Op 19 juli 1667 wordt Margaretha van Reede gedoopt in de Andrieskerk in Amerongen. Schoondochter Ursula Philippota was vier dagen eerder, op 15 juli, bevallen van haar eerste kind. Hernoemen was bij dit eerste kind makkelijk: zowel de moeder van vader (onze Margaretha) als de moeder van moeder (Margaretha van Leefdaal) heette Margaretha. Helaas is de eerst volgende brief van Margaretha aan haar man pas na tien dagen, op 25 juli. Gelukkig was Philippota gezegend met het talent om snel te bevallen en snel te genezen. Wij weten dat al van de geboorten in 1672 bij Reiniera en in 1674 bij Godard Adriaan. De kans is groot dat ook deze eerste bevalling voorspoedig verliep.
Margaretha was opgelucht dat het gelukt was om Ursula Philippota op tijd in Amerongen te hebben. Ze wist gelukkig nog niet hoeveel moeite ze daar later mee zou hebben. Een minpuntje was dat de verse vader de bevalling niet kon mee maken. In verband met de aanval van Lodewijk XIV op de Spaanse Nederlanden moest hij kort na hun aankomst in Amerongen alweer vertrekken naar zijn regiment. Waarschijnlijk heeft hij de doop van de kleine Margaretha vier dagen later in de Andrieskerk ook niet meegemaakt.
Philippota zal haar oudste dochter altijd dicht bij zich houden en zij is dan ook één van de dochters die katholiek opgevoed wordt. Het verschil in geloof zal altijd een strijdpunt tussen Margaretha en haar schoondochter blijven. Formeel is afgesproken dat de kinderen protestant opgevoed worden, maar Philippota volhard in haar katholieke geloof.
In 1693 zal dochter Margaretha trouwen met de katholieke Johan Hendrik van Isendoorn à Blois. Bijzonder is dat er op 14 mei 1693 een attestatie in de Doop-, Trouw- en Begraafboeken van de protestantse Andrieskerk in Amerongen staat voor een voorgenomen huwelijk in Ellecom. In Ellecom wordt echter geen huwelijk voor het paar vermeld. Het paar trouwt wel katholiek in Doesburg op 15 mei 1693. Gelukkig weet onze Margaretha in 1667 nog niets van dit alles. Ik denk dat ze dik tevreden was dat ze vernoemd was, dat het goed ging met moeder en kind én dat het meisje in de eigen vertrouwde kerk gedoopt werd.
Margaretha van Reede (1667-1726). Collectie Kasteel Amerongen.
Eindelijk weer in Amerongen! Margaretha is met haar zoon en de hoogzwangere Philppota aangekomen. Ze maakt zich nogal zorgen, want het is Philippota’s eerste zwangerschap en ‘ze loopt nogal op het eind’. Tegenwoordige is een bevalling eigenlijk alleen een roze wolk en vergeten we voor het gemak alle minder aangename zaken die er omheen hangen. Tot in de twintigste eeuw was de dood in het kraambed één van de belangrijkste doodsoorzaken van vrouwen. Vooral bij het eerste of tweede kind was de kans op overlijden hoog. Gelukkig komt ook Philippota’s moeder naar Amerongen: met twee ervaren vrouwen moet het lukken. Toch voel je Margaretha’s zorgen.
Amerongen den 30 ijuin 1667
Mijn heer en lieste hartge
gistere avont sijn wij met de vrou van ginckel en onse soon hier gekoomen het welcke mijns oordeels tijt is wantse begint al heel pijnlijck te gaen hoe wel naer haer reeckenin sij noch wel ontrent Een maent of vijf weecke sal moeten gaen nu sij hier is ben ick so veer gerust en moete wij met paesijensie1Patientie: geduld afwachte wat de heer almachtich ons geefven sal, de vrou van Middachte2Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota sal so se seijt binne veertiendaege volge en ock hier koome ick sal met godt wel sorchge drage voort doope vant kint en wat daer toe dient, wij doen noch dagelijcks ons beste ontrent de Persoon vande vrou van ginckel dan dewijlle sij so opt leste van haer dracht is moete wijt al met diskreesie in alles gaen ick hoop noch als het beste, [hierkoomende ontfan]
Met Godard Adriaan gaat het goed en daar is Margaretha zeer verheugd over. Het tinnen servies is overgekomen, maar het schilderij van Cromwell sukkelt nog een beetje. Margaretha hoopt dat dat eindelijk is aangekomen, net als de goede tijding over de vloot! Margaretha maakt niet veel woorden vuil aan de tocht naar Chatham. Ze gaat ervan uit dat Godard Adriaan de officiële verslagen wel binnen zal krijgen. Maar Admiraal van Ghent en de Ruwaard van Putten (Cornelis de Wit) verdienen volgens Margaretha alle eer.
ick hoop noch als het beste, hierkoomende ontfan ge ick u uhEd schrijfve vande 21 deeser tis ons van harte lief daer wt te sien uhEd welvaerent heijt hoope het selfve lange sal kontiniweere , tis goet dat uhEd het tin Entelijck heeft ont fange doet mij leet dat de selfve daer so lange meede ontrijft is geweest dan dat is nu over de schilderij van kromwel hoope ick niet dat so lange onderweechge sal sockelen maer dat
uhEd die nu al heeft, alsmeede de goede tijdin van onse scheeps vloote , die ick niet twijfele of sal uhEd de pertikulaerijteijte daer van wt den haechge geschreefve sijn waer toe mij reefereere uhEd kan dencke hoe men hier daer in verheucht is, hier heeft den Admirael gent en de ruwert van putte geen kleijne Eere in geleijt, de heer die hier voor gedanckt moet sijn wil onse wapenen voort seegenen en geefve wij nu te beeter tot Een gewenste vreede moogen geraecken, [ick heb hier de heer sij]
Thuis is verder alles goed, het is niet zo droog als op Middachten en Margaretha kan nu aan de slag met de opdracht van Godard Adriaan: de muur repareren en de gracht uitgraven. Ze eindigt de brief met de dood van de vrouw van de keurvorst: Louise Henriette van Oranje, de oudste dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Louise Henriette was kort te voren nog bij haar moeder in Den Haag geweest, dus dat bedoelt Margaretha waarschijnlijk met de moeilijke reis. Kort voor haar dood schreef Louise Henriette: ‘ik heb wel geen reden om naar mijn dood te verlangen; ik bemin de keurvorst, mijn heer, hartelijk en zo ook mijn lieve kinderen; maar ik wil gaarne mijn God gehoorzaam wezen’. Louise Henriette was de oermoeder van de Brandenburgse en Pruisische vorsten en uiteindelijk de Duitse keizers. Margaretha zou trots geweest zijn, als ze geweten had dat een nazaat van Louise Henriette nog anderhalf jaar in haar kasteel zou wonen.
ick kan niet segge so bedroeft ick en meest alle mensche om de doot vande goede keurvors tin van brandenburch ben, sij most noch voort lest van haer leefve hier so melankolijck den heelle winter sitte en so Een moijlijcke reijs hebbe, dit gaet onse kindere in haer affaerees ock teegen, dan de wil des heere moet geschie de in wiens heijlige bewaerine uhEd beveele en blijfve Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor
Keurvorst Friedrich Wilhelm von Brandenburg (1620-1688) met zijn eerste echtgenote Louise Henriette van Oranje-Nassau (1627-1667), hun zonen Karl Emil (1655-1674) en Friedrich (1657-1713) en de kort tevoren geboren Ludwig (1666-1687). Collectie: Stiftung Preußische Schlösser und Gärten Berlin-Brandenburg.
1
Patientie: geduld
2
Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota
In haar vorige brief reageerde Margaretha kort op de brief van 14 juni, die ze op het moment van schrijven nét binnenkreeg. In deze brief beantwoord ze Godard Adriaans bericht van de 14de uitgebreider.
Tinnen servies
Margaretha heeft Godard Adriaan een tinnen servies gestuurd, maar dat heeft hij blijkbaar (nog steeds) niet ontvangen. Ze vreest dat het gestolen is. De ton rookvlees die Margaretha richting haar man gezonden heeft, is dan zeker ook niet aangekomen… Blijft Godard Adriaan nog lang weg? Zo ja, dan zal ze hem nog wel een ander tinnen servies sturen.
[wachten kost,] het doet mij leet uhEd het tin niet krijcht sou nu wel vreese het genoome is, dien selfve tijt isser de ton met roockt fleijs meede gesonde vreese die ock niet over gekoome sal sijn so uhEd staet maeckt daer noch Eenigen tijt te blijfve sal ick ander tin sende[, den brief]
Margaretha blijft de Utrechtse politiek volgen, ook al zit ze nog steeds in Middachten. Hoewel ze zegt dat ze niets meekrijgt, weet ze wel verrassend goed te vertellen wat er op de laatste vergadering van de Staten van Utrecht is besloten rondom het aanstellen van secretarissen en klerken. Iedereen loopt alleen maar te woelen en te warren.
[aende heer van rhijnswoude is wel bestelt,] van wttrechtse werck hoore ick hier sijnde niet meer als dat op de laeste vergaderin van state is voor geslage om twee sekretarisse aen te stelle deen om naert over lijde van van hilte en dander inde finansie te diene En Een Eerste klerck om naert overlijde van haeste dewelcke vande twee sekretarisse soude dependeere of dit beusekom1Nicolaas van Beusichem mee sal gaen weete niet se haeste hier seer meede, geloofve om door deese benifijse2Benefice: voordeel noch al deen en dander aen haer koort te haelle3De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen, die mense woelle seer4Woelen: onrustig zijn, doch geloo
sij haer selfve so sulle warre5Warren: in de war maken datse opt Ent niet sulle weete hoeser wt sulle koome , laetse al vrij talme6van talmen tent sal de last dragen7’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden [van de]
Nog geen vrede van Breda
En dan is er nog iets met een vrede in Breda. Margaretha heeft vernomen dat er in de stad van de Nassaus een vredesakkoord gesloten zou worden tussen de Republiek en Engeland, maar ze heeft er verder niets meer over gehoord, dus ze vreest dat het ook niet meer gaat gebeuren.
[vrij talme tent sal de last dragen] van de vreede die te breeda gemaeckt sou worde hoort me hier niet vrees daer niet van valle sal [onder]
Bange boeren
Ondertussen is de vorst-bisschop van Münster weer flink aan het werven. Hij laat met geweld de wegen vrij maken, zodat er vier ruiters overheen kunnen marcheren. De boeren in Herreveld zijn hartstikke bang. Ze durven geen geld bij zich te hebben, en hebben uit vrees dat het gestolen wordt ook de pacht maar alvast betaald.
[hier niet vrees daer niet van valle sal] onder tusche werft den bischop van Munster weer met gewelt en laet allomtom sijn weechge maecke datte vier ruijters int gelit door kon marscheere, de harveltse boere sijn so ban der fve geen gelt bij haer holde hebbe haer pachte die noch niet verscheene sijn betaelt wt vreese het haer mocht genoome werde[, de heer van]
Ook zoon Van Ginkel maakt zich alvast klaar om op veldtocht te gaan. Hij heeft zelfs al een kok aangenomen (een Duitser). Maar iemand heeft de matras en de donzen deken van Van Ginkels legerledikant meegenomen, waardoor hij weer nieuwe moet laten maken. Met Gods hulp hoopt Margaretha morgen in ieder geval met haar schoondochter naar Amerongen te vertrekken. Dan zal ze ook wel even kijken naar de muur en de gracht. O ja, hopelijk is het schilderij van Cromwell inmiddels aangekomen.
[het haer mocht genoome werde,] de heer van ginckel maeckt hem ock vast gereet om te velt te gaen heeft Een duijtse kock aengenoome nicklaij moet sijn matras en sijn ponse8Schrijffout: donzen deecke die tot sijn leeger ledikantge hoort mee genoome hebe die kame9kan men niet vinde en isser heel om verleechge moet weer nieu laette maecke hij had het wel moogen laeten, wij meene met dgodes hulpe overmerge met de vrou van ginckel naer Ameronge te gaen derf niet langer wachte de vrou van Middachte10Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota die vandaech weer na Aernhem is sal daer bij ons koome, als ick daer koom salde muer aenden hof en de graft aenden doelle volgens uhEd ordere laete maecke
Ganzenveren
Het laatste kantje schrijft Margaretha overdwars op de pagina. Na de bekende afsluiting ‘uhoogEdele [uw] getrouwe wijf en dienares’, volgt nog een PS. Margaretha heeft aan dienstmeid Jenneke gevraagd of ze ganzenveren kan kopen om de bedden op te vullen. Jenneke is bij Godard Adriaan, en het schijnt dat ganzenveren daar goedkoop zijn. De ganzenveren zouden dan met de bagage mee kunnen reizen, en ondertussen kunnen de dienstlui erop slapen. Margaretha hoopt maar dat Jenneke iets goeds koopt. De witte veren zijn de beste!
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor
ik heb aen jeneken laete schrijfve datsij daer eens naer leevendige ganseveere sou verneeme tis nu in tijt wij hadde hier wel 3 a 400 pont van doen so voor onse dochter als voor ons om in de bedde te vulle, als uhEd met godt te huijs koomt soudense met bogaesije11Bagage mee over konne koome ondertusche kost het volck daer op slaepen ick bidt laet sij der naere verneeme datse wat goets koopt de witte veere sijnde beste se sijn daer heel goij koopt en wij heb -bense hier nodich vandoen.
Een hond bij een dode gans en een pauw, Jan Weenix, ca. 1700. Collectie Rijksmuseum.
1
Nicolaas van Beusichem
2
Benefice: voordeel
3
De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen,
4
Woelen: onrustig zijn,
5
Warren: in de war maken
6
van talmen
7
’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden
8
Schrijffout: donzen
9
kan men
10
Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota
Margaretha heeft nog geen nieuwe brief van haar man binnen. Zijn laatste was van de 7e. Er zijn dus geen vragen van hem te beantwoorden, en verder heeft ze weinig nieuws te melden, ook niet over de politieke spelletjes rond de Ridderschap in Utrecht.
Geen tijd om te wachten
De kans is groot dat als straks de post komt dat er dan wel een brief van Godard Adriaan is. Maar dan is er geen tijd om nog uitgebreid voor een antwoord te gaan zitten, want de postbode heeft altijd haast. Toch weet ze een paar items bij elkaar te schrapen.
Middachte den 22 ijuin 1667
Mijn heer en liefste hartge
ick sien vast uhEd aengenaeme briefve int gemoet1tegemoet die ick geloofve noch met de postin sulle koome, maer dewijlle het so laet wert derfve ick niet langer met schrijfe wachte want se haest alse koomt so seer datse geen tijt geeft en tis middach uhEd laeste is vande 7 deeser, met de laeste post heb ick alles geschreefve dat ick weet seedert isser niet voor gevalle vant wt= trechtse werck2van de zaken in Utrecht hoor ick niet Een woort als tgeene uhEd voorleede maendach heb geschreve
In Utrecht probeert het stadsbestuur, zoals ze al eerder schreef, Van de Capelle er van te weerhouden om zich kandidaat te stellen voor de Ridderschap. Dit om de uitbreiding van de Ridderschap binnen de Staten van Utrecht te frustreren en vervolgens het Statenbestuur naar hun eigen fantasie in te richten, aldus Margaretha.
[koome,] om dat (het) haer3ze so se selfs afgeefve4toegeven al =leen te doen is om de augementasi5uitbreiding vande riderschap te niet te doen en het selfve daer naer6daarna , nae7volgens haer Eijge vantasij8fantasie en wil te sette9regelen, uhEd sult met de laeste post twee briefve van mij doch van verscheijde datems krijge, [ick had vandaech gemeent]
In Amerongen is de balustrade van de brug bijna gemaakt. De dertigduizend stenen die Ot Barentse heeft geleverd, worden momenteel ontscheept en naar het kasteel gereden. Volgens de schipper heeft Barentse hen lelijk bedrogen. De mooiste stenen heeft hij er uit gepikt en naar Amsterdam gestuurd! Hij is nog niet betaald en ze heeft hem geschreven dat ze voortaan geen stenen meer van hem hoeft te hebben. En dat is dan een ouderling in de kerk!
[bruch is haest gemaeckt en der aen,] men is beesich met dartich duijsent steen die ot barentse vande veertich gaerde10Veertich gaarden is een Amerongse boerderij heeft ge= sonden op te rijde daer hij ons leelijck meede heeft bedroochge hij heeft so de schipper diese gebrocht heeft seijt alde beste daer wtge= schoote11Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen en naer Amsterdam gesonde en de slechtse hier maer hij heeft ock noch sijn gelt daer niet voor, hebbe hem geschreef geen meer van hem te begeere, dat is Een ouderlin vande kerck, [ick hoop uhEd]
Uitsnede uit: Rivierlandschap met een stad op de achtergrond. Door Simon Frisius, naar David Vinckboons (I), 1605. Collectie Rijksmuseum. Op de voorgrond laden drie mannen bakstenen uit een boot.
Schilderij
Ze hoopt dat het tinnen servies dat ze heeft gestuurd inmiddels bij Godard Adriaan is aangekomen. Nog benieuwder is ze naar de lotgevallen van het schilderij van Cromwell dat naar hem onderweg was. Gezien het feit dat zich in de collectie van Huis Amerongen nog steeds een portret van John Cromwell bevindt, is dat waarschijnlijk goed gekomen. John Cromwell, een neef van de bekendere Oliver Cromwell, was een Engelse officier in dienst van het Staatse leger.
[ouderlin vande kerck,] ick hoope uhEd het tin nu sult gekreechge hebbe en haest de schilderij van kromwel12John Cromwell sult ontfange het welcke verlange te hoore [voorts ist hier]
John Cromwell (?-1663), Gerard van Honthorst, 1634. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.
In Amerongen en Middachten is verder alles goed. De moeder van Philippota verwachten ze vandaag ook weer thuis. Tijd voor de handtekening, en oh ja, beleefde groeten aan monsieur en juffrouw Van de Mandel.
Toch nog een brief
Maar, daar is reeds de post, met… een brief van Godard Adriaan van 14 juni. Margaretha leest hem snel en schrijft op de valreep toch nog even een reactie: ze zal, zoals hij vraagt, als ze weer in Amerongen is zich bezig houden met de muur en de gracht. De moeder van Philippota, de Vrouwe van Middachten, komt ook net binnen en doet de groeten. En weg is de postbode weer.
naert13na het schrijfve van dees ontfange ick uhEd aengenaeme vande 14 dees, also de postin wech wil sal int kort segge so haest ick te Ameronge koom sal de graft en muer volgens deselfs ordere laete maecke voor Eeijndige, so koomt ock de vrou van Middachte die haer hEd dienst preesenteert
1
tegemoet
2
van de zaken in Utrecht
3
ze
4
toegeven
5
uitbreiding
6
daarna
7
volgens
8
fantasie
9
regelen
10
Veertich gaarden is een Amerongse boerderij
11
Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen
Deze brief is 1 juni / 22 mei 1676 gedateerd. We gebruiken voor deze en de volgende brief de Gregoriaanse datum.
Voor Godard Adriaan écht weg gaat heeft hij een korte missie in eigen land. Hiervan zijn twee brieven van Margaretha bewaard gebleven. Deze eerste brief dateert ze 1 juni / 22 mei 1676.
Tien dagen verschil
Het verschil van tien dagen heeft te maken met de overgang van de Juliaanse naar de Gregoriaanse kalender. In de katholieke gebieden van Europa was de Greogriaanse kalender eind 16e eeuw ingevoerd. In de protestantse landen pas later. Hierdoor liepen in de Republiek de twee kalenders ruim een eeuw naast elkaar. Zeeland, Brabant en Limburg gingen in 1582 al over, Holland in 1583. Pas in 1700/1701 gaan de overige provincies over.
Dit is de tweede keer dat Margaretha haar brief dubbel dateert. De eerste keer doet ze dit in 1667 en vanaf 1680 doet ze het structureel. De volgende brief is alleen 2 juni gedateerd, maar uit de brief wordt duidelijk dat hij een dat na deze brief gestuurd is. Daarom houden we hier 1 juni aan. De rest van 1676 is enkel gedateerd, dus we houden dan gewoon de datum op de brief aan. Of dat Juliaans of Gregoriaans is? Wie het weet mag het zeggen…
Invoering van de verbeterde Juliaanse kalender (= Gregoriaanse kalender), fragment uit: Tien voorstellingen met de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar 1700, Caspar Luyken, 1700 – 1708. Collectie Rijksmuseum.
Geld uit Utrecht
De brief begint met… bureaucratie. Het lijkt of de tijd heeft stilgestaan. Het gaat nu om geld dat uit Utrecht moet komen en het is dit keer niet voor haar man, maar voor haar zoon. Voor Godard van Reede van Ginkel, die door zijn moeder nog steeds ‘heer van ginckel’ genoemd wordt, waren de afgelopen paar jaren goed. Hij is in 1675 eindelijk tot wachtmeester-generaal van de cavalerie benoemd. In hetzelfde jaar benoemde Stadhouder Willem III hem ook tot luitenant-opperjagermeester van de Veluwe benoemd.
Jachtstoet op Het Loo – 2e helft 17e eeuw. Willem III en een hoge gast zitten in een calèche met opgezette kap, Romeijn de Hooghe, ca. 1700. Collectie Gelders Archief.
Toch lijkt het nu minder goed te gaan: Margaretha heeft het over een ongeluk. Wat voor ongeluk Van Ginkel precies gehad heeft wordt niet duidelijk. Margaretha heeft het over een ongelukkig toeval. Zou hij een hersenbloeding gehad hebben?
gistere van wttrecht koomen daer ick Eergistere naer middach naer toe ben gegaen om Eenige heere gedeputeerdees weegens de heer van ginckels be taelin van ses maende hoochge tracktement te versoecke door sijn ongeluckige toeval, heb ick uhEd meesijfve vande 30 meij ontfange, ick heb te wttrecht de heeren rhuijs1Pieter Ruijsch van suijlen2Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken berckesteijn3Jan van der Does schoonouwe4Frederik van Reede van Renswoude en de burgemeester nellisteijn5Johan van Nellesteyn den selfven avont gesproocken die bij mij alle quaemen, en moet bekenne mij seer beleefde lijck en kordaet beijeegende, naer mij Een komple =ment overt ongeluck vande heer van ginckel gemaeckt te hebbe, [seijde niet teegenstaende de kantoore heel]
De herbouw
We vallen ook gelijk midden in de herbouw. De metselaars zijn aan het werk, alleen is Margaretha bang dat ze niet genoeg grauwe stenen zullen hebben. En ze verwacht dat de oven pas over twee weken opgestookt kan worden. Die steenoven zullen we nog vaker tegen komen. De gigantische hoeveelheid bakstenen die nodig was voor de herbouw, werd voor het grootste deel ter plekke gebakken.
sien hoe ickt voort maeck, de metselaers sijn weer alle aent werck mijn meeste vrees is dat sij grauwe steen te kort sulle koomen ent sal noch wel 14 dage sijn Eerse den oven sulle beginne onder te stoocken, ick gistere Een
Metselaar, fragment uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
Er is nog een probleem: er moet nog hout komen uit Doesburg en dat komt via de IJssel en de Rijn. De schippers moeten nog wachten tot het hout in Doesburg is en dat is een probleem, want het water is aan het vallen. Margaretha maakt zich zorgen, want de hoop op ‘meiwater’ is nu voorbij. Met meiwater bedoelt ze waarschijnlijk goed gevulde rivieren door het smeltwater van de Alpen dat dan in ons deel van de Rijn aankomt.
daermeede het hout te saeme te doesburch sal sijn, so dat de schipers nu alleen opt water moete wachten dat men hier seijt weer aent vallen is en ben bekomert nu de hoop vant het meij water voor bij is dat mij daer door verleechge sulle sij
Brief van Zijn Hoogheid
Terwijl Margaretha schrijft ontvangt ze een brief van haar man en daardoor raakt ze bezorgd. Kennelijk heeft ze een brief van Willem III doorgestuurd, maar Godard Adriaan zegt er niets over. Ze besluit dus deze brief per expresse naar Nijmegen te sturen om daar te laten informeren wat er met die brief gebeurd is.
Op 11 oktober 1674 wordt Godard Adriaan van Reede gedoopt in de Hoogduitse kerk in Den Haag. De Hoogduitse kerk deelt een kerkgebouw met de Engelse kerk en deze ligt in 1674 aan het Noordeind.
Godard Adriaan is het zevende kind van Ursula Philippota en Godard van Ginkel. Hij heeft één broer een vijf zussen boven zich, in 1670 werd er al een eerdere Godard Adriaan geboren, maar dat jongetje is nog geen jaar oud geworden.
De doopinschrijving van Godard Adriaan van Reede van 11 oktober 1674. Collectie Haags Gemeentearchief
Margaretha is in Utrecht geweest, waar ze de perikelen rondom de burgemeestersverkiezingen heeft kunnen aanschouwen. Alle ‘bekende lieden’ wantrouwen elkaar. Margaretha houdt alles nauwlettend in de gaten, en deelt de verworven informatie met haar heer en liefste hartje. Wat zijn ieders belangen? Wie doet met wie zaken? Godard Adraan moet het gevoel hebben dat hij eigenlijk helemaal niet weg is uit de Republiek.
[van den andere hebbe is niet wt te spreecke] ende sijalosije1Jaloezie van dat uhEd int huijs vande heer van sandenburch2Diederik Borre van Amerongen met Eenige heeft gesproocke buijten kenisse vand andere vriende, en dat dien Eene inden haech sou koome konense niet op Eenen, en sijn tegens de sollisitaesi vande luijte -nant kolonel als vijanden ingenoomen, hoet daer noch me gaen sal weet ick niet geloofve uhEd konfrater daer onder roeijt, de partij meende en segge sij hadde het kleijne maneken daer nu heel onder en so dat hij der noeijt weer op sou gekoome hebbe en waerent werck heel te boofven komt hijder nu weer op dat hij sijn oude nucken niet sal konne laeten en Erger sal sijn als voor dees in soma de sijalosij en murmeraesij3Murmeren: morren, mopperen is so groot dat te be droefve is wil hoopen alles noch Een goeden wtslach sal neeme
Margaretha heeft, zoals ze in haar vorige brief al aankondigde, in Utrecht met oud-burgemeester Johan van Nellesteyn gesproken. Ook sprak ze met domheer Everard Both van der Eem. Both van der Eem was de broer van vroedschapslid Pieter Both van der Eem. Maar goed, de hele situatie is ingewikkeld en Margaretha schrijft dat ze er niet verder over wil uitweiden omdat het zo’n lang verhaal is. Typisch Margaretha, volgt vervolgens tóch een lang verhaal. Jacob van Dinter, blijkt bereid te zijn alles aan Everard en Pieter Both over te laten. Mits zij er vrede mee hebben dat Jacob van der Dussen, de huidige burgemeester, er voor zorgt dat de broer van Jacob van Dinter, Johan van Dinter, afziet van zijn sollicitatie.
[Euren voor mijn vertreck noch seer disperaet] hoewel ick daechs te vooren de burgemeester Nellisteijn4Johan van Nellesteyn gesprocke hebende en daer Even te voorn den domheer bodt5Everard Both van der Eem niet ande dochte of alles sou wel sijn, alle die sirkomstansie6Circumstantie: omstandigheid sijn hier te lange te verhaelle, sal alleen segge dat bodt mij seijde dat van linteren7Jacob van Dinter alles aen hem bodt en sijn broeder differeerde als sij kontentement naeme dat hij te vreede was dat ock vander dusse8Jacob van der Dussen de burgemeester hem lintere en bodt gepreesenteert hadde van sijn broert de schouts9Johan van der Dussen, schout van Rhenen sollistaesie te disesteere10Desisteren: afzien van en haer wilde en koste versee ckeren vande nominaesije voor bodt [so sij sijn partij wil de]
Het klinkt allemaal ingewikkeld en dat is het ook. In ieder geval weten we dat zowel Jacob van Dinter als Jacob van der Dussen niet willen dat Johan van Nellesteyn weer burgemeester wordt. Godard Adriaan, en daarmee dus ook Margaretha, is wél voor de benoeming van Van Nellesteyn.
Verkiezingen in de 17e eeuw deden niet veel onder voor een hedendaagse verkiezingsstrijd…
Nadat Margaretha nog een heel essay heeft geschreven over de burgemeestersverkiezingen, stapt ze over op een nieuw onderwerp: de berg bij Rhenen, oftewel de Grebbeberg. Utrecht heeft het voornemen om de Grebbeberg te ‘bekramen’. Dit houdt in dat de berg door rieten matten tegen de golfslag van het water beschermd zal worden.
hier koomende verstaen ick dat men te wttrecht van sin is het bekramen11Bekramen: Het met strooien matten beschermen van bijvoorbeeld een dijk tegen golfslag van het water vanden berch bij rienen of de greb int b publijck aen te besteede en dat de schout van rhiene gesint is dat aen te neemen , nu verlanckt mij te weeten wat de heer van dijckevelt dies aengaende b op de uhEd schrijfvens heeft geantwoort, en of uhE hier Eits verders in wilt gedaen hebbe , [ de schade die]
Gezicht vanaf de Heimenberg bij Rhenen over de Rijn op de Betuwe met in het midden het dorp Lienden.Gezicht vanaf de Heimenberg bij Rhenen over de Rijn op de Betuwe met in het midden het dorp Lienden, anoniem, ca. 1690-1720. Collectie Het Utrechts Archief. Heimenberg is een ringwalburg op de Grebbeberg.
Schade en schande
Dan is er ook nog klein nieuws. Het heeft flink gewaaid maar Godzijdank is er heel weinig schade. Aaltje van Bemmel uit Amerongen is overleden. Aaltje had hoge schulden. Secretaris Kemp en predikant Keppel kibbelen over een aanzienlijk geldbedrag dat de kerk van haar tegoed zou hebben.
[hier Eits verders in wilt gedaen hebbe,] de schade die hier door de stercke wint is geschiet is heel weijnich de heere sij gedanckt, die ons so genadelijcke heeft bewaert de doot van Aeltge van bemel heb ick uhEd geschreefve waerdoor groote desensie tuschen onse gesupstituweerde seeckreetaris12Secretaris Kemp en de preedikant13Predikant Keppel is ontstaen, en dat over de twee hondert gul die de kerck van haer heeft te pree tendeere daer velpe borch voor staet die wel sufi tant genoech voor die peninge is maer ock lange ge
tracht heeft van die borchtocht ontslage te sijn [en nu]
Margaretha vindt het maar niets dat er zo gekrakeeld wordt. Komende zondag wordt het Heilig Avondmaal gevierd in de kerk, daar hoor je niet ruziemakend heen te gaan. En het gaat hier nog wel om de predikant en de schoolmeester!
[ontboode sijn waer niet wel gedaen,] men sal hier toe koomende sondach het nachtmael14Heilig Avondmaal in de protestantse kerk dat maar een paar keer per jaar plaats vond wt deelle tis niet wel dat men teegens die tijt so krackeelt15ruzie maakt insonderheijt voor preedikant en schoolmeester dan sij sijn beijde vrij wat kreegel16halsstarrig , en de schoolmeester meent hij nu heel den baes is [ ick sal verneeme wat vande jongen van Aeltgen van]
Een prinsje voor Fritsje
Kleine Frits en zijn zusje Antje zijn bij oma Margaretha op bezoek. Fristje drinkt elke dag op opa’s gezondheid en hoopt dat opa hem een prinsje zal brengen. Vermoedelijk bedoelt hij een pop.
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor
onse joncker van Ameronge met sijn suster Antge sijn weer hier bij mijn sij preesenteere beijde haeren kleijne ootmoedige dienst aen groote papa en frits drinckt alledaech grootpapaes gesontheijt en hoopt grootpapa hem haest een prinsge sal brenge
Vandaag heeft Margaretha haar vel papier zo vol geschreven, dat er aan de voorkant op zijn kop nog iets bijgekrabbeld is: Men zegt dat de hertog van Hannover zesduizend man aan Frankrijk geeft. En ze heeft het precies op de plek gezet waar Godard Adriaan altijd noteert waar en wanneer hij de brief ontvangen heeft. Als goede ambtenaar kan hij dat natuurlijk niet overslaan, dus hij plaatst zijn noodzakelijke aantekening op de eerstvolgende witte plek: tussen de aanhef en de brief.
Onderste boven: den hartooch van haenover1Johann Friedrich Braunschweig Calenberg seijt me dat 6000 man aen vranckrijck geeft
wt Amsterdam den 21 ijuli 1673
Mijn heer en lieste hartge
rec. 26 Julij in Hamburg
ick heb al deese weeck weer geweest om de gekomiteerde raede te spreecke en versoecke dat sij ordere wilde stelle dat de ordinansi van tien duijsent f die ick in hande heb mocht betaelt worde, [men heer bosfelt seijde te sulle sien het daer heen te]
De 10.000-gulden-soap
Deze brief komt uit Amsterdam en dat is niet voor niets. Margaretha heeft een assignatie voor 10.000 gulden in handen, maar er wordt niet uitbetaalt. Morgen gaat Margaretha zelf dus maar weer eens naar de ontvanger toe. De belastingontvanger ontvangt niet alleen geld, maar mag het ook uitbetalen. Die assignatie geeft aan dat de heren politici, de Raadpensionaris en de griffier, akkoord zijn met uitbetaling. Alleen de ontvanger vertikt het. En dat terwijl de 10.000 gulden al op 24 april toegezegd zijn! Momenteel bemoeien zelfs de politici zich zelf met deze uitbetaling. Het schijnt dat andere diplomaten in het buitenland direct een wissel op kosten van de staat opnemen. Kennelijk is Godard Adriaan te bescheiden voor dit soort gehaaide methoden. Margaretha heeft zelfs Willem III benaderd, maar ze gelooft “dat zijn wil beter is als zijn macht”. Als er al geld binnenkomt van belastingen of staatsobligaties, dan gaat dat naar het leger. Margaretha vult meer dan de helft van haar brief met deze financiële sores.
Het kantoor van de belastingsdienst (biccherna) van Siena., anoniem, 1451 – 1452. Collectie Rijksmuseum
Die arme Villeers…
Margaretha is nog steeds ontdaan van die arme heer van Villeers en de brief die zijn zoon geschreven heeft. Hoe komt de familie dit ooit weer te boven? En dan die jongen, hij heeft geen verlof en zit nu in Den Bosch met het risico vermoord te worden. En dat alleen vanwege die brief…
[wat aen is, want hij doet het aen meer,] nu mijn hartge ick heb al te veel geschreefve schrick als ick denck aenden soon vande heer van vieleers die doort geene uhEd voordees heb geschreefve, so ter maete is gekoome sien niet hoe hijt oijt weer te boove komt hij is noch ten bos heeft tot noch toe geen verlof konne krijge om inde haech te koome heeft ten bos so mij verhaelt is prijckel2Perikel: gevaar gelooppen om door de jteliaene vermoort te worde en dat al om dien brief en dat hij de kapijtelaesi van Maestricht niet heeft wille teijckenen, hoet noch met hem sal afloopen staet te verwachte, [bij greuninge is de]
Eer, Philips Galle, ca. 1585 – ca. 1590. Collectie Rijksmuseum. Consilio insignis, facundus doctus et vsu vir longo expertus dignus honore cluet (Een man die zich onderscheidt door zijn raad, welsprekend, geleerd en met een lange ervaring, zal eer waardig zijn).
De toestand in de wereld met M. Turnor
In een half kantje vat Margaretha de toestand in de wereld samen. Kolonel Aquila is na een mooie actie tegen de bisschop van Münster in Groningen overleden aan een ziekte. De diplomaten Hieronymus van Beverningh en Willem van Haaren doen iets geheims en die Spaanse gezant die in Den Haag was, schijnt naar Engeland te zijn. En in het geheim is ook neef Frederik van Reede van Renswoude die kant op. De Hertog van York3De broer van Koning Charles II, de latere James II schijnt in een klooster te zitten en twee vertrouwelingen van de koning schijnen uit de gratie te zijn. Oh, en Coenraad van Beuningen zat twee weken in Brussel. Het verbaast Margaretha niets dat hij de brief van Godard Adriaan niet beantwoord heeft…
afloopen staet te verwachte, bij greuninge is de nieuwerschans vande onse noch beleegert, den kolonel Aquila4Louis d’ Aquila is daer aen sieckte bestorfven daer
aen verloore wort want so men seijt heeft hij daer teege de bischopse5De bisschops’ troepen. De bisschop is Bernard van Galen, bisschop van Münster Een fraije acksi gedaen en Eer ingeleijt , wat den heere beeverlin6Hieronymus van Beverningh en haere7Willem van Haaren meede brenge wort geseeckreeteert, den spaense anvoije8Envoyé (Frans): gezant die laest inde haech is geweest is naer Engelant en so men seijt heel seeckreetelijck soude den heer van schoonouwe9Frederik van Reede van Renswoude ock derwaerts sijn hij is Een dach of twee wt den haech gemist, dat den hartooch van jorck10James Stuart II, Hertog van York, vanaf 1685 koning van Engeland in Een klooster wil kontiniweert11Continueert noch alsmeede dat bockingam12George Villiers, Hertog van Buckingham en Arlinton13Henry Bennet, Lord Arlington soude niet alleen gedis= graesijeert14Disgracieren: niet meer in de gratie zijn maer ock van haer Amte gedeporteert sijn15Dit klopt niet , wat wt het Een Ent ander sal broeije16Broeden: In figuurlijke toepassing op gebeurtenissen, plannen en toestanden; meestal in ongunstigen zin, van rampen, verraad, onraad, twist enz. verlanckt me te hoore, den heer van beunine17Coenraad van Beuningen is wel veertiendage of langer naer bruijsel geweest daerom niet vreemt hij uhEd briefve niet heeft beantwoort,
Marktscène met in de achtergrond de parabel van de arbeiders in de wijngaard, ca. 1600, Jacob Matham, naar Pieter Aertsen, 1603. Collectie Rijksmuseum.
Boter, suiker en blije kinderen
De laatste halve pagina van de brief gaat over de echt belangrijk dingen. Kennelijk heeft ene Anneke de Wit Godard Adriaan wijs gemaakt dat de boter helemaal niet duur is. Nee, voor haar niet, zij krijgt het voor niets! Maar als je het op de markt moet kopen, ben je zo zeven stuivers per pond kwijt en voor goede boter zelfs zeven en een halve stuiver. Suiker is trouwens ook duur, dus wat witte en bruine suiker uit Hamburg zouden erg welkom zijn.
Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn vorige brief de kinderen goudstukken en een paard beloofd, want ze zijn door het dolle heen.
ick weet niet wat Anncke de witt al schrijfve mach de booter die uhEd heeft beliefve te sende is heel goet dat sij schrijft die hier so goetkoop is, is wel voor haer goet koop diese voor niet heeft maer diese koope moet moetter seeven stuijvers voort pont dat is 28f voort verendeel18Vierendeel: 33 à 34 kilo geefve en voor de suijcker die wit en drooch is ock 7 stuijvers en seeven en Een half die goet is, daerom so uhEd wat suijcker belieft te sende sal wel aengenaem sijn vrij wat bruijne en witte hier is sulcke vreuchde onder onse kinder met het paert en de stucke gouts die groote papa sijn kin der sal meede brenge dat niet te segge is, en sij alle groote papa ten hoochste voor bedancke ick blijf uhEd getrouwe wijff M Turnor
Weerzien tussen vader en gezin, Albertus Barend Hendrik Braakensiek, 1867-1884. Collectie Rijksmuseum
1
Johann Friedrich Braunschweig Calenberg
2
Perikel: gevaar
3
De broer van Koning Charles II, de latere James II
4
Louis d’ Aquila
5
De bisschops’ troepen. De bisschop is Bernard van Galen, bisschop van Münster
6
Hieronymus van Beverningh
7
Willem van Haaren
8
Envoyé (Frans): gezant
9
Frederik van Reede van Renswoude
10
James Stuart II, Hertog van York, vanaf 1685 koning van Engeland
11
Continueert
12
George Villiers, Hertog van Buckingham
13
Henry Bennet, Lord Arlington
14
Disgracieren: niet meer in de gratie zijn
15
Dit klopt niet
16
Broeden: In figuurlijke toepassing op gebeurtenissen, plannen en toestanden; meestal in ongunstigen zin, van rampen, verraad, onraad, twist enz.
Godard Adriaan heeft Margaretha een kopie van een door hem verzonden brief mee gestuurd. Aan wie die gestuurd is en wat er precies in staat weten we niet, maar het heeft te maken met zijn demissie1Demissie: ontslag. Margaretha heeft de brief gelezen en is benieuwd naar het antwoord. Ze geeft haar man, uiteraard, groot gelijk.
De geworven troepen
Het Regiment Baron van Reede is nog op weg naar de Republiek. Margaretha zal blij zijn als het er eenmaal is, want dan kan Godard Adriaan zich ontheffen van die belangrijke, maar vooral prijzige taak. De legerkosten werden in eerste instantie door de eigenaars van de regimenten betaald. Het lijkt of Margaretha er een beetje zenuwachtig van wordt: het gaat om zo veel geld dat Godard Adriaan moet verantwoorden. Wat nou als hij het zelf om wat voor reden dan ook niet kan? Dan zouden Margaretha en haar zoon helemaal afhankelijk zijn van Godard Adriaans secretaris Isaäc de Blanche. Margaretha kijkt dagelijks naar de wind of die gunstig genoeg om de troepen vanuit Hamburg naar de Republiek te zeilen.
[ontmoet en geseijt wort,] sal wel blijde sijn alst gewerfvene volckere hier int lant sulle weesen en uhEd hem sal konne deschersgeere2Dechargeren: ontheffen van so Een notabele some gelts die deselfve heeft te ver= antwoorde, bij leefven of sterfve ick of onse soon soude het teenemael wt blaensche3Isaäc de Blanche moeten hebbe om te verreeckene, wil hoope en godt bidde
uhEd het selfver ingesontheijt sult konne verEffene , ick sien dagelijcks naer de wint die noch al kon =traerije blijft omt volck van hamburch af te sende
Hollandse fluiten (Naues Mercantoriæ Hollandicæ, vulgo VLIETEN), Wenceslaus Hollar, 1647. Collectie: The Met, New York
Toch nog een keer Schooneveld
De winst van onze vloot bij de Tweede Slag op het Schooneveld is kennelijk toch niet onbetwist. Maar Margaretha is stellig: de overwinning ligt bij ons. De Engelse vloot is gehavend terug naar Chatham gevaren. Een aantal van onze schepen zijn ter controle naar de monding van de Thames gevaren, maar zijn nu weer terug op het Schooneveld.
Interessant is haar overweging waarom ‘we’ gewonnen hebben: de onzen hebben met de meeste orde van de wereld gevochten en de vijand heeft het omgekeerde gedaan. De chaos was daar zo groot dat met de grootste verwarring door elkaar voeren. Men vindt zelfs dat ze de afstraffing verdiend hebben.
,dat d Engelse segge sij de vicktoorije te see soude gehadt hebbe is mis en blijcklijck genoech dat die volckoome aen onse kant is geweest want sij seer gedevaeli seert4Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) de see hebbe moete verlaeten en sijn naer de reevier van londe tot voor schattam5Chatham geseijlt onse scheepe die tot inde voorseijde reevier sijn geweest sijn weer tot schoonevelt in heel goet postuer6Posturen: een goed figuur maken , den Admirael de ruijter is de heer sij gedanckt heel wel gelijck al onse hooft ofisiers, donse hebbe met de meeste ordere vande werlt gevochten daer de vijant kontraerij heeft gedaen en so deesorde derlijck datse met de meeste konfusie7Confusie: verwarring door Een hebbe geslage, ijae so dat sij alle so geschreefe wort gemeerijteert8Meriteren: verdienen hebbe gestraft te worden,
Still uit de film Michiel de Ruyter (Roel Reiné, 2015). Hier vechten zowel de Hollanders als de Engelsen nog ordentelijk.
De blije belastingbetaler
De militaire overwinning op zee heeft wel een voordeel: iedereen betaalt zonder morren de honderdste penning (vermogensbelasting). Mensen betalen zelfs te vroeg! Margaretha staat te kijken van de hoeveelheid geld die binnenkomt.
[gedocht dat men ondert volck sou devulgeere ,] uhEd sou niet geloofve wat Een vreuchde en kontentement deese vicktoorije onder de gemeente heeft veroor saeckt
men siet het int geefve en betaelle vande honder =sten peninck die nu int begin van ijuli moet betaelt worden, tis ongelooflijck hoe de lieden die alreets betaelle en wat en gelt der te kantoor gebrocht wert, so dat deese vicktoorije noijt beeter te preepoost heeft konne koomen de heer almachtich wil ons liefve vaderlant voort seegenen, inwiens heijlige protexsi uhEd beveelle en blijfve
Na dit einde in majeur, nog een PS in mineur: er is nieuws uit Maastricht. Het schijnt dat de zoon van Johan van Gent, Adriaan, bij een uitval zijn been is kwijt geraakt. Als het waar is, spijt dat Margaretha zeer.
[uhEd getrouwe wijff M Turnor]
het geene de luijckse briefve vant belech van Maestricht segge sal uhEd wt dees vande heer van ginckel sien waer toe mij reefereere, hier is Een roep dat de heer van oosterwee9Adriaan van Gent outste soon vande heer ijan van gent10Johan van Gent die binne Maestricht is in Een wtval sij Een been sou afgeschoote sijn, daerme geen seeckerheijt van kan hebbe, soot waer is jam mert mij seer
Bedelaar met houten been, anoniem naar Jacques Callot, ca. 1625 – ca. 1700. Collectie Rijksmuseum
1
Demissie: ontslag
2
Dechargeren: ontheffen
3
Isaäc de Blanche
4
Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend)
(NB beste volgorde van lezen van de scans is 138, 142, 143, 140)
Goed nieuws! De ’s Gravezandse kaasjes zijn aangekomen! Er lagen er nog een paar bij Temminck, die ze door zou sturen. Hij heeft nu gevraagd of hij die zelf mocht houden. Margaretha heeft ze hem vereerd en geschreven dat hij ze vrij mag houden en gebruiken.
Verloop van de oorlog
Het laatste nieuws van onze vloot is dat die met nog tien extra schepen voor de Thames ligt. Zeker is dat er geen enkel schip van onze vloot vergaan is, terwijl de Engelsen en de Fransen wel 18 à 19 schepen kwijt zijn.
seedert mijne laeste is hier niet anders wt ons vloot als dat die met noch tien scheepe ver= sterckt sijnde en wel van volck met alle andere behoefticheede versien voor de reevier van londe legge, tis seecker datter van d onse niet Een schip in beijde de bataelie is gebleefve en vande vijant wel 18 a 19 kapitaelle scheepe, [den overste raebenhooft]
Een tekening met een wirwar aan schepen met gehesen en gestreken zeilen. Sommige met vlag, sommige zonder. Grote schepen, kleine schepen en sloepen. Het ligt allemaal door elkaar. De Engelse vloot op de Theems na de tweede Slag bij Schooneveld, 15 juni 1673, Willem van de Velde (I), 1673. Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam
Münsterse troepen hebben geprobeerd Nieuweschans, dat al maanden belegerd wordt door Rabenhaupt, te ontzetten. Ze zijn door Rabenhaupt totaal verslagen en hij heeft alle wagens en bagage veroverd.
[kapitaelle scheepe,] den overste raebenhooft heeft bij greuninge de nieuwer schans beleegert daer men seijt maer vier hondert man is in is, vandaech komt tijdinge dat het reesgement van meijn son onder de munsterse soude ge tracht hebbe de nieuwerschans te ontsette, doch
dat sij van rabenhooft totaEliter soude geslagen sijn en al haer wagens en bogaesge van donse verovert, [van keule schrijfvense seeckere tijdine]
Maastricht wordt nog steeds door Lodewijk XIV belegerd. Men zegt dat daar de Nederlandse en Spaanse een uitval vanuit de stad gedaan gedaan hebben en zij hebben 600 Fransen omgebracht. De Heer wil geven dat het waar mag wezen.
[verovert,] van keule schrijfvense seeckere tijdine te hebbe dat donse binne Maestricht door Een be= deckte poort so sijt noemen Een wtval soude ge =daen hebbe door de welcke sij wel bij de 600 vande konins gardees die daer haer quartier hade soude doot geslage hebbe ija so datter maer drij a 4 van ontkoome soude sijn de heere wil geefve het waer mach weesen, [de luijtenant vande]
Koning Lodewijk XIV tijdens het beleg van Maastricht 1673, Adam Frans van der Meulen, 1673-1690. Collectie Limburgs Museum.
Het ongeloof over het verraad van de Keurvorst lijkt alweer vergeten. Men gelooft nu dat de Spanjaarden zullen breken met de Fransen en dat de Keizer van het Heilige Roomse Rijk nu wél echt wat wil doen tegen de Fransen. Margaretha houdt het devies ‘Eerst zien, dan geloven’.
[niet mee weer,] men gelooft de fra spaense in korte sulle breecke en dat de keijserse afkoome als ickt sien salt Een Ent ander geloofven,
Kolonel Godard Adriaan baron Van Reede
Margaretha is blij dat Godard Adriaan er echt werk van maakt om naar huis te komen, alleen er is haar iets ter ore gekomen. Stadhouder Willem III is heel blij met de regimenten die haar man in Duitsland en Denemarken geworven heeft. Alleen nou blijkt dat hij Georg Ernst von Wedel aangesteld heeft in ‘het regiment van de baron van Amerongen‘. Wat wil dat zeggen? Normaal gesproken werd een regiment genoemd naar zijn daadwerkelijke aanvoerder. Godard Adriaan is toch niet echt van plan om op zijn oude dag de oorlog in te gaan? Hij weet toch van zijn zoon dat de salarissen van de hoge militairen niet uitbetaald worden? Margaretha hoopt echt dat het alleen maar de naam van het regiment is en dat hij verder geen wilde plannen heeft. Hij weet waarschijnlijk zelf het best wat de bedoeling is.
ick ben blijde uhEd staet maeckt nu haest thuijs te koomen, sijn hoocheijt verlanckt so ick hoore dat de kompangie die uhEd werft hier mooge sijn so der ses waeren wildese patent geefven, mij is geseijt vande geene
die de ackte die sijn hoocheijt aenden baron wedel gegeefve heeft gesien heeft, dat hij hem daer in tijteeleert luijtenant kolonel vant reesge= =ment vande baron de Ameronge, wat dat segge wil kan ick niet dencke hoope niet uhEd in sijn oude dage noch inden oorlooch wil, ock worden de hoechge tracktemente niet betaelt, de heer van ginckel kan op sijn or =dinans niet Een stuijver krijge heeft al getracht die te verhanderen maer niemant wilder aen of Eits op geefve, wil hoope dit maer de naem sal sijn om dat dat reesgement als noch geen kolonel heeft of dat sijn hoocheijt de goetheijt mochte hebbe die apseluijt tot uhEd disposiesie te stelle, wat hier van is sal deselfve best weeten, [de sinten]
Margaretha’s financiële zorgen blijven onverminderd. Het lukt nog steeds niet om geld te krijgen voor haar man’s werk. Terwijl ze het geld echt nodig heeft: binnenkort moeten de vermogensbelasting (100ste penning) en de OZB (verponding) weer betaald worden. Haar zorgen zijn echter niets vergeleken bij de financiële zorgen in de bezette provincies. De Fransen eisen in Utrecht drie maal 100.000 gulden. In Gelderland eisen ze van het Nijmeegs kwartier1Gelderland was in vier kwartieren opgedeeld: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en de Veluwe 60.000 gulden en van het Arnhems kwartier 50.000 gulden. Momenteel deserteren er zo veel soldaten uit Franse dienst, dat ze er een regiment van zouden kunnen formeren. Het schijnt dat de Prins van Oranje dat half van plan is. Hij zou dat regiment dan in Friesland in kunnen zetten om tegen de Bisschop van Münster te vechten.
[waer sullent de mensche haellen,] tis ongeloof =lijck so veel volck so switsers als franse alse bij ons op alde poste koome dagelijxs overloope men seijt sijn hoocheijt half van meenin soude sijn daer Een reesgement van te formeere ent selfve naer vrieslant te sende om teege de bischopse volckeren te vechte, [hiermeede]
A dieu
Na de gebruikelijke groet van ‘uhEd getrouwe wijff’ en de altijd aanwezige opmerkingen onder de brief, voegt Margaretha nog een klein briefje extra toe. De inhoud is nogal oninteressant (iemand heeft een brief meegenomen, maar die niet bij zich ofzo), maar haar afsluiting van dat briefje is wel interessant. Enkel a dieu. Eigenlijk heel gewoon vaarwel, maar door de voor ons ongebruikelijke afbreking, realiseer je je waar het vandaan komt.