hersteld. Volgens Margaretha lijkt het er op dat nu iedereen die de stad Utrecht uit wil onderhevig is aan controle door de burgers.

Eerste brieffragment over de opstand in Utrecht

[ende vicktoorije geefve], gisteren isser te wttrecht  
inde stat ock geen kleijne ontsteltenisse28ontsteltenis: oproer, opschudding geweest door
Eenich goet dat de luijtenant kolonel wee29Georg Johann van Weede en andere wt
de stat meende te vluchte, het welcke de vrouwe
vande hout schilde30de houtsgilde is onderdeel van het Utrechtse zakkendragersgilde. Leden van het houtsgilde mogen zakken dragen tot 3 el. niet wilde lijde roepen sullende
heere vluchte die onse mans hebbe doen wtgaen
om te vechte en ons hier ten proij31prooi geefve dat wille

Tweede brieffragment over de opstand in Utrecht

wij niet lijden, een rockte de koffers open dat het silver ent gout
dat daer in was door de weech verstroijde, de burgers moste inwa
– pene om de vrouwe te stille, nu maegcher32mag er so geseijt wort niet wt
of inde stat oft moet besichticht worde, [uhEd denckt Eens hoe men]

Het is een bende van plunderende mensen. Er gooit iemand een kist leeg, er worden spullen uit een huis gehaald, rechts brand een vuur.
Fragment uit: Oproer te Lyon, 1621, Jan Luyken, 1696. Collectie Rijksmuseum.

Een tijt van elende

Overal om heer heen ziet Margaretha de klauwen van de angst om zich heen grijpen. Zelf begint ze nu opniew te twijfelen of Amsterdam wel veilig is. Koning Lodewijk XIV heeft immers beloofd deze stad te zullen belegeren en plunderen. In de steden en op het platteland heerst een verslagen gevoel. Mensen pakken hun spullen en vluchten weg. Margaretha wil dat ook doen maar ze weet niet waarheen. Ze is ten einde raad.

Brieffragment met algehele zorgen over de toekomst

[of inde stat oft moet besichticht worde,] uhEd denckt Eens hoe men
hier sit ock nu ist wel Een tijt van Elende , en derf ick met de
kindere en vrou van Ginckel niet langer hier te blijfve en weet noch
niet waer ons derf vertrouwe tot Amsterdam is meest al ons
goet, en seijt men nu dat de konin33Koning Lodewijk XIV het daer teenemael op heeft
aengesien, en dat hij die stat sal wille beleegeren, dat mij seer
bekomert34bekommeren: zorgen maken want met vier sulcke kleijne kinderen in Een beleeger
de stat te sijn sou wel benout35benauwd weesen, ock nu komt het de op
aen en is den tijt van onse Elende voor hande hoe sit ick nu
in Eensaemheijt en sonder raet en weet niet wat ick doen
sal, heb sulcke koste met wech doen van mijn goet gehadt
en weet nog niet oft verseeckert is, ick ben so bedroeft dat
ick mij niet weet te laeten, hier te platte lande en inde steeden
is sulcken verslagentheijt dats niet wt te spreecken alle mense
packen hier en vluchten haer goet, och wat tijt beleefve wij
de heer almachtich wil ons bijstaen en behoede dat wij in hande
van die tierane36tirannen niet en valle want sij leefve groulijck37gruwelijk met
de mense daer sij koome, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Titelpagina van het pamflet van Georgius Buchananus: T’samensprekinghe, Vant recht der Coninghen, ofte Overheyt over haere Onderdanen, ende der Onderdanen plicht teghens haer, deur onderlinghe verbindinghe, Amsterdam 1610, anoniem, 1610. Collectie Rijksmuseum. Spotprent op de Spaanse vredesvoorstellen van Albrecht aan de Staten-Generaal, augustus 1598. Titelprent van een pamflet getiteld: T’samensprekinghe, Vant recht der Coninghen, ofte Overheyt over haere Onderdanen, ende der Onderdanen plicht teghens haer, deur onderlinghe verbindinghe. De Batavier en de Arragonees worden benaderd door een tiran en een jezuïet met olijftakken en zwaarden. Onderschrift: Mistrouwen het sterckste Wapen is tegens den Tyran. Deur te licht vertrouwe, wert bedroge menich man.
  • 1
    missive: brief
  • 2
    eerste van deze maand
  • 3
    Arnhem
  • 4
    excuseren: vergeven
  • 5
    affaires: zaken,
  • 6
    koning Lodewijk XIV
  • 7
    de stad Kleef ligt in het gelijknamige hertogdom. Hoewel de stad in modern Duitsland ligt was Kleef in 1672 de facto deels onder controle van de Republiek
  • 8
    Nijmegen
  • 9
    defenderen: verdedigen,
  • 10
    rivier de IJssel
  • 11
    offrande: offer
  • 12
    Commissaris-generaal Jean Barton de Montbas
  • 13
    Betuwe
  • 14
    leijen: liggen
  • 15
    Luitenant-generaal Ludolf van Steenhuizen
  • 16
    op zijn muiltjes komen: op zijn gemak, erg kalm
  • 17
    disordre: wanorde
  • 18
    ruïneren: ten gronde richten
  • 19
    De Republiek heeft in 1672 een bondgenootschap gesloten met Spanje. Er is afgesproken dat Spanje troepen levert tegen de Franse invasie.
  • 20
    regiment
  • 21
    insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid, lompheid
  • 22
    disordre: wanorde
  • 23
    zwarigheid: moeilijkheden, problemen,
  • 24
    tijdingen: nieuws
  • 25
    furieus: op zeer krachtige, heftige wijze
  • 26
    Doeverenschans, nabij Heusden
  • 27
    victorie: overwinning
  • 28
    ontsteltenis: oproer, opschudding
  • 29
    Georg Johann van Weede
  • 30
    de houtsgilde is onderdeel van het Utrechtse zakkendragersgilde. Leden van het houtsgilde mogen zakken dragen tot 3 el.
  • 31
    prooi
  • 32
    mag er
  • 33
    Koning Lodewijk XIV
  • 34
    bekommeren: zorgen maken
  • 35
    benauwd
  • 36
    tirannen
  • 37
    gruwelijk

Franse terreur aan de grens

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 6 juni 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 13 juni 1672
Lees hier de originele brief

De brief die Margaretha op 6 juni aan haar man schrijft bevat amper goed nieuws. De Franse troepen zijn de grens genaderd en hun terreur schokt Margaretha. Ze hebben Wesel omsingeld en een nabijgelegen landhuis en klooster geplunderd en de inwoners geschonden. “Het is verschrikkelijk om te horen hoe ze te werk gaan”, schrijft Margaretha. Het lijkt er op dat de Franse troepen zich nu naar de IJssel bewegen. Daar wachten Staatse troepen ze op en, als God met hen is, zal daar de Franse aanval worden afgeslagen.

Brieffragment Franse opmars

Mijn heer en lieste hartge
met de laeste post heb ick geen briefve van uhE
gehad geloofve de selfve naert afgaen van
post tot berlijn sal sijn gearijveert, hier hoort
men niet als alle daege arger tijdine, so men
seijt hebbe de franse weesel1Wesel berent2berennen: insluiten om te belegeren ent huijs
disfoort3Slot Diersfordt neffens4naast het dorp biselich5Bislich: dorp net aan de andere kant van de Rijn bij Xanten ent kloos-
ter sleenhorst6Klooster Sleenhorst ligt in Gendringen (tussen Doetinchem en de huidige Duitse grens) wt geplundert het selfve klooster
seer schandelijck getrackteert7trakteren: bejegenen, behandelen de
bagijne8Begijnen: een kloosterorde die enkel uit vrouwen bestaat geschofiert9schofferen: verkrachten en 2 a 3 daerwt meede
genoomen, tis schricklijck te hoore hoese te
werck gaen, men verwacht nu dat sij alledach
haer naer den ijsel kant sulle begeefven daer
maer tamelijck met volckeren is versien10voorzien, de heer
almachtich hoope ick dat ons bij sal staen en
helpen dat wijse daer moogen keeren, [ick]

Op een kloosterterrein roven soldaten spullen uit gebouwen en laden ze op een kar. Nonnen en monniken worden gevangen genomen. De kloosterkerk staat in brand.
Soldaten plunderen een klooster, Jacques Callot, 1632 – 1636. Collectie Rijksmuseum.

Hoe vordert de verhuizing?

Ook de verhuizing van spullen van Kasteel Amerongen naar het huis in Amsterdam gaat door. Een eerste schip vol goederen is al naar Amsterdam gestuurd, morgen volgt hopelijk een tweede. De verhuizing van goederen gaat misschien dan wel vlot, maar Margaretha loopt bij de verhuizing van de familie tegen weerzin aan. Philippota wil met haar kinderen zo dicht mogelijk bij haar man blijven, die in Doesburg zit . Margaretha wil juist dat ze naar het veilige Amsterdam gaan, nu de oorlog dreigt.

Brieffragment schip naar Amsterdam

[ick]
heb uhEd met de laeste post geschreefve hoe
ick Een schip vol goet naer Amsterdam heb ge
brocht merge hoope ickder noch Een schip
vol naer toe te sende dan wenste ick de
vrou van ginckel met onse kinderkens daer
ock heen was, maert schijnt sij liefver
noch wat naerder bij haer man is om te
meer te kome, hoor

Tekening van een schip, de zeilen zijn gestreken. Aan de achterkant een groot roer waar een man bij staat. voor staan twee mannen die we op de rug zien. Naast het schip drijft een roeibootje.
Aak met een man aan het roer, Herman Saftleven, 1619 – 1685. Collectie Rijksmuseum.

Oorlogsnieuws

Nu dat achter de rug is gaat Margaretha weer snel over tot oorlogszaken. In een kort stukje tekst ratelt ze alle grote thema’s af. Wat betreft de Staatse prestaties is er weinig te melden. De Staatse vloot heeft nog niets gedaan volgens de geruchten en de mobilisering van het leger is nog steeds gaande. Dagelijks komen er boeren langs die naar de IJssel moeten om te vechten. Uit Amerongen zijn ook 14 mannen naar het front gestuurd. Hoe dat gaat uitpakken valt te bezien. Er spreekt weinig vertrouwen uit Margaretha’s woorden. Met de enorme droogte die heerst staat het water ook nog eens extreem laag. Laag water komt de IJssellinie helemaal niet ten goede.

Brieffragment over oorlogsnieuws

[hoor] hoet van heeteren11Van Heteren gaat over financiële zaken int versoeck vande 5000f12Godard Adriaan is al sinds januari 1672, mogelijk zelfs al langer, niet betaald voor zijn werk. Margaretha zit constant achter de vergoeding aan maar zonder succes maeckt
en hoor ick niet Een woort, heb hem gistere noch al
geschreefve ick wenst uhEd de wijlle hij gereesol
= veert13resolveren: besluiten, voornemen is so lange wt te blijfve, 10000f in plaets
vande vijf Eijste het soude Even veel moeijte sijn
, van onse scheeps vloot14Staatse Vloot hoort men noch niet dat sij
Eits hebbe gedaen, men vreest den vijant op de oostin
dissche scheepen die opt inkoome sijn wacht, hier
is dagelijxs groote doortocht van boere en ander
volck die so wt hollant als hier wt sticht15Het Sticht, een regio in de provincie Utrecht waar ook Amerongen ligt op ont
boode sijn en naer den ijsel kant moeten, van hier
wt deese heerlijckheijt16De heerlijkheid Amerongen is het gebied waar Godard Adriaan vrijheer van is. is 14 man gegaen met ge =
weer om te vechten, daer is is man geweest om
te wercken die alle sonder verlof sijn weer ge
koome niet tegenstaende17in tegenstelling tot wat sijn hoocheijt18Prins Willem III had geboo19geboden
sij noch daer soude blijfve hoe dat vergaen sal
staet te besien, wij hebbe hier sulcken droochte dat
alles inde hoofven ent gras staet als hooij, wt de
revier valt alt water gans wech, de liede
spreecken hier en inde steede van somige regente20regenten: stadsbestuurders
seer hoope het geloochge is21Op het moment van schrijven is er onrust in verschillende steden in de Republiek. De regenten zijn niet per se populair meer. Margaretha wijdt helaas niet echt uit over de situatie, en dat de heere ons
sal bij staen, inwiens heijlige bescherminge uhE
beveelle en blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

frits22kleinzoon Frederik Christiaan van Reede en sijn susters
kusse groote papa
ootmoedich de hande23een typische groet
die jonge wort seer sterck en robust

  • 1
    Wesel
  • 2
    berennen: insluiten om te belegeren
  • 3
    Slot Diersfordt
  • 4
    naast
  • 5
    Bislich: dorp net aan de andere kant van de Rijn bij Xanten
  • 6
    Klooster Sleenhorst ligt in Gendringen (tussen Doetinchem en de huidige Duitse grens)
  • 7
    trakteren: bejegenen, behandelen
  • 8
    Begijnen: een kloosterorde die enkel uit vrouwen bestaat
  • 9
    schofferen: verkrachten
  • 10
    voorzien,
  • 11
    Van Heteren gaat over financiële zaken
  • 12
    Godard Adriaan is al sinds januari 1672, mogelijk zelfs al langer, niet betaald voor zijn werk. Margaretha zit constant achter de vergoeding aan maar zonder succes
  • 13
    resolveren: besluiten, voornemen
  • 14
    Staatse Vloot
  • 15
    Het Sticht, een regio in de provincie Utrecht waar ook Amerongen ligt
  • 16
    De heerlijkheid Amerongen is het gebied waar Godard Adriaan vrijheer van is.
  • 17
    in tegenstelling tot wat
  • 18
    Prins Willem III
  • 19
    geboden
  • 20
    regenten: stadsbestuurders
  • 21
    Op het moment van schrijven is er onrust in verschillende steden in de Republiek. De regenten zijn niet per se populair meer. Margaretha wijdt helaas niet echt uit over de situatie,
  • 22
    kleinzoon Frederik Christiaan van Reede
  • 23
    een typische groet

Voorbereiding op het laatste moment

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 juni 1672 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1672
Lees hier de originele brief

De Franse troepen zijn inmiddels aangekomen bij Wezel, één van de Rijnforten die de Republiek zou moeten verdedigingen. Wezel ligt in het hertogdom Kleef waar de Keurvorst van Brandenburg ook heerser over is. De Franse opmars heeft nu ook de belangen van de Keurvorst geschaad. De Franse troepen hebben een groep mannen verslagen, die ter voorbereiding van de oorlog nog op het laatste moment een palissade wilden aanleggen. Het is nu afwachten hoe de vestiging de aanval weerstaat, als deze komt.

Brieffragment over de mannen die in Wezel palisades plaatsen

[sich al vrij verwonderen,] maer ick derf niet
de franse seijt men dat Een partij van honder
man die wt weesel1Wezel, een van de forten aan de Rijn ginge om palasade2palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen. te
gaen houwen hebbe geslagen, tis nu wel tijt
noch om palesade te houwen, so doet men tis
alles opt lest [ick heb geen tijt meer, ben Eergister]

Margaretha sluit haar brief af met de mededeling dat ze geen tijd meer heeft om verder te schrijven. Ze is eergisteren naar Amsterdam gegaan om daar orde op zaken te stellen en is op het moment van schrijven in Utrecht op de terugweg naar Amerongen. Ze wil vanavond nog thuis zijn op het kasteel dus verder schrijven aan de brief zit er niet in.

Foto van een tekening met een panoramisch gezicht op Wesel, ingenomen door het Franse legers op 5 juni 1672.
Gezicht op Wezel, 1672, naar een tekening van Adam Frans van der Meulen, ca. 1900-1903. Collectie Rijksmuseum.

Een postscriptum

Een duidelijk latere toevoeging aan de brief vinden we onder haar afsluitende groet. Het P.S. bestaat uit een grote hoeveelheid ditjes en datjes die steeds met een enkele regel worden beschreven.

Brieffragment van het eerste deel van het postscriptum

tsal wel goet
sijn dat uhEd met
die kompangi twee sulcke aensienlijcke prins
oblijgeert3obligeren: verplichten maer daer sien ick niet dat Eit4iets
van sal koome, ent goet men daer aen doet
wort haest vergeeten,
ick twijfel niet of kapteijn meroode5Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden sal nu
bij uhE sijn, den heer van ginckel bedient het
komisaeris generaelschap noch momba6Jean Barton de Montbas gaet
vast inde haech int voorhout7het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen dat is wel

Tweede deel van het postscriptum

so gemacklijck, en noch wil men hier de hooch
offisiers geen tracktemente8salaris toe legge, hoe
wel die bij den staet van oorlooch9de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd wdeese
provinsie werde goetgedaen 

Bij het Staatse Leger is het hetzelfde liedje als eerder: het is nog steeds slecht georganiseerd. Er is bijvoorbeeld nog niet geregeld hoe de hoge officiers uitbetaald gaan worden, terwijl de oorlog nu wel heel dichtbij komt. Ook deelt Margaretha even trots mee, dat haar zoon nog steeds als commissaris-generaal mag optreden. Montbas, die eigenlijk commissaris-generaal is, loopt nog te flaneren in Den Haag, schertst Margaretha.

Het Lange Voorhout gezien naar de Kneuterdijk en de Heulstraat. Links het huis van Francois van Aerssen van Sommelsdijck. Rechts de Kloosterkerk. In het midden, tussen de bomen lopen mensen te flaneren. Voor het huis van Van Aerssen een koets met vier paarden.
Flaneren op het Lange Voorhout, J. van Call, ca. 1690. Collectie: Haags Gemeentearchief.

  • 1
    Wezel, een van de forten aan de Rijn
  • 2
    palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen.
  • 3
    obligeren: verplichten
  • 4
    iets
  • 5
    Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden
  • 6
    Jean Barton de Montbas
  • 7
    het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen
  • 8
    salaris
  • 9
    de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd

De Fransen marcheren voort

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 23 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 mei 1672
Lees hier de originele brief

Terwijl de Fransen door marcheren richting De Republiek, schrijft Margaretha aan Godard Adriaan: “Vertrouw de Franse ambassadeur niet! Wie weet wat er in zijn wijn verschuilt.” Zelfs als ze door vele honderden kilometers gescheiden is van haar man probeert ze haar man te beschermen.

Brieffragment over de wijn van de Fransen

[=noomen waer wel te wenschen,] ick bidt weest toch voor
=sichtich int drincke van dien fransmans wijn wie weet
wat daer in mocht schuijlle sij sijn niet te vertrouwe,

Dat de Franse ambassadeur in Berlijn Godard Adriaan wel eens weg zou willen werken is geen loze zorg. Nu de Franse invasie langzaam maar zeker in kracht opbouwt is het voor de Republiek erg belangrijk dat ze vanuit Brandenburg troepen toegezegd krijgen. Dankzij Godard Adriaan tekende de Keurvorst op 6 mei 1672 een verbond met De Republiek, waarin hij belooft een leger te sturen. Nu moet Godard Adriaan ervoor zorgen, dat de Keurvorst dit verbond ook daadwerkelijk uitvoert.

Groot symmetrisch gebouw van twee verdiepingen. In het midden een soort toren met een poort, daarboven en aan weerszijde een raam. Boven het bovenste raam staat MDCLXV. Aan weerszijde vijf ramen en aan de uiteinden weer een soort soort toren met drie verdiepingen en twee ramen breed.
Het kasteel te Heeze, Atlas Schoemaker, 1710-1735. Brabant-Collectie, Universiteit van Tilburg, bron: Het Geheugen

De Fransen omsingelen Maastricht

Het is slechts drie dagen sinds de laatste brief van Margaretha. Daarin schreef ze dat Maastricht omsingeld was. Nu is daar zekerheid over gekomen. Ook marcheert het Franse leger onder leiding van koning Lodewijk XIV verder. Ze zijn inmiddels al aangekomen bij Heeze en Leende in de omgeving van Eindhoven. Het noemen van Heeze en Leende lijkt willekeurig, maar dat is het niet. Heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten is Albert Snouckaert van Schauburg, de man van Anna Margaretha van Randwijck, een nichtje van Godard Adriaan. Albert Snouckaert van Schauburg kocht Kasteel Heeze in 1657 en had het flink laten verbouwen. De voorhof was net in 1665 klaar.

Brieffragment Fransen bij Maastricht

dat de franse Maestricht hebbe berent1berennen: omsingelen hout men nu voor
seecker maer men hoort noch van geen beleegerin, maer
wel dat den koninck met sijn leeger voort koomt af sacke
en dat sij al ontrent heesenleen2Heeze en Leende gekoome sijn, ijae dat
de partije tot worckom3Woudrichem toe begine te koomen en te
loopen, [ick ben vast beesich mijn ende vrou van ginckels]

De Franse opmars is dus gestaag. Maar hoe staat het er voor bij het Staatse Leger dat bij de IJssel de Republiek zal moeten verdedigen?

De revue van het Staatse leger

Op het plein staan in het middel allemaal tenten. Om de tenten heen lopen compagnieen van schutters keurig in het gelid
Haagse kermis met de optreckende burgerry sig presenterende aan haar Koninglyke Hoogheden myn heer de prince en mevrouw de princesse van Orange, Daniel Marot, 1686. Collectie Rijksmuseum. Er is geen afbeelding van een echte revue van het leger, maar het moet er ongeveer zo uitgezien hebben.
De revue...
Brieffragment over Van Ginkel als commissaris generaal bij de revue

[hoet met onse scheepsvloote in de see staet,] de reevuwe4revue: wapenschouw

is voorleedene vrijdach van onse krijs volckeren5krijgsvolk tuschen
sutphen6Zutphen en deeventer7Deventer gedaen, daer momba8Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas noch
steenhuijse9Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen preesent sijn geweest den leste seijt me dat
sieck is, den heer van ginckel hoor ick dat op begeerte10wens, bevel
van sijn hoocheijt11Prins Willem III het komissaris generael schap heeft
bedient12uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap, men seijt het heel fraeij geweest is te sien
maer seer veel onbedreefve13onbedreven: onervaren volckeren bij waeren
die heer almachtich wil met haer alle weesen,

Margaretha’s eerdere scepsis ten opzichte van Montbas en Steenhuizen blijkt weer eens gegrond: beide generaals waren afwezig bij de revue. Steenhuizen heeft nog een excuus, hij schijnt ziek te zijn. Waar Montbas uitspookt is een mysterie maar het is aannemelijk dat hij nog steeds in Den Haag is, in plaats dat hij aan de IJssel verkeert. In dat opzicht is er weinig veranderd sinds 11 april. De onkunde van deze twee generaals heeft er wel voor gezorgd dat Willem III haar dappere zoon Godard van Ginkel gevraagd heeft om tijdens de revue als commissaris-generaal op te treden. Zo’n revue is natuurlijk vooral een theaterspektakel, maar hij rijdt daar wel mooi in ’t zicht. Het blijft natuurlijk zuur dat hij gepasseerd is door deze twee minkukels. Of de Heer Almachtig met hen wil zijn. Zeg dat wel.

In de ps meldt ze nog hoe blij ze is dat Godard Adriaan zo veel hulp van zijn neef Carel van Reede van Drakestein en Gerard Bernhard van Pöllnitz.

  • 1
    berennen: omsingelen
  • 2
    Heeze en Leende
  • 3
    Woudrichem
  • 4
    revue: wapenschouw
  • 5
    krijgsvolk
  • 6
    Zutphen
  • 7
    Deventer
  • 8
    Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas
  • 9
    Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen
  • 10
    wens, bevel
  • 11
    Prins Willem III
  • 12
    uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap
  • 13
    onbedreven: onervaren

Maastricht omsingeld

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 mei 1672
Lees hier de originele brief

Een halve maand terug schreef Margaretha dat de Staatse overheid nogal aan het dralen was. Bij de vijand is daar absoluut geen sprake van. De Engelse vloot is gespot op zee en er wordt gedacht dat de Engelsen op weg zijn om de Franse vloot te treffen. Gelukkig is de Staatse vloot ook al in de zeilen. Margaretha weet nog niet of het al tot een slag gekomen is.

Een tekening met op de voorgrond een paar scheepjes met ;e;en mast, op de achtergrond echt grote schepen.
Kleinere schepen in een fris windje op zee, met in de verte een vloot, circa 1673 met latere aanvullingen, Charles Gore. Collectie: Royal Museums of Greenwich.
Brieffragment revue

[rust sal soecken,] vandaech of merge gelooft
men dat de generaelle revue1generale revue: wapenschouwing waar het gros van het leger zich in alle sterkte verzameld. Dit wordt vaak gedaan voordat men op veldtocht gaat. van ons leeger
ontrent nie Enbeeck2Nieuwe Beek, een plaatsje tussen Lichtevoorde, Ruurlo en Groenlo en dus vlakbij Zutphen waar de revue plaatsvind sal gedaen worde, men
hout voor seecker dat de Engelse met 50
seijllen in see sijn en dat sij haer soecke met
de franse scheepe te konsijangeere3conjugeren: samenvoegen, men pree=
someerde4presumeren: veronderstellen datse met deese noortooste wint

Brieffragment Maastricht

met donse die ock inde 50 seijlle in see sijn al
aen malkandere mochte weesen, maer hoor daer
geen vervolch van, maer wel dat de franse
voorleedene saterdach Maestricht soude
berent5Een plaats berennen: een plaats insluiten om deze te belegeren. hebbe, en dat de rest vant franse
leeger quam af sacken so men meende op
breeda aen, nu wort hier geseijt dat die
van Maestrijcht soude Een wtval gedaen
hebbe en den vijant vrij geslagen ock verscheij
de offisiers gevange binne gebrocht hebbe
dat het grof vant leeger soude voorbij Maes
=tricht6De Fransen laten Maastricht links liggen. Turenne laat wel 10.000 man achter om te voorkomen dat de Staatse troepen die gelegerd zijn bij Maastricht de Fransen in de rug aan kunnen vallen. gemarscheert en al tot Eijnthoofve 
gekoome sijn, het welcke niet wil geloofve
want sout dan hier niet wel lan derfve7durven
wagen, den bos8Den Bosch hebbense rontom onder
water geset, [al ons goet staet hier meest]

Op het land is de situatie een stuk minder voortvarend. Het Staatse leger heeft pas net de revue achter de rug maar de Franse legers naderen vlug. Maastricht is al omsingeld door een deel van het leger en een uitval door de Staatsen daar is er niet in geslaagd de berenning te breken. Een van de krachtigste vestigingen ter verdediging van de Republiek is dus onschadelijk gemaakt. De rest van het Franse leger kan nu relatief veilig doormarcheren.

Plattegrond van Maastricht in vogelvluchtperspectief. Rechtsonder een cartouche met Latijnse titel. Linksboven het wapen van het prinsdom Luik. Midden boven het stadswapen. Rechtsboven het wapen van de koning van Spanje. Rechtsonder genummerd: 12.
Plattegrond van Maastricht, anoniem, Willem Janszoon Blaeu, 1612 – 1648. Collectie Rijksmuseum

Op het moment van schrijven zijn de Franse troepen al tot Eindhoven gekomen. Er wordt gevreesd dat de Fransen op Breda zullen marcheren nadat ze de rivier zijn afgezakt. De polders rondom Den Bosch zijn nu geïnundeerd in de hoop dat het water de Franse troepen zal afremmen.

De afsluiting van deze brief zegt alles:

Eerste brieffragment afsluiting
Tweede brieffragment afsluiting

[ is alle nachte so geseijt wort op de walle ,]het
schijnt het der nu op aen sal koomen, de heer
almachtich wil ons bij staen en voor ons strijde

en uhEd op alle sijne weegen geleijde inwiens heijlige bescherminge
de selfve beveele en blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    generale revue: wapenschouwing waar het gros van het leger zich in alle sterkte verzameld. Dit wordt vaak gedaan voordat men op veldtocht gaat.
  • 2
    Nieuwe Beek, een plaatsje tussen Lichtevoorde, Ruurlo en Groenlo en dus vlakbij Zutphen waar de revue plaatsvind
  • 3
    conjugeren: samenvoegen
  • 4
    presumeren: veronderstellen
  • 5
    Een plaats berennen: een plaats insluiten om deze te belegeren.
  • 6
    De Fransen laten Maastricht links liggen. Turenne laat wel 10.000 man achter om te voorkomen dat de Staatse troepen die gelegerd zijn bij Maastricht de Fransen in de rug aan kunnen vallen.
  • 7
    durven
  • 8
    Den Bosch

Hoe zit het Staatse Leger in elkaar?

Nu er een invasie nadert schrijft Margaretha veel over het Staatse leger. Ze heeft het over verdedigingswerken, onrust onder de generaals, en algehele traagheid. Ook heeft ze het regelmatig over het onrecht wat haar zoon aangedaan wordt. Hij blijft ondanks zijn harde werk, steken op de rang van kolonel. Voor Margaretha is alles vanzelfsprekend maar voor ons kan het nogal lastig zijn om de structuur van het Staatse leger te doorgronden.

Belangrijk om in je achterhoofd te houden, is dat het Staatse leger, anders dan de naam doet vermoeden, niet werd gefinancierd door “de staat”. Elke provincie financierde zijn eigen regimenten en officieren. Bij financiering door de Staten Generaal speelt de (financiële) verdeling tussen of de representatie van de provincies een grote rol.

De onderdelen van het leger

Het leger bestaat uit infanterie (voetvolk), cavalerie (ruiters) en artillerie (kanonnen en ander zwaar geschut). Zowel de infanterie en cavalerie zijn onderverdeeld in regimenten, permanente administratieve eenheden, en bataljons, tactisch zelfstandige eenheden. Vaak bestaat één regiment ook maar uit één bataljon: de termen worden dan ook soms door elkaar heen gebruikt. Bataljons zijn dan weer onderverdeeld in compagnieën. De hoeveelheid mannen die in een bataljon zit varieert sterk, deels omdat het lastig is om genoeg soldaten te werven om een bataljon volledig te vullen.

Ongeveer de helft van alle soldaten in het Staatse Leger komt niet uit de Republiek. Buitenlandse huurlingen worden aangenomen om de infanterie of cavalerie aan te vullen. Ook hoge posities in het leger worden soms gegeven aan buitenlandse adel. Jean Barton de Montbas, bijvoorbeeld, is een Franse markies die in Staatse dienst benoemd werd tot comissaris-generaal, tot teleurstelling van Margaretha.

Man op een licht paard met een lichte jas, zwarte muts en blauw zadeldek. Voor het paard loopt een zwart paard en erachter een schimmel, maar de ruiters zijn van de afbeelding geknipt.
Vereenigde Provincien der Nederlanden. Onleesbare rang en onderdeel 1672, 1910, Vinkenhuizen Collectie. Collectie: New York Public Library.

De Generale Staf

De hoogste leiding van het Staatse Leger is de generale staf. Deze hoge officieren zijn aanwezig bij vergaderingen van de krijgsraad en nemen de belangrijkste besluiten.

Het opperbevel

De opperbevelhebber van het leger is de kapitein-generaal der Unie, Prins Willem III van Oranje. De kapitein-generaal is in dienst van de Staten-Generaal. Op gelijke voet met hem staan de gedeputeerden te velde. Dit zijn afgezanten van de Staten-Generaal die toezien op de kapitein-generaal. De gedeputeerden staan Willem III ter zijde met advies. In geval van nood mogen ze de beslissingen van Willem III overstemmen of zelf het commando overnemen. Uiteraard leverden alle provincies minimaal één gedeputeerde. Voor Utrecht was dit Jasper Schade van Westum.

Jasper Schadé van Westrum, 1645, Frans Hals. Collectie Národní Galerie Praha.

De veldmaarschalken

Onder de kapitein-generaal vindt men de veldmaarschalken. Tijdens het Eerste Stadhouderloze TijdperkDit was in Holland en Zeeland van 1650-1672 en in Overijssel en Gelre tot 1675 was dit de hoogste rang in het leger. De regel was dat de Stadhouder tevens kapitein-generaal was. In de periode zonder Stadhouder werd de functie niet door een ander ingevuld.

De generaals

Onder de veldmaarschalken komen de generaals. Deze sturen de legers aan. In Margaretha’s brieven komen we titels tegen als luitenant-generaal, commissaris-generaal en generaal-majoor. Wat die titels precies inhouden is niet helemaal duidelijk, omdat het leger niet zo strak georganiseerd is als een modern leger. Omdat de provincies elk hun eigen soldaten en officiers betalen, bepaald iedere provincie dus ook deels wie welke titel krijgt. Hierdoor wordt het lastig navigeren in het Staatse Leger wie precies boven wie staat. Het komt dus soms zelfs voor dat twee personen met dezelfde titel niet gelijk staan qua rang.

Margaretha’s zoon Godard van Reede – van Ginkel valt onder de generaal van de cavalerie, de Spaanse Markies de Louvigny.

Lage officieren

Wanneer we kijken naar de rangen onder de generale staf wordt een iets duidelijkere hiërarchie duidelijk. De kolonel heeft het commando over een regiment. Godard van Reede – Ginkel is in 1672 kolonel van de cavalerie. Onder de kolonel komt de luitenant-kolonel, de vervanger van de kolonel wanneer deze niet tot leiden in staat is. Daarna komt de majoor.

Portret van Jacob de Graeff, in officiersuniform. Kniestuk, staande tussen een zuil en een tafel waarop zijn hoed ligt. Zijn rechterhand steunend op een wandelstok. wapen (heraldiek), rechtsonder: ‘Gevierendeeld: I en IV in rood een omgekeerde schop. II en III in zwart een rood gekapte valk
Jacob de Graeff in een officiersuniform, Gerard ter Borch II (1670-1681). Collectie Rijksmuseum

Aan het hoofd van een compagnie staat de kapitein (bij de infanterie) of ritmeester (bij de cavalerie). De kapitein werft troepen, betaalt de soldij uit en neem veel andere alledaagse taken waar. Indien de kapitein afwezig is neemt de luitenant voor hem waar. De derde officiersrang in een compagnie is de vaandrig (infanterie) or kornet (cavalerie), de vaandeldragers. Vaak is dit de officiersrang die een adellijke jongeman krijgt wanneer hij begint in het leger.

Andere rangen

Voor het dagelijks reilen en zeilen van een compagnie zijn ook een aantal andere rangen ingesteld. De wachtmeester of schrijver heeft de functie van secretaris of assistent van de officieren. De zoetelaar, geen militair maar een burger, zorgt voor de bevoorrading van de troepen. De tamboer (infanterie) or trompetter (cavalerie) geeft bevelen aan met hun instrument en dient ook vaak als boodschapper wanneer met de vijand gesproken moet worden. De sergeant drilt de troepen en tenslotte geeft de korporaal leiding aan kleine groepjes soldaten.

Kibbelende generaals

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6-5-1672
Lees hier de originele brief

Een halve maand geleden schreef Margaretha vrij negatief over de verdediging van de Republiek. Generaals Nassau-LaLecq en Montbas zouden nog niet op hun plek zijn zei ze, en ze heeft ook ernstige twijfels over de IJssellinie. Helaas bieden de recentelijke ontwikkelingen weinig hoop voor Margaretha om zich aan vast te houden.

De voorbereidingen

Haar brief begint wederom met een wens dat het verdrag met de Keurvorst van Brandenburg snel vorm krijgt. Het zou “[e]en groot ontset sijn vandaer so veel volckere te krijgen en so gesecht wort sulcken schoone volck.” Het verdrag zou dus veel, maar bovenal goed-getrainde, soldaten ter verdediging betekenen. Dat heeft de Republiek nodig want “[de personen] die hier sijn aengenoomen loopt vrij veel slechte broeders onder.”

In haar brief kwakkelt het voorbereidend werk van de verdediging van het vaderland door. Utrecht wordt versterkt en Kasteel Middachten wordt gebruikt om troepen te huisvesten. Margaretha verwondert zich nog even hoe Philippota, die op het moment in Middachten is, het daar zo lang uit houdt. Daarna gaat ze al snel door met een klaagzang over de generale staf van het Staatse Leger.

Portret van een man met een grote bos pluizig blond haar tot op de schouder. Hij heeft een dunne snor en hij heeft een wit kanten sjaaltje strak om zijn nek geknoopt. Hij draagt een zwart glimmend harnas met een gekleurde sjerp om zijn middel. In zijn rechter hand(schoen) heeft hij een maarschalkstaf, onder zijn linker arm zijn helm.
Ludolf Steenhuizen (of Steenhuys), Nicolaas Maes (ca 1675). Collectie Museum van Loon.
Man met een glimlach om de lippen, een dunne snor en haar met een slag. Om zijn nek heeft hij een kort kanten sjaaltje geknoopt. Hij draagt een harnas met om zijn linker arm een rode strik. Zijn linker hand heeft hij in zijn zij, zijn rechterhand leunt nonchalant op zijn helm.
Frederik van Nassau Zuylestein, toegeschreven aan Jan de Baen, 1670-1680. Collectie erven Mevrouw Louise de Brauwere-gravin Bentinck.

Kinderachtig gekibbel

Brieffragment over kibbelende generaals

laet bij sal koomen, dat de heer van ginckel in sijn solisi
-tasie mis geloopen is waer wel so veel niet aengeleechgen
dan men siet daer aen wat vriende dat men heeft dat
is al verdrietich geduerich met sulcken ijver tot dienst
van Een ander te staen en so geloont te worden, hij is
ongeluckich, dan moet paesijensie1patiëntie: geduld hebbe, steenhuijse2Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal  wilt
niet aeneemen om dat hij onder momba3Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal is gestelt, en
momba ock niet om dat de graef van nassau4Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie booven
hem is, hij derft teegens sijn goeije vriende voorslaen

Tweede brieffragment over kibbelende generaals

dat men hem de derde luijtenant generael sou maecken
en wie weet watse niet doen en sulle, de onbeschaemde
lie5lieden hebbe het derde deel vande werlt in6Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben, sij twee hebbe
tot noch toe haeren Eet7eed niet gedaen hoet noch gaen
sal, [jonckheers weet mij niet genoech te vertelle van uhE]

Eerder schreef Margaretha aan Godard Adriaan hoe een aantal mannen benoemd waren tot de generale staf en dat haar zoon gepasseerd was. Toen was ze al verontwaardigd en haar verontwaardiging lijkt hier gerechtvaardigd te zijn. In plaats van aan het werk te gaan, kibbelen de generaals onderling over wie bovenaan in de hiërarchie staat. Steenhuizen vindt het niet kunnen dat hij onder Montbas staat, terwijl Montbas juist weer ontevreden is dat hij onder Nassau-Zuylestein staat. Montbas zou juist graag hebben dat hij derde luitenant-generaal wordt.

Onduidelijke hiërarchie

We merken hier ook dat de hiërarchie van de generale staf nogal los is. Wie er bovenaan staan is duidelijk: dat zijn de kapitein-generaal (Stadhouder Willem III), de gedeputeerden te velde en de veldmaarschalken. Daaronder wisselt het nogal welke positie belangrijker is. Dit komt doordat er geen gecentraliseerd leger is. Veel officieren zijn in dienst van één van de provincies of steden en niet van de Staten-Generaal. Dezelfde titel kan dus, afhankelijk van het gewest, een heel andere betekenis hebben. Hier komt ook nog eens bij dat binnen een titel onderscheid bestaat, wat aangegeven wordt door een nummering. De eerste luitenant-generaal staat dus boven de derde luitenant-generaal.

Voor Margaretha is het bedroevend om naar te kijken: deze onbeschaamde lieden krijgen een derde van de wereld maar haar, wellicht wat te timide, hardwerkende zoon krijgt niets.

  • 1
    patiëntie: geduld
  • 2
    Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal
  • 3
    Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal
  • 4
    Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie
  • 5
    lieden
  • 6
    Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben
  • 7
    eed

Wie verdedigt de Republiek?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 11 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 april 1672
Lees hier de originele brief

Naast de dagelijkse zorgen over de boekhouding schrijft Margaretha ook uitgebreid over de verdediging van de Republiek. De Franse aanval lijkt steeds dichterbij te komen en voor Godard Adriaan is het belangrijk om te weten hoe het er voor staat. Er wordt weer gesproken over het versterken van de Grebbedijk, net als eerder in februari gebeurde.

De IJssellinie

Ook noemt Margaretha kort de IJssellinie waar haar zoon Godard van Ginkel en zijn regiment gestationeerd zijn. Ook ligt Kasteel Middachten, het kasteel van Van Ginkel en Philippota dicht bij de IJssel. Daar zullen dus ook troepen gestationeerd worden. De Republiek rekent op de IJssellinie om haar te beschermen in het geval van een Franse aanval. Naast Maastricht en een aantal forten aan de Rijn is de troepenconcentratie aan de IJssel dus het grootst. Althans, dat is het idee.

Tekening van een vlak landschap met wat knotwilgen. Daarachter een kasteel met een ronde toren en een hoog huis. Op de voorgrond een vierkante poort en links daarvan een gevel.
Huis te Middachten, Constantijn Huygens (II), 1676. Collectie Rijksmuseum

In werkelijkheid blijkt de IJssel een te lang gerekt front en heeft het Staatse leger niet voldoende manschappen om de volledige linie afdoende te bemannen. Margaretha maakt zich dus zorgen om haar zoon: hij moet “ten velde” en wordt omgeven door onervaren mannen.

Eerste brieffragment over het leger aan de IJssel

[soecke te overlegge alst moogelijck is,] men
spreeckt hier vande greb1Grebbedijk ende stat van
wttrecht te fortifiseere dan dit wort om
de nabuerige provinsie, seer geseekreteert2sekreteren: geheim houden, in dit geval de fortificaties.
men vreest al voor den ijsel3de IJssel vormt de belangrijkste verdedigingslijn tegen de Fransen, de zogeheten IJssellinie en om datse daer
so veel van spreecke vreese ick datse ons sulle
soecke te abuseere en aen Een onverwachte
kant overvalle, seecker tis niet vreemt dat
ick over uhEd landuerige apsensie4absentie: afwezigheid bekomert
ben en klaechge indeese bekomerlijcke5zorgelijke, angstige tijde
in de welcke ick niet Een mens heb om
raet of daet te geefve mijn soon moet
te velt, men weet niet wat hem kan over
koomen, tis waer uhEd is tot dienst vant
lant wt maer men siet wel hoe dien
dienst gereekompenseert6recompenseren: vergoeden wort daer men
Een deel onge Expeerijmenteerde vremdeline7onervaren buitenlandse huurlingen
preefereert voorde ingeseetene vant lant
die al haer welvaere beneffens haer leefve
moete wage en in alle swaere schattinge8schattingen: vorm van belastingen
kontrubuweere9contribueren: bijdragen, dotde heer van ginckel die
plaets niet en krijckt is seer weijnich aen
geleechgen maer de kleijnicheijt diemen10die men ons
daer door aendoet ist meest, van der leck11Maurits van Nassau LaLecq, heer van de Lek, Beverweerd en Odijk 
en momba12commissaris-generaal Jean Barton de Montbas sijn beijde wel liede van

Tweede brieffragment over het leger aan de IJssel

Exspeerijensi den Eerste als hij maer naer
sijn gernisoen moet gaen so is hij blint en
kan niet sien, den andere sal ock den tijt
leere wat hij doen sal, doch paesijensi
tsou den heer van ginckel sijn geluck wel kon
sijn, [ick hoorende dat den heere schade]

Over de commandanten aan de IJssel is Margaretha ook niet te spreken. Montbas en Maurits van Nassau-LaLecq mogen dan wel ervaring hebben maar ze zijn beiden nog niet aangekomen aan de IJssel. Of ze werkelijk capabel zijn moet ook nog blijken. En dat zijn dan de mensen die boven haar trouwe en dappere zoon staan in het leger…

Slaags met Engeland

Margaretha’s blik ligt niet enkel op het oosten van het land. Ook houdt ze in de gaten wat er aan de westkust gebeurd. Eind maart valt de Engelse Admiraal Robert Holmes met zijn vloot een rijkbeladen Hollands handelskonvooi afkomstig uit Smyrna aan. Dit mondt uit in een zeeslag van meerdere dagen. Uiteindelijk moet de Engelse vloot zonder grote winsten afdruipen. Kort daarna, op 27 maart, verklaart Engeland de Republiek officieel de oorlog. Het gevolg hiervan: oorspronkelijk zou Cornelis de Witt, broer van raadspensionaris Johan de Witt, naar het leger gaan maar nu wordt er gekozen om hem naar de vloot te sturen. Cornelis de Witt was een gerespecteerd zeeman: hij was bijvoorbeeld aanwezig op Michiel de Ruyters Tocht naar Chatham in 1667.

Brieffragment over de Engelse aanval

hij13Ambassadeur Daniël Oem van Wijngaerden, heer van Werkendam most die komissie14opdracht hebbe om dat men de ruwaert van putten15Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten mee
int leeger begeerde, doen wist men vande Engelse
oorlooch noch niet nu sal dije op de vloot gaen
so voechgense malkandere Een slach, [den]

Tekening van schepen die slaags met elkaar raken.
Robert Holmes’ aanval op de Smyrnavloot, maart 1672, Nederlandse kunstenaar, ca 1672. © National Maritime Museum, Greenwich, London.

  • 1
    Grebbedijk
  • 2
    sekreteren: geheim houden, in dit geval de fortificaties.
  • 3
    de IJssel vormt de belangrijkste verdedigingslijn tegen de Fransen, de zogeheten IJssellinie
  • 4
    absentie: afwezigheid
  • 5
    zorgelijke, angstige
  • 6
    recompenseren: vergoeden
  • 7
    onervaren buitenlandse huurlingen
  • 8
    schattingen: vorm van belastingen
  • 9
    contribueren: bijdragen
  • 10
    die men
  • 11
    Maurits van Nassau LaLecq, heer van de Lek, Beverweerd en Odijk
  • 12
    commissaris-generaal Jean Barton de Montbas
  • 13
    Ambassadeur Daniël Oem van Wijngaerden, heer van Werkendam
  • 14
    opdracht
  • 15
    Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten

Pagina 10 van 12

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén