Mijn heer en lieste hartge

Bewoners en familieleden: Kamenier Angenis

Huishouden in beweging

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 november 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 november 1672 Russelsheim
Lees hier de originele brief

Alles lijkt in beweging te zijn in deze brief: zoon Godard en Willem III staan op het punt met onbekend doel te vertrekken, de troepen van de Keurvorst zouden eindelijk eens in beweging moeten komen en Margaretha wil deze week de hele huishouding naar Den Haag verhuizen. Zilver en waardevol linnen laat ze voorlopig in Amsterdam.

Brieffragment over verhuizing

[de heere wilt noch laete kontiniweere,] ick hoop
merge met godts hulpe met de vrou van
ginckel en voort de heelle menaesge naer den
haech te gaen hoope wij daer sulle mooge blijf
=ven laet ons koffer met silver en dat
vande vrou van ginckel en voort ons meest
en beste linne voort meer ander goet dae
van Een inventaris is gemaeckt hier blijfve, [mij ver]

Stilleven op de hoek van een tafel: tinnen schenkkan en borden met een geschilde citroen, mes en olijven, een berkenmeier met wijn en een zilveren pronkbeker.
Stilleven op de hoek van een tafel: tinnen schenkkan en borden met een geschilde citroen, mes en olijven, een berkenmeier met wijn en een zilveren pronkbeker. Gerret Willemsz. Heda, 1642. Collectie Rijksmuseum

Ze springt van de hak op de tak, want opeens gaat het weer over de zadels. Ze heeft gehoord dat die vier dagen na het verzenden al in Hamburg aangekomen waren. En dat is volgens Margaretha al wel bijna twee maanden geleden (in werkelijkheid zijn de zadels op 1 oktober verzonden). En ze blijft maar proberen Raadspensionaris Fagel te spreken over de ordinantie van het geld dat haar man nog tegoed heeft. Maar daar zit dus absoluut géén beweging in.

Het huishouden

Die verhuizing dat is nog wel een organisatorische uitdaging, want ze heeft nogal een huishouden om zich heen verzameld met Ursula Philippota en de kleinkinderen. Bovendien is neef Welland1Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha nog steeds in Den Haag. En dat begint Margaretha inmiddels een beetje te irriteren.

Eerste brieffragment over het huishouden
Tweede brieffragment over het huishouden

[dat seer difisiel is,] uhEd belieft vrij verseeck
=kert te sijn dat ick mij inde haech so naeu sal be=
helpen s en so veel meenaesgeere2Menageren: sparen of ontzien, Margaretha heeft hier een werkwoord gemaakt van het woord ‘menage’ dat gebruikt werd voor ‘zuinig beheer der inkomsten’. Dit is één van de betekenissen van het woord (zie hieronder bij ‘menage’) alst mooge
=lijck sal sijn het sal ock wel van noode weese
want heb al Een groote menaesge3Menage betekent hier ‘huishouding’, het werd in de 17e eeuw op beide manieren gebruikt (zie hierboven bij ‘menageren’) de heer van
wellant is ock bij ons in den haech met 3 knechts
hij weet niet waer hij blijfve sal kan in geen
ordinaris4Ordinaris: Plaats waar men voor een vasten prijs kan eten, eethuis. Komt van ordinaris tafel: open tafel. gaen Eeten bij deese tijt, en derft
ock niet wel naer seelant gaen, ick heb hem
versocht sijn knechts kostgelt te wille geefve
en geseijt dat mijn huijs en tafel voor sijn
Persoon tot sijne dienst is, maer al die knechts
dat mij dat te swaer soude valle alst waer is
heb van ons Eijgen met onse kindere Een groote
meenaesge, en wort out aldie ruijsie5ruzie sou
mij niet dienen behalfve de groote koste daer
ick ock niet teege kan, och och uhEd sou niet
geloofve hoet hier gaet de voornoemde neef
isser al qualijck aen wenste om veel dat hij

die komisie bij den kooninck niet gedaen hadt
dan dat is te laet, [den heer van Albrants=]

Het huis in Den Haag is niet klein, maar als je al het personeel mee telt, was het toch een vol huis. Alleen Welland heeft al drie knechten. In een andere brief zegt Margaretha dat de zieke kamenier Angenis en Visbach van Philippota zijn. Margaretha’s grote toeverlaat in de huishouding is Sophia Visbach. Zou dat familie van Philippota’s Visbach zijn, of is het gewoon dezelfde persoon, maar is het handiger dat ze bij Philippota hoort als ze ziek is? Ook Margaretha zal een kamenier hebben en er is een keukenmeid Dorit. Uit latere brieven blijkt ook nog dat Philippota een lakei heeft. De ménage telt dan inderdaad al aardig op.

Welland

Wat is er met Welland aan de hand? Margaretha’s pleegzoon loopt een beetje met zijn ziel onder de arm. Nog geen jaar geleden leek zijn carrière zo mooi van start te gaan als geëligeerde in de staten van Utrecht. Met de invasie door de Fransen en zijn taak als afgezant naar de Lodewijk XIV, kwam zijn carrière abrupt tot stilstand. Nu heeft hij zich kennelijk vol zelfmedelijden in Den Haag verschanst. Wat moet hij? Hij zou naar Zeeland kunnen gaan, hij immers is heer van Welland en Zoelekerke. Zijn vader heeft hem daar goederen nagelaten, maar wat heeft hij daar verder? Sinds zijn 14e is hij opgegroeid bij Godard Adriaan en Margaretha… Margaretha weet niet zo goed wat ze met deze jongeman moet.

Interieur van een herberg met triktrakspelers. Op de voorgrond een wieg en een moeder die haar kind de borst geeft.
Herberg met triktrakspelers, Egbert van Heemskerck (I), 1669. Collectie Rijksmuseum

Uit eten: de ordinaris

Margaretha verzucht dat ze haar neef toch niet in een ordinaris kan laten eten. Een ordinaris is een plek waar je voor een vast bedrag aan kon schuiven en mee kon eten wat de pot schafte. De mogelijkheden om buitenshuis te eten waren in de tweede helft van de 17e eeuw in principe ruim voor handen. Er waren altijd al de herbergen, maar er ontstaan halverwege de eeuw ook gespecialiseerde eet- en koffiehuizen. Naast de genoemde ordinaris, waren er bijvoorbeeld ook gaarkeukens: plekken waar ‘bier en wijn en allerhande gare kost’ verkocht werd. Anders dan bij een ordinaris kon je bij een gaarkeuken de hele dag terecht. Herbergen, gaarkeukens en ordinarissen had je in soorten en maten. In een luxere herberg kon je bijvoorbeeld ook in die tijd al op je kamer eten (roomservice!) en om specifieke gerechten vragen.

Margaretha zegt dat Welland in deze tijd niet bij een ordinaris kan gaan eten. Kennelijk was het het probleem niet zo zeer dat het om een publieke eetgelegenheid ging. Het tijdstip lijkt het grootste probleem te zijn. Het zou kunnen dat de inflatie van het Rampjaar ook de ordinarissen parten had gespeeld. Dat zou betekenen dat de weinige die er nog waren exorbitant duur geworden waren.

Specifieke informatie over buitenshuis eten tijdens het Rampjaar of eetgelegenheden in Den Haag in de 17e eeuw heb ik zo snel niet gevonden. Interessant (en goed geschreven) is het proefschrift van Maarten Hell over De Amsterdamse herberg (1450-1800).

  • 1
    Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha
  • 2
    Menageren: sparen of ontzien, Margaretha heeft hier een werkwoord gemaakt van het woord ‘menage’ dat gebruikt werd voor ‘zuinig beheer
  • 3
    Menage betekent hier ‘huishouding’, het werd in de 17e eeuw op beide manieren gebruikt (zie hierboven bij ‘menageren’)
  • 4
    Ordinaris: Plaats waar men voor een vasten prijs kan eten, eethuis. Komt van ordinaris tafel: open tafel.
  • 5
    ruzie

Een koortsachtige verhuizing

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 oktober 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 31 oktober 1672 Bergen
Lees hier de originele brief

Oh, oh, de troepen, de troepen. Waar blijven ze? De mensen verlangen er zo naar. Zonder de troepen van de keurvorst komt er geen verlossing, zo wordt gekermd. Margaretha noemt desalniettemin het leger van Willem III een ‘schoon leeger’, dat met het laatste treffen alsnog koraesgeuslijck heeft gevochten, ofwel fier heeft gevochten.

Vuursteenpistool met roterende lopen. Het slot bestaat uit drie platen: een achterplaat met het slotmechanisme en de twee voorplaten met elk een pan en een vuurstaal; de haan is versierd met ajourwerk; het slot is gegraveerd en gebeiteld in bas-reliëf met bloemen, bloemenranken en een slang; de haanschroef heeft een kop van verguld geelkoper; signatuur op de voorplaten. De twee boven elkaar gemonteerde lopen zijn gedamasceerd in goud met drie groepen bladerranken op een geblauwde ondergrond: achterop, in het midden en bij de tromp. De kolf van palissanderhout bestaat uit twee delen: de gegroefde voorlade, aan een kant voor de laadstok, en de greep. Het ijzeren beslag is op dezelfde manier versierd als de lopen en bestaat uit twee laadstokkokers, een lusvormige trekkerbeugel met een pal voor het draailoopmechanisme, een S-vormige schroefplaat gegraveerd met twee verstrengelde slangen en een band om de kolfkap gedamasceerd met arabesken; de ebbenhouten laadstok is voorzien van een ijzeren kap met dezelfde versiering als de laadstokkokers.
Dubbelloops vuursteen-draailoop-pistool, Michel de la Pierre (toegeschreven aan), 1645 – 1650. Collectie Rijksmuseum

Problemen in Woerden

Maar het loopt zeker niet gesmeerd, ook nu heeft Margaretha weer meer informatie dan in haar vorige brief. In Woerden bleek men amper een goede kogel in bezit te hebben. Of ze waren te klein, of te groot, wat het raak schieten van de vijand nogal bemoeilijkt. Margaretha vindt dat zijne hoogheid niet fatsoenlijk wordt gediend. Angstig en onzeker blijft ze ook door de geruchten: afgelopen nacht zou er met kanonnen zijn geschoten en mogelijk zouden de Fransen bij Muiden staan. Maar zeker weten doet ze het niet.

Brieffragment over de legers van de keurvorst en van Willem III

[somige wille segge naer lotterine,] uhEd sou
niet geloofve hoe wonderlijck de liede hier
spreecke, en so verdrietich veelle worde doort lan
ter deese en achterblijfve van die troeppees
want men hier sonder de selfve geen verlossi
en siet, hoewel men hier nu Een schoon leeger
bij Een heeft en ons volck so voor inde laeste
reijnkontere1Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen. voor woerde als aende vaert2Vaartse Rijn bij Vreeswijk ge=
toont hebbe wel en koraesgeuslijck3Courageuselijk: vol goede moed te vechte
so schijnt dat de deesorderees noch aldaer sijn
want hoewel den goede heer van Suijlisteijn4Frederik van Nassau-Zuylestein
het met sijn leefve betaelt heeft spreeckt men

Tweede brieffragment over de legers van de keurvorst en van Willem III

noch seer dat sijn nonsilansie5Nonchalance alleen oorsaeck van
dat ongeval van voor woerde is geweest, daer hij
door sijn hoochheit genoech van gewaerschout was
ock doent geschut voor woerde quam seijt men
datter niet een kogel was daer men terdee
ge mee kost schieten of se waeren te groot
of te kleijn en meer diergelijcke abuijsen6Abuis: vergissing, dwaling
in soma sijn hoocheijt wort niet wel gedient
en wij al te saemen blijfven in den druck,
men heeft deese voorleedene nacht hier seer
met grof kanon hooren schieten, somige
wille segge dat de vijant voor muijen soude sijn
maer kan de waerheijt niet weeten, [so dat al]

‘Een schip vol goet’

Ondertussen bereidt Margaretha zich voor op de verhuizing naar Den Haag. Een maand geleden heeft ze al een schip gehuurd en dat is gisteren vanuit Amsterdam vertrokken naar het huis op de Kneuterdijk. Ze hoopt vandaag zelf met de kinderen te vertrekken. Maar ook hierin vindt ze tegenslag, want haar hoofd van de huishouding mevrouw Visbach en haar kamenier Angenis hebben beiden een brandende koorts te pakken. Omdat ziekte in de 17e eeuw onvoorspelbaar en gevaarlijk was, heeft ze veiligheidshalve de kinderen al buitenshuis onder gebracht.

Brieffragment over de ziekenboeg en de verhuizing

[=ren sal,] gisteren heb ick Een schip vol goet
naer den haech gesonde, meen met godts hulp
vandaech met de kindere te volgen om die
daer te brenge also mijn dochters bisbach
en haer kamenier Angnis, heel dootlijck sieck
sijn geworde aen seer heefvige en brandende
koortse se slaen met roode vlacke wt, daerom
ick de kindere gistere al ten eerste wt den
huijs heb gedaen ender voort mee naer den
haech gaen [hoope de heer almachtich ons]

Rechts een brede trekvaart die een bocht naar links maakt, aan de buitenkant van de bocht staat een molen met daarnaast een huis en een schuur. Over de kant loopt een paard met een ruiter erop. Het paard trekt een trekschuit die net zichtbaar wordt vanuit de bocht. Rechts op het water een roeibootje, links op de kant een grote statige boerderij of een bescheiden stenen huis.
Gezicht op Leidschendam met een trekschuit, H. Tavenier, 1784. Collectie Haags gemeentearchief
In Holland lag een netwerk van trekvaarten. Of Margaretha een trekschuit inhuurde weten we niet, maar waarschijnlijk kwam het schip wel langs Leidschendam.

Waar blijft het goedvinden?

Dit brengt haar ook op het volgende onderwerp: moet het huis in Amsterdam worden aangehouden tot in ieder geval de komende winter? Op het moment huurt ze De Gulden Troffel, maar door alle onzekerheden over het huis in Amerongen en de onrust in Den Haag weet ze niet of het verstandig is haar veilige haven in Amsterdam op te zeggen. Al meerdere keren heeft ze Godard om zijn goedvinden voor dit plan gevraagd, maar tevergeefs, ofwel háár brieven met deze vraag, of zíjn brieven met zijn antwoord, komen niet aan.

Een zadel met een hoge boom met koperbeslag en (edel?)stenen, op het zadel ligt een rood dek met gouddraad geborduurd. Het zadel ligt op een grote rode deken die de suggestie wekt op een paardenrug te liggen.
Pools officierszadel uit de 17e eeuw in het Pools Leger Museum in Warsaw. (bron: Wikipedia)

En die onzekerheid geldt voor meerdere onderwerpen: de manden met zadels en ander paardentuig blijven ook in deze brief niet ongenoemd. Het is nu precies een maand geleden dat ze vanuit Hamburg verzonden zijn…

Brieffragment over de goedkeuring voor de verhuizing en de verzonden zadels

hier wil houd en laeten de drost in met de rest van ons
goet daer noch in blijfve want Elck seijt so wij wttrecht
niet weer en krijgen, dat wij inde haech gans niet seecker sijn, dit heb ick uhEd verscheijde maelle geschreefve en versocht deselfs goetvinde te mooge weeten doch tot
noch toe geen antwoort bekoomen, ick hoop uhEd nu alvan
franckvoort sal gekoome sijn en de mande met saels ent
ander paerde goet ontfange hebbe het welcke vandaech
Een maent is dat het van hier op hamburch heb gesonde
de heer almachtich wil uhEd in sijn heilige beschermin
en bewaerine neemen, blijfve
uhEd getrouwe wijff

M Turnor

Geen ‘Mijn heer een liefste hartge’ in de afsluiting deze keer. Loopt de spanning bij Margaretha weer op?

  • 1
    Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen.
  • 2
    Vaartse Rijn bij Vreeswijk
  • 3
    Courageuselijk: vol goede moed
  • 4
    Frederik van Nassau-Zuylestein
  • 5
    Nonchalance
  • 6
    Abuis: vergissing, dwaling

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén