Mijn heer en lieste hartge

Categorie: Kasteel Amerongen

Vorst Maurits

Portret tot de knieën van een kalende man met grijzig haar tot in zijn nek. Hij heeft een flinke snor een kneveltje. Hij leunt met zijn rechterarm op een pilaar en in zijn hand houdt hij een brief. Links heeft hij een handschoen aan en hij heeft zijn hand in zijn zij. Onder een zwarte overjas draagt hij een harnas met daaroverheen een blauwe sjerp en een Johanniter(?) kruis. Op de achtergrond een symmetrische tuin met vijvers een half rondlopende galerij en aan het eind van de lange zichtlijn een huis.
Jan de Baen, Portret van Johan Maurits (1604-1679), graaf van Nassau-Siegen, 1668-1670. Collectie Mauritshuis.

Eind december 1673 en begin januari 1674 schrijft Godard Adriaan aan verschillende mensen dat hij Vorst Maurits (Johan Maurits van Nassau Siegen) tot zijn architect benoemd heeft. Hij is er blij mee! Of Johan Maurits van Nassau Siegen inderdaad de architect is geweest zoals we dat nu bedoelen is de vraag. Toch heeft Johan Maurits waarschijnlijk wel een vinger in de pap gehad bij de bouw.

Het Mauritshuis

Wat betreft zijn bouwactiviteiten is Johan Maurits in Nederland vooral bekend vanwege het Mauritshuis, maar hij bouwde ook in Kleef en legde daar onder andere de tuinen aan die nog steeds bekend zijn. Die staan op de achtergrond van het portret dat Jan de Baen van hem maakte.

Het was op zich niet vreemd dat een man van hoge adel zich met architectuur bezig hield. Dit werd als een positief onderdeel van de opvoeding gezien. Voor de bouw van het Mauritshuis had hij architect Jacob van Campen (van het Paleis op de Dam) ingeschakeld, die voor het interieur geassisteerd werd door Pieter Post. Pieter Post zal later voor Johan Maurits de Sonnenburg ontwerpen. De Sonnenburg ligt in een deel van Brandenburg wat nu in Polen ligt.

Een strakke tekening van de voorgevel van het Mauritshuis. Twee verdiepingen hoog, zeven ramen breed. In het midden een deur met een trap van twee kanten. De middenste drie ramen en de deur zitten in een midden-risaliet met een timpaan. Op het dak staan twee schoorstenen.
Ontwerp van de voorgevel van het Mauritshuis, P. Post, 1715. Collectie Haags Gemeentearchief, gr. B 202.

Maurits Post, Johan Maurits en Amerongen

Johan Maurits wordt de peetvader van Posts zoon Maurits. Ook Maurits Post werkt nauw samen met Johan Maurits, onder andere aan de tuinen van het Mauritshuis, in Siegen en van de stadhouderlijke residentie in Kleef. Als Kasteel Amerongen in vlammen op gaat leeft Pieter Post al niet meer. Het is niet helemaal na te gaan wie precies wat bedacht heeft bij het ontwerp van het nieuwe kasteel. Zeker is dat Johan Maurits een belangrijke adviserende rol had. Mogelijk heeft Maurits Post een (paar) eerste ontwerp(en) gemaakt. Over de architect en het ontwerp van Kasteel Amerongen later meer.

Droeverig

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 14 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha zit er helemaal doorheen. Ze is in een ingewikkelde discussie gewikkeld met haar zoon en haar man en allemaal op afstand en per brief.

Met of zonder man

Ze komt er niet uit of ze nou beter af is in deze tijden met haar man thuis of met haar man in het buitenland. Feit is dat ze hem mist. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief wat commentaar gehad op haar geklaag, want ze vraagt of hij het haar niet kwalijk wil nemen dat ze schrijft wat er zoal gezegd wordt.

Eerste brieffragment over aanwezig afwezig en eenzaamheid
Tweede brieffragment over aanwezig afwezig en eenzaamheid

is, tis waer tis bij deese tijt Een raetsel te kiesen,
want men niet kan weete wat ons best soude sijn

ick heb almeede dewijlle de tijde so loope dickmael
bij mijn selfve gedacht niet te weeten of uhEd
preesensie of apsensie ons best is, het welcke sou
konne sijn al naer dat het wtvalt wil hoope
en godt bidde hij alles tot onsen beste wil
bestieren, onderttuschen kan ick uhEd verseeck
=ren dat sijn landuerijge apsensie indeese be=
komerlijcke tijde mij niet weijnich verdrietich
in mijn Eensaenheijt valt inde welcke ick dick
=mael sonder raet ben, dan daer moet ick
paesijensie in hebbe, wil hoopen uhEd niet qualij
sal neemen wij somtijts schrijfve wat hier
om gaet en geseijt wort so wel het geene ons
teegen als meede gaet men moet het weete
of me sijn meesuerees daer wat naer konde
neemen, uhEd sou niet geloofve hoe de liede
spreecke insonderheijt vant werck vande keur
=vorst men heeft geschrickt bij de mense te
koomen nu begint het wat te stille,

Staande dame met een zwarte hoofddoek en de blik neergeslagen. Ze draagt een rode met gouddraad versierde rok, een kortere bruine overrok die van achter iets langer is en een zwart jak met een brede witte kraag of stola die over haar schouders valt en witte manchetten. In haar rechterhand heeft ze een zakdoek.
Staande dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.

10.000 gulden

Een beetje plichtmatig heeft Margaretha het over het geld dat ze nog steeds niet krijgt. Ze probeert haar man ervan te overtuigen dat ze echt doet wat ze kan en ze verontschuldigt zich: de milities krijgen ook nog steeds niet uitbetaald. Kennelijk is het geld er echt niet, want er komt weer een belastingheffing aan: de 200ste penning op vermogen. Het spijt haar zo dat ze haar man niets anders dan zwarigheid kan schrijven. En dan is ze er nog niet eens. Je hoort haar bijna diep adem halen voor ze aan de volgende passage begint.

Rechts voor een formeel bloemenperkje. Het geheel is vierkant met in het midden ronde perkjes. de losse perkjes zijn afgezet met buxus haagjes. Rechtdoor kijken we in de verte een loofgang in, waar twee mensen lopen. Aan weerszijden van het pad ernaar toe witte balustrades met gezellige bolle pijlers. Op de rechter balustrade zit een pauw, op het pad twee rennende honden en potten met bloemen. Links struikgewas en een boom. Rechts achter het bloemen perk een doorkijkje naar een vergelijkbare bloementuin met in het midden een fontein met een beeld erop, rechts nog een stuk balustrade. Achter de formele tuin landerijen en helemaal aan de horizon een stad.
Fragment uit Geliefden in een formele tuin, Gesina ter Borch, 1658. Collectie Rijksmuseum.

Amerongen

Secretaris Van den Doorslag is de belangrijkste informatiebron voor alles wat er in Amerongen gebeurt. En het is ook daar niets dan zwarigheid. Er zijn 100 soldaten in het dorp gelegerd. De gemeenschap draait op voor alle kosten en ze richten vernielingen aan. Ook aan het huis van Godard Adriaan en Margaretha zijn vernielingen aangericht, en in de tuin hebben ze de beelden omvergeworpen en in stukken gegooid. De weiden staan vol met paarden, en er schijnt overal artillerie te staan.

Ach, hoe zal het toch gaan op hun oude dag nu ze alles kwijt zijn…

Brieffragment over Amerongen

[het meede brenge,] so aenstonts krijch ick Een
brief vande sc seekreetaris doerslach die wel
lamentabel luijt, voor Eerst datter 100
soldate int ons arm dorp tot laste van de
gemeente1Gemeenschap leijt die voor alles vernielle en
ock noch schade aent huijs doen al de beelde
in den hof om veer hebbe geworpen en ontstu
=cke gesmeeten, inde weijen en waerde gaen 5 a
600 paerde van vande karre het schijnt dat
ter artelgerij2Artillerie leijt, inde hoofve konnenser
niet houde, daer moet 12 man wt dat
dorp naer wijck gaen wercke so dat de luij
de die der noch sijn so seer ver armen dat
ser niet langer konne harden, och hoe salt
ons inde oude dach noch gaen so alles quijt te
weesen, [uhEd seijt wel van daert te pas]

Aan de linkerkant zien we twee mannen op de rug. Ze zien er vergelijkbaar uit maar met andere kleuren. Ze hebben beide een grote hoed op met lang golvend haar, ze dragen een cape met een kraag waar een zwaard onder uit steekt. Ze hebben rijkelijk versierde beenmode: een soort kragen met linten, zowel net boven de knie (rand van een broek) als net onder de knie (een soort kousen?). Ze dragen schoenen met een lage hak. De rechter heeft een lichte hoed met rood-witblauwe veren, een rode cape over één schouder, in zijn rechterhand draagt hij zijn handschoenen in de hand. Hij heeft rode kousen en lichte schoenen. De rechter heeft een zwarte hoed, grijze cape, witte kousen en zwarte schoenen. Rechts staat een stevig gebouwde vrouw in het zwart: zwart kapje, zwarte jurk, witte kraag en witte manchetten. Ze staat wat voorover gebogen en heeft haar linkerhand in haar zij. Tussen de vrouw en de mannen staat een zwart witte hond. Een witbruine hond komt van rechts aangerend. De vrouw lijkt de mannen aan te spreken, zij negeren haar.
Een vrouw pratend met twee mannen, Gesina ter Borch, 1651 – 1655. Collectie Rijksmuseum.

Laatste nieuws

Margaretha sluit een brief van Van Heteren bij, daarin staat meer over wat er bij Schooneveld gebeurt. Men zegt ook dat Maastricht berend is…

  • 1
    Gemeenschap
  • 2
    Artillerie

De Brand

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 6 maart 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 16 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

Eindelijk heeft Margaretha een brief gekregen van de secretaris. In deze brief doet hij uitgebreid verslag van wat er nou die 21e februari precies gebeurt is. En Margaretha geeft dat weer door aan haar man. Zonder omhaal, zonder franje, zonder drama, gewoon, het verslag.

De bewoners van het dorp hebben nog geprobeerd geld te bieden en hebben gebeden dat het huis mocht blijven staan. Het mocht helaas niet baten. De ruiters zijn effectief te werk gegaan. Eerst werd het huis van boven tot onder gevuld met brandbaar materiaal (takkenbossen) en vervolgens hebben ze het verdieping na verdieping, van boven naar beneden in brand gestoken. Ook de gebouwen op de voorburcht (daar stonden de bijgebouwen zoals bijvoorbeeld de stallen) zijn allemaal afgebrand. Behalve het hondenhok.

De muren van het bovenhuis, het kasteel zelf, staan nog overeind. De tuinen en de bomen om het huis heen schijnen niet beschadigd zijn.

Brieffragment brand

Mijn heer en lieste hartge

seedert mijne laeste heb ick briefve vande seeckretaris van
Ameronge ontfange, die schrijft dat de franse Een Edel
=man met 10 a 11 ruijters op den 11/211De dubbele datering heeft te maken met de overgang van de Juliaanse naar de Gregoriaanse kalender febrij naer Ameron
hebbe gesonde, die daer koomende niet teegenstaende der
Eenige huijsliede waeren die Een goede some gelts pree
senteerde en baeden dat het huijs mochte gekonserveert
blijfve dat niet kost helpen, maer sij hebbe aenstonts
tackebosse gedragen tot int boovenste vant vant huijs
en voort heele huijs door, hebbe van booven inde kap vande
toorens Eerst aengesteecken Ent so voort afgebrant
ock al de huijse vant voorburch daer van niets is
gebleefve alst hondenhuijs, en al de muere vant
booven huijs met de toorns staen noch, het geboomte omt huijs
met de hoofve schrijft hij niet beschadicht te sijn,
de heer almachtich wilter vergeefve, [de sekreetaris]

Gravure van mannen die een brandend huis aan steken. Link het huis waar de vlammen uit slaan. er staat een man voor die er een kind uit vist of probeert in te gooien. Erachter een ruiter met een getrokken zwaard en een man met een brandende takkenbos in de hand. Op de achtergrond mensen die op de vlucht zijn, lopend, met paarden en met vee.
Fragment uit Schrikkelijke Verwoestinge der Franzen in ‘t Duijtze Rijk, Jan Luyken, 1689. Collectie Rijksmuseum

Intendant Louis Robert

De secretaris heeft keurig Margaretha’s opdracht uitgevoerd en is met Margaretha’s wensen, verzoeken en eisen naar de intendant van Utrecht gegaan, Louis Robert. Hij kwam helaas van een koude kermis thuis. Tijdens het gesprek is de aap uit de mouw gekomen. Het gaat niet om aanwezigheid of om geld, het gaat om wraak. De Fransen weten dondersgoed dat Godard Adriaan aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg zit en dat is ze een doorn in het oog. Want, zoals de intendant het verwoordt, Godard Adriaan hitst bij de Keurvorst de Duitse vorsten op tegen zijn Koning, Lodewijk XIV.

Een edelman heeft tegen de secretaris gezegd, dat hij hoopte dat met de brand de bitterheid van de intendant gekoeld zou zijn. Dat hoopt Margaretha ook, want ze wenst niemand toe wat haar gebeurd is. Ze maakt zich vooral zorgen over het huis Middachten van haar zoon en schoondochter. Intendant Louis Robert blijkt op weg te zijn naar Gelderland.

Brieffragment wraak

de heer almachtich wilter vergeefve, de sekreetaris
schrijft den intendant volgens mijn schrijfve gesproo
=cke te hebbe en 14 dage wtstel versocht waernaer
hij niet wilde luijsteren ock dat ick beesich was het
gelt bij Een en daer te krijge het welcke niet kost
helpen, hij seijde het so seer niet was om uhEd apsensi
of wan betaeline vande kontreebuijsie, als alleen
om dat ch uhEd bij den heere keurvorst is en de
duijtse vorste teegens sijn koninck ophitste, hij schrijft
ock datter Een frans Edelman hem geseijt heeft
dat met het brande van ons huijs haer bitterheijt
nu gekoelt is, het welcke de groote godt wil geefve

Brieffragment zorgen om Middachten

op dat all andere van diergelijcke ongelucke mooge
bevrijt sijn, en insonderheijt onse kindere den inten
dant is naer gelderlant vrees hij daer ock niet
te vergeefe sal sijn, sij wille voort huijs te
Middachte 5000f hebbe en voorde bosse saemen
het welcke hij liefver sulle geefven alst laeten
ruijwineere, maer waer sullen sijt gelt haelle,

Oude zwartwit foto van een losse muur die te midden van puin. De muur wordt met een paar palen gestut.
Fragment uit Bouw van paviljoens naast de Eiffeltoren voor de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs, anoniem, 1889. Collectie Rijksmuseum

Ondersteboven staat een aantekening over een schuld die Margaretha afbetaald heeft: 532 gulden en 10 stuivers aan Johan van Reede van Renswoude voor zijn dochter.

Redden wat er te redden valt

En weer gaat Margaretha gelijk allemaal praktische dingen regelen. Ze stuurt de secretaris nu met een opdracht naar Amerongen. Ze wil graag dat de muren die nog overeind staan gestut worden en dat al het (herbruikbare!) ijzer en lood verzameld wordt.

Brieffragment over het stutten van muren en het verzamelen van ijzer en lood

ick heb de seekreetaris geschreefve dat sijn vader die
in den hoofeniers huijs getrocke is sal laeten sien of
hij de muere vande huijse die noch sonder Eenige reete2Reet: Spleet, scheur
over Ent staen kan laete onder schoore of stutte op
dat die niet om veer valle en dat hijt alt ijser
ent loot bij Een laet raepen so veel hij kan, [den]

Acte van garantie

Margaretha’s grootste zorg blijft of er inderdaad een vergoeding komt voor het afbranden van het huis. De Raadpensionaris wil niet dat ze een memorie schrijft naar de Staten Generaal, maar dat ze dat pas doet als hij het zegt. Margaretha zegt het niet met zo veel worden, maar ze vertrouwt hem kennelijk niet meer zo. Haar conclusie: het gaat waarschijnlijk lang duren. Het zou misschien helpen als Godard Adriaan thuis zal zijn, al was het maar alleen daarom…

De Raadpensionaris zegt dat hij de brief waarin Godard Adriaan vraagt om thuis te mogen komen, niet gehad heeft. En dat terwijl Margaretha gehoopt had dat Godard Adriaan met Waldeck naar huis had kunnen komen. Die is thuis gekomen en inmiddels alweer in alle stilte vertrokken. Niemand weet waarheen.

Brieffragment over het memorie voor de Staten Generaal

[sijn,] en den heer griffier fagel3Griffier Hendrik Fagel die aengenoome
had den heere r p fagel4Raadspensionaris Gaspard Fagel wt mijne naem hier
van5Over het memorie over de acte van garantie te spreecke heeft geseijt den voornoemde
r p goet vont en mij rade alsnoch hier over
geen memoorije aenden staet over te geefve
maer dat ick soude daer meede wachte tot dat
hij mij sou laete segge of naerder spreecke, wat
reeden hij daertoe heeft weet ick niet, vreese

Brieffragment over missende brief

de vergoedine van onse schade vrij wat lansaem bij sal
koome tensij uhEd preesensie dat te weege koste bre
=nge daer om ick te meer naer deselfs overkomste
verlange, den griffier fagel seijt dien brief van
uhEd waer in deselfve aenden staet versoeckt
demissie te hebbe om thuijs te mooge koome, niet
ontfange te hebbe, ick hadt anders al gehoopt
deselfve met den graef van waldijck6Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg weerom
sout gekoomen sijn, [hier sijn al Eergistere merge]

Een bord bespannen met banden waarachter spullen bewaard worden: drukwerk (kranten), een document met een zegel erop, een brief met een zegel, zegellak, een veer, een zegelstempel en een briefopener.
Tromp l’oeil met schrijfmaterialen, Edward Colyer, ca 1702. Collectie: Victoria & Albert Museum, Londen.

Meelezers

Waar Margaretha zich zorgen maakt over meelezers bij de brieven tussen haar en haar man, put ze vrijelijk uit de brieven van anderen. Otto van Schwerin (minister van de Keurvorst) zou aan de Markies van Grana geschreven hebben dat troepen van de Keurvorst en de Keizer Münster hebben ingenomen. Daarom was iedereen blij en vierde feest. Toen er geen nieuwe informatie kwam, liet iedereen het hoofd hangen.

Na nog een paar losse opmerkingen over baantjes die zijn uitgedeeld is het blad vol en sluit ze af. Heel snel krabbelt ze in de kantlijn nog even het kattenbelletje over het betalen van het geld aan Johan van Reede van Renswoude.

  • 1
    De dubbele datering heeft te maken met de overgang van de Juliaanse naar de Gregoriaanse kalender
  • 2
    Reet: Spleet, scheur
  • 3
    Griffier Hendrik Fagel
  • 4
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 5
    Over het memorie over de acte van garantie
  • 6
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg

De olifant in de kamer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 maart 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 10 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

De brief die Godard Adriaan op 10 maart 1673 ontvangt is een lange brief. Maar Margaretha heeft ook veel te vertellen, ook al is er sinds haar vorige brief niet veel meer duidelijk geworden over Kasteel Amerongen. Het doet haar ‘vande gront mijns harte leet’ dat ze haar man, die in grote onzekerheid in het Duitse Minden verblijft, geen duidelijkheid kan verschaffen over zijn have en goed. Maar zodra ze nieuws heeft, begint ze van alles te regelen: typisch Margaretha.

Niks, noppes, nada

Niemand schrijft over de reusachtige olifant in de kamer: de vermoedelijke brand van het kasteel. Geen woord. Geen letter. Noch uit Utrecht, noch uit Amerongen. Margaretha wordt door eenieder volledig in het ongewisse gelaten.

Brieffragment niemand zegt iets

[kontiniweert] en nochtans schrijft mij noch van
wttrecht noch van Ameronge niemant Een woort
daer over ick mij niet genoech kan verwonderen
wat en aen wien ick schrijf krijch niet Een letter tot
Antwoort heb aende preedikant kepel1Dominee Bernhard Keppel aen weesel2Abraham van Wesel aende
seekreetaris3Secretaris Van den Doorslagh geschreefve en hoor van niemant Een woort

Van horen zeggen

Via via heeft Margaretha toch enige snippertjes informatie kunnen bemachtigen. In een brief uit Amsterdam leest ze dat Jan Evertsen, de zoon van Evert Jansen, die in Amerongen woont, heeft geschreven dat kasteel Amerongen volledig is afgebrand. Ook de voorburcht zou de Franse vernielzucht niet overleefd hebben. Enkele andere gebouwen, waaronder het huis van de hovenier en de woning van Teunis Huijbertse, konden gespaard worden. Nu móét Margaretha de onheilstijdingen wel geloven… De olifant in de kamer blijkt een olifant in een porseleinkast te zijn, en hij draagt een Frans uniform.

Brieffragment volledig afgebrand

onsen drost van kleef schrijft mij van Amsterdam
dat ijan Evertse de soon van Evert ijansen die tot Ameronge
int santvoort4Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel woont hem van daer
schrijft dat ons huijs te Ameronge met het voor
burch teenemael is afgebrant, dat sij het huijs
van joost van omeren den hoofeniers huijs teunis
huijbertsens huijs ent huijs van den drost ock wilde
aensteecke maer dat sij dat met twintich rijxsdal
hebbe afgekocht, sonder dat hij verdere pertikulierij
=teijte schrijft, nu moet ickt geloofve en kan niet
segge hoe bedroeft ick ben , [de heer van ginckel sal]

Tekening van een olifant als een dikke man in (Frans) uniform. Hij heeft een krullenpruik op met een grote hoed. Hij draagt een jas met grote manchetten, die open hangt. Om zijn middel een riem met daaraan een zwaard. In zijn rechterhand houdt hij een speer.
Dierensatire, Egbert van Heemskerck (II), 1674 – 1744 (detail). Collectie Rijksmuseum

Typisch Margaretha

Maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze niet meteen ook van alles begint te regelen. Tuurlijk, ze is bedroeft, maar ze heeft inmiddels ook al weer contact opgenomen met de Prins van Oranje en ze is tevens bij griffier Hendrik Fagel en diens broer raadpensionaris Gaspar langs geweest. Hoewel ze het niet met zoveel woorden schrijft, is het evident dat het over de vergoeding voor het afgebrande huis in Amerongen gaat. Veel kan ze daar verder nog niet over schrijven, want ze moet eerst weten wat er precies vernietigd is. Hebben de plantages de Franse vernielzucht overleefd? Margaretha regelt ook maar meteen dat er een speciale bode richting Amerongen wordt gestuurd om inlichtingen te verzamelen. Was Godard Adriaan maar thuis… Helaas lijkt her erop dat dat die hoop inmiddels vervlogen is.

Brieffragment reactie van Willem III op de brand
Brieffragment overige informatie

[=teijte schrijft, nu moet ickt geloofve] en kan niet
segge hoe bedroeft ick ben, de heer van ginckel sal
uhEd schrijfve het beleeft en siviel antwoort dat
sijn hoocheijt hem op dat subijeckt heeft belast aen mij
te segge, dan dit sijn maer tot noch toe maer woorde
wil hoope het Efeckt daer op sal volgen, ick ben
ock bij den heer griffier fagel geweest hebt hem ock

bekent gemaeckt die aengenoome heeft den heere rp
daer over te spreecke, verder kan ick hier niet in
doen voor dat ick al de pertikulaerijteijte weet, ock
hoet met de plantaesie staet ofse die ock hebbe
gehouwe, of onbeschadicht gelaeten , den Espresse
die de heer van ginckel naer Aernhem heeft ge
sonde heb ick gelast op Ameronge aen te gaen
en hem op alles te informeere , ick wenste wel
uhEd nu hier waert dan sien daer voor Eerst
geen hoop toe gelijck uhEd wt het schrijfve vande heer
van ginckel sal sien, [kost deselfve noch met den]

Tekening van een man met lang krullend haar. Hij heeft een befje om en een cape over zijn schouder. Hij buigt bescheiden. Hij heeft zijn hoef in zijn rechterhand en met zijn rechterhand overhandigt hij een brief. Voor hem staat een hondje (King Charles Spaniel?) blij te springen.
Bode brengt een brief, Jan van Somer, 1655 – 1700 (detail). Collectie Rijksmuseum

Bijzondere haat

Margaretha is nog net zo bezorgd of die Acte van garantie wel iets waard is als in september. Om haarzelf moed in te praten schrijft ze maar dat het huis wel in brand gestoken moet zijn vanwege een specifieke haat van de Fransen jegens Godard Adriaan. Bij niemand treden de Fransen immers zo rigoreus op? Van Johan van Reede van Renswoude hebben de Fransen bijvoorbeeld 2000 gulden geëist, maar hij heeft niet betaald. En er gebeurt niets…
Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken, de heer van Wulven, is voor 6000 gulden aangeslagen. Hij wordt er van verdacht zijn spullen ergens verborgen te houden of te hebben ingemetseld. Hij heeft zijn hele huis leeggehaald en heeft niet eens meer een bed om op te slapen! Tot overmaat van ramp schijnen de goederen in Zeeland ook geconfisqueerd te zijn. Achter de waterlinie geldt hij namelijk als verrader omdat hij in Utrecht blijft. Terwijl ze het zo opsomt realiseert ze zich dat hij er ook wel ellendig aan toe is. Gelukkig is er een klein lichtpuntje voor hem: het gaat met zijn vrouw iets beter…

Eerst brieffragment over de anderen die het minder zwaar (lijken) te hebben.
Tweede brieffragment over de anderen die het minder zwaar (lijken) te hebben.

[salt wel moete overlegge,] tis seecker dat sij dit
wt Een pertikulijere5Particuliere: bijzondere, specifieke haet die sij teegens uhE
ten opsichte van sijn komissie hebbe gedaen, want


niemant so rijgereus getrackteert wort den heere van
rhijnswou6Johan van Reede van Renswoude hebbense 2000 f geEijst de welcke hij niet
gegeefve heeft en niet weer om aengesproocke wort,
den heer van wulfve7Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken wort weer op nieu 6000 f
geEijst om dat hij Eenich van sijn Eijgen goet ver
burge of Eiwers8Iewers: ergens in gemetselt heeft, en hebbe
al sijn meubelen so deeger9Deger: geheel, volkomen wt sijn huijs gehaelt
dat hij niet een bedt om op te slaepen heeft ge=
houde, in seelant seijt den heer van oudijck10Willem Adriaan van Nassau Odijk datsij
ock al den heer van wulfvens goet hebbe gekonfis=
=keert so dat waer is, sijn sij wel te beklage en der
Elendich aen, ick ben bij de vrou van wulfve11Anna van Renesse van Moermont ge
weest sij was wat beeter[, uhEd briefve vande]

Geld

Margaretha probeert er alles aan te doen om te zorgen dat zij en haar man het geld krijgen waar ze recht op hebben. Ze belooft haar man dat ze naar Amsterdam zal afreizen zodra ze de ordinantie binnen heeft. In totaal heeft ze twee ordinanties, die bij elkaar opgeteld 12000 gulden waard zijn. Ze wil zo veel ontvangen als mogelijk is, want ‘hoe langer hoe erger men aen gelt sal raecken’.

Brieffragment over geld

[briefve,] ick sal met het gelt doen volgens uhEd
ordere, verwachte deese weeck noch Een ordinan
die inhande vande gekomiteerde raden is om de
kontree ordinansi op te maecke so haest ick die
heb sal daermeede naer Amsterdam gaen om te
sien of ick kost het gelt van beijde die ordienansi
het welcke ter som van 12000 f sal sijn saeme kan
krijgen, moet so veel ontfange alst mogelijck is
want hoe langer hoe erger men aen gelt sal
raecken[, de heer en vrou van ginckel bedancke]

Zuinig leven

Margaretha belooft dat ze zo zuinig mogelijk probeert te leven, maar ze verzoekt hem er wel rekening mee te houden dat haar huishouden momenteel uit 28 à 30 man bestaat en dat alles ongelooflijk duur is.

Brieffragment over zuinig leven

ick bidt weest verseeckert dat ick so seer op Alles menaesgeere12Menageren: sparen alst
Eenichsins moogelijck is, dan uhEd belieft te dencke dat hier Een
swaere huijshoudine is wij sijn meest 28 en 30 mense sterck en
alles is so wttermaete dier dat ongelooflijck is[, den heer van]

In een vertrek weegt een vrouw geld, terwijl haar man naast haar zit met een stokbeurs op schoot. Vanuit een venster slaat de Dood, met in de hand een zandloper, het tafereel gade.
Paar weegt geld, Frans van der Steen, naar David Teniers, 1643 – 1672> Collectie Rijksmuseum

PS: Je nieuwe rustwagen komt eraan!

Van de winter is Godard Adriaan zijn rustwagen kwijtgeraakt. Nu het bijna lente is, komt er dan eindelijk een nieuwe rustwagen. Griffier Hendrik Fagel zal het gaan regelen. Het duurde zo lang omdat degene die verantwoordlijk was voor de nieuwe rustwagen, Daniël van Hogendorp, zes weken afwezig is geweest.

Brieffragment over rustwagen

de tweede rustwage
seijt den griffier fagel te sulle
besorchge datse uhEd sal goetgedaen
worde, het is so lan in hande vande heere hoogendorp13Daniël van Hogendorp geweest
die wel sesweecke of langer apsent is geweest, dat oorsaeck
is het niet is afgedaen

  • 1
    Dominee Bernhard Keppel
  • 2
    Abraham van Wesel
  • 3
    Secretaris Van den Doorslagh
  • 4
    Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel
  • 5
    Particuliere: bijzondere, specifieke
  • 6
    Johan van Reede van Renswoude
  • 7
    Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
  • 8
    Iewers: ergens
  • 9
    Deger: geheel, volkomen
  • 10
    Willem Adriaan van Nassau Odijk
  • 11
    Anna van Renesse van Moermont
  • 12
    Menageren: sparen
  • 13
    Daniël van Hogendorp

Over geruchten, ziekte en hoop

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 27 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

Het begint inmiddels een beetje traditie te worden: ook deze brief opent weer met Margaretha’s klachten over de trage post. Ze heeft nu net pas Godard Adriaans brief van 12 februari ontvangen. Ook deze brief, die ze nu schrijft, zal er uiteindelijk bijna een maand over doen om aan te komen. Bisdommer zweert dat hij zijn best doen om alles zo snel mogelijk te bezorgen, “datter sijn leefven aen hinck”. Dat zijn leven er van af hangt zou best nog wel eens kunnen. Inmiddels begint stadhouder Willem III ook te klagen over de te trage post en hij staat in het leger bekend als een man die weinig geduld heeft voor mensen die hun taak verzaken.

Godard Adriaan komt terug! Hopelijk…

Erg lang blijft Margaretha niet bij de posterijen hangen. Er is namelijk reden voor blijdschap en hoop: Godard Adriaan heeft aangegeven terug te willen komen naar de Republiek! Hopelijk keurt Willem III dit goed. Zoon Van Ginkel heeft een afspraak met de stadhouder gemaakt om dit én de aanhoudende dreiging bij het kasteel te bespreken.

Geruchten over de brand

Nog niemand heeft het Margaretha direct verteld, maar het gonst in heel Den Haag van de geruchten. Het schijnt dat de Fransen haar kasteel aan vier hoeken aan hebben gestoken en dat het twee hele dagen gebrand heeft. De lokale boeren hebben nog geprobeerd het te redden met hun laatste rooie centen, maar helaas, het heeft niet mogen baten.

Brieffragment over geruchten

[sijn hoocheijt het selfve sal toestaen] de heer van ginckel
is wt, om sijn hoocheijt daer over1Over de mogelijke thuiskomst van Godard Adriaan te spreecke alsmeede
weegens onshuijs te Ameronge daer gistere den heelle
haech vol van is geweest en aen verscheijde geschreefve
is dat de franse het selfve aende vier hoecke soude aen
brant gesteecke hebbe, dit soude voorleeden dijnsdach227 februari 1673 was een maandag, dus het huis is dinsdag 21 februari 1673 in brand gestoken. al
geschiet sijn so geseijt wort en dat onse arme boore noch
wt haer armoetge twee duijsent gul tot behoudenis va
vant selfve soude gepreesenteert hebbe, dat dat niet helpe
kost het soude twee dage brant hebbe, en niemant schrijft
mij Een woort hier van dat mij doet hoope het niet waer
sal sijn den heer vande haechgedoorn seijt dat dat den
rentmeester Euwijck3Rentmeest Ewijk van wttrecht koomende seijde het
brande, den jonge vermeer heeft het ock aende soons
soon vande profeser voetsius4Gijsbert Voetius geschreefve ock ist aende
heer van rhijnswou5Johan van Reede van Renswoude en meer andere geschreefve, en
niet Een woort aen mijn daer ick mij niet genoech van
kan verwondere en weet niet wat ick dencke sal hoe 

Links staat een engeltje met een fluit in de mond, die het het engeltje tegenover hem aandachtig aankijkt. Dit engeltje zit met een harp op een guirlande en kijkt naar het engeltje dat min of meer over de guirlande hangt. Dit engeltje heeft een brief in zijn hand, met zijn andere hand wijst hij iets aan op de brief. Zijn mond staat half open. Achter hem staat een vierde engeltje. Hij heeft zijn rechterhand hand op de schouder van het engeltje met de brief, in zijn linkerhand heeft hij een opgerold document. Hij kijkt over zijn schouder naar het engeltje met de harp, dat tegen hem aan leunt. Hij lijkt iets in zijn oor te fluisteren.
Fragment van Deel van fries op schouw in Vroedschapskamer van het Stadhuis op de Dam, Hubert Quellinus, naar Artus Quellinus (I), 1663. Collectie Rijksmuseum

Niemand heeft haar een woord erover geschreven of iets tegen haar gezegd, dus misschien is het niet waar? Margaretha verkeert ernstig in de ontkenningsfase. Maar ja, wie zou dat niet zijn? Het huis, waar zij en Godard Adriaan tientallen jaren aan hebben gewerkt om het zo mooi mogelijk te krijgen, is niet meer. Ze is gewoon ziek van de stress. Zou God haar straffen? Als dat het geval is wil ze deze straf overwinnen en er als beter mens uit komen.

Brieffragment met eerste reactie van margaretha

wel ick dit langenoech gehoort en sien koome heb heeft
het mij so gealtereert6Altereren: veranderen, verouderen en ontstelt7Ontstellen: verschrikken, maar ook iets ontredderen dat ick der half sieck
van ben doch wil noch al hoope het niet waer sal
sijn en alst al so is moet ick dencke het de wel ver
diende straffe van mijn sonde sijn godt biddende
ick hier door van soude mach gebeetert worde
hoope de heer almachtich sal geefve uhEd hier in
ock geduldich sult sijn en dencke worde wij hier
daer door van godt besocht dat hij hondert midlen
heeft om ons weer te seegenen alst sijn godlijcke
wil is, so niet sijne wil geschiede hij doet met ons
naer sijn wel behaechgen, [de vrou van wulfve heeft]

Ziekte in de familie

Ook binnen de familie gaat het niet goed. Haar eigen gezinnetje is gelukkig weer helemaal, maar elders in de familie gaat het wat minder goed. Anna van Renesse van Moermont, de vrouw van Godard Adriaans neef, de heer van Wulven, is ernstig ziek geworden. Ze heeft last van hevige koorts en flinke diarree. Morgen gaat Margaretha op ziekenbezoek naar Rotterdam, om haar aangetrouwde nicht en haar vijf kindjes te zien.

Brieffragment over de Vrouw van Wulven

[naer sijn wel behaechgen,] de vrou van wulfve8Anna van Renesse van Moermont heeft
mij vandaech ock laeten segge dat sij Een kontin
weele koorts met Een swaere loop9zware loop: diarree heeft ick sal
merge met godtshulp naer rotterdam gaen om te
sien hoet met haer is, dat sij quam te sterfve wat
sou ick doen sij sit te rotterdam met haer vijf
kinderen de heer van wulfve10Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken is te wttrecht de
vrou van sandenburch11Nicola van Baexem is ock naer wttrecht toe,
in soma12In somma: kortom ick hoope de heer almacht haer beeterschap
sal geefve en int leefve behoude , [den heere van]

Gravure met links een groep nette mensen. Achteraan een jongen in het donker. Voor hem twee jonge dames met lange jurken met kanten kraag met daarop een medaillon en hun handen in een mof. Voor hun een oudere vrouw in het zwart. Naast haar een jonge man met krullen en een hoed. Ze praten met twee vrouwen, waarvan de ene haar handen gevouwen heeft en ze kijkt ze verdrietig dramatisch aan. Aan haar rok hangt een klein meisje met een stok in de hand. Achter haar een wat jongere vrouw die kijkt naar de bezoeken de groep, maar haar hand uitsteekt naar een wat ouder meisje die ook haar handen in een mof heeft. Rechts achter hun staat een bed met daarin een zieke man, hij heeft zijn arm op, maar niemand ziet hem. Aan de muur naast hem hangt een plank met daarop een kan, een bord en een glas. Daarnaast een met riet beklede rechte stoel en op de grond staat een brede schaal. Een po?
Bezoeken van de zieken. Eén van de zeven daden van barmhartigheid. Prent van Abraham Brosse, uitgegeven door Jean Leblond (I), 1640-1642. Collectie Rijksmuseum

Ook schrijft Margaretha dat de heer van Heeze en Leende weg bij het garnizoen is omdat zijn vrouw, een nicht van Godard Adriaan, zo ziek is. Het is de vraag hoeveel leden van de familie van Reede het Rampjaar gaan overleven.

Nog een brandschatting

Of het nog niet erg genoeg is dat Amerongen afgebrand is, nu krijgen zoon Godard en Philippota bericht uit Gelderland, dat ze een brandschatting voor Kasteel Middachten moeten betalen. Hun zoon gaat nog aan zijn vader schrijven, maar Margaretha stelt toch Godard Adriaan alvast op de hoogte. Met dit slechte nieuws er ook nog eens bij is het nog belangrijker dat hij snel thuis komt.

Stadhouder Willem III heeft gezegd Godard Adriaan te gaan schrijven, maar met de trage post is dat nog wel even duren. De stadhouder vraagt of Godard Adriaan wil blijven, tot Generaal Waldeck bij de keurvorst aangekomen is… Alles gaat zo traag, terwijl Margaretha het liefst haar echtgenoot nu al aan haar zijde had. Het tweede fragment lijkt op de afbeelding kleiner geschreven, maar Margaretha heeft haar briefpapier een kwartslag gedraaid, waardoor ze nu in de breedte schrijft. We hebben hier de grote van afbeelding aangepast aan de breedte van dit weblog.

Eerste brieffragment over de brandschatting op Middachten.

[kontiniweelle koorts,] de heer van ginckel heeft
ock van sijns vrous goet wt gelderlant vandaech
geen goede tijdin gekreechge daer willense al
meede gelt hebbe, twijfele niet of hij salt uhEd
schrijfve alsmeede dat hij sijn hoocheijt niet heeft

Tweede brieffragment over de brandschatting op Middachten

konne spreecke maer so ick hoor heeft sijn hoocheijt uhEd self ge=
schreefve en versocht de wijle uh hij van meeninge is den
graef van waeldijck13Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg aen de keurvorst te sende dat uhEd
noch so lange daer sout blijfve, ick verlan wel naer des
selfs overkomste en sal bekomert sijn hoe hij sonder
peerijckel14Perikel: dreigend gevaar, hachelijke toestand wel overkoome sal, de heer almachtich wil uhEd
op alle sijne weechge bewaeren met gesontheit bij ons bren
ge dit bid en wenst van harte

Mijn heer en lieste hartge

UhEd getrouwe wijff
MTurnor

P.S. Een gewaagde ontsnapping

In haar PS belooft Margaretha aan achterblijvers in Utrecht te schrijven om haar op de hoogte te houden. Margaretha en familie zijn niet de enige mensen die een enorm boete opgelegd gekregen hebben door de Fransen. Ook de heer Pieter Ruijsch lijdt onder de Fransen. Zijn vrouw en kinderen waren gevlucht en daar stond een geldstraf op van wel 42.000 guldens! In betalen had Ruijsch geen zin, dus heeft hij zichzelf Utrecht uit gesmokkeld met een slimme verkleedtruc.

Naschrift over de ontsnapping

ick schrijf nog van
deesen avont naer
wttrecht datsij mij
met den Eerste souden schrijfve hoet met Ameronge staet
den heer pieter rhuijs15Pieter Ruijsch, geëligeerde in de Staten van Utrecht ist in schipper of vissers kleere ontkoome
en te Amsterdam bij sijn vrou en kindere gearijveert de
franse binne wttrecht wilde van hem voor sijn vrou en
kindere en sijn vrous voor kindere twee en veertich duijsent
gulde hebbe

Gravure van het bovenlijf van een man hij staat enigszins naar rechts gedraaid en kijkt over zijn rechterschouder uit beeld. Hij draagt een pet op zijn hoofd en een stok met daaraan een halve vis en een klein visje. Hij heeft grote ogen, een grote neus en zijn mond staat half open, hij kijkt geschrokken / angstig.
Visser, Nicolaes van Haeften, 1694. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Over de mogelijke thuiskomst van Godard Adriaan
  • 2
    27 februari 1673 was een maandag, dus het huis is dinsdag 21 februari 1673 in brand gestoken.
  • 3
    Rentmeest Ewijk
  • 4
    Gijsbert Voetius
  • 5
    Johan van Reede van Renswoude
  • 6
    Altereren: veranderen, verouderen
  • 7
    Ontstellen: verschrikken, maar ook iets ontredderen
  • 8
    Anna van Renesse van Moermont
  • 9
    zware loop: diarree
  • 10
    Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
  • 11
    Nicola van Baexem
  • 12
    In somma: kortom
  • 13
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 14
    Perikel: dreigend gevaar, hachelijke toestand
  • 15
    Pieter Ruijsch, geëligeerde in de Staten van Utrecht

Duivels Dilemma

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Dit is één van de meest geciteerde brieven van Margaretha, omdat hier zo duidelijk het dilemma rond betalen of niet betalen voor het behoud van Kasteel Amerongen uit de doeken wordt gedaan. Ze stuurt deze brief wel mee met de diplomatieke post van de Brandenburgse vertegenwoordiger in Den Haag, Matthias Romswinckel. Een snelle route, want Godard Adriaan krijgt hem binnen een week, en dat is zelfs sneller dan via de ijlbode van Willem III (de koetsier van graaf Waldeck) waar de vorige brief mee gekomen is.

Goede raad is duur

Binnen drie dagen betalen, of anders….! Zoals in de vorige brief aangekondigd wil ze de beslissing niet in haar eentje nemen maar gaat ze te rade bij vrienden in Den Haag en Utrecht. Die komen met het advies om toch het geld maar neer te tellen, omdat de Fransen zich tot nu toe netjes aan hun woord hebben gehouden, en huizen waarvoor betaald is met rust hebben gelaten. Maar als ze zou betalen zou ze dat, om verschillende redenen die Godard Adriaan wel kan bedenken, geheim moeten houden. Betalen aan de Fransen was door de Staten-Generaal verboden.

Brieffragment betalen of niet

[in de tijt van drije dagen en niet betaelle], ver=
scheijde van onse goede vriende al hier so wel
als die te wttrecht oordeele wij die som tot be=
houdenis vant huijs behoorde te wagen, voegende
voor reede daer bij datse tot noch toe haer woort
diese tot konservasie1conservatie: behoud vande huijse hebbe gegeefve
niet te buijten hebbe gegaen2haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden maer die hebbe
verschoont en bewaert datter int minst
niet aen is gekrenckt, doch alsmen wat geefe
sou dat ment selfge sou moete seeckreeteere3secreteren: geheimhouden om
verscheijde reedene die uhEd kan dencken,

Wat moet ze doen? Het zou haar zwaar vallen om een huis dat van generatie op generatie in de familie van Godard Adriaan is doorgegeven, en waar ze zelf dertig jaar ziel en zaligheid in heeft gestopt, verloren te zien gaan als het met zo’n bedrag te redden zou zijn. Hoewel geld dus schaars is en bijna niet te krijgen.

Eerste brieffragment over het idee van het verlies van het huis
Tweede brieffragment over het idee van het verlies van het huis

ick in pijn sijnde niet weetende wat ick doen sal
sou niet gaeren Een huijs dat so out van uhEd
voorouders is gekoome en daer ick nu dartich

ijaere met so veel sorch op heb getobt4Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren sien verloore
gaen alst ment met so een som sou konne voorkoom

Ze gaat laten navragen of er niet nog 14 dagen uitstel te krijgen is, of dat er met 2000 in plaats van 3000 gulden ook wat te bereiken is.

Interieur met een staande vrouw die wordt toegesproken door een zittende officier. Naast hem zit een oudere vrouw die uit een glas drinkt. Rechts een hond. Op de tafel een kandelaar met kaars en een opengeklapte spiegel.
De galante conversatie, ca. 1654. Door Gerard ter Borch (II), Collectie Rijksmuseum

Brandenburgs succes?

Ondertussen wordt in Den Haag reikhalzend uitgekeken naar de Duitse post, want het gerucht gaat dat de keurvorst van Brandenburg nu toch een overwinning op Turenne heeft gehaald. Maar het wachten is nu op bevestiging uit het leger van Brandenburg zelf, want het bericht wordt sterk betwijfeld.

Dooi verhindert prinselijke plannen

Willem III is weer naar Alphen aan den Rijn. Het vriest hard, maar men zegt dat de grond zo warm is, dat dat opweegt tegen de kou in de lucht, waardoor het toch dooit. De prins kan daarom met zijn leger niet zoveel uitrichten, en zo vervliegt er weer een sprankje hoop op bevrijding van de bezette gebieden. Dat omgekeerd de dooi ook beschermt tegen eventueel Frans gevaar voor Holland, benoemt Margaretha dit keer niet. Het glas is momenteel halfleeg, en dat is te begrijpen.

Brieffragment over Prins Willem III

[bataelge sal leevere of dat wagen,] sijn
hoocheijt is weer naer Alfhen, het vriest 
hier weer sterck dan men seijt dat de gront
van ondere so warm is dat vandaer so veel
doijt als de lucht van booven vriest, geloof
niet datter Eits gedaen sal worde, daermee
dan al onse hoop van verlossine verdwijnt, [dees]

Een soort opengeklapte tekening van de Gouwe Sluis. Links verticaal stroomt de Rijn, midden over de pagina horizontaal stroom de Gouwe. Op ongeveer 3/4 van de pagina ligt in de gouwe het sluisje. De huizen en bomen aan de bovenkant van de Gouwe staan normaal, die aan de onderkant van de Gouwe staan op zijn kop alsof het land bij de Gouwe is opengeklapt.
Gouwesluis bij Alphen aan den Rijn, Jan Daemszoon, ca 1561. Collectie Archief Hoogheemraadschap Rijnland

Rijngraaf voorgetrokken

Nog een nijdige p.s.: Rijngraaf Karel Florentijn van Salm heeft voor zijn zoontje (12 jaar) weer een compagnie gekregen. “Dat kind heeft nu drie compagnieën!” Graaf Karel had er zelf ook al drie én drie regimenten, dus feitelijk heeft hij nu drie regimenten en zes compagnieën. “Dat kan voor een man wel gaan”, pent Margaretha bozig, maar de weduwe van admiraal van Ghent kon er voor háár zoon geen krijgen. Schrijft Margaretha hier nu dat een kind een legeronderdeel gaat aanvoeren? Nee, het gaat hier waarschijnlijk om het verzamelen van aanstellingen (voor jezelf of familie) die geld opleveren, en die je vervolgens voor een lager bedrag door een ander laat uitvoeren.

Postscriptum

graef karel de rijngraef5Karel Florentijn van Salm heeft nu weer een kompangi
voor sijn soon gekreechge dat kint heeft nu drie kompa
en graef karel 3 en drije reesgement, Ergo 6 kompan
en die reesgemente dat kan voor Een man wel gaen
de arme weduwe van den Admiraal gent kost
voor haer soon niet krijge, so dient den Eene het
geluck bij dandre niet

  • 1
    conservatie: behoud
  • 2
    haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden
  • 3
    secreteren: geheimhouden
  • 4
    Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren
  • 5
    Karel Florentijn van Salm

Oude brieven en een veeleisende intendant

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 15 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 23 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Al eerder schreef Margaretha over gedonder met de post. Nu schrijft ze dat ze gisteravond drie brieven van Godard Adriaan heeft ontvangen. Het zijn oude brieven; twee van begin februari en één van 30 januari. Zou er misschien iemand zijn die de brieven ophoudt…?

Een andere postdienst

Ondertussen krijgt Willem III brieven van de keurvorst van Brandenburg van veel recentere datum dan de brieven die Margaretha van Godard Adriaan ontvangt. Margaretha besluit haar brieven met de Brandenburgse gezant Matthias Romswinckel mee te geven.

[wel moeijelijck,] met gelooft hier datter Eimant
onder moet speelle die de briefve op houde en uhE
daermeede Een part soecke te speelle, want so
ick bericht wort krijcht sijn hoocheijt wt het leeger
vande keurvorst briefve die wel Een post verser
sijn als die van uhEd koome, ick sal nu de mijne
met romswinckel sien te sende, en sien ofse beeter
sulle bestelt worden[, nu moet ick tot mijn leet]

Een schilderij van een serieus kijkende man met golvend haar tot op de schouders en een vlassig snorretje. Hij draagt een roodfluwelen mantel en daaronder iets met een witte, rechte kraag. Hij zit op een stoel met naast hem een tafel waar zijn rechter arm op ligt. Op tafel ligt een persisch tapijt met onder zijn arm papieren. Aan de rechterkant achter hem een raam met uitzicht op een burcht met torens die donker afsteekt tegen de ondergaande (of komende?) zon.
Portret van Matthias Romswinckel, Caspar Netscher, ca. 1670. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort

Drieduizend gulden

Margaretha moet zich verontschuldigen voor het slechte nieuws: intendant Louis Robert eist nu echt drieduizend gulden van de Van Reedes. Wanneer de Franse ambtenaar het geld niet ontvangt, zal hij het huis in Amerongen in vlammen doen opgaan. Margaretha’s smeekbede heeft dus geen enkele zin gehad. Zoon Van Ginkel heeft aangeraden het bedrag te betalen, maar Margaretha twijfelt. De intendant beweert dat het bedrag maar eenmalig dient te worden betaald, maar geeft tegelijkertijd aan dat hij dat niet zwart op wit kan zetten. Louis Robert is immers ook afhankelijk van de wil van de Zonnekoning.

Eerste brieffragment brandschatting

[sulle bestelt worden,] nu moet ick tot mijn leet
weesen alweer van swaericheijt spreecken, hierkoo=
=mende viend briefve van de seeckreetaris van
Ameronge en vande prockereur generael, daer
de heer van ginckel uhEd de kopijen van
heeft met de laeste post gesonde, die segge
dat den intendant perforse1Parforce: met (alle) geweld drije duijsent gul
van ons wil hebbe of wil met de Exsckusi
van ons huijs te doen springe en voort
alles te ruweeneere voort gaen, ick ben

Tweede brieffragment brandschatting

[alles te ruweeneere voort gaen,] ick ben
ten hoochste bekomert niet weetende wat hier in sal doen
den heer van ginckel sou niet gaere sien dat sij tot
d Exsekusi soude koomen hij meent wij daer die
3000f aen hoorde te wagen, de intendant seijt
dat het maer voor Eens te geefve sal vrij sijn
doch wil daer geen verseeckerin vandoen seijt
het opt woort van koninck moet aen laete koo
=me se segge ock dat onse ackte van garant
als der op Aen sou koome maer Een acksi sou
sijn daer mij het naer loope meede sulle hebbe
ick kan niet segge hoe benaut ick hier over
ben [sou ock wel licht het gelt geefve om ons]

Wat wil Godard Adriaan?

Margaretha weet zich geen raad. Als ze wist dat Godard Adriaan van mening is dat ze het geld moeten betalen om het huis te behouden, dan zou Margaretha dat in een oogwenk doen. Maar ze heeft geen tijd om zijn advies af te wachten en besluit bij goede vrienden te rade te gaan.

Brieffragment advies Godard Adriaan

[ben] sou ock wel licht het gelt geefve om ons
huijs te konserveere so ick wist uhEd aengenam
sou sijn, daer is geen tijt om uhEd advijs af
te wachte sal met goede vriende te rade gaen

Verse rekruten

Ondertussen heeft Willem III in de vergadering van de Ridderschap voorgesteld om de oude regimenten te ontbinden en verse rekruten uit Duitsland aan te nemen. Hier is niet iedereen het mee eens; er wordt flink over gemopperd. Margaretha zegt het niet met zo veel woorden, maar het is duidelijk dat haar man verantwoordelijk gaat zijn voor het werven van nieuwe rekruten. Het is een korte brief geworden. De stalmeester van Georg-Friedrich von Waldeck-Eisenberg is namelijk met spoed door Willem III naar Godard Adriaan gestuurd en staat op het punt te vertrekken. Margaretha geeft de voorliggende brief dus niet met Romswinckel mee, maar met de stalmeester van de graaf van Waldeck.

Brieffragment werven nieuwe troepen

sijn hoocheijt heeft inde va vergaderin van rider
schap, alhier geprooponeert2Proponeren: ter tafel brengen om de oude reesge
=ment die heel wat gedevaeliseert3Devaliseren: ernstige beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) sijn te
kasseere4Casseren: afzetten, uit ambt ontzetten en weere nieuwe aenteneeme die wt
duijtslant soude koomen, hier murmereere veel
seer over, brenger dees is de stalmeester vande
graef van waldijck die Espres van sijnhoo
aen uhEd wort afgesonde en so vertreckt
daerom dees moet Eijndige blijf
Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff

MTurnor

Prent van een man met een bos kroezend haar tot over zijn schouders. Hij draagt een harnas met een kanten kraagje en kanten manchetten en een sjaal om zijn middel. In zijn handen een maarschalksstaf. Hij kijk geamuseerd naar de toeschouwer, terwijl achter hem oorlog gevoerd wordt.
Prent van Georg Friedrich, prins van Waldeck-Eisenberg, Christiaan Hagen, ca. 1663-1695. Collectie Rijksmuseum

P.S.: Hoe gaat het met u?

Op het laatste moment besluit Margaretha toch nog even snel te vragen hoe het er voor staat met de Brandenburgse troepen. En oh ja, niet onbelangrijk, hoe gaat het eigenlijk met Godard Adriaan?

Postscriptum

sal seer naer uhEd briefve verlange
hoet daer met de leegers van heere
keurvorst sal sijn, en insonderheijt5Inzonderheid: voornamelijk
met uhEd, de heer almachtich wil
twerck tot onsen beste seegene en
uhEd bewaere

  • 1
    Parforce: met (alle) geweld
  • 2
    Proponeren: ter tafel brengen
  • 3
    Devaliseren: ernstige beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend)
  • 4
    Casseren: afzetten, uit ambt ontzetten
  • 5
    Inzonderheid: voornamelijk

Donkere wolken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 30 januari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 14 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Margaretha zit nog steeds met twee doodzieken in huis: de keukenmeid en de jongen. Ze zijn nog steeds buiten hoop van leven. De jongen dolt zo dat hij nauwelijks in bed te houden is. ‘De Heere wil ze geven wat zalig is’, verzucht ze.

Nieuws uit Amerongen

De intendant van Utrecht, Louis Robert, heeft de secretaris van Amerongen naar Den Haag gestuurd met een dreigende boodschap. De intendant heeft opdracht gekregen om het Huys in Amerongen op te blazen, tenzij Margaretha 3000 gulden contant betaalt. De secretaris heeft ook een brief van Abraham van Wesel bij zich, advocaat van het Hof van Utrecht. De secretaris en Van Wesel denken beiden dat de Fransen wel met minder genoegen zullen nemen. De secretaris denkt dat 2000 gulden ook wel genoeg is, maar weet ook zeker dat als Margaretha dat niet betaalt, ze het plan om het huis te laten springen uit zullen voeren.

Brieffragment dreigement intendant Robert over Amerongen

de seeckretaris van Ameronge is hier van den inten
=dant robbert die te wttrecht is gesonde om mij te sege
dat hij last heeft omt huijs te Ameronge te doen
springe ten waere men met hem wilde ackordeer
en soude hem met Een som van drije duijsent gul
kontant laete kontenteere, de seckretaeris seijt
en den heere weesel schrijft sij geloofve hij met
minderwel te vreede sou sijn ija so de seekretaer
meent wel met twee duijsent gul sij beijde
meene ick dit hoorde te geefve sondert welcke
ongetwijfelt so sij segge sij tot de Exsekusie sulle
voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart
sou jamere en seer doen, weet niet wat ick doen

Margaretha komt gelijk bij de kern van haar dilemma: als ze nu geld geeft, willen ze snel weer geld, want ze hebben geld voor de oorlog nodig. Bovendien is voor de Fransen geld net zo schaars als voor haar.

Brieffragment over geld

[sou jamere en seer doen,] weet niet wat ick doen

sal
tot konservaesi van mijn huijs sou ick veel doen en
meer als ick kan, maer vreese alsmen nu al gelt
geeft dat het in korte alweer te doen sal sijn,
want sij wille gelt hebbe, dat bij mijn ock so wel als
bij haer schaers is, ick ben hier seer in bekomert

Winterlandschap. Een vierkante toren en enkele huizen langs een bevroren water in een besneeuwd landschap. Op het ijs enkele figuren met een slede, links een boerenschuur. In deze voorstelling domineren de donkere onheilspellende wolken, die van links worden beschenen door de laagstaande zon. De dik ingepakte mensen op het ijs steken nietig af tegen deze onbarmhartige natuur. In zo’n winterlandschap van Ruisdael zou een vrolijke menigte schaatsers niet op zijn plaats zijn.
Winterlandschap met donkere wolken, Jacob Isaacksz van Ruisdael, ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Compassie

Margaretha besluit om op het gemoed van de Fransen te spelen. Ze stuurt de secretaris terug met de boodschap dat ze alles wat Godard Adriaan en zij bezitten in handen hebben en dat ze daar nu geen inkomsten van hebben. Voor wat extra dram voegt ze toe dat ze zelfs niet genoeg heeft om zelf van te leven. Als kers op de taart hoopt ze op de goedertierendheid en de compassie van Lodewijk XIV. En ze spreekt de Fransen ook aan op de praktische consequenties: als het goed (het kasteel) in brand gestoken wordt, dan hebben ook de Fransen er zelf ook niks meer aan. Tot slot stelt ze ook een eigen eis: als ze betaalt, dan wil ze ook de garantie dat er niks beschadigd wordt.

Brieffragment waarin Margaretha compassie van Lodewijk XIV vraagt

heb de seeckretaris die merge weerom gaet
belast te segge dat hij mij gesproocken heeft
en dat ick seg, sij al het onse in haere hande
hebbe daer ick als waer is niet Een stuijver
van kan trecke dat mijn goet so bedurfve is
dat ick selfs niet heb om van te leefve daerom
ick geen gelt heb en niet kan geefve, dat ick
hoop de goedertierenheijt vande koninck so groot
sal sijn en ock sijn kompassie, dat sij sulle bewoo
=ge worde van sulcks niet ter Exsekusi te stelle daer
sij niet int minste vande konne proofijteere, en
alsmen al wat sou geefve, of sij mij soude kone
verseeckeren dat mijn huijs int toekoomende
niet soude beschadicht worde, sal hierop het
antwoort vande seeckretaris verwachte ent
voort de heer almachtich beveelle in wiens
hande alles staet hij heeft het ons gegeefve hij
kant ons neeme als sijne godlijcke wille is, ick
kan niet segge hoe bedroeft ick ben, als wij ons

Geld

Het probleem om aan geld te komen is reëel: ze heeft nog steeds het duplicaat van de ordinantie niet, dus er wordt nog steeds niet uitbetaald. Ze verwacht dat dat deze week geregeld is, maar dan moet ze de ontvanger nog overtuigen haar het geld daadwerkelijk te geven. Zodra dit gelukt is, zal ze gelijk een verzoek tot een volgende uitbetaling doen. Margaretha is niet de enige met geldproblemen: de compagnie van Van Ginkel is ook al drie maanden niet betaald. Kortom, het is niets dan misère.

Brieffragment over de schaarste van geld

uhEd kan niet geloofve hoe schaers het gelt is,
de heer van ginckel is sijn kompangi bij de drij
maende ten achtere van sijn tracktement krijcht
hij niet, in soma tis niet als miseerij, [de luijde]

De oorlog

De mensen beginnen ook de stad weer uit te vluchten, de angst voor vriesweer is nog steeds groot. De Franse troepen in Utrecht komen weer in beweging, dus daar staat wat te gebeuren, en ook de Prins van Oranje schijnt nog een plan te hebben. Het vervelende is dat het weer zo ‘wankelbaar’ is, dat er nauwelijks iets te plannen is.

Brieffragment over het vriesweer

[hij niet, in soma tis niet als miseerij,] de luijde
vluchte weer van hier met gewelt nu weer be=
gint te vriesen, hoope het niet aenhoude sal, in
en ontrent wttrecht treckense weer seer veel volck
ock Eenige ruijterij, men vreest sij weer Eenich de
seijn op hande hebbe, daer wij voor moete schricke
want het geluckt haer meest wat sij beginne ist
niet al int geheel altijt ten deelle, [nu begint]

Er is goed nieuws gekomen uit Keulen! Men zegt dat de troepen van de Keurvorst 3000 Münstersen verslagen zouden hebben! Margaretha hoopt maar dat het waar is.

Venijn

Het venijn zit in de staart. De secretaris heeft gezegd dat intendant Robert een lijstje heeft met huizen die hij wil laten springen. Op dat lijstje staan vijf huizen en Amerongen is erbij! Daarnaast worden Zuilesteyn, Moersbergen, Hindersteyn en een huis dat ze zich niet kan herinneren genoemd.

Kasteel-Roghman-achterkant

Kasteel-Roghman-achterkant

Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Moersbergen-Doorn

Moersbergen-Doorn

Tekening van Kasteel Moersbergen, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief

Zuylestein-Leersum

Zuylestein-Leersum

Prentbriefkaart van foto van Kasteel Zuylestein, 1900-1905, Collectie Het Utrechts Archief

Hindersteyn-Langbroek

Hindersteyn-Langbroek

Tekening van Kasteel Hindersteyn, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief

Er schijnen ook huizen veilig te zijn: Renswoude, Schonauwen, Hardenbroek en Groenewoude. Laten dit nu net allemaal huizen zijn waar familie van Johan van Reede van Renswoude woont! Zijn zoon Frederik woont op Schonauwen, dochter Jacoba is getrouwd met Hendrik Gijsbert van Hardenbroek en Groenewoude is net door dochter Mechteld gekocht voor haar zoon Gijsbert Johan van Hardenbroek. En dan schijnt ook nog dat Gilles Sautijn bemiddeld heeft. Zouden de roddels dan toch waar zijn? Margaretha had eerder gehoord dat Sautijn buskruit aan de Fransen had verkocht en ze had Van Reedes van Renswoude ook al aan Sautijn gelinkt

Afsluiting met ps

de seeckretaris
seijt dat den intendant
5 huijse op sijn briefge
heeft om te doen springe
alst huijs te Ameronge suijlisteijn moersberge
hindersteijn het ander is mij ontgaen,
rhijnswou schoonouwe hardenbroeck en groenewou
dat de maijoor hardenbroeck lest gekocht heeft
sijn so geseijt wort door reeckomandasi van
Arlinton , en soutijn van Amsterdam vrij

Renswoude-Renswoude

Renswoude-Renswoude

Kasteel Renswoude, prentbriefkaart naar tekening, 1910-1915, Collectie Het Utrechts Archief

schounauwen-houten

schounauwen-houten

Kasteel Schonauwen, Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Teylers Museum

Hardenbroek-Driebergen-Rijssenburg

Hardenbroek-Driebergen-Rijssenburg

Kasteel Hardenbroek, anonieme tekening, begin 20e eeuw, naar een tekening uit 1694, Collectie Het Utrechts Archief

Groenewoude-Woudenberg

Groenewoude-Woudenberg

Gezicht op huis Groenewoude, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum

De Hertog van Luxemburg dreigt

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 september 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 18 september 1672
Lees hier de originele brief

De post loopt helemaal niet soepel! De laatste die brief die Margaretha van haar man ontvangen heeft was van 25 augustus. Als er bij de volgende post geen brief van haar man zit, heeft ze al vier keer geen brief ontvangen. Ze is bang dat haar man al onderweg is naar Saksen. Kennelijk weet ze dat de afspraak is dat hij met het Brandenburgse leger mee zal trekken. De grote vraag is of hij, als hij onderweg is, überhaupt post kan ontvangen. Ze wacht met smart op een brief, want ze wil graag weten wanneer de troepen van de keurvorst in actie komen want dat wil iedereen graag weten!

Brieffragment over de Brandenburgse troepen

[theijt s heeft om de poste aen te treffe,] ondertus
=sche verlange ick seer naer deselfs briefve en daer
wt te hoore wanneer de troepees van den heere keur
=vorst aent ageere1Ageren: militair optreden sulle sijn, daer Een ijder hier
seer naer verlanckt, [binnewijlle laet den hartooch]

Brandschatting en contributie

Gravure van een man in harnas die naar rechts gedraaid staat. Hij kijkt ons een beetje bedrukt aan. Op de achtergrond zijn de Franse troepen de Utrechtse bevolking aan het afslachten.
Portret van F.H. de Montmorency, geboren 1625, hertog van Luxemburg, gouverneur van Utrecht in 1672, overleden 1695. Anonieme prent uit 1674. Bron: Utrechts Archief

Er is ook (weer) een aanmaning van de Hertog van Luxemburg2François Henri de Montmorency Bouteville. De eis is niet mals: 30.000 gulden, 300 karren hooi, 400 karren stro en 300 mud haver (een mud is ca. 36000 liter, 360 hectoliter, dat betekent ruim 15.000 kg haver). En of ze dat binnen acht dagen willen betalen, op straffe van plunderen en branden. Over dat eerste is Margaretha vrij nuchter: plunderen dat mogen ze, veel is er niet te halen, alles is toch al kaal geplunderd.

Tot nu toe heeft ze nog niet gehoord dat ze bij andere Edelen meer eisen, maar wel bij sommige Amsterdammers: de rijke koopmannen die hun buitenhuis in Utrecht aan de Vecht hebben.

Eerste brieffragment over de brandschatting of contributie

[seer naer verlanckt,] binnewijlle laet den hartooch
van lutsenburch3Hertog van Luxemburg niet mij aente doen maene omde
brant schattine of kostreebuijsie opt spoedichste
te betaelle daer ick uhEd voor dees van heb ges
schreefve en bestaet in 30000f aen gelt
en 300 karre met hoeij 400 met stroij 300 molder4Mudde/malder: inhoudsmaat, een Wijks mud voor graan is 150,5 liter, een Utrechts mud voor graan is 117,3 liter
havere dit alle in 8 dage op te brenge op peene
van5Op straffe van plondere en brande, het Eerste moogen
wel doen sulle niet veel vinde want hebben
der wel so geplondert datter niet gebleefve
is, ick kan niet hooren datse dit aen Een
=nige Edele haer huijse meer doen als ons

Tweede brieffragment over de brandschatting of contributie

maer wel aen somige Amsterdamers die haer
huijse en goet aende vecht hebbe legge, en
anders niemant of geen, ick sorch al mijn hart
ontstucken6On(t)stucke: gebroken so sij dit ter Exsikusie stelle dat
men heere de staten ons noch sulle disputee
=ren het selfve te vergoeden om dat het de
naem van Een b kontrubuijsie heeft, datse
sulle sustineere7Sustineren: beweren het ter oorsaeck van uhEd
wt landicheijt8uitlandigheid niet is, ick kander niet toe
doen moet verwachte wat sij doen sulle kan
niet opbrenge gelijcke die koopliede hier ock
niet en doen, ick bender so van ontstelt bender
half sieck van , [die dochter van joncker baerent]

Acte van garantie

Niemand kan de eisen van de Fransen opbrengen en dat baart Margaretha zorgen. En die zorg is vooral zakelijk. Godard Adriaan en Margaretha hebben een afspraak met de Staten (de Staten van Holland of de Staten Generaal): mocht er iets met hun huis gebeuren door het werk van haar man, dan krijgen ze een vergoeding voor de schade. Nu is Margaretha’s angst dat zoveel huizen door een contributie in plaats van een brandschatting vernietigd zullen worden, dat de Staten dan zullen zeggen dat hun schade niet komt door de “uitlandigheid” van haar man. Dat zou betekenen dat ze de vergoeding niet zouden krijgen. Ze is er zo van ontsteld dat ze er half ziek van is.

Verstrooiing

Margaretha besluit de brief met een smeuïge roddel over de dochter van ene jonker Barend. Die woonde ongehuwd samen met Van der Parre, maar is een maand geleden toch getrouwd. Zijn we weer helemaal op de hoogte.

  • 1
    Ageren: militair optreden
  • 2
    François Henri de Montmorency Bouteville
  • 3
    Hertog van Luxemburg
  • 4
    Mudde/malder: inhoudsmaat, een Wijks mud voor graan is 150,5 liter, een Utrechts mud voor graan is 117,3 liter
  • 5
    Op straffe van
  • 6
    On(t)stucke: gebroken
  • 7
    Sustineren: beweren
  • 8
    uitlandigheid

Goet en Bloet

Brieffragment van Godard Adriaan

… geen redelijke ziel
zal bij leven of sterven
ons komen culperen omdat wij
goedt en bloet voor de dier
gevochte vrijheid hebben
opgeofferd…

Godard Adriaan, 5 juli 1672

Vandaag opent de expositie Goet en Bloet op Kasteel Amerongen, het kasteel dat Margaretha na het Rampjaar heeft gebouwd. Aan de hand van de verhalen van Margaretha, Godard Adriaan en hun zoon Godard van Reede van Ginkel worden de bezoekers meegenomen langs de gebeurtenissen in het Rampjaar.

Rampjaar

De drie hoofdpersonen van Goet en Bloet: Godard Adriaan, Margaretha en Godard

Dit jaar is het 350 jaar geleden dat de Fransen, de Engelsen en twee Duitse bisschopen de Republiek de oorlog verklaarden en dit wordt uiteraard in Nederland ruim herdacht. Met Margaretha, Godard Adriaan en Van Ginkel heeft Kasteel Amerongen hoofdrolspelers die elk op hun eigen plek het Rampjaar mee maken. Hun verhaal moet natuurlijk op Amerongen verteld worden.

Goet

Het belangrijkste goed van Godard Adriaan en Margaretha is hun Kasteel in Amerongen. Het staat er nog steeds, maar niet meer zoals voor het Rampjaar. Door de dramatische gebeurtenissen is het huis zelf ook een hoofdpersoon geworden.

Bloet

De familieband, het bloed, is sterk, maar Margaretha, Godard Adriaan en Godard weten niet of en wanneer ze elkaar weer zullen zien. Margaretha zit achter de waterlinie, in het waarschijnlijk veilige Holland. Godard Adriaan zit als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg. Hun zoon Godard is aanvoerder in het Staatse leger. De brieven die zij elkaar schrijven, zijn hun levenslijn. De expositie is een duik in hun levens én in de vaderlandse geschiedenis.

Dit blog en de expositie

Dit blog en de expositie staan los van elkaar, maar gaan over hetzelfde. Vanuit het blog is de expositie een manier om de plek, de tijd en de tijdsgeest te beleven. Vanuit de expositie is het blog een persoonlijker kennismaking met Margaretha. Bovendien is in de expositie het Rampjaar al begonnen en voorbij, terwijl het hier voor Margaretha nog moet beginnen. En ook al weet je hoe het afloopt: het blijft spannend.

Goet en Bloet - Strijdvaardige familie verliest Kasteel in Rampjaar 1672

Pagina 2 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén