Op 22 december 1676 heeft Margaretha een brief ontvangen die Godard Adriaan heeft geschreven op de zestiende van deze maand. Op 23 december 1676 heeft ze een brief ontvangen die op 13 december is opgesteld door Godard Adriaan. Veel om op te antwoorden en om te vertellen!

Het doet Margaretha veel plezier dat haar Godard Adriaan zich goed voelt, ondanks de felle kou in Bremen. Margaretha vindt het fijn dat Godard Adriaans ontvangst van de Keizerse Ambassadeurs zo goed gegaan is en hoopt dat de zaken daardoor verder voorspoedig lopen. Dat zou voor alle partijen bevredigend zijn, schrijft Margaretha, hoewel ze vreest dat het geen eenvoudige zaak zal zijn.

Aanhef en ontvangst Keizerlijke ambassadeurs

Ameronge den 23
deesem 1676
[rec. den 30. dito]

Mijn heer en lieste hartge

uhEd mesiefve vande 16 deeser heb ick gisteren ontfange en heeden die vande
13 deese, het is mij seer lief daer wt te sien dat uhEd in deese felle koude sich
noch so wel bevint, en dat het tracktement vande keijserse Ambasadeus
so wel is vergaen, en voor al dat de heere afgesante aldaer haer over

In Amerongen

In Amerongen vriest het nog steeds en er valt dagelijks veel sneeuw. De kinderen zijn grote papa dankbaar voor de goede zorgen die hij voor hen doet. Margaretha hoopt dat Godard Adriaan binnenkort wel thuis zal zijn. Tijdens het realiseren van de kelders onder de voorburcht zou het namelijk wel handig zijn dat hij ter plekke is om keuzes te maken.

De molen

Een dag eerder zijn de molenaar en zijn vrouw bij Margaretha langs geweest om de koop van de molen te bespreken. Margaretha heeft hen 3000 gulden geboden. Het molenaarsechtpaar wil er liever 3500 gulden voor krijgen. De molenaars zitten verlegen om gelde en hebben alles wat zij bezitten al in de ‘lombert verset’. Ze hebben al hun bezittingen dus verpand. De molenaars vrezen dat hun bezittingen binnen twee weken echter wel verkocht zullen worden.

Brieffragment over de molenaar en zijn vrouw

[op de reevier doch slaplijck ,] de moolenaer is met sijn vrou
gisteren bij mij geweest en vande koop vande moolen gesproocke, ick
heb haer 3000f gebooden sij laetense mij voor 3500f, sij sijn
seer verleegen om gelt hebben alles wat sij hebbe tot wijck
inde lombert verset dat sij vreese inde toekoomen weeck of
de weeck daer aen verkocht sal worden, [sodat en kor=]

Margaretha vindt dat ze de molen niet moeten laten ontgaan. Ze realiseert zich dat het een grote aankoop is. Bovendien verwacht Margaretha ook nog wel kosten om de molen op te knappen. Zonder reparaties zullen ze geen winst maken als ze de molen zouden kopen.

Op de voorgrond zit een man op een volle, dicht gebonden zak. Hij kijkt toe hoe een andere man een grote volle zak op zijn nek draagt naar een bootje dat beladen wordt met de volle zakken. Het bootje ligt langs een sloot en aan die sloot staan tot aan de horizon verschillende molens. Bij een volgende molen liggen wat boomstammen in het water.
Molenaar, Jan Luyken, 1694. Collectie Rijksmuseum.

Inkomsten

Margaretha heeft Schut, Rietveld en de metselaar Jan Jansen al hun rekeningen betaald voordat zij vertrokken. Daardoor zit Margaretha nu volledig zonder geld. Ze heeft alleen de gebruikelijke toelage ontvangen van Godard Adriaan. Ze had gehoopt een deel te krijgen van Godard Adriaans’  traktement als superintendent van de ridderschap. Helaas heeft ze niks anders ontvangen dan de belofte dat tegen kerst betaald wordt.

Brieffragment over het geld van de ridderschap

[konne trecken, sulle haellen,] ick heb schut en rietvelt en
ijan ijanse metselaer alhier haer reeckenine ten volle voor
haer vertreck af betaelt waerdoor mij van gelt teenemal
ont bloot heb en alles op onfange wat ick krijge kost, had
gehoopt van uhEd tracktement als supreetendent vande
ridderschap wat te ontfange maer heb niet konne
krijge dan de reuver heeft mij belooft teegens korsmis
te betaelle waer op Monseu beusekom mij 700f heeft
verstreckt [die hij vant Eerste gelt dat ons vande reuver]

Gelukkig heeft Nicolaas van Beusichem Margaretha 700 gulden gegeven, die hij zal aftrekken van bedrag van de Ridderschap, als hij dat binnen krijgt. Daarnaast moet steenhandelaar Ot Barendsen nog betaald worden, daar staat nog een rekening open van 1400 gulden. Barendsen wacht al meer dan twee maanden op zijn geld, in de brief van 18 oktober 1676 schrijft Margaretha al dat Barendsen maar even moet wachten.

Overzicht

Margaretha heeft in Amsterdam 2000 gulden met rente geleend. Ze gaat er nu eens goed voor zitten om een financieel overzicht te maken. Zo hoopt ze inzichtelijk te krijgen wat ze nou daadwerkelijk heeft ontvangen en uitgegeven aan de timmerage, de bouw van het huis. Het zal wel behoorlijk hoog oplopen, het is het zwaarste financiële jaar tot nu toe voor de Van Reede’s. Als het dak en de vloer nou eens dicht waren, en ook de ramen in het huis zouden zitten, dan zou het allemaal een stuk makkelijker worden. Dan zouden de kosten beter gespreid kunnen spreiden terwijl ze het huis verder af maken. Er is nog geen haast bij is, maar binnenkort zal Schut of iemand anders hout voor de deuren moeten kopen. Zodat alles in het huis goed droog kan worden en blijven.

Verder zijn er nog wat schulden en zijn er een paar rekeningen waarvan Margaretha weet niet of ze al betaald zijn. Al met al een flinke boekhouding die Margaretha moet uitzoeken.

Rechthoekige monochrome glas-in-lood ruit met allegorische voorstelling van Aritmetica, een van de vrije kunsten. Zij wordt hier voorgesteld als een jonge vrouw op een stoel zit en op een schrijftafel rekent, terwijl drie oudere mannen bezig zijn met tellen van munten en controleren van rekeningen.
Aritmetica, Jacques de Gheyn (I) (mogelijk), na 1565 – in of voor 1582. Collectie Rijksmuseum.

Een fortuinlijk huwelijk?

Na de financiële passage in de brief verandert de toon van Margaretha dramatisch: ‘Verder, mijn liefste hart, moet ik met verdriet zeggen dat ik na de laatste brief die ik u schreef, deze week weer een brief van neef Welland heb ontvangen’.

Het zit Margaretha duidelijk niet lekker wat neef Welland van plan is. Margaretha is teleurgesteld in hem omdat hij niet persoonlijk bij haar is langsgekomen om het voorgenomen huwelijk met Eleonora Constantia van der Meijden met haar te bespreken. In plaats daarvan heeft hij per brief aan Margaretha verzocht om de kwestie aan Godard Adriaan per brief duidelijk te maken. Neef Welland verzekert zijn oom en tante dat de financiële middelen van Eleonora genoeg zijn om bij die van hemzelf te voegen. Welland heeft Margaretha niet verteld of het huwelijk daadwerkelijk door zal gaan.

Brieffragment voor het liefst hartge met leedwezen
Brieffragment over de smeekbede van Welland

voort mijn lieste hartge moet ick met leet weese segge
naer dat ick uhEd laest geschreefve heb, deese weeck

weer Een brief vande heer van wellant ontfange te hebbe, in
plaetse van dat hij selfver volgens mijn versoeck eens sou
de overgekoome hebbe, waer in hij persijsteert in sijn in
=tensie en versoeckt noch dat ick sijn inklenaesie bij uhEd
toch smaecklijck wilde maecke, dat hij verseeckert is dat
haer middelen suffisant sijn om de sijne te ackomodeeren

Een jonge man probeert een jonge vrouw weg te houden van een oude vrouw met een geldkist, die munten op tafel legt. De jonge vrouw draagt een boogmutsje op haar hoofd, een brede geplooide kraag en een overkleed met schouderwielen.
Jong paar en een oude vrouw met geldkist (Ongelijke liefde), anoniem, 1589 – 1607. Collectie Rijksmuseum.

Verloving

Van Beusichem heeft geschreven dat Welland afgelopen zondag in Utrecht in de kerk aan ieder die daar aanwezig was, zijn verloving met Eleonora bekend heeft gemaakt! De verbazing was groot bij de aanwezigen. En ook bij Margaretha, zij vindt het vooral vreemd hoe neef Welland dit allemaal aanpakt. Hij is oud genoeg om zelf beslissingen te nemen. Margaretha weet niet of er huwelijkse voorwaarden worden opgesteld en ze vreest dat Welland meer schulden heeft dan hij wil toegeven. Margaretha lijkt te impliceren dat het huwelijk vooral een financiële overweging zal zijn voor Welland. Het lesje moraal waarin Eleonora een aantal jaar geleden de hoofdrol speelde zal waarschijnlijk weinig indruk hebben gemaakt op de toen zestienjarige Welland.

Brieffragment huwelijkse voorwaarden van Welland, afsluiting en eerste psjes

[=gen sal,] ick hoor van geen houwelijckse voorwaerde of hij
wel sonder die sou trouwe, ick vrees hij vrij meer schulde
heeft als hij heeft wille weete, wij sulle ock Eens omt ons
dienen te dencken, ick beken tis bedroeft dan wat kone
wij doen alst weesen moet ist noch beeter van susters kin
deren als van Eijgen, de heer almachtich wil al de onse
voor sulcke laesge gedachte behoede, en uhEd in sijn heijli
=ge bescherminge neemen, verseeckert sijnde dat ick ben

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

de luijtenants vrou
juffrou anna kroot
is inde kraem sijnde Een
halfven dach verlost
gestorfven,
de jonge lapoote die met
de dochter van spronse
getrout was, is sijn vrou
quijt en weer weedunaer

Margaretha schrijft dat dit soort fratsen maar beter door de kinderen van je zus kunnen worden uitgehaald, dan dat je eigen kind je met zulke kopzorgen opzadelt. Ze vindt het bedroevend om over de hele situatie na te denken. Gelukkig wil de almachtige Heer hen behoeden voor zulke nare gedachtes. Daarna sluit Margaretha zoals altijd vol liefde haar brief af die vervolgd worden door zeer uiteenlopende p.s.-jes.

Uiteenlopende P.S.-jes

De eerste p.s. is geen vrolijke laatste noot. De vrouw van de luitenant, Anna Kroot, is helaas gestorven. Een halve dag nadat zij is bevallen, is zij helaas overleden. Ook de jonge Laporte is helaas voor de twee keer weduwnaar geworden.

Back to business. Margaretha stuurt op het einde van haar brief aan om de molen te kopen. Ze doet daarbij ook gelijk een voorstel hoe ze dat het beste kunnen doen. Als zij de molen kopen en de verkoopt bij decreet, dus in bevel van de overheid, laten regelen. Dan kan hetzelfde decreet gebruikt worden om de transactie te doen. Dan is het goed geregeld en altijd voor iedereen rechtsgeldig.

De vissen in de gracht houden zich gelukkig in het diepe gedeelte, waardoor de kans op overleven groter is.

Hoewel de mening van Godard Adriaan over de voorburcht duidelijk is, zou het toch makkelijk zijn als hij het even formeel goedkeurt.

Op een los papiertje dat bij de brief is gevoegd zijn de afmetingen van de Grote Zaal van Kasteel Middachten geschreven. Deze is 42 voet lang en 24 voet breed.

Briefje grote zaal Middachten