Eind december 1673 en begin januari 1674 schrijft Godard Adriaan aan verschillende mensen dat hij Vorst Maurits (Johan Maurits van Nassau Siegen) tot zijn architect benoemd heeft. Hij is er blij mee! Of Johan Maurits van Nassau Siegen inderdaad de architect is geweest zoals we dat nu bedoelen is de vraag. Toch heeft Johan Maurits waarschijnlijk wel een vinger in de pap gehad bij de bouw.
Het Mauritshuis
Wat betreft zijn bouwactiviteiten is Johan Maurits in Nederland vooral bekend vanwege het Mauritshuis, maar hij bouwde ook in Kleef en legde daar onder andere de tuinen aan die nog steeds bekend zijn. Die staan op de achtergrond van het portret dat Jan de Baen van hem maakte.
Het was op zich niet vreemd dat een man van hoge adel zich met architectuur bezig hield. Dit werd als een positief onderdeel van de opvoeding gezien. Voor de bouw van het Mauritshuis had hij architect Jacob van Campen (van het Paleis op de Dam) ingeschakeld, die voor het interieur geassisteerd werd door Pieter Post. Pieter Post zal later voor Johan Maurits de Sonnenburg ontwerpen. De Sonnenburg ligt in een deel van Brandenburg wat nu in Polen ligt.
Maurits Post, Johan Maurits en Amerongen
Johan Maurits wordt de peetvader van Posts zoon Maurits. Ook Maurits Post werkt nauw samen met Johan Maurits, onder andere aan de tuinen van het Mauritshuis, in Siegen en van de stadhouderlijke residentie in Kleef. Als Kasteel Amerongen in vlammen op gaat leeft Pieter Post al niet meer. Het is niet helemaal na te gaan wie precies wat bedacht heeft bij het ontwerp van het nieuwe kasteel. Zeker is dat Johan Maurits een belangrijke adviserende rol had. Mogelijk heeft Maurits Post een (paar) eerste ontwerp(en) gemaakt. Over de architect en het ontwerp van Kasteel Amerongen later meer.
Margaretha zit er helemaal doorheen. Ze is in een ingewikkelde discussie gewikkeld met haar zoon en haar man en allemaal op afstand en per brief.
Met of zonder man
Ze komt er niet uit of ze nou beter af is in deze tijden met haar man thuis of met haar man in het buitenland. Feit is dat ze hem mist. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief wat commentaar gehad op haar geklaag, want ze vraagt of hij het haar niet kwalijk wil nemen dat ze schrijft wat er zoal gezegd wordt.
is, tis waer tis bij deese tijt Een raetsel te kiesen, want men niet kan weete wat ons best soude sijn
ick heb almeede dewijlle de tijde so loope dickmael bij mijn selfve gedacht niet te weeten of uhEd preesensie of apsensie ons best is, het welcke sou konne sijn al naer dat het wtvalt wil hoope en godt bidde hij alles tot onsen beste wil bestieren, onderttuschen kan ick uhEd verseeck =ren dat sijn landuerijge apsensie indeese be= komerlijcke tijde mij niet weijnich verdrietich in mijn Eensaenheijt valt inde welcke ick dick =mael sonder raet ben, dan daer moet ick paesijensie in hebbe, wil hoopen uhEd niet qualij sal neemen wij somtijts schrijfve wat hier om gaet en geseijt wort so wel het geene ons teegen als meede gaet men moet het weete of me sijn meesuerees daer wat naer konde neemen, uhEd sou niet geloofve hoe de liede spreecke insonderheijt vant werck vande keur =vorst men heeft geschrickt bij de mense te koomen nu begint het wat te stille,
10.000 gulden
Een beetje plichtmatig heeft Margaretha het over het geld dat ze nog steeds niet krijgt. Ze probeert haar man ervan te overtuigen dat ze echt doet wat ze kan en ze verontschuldigt zich: de milities krijgen ook nog steeds niet uitbetaald. Kennelijk is het geld er echt niet, want er komt weer een belastingheffing aan: de 200ste penning op vermogen. Het spijt haar zo dat ze haar man niets anders dan zwarigheid kan schrijven. En dan is ze er nog niet eens. Je hoort haar bijna diep adem halen voor ze aan de volgende passage begint.
Amerongen
Secretaris Van den Doorslag is de belangrijkste informatiebron voor alles wat er in Amerongen gebeurt. En het is ook daar niets dan zwarigheid. Er zijn 100 soldaten in het dorp gelegerd. De gemeenschap draait op voor alle kosten en ze richten vernielingen aan. Ook aan het huis van Godard Adriaan en Margaretha zijn vernielingen aangericht, en in de tuin hebben ze de beelden omvergeworpen en in stukken gegooid. De weiden staan vol met paarden, en er schijnt overal artillerie te staan.
Ach, hoe zal het toch gaan op hun oude dag nu ze alles kwijt zijn…
[het meede brenge,] so aenstonts krijch ick Een brief vande sc seekreetaris doerslach die wel lamentabel luijt, voor Eerst datter 100 soldate int ons arm dorp tot laste van de gemeente1Gemeenschap leijt die voor alles vernielle en ock noch schade aent huijs doen al de beelde in den hof om veer hebbe geworpen en ontstu =cke gesmeeten, inde weijen en waerde gaen 5 a 600 paerde van vande karre het schijnt dat ter artelgerij2Artillerie leijt, inde hoofve konnenser niet houde, daer moet 12 man wt dat dorp naer wijck gaen wercke so dat de luij de die der noch sijn so seer ver armen dat ser niet langer konne harden, och hoe salt ons inde oude dach noch gaen so alles quijt te weesen, [uhEd seijt wel van daert te pas]
Laatste nieuws
Margaretha sluit een brief van Van Heteren bij, daarin staat meer over wat er bij Schooneveld gebeurt. Men zegt ook dat Maastricht berend is…
Eindelijk heeft Margaretha een brief gekregen van de secretaris. In deze brief doet hij uitgebreid verslag van wat er nou die 21e februari precies gebeurt is. En Margaretha geeft dat weer door aan haar man. Zonder omhaal, zonder franje, zonder drama, gewoon, het verslag.
De bewoners van het dorp hebben nog geprobeerd geld te bieden en hebben gebeden dat het huis mocht blijven staan. Het mocht helaas niet baten. De ruiters zijn effectief te werk gegaan. Eerst werd het huis van boven tot onder gevuld met brandbaar materiaal (takkenbossen) en vervolgens hebben ze het verdieping na verdieping, van boven naar beneden in brand gestoken. Ook de gebouwen op de voorburcht (daar stonden de bijgebouwen zoals bijvoorbeeld de stallen) zijn allemaal afgebrand. Behalve het hondenhok.
De muren van het bovenhuis, het kasteel zelf, staan nog overeind. De tuinen en de bomen om het huis heen schijnen niet beschadigd zijn.
Mijn heer en lieste hartge
seedert mijne laeste heb ick briefve vande seeckretaris van Ameronge ontfange, die schrijft dat de franse Een Edel =man met 10 a 11 ruijters op den 11/211De dubbele datering heeft te maken met de overgang van de Juliaanse naar de Gregoriaanse kalender febrij naer Ameron hebbe gesonde, die daer koomende niet teegenstaende der Eenige huijsliede waeren die Een goede some gelts pree senteerde en baeden dat het huijs mochte gekonserveert blijfve dat niet kost helpen, maer sij hebbe aenstonts tackebosse gedragen tot int boovenste vant vant huijs en voort heele huijs door, hebbe van booven inde kap vande toorens Eerst aengesteecken Ent so voort afgebrant ock al de huijse vant voorburch daer van niets is gebleefve alst hondenhuijs, en al de muere vant booven huijs met de toorns staen noch, het geboomte omt huijs met de hoofve schrijft hij niet beschadicht te sijn, de heer almachtich wilter vergeefve, [de sekreetaris]
Intendant Louis Robert
De secretaris heeft keurig Margaretha’s opdracht uitgevoerd en is met Margaretha’s wensen, verzoeken en eisen naar de intendant van Utrecht gegaan, Louis Robert. Hij kwam helaas van een koude kermis thuis. Tijdens het gesprek is de aap uit de mouw gekomen. Het gaat niet om aanwezigheid of om geld, het gaat om wraak. De Fransen weten dondersgoed dat Godard Adriaan aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg zit en dat is ze een doorn in het oog. Want, zoals de intendant het verwoordt, Godard Adriaan hitst bij de Keurvorst de Duitse vorsten op tegen zijn Koning, Lodewijk XIV.
Een edelman heeft tegen de secretaris gezegd, dat hij hoopte dat met de brand de bitterheid van de intendant gekoeld zou zijn. Dat hoopt Margaretha ook, want ze wenst niemand toe wat haar gebeurd is. Ze maakt zich vooral zorgen over het huis Middachten van haar zoon en schoondochter. Intendant Louis Robert blijkt op weg te zijn naar Gelderland.
de heer almachtich wilter vergeefve, de sekreetaris schrijft den intendant volgens mijn schrijfve gesproo =cke te hebbe en 14 dage wtstel versocht waernaer hij niet wilde luijsteren ock dat ick beesich was het gelt bij Een en daer te krijge het welcke niet kost helpen, hij seijde het so seer niet was om uhEd apsensi of wan betaeline vande kontreebuijsie, als alleen om dat ch uhEd bij den heere keurvorst is en de duijtse vorste teegens sijn koninck ophitste, hij schrijft ock datter Een frans Edelman hem geseijt heeft dat met het brande van ons huijs haer bitterheijt nu gekoelt is, het welcke de groote godt wil geefve
op dat all andere van diergelijcke ongelucke mooge bevrijt sijn, en insonderheijt onse kindere den inten dant is naer gelderlant vrees hij daer ock niet te vergeefe sal sijn, sij wille voort huijs te Middachte 5000f hebbe en voorde bosse saemen het welcke hij liefver sulle geefven alst laeten ruijwineere, maer waer sullen sijt gelt haelle,
Ondersteboven staat een aantekening over een schuld die Margaretha afbetaald heeft: 532 gulden en 10 stuivers aan Johan van Reede van Renswoude voor zijn dochter.
Redden wat er te redden valt
En weer gaat Margaretha gelijk allemaal praktische dingen regelen. Ze stuurt de secretaris nu met een opdracht naar Amerongen. Ze wil graag dat de muren die nog overeind staan gestut worden en dat al het (herbruikbare!) ijzer en lood verzameld wordt.
ick heb de seekreetaris geschreefve dat sijn vader die in den hoofeniers huijs getrocke is sal laeten sien of hij de muere vande huijse die noch sonder Eenige reete2Reet: Spleet, scheur over Ent staen kan laete onder schoore of stutte op dat die niet om veer valle en dat hijt alt ijser ent loot bij Een laet raepen so veel hij kan, [den]
Acte van garantie
Margaretha’s grootste zorg blijft of er inderdaad een vergoeding komt voor het afbranden van het huis. De Raadpensionaris wil niet dat ze een memorie schrijft naar de Staten Generaal, maar dat ze dat pas doet als hij het zegt. Margaretha zegt het niet met zo veel worden, maar ze vertrouwt hem kennelijk niet meer zo. Haar conclusie: het gaat waarschijnlijk lang duren. Het zou misschien helpen als Godard Adriaan thuis zal zijn, al was het maar alleen daarom…
De Raadpensionaris zegt dat hij de brief waarin Godard Adriaan vraagt om thuis te mogen komen, niet gehad heeft. En dat terwijl Margaretha gehoopt had dat Godard Adriaan met Waldeck naar huis had kunnen komen. Die is thuis gekomen en inmiddels alweer in alle stilte vertrokken. Niemand weet waarheen.
[sijn,] en den heer griffier fagel3Griffier Hendrik Fagel die aengenoome had den heere r p fagel4Raadspensionaris Gaspard Fagel wt mijne naem hier van5Over het memorie over de acte van garantie te spreecke heeft geseijt den voornoemde r p goet vont en mij rade alsnoch hier over geen memoorije aenden staet over te geefve maer dat ick soude daer meede wachte tot dat hij mij sou laete segge of naerder spreecke, wat reeden hij daertoe heeft weet ick niet, vreese
de vergoedine van onse schade vrij wat lansaem bij sal koome tensij uhEd preesensie dat te weege koste bre =nge daer om ick te meer naer deselfs overkomste verlange, den griffier fagel seijt dien brief van uhEd waer in deselfve aenden staet versoeckt demissie te hebbe om thuijs te mooge koome, niet ontfange te hebbe, ick hadt anders al gehoopt deselfve met den graef van waldijck6Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg weerom sout gekoomen sijn, [hier sijn al Eergistere merge]
Meelezers
Waar Margaretha zich zorgen maakt over meelezers bij de brieven tussen haar en haar man, put ze vrijelijk uit de brieven van anderen. Otto van Schwerin (minister van de Keurvorst) zou aan de Markies van Grana geschreven hebben dat troepen van de Keurvorst en de Keizer Münster hebben ingenomen. Daarom was iedereen blij en vierde feest. Toen er geen nieuwe informatie kwam, liet iedereen het hoofd hangen.
Na nog een paar losse opmerkingen over baantjes die zijn uitgedeeld is het blad vol en sluit ze af. Heel snel krabbelt ze in de kantlijn nog even het kattenbelletje over het betalen van het geld aan Johan van Reede van Renswoude.
1
De dubbele datering heeft te maken met de overgang van de Juliaanse naar de Gregoriaanse kalender
De brief die Godard Adriaan op 10 maart 1673 ontvangt is een lange brief. Maar Margaretha heeft ook veel te vertellen, ook al is er sinds haar vorige brief niet veel meer duidelijk geworden over Kasteel Amerongen. Het doet haar ‘vande gront mijns harte leet’ dat ze haar man, die in grote onzekerheid in het Duitse Minden verblijft, geen duidelijkheid kan verschaffen over zijn have en goed. Maar zodra ze nieuws heeft, begint ze van alles te regelen: typisch Margaretha.
[kontiniweert] en nochtans schrijft mij noch van wttrecht noch van Ameronge niemant Een woort daer over ick mij niet genoech kan verwonderen wat en aen wien ick schrijf krijch niet Een letter tot Antwoort heb aende preedikant kepel1Dominee Bernhard Keppel aen weesel2Abraham van Wesel aende seekreetaris3Secretaris Van den Doorslagh geschreefve en hoor van niemant Een woort
Van horen zeggen
Via via heeft Margaretha toch enige snippertjes informatie kunnen bemachtigen. In een brief uit Amsterdam leest ze dat Jan Evertsen, de zoon van Evert Jansen, die in Amerongen woont, heeft geschreven dat kasteel Amerongen volledig is afgebrand. Ook de voorburcht zou de Franse vernielzucht niet overleefd hebben. Enkele andere gebouwen, waaronder het huis van de hovenier en de woning van Teunis Huijbertse, konden gespaard worden. Nu móét Margaretha de onheilstijdingen wel geloven… De olifant in de kamer blijkt een olifant in een porseleinkast te zijn, en hij draagt een Frans uniform.
onsen drost van kleef schrijft mij van Amsterdam dat ijan Evertse de soon van Evert ijansen die tot Ameronge int santvoort4Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel woont hem van daer schrijft dat ons huijs te Ameronge met het voor burch teenemael is afgebrant, dat sij het huijs van joost van omeren den hoofeniers huijs teunis huijbertsens huijs ent huijs van den drost ock wilde aensteecke maer dat sij dat met twintich rijxsdal hebbe afgekocht, sonder dat hij verdere pertikulierij =teijte schrijft, nu moet ickt geloofve en kan niet segge hoe bedroeft ick ben , [de heer van ginckel sal]
Typisch Margaretha
Maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze niet meteen ook van alles begint te regelen. Tuurlijk, ze is bedroeft, maar ze heeft inmiddels ook al weer contact opgenomen met de Prins van Oranje en ze is tevens bij griffier Hendrik Fagel en diens broer raadpensionaris Gaspar langs geweest. Hoewel ze het niet met zoveel woorden schrijft, is het evident dat het over de vergoeding voor het afgebrande huis in Amerongen gaat. Veel kan ze daar verder nog niet over schrijven, want ze moet eerst weten wat er precies vernietigd is. Hebben de plantages de Franse vernielzucht overleefd? Margaretha regelt ook maar meteen dat er een speciale bode richting Amerongen wordt gestuurd om inlichtingen te verzamelen. Was Godard Adriaan maar thuis… Helaas lijkt her erop dat dat die hoop inmiddels vervlogen is.
[=teijte schrijft, nu moet ickt geloofve] en kan niet segge hoe bedroeft ick ben, de heer van ginckel sal uhEd schrijfve het beleeft en siviel antwoort dat sijn hoocheijt hem op dat subijeckt heeft belast aen mij te segge, dan dit sijn maer tot noch toe maer woorde wil hoope het Efeckt daer op sal volgen, ick ben ock bij den heer griffier fagel geweest hebt hem ock
bekent gemaeckt die aengenoome heeft den heere rp daer over te spreecke, verder kan ick hier niet in doen voor dat ick al de pertikulaerijteijte weet, ock hoet met de plantaesie staet ofse die ock hebbe gehouwe, of onbeschadicht gelaeten , den Espresse die de heer van ginckel naer Aernhem heeft ge sonde heb ick gelast op Ameronge aen te gaen en hem op alles te informeere , ick wenste wel uhEd nu hier waert dan sien daer voor Eerst geen hoop toe gelijck uhEd wt het schrijfve vande heer van ginckel sal sien, [kost deselfve noch met den]
Bijzondere haat
Margaretha is nog net zo bezorgd of die Acte van garantie wel iets waard is als in september. Om haarzelf moed in te praten schrijft ze maar dat het huis wel in brand gestoken moet zijn vanwege een specifieke haat van de Fransen jegens Godard Adriaan. Bij niemand treden de Fransen immers zo rigoreus op? Van Johan van Reede van Renswoude hebben de Fransen bijvoorbeeld 2000 gulden geëist, maar hij heeft niet betaald. En er gebeurt niets… Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken, de heer van Wulven, is voor 6000 gulden aangeslagen. Hij wordt er van verdacht zijn spullen ergens verborgen te houden of te hebben ingemetseld. Hij heeft zijn hele huis leeggehaald en heeft niet eens meer een bed om op te slapen! Tot overmaat van ramp schijnen de goederen in Zeeland ook geconfisqueerd te zijn. Achter de waterlinie geldt hij namelijk als verrader omdat hij in Utrecht blijft. Terwijl ze het zo opsomt realiseert ze zich dat hij er ook wel ellendig aan toe is. Gelukkig is er een klein lichtpuntje voor hem: het gaat met zijn vrouw iets beter…
[salt wel moete overlegge,] tis seecker dat sij dit wt Een pertikulijere5Particuliere: bijzondere, specifieke haet die sij teegens uhE ten opsichte van sijn komissie hebbe gedaen, want
niemant so rijgereus getrackteert wort den heere van rhijnswou6Johan van Reede van Renswoude hebbense 2000 f geEijst de welcke hij niet gegeefve heeft en niet weer om aengesproocke wort, den heer van wulfve7Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken wort weer op nieu 6000 f geEijst om dat hij Eenich van sijn Eijgen goet ver burge of Eiwers8Iewers: ergens in gemetselt heeft, en hebbe al sijn meubelen so deeger9Deger: geheel, volkomen wt sijn huijs gehaelt dat hij niet een bedt om op te slaepen heeft ge= houde, in seelant seijt den heer van oudijck10Willem Adriaan van Nassau Odijk datsij ock al den heer van wulfvens goet hebbe gekonfis= =keert so dat waer is, sijn sij wel te beklage en der Elendich aen, ick ben bij de vrou van wulfve11Anna van Renesse van Moermont ge weest sij was wat beeter[, uhEd briefve vande]
Geld
Margaretha probeert er alles aan te doen om te zorgen dat zij en haar man het geld krijgen waar ze recht op hebben. Ze belooft haar man dat ze naar Amsterdam zal afreizen zodra ze de ordinantie binnen heeft. In totaal heeft ze twee ordinanties, die bij elkaar opgeteld 12000 gulden waard zijn. Ze wil zo veel ontvangen als mogelijk is, want ‘hoe langer hoe erger men aen gelt sal raecken’.
[briefve,] ick sal met het gelt doen volgens uhEd ordere, verwachte deese weeck noch Een ordinan die inhande vande gekomiteerde raden is om de kontree ordinansi op te maecke so haest ick die heb sal daermeede naer Amsterdam gaen om te sien of ick kost het gelt van beijde die ordienansi het welcke ter som van 12000 f sal sijn saeme kan krijgen, moet so veel ontfange alst mogelijck is want hoe langer hoe erger men aen gelt sal raecken[, de heer en vrou van ginckel bedancke]
Zuinig leven
Margaretha belooft dat ze zo zuinig mogelijk probeert te leven, maar ze verzoekt hem er wel rekening mee te houden dat haar huishouden momenteel uit 28 à 30 man bestaat en dat alles ongelooflijk duur is.
ick bidt weest verseeckert dat ick so seer op Alles menaesgeere12Menageren: sparen alst Eenichsins moogelijck is, dan uhEd belieft te dencke dat hier Een swaere huijshoudine is wij sijn meest 28 en 30 mense sterck en alles is so wttermaete dier dat ongelooflijck is[, den heer van]
PS: Je nieuwe rustwagen komt eraan!
Van de winter is Godard Adriaan zijn rustwagen kwijtgeraakt. Nu het bijna lente is, komt er dan eindelijk een nieuwe rustwagen. Griffier Hendrik Fagel zal het gaan regelen. Het duurde zo lang omdat degene die verantwoordlijk was voor de nieuwe rustwagen, Daniël van Hogendorp, zes weken afwezig is geweest.
de tweede rustwage seijt den griffier fagel te sulle besorchge datse uhEd sal goetgedaen worde, het is so lan in hande vande heere hoogendorp13Daniël van Hogendorp geweest die wel sesweecke of langer apsent is geweest, dat oorsaeck is het niet is afgedaen
1
Dominee Bernhard Keppel
2
Abraham van Wesel
3
Secretaris Van den Doorslagh
4
Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel
Het begint inmiddels een beetje traditie te worden: ook deze brief opent weer met Margaretha’s klachten over de trage post. Ze heeft nu net pas Godard Adriaans brief van 12 februari ontvangen. Ook deze brief, die ze nu schrijft, zal er uiteindelijk bijna een maand over doen om aan te komen. Bisdommer zweert dat hij zijn best doen om alles zo snel mogelijk te bezorgen, “datter sijn leefven aen hinck”. Dat zijn leven er van af hangt zou best nog wel eens kunnen. Inmiddels begint stadhouder Willem III ook te klagen over de te trage post en hij staat in het leger bekend als een man die weinig geduld heeft voor mensen die hun taak verzaken.
Godard Adriaan komt terug! Hopelijk…
Erg lang blijft Margaretha niet bij de posterijen hangen. Er is namelijk reden voor blijdschap en hoop: Godard Adriaan heeft aangegeven terug te willen komen naar de Republiek! Hopelijk keurt Willem III dit goed. Zoon Van Ginkel heeft een afspraak met de stadhouder gemaakt om dit én de aanhoudende dreiging bij het kasteel te bespreken.
Geruchten over de brand
Nog niemand heeft het Margaretha direct verteld, maar het gonst in heel Den Haag van de geruchten. Het schijnt dat de Fransen haar kasteel aan vier hoeken aan hebben gestoken en dat het twee hele dagen gebrand heeft. De lokale boeren hebben nog geprobeerd het te redden met hun laatste rooie centen, maar helaas, het heeft niet mogen baten.
[sijn hoocheijt het selfve sal toestaen] de heer van ginckel is wt, om sijn hoocheijt daer over1Over de mogelijke thuiskomst van Godard Adriaan te spreecke alsmeede weegens onshuijs te Ameronge daer gistere den heelle haech vol van is geweest en aen verscheijde geschreefve is dat de franse het selfve aende vier hoecke soude aen brant gesteecke hebbe, dit soude voorleeden dijnsdach227 februari 1673 was een maandag, dus het huis is dinsdag 21 februari 1673 in brand gestoken. al geschiet sijn so geseijt wort en dat onse arme boore noch wt haer armoetge twee duijsent gul tot behoudenis va vant selfve soude gepreesenteert hebbe, dat dat niet helpe kost het soude twee dage brant hebbe, en niemant schrijft mij Een woort hier van dat mij doet hoope het niet waer sal sijn den heer vande haechgedoorn seijt dat dat den rentmeester Euwijck3Rentmeest Ewijk van wttrecht koomende seijde het brande, den jonge vermeer heeft het ock aende soons soon vande profeser voetsius4Gijsbert Voetius geschreefve ock ist aende heer van rhijnswou5Johan van Reede van Renswoude en meer andere geschreefve, en niet Een woort aen mijn daer ick mij niet genoech van kan verwondere en weet niet wat ick dencke sal hoe
Niemand heeft haar een woord erover geschreven of iets tegen haar gezegd, dus misschien is het niet waar? Margaretha verkeert ernstig in de ontkenningsfase. Maar ja, wie zou dat niet zijn? Het huis, waar zij en Godard Adriaan tientallen jaren aan hebben gewerkt om het zo mooi mogelijk te krijgen, is niet meer. Ze is gewoon ziek van de stress. Zou God haar straffen? Als dat het geval is wil ze deze straf overwinnen en er als beter mens uit komen.
wel ick dit langenoech gehoort en sien koome heb heeft het mij so gealtereert6Altereren: veranderen, verouderen en ontstelt7Ontstellen: verschrikken, maar ook iets ontredderen dat ick der half sieck van ben doch wil noch al hoope het niet waer sal sijn en alst al so is moet ick dencke het de wel ver diende straffe van mijn sonde sijn godt biddende ick hier door van soude mach gebeetert worde hoope de heer almachtich sal geefve uhEd hier in ock geduldich sult sijn en dencke worde wij hier daer door van godt besocht dat hij hondert midlen heeft om ons weer te seegenen alst sijn godlijcke wil is, so niet sijne wil geschiede hij doet met ons naer sijn wel behaechgen, [de vrou van wulfveheeft]
Ziekte in de familie
Ook binnen de familie gaat het niet goed. Haar eigen gezinnetje is gelukkig weer helemaal, maar elders in de familie gaat het wat minder goed. Anna van Renesse van Moermont, de vrouw van Godard Adriaans neef, de heer van Wulven, is ernstig ziek geworden. Ze heeft last van hevige koorts en flinke diarree. Morgen gaat Margaretha op ziekenbezoek naar Rotterdam, om haar aangetrouwde nicht en haar vijf kindjes te zien.
[naer sijn wel behaechgen,] de vrou van wulfve8Anna van Renesse van Moermont heeft mij vandaech ock laeten segge dat sij Een kontin weele koorts met Een swaere loop9zware loop: diarree heeft ick sal merge met godtshulp naer rotterdam gaen om te sien hoet met haer is, dat sij quam te sterfve wat sou ick doen sij sit te rotterdam met haer vijf kinderen de heer van wulfve10Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken is te wttrecht de vrou van sandenburch11Nicola van Baexem is ock naer wttrecht toe, in soma12In somma: kortom ick hoope de heer almacht haer beeterschap sal geefve en int leefve behoude , [den heere van]
Ook schrijft Margaretha dat de heer van Heeze en Leende weg bij het garnizoen is omdat zijn vrouw, een nicht van Godard Adriaan, zo ziek is. Het is de vraag hoeveel leden van de familie van Reede het Rampjaar gaan overleven.
Nog een brandschatting
Of het nog niet erg genoeg is dat Amerongen afgebrand is, nu krijgen zoon Godard en Philippota bericht uit Gelderland, dat ze een brandschatting voor Kasteel Middachten moeten betalen. Hun zoon gaat nog aan zijn vader schrijven, maar Margaretha stelt toch Godard Adriaan alvast op de hoogte. Met dit slechte nieuws er ook nog eens bij is het nog belangrijker dat hij snel thuis komt.
Stadhouder Willem III heeft gezegd Godard Adriaan te gaan schrijven, maar met de trage post is dat nog wel even duren. De stadhouder vraagt of Godard Adriaan wil blijven, tot Generaal Waldeck bij de keurvorst aangekomen is… Alles gaat zo traag, terwijl Margaretha het liefst haar echtgenoot nu al aan haar zijde had. Het tweede fragment lijkt op de afbeelding kleiner geschreven, maar Margaretha heeft haar briefpapier een kwartslag gedraaid, waardoor ze nu in de breedte schrijft. We hebben hier de grote van afbeelding aangepast aan de breedte van dit weblog.
[kontiniweelle koorts,] de heer van ginckel heeft ock van sijns vrous goet wt gelderlant vandaech geen goede tijdin gekreechge daer willense al meede gelt hebbe, twijfele niet of hij salt uhEd schrijfve alsmeede dat hij sijn hoocheijt niet heeft
konne spreecke maer so ick hoor heeft sijn hoocheijt uhEd self ge= schreefve en versocht de wijle uh hij van meeninge is den graef van waeldijck13Georg Frederik van Waldeck-Eisenbergaen de keurvorst te sende dat uhEd noch so lange daer sout blijfve, ick verlan wel naer des selfs overkomste en sal bekomert sijn hoe hij sonder peerijckel14Perikel: dreigend gevaar, hachelijke toestand wel overkoome sal, de heer almachtich wil uhEd op alle sijne weechge bewaeren met gesontheit bij ons bren ge dit bid en wenst van harte
Mijn heer en lieste hartge
UhEd getrouwe wijff MTurnor
P.S. Een gewaagde ontsnapping
In haar PS belooft Margaretha aan achterblijvers in Utrecht te schrijven om haar op de hoogte te houden. Margaretha en familie zijn niet de enige mensen die een enorm boete opgelegd gekregen hebben door de Fransen. Ook de heer Pieter Ruijsch lijdt onder de Fransen. Zijn vrouw en kinderen waren gevlucht en daar stond een geldstraf op van wel 42.000 guldens! In betalen had Ruijsch geen zin, dus heeft hij zichzelf Utrecht uit gesmokkeld met een slimme verkleedtruc.
ick schrijf nog van deesen avont naer wttrecht datsij mij met den Eerste souden schrijfve hoet met Ameronge staet den heer pieter rhuijs15Pieter Ruijsch, geëligeerde in de Staten van Utrecht ist in schipper of vissers kleere ontkoome en te Amsterdam bij sijn vrou en kindere gearijveert de franse binne wttrecht wilde van hem voor sijn vrou en kindere en sijn vrous voor kindere twee en veertich duijsent gulde hebbe
1
Over de mogelijke thuiskomst van Godard Adriaan
2
27 februari 1673 was een maandag, dus het huis is dinsdag 21 februari 1673 in brand gestoken.
3
Rentmeest Ewijk
4
Gijsbert Voetius
5
Johan van Reede van Renswoude
6
Altereren: veranderen, verouderen
7
Ontstellen: verschrikken, maar ook iets ontredderen
8
Anna van Renesse van Moermont
9
zware loop: diarree
10
Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
11
Nicola van Baexem
12
In somma: kortom
13
Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
14
Perikel: dreigend gevaar, hachelijke toestand
15
Pieter Ruijsch, geëligeerde in de Staten van Utrecht
Dit is één van de meest geciteerde brieven van Margaretha, omdat hier zo duidelijk het dilemma rond betalen of niet betalen voor het behoud van Kasteel Amerongen uit de doeken wordt gedaan. Ze stuurt deze brief wel mee met de diplomatieke post van de Brandenburgse vertegenwoordiger in Den Haag, Matthias Romswinckel. Een snelle route, want Godard Adriaan krijgt hem binnen een week, en dat is zelfs sneller dan via de ijlbode van Willem III (de koetsier van graaf Waldeck) waar de vorige brief mee gekomen is.
Goede raad is duur
Binnen drie dagen betalen, of anders….! Zoals in de vorige brief aangekondigd wil ze de beslissing niet in haar eentje nemen maar gaat ze te rade bij vrienden in Den Haag en Utrecht. Die komen met het advies om toch het geld maar neer te tellen, omdat de Fransen zich tot nu toe netjes aan hun woord hebben gehouden, en huizen waarvoor betaald is met rust hebben gelaten. Maar als ze zou betalen zou ze dat, om verschillende redenen die Godard Adriaan wel kan bedenken, geheim moeten houden. Betalen aan de Fransen was door de Staten-Generaal verboden.
[in de tijt van drije dagen en niet betaelle], ver= scheijde van onse goede vriende al hier so wel als die te wttrecht oordeele wij die som tot be= houdenis vant huijs behoorde te wagen, voegende voor reede daer bij datse tot noch toe haer woort diese tot konservasie1conservatie: behoud vande huijse hebbe gegeefve niet te buijten hebbe gegaen2haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden maer die hebbe verschoont en bewaert datter int minst niet aen is gekrenckt, doch alsmen wat geefe sou dat ment selfge sou moete seeckreeteere3secreteren: geheimhouden om verscheijde reedene die uhEd kan dencken,
Wat moet ze doen? Het zou haar zwaar vallen om een huis dat van generatie op generatie in de familie van Godard Adriaan is doorgegeven, en waar ze zelf dertig jaar ziel en zaligheid in heeft gestopt, verloren te zien gaan als het met zo’n bedrag te redden zou zijn. Hoewel geld dus schaars is en bijna niet te krijgen.
ick in pijn sijnde niet weetende wat ick doen sal sou niet gaeren Een huijs dat so out van uhEd voorouders is gekoome en daer ick nu dartich
ijaere met so veel sorch op heb getobt4Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren sien verloore gaen alst ment met so een som sou konne voorkoom
Ze gaat laten navragen of er niet nog 14 dagen uitstel te krijgen is, of dat er met 2000 in plaats van 3000 gulden ook wat te bereiken is.
Brandenburgs succes?
Ondertussen wordt in Den Haag reikhalzend uitgekeken naar de Duitse post, want het gerucht gaat dat de keurvorst van Brandenburg nu toch een overwinning op Turenne heeft gehaald. Maar het wachten is nu op bevestiging uit het leger van Brandenburg zelf, want het bericht wordt sterk betwijfeld.
Dooi verhindert prinselijke plannen
Willem III is weer naar Alphen aan den Rijn. Het vriest hard, maar men zegt dat de grond zo warm is, dat dat opweegt tegen de kou in de lucht, waardoor het toch dooit. De prins kan daarom met zijn leger niet zoveel uitrichten, en zo vervliegt er weer een sprankje hoop op bevrijding van de bezette gebieden. Dat omgekeerd de dooi ook beschermt tegen eventueel Frans gevaar voor Holland, benoemt Margaretha dit keer niet. Het glas is momenteel halfleeg, en dat is te begrijpen.
[bataelge sal leevere of dat wagen,] sijn hoocheijt is weer naer Alfhen, het vriest hier weer sterck dan men seijt dat de gront van ondere so warm is dat vandaer so veel doijt als de lucht van booven vriest, geloof niet datter Eits gedaen sal worde, daermee dan al onse hoop van verlossine verdwijnt, [dees]
Rijngraaf voorgetrokken
Nog een nijdige p.s.: Rijngraaf Karel Florentijn van Salm heeft voor zijn zoontje (12 jaar) weer een compagnie gekregen. “Dat kind heeft nu drie compagnieën!” Graaf Karel had er zelf ook al drie én drie regimenten, dus feitelijk heeft hij nu drie regimenten en zes compagnieën. “Dat kan voor een man wel gaan”, pent Margaretha bozig, maar de weduwe van admiraal van Ghent kon er voor háár zoon geen krijgen. Schrijft Margaretha hier nu dat een kind een legeronderdeel gaat aanvoeren? Nee, het gaat hier waarschijnlijk om het verzamelen van aanstellingen (voor jezelf of familie) die geld opleveren, en die je vervolgens voor een lager bedrag door een ander laat uitvoeren.
graef karel de rijngraef5Karel Florentijn van Salm heeft nu weer een kompangi voor sijn soon gekreechge dat kint heeft nu drie kompa en graef karel 3 en drije reesgement, Ergo 6 kompan en die reesgemente dat kan voor Een man wel gaen de arme weduwe van den Admiraal gent kost voor haer soon niet krijge, so dient den Eene het geluck bij dandre niet
1
conservatie: behoud
2
haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden
3
secreteren: geheimhouden
4
Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren
Al eerder schreef Margaretha over gedonder met de post. Nu schrijft ze dat ze gisteravond drie brieven van Godard Adriaan heeft ontvangen. Het zijn oude brieven; twee van begin februari en één van 30 januari. Zou er misschien iemand zijn die de brieven ophoudt…?
Een andere postdienst
Ondertussen krijgt Willem III brieven van de keurvorst van Brandenburg van veel recentere datum dan de brieven die Margaretha van Godard Adriaan ontvangt. Margaretha besluit haar brieven met de Brandenburgse gezant Matthias Romswinckel mee te geven.
[wel moeijelijck,] met gelooft hier datter Eimant onder moet speelle die de briefve op houde en uhE daermeede Een part soecke te speelle, want so ick bericht wort krijcht sijn hoocheijt wt het leeger vande keurvorst briefve die wel Een post verser sijn als die van uhEd koome, ick sal nu de mijne met romswinckel sien te sende, en sien ofse beeter sulle bestelt worden[, nu moet ick tot mijn leet]
Drieduizend gulden
Margaretha moet zich verontschuldigen voor het slechte nieuws: intendant Louis Robert eist nu echt drieduizend gulden van de Van Reedes. Wanneer de Franse ambtenaar het geld niet ontvangt, zal hij het huis in Amerongen in vlammen doen opgaan. Margaretha’s smeekbede heeft dus geen enkele zin gehad. Zoon Van Ginkel heeft aangeraden het bedrag te betalen, maar Margaretha twijfelt. De intendant beweert dat het bedrag maar eenmalig dient te worden betaald, maar geeft tegelijkertijd aan dat hij dat niet zwart op wit kan zetten. Louis Robert is immers ook afhankelijk van de wil van de Zonnekoning.
[sulle bestelt worden,] nu moet ick tot mijn leet weesen alweer van swaericheijt spreecken, hierkoo= =mende viend briefve van de seeckreetaris van Ameronge en vande prockereur generael, daer de heer van ginckel uhEd de kopijen van heeft met de laeste post gesonde, die segge dat den intendant perforse1Parforce: met (alle) geweld drije duijsent gul van ons wil hebbe of wil met de Exsckusi van ons huijs te doen springe en voort alles te ruweeneere voort gaen, ick ben
[alles te ruweeneere voort gaen,] ick ben ten hoochste bekomert niet weetende wat hier in sal doen den heer van ginckel sou niet gaere sien dat sij tot d Exsekusi soude koomen hij meent wij daer die 3000f aen hoorde te wagen, de intendant seijt dat het maer voor Eens te geefve sal vrij sijn doch wil daer geen verseeckerin vandoen seijt het opt woort van koninck moet aen laete koo =me se segge ock dat onse ackte van garant als der op Aen sou koome maer Een acksi sou sijn daer mij het naer loope meede sulle hebbe ick kan niet segge hoe benaut ick hier over ben [sou ock wel licht het gelt geefve om ons]
Wat wil Godard Adriaan?
Margaretha weet zich geen raad. Als ze wist dat Godard Adriaan van mening is dat ze het geld moeten betalen om het huis te behouden, dan zou Margaretha dat in een oogwenk doen. Maar ze heeft geen tijd om zijn advies af te wachten en besluit bij goede vrienden te rade te gaan.
[ben] sou ock wel licht het gelt geefve om ons huijs te konserveere so ick wist uhEd aengenam sou sijn, daer is geen tijt om uhEd advijs af te wachte sal met goede vriende te rade gaen
Verse rekruten
Ondertussen heeft Willem III in de vergadering van de Ridderschap voorgesteld om de oude regimenten te ontbinden en verse rekruten uit Duitsland aan te nemen. Hier is niet iedereen het mee eens; er wordt flink over gemopperd. Margaretha zegt het niet met zo veel woorden, maar het is duidelijk dat haar man verantwoordelijk gaat zijn voor het werven van nieuwe rekruten. Het is een korte brief geworden. De stalmeester van Georg-Friedrich von Waldeck-Eisenberg is namelijk met spoed door Willem III naar Godard Adriaan gestuurd en staat op het punt te vertrekken. Margaretha geeft de voorliggende brief dus niet met Romswinckel mee, maar met de stalmeester van de graaf van Waldeck.
sijn hoocheijt heeft inde va vergaderin van rider schap, alhier geprooponeert2Proponeren: ter tafel brengen om de oude reesge =ment die heel wat gedevaeliseert3Devaliseren: ernstige beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) sijn te kasseere4Casseren: afzetten, uit ambt ontzetten en weere nieuwe aenteneeme die wt duijtslant soude koomen, hier murmereere veel seer over, brenger dees is de stalmeester vande graef van waldijck die Espres van sijnhoo aen uhEd wort afgesonde en so vertreckt daerom dees moet Eijndige blijf Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor
P.S.: Hoe gaat het met u?
Op het laatste moment besluit Margaretha toch nog even snel te vragen hoe het er voor staat met de Brandenburgse troepen. En oh ja, niet onbelangrijk, hoe gaat het eigenlijk met Godard Adriaan?
sal seer naer uhEd briefve verlange hoet daer met de leegers van heere keurvorst sal sijn, en insonderheijt5Inzonderheid: voornamelijk met uhEd, de heer almachtich wil twerck tot onsen beste seegene en uhEd bewaere
1
Parforce: met (alle) geweld
2
Proponeren: ter tafel brengen
3
Devaliseren: ernstige beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend)
Margaretha zit nog steeds met twee doodzieken in huis: de keukenmeid en de jongen. Ze zijn nog steeds buiten hoop van leven. De jongen dolt zo dat hij nauwelijks in bed te houden is. ‘De Heere wil ze geven wat zalig is’, verzucht ze.
Nieuws uit Amerongen
De intendant van Utrecht, Louis Robert, heeft de secretaris van Amerongen naar Den Haag gestuurd met een dreigende boodschap. De intendant heeft opdracht gekregen om het Huys in Amerongen op te blazen, tenzij Margaretha 3000 gulden contant betaalt. De secretaris heeft ook een brief van Abraham van Wesel bij zich, advocaat van het Hof van Utrecht. De secretaris en Van Wesel denken beiden dat de Fransen wel met minder genoegen zullen nemen. De secretaris denkt dat 2000 gulden ook wel genoeg is, maar weet ook zeker dat als Margaretha dat niet betaalt, ze het plan om het huis te laten springen uit zullen voeren.
de seeckretaris van Ameronge is hier van den inten =dant robbert die te wttrecht is gesonde om mij te sege dat hij last heeft omt huijs te Ameronge te doen springe ten waere men met hem wilde ackordeer en soude hem met Een som van drije duijsent gul kontant laete kontenteere, de seckretaeris seijt en den heere weesel schrijft sij geloofve hij met minderwel te vreede sou sijn ija so de seekretaer meent wel met twee duijsent gul sij beijde meene ick dit hoorde te geefve sondert welcke ongetwijfelt so sij segge sij tot de Exsekusie sulle voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart sou jamere en seer doen, weet niet wat ick doen
Margaretha komt gelijk bij de kern van haar dilemma: als ze nu geld geeft, willen ze snel weer geld, want ze hebben geld voor de oorlog nodig. Bovendien is voor de Fransen geld net zo schaars als voor haar.
[sou jamere en seer doen,] weet niet wat ick doen
sal tot konservaesi van mijn huijs sou ick veel doen en meer als ick kan, maer vreese alsmen nu al gelt geeft dat het in korte alweer te doen sal sijn, want sij wille gelt hebbe, dat bij mijn ock so wel als bij haer schaers is, ick ben hier seer in bekomert
Compassie
Margaretha besluit om op het gemoed van de Fransen te spelen. Ze stuurt de secretaris terug met de boodschap dat ze alles wat Godard Adriaan en zij bezitten in handen hebben en dat ze daar nu geen inkomsten van hebben. Voor wat extra dram voegt ze toe dat ze zelfs niet genoeg heeft om zelf van te leven. Als kers op de taart hoopt ze op de goedertierendheid en de compassie van Lodewijk XIV. En ze spreekt de Fransen ook aan op de praktische consequenties: als het goed (het kasteel) in brand gestoken wordt, dan hebben ook de Fransen er zelf ook niks meer aan. Tot slot stelt ze ook een eigen eis: als ze betaalt, dan wil ze ook de garantie dat er niks beschadigd wordt.
heb de seeckretaris die merge weerom gaet belast te segge dat hij mij gesproocken heeft en dat ick seg, sij al het onse in haere hande hebbe daer ick als waer is niet Een stuijver van kan trecke dat mijn goet so bedurfve is dat ick selfs niet heb om van te leefve daerom ick geen gelt heb en niet kan geefve, dat ick hoop de goedertierenheijt vande koninck so groot sal sijn en ock sijn kompassie, dat sij sulle bewoo =ge worde van sulcks niet ter Exsekusi te stelle daer sij niet int minste vande konne proofijteere, en alsmen al wat sou geefve, of sij mij soude kone verseeckeren dat mijn huijs int toekoomende niet soude beschadicht worde, sal hierop het antwoort vande seeckretaris verwachte ent voort de heer almachtich beveelle in wiens hande alles staet hij heeft het ons gegeefve hij kant ons neeme als sijne godlijcke wille is, ick kan niet segge hoe bedroeft ick ben, als wij ons
Geld
Het probleem om aan geld te komen is reëel: ze heeft nog steeds het duplicaat van de ordinantie niet, dus er wordt nog steeds niet uitbetaald. Ze verwacht dat dat deze week geregeld is, maar dan moet ze de ontvanger nog overtuigen haar het geld daadwerkelijk te geven. Zodra dit gelukt is, zal ze gelijk een verzoek tot een volgende uitbetaling doen. Margaretha is niet de enige met geldproblemen: de compagnie van Van Ginkel is ook al drie maanden niet betaald. Kortom, het is niets dan misère.
uhEd kan niet geloofve hoe schaers het gelt is, de heer van ginckel is sijn kompangi bij de drij maende ten achtere van sijn tracktement krijcht hij niet, in soma tis niet als miseerij, [de luijde]
De oorlog
De mensen beginnen ook de stad weer uit te vluchten, de angst voor vriesweer is nog steeds groot. De Franse troepen in Utrecht komen weer in beweging, dus daar staat wat te gebeuren, en ook de Prins van Oranje schijnt nog een plan te hebben. Het vervelende is dat het weer zo ‘wankelbaar’ is, dat er nauwelijks iets te plannen is.
[hij niet, in soma tis niet als miseerij,] de luijde vluchte weer van hier met gewelt nu weer be= gint te vriesen, hoope het niet aenhoude sal, in en ontrent wttrecht treckense weer seer veel volck ock Eenige ruijterij, men vreest sij weer Eenich de seijn op hande hebbe, daer wij voor moete schricke want het geluckt haer meest wat sij beginne ist niet al int geheel altijt ten deelle, [nu begint]
Er is goed nieuws gekomen uit Keulen! Men zegt dat de troepen van de Keurvorst 3000 Münstersen verslagen zouden hebben! Margaretha hoopt maar dat het waar is.
Venijn
Het venijn zit in de staart. De secretaris heeft gezegd dat intendant Robert een lijstje heeft met huizen die hij wil laten springen. Op dat lijstje staan vijf huizen en Amerongen is erbij! Daarnaast worden Zuilesteyn, Moersbergen, Hindersteyn en een huis dat ze zich niet kan herinneren genoemd.
Kasteel-Roghman-achterkant
Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751
Moersbergen-Doorn
Tekening van Kasteel Moersbergen, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief
Zuylestein-Leersum
Prentbriefkaart van foto van Kasteel Zuylestein, 1900-1905, Collectie Het Utrechts Archief
Hindersteyn-Langbroek
Tekening van Kasteel Hindersteyn, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief
Er schijnen ook huizen veilig te zijn: Renswoude, Schonauwen, Hardenbroek en Groenewoude. Laten dit nu net allemaal huizen zijn waar familie van Johan van Reede van Renswoude woont! Zijn zoon Frederik woont op Schonauwen, dochter Jacoba is getrouwd met Hendrik Gijsbert van Hardenbroek en Groenewoude is net door dochter Mechteld gekocht voor haar zoon Gijsbert Johan van Hardenbroek. En dan schijnt ook nog dat Gilles Sautijn bemiddeld heeft. Zouden de roddels dan toch waar zijn? Margaretha had eerder gehoord dat Sautijn buskruit aan de Fransen had verkocht en ze had Van Reedes van Renswoude ook al aan Sautijn gelinkt…
de seeckretaris seijt dat den intendant 5 huijse op sijn briefge heeft om te doen springe alst huijs te Ameronge suijlisteijn moersberge hindersteijn het ander is mij ontgaen, rhijnswou schoonouwe hardenbroeck en groenewou dat de maijoor hardenbroeck lest gekocht heeft sijn so geseijt wort door reeckomandasi van Arlinton , en soutijn van Amsterdam vrij
Renswoude-Renswoude
Kasteel Renswoude, prentbriefkaart naar tekening, 1910-1915, Collectie Het Utrechts Archief
schounauwen-houten
Kasteel Schonauwen, Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Teylers Museum
Hardenbroek-Driebergen-Rijssenburg
Kasteel Hardenbroek, anonieme tekening, begin 20e eeuw, naar een tekening uit 1694, Collectie Het Utrechts Archief
Groenewoude-Woudenberg
Gezicht op huis Groenewoude, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum
De post loopt helemaal niet soepel! De laatste die brief die Margaretha van haar man ontvangen heeft was van 25 augustus. Als er bij de volgende post geen brief van haar man zit, heeft ze al vier keer geen brief ontvangen. Ze is bang dat haar man al onderweg is naar Saksen. Kennelijk weet ze dat de afspraak is dat hij met het Brandenburgse leger mee zal trekken. De grote vraag is of hij, als hij onderweg is, überhaupt post kan ontvangen. Ze wacht met smart op een brief, want ze wil graag weten wanneer de troepen van de keurvorst in actie komen want dat wil iedereen graag weten!
[theijt s heeft om de poste aen te treffe,] ondertus =sche verlange ick seer naer deselfs briefve en daer wt te hoore wanneer de troepees van den heere keur =vorst aent ageere1Ageren: militair optreden sulle sijn, daer Een ijder hier seer naer verlanckt, [binnewijlle laet den hartooch]
Brandschatting en contributie
Er is ook (weer) een aanmaning van de Hertog van Luxemburg2François Henri de Montmorency Bouteville. De eis is niet mals: 30.000 gulden, 300 karren hooi, 400 karren stro en 300 mud haver (een mud is ca. 36000 liter, 360 hectoliter, dat betekent ruim 15.000 kg haver). En of ze dat binnen acht dagen willen betalen, op straffe van plunderen en branden. Over dat eerste is Margaretha vrij nuchter: plunderen dat mogen ze, veel is er niet te halen, alles is toch al kaal geplunderd.
Tot nu toe heeft ze nog niet gehoord dat ze bij andere Edelen meer eisen, maar wel bij sommige Amsterdammers: de rijke koopmannen die hun buitenhuis in Utrecht aan de Vecht hebben.
[seer naer verlanckt,] binnewijlle laet den hartooch van lutsenburch3Hertog van Luxemburg niet mij aente doen maene omde brant schattine of kostreebuijsie opt spoedichste te betaelle daer ick uhEd voor dees van heb ges schreefve en bestaet in 30000f aen gelt en 300 karre met hoeij 400 met stroij 300 molder4Mudde/malder: inhoudsmaat, een Wijks mud voor graan is 150,5 liter, een Utrechts mud voor graan is 117,3 liter havere dit alle in 8 dage op te brenge op peene van5Op straffe van plondere en brande, het Eerste moogen wel doen sulle niet veel vinde want hebben der wel so geplondert datter niet gebleefve is, ick kan niet hooren datse dit aen Een =nige Edele haer huijse meer doen als ons
maer wel aen somige Amsterdamers die haer huijse en goet aende vecht hebbe legge, en anders niemant of geen, ick sorch al mijn hart ontstucken6On(t)stucke: gebroken so sij dit ter Exsikusie stelle dat men heere de staten ons noch sulle disputee =ren het selfve te vergoeden om dat het de naem van Een b kontrubuijsie heeft, datse sulle sustineere7Sustineren: beweren het ter oorsaeck van uhEd wt landicheijt8uitlandigheid niet is, ick kander niet toe doen moet verwachte wat sij doen sulle kan niet opbrenge gelijcke die koopliede hier ock niet en doen, ick bender so van ontstelt bender half sieck van , [die dochter van joncker baerent]
Acte van garantie
Niemand kan de eisen van de Fransen opbrengen en dat baart Margaretha zorgen. En die zorg is vooral zakelijk. Godard Adriaan en Margaretha hebben een afspraak met de Staten (de Staten van Holland of de Staten Generaal): mocht er iets met hun huis gebeuren door het werk van haar man, dan krijgen ze een vergoeding voor de schade. Nu is Margaretha’s angst dat zoveel huizen door een contributie in plaats van een brandschatting vernietigd zullen worden, dat de Staten dan zullen zeggen dat hun schade niet komt door de “uitlandigheid” van haar man. Dat zou betekenen dat ze de vergoeding niet zouden krijgen. Ze is er zo van ontsteld dat ze er half ziek van is.
Verstrooiing
Margaretha besluit de brief met een smeuïge roddel over de dochter van ene jonker Barend. Die woonde ongehuwd samen met Van der Parre, maar is een maand geleden toch getrouwd. Zijn we weer helemaal op de hoogte.
1
Ageren: militair optreden
2
François Henri de Montmorency Bouteville
3
Hertog van Luxemburg
4
Mudde/malder: inhoudsmaat, een Wijks mud voor graan is 150,5 liter, een Utrechts mud voor graan is 117,3 liter
… geen redelijke ziel zal bij leven of sterven ons komen culperen omdat wij goedt en bloet voor de dier gevochte vrijheid hebben opgeofferd…
Godard Adriaan, 5 juli 1672
Vandaag opent de expositie Goet en Bloet op Kasteel Amerongen, het kasteel dat Margaretha na het Rampjaar heeft gebouwd. Aan de hand van de verhalen van Margaretha, Godard Adriaan en hun zoon Godard van Reede van Ginkel worden de bezoekers meegenomen langs de gebeurtenissen in het Rampjaar.
Rampjaar
Dit jaar is het 350 jaar geleden dat de Fransen, de Engelsen en twee Duitse bisschopen de Republiek de oorlog verklaarden en dit wordt uiteraard in Nederland ruim herdacht. Met Margaretha, Godard Adriaan en Van Ginkel heeft Kasteel Amerongen hoofdrolspelers die elk op hun eigen plek het Rampjaar mee maken. Hun verhaal moet natuurlijk op Amerongen verteld worden.
Goet
Het belangrijkste goed van Godard Adriaan en Margaretha is hun Kasteel in Amerongen. Het staat er nog steeds, maar niet meer zoals voor het Rampjaar. Door de dramatische gebeurtenissen is het huis zelf ook een hoofdpersoon geworden.
Bloet
De familieband, het bloed, is sterk, maar Margaretha, Godard Adriaan en Godard weten niet of en wanneer ze elkaar weer zullen zien. Margaretha zit achter de waterlinie, in het waarschijnlijk veilige Holland. Godard Adriaan zit als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg. Hun zoon Godard is aanvoerder in het Staatse leger. De brieven die zij elkaar schrijven, zijn hun levenslijn. De expositie is een duik in hun levens én in de vaderlandse geschiedenis.
Dit blog en de expositie
Dit blog en de expositie staan los van elkaar, maar gaan over hetzelfde. Vanuit het blog is de expositie een manier om de plek, de tijd en de tijdsgeest te beleven. Vanuit de expositie is het blog een persoonlijker kennismaking met Margaretha. Bovendien is in de expositie het Rampjaar al begonnen en voorbij, terwijl het hier voor Margaretha nog moet beginnen. En ook al weet je hoe het afloopt: het blijft spannend.