Mijn heer en lieste hartge

Categorie: Dagelijks Leven Pagina 2 van 6

Een schoon gebouw

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is naar Utrecht geweest om de financiën te regelen. Kennelijk wordt Godard Adriaan betaald door zowel de Staten van Utrecht als door de Ridderschap. Van de Staten van Utrecht hebben ze nog een kwart jaarsalaris tegoed en bij de Ridderschap een heel jaarsalaris. Alleen is bij die laatste voor kerstmis niets te verwachten.

Brieffragment geld tegoed

Ameronge den
13 Novem 1676
[rec 19. dito]
Mijn heer en lieste hartge

ick ben twee dage tot wttrecht geweest om te sien
of daer Eenich gelt weegens uhEd tracktement
bij de staete daer ons maer Een vierendeel
ijaers staet te ontfange, en bij de heere Edele
daer ons nu Een vol ijaer goets is, was te
bekoome, maer te vergeefs, bij de Eerste sal
in korte wel gelt sijn, maer bij de ridder =
schap is niet voor in ijanwa of naer kors =
=mis te verwachte, [de heer van schoonouwe]

Afbeelding van het wapenschild van de provincie Utrecht voor een gekruiste bisschopsstaf en een zwaard en bekroond door een mijter. Daaronder een cartouche met de titel.
“Het Neder Sticht van / UTRECHT / bestaet uyt dese drie Leden / Het 1e. Uyt acht Gecommitteerde van de Vijf Capittelen, / Het 2e. Uyt de Edelen ofte Ridderschap, / Het 3e. Uyt de Regeerders der Vyf Steden, / maeckende te samen de Opperhoocheyt deser Provintie, welcker / namen en wapenteeckenen alhier werden vertoont.”, anoniem, 1650-1670. Collectie Het Utrechts Archief.

Bender in en moeter mee deur

Nu de nok op het dak zit, zijn er dakgoten nodig, dus Margaretha moet het lood kunnen betalen. Ze heeft een lening moeten nemen met de obligatie als onderpand. Het is heel vervelend, maar ze is er nu in en moet er dus mee door.

Eerste brieffragment lening
Tweede brieffragment lening

mij Eenich te geefve, daer bij deese ockasie
dat het huijs nu onder dack moet ick niet
naer kan wachten, want het loot moeter

sijn en pront betaelt worden, daer om dan ge –
nootsaeck ben geweest de som van twee duij
sent gul te neegoosgeere daer toe last heb
gegeefve en sal weer Een oblijgasi van
drij duijsent gulde in ostadie moeten gaen
het doet mij wel leet maer bender nu in
en moeter mee deur, [het doet mij te lee]

In een ruimte met een gewelfd plafond staat een grote toonbank, waarachter meerdere mannen staan. Aan de muur planken met daarop papieren. De toenbank staat vol met allerlei goeden, in de ruimte staan mensen te wachten. Een man met een hond legt iets op de toonbank.
Bank van lening, Willem de Keyser, 1657 – 1692. Collectie Rijksmuseum.

Oeps

Inmiddels heeft ze echter een brief van Godard Adriaan gehad, waarin hij expliciet zegt dat ze geen lening af moet sluiten. Het is natuurlijk niks voor Margaretha om niet naar haar man te luisteren. Dus nu doet het haar leeder dan leed. Er lag nog 1000 gulden bij Temminck, maar daar zou ze niet genoeg aan hebben. Bovendien is er hout vanuit Anholt onderweg en dat moet in Hamburg betaald worden. Temminck stuurt het geld naar Godard Adriaan, dus als Margaretha die 1000 gulden op zou maken, zou Godard Adriaan niets krijgen.

Brieffragment over de brief van Godard Adriaan

[en moeter mee deur,] het doet mij te lee
=der om dat ick wt uhEd aengenaeme
vande 7 deeser die heede eerst heb ontfange sien deselfve niet garen had
ick meer geltop die oblijgasie nam, dien
brief quam wat te laet ock kost ick met
de duijsent gul die onder teminck
leijt niet toe, en sal uhEd die niet konne
misse, so wij het ten holtse hout noch
te verwachte hebbe sal te hamburch
weer gelt moeten sijn, [so ick den]

Vergeelde foto met links een zeilschip met diverse masten en heel veel touwen. Het schip ligt met zijn spiegel naar de kade, aan de rechter kant ligt een loopplank. Rechts op de kade liggen gezaagde boomstammen opgestapeld. Op de achtergrond zie je vaag de haven, de kade is verhard met kasseien.
Aangemeerd schip en een lading boomstammen, anoniem, 1880 – 1920. Collectie Rijksmuseum.

Steenhouwer

Kennelijk heeft Godard Adriaan ook geschreven dat hij een steenhouwer uit Bremen naar Amerongen heeft gestuurd. Margaretha heeft nog niets van hem vernomen, maar als hij er is, zal ze alles met hem, Schut en Rietvelt overleggen. Ze zegt het niet hardop, maar waarschijnlijk hoopt ze dat dat een deel van de verwarring zal oplossen.

Eerste brieffragment steenhouwer
Tweede brieffragment steenhouwer

[weer gelt moeten sijn,] so ick den
steenhouder van breeme gesonde
verneeme noch niet sal hem ver
wachte, hierkoomende sal allesmet

hem schut die weer hier is en rietvelt over
legge, [gistere naer middach weer hier]

Verrassing!

Toen Margaretha terug kwam uit Utrecht, wachtte haar en verrassing. Ze trof niemand minder dan Zijne Hoogheid de prins van Oranje die haar bouwplaats aan het bewonderen was. Nog een geluk dat Margaretha haar Visbach bij de zieke Godertge thuis gelaten had. Ze had pas om tien uur geweten dat de prins met een klein gevolg zou komen en had hem toch een goede maaltijd voor gezet. Met zijn volle buik was hij het kasteel in aanbouw aan het bekijken en hij herhaalde maar dat het een zeer schoon gebouw is…

Brieffragment over de prins van Oranje

legge, gistere naer middach weer hier
koomende vont ick sijn hoocheijt, die smid
=daechs hier inhuijs had gegeeten niemant bij
hem hebbende als bentin1Hans Willem Bentinck ouwerker
=cke2Hendrik van Nassau Ouwerkerk en twee graefges van van nassou
het kleijne graefge met sijn broedert
het was geluck dat ick visbach
bij godertge had thuijs gelaeten, die
van sijn hoocheijts komste niet voor
smergens te tien Euren had geweeten
ick vont hem opt werck dat hij wel
door sach en seijde hem heelwel aente
staen reepeteerende wel 2 a 3 mael
dat het Een seer schoon gebou is, [hij]

Op een koffiebruin paard dat zijn knieën hoog optrekt zit een lange slanke man fier rechtop. Hij heeft lange krullen, droevige ogen en een grote neus. Hij draagt een zwarte hoed met witte veren. Een bewerkte jas en lange zwarte laarzen.
Stadhouder Willem III te paard naar links, anoniem, 1688 – 1698. Collectie Rijksmuseum.

Ontslag

Margaretha heeft zoveel pijn aan haar tanden dat het haar niet lukt om verder te schrijven. Gelukkig weet ze er nog wel een naschrift uit te persen met wat positief financieel nieuws: ze kan de metselaars ontslaan zodra de scheidbogen in de kelder klaar zijn! De dagen worden korter, dus ze doen steeds minder terwijl de daghuren gelijk blijven. Ach, en Voetius is overleden…

Tandpijn metselaars en voetsius

Eer hij van hier reedt en heel quaet weer, nu moet ick
dees Eijndige heb sulcke pijn in mijn tande
dat niet weet waer mij berge sal kan de pen
niet langer voeren blijf

uhEd getrouwe wijff
MTunor

met dit quaet weer
en korte dagen So haest de scheijt
booge geslage sijn
sal de metselaers kasseere want sij
bedrijfven weijnich
en de dachhueren
gaen om de reeckenine
loopen hooch

den heer voetsius
is is overleeden was
88 ijaeren out

Borstbeeld rechts in toga in ovaal. Een oudere man met een hoge voorhoofd en mutsje waar dunne krullen onderuit komen. Hij heeft een rechte neus, priemende ogen en een strakke mond.
Portret van Gijsbert Voet (1589-1676) hoogleraar in de theologie aan de Utrechtse hogeschool (1634-1676) Kopergravure van Joannes van Munnickhuysen, eind 17de eeuw, naar een schilderij van Nicolaas Maes uit ca.1665. Collectie Het Utrechts Archief
  • 1
    Hans Willem Bentinck
  • 2
    Hendrik van Nassau Ouwerkerk

Baksteen voor baksteen, vloersteen voor vloersteen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 26 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief met de financiële beslommeringen. Godard Adriaan heeft geregeld dat er direct geld naar Temminck gaat, en dat haalt Margaretha veel zorgen ‘van de hals’.

Trap- en vloerstenen

Ook met alle stenen wordt het nu concreet. Godard Adriaan heeft zowel de trap- als de vloerstenen aanbesteed.

Eersrbrieffragment over aanbesteedde traptreden
Tweede brieffragment over aanbesteedde traptreden

[ben wist geen raet die te betaelle,] nu dat
uhEd de 37 steene trape heeft aenbesteet te maecke
is heel goet ben daer in blijde, so ick hier
met beijde de werckbaese heb gesproocke is
t, heel goet koop dit is nu voor de trap wt
de kelder naer booven inde gaelderij en op
de steijger opt waeter, aengaende de
trappe opt voorburch aende bruch vant huijs
op te gaen kan uhEd hem noch op bedencke

nu wat de vloersteene belanckt is mij ock seer
lief uhEd die heeft aenbesteet daer te kant
rechte en is het selfve seer goede koop, [ick]

Prent van Interieur met trap en gewelven
Interieur met trap en gewelven, jonkheer Isaac Lambertus Cremer van den Berch van Heemstede, 1821 – 1879. Collectie Rijksmuseum

Gewelven

Margaretha rekent haar man nog maar eens voor hoe goed de prijsafspraak is die hij gemaakt heeft. Het betekent alleen wel dat de steenhouwer met de stenen mee moet komen. Maar wanneer? Margaretha wil graag eerst de gewelven maken. Logisch, want als wij een nieuwe vloerbedekking leggen, schilderen we ook liever daarvóór het plafond in plaats van erna. Maar die wulfels, wanneer kunnen die gemaakt worden? Voor dat kan, moeten eerst de muren goed gedroogd zijn. Rietvelt kan wel door willen, maar dat vindt Margaretha niet verstandig.

Brieffragment over de wulfsels

[saeme ree was,] maer ick vrees wij vande winter
de wulfsels vande kelders niet sulle konne
slaen, om dat de muere so binne als buij
=ten noch niet geset sijn en noch min of meer
sulle sacken dat beeter is Eer de wulfsels
geslaechge sijn als daer naer, en mijns oordeels
hoe wel rietvelt gaeren die over winter sou
slaen, salt beeter sijn wij daer nu alle
preeperaesie toe maecke maer inde maent
van maert die Eerst laette slaen of legge
dan sijn de muere geset en de laechge vande
steen of de kalck daerse mee gemetselt
sijn, in gedroocht het welcke demuere altij
min of meer doet sacken, [ock is daer]

Metselwerk

Het huidige metselwerk gaat ondertussen gewoon door. Rietvelt gaat met “12 troffels”, dus waarschijnlijk 12 metselaars de schoorstenen binnensmuurs ophalen. Dat klinkt misschien veel, drie metselaars per schoorsteen, maar op elke schoorsteen komen komen meerdere rookkanalen uit.

Op de plattegrond van de tweede verdieping uit de 17e eeuw zie je dit mooi. De tweede verdieping is de verdieping onder de zolder. In de muren zijn alle rookkanalen van de kamers eronder ingetekend.

Oude handgetekende plattegrond van een vierkant gebouw. In het midden een grote ruimte zonder deuren met drie ramen aan de voorkant. Links een ruimte met vier ramen waar halverwege een soort scheidingswand zit met links een doorgang. Links boven een bijna vierkante kamer, afgezien van een hoekje om van de ruimte links onder naar de ruimte midden boven te komen. Deze kamer heeft aan de linkerkant twee ramen. Boven in het midden een ruimte met vier ramen met twee deuren linkerwand onder en rechterwand onder. Recht kom je in een soort brede (twee ramen breed) hal met een trap. Achter de trap zit nog een kamer met een schouw. Deze kamer heeft één raam rechts. Aan de onderkant komt de hal uit op een gangetje dat langs een kleinere kamer rechts komt van twee ramen breed. Het gangetje komt uit bij de ruimte rechts onder die zowel rechts als onder twee ramen heeft.
Plattegrond van de derde verdieping met benaming van de vertrekken van Kasteel Amerongen, 17de eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Kennelijk valt haar tijdens het schrijven opeens in dat in de toren die nog overeind staat, de muren oud zijn. Daar zitten in het souterrain de waskelder (nu waskeuken) en daarboven de torenkamer (nu de gobelinkamer). De oude muren hoeven natuurlijk niet meer te drogen, dus daar kunnen ze nu al beginnen met de gewelven.

Brieffragment over het metselwerk

[hij niet wt rechten,] nu sal rietvelt met sijn
volck gaen aende schoorsteen binens muers voort
op te haelle tot wt het dack waer aen hij met
12 truijfels1truifel=troffel sal wercken alt ander werck is
gedaen, het wulfsel op de waskelder of
inde den oude toorn soudense noch konne
slaen om dat die muere out sijn, [het sec]

Vooraan in het midden een halve toren, rechts een afgebroken muur op de tweede verdieping, links een stuk muur zonder ramen. Links op de achtergrond staat nog een toren. In het puin in het huis, staan drie schoorstenen nog overeind.
Maquette van het afgebrande kasteel met links achter de toren met de oude muren, Dave Pezarro, ca. 1988. Collectie Kasteel Amerongen.

Sanitair

Hoewel de muren in de toren oud zijn, wordt er wel gewerkt. Margaretha heeft in de torenkamer (nu de gobelinkamer) het secreet laten ruimen. Aan een keurig symmetrisch, classicistisch huis, kunnen natuurlijk geen secreten aan de gevel hangen. Waar dat secreet dan precies gezeten heeft is nog een beetje onduidelijk. Op de tekening van Roelant Roghman hieronder is de oude toren de toren rechts achter. Vanaf deze kant is daar geen secreet te zien. Bovenaan de toren links zie je wel een secreet hangen.

Mogelijk bedoelt Margaretha met het ‘door de waterlozing vrij en liber houden’ dat ze de gracht vrij wil houden van uitwerpselen. De vraag is wat er dan met de inhoud van potten en poepdozen gedaan wordt. We weten dat in steden de onwelriekende restanten van de reeds genuttigde maaltijd opgehaald werden. Of dat in dorpen ook zo was weten we niet. Het kan ook dat alles op de mesthoop verdween en zo op andere wijze weer in de kringloop des levens terecht kwam.

Brieffragment over het secreet

[slaen om dat die muere out sijn,] het sec
=kreet dat inde toorn kamer is geweest wort
nu wt geruijmt en opgehaelt om daer
door de waterloosine vrij en lijber te
maecken, [het heeft hie twee daegen]

Kasteel Amerongen vanuit het noorden. Het kasteel ligt in een gracht. Links een gebouw en de kade muur met op de achtergrond een brug en een poort. Zowel links achter als rechts achter staat een toren. Op de voorgrond drie gebouwtjes, een kleine in het midden, rechts één van twee verdiepingen met een trapgevel en links een van één verdieping met een heel lang schuin dak en een schoorsteen bovenop.
Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Trots

Het gebint vordert gestaag, het wordt nu ineen gewerkt. Iedereen die het ziet bevestig dat dat vast en net gebeurt: sulcken hecht werck het is. Godard Adriaan moet niet denken dat ze van de complimenten naast haar schoenen gaat lopen. Ze herhaalt nog maar eens dat ze tenminste twee à drie keer per dag boven op het huis bij het werk gaat kijken.

Brieffragment over het gebint

[weer goet,] alle mense diet werck sien
weeten niet genoech te segge so vast
en net de kap in Een gewercktwort
en sulcken hecht werck het is, uhEd be
=lieft vrij gerust te sijn daer wort niet
in versuijmt, ick gaen ten minste 2
a 3 mael daechs booven opt huijs bijt werck

Foto van de balken op de zolder van Kasteel Amerongen
Sulcken hecht werck het is. Foto en ©: Hans Neecke.

Vrouwenpraat

Van Ginkel is naar Willem III en Philippota en de kinderen zijn gezellig (?) bij Margaretha gebleven. Wellicht was het echt gezellig, want Margaretha deelt zowaar wat vrouwenpraat met haar man. Het lukt de Vrouw van Ginkel niet hemden voor een halve rijksdaalder te maken. Margaretha zou wel veeren voor de dekbedden kunnen gebruiken en ook wel vlas. Maarja, ze moet de tering naar de nering zetten. Het geld verdwijnt momenteel als sneeuw voor de zon.

Brieffragment met vrouwenpraat

de heer van ginckel is naer sijn hoocheijt die op de
veeluwe ijaecht, hoope het hem wel bekoome sal
was noch vrij swack sijn vrou is met al de
kindere hier, seijt dat sij geen hemde voor
Een halfve rijxsdaelder kan maecken,
veeren tot bedde had ick wel van doen ock wel
vlas, maer het gelt weet bij ons teegewoordich
beeter wech daerom ick daer niet aenderf
dencke, [het is mij lief alles daer so goeij]

Een jonge vrouw zit te naaien. Onder de voorstelling een dubbelzinnige vierregelige tekst in het Nederlands: Ik naey in groot getal, klamutse, schorteldoeken En lap ook bij geval, wel vrijers onderbroecken, Een vrijijer is myn sin, ik wil mijn lijf en leden In trou en eerbaere min. aan manne lust besteden.
Zittende vrouw aan het handwerken, anoniem, 1700 – 1900. Collectie Rijksmuseum.

Zultevoet

Daarom is Margaretha extra blij dat in Bremen alles zo goedkoop is. Stel je voor dat Jenneke Godard Adriaan en Blanche vier keer in de week zultevoet zou voorzetten! Zultevoet levert niet veel google resultaten op. Het komt voor in een artikel over eten in een Gronings weeshuis en in het boek Ons voorgeslacht in zijn dagelijks leven. Daar wordt het genoemd in een weekmenu voor studenten tussen hoofdvlees en andere kelderkost. Beide geen hoogwaardige luxevoedsel. Ook is de volgende beschrijving te vinden: ‘Wat aan den snuit en de pooten (beneden de knie) zit, en, na gekookt te zijn, bewaard wordt in de wei of in het dunne van karnemelk’. Dat ‘beneden de knie’ is wel heel belangrijk, want bij de achterpoten boven de knie zit natuurlijk de ham en een goede schinck is wel de moeite waard.

Brieffragment over zultevoet

[dencke,] het is mij lief alles daer so goeij
koop is nu hoeft jenken uhEd en Mons
blansche nie 4 mael ter weeck sultevoet
te Eeten te geefve, [als ick diet altijt de]

Op een ton ligt een plank en daarachter staat een vrouw met een vis in haar rechter hand en een mes in haar linker hand. Ze is de vis aan het schoonmaken. Rechts van haar een schaal met de schoongemaakte vis. Links van haar (voor ons rechtsonder) een schaal met twee niet schoongemaakte vissen, waar de ingewanden uit hangen.
Vrouw die vis schoonmaakt, Gabriël Metsu, 1657-1658. Collectie The Leiden Collection.

Diplomatenvrouw

In dit fragment vinden we tevens een verwijzing naar haar leven als diplomatenvrouw die thuis blijft. Ze geeft hier aan dat als ze naar Godard Adriaan toe zou gaan, ze liever bij Blanche logeert. Ze bewondert hoe hij geen cent teveel betaalt op de markt. Ze moeten hem er maar dankbaar voor zijn, want de kosten in Amerongen blijven maar oplopen.

We weten niet waarom Margaretha nooit met haar man mee ging. Misschien is ze wel met hem mee geweest toen ze jonger was, maar we hebben pas brieven vanaf 1667. Ze schrijft wel over andere diplomaten die hun vrouw meenemen, maar dat lijkt niet afgunstig. Ook hier is de opmerking meer bedoelt om te kunnen schertsen over de huishouding van haar man, dan dat je het idee heeft dat ze eigenlijk liever bij hem was geweest.

Brieffragment over Blanche op de markt

[te Eeten te geefve,] als ick diet altijt de
beurt is gevalle thuijs te blijfve bij uhE
kom sal liefver in blansches huishou
=din bij uhEd te gast koome als in jenkes
dewijl hij so wel te mart gaet, hij doet heel
wel so naeu te dinge wij sijn hem ver
oblijgeert want het komter nu op aen
alles loopt hier hooch en so dat ick haest
geen door koome sien, hiermeede blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwewijff
M Turnor

Groepen mensen staan rondom marktstands met verschillende producten, van blaasbalgen tot stof en van manden tot levensmiddelen.
Markt, anoniem naar Jacques Callot, 17e eeuw. Collectie: Kunsthalle Bremen.

  • 1
    truifel=troffel

Mooi weer en laag water

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint weer over de door de secretaris, Schut en Rietvelt opgestelde memorie van het hardsteen en de vloerstenen. Godard Adriaan heeft daarin kunnen lezen wat er allemaal nodig is en hoe het werk er voor staat. Sindsdien is er eigenlijk niet zo veel verandert in de situatie. Toch is er genoeg te melden om drie kantjes te vullen.

Brieffragment over pertinente memorie

Ameronge den
10 ockto 1676
[rec: 15. dito]

Mijn heer en lieste hartge

met de laeste post heeft de sekreetaris uhEd
so hij meent Een pertinente1Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig memoorije bij schut2Hendrik Schut
rietvelt3Cornelis Rietvelt en hem opgemaeckt weegens de hart
steen en vloersteene over Amsterdam gesonde, waer wt wij
hoope en niet en twijfele of uhEd sal konne
sien wat daer van, hier noodich is, en hij en ick
geschreefve hoet werck staet seedert isser niet
veel veranderins in[, alt muer werck so buijten]

Het huis krijgt vorm

Langzaam begint het nieuwe Kasteel Amerongen vorm te krijgen. De binnen- en buitenmuren zijn inmiddels op de gewenste hoogte. Vervolgens zijn daar platen op gelegd en is alles gelijkgemaakt of aangestopt. Aangestopt wil zeggen dat er reten of voegen in het metselwerk zijn gemaakt die vervolgens met mortel zijn aangevuld. Naast de binnen- en buitenmuren, wordt er gewerkt aan de kapconstructie. Er wordt hout naar boven gehesen. Dat kost ontzettend veel tijd, dus gelukkig is het mooi en droog weer.

Brieffragment over voortgang werk

[veel veranderins in,] alt muer werck so buijten
als binne sijn op haer hoochte en de plaete daer
op geleijt en alle geraeseert of aengestopt , nu
sijnse noch beesich met het hout tot de kap op te
hijssen dat veel tijt wech neemt, wij sijn geluckich
dat wij hier sulcken schoone droochgen weer op
hebbe, want tis groote swaerte dat in reegen
=nich4Regenachtig weer niet wel als met groote moeijt te
doen sou sijn[, het water op de reevier blijft Eve]

Op de achtergrond ligt een stad met op de heuvel ernaast een slot. Op de voorgrond staat een deftig stel te kijken naar een bouwvakker die met veger over de muur van een ruïne veegt.
Gezicht op Salzburg met een bouwvakker op de voorgrond, Daniel Sudermann, naar Matthäus Merian (I), 1624. Collectie Rijksmuseum.

Laag water

Door het mooie, droge weer staat het water in de grachten ontzettend laag. Zo laag zelfs, aldus Margaretha, ‘dat geen mense gedencke die so gesien te hebbe’. Met andere woorden: het water heeft in tijden niet zó laag gestaan! En als het water dan toch zo laag staat, dan kun je er maar beter goed gebruik van maken. Een aantal muren is langs de singels al uitgespoeld, dus heeft Margaretha haar kans gegrepen deze aan te laten stoppen. Ook is ze voornemens om van de week al het puin dat door het metselen in de gracht is gevallen daar uit te laten halen en in het paardenwed te storten. En als ze werklieden kan vinden, zal ze ook gelijk de gracht laten uitmodderen. Je kunt het maar beter gelijk goed doen, anders ben je zo weer twintig jaar verder. Als je het überhaupt zelf nog mee mag maken.

Eerste brieffragment over het weer
Eerste brieffragment over het weer en het leeghalen van de gracht

[doen sou sijn,] het water op de reevier blijft Eve
laech, en inde grafte omt huijs so binne als buijt
ist water so laech of op veel plaetse gans weel
wech en de grafte so drooch dat geen mense
gedencke die so gesien te hebbe, bij welcke geval

ick de muere om de grafte die vrij wat aende sijde
van de singels wt gespoelt sijn laet aen stoppe
en wel versien, ben ock van meeninge inde toe=
koomende weeck alt puijn dat vant metselen
inde graft is gevalle daer wt te laeten haelle
en voor so veel aende kant vant paerde wet5Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
is indie graft bijt paerde wet te laete brenge
en die daer voort meete vulle voor so veel dat
recken kan, so ick volck kost krijge sou noch
wel in die koste valle vande grafte te laeten
wt modderen en ter deegen klaer maecken
geloof die licht in twintich ijaer of bij ons
leefven niet weer so drooch sulle worden

Gezicht op een Amsterdamse gracht waar twee mannen in een schuit bezig zijn de gracht uit te diepen, een andere man haalt bij een huis geld op.
Waldiepers Nieuwe-Jaars Wensch, Jan Oortman, 1822. Collectie Rijksmuseum.

Karpers en reigers

Heeft het droge weer ook nadelen? De vissen zitten vrij diep en zouden het nog wel even kunnen volhouden in het kleine laagje water, ware het niet voor de reigers. Ze bijten de karpers de koppen af! Margaretha zegt dat ze er ‘op laat passen’. Zou ze daarmee bedoelen dat ze de reigers laat afschieten?

Brieffragment over reigers

tis te verwondere dat de vis haer inde diepte
onthout en wij daer so weijnich schade in hebe
de reijgers doen de meeste schaeij6Schade bijten de
kerpers de koppen af maer ick laeter ock
op passe[, de leunine op de steene bruch tuschen]

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum

Geldschieter Temminck

Er is weer een brief van Temminck gekomen. Er is weer 300 gulden aan Jan Visser van de zaagmolen betaald. Ook heeft Temminck de kosten van de scheepsvracht hout van Hamburg naar Amsterdam betaald. Temminck heeft nu inmiddels al zo’n 12 à 1300 gulden voorgeschoten en hij moet binnenkort ook weer betalen voor een vrachtschip met kalk, dus Margaretha heeft hem een paar duizend gulden gezonden.

Eerste brieffragment over betalingen Temminck
Tweede brieffragment over betalingen Temminck

so aenstonts ontfange Een brief van Monse7Afkorting van monsieur
teminck die weer 300f aen jan visser op de
saech moollen in minderin van sijn reeckenin
heeft geegeegve en al de scheeps vrachte vant hout
van haerburch tot Amsterdam heeft betaelt
daer meede hij schrijft ons nu ontrent de
12 a 1300f verschooten8Verschieten: Voorschieten te hebbe so dat me wel
diende hem weer Een paer duijsent gul te
sende want hij ons weer Een samoreus9Samoreus: Type lang vrachtschip met
kalck sal moeten bestelle dat ock weer over
de 300f loopt, [ick had van avont met de]

Een lang schip met een fok en een klein zeil en een schoorsteentje op de kajuit waar rook uit komt vaart naar links. Op het dek zijn meerdere mannen bezig met de zeilen. Achter het schip aan trekken ze een klein bootje met daarin wat tonnen.
Samoreus, Reinier Nooms, 1652 – 1654. Collectie Rijksmuseum.

PS: Van Ginkel is weer kwiek

Nadat ze haar naam op het velletje papier heeft geschreven, besluit ze toch nog iets toe te voegen over zoon Van Ginkel. Hij is weer zo kwiek, dat hij van plan is binnenkort weer een bezoek aan de kerk te brengen. Hij wil zelfs komende week richting Amerongen! Maar Margaretha heeft hem geschreven dat hij zich vooral niet moet overhaasten.

Afsluiting en Van Ginkel

de heer van ginckel
schrijft gistere sijn
karck ganck van meeninge
was te doen en inde toekoomende
weeck hier te koome, ick schrijf
hij hem toch niet en verhaeste
de heere sij gedanckt het met
hem weer so veer is

Links op de achtergrond een eenvoudige kerk met middenop een open klokkestoel. Uit de kerk komen diverse mensen, op de voorgrond twee vrouwen met moffen, daarachter twee vrouwen en een meisje. De linkerhand heeft haar klapstoeltje onder haar rechterarm en een stoof onder haar linkerarm. De andere vrouw draagt een mof en aan haar arm hangt een boek. Daarachter een man en een vrouw. De vrouw heeft ook een stoofje aan haar linker arm hangen. Daarachter twee mannen. Rechts in de verte lopen de figuren uit de rand van het boek. Boven de mensen staat het vierde van een vers dat er boven staat maar af is gesneden: 4. Eer sij u Vaeder ende Soon En Heijlghen Geest in s Hemels troon Bij ons all te samen sijn Moet dit doch Ja en amen sijn Fijnis
Groep kerkgangers bij het verlaten van de kerk, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig
  • 2
    Hendrik Schut
  • 3
    Cornelis Rietvelt
  • 4
    Regenachtig
  • 5
    Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
  • 6
    Schade
  • 7
    Afkorting van monsieur
  • 8
    Verschieten: Voorschieten
  • 9
    Samoreus: Type lang vrachtschip

Geldzorgen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is weer terug in Amerongen en ze neemt vol overgave de teugels in de handen. Nog even het laatste nieuws over Ginkel: het gaat nu echt beter. Weliswaar drinkt hij nog geen bier, maar wel Rijnse wijn met een beetje suiker bij het eten en tussendoor tisane of siroop. Hij wil graag naar Amerongen komen, schrijft Margaretha. 

Brieffragment over Van Ginkel

Ameronge den
7 ockto 1676
[rec: 12 Dito]

Men heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 3 deeser ontfange ick
so aenstonts, ick heb de heer van ginckel vrij
beeter gelaete als ick hem inde haech koomende
heb gevonde, hij drinckt heel geen bier, tusche
sijn Eeten Een glas rhijnsche wijn met Een weij
nich suijcker en buijtens tijts niet dan tiesaen1Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
of schulep2Julep, siroopachtig drankje was gereesolveert3Resolveren: Besluiten niet meer te
meediesijneere4Medicineren: geneeskundig behandelen , hier sijn schrijft de vrou
van ginckel dat sijn hEd noch dagelijcks
in beeterschap en sterckte toeneemt so dat
ick hoope hij in korte weer wel sal sijn, hij
verlanckt seer hier op Ameronge te sijn,

Interieur van een slaapkamer. Een man ligt ziek op zijn bed en wordt bezocht door een andere man.
Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Collectie Rijksmuseum.

Vloerstenen

In haar afwezigheid is het werk goed gevorderd. Samen met de secretaris, Schut en Rietvelt heeft ze het overzicht van de kosten van de vloer en de hardstenen opgemaakt. Er is een nauwkeurige tekening gemaakt van de vloerstenen, zodat duidelijk is hoeveel stenen er nodig zijn en van welk formaat. Maar de stenen kunnen het beste pas in Amerongen op het juiste formaat gekapt worden, want in het vervoer kan er gemakkelijk een hoekje van afbreken en zo’n steen is dan natuurlijk niet bruikbaar.

Brieffragment over vloerstenen

[of niet,] nu hebbense Een pertinente gront teijckenin
vande vloersteene gemaeckt en ock vande hartsteene
die hier neffens gaet daer wt sij meijne uhEd nu
perfeckt sal konne sien hoeveel steene der sijn
moet, ock op wat groote die diene te sijn, maert
kant rechte oordeelense dat hier dient gedaen
te worde, om dat int vervoeren licht Een hoeck
=ge of Eits kan afgestooten worden, [wt het]

Op een geblokte tegelvloer lopen vier paar meisjes voeten. De laatste heeft een koffer vast. Ze lopen richting een trap. Één vrouw is al op de trap.
Fragment uit:Vier meisjes volgen een vrouw een trap op, anoniem, ca. 1900 – ca. 1930. Collectie Rijksmuseum.

De kosten rijzen de pan uit

Margaretha bespaart waar ze kan. Ze heeft zo’n 18 tot 20 metselaars en evenveel opperlieden ontslagen en ze is van plan nog meer werklui af te danken. Ongeveer 8 tot 10 man moet voldoende zijn om de schoorstenen te metselen en de bogen boven de vensters af te werken. De rekening van Rietvelt bedroeg inmiddels 1778 gulden en de rekening van Schut ruim 600 gulden. Beide rekeningen heeft ze betaald, maar dat is niet alles, want morgen moet ze nog ‘al de andere werck baesen’ uitbetalen. ‘Het beloopt een ongelooflijck gelt’, schrijft ze. Weliswaar heeft ze in Utrecht de toegezegde betaling ontvangen van 5413 gulden plus nog een rente van 1000 gulden uit Gelderland, maar het geld verdwijnt zo als sneeuw voor de zon.

Eerste brieffragment over de kosten
Tweede brieffragment over de kosten

[reeijen en klaer te na maecken,] ick heb
rietvelt weer sijn reeckenin teenemael
af betaelt die beliep in vijf weecken
arbeijens so voor hem als sijn volck 1778 f

en schut overde 600 f, dan sijnder noch al
de andere werck baesen die alle meede
merge sulle betaelt worden, het beloopt
Een ongelooflijck gelt, ick heb nu laest
te wttrecht sijnde de weeder helfte vande
bewuste assinnaesie5Assignatie: aanwijzing tot betaling ontfange, so dat
ons nu de volle som van vijfduijsent
vier honde dartien gulde betaelt en
voldaen is, wat gelt ick ontfan t gaet
=ter al om, ick heb ock de rente ter som
van duijsent gul die ons op gelderlant
den Eerste septem was verscheene ont
fange, ben blijde vast so veel werck volck

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Ontslag

Ze is blij dat ze die werklui ontslagen heeft, maar als de kap gelegd is, dan komen daarna de leidekkers en die moeten ook betaald worden. En weliswaar is de verwachting dat stenen in de eigen steenoven goed gelukt zijn, maar ze heeft ook van Ot Barentse 240.000 stenen gehad voor een bedrag van zeker 1500 gulden en dat moet ook weer betaald.

Brieffragment over komende kosten
Tweede brieffragment komende kosten

[fange,] ben blijde vast so veel werck volck
vande hals quijt ben6Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden , maer als de kap
opt huijs komt sullender weer de leij=
=deckers koome, insoma so lange dit tim
=mere duert salt veel kosten, ick hoor
niet meer vande leijen die noch van boove
soude koomen offer noch te verwachte
sijn of niet, den steenoven is teenemael
afgestoockt se meene datse heel wel ge=
luckt sal sijn, wij hebbe van ott baerense
over de twee hondert en veertich duijsent
steen gehadt dat is bij de vijftien hondert

gul aen steen die hem ock sulle moeten betaelt
worden, [wij hebbe noch het schoonste weer]

Een kijkje in de kap van het kasteel. Foto en ©: Hans Neecke.

Ditjes en datjes

In de rest van de brief probeert Margaretha nog allerlei nieuwtjes te persen. Ze heeft het over de bemoeienis van Prins Willem met de Utrechtse politiek en het schijnt dat hij naar Engeland gaat. Ze zal informeren naar een stuk land maar eigenlijk is het beste stuk al verkocht. Gisteravond is ze naar de bruiloft van Kristoffel geweest. Kennelijk was Kristoffel daarom langsgekomen met de brief van Godard Adriaan. Fritsje was representant voor zijn vader en zijn opa en Antje als plaatsvervangster voor haar moeder. 

Brieffragment over de bruilof van Kristoffel

[had staen heeft dat gekocht,] gistere
avont sijn wij hier op de voor bruijloft
van kristoffel geweest, frits heeft groote
en kleijne papas plaets gereepreesenteert
en antge haer kleijne mama, sij hebe
en sondach haer Eerste gebodt gehadt
en ons heel net en wel getrackteert,
ick blijf
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Boeren dansen op een bruiloft. Links op de voorgrond danst de bruid, te herkennen aan haar kroon. Een doedelzakspeler en een jongetje met een trom en een fluit maken muziek.
Boerenbruiloftsfeest met doedelzakspeler, Peeter Baltens, 1540 – 1584. Collectie Rijksmuseum.

PS: nog meer geld

Maar dan komt Margaretha toch weer terug op het geld. Temminck heeft geschreven dat molenaar Visser op de zaagmolen in Amsterdam heeft verzocht om een betaling van 100 ducatons. De molenaar heeft eerder een scheepslading hout uit Harburg voor hen betaald. Margaretha kan er niet onderuit om hem te betalen maar ze heeft geen geld meer en ze weet niet wat ze antwoorden moet.

PS over geld voor Temmink

ps temminck schrijft dat visser opde
saech moolle tot Amsterdam
hem versocht heeft weer hondert
duijcketons op reeckenin te geefve
en hij diende wel weer Een schip
met schilp kalck te sende
so dat ick vrees hij daer toe
so veel gelt qualijck van
ons in hande heeft, vermidts
hij al de scheeps vrachte vant
hout van haerburch7Harburg (bij Hamburg) tot
Amsterdam heeft betaelt
en ick hier geen gelt overheb
weet haest niet wat hem antwoorde sal

Aan een sloot staat een huisje met daarbij een molen en een schuur. Achter het huisje staan de houten planken hoog opgestapeld. Over de sloot ligt een bruggetje waar iemand overheen loopt. Voor de schuur ligt een soort bootshuisje in de sloot. Op de linkeroever staat een knotwilg.
Een houtzaagmolen aan de kattensloot, H.G. ten Cate, 1837. Collectie Amsterdams Archief.
  • 1
    Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
  • 2
    Julep, siroopachtig drankje
  • 3
    Resolveren: Besluiten
  • 4
    Medicineren: geneeskundig behandelen
  • 5
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 6
    Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden
  • 7
    Harburg (bij Hamburg)

Wel en wee

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 oktober 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag, maar ze is alweer van alles aan het regelen voor wanneer ze weer terug is in Amerongen. Zo heeft ze zich voorgenomen om aan de secretaris, Schut en Rietvelt te vragen of zij een overzicht zouden willen maken van de kosten van de vloerstenen en de hardstenen voor het huis. Godard Adriaan heeft hier om gevraagd in zijn brief van 30 september. Ze zal het hem zo spoedig mogelijk opsturen. Maandag hoopt ze weer in Amerongen te zijn.

Brieffragment over de vloer- en hardstenen

haech den 3
ockto 1676
rec: 5 Dito

Mijn heer en lieste hartge

so aenstonts ontfange ick uhEd vande 30 pasato
sal so haest ick weer t Ameronge koome met
de sekreetaris schut en rietvelt alles weegens
de vloersteene en hartsteene overlegge en
Een pertinente1Pertinent: Ter zake dienende memoorije2Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven. laete maecken
uhEd die met den Eerste en opt spoedichste
oversenden, ben van meeninge met godeshulp
merge weer van hier te gaen en maendach
op Ameronge te sijn[, de heer van ginckel]

Een trap van een witte hardsteen. Op elke trede zitten twee koperen onderdelen om de roede van een loper vast te houden
De trap naar de galerij is gemaakt van de door Margaretha bestelde stenen. Foto en ©: Hans Neecke.

Aan de beterende hand

Zoon Van Ginkel is inmiddels aan de beterende hand. Het gaat zelfs zo goed, dat de doctoren met elkaar discussiëren of hij nog wel koorts heeft. Gisternacht was hij nog ‘met swaere droome beset’, maar afgelopen nacht heeft hij maar één uurtje wakker gelegen. Ook zijn smaak komt langzaam terug. Godzijdank! Hopelijk begrijpt Godard Adriaan dat zijn zoon nog wel te zwak is om zelf een brief te schrijven.

Eerste brieffragment over Van Ginkel
Tweede brieffragment over Van Ginkel

op Ameronge te sijn, de heer van ginckel
die ick hier koomende heel swack en debijl3Debiel: Wankel, onvast
vont is seedert in beeterschap so toegenoome
dat de docktoore disputeere4Disputeren: Redetwisten of hij noch
koorts heeft of niet, heeft seedert begonne
te ruste, heeft deese voorleedene nacht
ontrent 3 Euren aen Een geslaepen en
doen maer Een Eeur wacker geleegen
en weer ingeslaepe, koomende nu heel
fris en wel wt sijn slaep, daer hij noch

gisteren en te vooren wt de weijnich rust die
hij kost hebbe heel beswaert en qualijck quam
ock met swaere droome beset was, so dat
wij hoope sijnhEd de met de verdere hulpe
van godt almachtich deese sieckte te boove
is en konne godt niet genoech dancke voor
sijne genaede, hij begint ock wat smaeck int
Eeten te krijgen, versoeckt uhEd hem te Exs
=kuseere dat hij met deese post niet en schrijft
hoopt het met de naeste te doen kan noch
onmoogelijck niet is te swack[, ick sal ock]

In een man met een eenvoudige hoed op die zijn tanden zet in iets. Eronder staat in sierlijke letters ‘de Smaak’ met daaronder ‘ By Nic: Vischer met Privilegie’
De Smaak: etende man, Jacob Gole, 1670 – 1709. Collectie: Rijksmuseum

Bestellijst

Godard Adriaan heeft om spullen gevraagd. Margaretha zal morgen – ze verwacht dan immers weer terug in Amerongen te zijn – een kist met de gevraagde spullen richting Temminck in Amsterdam. Temminck zal er vervolgens voor zorgen dat de spullen bij Godard Adriaan in Bremen terechtkomen. Margaretha schrijft dat ze de ‘bestellijst’ bij de voorliggende brief heeft gevoegd. Helaas is de lijst niet bij de brief bewaard gebleven, en weten we dus niet precies waar Godard Adriaan om heeft gevraagd.

Brieffragment over de koffer naar Temminck

[onmoogelijck niet is te swack,] ick sal ock
merge Een koffer5Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats. aen temminck op Amster
=sende6Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen. om voort op breeme aen uhEd te
bestelle, daer in is altgeene de selfve
heeft ontboode waer van de memoorije
van alt geene daer in is hier neffens
gaet[, inde generaelijteijts meubel kamer]

Een bed voor Godard Adriaan

Margaretha heeft een poging gedaan om via de Generaliteits Meubelkamer een bed te bemachtigen. In de Generaliteits Meubelkamer waren meubels opgeslagen die Staatste diplomaten die naar het buitenland vertrokken konden meenemen om hun ambassade- of gezantswoning in te richtingen. Misschien is Margaretha zelf wel gaan kijken of er iets van haar gading bij zat; ze is immers in Den Haag. Ze vond ledikant noch paviljoen. Een ledikant was een losstaand hemelbed, ook wel een pronk- of staatsiebed. Een paviljoen was een ronde, tentvormige baldakijn die aan het plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden. Het wordt niet helemaal duidelijk welke invulling van de term Margaretha in haar brief bedoelt. Hoe dan ook, ze heeft een paviljoen laten maken. Bij Godard Adriaans terugkomst kan het paviljoen naar de Staat. Of ze houden het gewoon lekker zelf.

Eerste brieffragment over het paviljoen
Tweede brieffragment over het paviljoen

[gaet,] inde generaelijteijts meubel kamer
was so noch leedikant noch pauvelijoen7Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
noch niet te krijge heb dit pavelijoen

hier sijnde laete maecken het welcke men op
uhEd weederkomste den staet kan weer
geefve of het voor ons selfve houde soot de
selfve goet sal vinden[, de maijoor ijan]

Een schildering van een kamer, links en recht een deur, rechts een schouw, aan de achterwand twee dubbele ramen. Achter de schouw staat een kast. Aan de wanden hangen schilderijen en een spiegel. Tegen de wanden staan rechte stoelen. Links staat een kinderbedje dat is afgedekt met een doek. Midden tegen de achterwand, tussen de ramen een bed met daarboven een paviljoen: een stoffen kap als een klamboe over het bed gehangen. Het paviljoen is open, op het bed liggen twee kussen. Op één van de stoelen zit een man met een hoed op. Hij heeft een pop op schoot. In de kamer staat een meisje dat hetzelfde gekleed is als de pop.
Kamer met een ledikant met een paviljoen. Fragment uit: Poppenhuis van Petronella Oortman, Jacob Appel (I), ca. 1710. Collectie Rijksmuseum.

Nog steeds rode loop

Aan het begin van de brief schrijft Margaretha dat het beter gaat met zoon Godard. Ook de collega’s van Godard in het leger, waar de rode loop (dysenterie) heerst, zijn aan de beterende hand. De ziekte heeft ook in Amerongen wild om zich heengeslagen. In de situatie van de zieke dorpsgenoot Teunis Huijbertse is geen verbetering zichtbaar.

Eerste brieffragment rode loop
Tweede brieffragment rode loop

[niet weer gekoomen,] men begint te
spreecke van onse Armee int gernesoen
te brenge daer sijn veel siecke en meest
aende roode loop, de heer van obdam8Jacob Wassenaar van Obdam de
graef van floodorp9Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf den heer van schra
=venmoer10Adam van der Duijn legge daer aen doch sijn aent
beeteren, hebbe haer tot mechlen laeten
brengen, teunis huijbertse schrijft de

seekreetaris dat noch Even sieck daer aen blijf

Een open sollicitatie

In Den Haag is Margaretha aangesproken door een jonge man van ongeveer 23 jaar oud. Het lijkt wel alsof ze een aanbevelingsbrief voor hem schrijft, voordat ze opschrijft wat deze jonge man nu eigenlijk kwam doen. De jongeman heeft ‘geen quade mijne’, ofwel: geen kwaad voorkomen. Hij komt uit Breda en hij kent Kristoffel, die de 26e de brief van Godard Adriaan bracht, goed. Hij heeft vier jaar bij penningmeester Adrichem gewoond, heeft een prettig handschrift, is trouw, en kan in afwezigheid van zijn werkgever diens taken waarnemen. Zijn naam is Dulckes en hij wil graag kamerling worden in dienst van Godard Adriaan. Inmiddels heeft Margaretha iemand gevraagd om de referentie van de jongeman na te gaan. De jongen wordt geprezen door zijn huidige werkgever, die zegt hem liever zelf te willen houden, maar hem niet kan tegenhouden als hij een andere baan wil. Margaretha verzoekt Godard Adriaan zo spoedig mogelijk te laten weten of hij de jongen in dienst wil nemen of niet. De naam van de jongen komt verder niet meer voor in de brieven van Margaretha, dus het lijkt erop dat hij het baantje niet gekregen heeft.

Brieffragment over de jongeman

hier is vandaech Een jonckman bij mij geweest
out ontrent 23 ijaere die geen quade mijne11Mijne/Mine: Voorkomen
heeft en sijn woort wel kan doen, die van
breeda vandaen is en kristoffel wel kent
hij heeft vier ijaer bij de peninck meester
Adreechem gewoont schrijft Een tamelijck
goede hant, is heel trou, als de peninck
meeste wt is ontfanckt hij het gelt
en geeft wt neemt het kantoor waer,
deese jonman genaemt dulckes, pree
=senteert hem selfve voor kamerlin bij
uhEd, lapoorte heeft bij Adrijchem naer
hem vernoome die hem prijst en seijt hem
liefver te houde, maer hem niet van sij voor
deel te konne houde, so uhE die aen staet be
lieft met den Eerste te schrijf heb hem so lan
wtgestelt12Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d. later terug te komen[, blijf]
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Een gebrandschilderd ruit met de afbeelding van een deftige jongeman staande in een landschap, gekleurd.
Ruit met jongeman in landschap, anoniem, ca. 1650 – ca. 1675. Collectie Rijksmuseum.

Kennelijk vindt Margaretha deze jongeman zo interessant dat ze nog een postscriptum ondersteboven op de laatste pagina schrijft. Ze denkt dat de jongeman geen livrei wil dragen…

Postscriptum

deese Adrechem is ock prockereur, daer de
knecht bij woont en schrijft, maer geloof
niet dat hij leefvereij sou wille draegen

  • 1
    Pertinent: Ter zake dienende
  • 2
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven.
  • 3
    Debiel: Wankel, onvast
  • 4
    Disputeren: Redetwisten
  • 5
    Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats.
  • 6
    Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen.
  • 7
    Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
  • 8
    Jacob Wassenaar van Obdam
  • 9
    Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf
  • 10
    Adam van der Duijn
  • 11
    Mijne/Mine: Voorkomen
  • 12
    Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d.

Ziek, zwak en misselijk

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 september 2024 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 oktober 2024
Lees hier de originele brief

Gealarmeerd door een brief van haar schoondochter Philippota, ‘vrou van Ginckel’ is Margaretha naar Den Haag gereisd. Zoon Van Ginkel heeft nog steeds last van de benauwdheid in de maag. Hij is al diverse malen ‘gepurgeert’ en ‘gelaeten’. Arme man.

Aanhef brief

haech den 28 
septem 1676 

Mijn heer en lieste hartge 
[rec: 1. October 1676]

op het schrijfve vande vrou van ginckel die door de 
kontin waesie vande benautheijt die de heer van ginckel inde 
krop van maech naer dat hij verscheijde veijse1wijze is gepursgeert2Genezen, eig. zuiveren van ongezonde stoffen of vochtenof van schadelijke invloeden. en gelaeten, [ock in de voorleedene]

Purgeren, laten en een vomitorium

Of dat purgeren gebeurde met een braakmiddel of met een laxeermiddel is op dit punt in de brief nog niet helemaal duidelijk, maar later schrijft Margaretha over een ‘vomotoryum’ en dat is in ieder geval een braakmiddel. Met ‘gelaeten’ doelt Margaretha op aderlaten, wat in die tijd als een probaat middel bij allerlei ziekten werd gezien. Het vomitorium had tot gevolg dat Van Ginkel gal en slijm braakte, niet zo vreemd bij een maag die na al deze ellende helemaal leeg moet zijn geweest. 

Brieffragment behandeling

[is gepursgeert en gelaeten,] ock inde voorleedene 
weeck Een vomotorijom3Vomitorium: braakmiddel heeft genoome die hij 
meest heeft naer Een oochgenblick ingenome 
te hebbe weer most overgeefve doch Evenwel 
noch Eenige operaesie4Operatie: Kunstbewerking die de heelmeester op het levend lichaam verricht met behulp van instrumenten of soms ook alleen met de hand. heeft gedaen met het 
loose van Eenich gal en slijm, [seer bekomert] 

Een man zit op een kruk, naast hem staat een man die zijn arm vast houdt. Uit de arm spuit bloed in een kommetje
Aderlaten, James Gillray, 1804. Collectie: The British Museum.

In ieder geval, Margaretha maakte zich grote zorgen en trof haar zoon zo zwak aan dat hij ‘naulijcks kenbaer’ was maar niettemin, ze had het zich nog erger ‘geinmaesgeneert’. Ze heeft de dokters nog niet gesproken, maar van die ‘kontiniweele koortse’ is haar zoon naar haar mening voorlopig nog niet verlost. Toch heeft Margaretha goede hoop en ze maakt zelfs al plannen voor een terugkeer naar Amerongen.

Brieffragment over zwakte van Van Ginkel

hier gekoomen, en vinde hem seer swack en so 
verandert dat naulijcks kenbaer is, doch bee=
ter als mij had geinmaesgeneert, maer kan 
noch tot geen rust koomen, ick heb de docktoore 
noch niet gesproocke mijns oordeels blijft hem 
de kontiniweelle koortse noch bij, het schijnt deese 
sieckte sijn tijt van verwininge5Overwinning van hartstochten, emoties, zwakke physieke gesteldheid e.d. sal wille hebbe 
de heer almachtich wilt maer ten beste schicke

Gebakken stenen en een brug

Ze verwacht dat het muurwerk deze week op de juiste hoogte zal zijn om een begin te maken met de kap van het huis. De steenoven waar Margaretha het op 19 september al over had, zal deze week ‘afgestoockt’ zijn en dan is er weer een nieuwe voorraad aan stenen. Als de ziekte van Van Ginckel niet verergert, dan gaat ze toch echt terug naar Amerongen. Margaretha voegt bij haar brief een tekening van meester Schut, die de leiding heeft over de bouw, van de ‘bou bruch’, de brug van de voorburcht naar het huis. Met de vraag of het ontwerp naar de zin van haar man is.

Brieffragment bouw

voor mijn vertreck van Ameronge heb ick op alles 
ordere gestelt so veelt moogelijck is, int lest van=
deese weeck sullense sonde merckelijcke6Merkelijk: Evident, gewichtig, opmerkelijk verhinderin 
het muerwerck vant huijs rontom op haer hooch
te hebbe ende kap daer op beginne te sette, ock 
sal de steen oven die nu meest buijten prijckel 
is, int begin vande toekoomende weeck afge=
stoockt sijn, ick maeck staet7Staat maken: Gissing maken, gissen. so der geen 
nieuwe toevalle inde sieckte vande heer van ginckel 
koome int laest vande toekoomende weeck 
weer op Ameronge te sijn, meester schut is weer 
daer die dees neefens gaende teeckenin vande bou
bruch vant huijs heeft gemaeckt om te sien 
of uhEd die gevallich is, [tot Ameronge heb] 

Helaas is de tekening van Schut van de brug niet bewaard gebleven. Het is uiteindelijk wel heel mooi geworden, dus we gaan er maar vanuit dat de tekening er ongeveer zo uit zag. Foto en ©: Hans Neecke.

Nog meer zieken

Margaretha weet al dat ze op Amerongen ook weer in een ziekenboeg terecht komt: ‘rode loop’ hebben ze daar, oftewel dysenterie. Ze heeft haar ‘werckmeijt’ Trijntge Leijter ondergebracht in het huis van Gijsbert Velbertsen, nog eigenlijk voordat ze wist wat Trijntge voor ziekte had. Trijntge is aan de beterende hand maar Margaretha somt enkele andere zieken op met wie het minder goed gaat, zoals Teunis Huijbertse en Cornelis Stevense, de broer van de ‘lackeij’ van Godard Adriaan. Lubbertge, de huisvrouw van dove Arijen de smid is er zelfs aan gestorven net als drie mensen in de buurtschap Remmerden, ‘Remerde’ schrijft Margaretha, bij Rhenen. ‘De heere wil ons alle voor daer voor bewaere’, schrijft ze.

Eerste brieffragment zieken in Amerongen
Tweede brieffragment zieken in Amerongen

of uhEd die gevallich is, tot Ameronge heb 
sijn seer veel siecke en meest aende roode loop, 
mijn werckmeijt trijntge leijter aen die ick ten 
Eerste Eer ick wist wat haer sieckte was maer 
wt vreese in gijsbert velbertsens huijs heb 
laeten brengen, doch sij is aen beeter hant 
maer teunis huijbertse leijt heel kranck 
daer aen so doet ock korneelis steefvense 
die broer van ijan uhEd lackeij is, en lub=
=bertge de huijsvrou van den doofven Arjen

de smit isser aen gestorfven ock sijnder drie op 
remerde aen gestorfve, de heere wil ons alle voor 
daer voor bewaere, [kristoffel is voorleeden sa=] 

Rechts stroomt de Nederrijn met op de voorgrond een roeibootje en op de achtergrond een paar zeilboten. In de verte op de linker oever de Cuneratoren en links daarvan twee molens. Links op de voorgrond een zandpad dat langs een paar schuren loopt. Op het pad staan drie mensen.
Gezicht op de Rijn bij Remmerden uit het noordwesten met de Cuneratoren te Rhenen op de achtergrond, N. Wicart, 1780-1810. Collectie Het Utrechts Archief.

Een paviljoen

‘Voorleeden saterdach’, dus 26 september, bracht Kristoffel haar een brief van Godard Adriaan en vandaag ontving ze weer een brief. Kennelijk vroeg haar man haar om een hemel voor boven zijn bed. In de meubelopslag van de generaliteit is Margaretha op zoek gegaan naar een ‘pauveljoen’, maar dat was er niet en ook geen hemelbed. Ze heeft dus besloten om er eentje te laten maken en die zal ze hem sturen. Een paviljoen is een soort gordijn om om een los bed heen te hangen. Het lijkt een beetje op een klamboe, maar dan van dikkere stof en soms zelfs versierd.

Bireffragment over het paviljoen

[daer voor bewaere,] kristoffel8Personeelslid van Godard Adriaan is voorleeden sa= 
terdach op Ameronge gekoome die mij uhEd 
meesifve heeft behandicht, ick heb vandaech ock 
die vande 25 deeser ontfange en heb inde meubel 
kamer van generaelieteijt naer Een pauvel 
=ijoen9Paviljoen: Hemel of baldakijn boven bed. voor uhE laete sien maer daer is noch 
pauvelijoen noch leedikant noch geen derleij 
meubelen, waerom ick goetgevonde heb hier 
sijnde Een te laeten maecken het welcke met 
alt andere de volgens uhEd memoorije10Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval waarschijnlijk een soort verlanglijstje met zaken die Margaretha naar Bremen moet zenden. te 
saeme met den Eerste sal senden, de brief 

In een kamer met een zwartwit geblokte tegelvloer zitten een man en een vrouw aan een ronde tafel met een blauw kleed te kaarten. Achter de vrouw staat de dienstmeid die haar een glas wijn inschenkt. Een jonge man leunt op de stoel van de man en kijkt mee in zijn kaarten. Achter de tafel hangt aan het plafond een groen paviljoen. Een soort loshangende hemel boven een bed. Aan de muur op de achtergrond hangen drie geweren, een schilderij met schepen, een plattegrond en een spiegel. Ook hangt er een bak met een kraantje boven een soort wasbekken op een poot. Tegen de muur staan twee stoelen, een deur staat open. Op de voorgrond snuffelt een hondje met een rode strik op de grond.
Kaartspelers in een interieur, Gesina ter Borch, ca. 1660. Collectie Rijksmuseum. Op de achtergrond een paviljoen.

Kattenbelletjes

Verder gaat Margaretha er vanuit dat Godard Adriaan de brief van secretaris Van den Doorslagh over de vloerstenen en de hardstenen heeft ontvangen. Ze is blij dat de zaken bij de bisschop zo goed zijn gegaan en schrijft dat Luchtenburg wel blij zal zijn dat Godard Adriaan bereid is zijn neef te steunen bij zijn sollicitatie naar de positie van kameraar en dat er allerlei roddels de ronde doen over de vorige kameraar, Matijsius. Ze heeft zelfs gehoord dat hij heeft geprobeerd de overdracht van de Heerlijkheid Amerongen tegen te houden, maar of het waar is of niet, ze blijft ‘u edeles getrouwe wijf’.

Kasteel Amerongen vanuit de lucht. Op de nog van het dak de rode vlag van de heerlijkheid amerongen, op de achtergrond de uiterwaarden en de Nederrijn.
Kasteel Amerongen, Arie Rebergen. Op de nok wappert nog altijd de vlag met het wapen van de Heerlijkheid Amerongen.

Groetjes

Kleinzoon Frits en zijn zusjes, die op Amerongen bij hun grootmoeder wonen, presenteren hun ‘ootmoedige dienst’ aan groote papa. Margaretha schrijft erbij dat het niet hun schuld is dat de kleinkinderen dat niet vaker doen, maar dat zij het vergeet te schrijven. 

Er is nog een beetje ruimte op het papier, dus de volgende dag schrijft Margaretha het laatste nieuws over haar zoon: hij heeft deze laatste nacht geslapen en de dokters hopen dat hij het ergste nu heeft gehad.

Afsluiting

Mijn heer en liestee hartge
uhEd getrouwe wijff 
M Turnor

frits met al sijn 
susters preesenteere 
haeren ootmoedige dienst 
aen groote p a pa tis haer 
schult niet dat het niet 
meer gedaen wort maer 
groote mama diet dickmael vergeet 

de heer van ginckel heeft dees nacht wat gerust 
de docktoore hoope met godts hulpe de sieckte 
nu te booven te sijn 
dijnsdach den 29 septem

In een stenen venster met gordijn houdt een jongetje in zijn linkerhand een muizenval omhoog, met zijn rechterarm houdt hij een kat vast. Naast hem een meisje die naar de val wijst, achter haar een huilende jongen. Voor het venster een plant in een pot.
Kinderen met een muizenval, Domenicus van Tol, 1660 – 1676. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    wijze
  • 2
    Genezen, eig. zuiveren van ongezonde stoffen of vochtenof van schadelijke invloeden.
  • 3
    Vomitorium: braakmiddel
  • 4
    Operatie: Kunstbewerking die de heelmeester op het levend lichaam verricht met behulp van instrumenten of soms ook alleen met de hand.
  • 5
    Overwinning van hartstochten, emoties, zwakke physieke gesteldheid e.d.
  • 6
    Merkelijk: Evident, gewichtig, opmerkelijk
  • 7
    Staat maken: Gissing maken, gissen.
  • 8
    Personeelslid van Godard Adriaan
  • 9
    Paviljoen: Hemel of baldakijn boven bed.
  • 10
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval waarschijnlijk een soort verlanglijstje met zaken die Margaretha naar Bremen moet zenden.

Goed nieu…, toch niet

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief optimistisch. De laatste brief van haar man heeft ze al beantwoord en in Amerongen gaat alles goed. Het werk op de bouw gaat naar verwachting: de muren zijn opgetrokken tot de balken op de tweede verdieping. Die balken zijn ze nog aan het leggen: aan de zuidkant liggen ze, nu zijn ze bezig aan de noordkant en dan leggen ze de rest.

Brieffragment metselwerk en balken

de binne muere vant huijs sijn nu tot onderde
balcke vande tweede verdiepine op gehaelt de balcke
vande tweede verdiepine sijn aende suijtsijde
geleijt en sijnse beesich om die aende noortsijde en voort
al om te legge, [hier is Eenige turf met lichter]

Een balk tegen een plafond. Hij is geverfd, maar door de verf heen zie je dat het twee delen zijn: van links onder loopt een naad naar rechts boven. Aan de linkerkant zit een mee geverfde metalen band.
Eén van de balken die na verloop van tijd toch wat restauratie nodig had. Er is een nieuwe balk tegenaan gezet. De twee delen worden met een metalen band bij elkaar gehouden. Foto en ©: Hans Neecke.

Lichter

Gelukkig is inmiddels de eerste turf aangekomen met een lichter. Margaretha schreef al dat het water laag stond. Hierdoor kon het turfschip niet in Amerongen komen. Een lichter is letterlijk een lichter schip met minder diepgang. Dit schip lichtte een deel van van de lading van het vrachtschip en bracht dat naar de plaats van bestemming.

Doordat het turf aangekomen is, kan ook eindelijk de steenoven gestookt worden. Daar zullen ze vanavond of morgen mee beginnen. En nu maar hopen dat het weer goed blijft, zeker de eerste veertien dagen, dan is de kwaliteit van de stook zeker.

Brieffragment over het turf in de lichter

[al om te legge,] hier is Eenige turf met lichter
tot de steenove aengekoome so dat me met goe
godts hulpe deesen avont of merge sal begine
onder te stoocken, het is teegenwoordich heel
schoon weer mochte wij dat noch so Een maent
houde waer Een gewenste saeck en alwaert
voorde steen oven maer veertiendagen dan
waer die behoude, al wat godt belieft,

Omslag

Tijdens het schrijven wordt Margaretha opgeschrikt door onverwacht bezoek: Jan, de trompetter van Van Ginkel, en de stalknecht Martijn komen met vier paarden langs. Ze hebben een brief bij zich van Roelof, de lakei van zoon Godard. Ze komen niet met goed nieuws: Godard ligt ziek in Antwerpen met koorts, een grote overloop van gal en verstoppingen in de maag. Hij wil naar Den Haag en dat lijkt Margaretha een goed idee.

Eerste brieffragment zieke Van Ginkel
Tweede brieffragment over de zieke Van Ginkel

so aenstonts komt ijan de trompetter vande heer
van ginckel met martijn sijn stalknecht met

vier van sijn rij paerde om voort naer Middachte tegaen, die mij Een brief van roelof
verweij brenge die segge en schrijfve dat haer heer
tot Antwerpen aende koorts leijt doch ist Een
afgaende koorts met Een groote overloope
vande gal en verstoppine inde maech, met inten
=sie om voort naer den haech te gaen, hoope de
veranderin van lucht hem goet sal doen,

In een met schilderijen gedecoreerde kamer braakt een man vanuit zijn bed in een po. De vrouw die naast de man in bed zit heeft haar handen ten hemel geheven. De scène wordt verlicht door twee dienstertjes die met een kaars bij het bed staan, één van de twee knijpt haar neus dicht. In de deuropening slaan twee dienstmeisjes het tafereel gade.
Brakende man in bed, Crispijn van den Queborn, 1629. Collectie Rijksmuseum.

Meer slecht nieuws

Dat is niet het enige slechte nieuws dat Jan de Trompetter heeft. Ze wilden de paarden eigenlijk direct naar Middachten brengen via Den Bosch. Maar rondom Den Bosch waren nog zo veel Franse soldaten, dat hij die weg niet durfde te nemen. Margaretha vindt het een veeg teken.

Brieffragment over de Fransen bij Den Bosch

ijan de trompetter seijt last gehadt te hebbe om
om over den bos naer Middachte te gaen
maer dat de partije vande franse daer ontrent
so sterck loope dat hij die wech niet en dorste
neemen, ick vreese wij daer meer van sulle
hooren, men spreeckt noch al van Een bataelije
te slaen de heer almachtich wil sijn hoocheij
bewaere en on liefve vaderlant bij staen,

Man met een hoed en een lange, rechte trompet met daaraan een vaandel. Hij blaast zijn wangen bol.
Trompetter naar rechts, Jacob van der Gheijn II, 1580-1629. Collectie Kupferstichkabinett Berlijn.

Tot slot

Margaretha hoopt dat Godard Adriaan na zijn werk bij de Bisschop van MünsterBernhard van Galen weer terug is in Bremen en daarmee sluit ze haar brief af.

Dacht ze, want daarna komen er nog twee brieven van Godard Adriaan binnen waar ze nog op moet reageren. Het was handig geweest als die net wat eerder gekomen waren. Nu moet ze een lange ps schrijven.

PS over de brieven van Godard Adriaan

ps naert schrijfve dees ontfange ick
beijde uhEd aengenaeme vande 7 en
vande 9 deeser wt breeme en wt
kloppenburch, hadde die volckere
vrij wat Eer gekoome waer goet
geweest, [ben blijde het konsept]

Trakteren en een micke

Kennelijk is Godard Adriaan akkoord gegaan met het het conceptstuk van de Staten van Utrecht over het eigendom van de Heerlijkheid Amerongen. Margaretha belooft dat ze de heren die het komen brengen goed zal trakteren, ze hoopte dit al binnen micke te hebben. Dat wil zeggen dat ze eigenlijk hoopte dat de afspraak al gemaakt was, dat het al in de agenda zou staan. Helaas wordt het woord agenda pas in de achttiende eeuw gebruikt voor een “boekje waarin men van te voren aanteekent wat men op een bepaalden dag te verrichten heeft“.

PS over de acte

geweest, ben blijde het konsept
vande ackte uhEd vande h luchten=
burchJonathan van Luchtenburg so wel gevalt, als hij mij
die brenckt sal mijn beste doen
se wel te trackteere wenstse al
binne micke te hebbe want de
mensche sijn so verijabel datter
geen staet op te maecken is,

Stilleven met pasteien, een taart, broodjes, schalen met bessen en druiven, fruit, glazen en een mes.
Stilleven van een banket, Osias Beert (I) (navolger van), ca. 1620 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum.

De zieke

Het is een drukte van belang bij Margaretha, want zelfs als ze denkt de ps al af te hebben, komt er nog een brief binnen: Van Ginkel is in Den Haag. Het gaat niet goed met hem, maar Margaretha is blij dat hij in Den Haag is, dan kan hij tenminste uitrusten. Zou ze niet ook een beetje blij zijn dat schoondochter Philippota nu voor hem kan zorgen? Of zou ze bang zijn dat daar weer kleinkinderen van komen?

PS over Van Ginkel

so aenstonts bekoome ick schrijfe
vande vrou van ginckel dat de
heer van ginckel inde haech is maer
heel niet wel, kan niet in hou
de tschijnt sijn maech heel ontstelt
moet sijn, de heere wil hem beeter
schap geefve ist hem salich, ben
blijde hij daer is kan nu wt ruste

Een ezel ligt in zijn ziekbed en braakt. Hij staat symbool voor het zieke menselijk lichaam (Caro) en wordt door de personificatie van de lustvolle mens (Homo Carnalis) verpleegd. Een dokter is bij de patiënt geroepen en bekijkt een kruik met urine. Op de achtergrond sterft de personificatie van de door de mens verwaarloosde ziel (Anima) in een schuur. Een duivel vliegt boven haar en zal haar naar de hel begeleiden. Prent uit een serie van vier prenten over de zorg van de mens voor het lichaam en het negeren van de ziel. Elke prent met een onderschrift in het Latijn, Frans en Nederlands.
Alleen een ziek lichaam wordt verzorgd, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Philips Galle, 1610 – 1676. Collectie Rijksmuseum.

Korte update

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 september 1676 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 september 1676
Lees hier de originele brief

Kennelijk heeft Margaretha niet veel tijd, want deze brief heeft maar twee kantjes. Ze begint deze brief met een overzicht van de financiën. Het gaat nu niet alleen over ordonnanties en assignaties, maar ook over declaraties en defroyementen (onkostenvergoedingen).

De provincie Utrecht als werkgever

Godard Adriaans werkgever voor deze missie is de provincie Utrecht en die is nog steeds krap bij kas na de plundering door de Fransen. Er worden dan ook wat trucjes uitgehaald. Kennelijk is het potje voor de onkostenvergoedingen beperkt, dus worden Godard Adriaans onkosten nu geboekt onder legeruitgaven. De reden daarvoor? De kans dat het daadwerkelijk tot een betaling komt is groter. Gelukkig heeft Nicolaas van Beusichem, de secretaris van de Ridderschap, beloofd dat hij erop zal toezien dat Godard Adriaan betaald wordt, zodra er geld is.

Brieffragment over geld

wttrecht den 3
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

uhEd laeste is geweest vande 28 pasato dewelcke
ick met de laeste post heb beantwoort, gistere
avont ben ick hier gekoome alwaer deesen dach
genootsaeckt ben te blijfve om verscheijde affaerees1Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden
de 400f weegens uhEd equipaesge2Equipage: uitrusting voor een reis heb ick van
beusekom3Nicolaas van Beusichem ontfange maer vande 280f of de dekla
=raesie weetense hier niet, de seeckreetaris luch
=tenburchJ4onathan van Luchtenburg heb ick niet konne aentreffe om te
spreecke, dan beusekom seijt dat de Assinaesi5Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling”
van 5413f verandert is vande post vande defroije
=mente6Defroyement: onkostenvergoeding en gestelt is op de post vande leegerlaste
daer se geloofve wij beeter op sulle konne be
taelt worde, beusekom die deselfve asinaesi
in hande heeft, heeft aengenoome sorch te drage
dat wij wt het Eerste gelt mooge betaelt worde

Beurs van groen fluweel met trekkoord en afgezet met gouddraad op een doosje in de vorm van een schaar (fallus?) van dito fluweel en passement, voorzien van twee metalen ogen, anoniem, na 1580. Collectie Rijksmuseum.

Beleg of geen beleg?

Het nieuws uit Maastricht blijft uit. Margaretha heeft uit Den Haag vier brieven geschreven aan haar zoon en ze heeft niets van hem gehoord. Morgen gaat ze toch maar naar Amerongen. Er wordt veel over de situatie in Maastricht gepraat, maar Margaretha gelooft dat dat allemaal Paapse propaganda is. Kennelijk heeft ze de Oprechte Haerlemsche Courant van twee dagen eerder niet gelezen, want daar stond in dat het beleg opgebroken werd. Wel met de mogelijkheid om eventueel strijd te leveren met de vijand.

Uyt het Leger onder sijn Hoogheyt tot Lonake den 28 Aug. Terwijl men vast vernam het aennaderen van de Fransse, onder het Commandement van Monsr. Schombergh en d'Humieres, soo heeft men van onse kant goet gevonden uyt de Belegeringh van Maestricht op te trecken, gelijck wy dan op gisteren hebben gedaen, en on op heden hier neergslagen, zijnde omtrent een half uur van ons voorgaende Quartier, omme, indien mogelijck, den Vyant Battailje te leveren.
Oprechte Haarlemsche Courant van 1 september 1676. Bron: Delpher
Eerste brieffragment over Maastricht
Tweede brieffragment over Maastricht

, nu meen ick merge heel vroech naer Ameronge
te gaen, en heb noch vande heer van ginckel
niet ter werlt gehoort heb hem wt den haech
vier briefve geschreefve en niet Een letter
tot antwoort bekoomen, int op breecke van

ons leeger is al Eenige kleijne schermutselin
voor gevalle so men seijt, dat mij te meer
bekomert, en weet niet wat ick dencke sal
, de mense spreecke in hollant seer en hier
niet min, doch hebbe ongelijck, geloof het
meest door de paepiste aengestoockt wort
de briefve die heeden wt Maestricht sijn
aengekoome brenge meede dat meest al
de huijse in die stat so sijn doorschoote
datse niet te gebruijcke sijn, de rechte
pertikulierijteijte7Particulariteiten: bijzonderheden, details vant opbreecke van
ons leeger weet men hier noch niet, ge
loof uhEd dat beeter sult hebbe al wij ,

Op de trap van een gebouw met pilaren zit een huilende vrouw. Op de achtergrond een stad waar alles brand en mensen plunderen en vernielingen aanrichten.
Treurende vrouw bij verwoeste stad, Jean Baptiste Nolin (I), naar Sébastien Leclerc (I), 1678. Collectie Rijksmuseum.

Trouw volk en een muitende predikant

Het begint inmiddels een feuilleton te worden: Margaretha hoopt dat Blanche, het personeel en de bagage inmiddels bij Godard Adriaan in Bremen zijn. Na de gebruikelijke afsluiting volgt een beetje een cryptisch post scriptum. Jodocus van Lodenstein heeft volgens Margaretha muitineus en seditieus, dus oproerig én oproerig, gepredikt.

Helaas is niet te achterhalen waar de bewuste preek over ging. Van Lodenstein, één van de gijzelaars van de Fransen, stond een sobere levensstijl voor en een directe beleving van het geloof. Net als andere predikers van de nadere reformatie was hij wars van ‘volkszonden’ als de ontheiliging van de zondag, dobbelen, luxe en kermisbezoek. Hij was ook scherp op misstanden binnen de kerk.

Predikanten van de nadere reformatie er moeite mee, dat de benoeming van predikanten van buiten de kerk gebeurde: door wereldlijke bestuurders. Vond Margaretha hem te streng wat betreft de volkszonden? Of had hij stevig tegen het collatierecht8Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen gefulmineerd? Ach, Margaretha was er zelf ook niet bij geweest, dus of de soep echt zo heet gegeten werd als zij hem hier opdient, is ook nog maar de vraag.

Afsluiting met ps

blansche sal nu al bij deselfve sijn,
ock het volck met de begaesge9bagage , hiermee
de blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

gistere beedach
sijnde heeft hier
loodisteijn so geseijt wort
seer muijtineus10Van muitineren: oproering veroorzaken en sediesieus11Seditieus: oproerig, opstandig gepreeckt

Een dame en een heer badmintonnen in een kamer. Op de achtergrond pakt een jongen een shuttle op. Links op de vloer liggen speelkaarten rechts ligt een kolfspel en bij de tafel rechtsachter liggen wijnglazen op de grond. Op tafel ligt een luit. Op de achtergrond loert een skelet tussen de gordijnen door. Onder de tekening de tekst 'Elck sijn tijt verdrijff". De tekening gaat over ledigheid.
Elck sijn tijt-verdrijff, Adriaen van der Venne, ca 1632. Collectie: Metropolitan Museum of Art, New York
  • 1
    Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden
  • 2
    Equipage: uitrusting voor een reis
  • 3
    Nicolaas van Beusichem
  • 4
    onathan van Luchtenburg
  • 5
    Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling”
  • 6
    Defroyement: onkostenvergoeding
  • 7
    Particulariteiten: bijzonderheden, details
  • 8
    Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen
  • 9
    bagage
  • 10
    Van muitineren: oproering veroorzaken
  • 11
    Seditieus: oproerig, opstandig

Geen nieuws van het zuidelijk front

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag. Er doen onheilspellende geruchten over Maastricht de ronde, en ze heeft nog niets van Van Ginkel gehoord, dus heeft ze besloten nog even in de hofstad te blijven. Want wat nu als zoonlief een brief naar Den Haag stuurt, terwijl Margaretha net weer is vertrokken richting Amerongen? Margaretha is als de dood dat ze een brief van haar zoon mist. De laatste was van 26 augustus. Trouwens, niemand heeft brieven gehad. Zelfs de Staat niet! Of misschien wel, maar er wordt heel geheimzinnig over gedaan. De geruchten over Maastricht blijven voorlopig geruchten.

Brieffragment over gebrek aan nieuws

haech den Eerste
septem 1676

rec: 9 dito

Mijn heer en lieste hartge
de quade en onseeckere tijdine en geruchte die
hier nu drije dage aen Een van ons leeger dat
voor Maestricht leijt of heeft geleechge, is oor=
=saeck dat noch deese twee dage hier ben ge=
=bleefve, op hoope vande briefve vande heer van
ginckel te krijge, die wij tot noch toe niet hebbe
bekoome noch ock niemant pertikuliers1Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad., men
seijt ock selfs den staet niet, en so men heere
de state die hebbe gekreechge wordense seer
geseekreeteert2Secreteren: geheimhouden dade laeste briefve vande heer
van ginckel sijn vande 26 Augusti, [de luijckse post]

Het aanreiken van een brief in een voorhuis. In een vertrek bij het raam zit een vrouw met een hondje op schoot. Rechts nadert een man met een brief in de hand. Links staat een hond en zicht door de openstaande deur naar buiten, waar op straat aan een gracht (Kloveniersburgwal?), een kind met een zweepje speelt.
Het aanreiken van een brief in het voorhuis, Pieter de Hooch, 1670. Collectie Rijksmuseum.

Foute boel

Waar bestaan die geruchten uit? Men beweert dat de Luikse post opgehouden is en dat er 6000 vijandelijke militairen binnen Maastricht zijn gekomen. Hierop zou Willem III het beleg van Maastricht hebben opgebroken en richting Tongeren zijn getrokken om zich met zijn troepen bij de troepen van Waldeck en de Spaanse troepen te voegen, waarna ze slag zouden leveren tegen de Fransen. Maar hier is zoals gezegd helemaal geen zekerheid over. Het enige dat Margaretha zeker weet, is dat er iets niet helemaal goed zit.

Eerste brieffragment over troepen in het zuiden
Tweede brieffragment over troepen in het zuiden

[van ginckel sijn vande 26 Augusti,] de luijckse post
most gistere al hier sijn geweest dan men
seijt die op gehoude is, en datter ses duijsent
man vande vijant binne Maestricht soude
gekoome sijn, waer op sijn hoocheijt met de
beleegerin soude op gebroocke sijn en naer
tongeren den vij om met het bij hebbende

volck vande graef van waldijck3Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg en de spaense
te konsijongeere4Conjugeren: samenvoegen de vijant die af komt te
gemoet te gaen en slach te leeveren, doch
gelijck voorseijt heb is hier de minste seecker=
heijt niet van, maer wel datter Eits is dat
niet wel is[, de heer almachtich wil sijn hooch]

Gezicht op de versterkingen van de stad in vogelvluchtperspectief. Op de voorgrond de prins met zijn staf. Bovenaan portretten in medaillons van de graaf van Hornes en prins Willem III. Op het blad onder de plaat de titel en de legenda.
Beleg van Maastricht, 1676, anoniem, 1676. Collectie Rijksmuseum.

Kopzorgen

Uiteraard hoopt Margaretha dat de Heer almachtig het land en zijne Hoogheid bewaart, maar ze maakt zich ook ernstige zorgen om haar zoon. Naast dat ze geen idee heeft hoe het staat met de belegering van Maastricht, is ze bang dat haar zoon rode loop (dysenterie) krijgt of heeft. Zweder van Boetzelaar is daar al aan gestorven!

Brieffragment over bezorgdheid om Van Ginkel

[niet wel is,] de heer almachtich wil sijn hooch
en ons lant bewaeren, de raet pensionaris
is buijten op ter lee , ick hoope vandaech
noch briefve van h van ginckel te ontfange
want ben seer ongerust so omt Een alst
ander de roode loop renneert seer in ons
leeger en is den heer van leuwen5Zweder van Boetzelaar daer aen
gestorfven, so dat ick bekomert ben,

Margaretha herhaalt nogmaals dat er echt geen brieven bezorgd zijn en wil misschien toch vandaag nog richting Amerongen vertrekken.

Brieffragment over vertrek naar Amerongen

doch krijch briefve of geen meen van daech
noch te vertrecke en met godts hulpe merge
t Ameronge te sijn[, uhEd aengenaeme vande]

Op een tafel ligt een boekje met daarop een paar papieren in een mapje. Daar bovenop ligt een schede. Aan de rechterkant is een roemer van het boek gevallen, op de voorgrond een ganzenveer die gebruikt is om mee te schrijven en iets van een napje. Links op de achtergrond een lege kaarsenstandaard. Alle onderdelen van dit Vanitas stilleven duiden op de vergankelijkheid en het verstrijken van tijd.
Pieter Claesz, Stilleven met een schedel en schrijfgerei. Collectie The Metropolitan Museum of Art.

Postproblemen

Er is sowieso iets raars aan de hand met de postbezorging. Eerder in de brief schrijft Margaretha al dat de Luikse postbezorging tijdelijk wordt opgehouden. Maar ook Godard Adriaan lijkt haar brieven niet allemaal goed te ontvangen. Ze heeft er vier geschreven, maar in zijn brief van 28 augustus vermeldt Godard Adriaan niet dat hij deze allemaal ontvangen heeft. En het personeel is ook nog steeds niet aangekomen!

Eerste brieffragment over brieven van Godard Adriaan
Tweede brieffragment over brieven van Godard Adriaan

[t Ameronge te sijn,] uhEd aengenaeme vande
28 pasato heb ick gistere ontfange kan
mij niet genoech verwondere dat hij geen
tijdine van sijn volck heeft die nu lange

tot breeme moete aengekoome sijn, ock maeckt
uhEd geen mensie van mijn briefve ontfange
te hebbe, dit is de vierde die ick deselfve heb
geschreefve[, de oblijgasie op de generaelijteij]

Hout

Ondertussen is ze ook nog druk bezig met de herbouw van het kasteel. Er moet hout vanuit het Duitse Harburg naar Amsterdam gezonden worden. Maar Margaretha informeert ook naar hout dat ze misschien zouden ontvangen van Johann Georg II Anholt-Dessau, kortweg de prins van Anholt. Godard Adriaan zal hierover vast wel iets gehoord hebben van de bouwmeester. Margaretha hoopt in ieder geval van wel, want het hout zou zeer goed van pas komen.

Brieffragment over hout

[noch te sien,] ick hoope deselfve bij van weede6Cornelis van Weede ordere sal ge=
=stelt hebbe dat het hout van haerburch naer Amsterdam
mach gesonde worde dewijlle de scheeps vrachte so wel
te geniete sijn, en dat uhEd vande boumeester7Michiel Mattheus Smits sult ge
hoort of verstaen hebbe hoet met het hout vande prins
van Aenholt8Johann Georg II Anholt-Dessau staet kost me daer noch van bekoome
soude goet sijn en ons seer wel te passe koomen,

Met de meeste bekommering van de wereld

Margaretha heeft haar brief al afgesloten, maar voegt er toch nog iets aan toe. Met Philipotta en de kleine Agnes gaat het gelukkig hartstikke goed. Met Margaretha gaat het wat minder, want ze heeft nog steeds geen brieven ontvangen en maakt zich ernstige zorgen. ‘Met de meeste bekommering van de wereld’ besluit ze toch maar naar Amerongen te vertrekken.

Afsluiting

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

de vrou van ginckel
die met het kraem
kintge heel wel naer
den tijt is preesenteert
haer dienst aen uhEd
ick gae met de meeste bekomerin vande werlt van hier
tot noch toe geen briefve bekoome hebbende

Een jonge vrouw zit met haar naaiwerk bij het raam, met naast haar een dienstmeisje dat bij de wieg knielt.
De jonge moeder, Gerrit Dou, 1658. Collectie Mauritshuis.
  • 1
    Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad.
  • 2
    Secreteren: geheimhouden
  • 3
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 4
    Conjugeren: samenvoegen
  • 5
    Zweder van Boetzelaar
  • 6
    Cornelis van Weede
  • 7
  • 8
    Johann Georg II Anholt-Dessau

Ditjes en datjes

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 augustus 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Het personeel en de bagage zijn op 19 augustus uit Amsterdam vertrokken en in de brief van Godard Adriaan van de 25ste augustus waren ze nog niet aangekomen. En dat terwijl het zulke goede wind was!

Brieffragment over het personeel dat onderweg is.

[9 septr. 1676]
Haech den 29
Augusti 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere heb ick uhEd mesiefve vande 25 deeser
ontfange, het doet mij leet sijn volck die met
sulcken goede wint op woensdach sijn den
19 deeser van Amsterdam sijn afgevaeren
doen noch niet waeren gearijveert, hoope
sij nu al bij uhEd sulle sijn, [met de laeste]

Een schip met bollende zeilen vaast op een woelige zee.
Varend schip op zee, Gerard ter Borch (II) (mogelijk), naar anoniem, 1627 – 1690. Collectie Rijksmuseum.

Angenis

Zoals al aangekondigd is de jongste kleindochter in de Duitse kerk gedoopt, Margaretha herhaalt nog maar eens het verhaal van de naam. Voor ons is het misschien wat verwarrend: Angenis hier, Agnes daar, maar in de 17e eeuw was men minder gefocust op goed en fout wat betreft spelling. Ook met namen. Met de kraamvrouw gaat het gelukkig goed, dus Margaretha wil weer naar Amerongen. Wel via Utrecht om daar de secretaris van de Staten van Utrecht, Jonathan van Luchtenburg, te spreken over een assignatie.

den 27 dito. Is gefoopt een kint van de Heer Godert Baron van Reede, Heer van Ginckel en Ursela filipina Baronesse van Raetsvelt: het kints naem Angenis, de getuijgen de Vrou Barnosse van Amerongen etc.
De doopinschrijving van Agnes van Reede van 27 oktober 1674. Collectie Haags Gemeentearchief
Eerste brieffragment doop Angenis
Tweede brieffragment doop Angenis

[sij nu al bij uhEd sulle sijn], met de laeste
post heb ick uhEd het geluckich gelegge
vande vrou van ginckel van Een dochter
geschreefve heb welcke Eergisteere inde hooch=
duijtse kerck gedoopt is en de naem van
Angnis naer de oude vrou van meuwe1Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota
is gegeefve, de kraemvrou ent kint sijn
reedelijck naer den tijt, daerom ick beuij
=ten ongeluck gereesolveert2Resolveren: Besluiten ben toekoom
mende maendach van hier naer Amerong

te gaen sal in paesant tot wttrecht de sekree
=taris luchtenburch3Jonathan van Luchtenburg weegens de bekende assin
naesie4Assignatie: aanwijzing tot betaling spreecken, [men heeft hier met de post]

Een moeder ligt in een bed met baldakijn in een kraamkamer. Voor het bed een gezelschap dames dat de baby terugbrengt van de doop: een van hen houdt de ingebakerde baby vast. Aan het voeteneind twee kinderen, op de rug gezien. Rechts een tafel met schalen koek en gebak. Tegen de achterwand van het vertrek een gobelin met als voorstelling de geboorte van Adonis uit zijn moeder Myrrha op het moment dat zij in een boom verandert.
Terugkeer van de doop, Abraham Bosse, ca. 1632 – ca. 1633. Collectie Rijksmuseum.

Maastricht

Het leger blijft actief in de buurt van Maastricht, tot nu toe weinig succesvol. Het echt slechte nieuws is dat de Fransen richting Maastricht marcheren. Hopelijk houdt de Heer almachtig een oogje in het zeil.

Brieffragment Maastricht

[naesie spreecken,] men heeft hier met de post
van gistere tijdine dat donse Een atacke
opt hoornwerck voor maestricht hebbe ge=
daen doch sijn afgeslage, daer men seijt
dat Alckema5Paulus van Alkemade heere vande haer soude ge
bleefve sijn en dutel6Onbekend in sijn been gequets
men seijt ock dat den vijent int marsche
=re tuschen scharleroij7Charleroi en Maestricht is
met intensie om Maestricht te ontsette, de
heer almachtich wil ons leeger bij staen,
sijn hoocheijt en onse soon bewaeren[, tis]

Portret van Georg Wilhelm (1625-1705), hertog van Brunswijk-Luneburg. Buste, naar links. Hij heeft een grote bos met krullen die bijna het hele medaillon vult, hij heeft een fors hoofd, bleek gelaat en hele lichte blauwe ogen en een flinke neus. Hij draagt een wit hemd met wat strikken er op.
Georg Wilhelm (1625-1705), hertog van Brunswijk-Luneburg, Jean Michelin, 1674. Collectie Rijksmuseum.

Zaken

Het is niet alleen Margaretha die haar man op de hoogte houdt over de politieke situatie in Utrecht, haar man schrijft haar ook over zijn werk. We hebben zijn brief niet meer, dus wat hij haar precies vertelde weten we niet. Wel is duidelijk dat het goed gaat en natuurlijk hoopt ze dat ook hier de Heer almachtig de onderhandelingen zal zegenen.

Brieffragment over het werk van Godard Adriaan

[sijn hoocheijt en onse soon bewaeren,] tis
mij seer lief uhEd bij de prins van sel8Georg Wilhelm van Brunswijk Lünenburg, prins van Celle so
wel is onthaelt en noch meer dat sijn
komste sulcken goede Efeckte hebbe ge
daen, hoop de goede godt uhEd verdere
neegoosgasie9Negociatie: onderhandelingen sal seegenen, [kapteijn blans]

Voor een grote stad met een grote poort is het een drukte van belang. Richting de stad gaan mannen te paard, mannen te voet, mannen op wagens. Er is een wal gebouwd waarachter een kanon opgesteld staat. Op de voorgrond zitten twee soldaten bij een tent gezellig te keuvelen alsof er daarachter niet gebeurt.
Belegering van een stad, Jan Luyken, 1698. Collectie Rijksmuseum.

Onderweg

Inmiddels is ook kapitein Blanche onderweg naar Godard Adriaan, maar hij komt met de postkoets. Bij de volgende brief hoort Margaretha graag of al het volk en de bagage bij Godard Adriaan in Bremen aangekomen zijn.

Brieffragment Kapteijn Blans
Brieffragment vertrek Blanche

[neegoosgasie sal seegenen,] kapteijn blans

is gistere van Amsterdam of naer de met
de postwaege op breeme vereijst hoope
hij spoedich bij uhEd sal sijn, en ick met
de naeste post sal hoore het volck
met de bogaesge bij uhEd sijn, waer
meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Bosweg met postwagen en een lopende figuur, op de rug gezien. Vóór de lucht.
Landschap met postwagen, Johannes Janson, 1761 – 1784. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota
  • 2
    Resolveren: Besluiten
  • 3
    Jonathan van Luchtenburg
  • 4
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 5
    Paulus van Alkemade
  • 6
    Onbekend
  • 7
    Charleroi
  • 8
    Georg Wilhelm van Brunswijk Lünenburg, prins van Celle
  • 9
    Negociatie: onderhandelingen

Pagina 2 van 6

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén