Mijn heer en lieste hartge

Bewoners en familieleden: Reede van Ginkel (Godard van) Pagina 8 van 9

Slappe en traeche politiek

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 6 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 mei 1672 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha mist Godard Adriaan sterk. Het nieuws dat hij een nieuwe commissie (opdracht) had aangenomen om naar Saksen te gaan kwam dus zeer ongewenst. Gelukkig blijkt dit niet waar te zijn. Godard Adriaan schrijft in een brief van 26 april aan Margaretha dat hij niet van plan is om enige verdere opdrachten aan te nemen.

Brieffragment over de nieuwe commissie

uhEd vande 26 April is mij te rechter tijt geworden, ben blijde daer wt te sien de goede reesoluijsie1resolutie: voornemen die de selfve heeft van sich ingeen nieuwe komissie weer te laeten kan wel oordeelle uhEd noch in geen twee a drij maen thuijs sal konne sijn [men seijt ock uhEd nootsaeck]

Het is niet enkel goed nieuws. Godard Adriaan zal minstens nog twee tot drie maanden in het buitenland verblijven voor hij naar huis zal kunnen gaan. Maar in vergelijking met een extra commissie valt deze tijd flink mee. Margaretha moet zich er maar tevreden mee stellen.

Gezicht op Huis Bergestein bij Wijk bij Duurstede, gezien vanuit het westen, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum. Bergestein ligt praktisch bij Amerongen en was van Jan van der Does.

Trage politiek

Margaretha klaagt regelmatig tegen Godard Adriaan over de trage bureaucratie van de Republiek. De overheid doet niets terwijl er een oorlog dreigt. Deze inactie duurt nu al maanden. Ze moet haar frustratie en klachten kwijt bij iemand, schrijven aan Godard Adriaan biedt voor haar een mogelijkheid tot opluchting.

Brieffragment trage politiek

[watter op mocht koomen,] het doet mij leet
ick uhEd bekomer met onse swaericheijt2zwarigheid: problemen
maer deselfve sou niet geloofve hoet hier
te lande staet en hoe slap en traech de order
tot onse defensie toegaen, daerom bidt
niet qualijck te neemen ick mijn klachte
so dickmael aen uhEd doen, den noot drin
so seer dat ick meen mij wat te verlichte als
ickt Eens aen uhEd schrijfve, als nu den heer
van Edijckvelt
3Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan. naer den haech is wie houde
wij inde provinsie die sich Eenige affaerees4affaires: zaken
vande staet sal behartige, bij de heere vande
stat5De regenten van de stad Utrecht of de vroetschape6De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw. gaet het so wonderlij
toe dat niet te seggen is, den burgemeester
hamel7Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht. Een nauw bondgenoot van van Dijkveld heeft niet ter werlt te seggen, in
Een woort geseijt gisser niet als wiltsang8wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
aen niet me te doen is, en noch willense9willen ze

Brieffragment over afscheid nemen

met haer hooft door en alles naer haer sin hebe
de heer van berckesteijn10Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer en wellant11Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht sijn hier ge
weest om haer afscheijt vande heer van ginckel
te neemen, wat sijn sij geluckich bij deese tijde
hebbe wel Een goet lot verkreechge buijten –
andere die lijf en leefven moeten wagen nu
de heer almachtich weet wat ons ter salicheijt
best is, [voort gout willense niet min te Amster]

Rechts voor staat een jonge man met een zweep in zijn rechter hand, sierlijke zwarte kleding aan, een hoed op zijn lange haar, een zwaard om en sporen aan zijn laarzen. Links staat een jongen die drie honden aan de lijn houdt. Daarachter een man in lichtere kleren die twee gezadelde paarden vast houdt. Links achter een eveneens chique geklede man in het zwart met hoed op.
Portret van twee mannen met paarden, jachthonden en bedienden, Cornelis Picolet, 1664. Collectie: Slot Zuylen.

De politici willen alles naar hun eigen zin hebben. Dat is Margaretha’s schampere conclusie. Het opbouwen van de verdediging gaat traag omdat het gezien wordt als een speelveld voor een politiek machtsspel. Het is als de onrust onder de generaals maar dan op het landelijke toneel. De politici hebben makkelijk praten: zij hoeven hun lijf en leven niet te wagen. Dat er mensen gaan sterven weten ze dan weer wel: zo neemt Godard Willem van Tuyll van Serooskerken alvast afscheid van zijn neef en pleegbroer Godard van Reede – Ginkel. Het staat er droevig voor.

  • 1
    resolutie: voornemen
  • 2
    zwarigheid: problemen
  • 3
    Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan.
  • 4
    affaires: zaken
  • 5
    De regenten van de stad Utrecht
  • 6
    De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw.
  • 7
    Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht.
  • 8
    wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
  • 9
    willen ze
  • 10
    Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer
  • 11
    Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht

Kibbelende generaals

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6-5-1672
Lees hier de originele brief

Een halve maand geleden schreef Margaretha vrij negatief over de verdediging van de Republiek. Generaals Nassau-LaLecq en Montbas zouden nog niet op hun plek zijn zei ze, en ze heeft ook ernstige twijfels over de IJssellinie. Helaas bieden de recentelijke ontwikkelingen weinig hoop voor Margaretha om zich aan vast te houden.

De voorbereidingen

Haar brief begint wederom met een wens dat het verdrag met de Keurvorst van Brandenburg snel vorm krijgt. Het zou “[e]en groot ontset sijn vandaer so veel volckere te krijgen en so gesecht wort sulcken schoone volck.” Het verdrag zou dus veel, maar bovenal goed-getrainde, soldaten ter verdediging betekenen. Dat heeft de Republiek nodig want “[de personen] die hier sijn aengenoomen loopt vrij veel slechte broeders onder.”

In haar brief kwakkelt het voorbereidend werk van de verdediging van het vaderland door. Utrecht wordt versterkt en Kasteel Middachten wordt gebruikt om troepen te huisvesten. Margaretha verwondert zich nog even hoe Philippota, die op het moment in Middachten is, het daar zo lang uit houdt. Daarna gaat ze al snel door met een klaagzang over de generale staf van het Staatse Leger.

Portret van een man met een grote bos pluizig blond haar tot op de schouder. Hij heeft een dunne snor en hij heeft een wit kanten sjaaltje strak om zijn nek geknoopt. Hij draagt een zwart glimmend harnas met een gekleurde sjerp om zijn middel. In zijn rechter hand(schoen) heeft hij een maarschalkstaf, onder zijn linker arm zijn helm.
Ludolf Steenhuizen (of Steenhuys), Nicolaas Maes (ca 1675). Collectie Museum van Loon.
Man met een glimlach om de lippen, een dunne snor en haar met een slag. Om zijn nek heeft hij een kort kanten sjaaltje geknoopt. Hij draagt een harnas met om zijn linker arm een rode strik. Zijn linker hand heeft hij in zijn zij, zijn rechterhand leunt nonchalant op zijn helm.
Frederik van Nassau Zuylestein, toegeschreven aan Jan de Baen, 1670-1680. Collectie erven Mevrouw Louise de Brauwere-gravin Bentinck.

Kinderachtig gekibbel

Brieffragment over kibbelende generaals

laet bij sal koomen, dat de heer van ginckel in sijn solisi
-tasie mis geloopen is waer wel so veel niet aengeleechgen
dan men siet daer aen wat vriende dat men heeft dat
is al verdrietich geduerich met sulcken ijver tot dienst
van Een ander te staen en so geloont te worden, hij is
ongeluckich, dan moet paesijensie1patiëntie: geduld hebbe, steenhuijse2Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal  wilt
niet aeneemen om dat hij onder momba3Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal is gestelt, en
momba ock niet om dat de graef van nassau4Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie booven
hem is, hij derft teegens sijn goeije vriende voorslaen

Tweede brieffragment over kibbelende generaals

dat men hem de derde luijtenant generael sou maecken
en wie weet watse niet doen en sulle, de onbeschaemde
lie5lieden hebbe het derde deel vande werlt in6Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben, sij twee hebbe
tot noch toe haeren Eet7eed niet gedaen hoet noch gaen
sal, [jonckheers weet mij niet genoech te vertelle van uhE]

Eerder schreef Margaretha aan Godard Adriaan hoe een aantal mannen benoemd waren tot de generale staf en dat haar zoon gepasseerd was. Toen was ze al verontwaardigd en haar verontwaardiging lijkt hier gerechtvaardigd te zijn. In plaats van aan het werk te gaan, kibbelen de generaals onderling over wie bovenaan in de hiërarchie staat. Steenhuizen vindt het niet kunnen dat hij onder Montbas staat, terwijl Montbas juist weer ontevreden is dat hij onder Nassau-Zuylestein staat. Montbas zou juist graag hebben dat hij derde luitenant-generaal wordt.

Onduidelijke hiërarchie

We merken hier ook dat de hiërarchie van de generale staf nogal los is. Wie er bovenaan staan is duidelijk: dat zijn de kapitein-generaal (Stadhouder Willem III), de gedeputeerden te velde en de veldmaarschalken. Daaronder wisselt het nogal welke positie belangrijker is. Dit komt doordat er geen gecentraliseerd leger is. Veel officieren zijn in dienst van één van de provincies of steden en niet van de Staten-Generaal. Dezelfde titel kan dus, afhankelijk van het gewest, een heel andere betekenis hebben. Hier komt ook nog eens bij dat binnen een titel onderscheid bestaat, wat aangegeven wordt door een nummering. De eerste luitenant-generaal staat dus boven de derde luitenant-generaal.

Voor Margaretha is het bedroevend om naar te kijken: deze onbeschaamde lieden krijgen een derde van de wereld maar haar, wellicht wat te timide, hardwerkende zoon krijgt niets.

  • 1
    patiëntie: geduld
  • 2
    Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal
  • 3
    Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal
  • 4
    Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie
  • 5
    lieden
  • 6
    Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben
  • 7
    eed

Wie verdedigt de Republiek?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 11 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 april 1672
Lees hier de originele brief

Naast de dagelijkse zorgen over de boekhouding schrijft Margaretha ook uitgebreid over de verdediging van de Republiek. De Franse aanval lijkt steeds dichterbij te komen en voor Godard Adriaan is het belangrijk om te weten hoe het er voor staat. Er wordt weer gesproken over het versterken van de Grebbedijk, net als eerder in februari gebeurde.

De IJssellinie

Ook noemt Margaretha kort de IJssellinie waar haar zoon Godard van Ginkel en zijn regiment gestationeerd zijn. Ook ligt Kasteel Middachten, het kasteel van Van Ginkel en Philippota dicht bij de IJssel. Daar zullen dus ook troepen gestationeerd worden. De Republiek rekent op de IJssellinie om haar te beschermen in het geval van een Franse aanval. Naast Maastricht en een aantal forten aan de Rijn is de troepenconcentratie aan de IJssel dus het grootst. Althans, dat is het idee.

Tekening van een vlak landschap met wat knotwilgen. Daarachter een kasteel met een ronde toren en een hoog huis. Op de voorgrond een vierkante poort en links daarvan een gevel.
Huis te Middachten, Constantijn Huygens (II), 1676. Collectie Rijksmuseum

In werkelijkheid blijkt de IJssel een te lang gerekt front en heeft het Staatse leger niet voldoende manschappen om de volledige linie afdoende te bemannen. Margaretha maakt zich dus zorgen om haar zoon: hij moet “ten velde” en wordt omgeven door onervaren mannen.

Eerste brieffragment over het leger aan de IJssel

[soecke te overlegge alst moogelijck is,] men
spreeckt hier vande greb1Grebbedijk ende stat van
wttrecht te fortifiseere dan dit wort om
de nabuerige provinsie, seer geseekreteert2sekreteren: geheim houden, in dit geval de fortificaties.
men vreest al voor den ijsel3de IJssel vormt de belangrijkste verdedigingslijn tegen de Fransen, de zogeheten IJssellinie en om datse daer
so veel van spreecke vreese ick datse ons sulle
soecke te abuseere en aen Een onverwachte
kant overvalle, seecker tis niet vreemt dat
ick over uhEd landuerige apsensie4absentie: afwezigheid bekomert
ben en klaechge indeese bekomerlijcke5zorgelijke, angstige tijde
in de welcke ick niet Een mens heb om
raet of daet te geefve mijn soon moet
te velt, men weet niet wat hem kan over
koomen, tis waer uhEd is tot dienst vant
lant wt maer men siet wel hoe dien
dienst gereekompenseert6recompenseren: vergoeden wort daer men
Een deel onge Expeerijmenteerde vremdeline7onervaren buitenlandse huurlingen
preefereert voorde ingeseetene vant lant
die al haer welvaere beneffens haer leefve
moete wage en in alle swaere schattinge8schattingen: vorm van belastingen
kontrubuweere9contribueren: bijdragen, dotde heer van ginckel die
plaets niet en krijckt is seer weijnich aen
geleechgen maer de kleijnicheijt diemen10die men ons
daer door aendoet ist meest, van der leck11Maurits van Nassau LaLecq, heer van de Lek, Beverweerd en Odijk 
en momba12commissaris-generaal Jean Barton de Montbas sijn beijde wel liede van

Tweede brieffragment over het leger aan de IJssel

Exspeerijensi den Eerste als hij maer naer
sijn gernisoen moet gaen so is hij blint en
kan niet sien, den andere sal ock den tijt
leere wat hij doen sal, doch paesijensi
tsou den heer van ginckel sijn geluck wel kon
sijn, [ick hoorende dat den heere schade]

Over de commandanten aan de IJssel is Margaretha ook niet te spreken. Montbas en Maurits van Nassau-LaLecq mogen dan wel ervaring hebben maar ze zijn beiden nog niet aangekomen aan de IJssel. Of ze werkelijk capabel zijn moet ook nog blijken. En dat zijn dan de mensen die boven haar trouwe en dappere zoon staan in het leger…

Slaags met Engeland

Margaretha’s blik ligt niet enkel op het oosten van het land. Ook houdt ze in de gaten wat er aan de westkust gebeurd. Eind maart valt de Engelse Admiraal Robert Holmes met zijn vloot een rijkbeladen Hollands handelskonvooi afkomstig uit Smyrna aan. Dit mondt uit in een zeeslag van meerdere dagen. Uiteindelijk moet de Engelse vloot zonder grote winsten afdruipen. Kort daarna, op 27 maart, verklaart Engeland de Republiek officieel de oorlog. Het gevolg hiervan: oorspronkelijk zou Cornelis de Witt, broer van raadspensionaris Johan de Witt, naar het leger gaan maar nu wordt er gekozen om hem naar de vloot te sturen. Cornelis de Witt was een gerespecteerd zeeman: hij was bijvoorbeeld aanwezig op Michiel de Ruyters Tocht naar Chatham in 1667.

Brieffragment over de Engelse aanval

hij13Ambassadeur Daniël Oem van Wijngaerden, heer van Werkendam most die komissie14opdracht hebbe om dat men de ruwaert van putten15Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten mee
int leeger begeerde, doen wist men vande Engelse
oorlooch noch niet nu sal dije op de vloot gaen
so voechgense malkandere Een slach, [den]

Tekening van schepen die slaags met elkaar raken.
Robert Holmes’ aanval op de Smyrnavloot, maart 1672, Nederlandse kunstenaar, ca 1672. © National Maritime Museum, Greenwich, London.

  • 1
    Grebbedijk
  • 2
    sekreteren: geheim houden, in dit geval de fortificaties.
  • 3
    de IJssel vormt de belangrijkste verdedigingslijn tegen de Fransen, de zogeheten IJssellinie
  • 4
    absentie: afwezigheid
  • 5
    zorgelijke, angstige
  • 6
    recompenseren: vergoeden
  • 7
    onervaren buitenlandse huurlingen
  • 8
    schattingen: vorm van belastingen
  • 9
    contribueren: bijdragen
  • 10
    die men
  • 11
    Maurits van Nassau LaLecq, heer van de Lek, Beverweerd en Odijk
  • 12
    commissaris-generaal Jean Barton de Montbas
  • 13
    Ambassadeur Daniël Oem van Wijngaerden, heer van Werkendam
  • 14
    opdracht
  • 15
    Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten

Zorgen om man, zoon en oorlog

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 april 1672
Lees hier de originele brief

Als huisvrouw en moeder heb je je permanente zorgen. Let je man wel op zijn gezondheid? Gaat het bij je zoon thuis wel goed? En wie is verantwoordelijk voor het mislopen van zijn sollicitatie? Op wie van je vrienden kan je eigenlijk echt vertrouwen?

Man naar Saksen

Brieffragment over de missie naar Saksen

[wij noch hebbe,] seedert heb ick uhEd aengenae
me vande maert ontfange, daer wt verstaen
uhEd sijn reijs naer saxsen inde toekoomende
weeck meent voort te sette, de heer almachtich
wil uhEd geleijde en voor alle ongeleijcke bewaer
men drinckt aen dat hoff sterck ick hoope
uhEd sorchge voor sijn gesontheijt sal dragen,

Tekening van een gigantisch symmetrisch paleis met een voorplein en twee overdekte galerijen aan de zijkant. Het heeft twee verdiepingen, een blauw dak en aan de linker en rechter zijde een blauwe koepel. Op de dakrand staan allemaal standbeelden. Boven alle ramen zitten versieringen. Op het voorplein zijn brodderieën en zijn diverse mensen en een koets.
Residenzschloss Dresden, Matthäus Daniel Pöppelmann, 1712/1713. Collectie Deutsche Fotothek

Alle andere onderwerpen komen ook aan bod. De carrière van haar zoon gaat weer gepaard met allemaal namen die de promotie krijgen die haar zoon verdient. Ook de diverse Utrechtse politici passeren weer de revue, echt te vertrouwen zijn er weinig.

Naderende oorlog

De echte zorgen liggen toch bij de naderende oorlog.

Brieffragment over de naderende oorlog

[meeste swaericheijt sitten,] de heere wil ons bij
staen voor mij ick weete niet waer heene te vluchte
de heer en vrou van ginckel sijn vandaech met
tietge1de koosnaam voor Margaretha junior, de oudste dochter van Godard van Ginkel en Philippota naer middachte gegaen, de drij andere
kindere2dit zijn, in volgorde van leeftijd, Frederik Christiaan (“Fritsge”), Anna Ursula (“Antge”) en de pasgeboren Reiniera hier gebleefve, sij meene in Een weeck
of drije weer hier te sijn, de vrou van ginckel voor
al de soomer bij mijn te blijfve de wijlle de leeger
aende ijsel sulle geleijt worde en naer alle aprehen
=sie volck opt huijs te Middachte, de tijdine die
men hier krijcht sij hoe langer hoe Erger, daer
van ick niet meer sal segge, vermidts uhEd
die van andere genoech geadviseert worde,

Margaretha is alleen in Amerongen met drie van haar kleinkinderen, waaronder de pasgeboren Reiniera (en waarschijnlijk haar min). Haar gedachten gaan over een mogelijke vlucht als het oorlog wordt, maar ze ziet ook wel dat de toekomst voor het huis van haar zoon en schoondochter, Middachten, minder rooskleurig is. Zo vlak aan de IJssellinie zullen er wel militairen ingekwartierd worden. Ze gaat er maar vanuit dat haar man de berichten over de situatie en de verwachtingen van anderen krijgt, als dat niet zo is zal ze hem zelf wel informeren.

Links is een haard waar een groot vuur in brand. Daarnaast op de grond zit een dame met een prachtige jurk. Op een kussen zit de min die de baby bakert terwijl ze praat met de meid die een doek oprolt. Over haar schouder hangt een kind, één borst is nog ontblood. Op de achtergrond maakt een meid het bed op. Voor het bed staan een paar sloffen en een po. Het raam op de achtergrond staat open. Rechts voor een hondje.
Interieur met een min met baby, een moeder en dienstmeid rond een haard, Abraham Bosse, 1633. Collectie Rijksmuseum

  • 1
    de koosnaam voor Margaretha junior, de oudste dochter van Godard van Ginkel en Philippota
  • 2
    dit zijn, in volgorde van leeftijd, Frederik Christiaan (“Fritsge”), Anna Ursula (“Antge”) en de pasgeboren Reiniera

Prinselijk bezoek

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 maart 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 april 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha verwacht hoogstaand bezoek op 24 maart. Zijne hoogheid, Prins Willem III van Oranje heeft namelijk aangekondigd om langs te komen op Amerongen. Hij wil dan de sollicitatie van zoon Van Ginkel bespreken en uitleggen waarom Godard van Ginkel is afgewezen.

Brieffragment over de prins die niet komt

ick had gemeent vandaech van hier naer
wttrecht te gaen, ten waere sijn hoocheijt
mij liet segge vandaech noch bij mijn te
wille koome om vande heer van ginckels 
saecke1Godard van Ginkels sollicitatie naar de positie van generaal-majoor te spreecke daer ick op gewacht heb
doch geloofve hijt vergeeten heeft also ick
hem tot noch toe niet heb vernoomen
nu hoope ick met godts hulpe merge
van hier te gaen, en waer ick ben te
blijfve

Willem III komt helaas toch niet opdagen. Misschien is hij de afspraak vergeten, schrijft Margaretha. Ze schrijft aan Godard Adriaan om morgen naar Utrecht te gaan voor zaken en sluit de brief af.

P.S. Willem III kwam toch

Brieffragment over de afwijzing van Van Ginkel

­naert sluijte van dees2na het afsluiten van deze brief heeft sijn
hoocheijt mij deer gedaen van te koome
segge hoeseer hij geneege is uhEdu hoogedele
en ons huijs dienst te doen, ock den
heer van ginckel maer dat hij hem
in sijn solisitaesi geen poosetijfve
toeseggine3zekere toezeggingen en koste doen dewijlle
deese plaetse niet bij overstemine4hier specifiek wanneer Willem III de gewesten overstemt door zelf, zonder hun instemming, benoemingen te doen
soude worde vergeefve maer dat het
bij inschickine5instemming vande provinsie sou
moete gaen, en dat hij seer gaere

Brieffragment over de afhankelijkheid van provincies.

hoewelt Een saecke is die aen hem niet
en dependeert6afhankelijk zijn van maer aende proovinsie,
voorde heer van ginckel al sal doen
wat hij kan weetende wat oblijgaesi7verplichtingen
hij uhEd heeft, de woorde sijn goet
wij moete nu sien watter op sal volge
hoewelt noch niet met al geseijt is,
hij seijde ock dewijlt noch bij de provin
– sie so vreemt lach niet te geloof dat
se noch soude vergeegve worde, sijn hooch
heijt besongeert8besogneren: beraadslagen noch alle daech met men
men heer beverlin9Hieronymus van Beverningh, Gouds regent, diplomaat en gedeputeerde te velde

Willem III is de familie Van Reede zeer genegen, zegt hij Margaretha, maar zijn handen zijn gebonden. Helaas kan Willem III niet alleen beslissen over de positie waar Godard van Ginkel naar gesolliciteerd had. De gewesten moeten met deze benoemingen instemmen. Helaas hebben zij dus gekozen, tegen Willem III’s wensen in, om Godard niet te promoveren. Wel belooft Willem III om alles te doen voor Godard wat hij kan, als dank voor de trouwe diensten die Godard Adriaan hem verleend heeft. De sollicitatie van Van Ginkel is afgewezen maar in de toekomst maakt hij weer kans. Margaretha’s vonnis is simpel: “de woorden zijn goed, we moeten nu zien wat er op zal volgen.”

Portret van Willem III, ten voeten uit in wapenrusting, staande op een bordes. In zijn rechterhand een degen, in zijn linker een bundel pijlen en een touw. Aan het touw zijn de wapens van de Zeven Provinciën vastgemaakt. Op de achtergrond het bevolkte Binnenhof te Den Haag. In een cartouche twee regels Latijnse tekst.
Portret van Willem III, prins van Oranje, Willem Outgertsz. Akersloot, naar Adriaen Pietersz. van de Venne, 1670 – 1684. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Godard van Ginkels sollicitatie naar de positie van generaal-majoor
  • 2
    na het afsluiten van deze brief
  • 3
    zekere toezeggingen
  • 4
    hier specifiek wanneer Willem III de gewesten overstemt door zelf, zonder hun instemming, benoemingen te doen
  • 5
    instemming
  • 6
    afhankelijk zijn van
  • 7
    verplichtingen
  • 8
    besogneren: beraadslagen
  • 9
    Hieronymus van Beverningh, Gouds regent, diplomaat en gedeputeerde te velde

Promoties in het leger

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 maart 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 25 maart 1672
Lees hier de originele brief

Nu Prins Willem III benoemd is tot kapitein-generaal, kunnen de andere functies in het Staatse leger ook vervuld gaan worden. Dat betekent promoties! Margaretha houdt deze benoemingen scherp in het oog. Deels omdat deze mannen het land moeten gaan beschermen en deels omdat haar zoon Godard van Ginkel ook gesolliciteerd had naar een hogere functie.

Man met lange krullen ten voeten uit, naar rechts gedraaid. Hoed met een brede rand een grote witte veren erop. Een lange blauwe jas met rode manchetten en een witte strik. Om zijn middel een rood-wit-blauwe sjerp, rode broek en rode kousen. Aan zijn riem (?) hangt een zwaard en hij leunt met zijn linkerhand op een stok. Eronder staat in drukletters: 1680 een officier of edelman der artillerie. Daaronder geschreven: ten tijde van den Generaal der Artillerie toen de uniformen werden uitgevoerd. Daaronder een stempel: Vinkhuizen collection - Draper Fund.
Een officier of een edelman der artillerie in 1680, 1910, Vinkhuizen Collectie. Collectie: New York Public Library.
Eerste brieffragment over promoties in het leger

[vande hoochge schersges,] steenhuijse1Ludolf van Steenhuizen seijt me
datse luijtenant generael2luitenant-generaal is een zeer hoge naam in het leger. Alleen kapitein-generaal en veldmaarschalk zijn hoger neffens3nevens: naast weldere4Johan van Welderen, tevens gouverneur van Nijmegen
sulle maecken, en de graef van nassou5Walraven (alternatieve spelling: Walraad) van Nassau Usingen, ook wel graaf van Nassau-Saarbrücken genoemd. Op dat moment kapitein van de prinselijke lijfwacht en

Tweede brieffragment over promoties in het leger

momba6Jean Barton de Montbas, een Fransman in Staatse dienst komijsarise generael7commissaris-generaal en voort alle
inde hoochger schersgees8schare: een niet helemaal vastomlijnd legeronderdeel, kan ook als een gewapende bende bedoeld zijn kontentement
geefve9tevreden stellen behalfve de heer van ginckel
die ick vreese men sal laeten toe sien den
heer van Suijlisteij10Frederik van Nassau-Zuylestein sal generael vande
infanterij weesen en daer voor hondert
gulde daechs hebbe, ick heb met de laeste
post niet geschreefve meenende dat uhEd
al naer saxsen waert nu verstaen ick
dat die reijs of komisie11commissie, opdracht noch op gehouden
is, ben verwondert uhEd mij daer noijt van
heeft geschreefve, men maeckt hier groote
preeperaesie tot den oorlooch en naert
hem laet aensien salt Een swaer kom
-bat12een zware strijd geefve had wel gewenst uhEd
daerteegens, weer hier te lande waert
geweest, maer dewijlle deselfve hem so
van deene komissie in dander laet
wickelen sien ick daer geen hoope toe
den heer schadee13Jasper Schadé van Westum, was geëligeerde in de Staten van Utrecht hoore ick dat te velde
gekoomiteert isg14edeputeerd te velde: vertegenwoordiger van de Staten-Generaal op het slagveld die beslissingen van de kapitein-generaal mag overreden, [voor mij ick sal so veel]

Kort samengevat gaan de promoties in het leger naar:

  • Ludolf van Steenhuizen als luitenant-generaal
  • Johan van Welderen als luitenant-generaal
  • Walraven van Nassau-Usingen en Jean Barton de Montbas als commissaris-generaals
  • Frederik van Nassau-Zuylestein (heer van Slot Zuylestein nabij Kasteel Amerongen) als generaal van de infanterie

Zoon Godard van Ginkel lijkt gepasseerd te worden en blijft kolonel van de cavalerie. De teleurstelling druipt er in Margaretha’s brief van af. De hoogste functies in het leger lijken naar andere personen te gaan. De loyaliteit van de familie Van Reede aan Willem III blijft onbeantwoord.

Jasper Schadé van Westrum, 1645, Frans Hals. Collectie Národní Galerie Praha.
  • 1
    Ludolf van Steenhuizen
  • 2
    luitenant-generaal is een zeer hoge naam in het leger. Alleen kapitein-generaal en veldmaarschalk zijn hoger
  • 3
    nevens: naast
  • 4
    Johan van Welderen, tevens gouverneur van Nijmegen
  • 5
    Walraven (alternatieve spelling: Walraad) van Nassau Usingen, ook wel graaf van Nassau-Saarbrücken genoemd. Op dat moment kapitein van de prinselijke lijfwacht
  • 6
    Jean Barton de Montbas, een Fransman in Staatse dienst
  • 7
    commissaris-generaal
  • 8
    schare: een niet helemaal vastomlijnd legeronderdeel, kan ook als een gewapende bende bedoeld zijn
  • 9
    tevreden stellen
  • 10
    Frederik van Nassau-Zuylestein
  • 11
    commissie, opdracht
  • 12
    een zware strijd
  • 13
    Jasper Schadé van Westum, was geëligeerde in de Staten van Utrecht
  • 14
    edeputeerd te velde: vertegenwoordiger van de Staten-Generaal op het slagveld die beslissingen van de kapitein-generaal mag overreden

Eindelijk verlossing

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 maart 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 18 maart 1672
Lees hier de originele brief

Op 8 maart staat de koets wéér klaar om Margaretha naar Utrecht te brengen en weer zal het haar niet lukken daar aan te komen.

Bevalling

Als ze in de koets wil stappen begint haar schoondochter te ‘kraken’: de bevalling begint! Omtrent half tien in de ochtend is het eindelijk zo ver: bijna 3 maanden nadat Philippota op Kasteel Amerongen aan kwam is ze bevallen van een dochtertje, gezond en wel geschapen. Een jonge Godard was natuurlijk zeer welkom geweest, maar Margaretha is dankbaar voor spoedige en makkelijke verlossing en het gezonde kind.

Brieffragment over de bevalling van Ursula Philippota

rec: 18 Martij

Ameronge den
10 maart 1672

Mijn heer en lieste hartge

voorleedene dijnsdach sijnde den 8 deeser so
mijn koets gereet stont en ick daer meede naer
wttrecht meende te gaen begost de vrou
van ginckel te kraeckende 1voorteekenen van de naderende bevalling vertoonen, barensweeën hebben, en is door de hulpe des
heere dien merge ontrent de klocke half tien
seer genadelijck en spoedich van Een dochter
verlost
het welcke een gesont en wel geschaepe vrucht
is, hadde wel gewenst het Een jonge godert
hadde geweest, dan het sijn gaefve des al=
der hoochste, die wij niet genoech konne dancke
voor so Een spoedige en genadelijcke verlos=
=sine en gesonde vrucht, de kraemvrou is on
gemeen wel naer den tijt hoope godt den heere
haer hEd voort sterckte en volkoome gesontheijt
sal verleenen, de heer van ginckel is deesen
Middach wt den haech hier gekoomen verwacht
ten nu alle Eure de heere van wulfve en wel
=lant die over het kint ten doop sulle staen
en soude wij noch gaeren sijne kristelijcke
doop alhier in onse kercke deesen avont laeten geefven om
daer in niet te versuijmen, [beuseckom heeft te]

Gravure van een interieur. Rechts een hemelbed, daarvoor zit een vrouw achterover geleund, hoofd achterover. Voor haar op de grond zit een vrouw, haar jurk is omhoog getrokken, zodat je haar blote been ziet. Om haar heen staan nog drie vrouwen die met haar bezig zijn.
Bevalling van een vrouw, anoniem, 1620-1664. Collectie Rijksmuseum

Doop

Twee dagen na de bevalling is de vader van het kind, Godard van Reede van Ginkel uit Den Haag aangekomen en nu wachten ze op de beide neven van de vader: de heer van Wulven en de heer van Welland. Zodra zij aankomen, kan het kind gedoopt worden.

Margaretha vervolgt haar brief nog met allerhande wederwaardigheden. Ze verzucht dat het haar niet lijkt te lukken om in Utrecht te geraken om haar zakelijke afspraken na te komen. Ze stopt met schrijven en gaat de volgende dag verder.

Brieffragment over de doop van Reiniera

dus verde heb ick deese gistere geschreefve, ons
kint heeft gistere avont sijn kristelijcken
doop ontfange met de naem van reijniera, naer
de vrou van ginckels vader, heb dit so goet ge
docht om of ons de heer almacht noch Een soon
gaf dat wij de naem van godert adrijaen
mochte daer voor reeserveere, de heer van
wulfve en wellant sijn deese merge weer
vertrocken, mosten de vergaderin vande state
bij woonen onse joncker van Ameronge sijn sijn
acksie gereesen, de kraem vrou ent kint sijn
noch heel wel naer de geleegentheijt pesenteert
haeren dienst t en ick blijf
Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Op 10 maart 1672 krijgt het kind zijn christelijke doop in de Andrieskerk in Amerongen. Dit is voor Margaretha een belangrijk moment. Haar schoondochter is katholiek en ze wil er alles aan doen om haar kleinkinderen goede protestanten te laten worden. De nieuwste telg uit het geslacht Van Reede wordt Reiniera genoemd, naar de vader van Philippota, Reinier van Raesfelt. Dit vindt Margaretha een goede keuze, want als er nog een zoon geboren wordt, dan is de naam Godard Adriaan in ieder geval nog vrij. In 1670 was de eerste zoon geboren die al Godard Adriaan heette, maar het jochie overleed al in 1671. Met de kennis van nu kunnen we zeggen dat die inderdaad nog komt: in 1674 wordt zoon Godard Adriaan geboren. In 1678 wordt nog een zoon geboren, dus ook Reinier wordt nog vernoemd: Reinhard.

Interieur van een kerk richting het koor. Op de voorgrond groene kerkbanken. In het midden een preekstoel met daaromheen een bruin hek. Rechts tegenover de preekstoel eveneens groene banken. Aan de wanden en rondom in het koor hangen rouwborden.
Het interieur van de Andrieskerk, overzicht naar het oosten na restauratie. Foto: P. van Galen, 1992. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
  • 1
    voorteekenen van de naderende bevalling vertoonen, barensweeën hebben,

Een groot sieraet aen beijde de hoofven

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 maart 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 14 maart 1672
Lees hier de originele brief
Let op! Het toegevoegde deel dat bij de brief van 4 maart hoort, is hier tussendoor gescand.

Met het voorjaar op komst is Margaretha kennelijk het gevoel van oorlogsdreiging helemaal kwijt. Er wordt gewerkt in de hof! Daem Hendrixse uit het dorp heeft werk aangenomen en is hard bezig. Margaretha hoopt dat de dooi doorzet, zodat hij zijn werk af kan maken. Het staat immers zo slordig als alles er half af bij ligt. Daem is begonnen met reparatiewerk, maar zoon Godard heeft ook nog wel wat goede ideeën.

Perenbloesem met op de achtergrond het huidige kasteel Amerongen

Aan de muur bij de straat aan de noordkant van het terrein staan nog steeds leiperen.

Uitsnede uit de kaart van J. van den Berch (1597). Links het kasteel, het noorden is boven en daar ligt de boventuin

De huidige tuin van kasteel Amerongen heeft nog steeds hoogteverschillen. Door muren wordt het hoogteverschil opgelost.

Brieffragment over de werkzaamheden in de tuin

met deesen doeij daer meede wij hoopen het ijs
teenemael wt het water sal gaen, schiet
ons nu alt werck teffens over de hant, dae
daem is beesich met sijn aengenoome werck te
voldoen en geloofve hij merge gedaen sal
krijgen, als dat nu so ten halfve afgegraefe
blijft legge salt seer slordich daer staen
dat muertge daer de doorne hech lans den
Booven hof ende wt geroijden boogaert1boomgaard op staet
diende ock wel gereepareert en overal aen ge –
stopt, de heer van ginckel meent dat Een groot
sieraet aen beijde de hoofven sou geefven dat
men Een gif glintintge2Latwerk dienende om vruchtboomen te ondersteunen of leiboomen te leiden op de selfde fatsoen
en manier gelijck rontom den nieuwe hof
is niet hoocher als nu de doorn die der op staet is
is, en opdie hoochte, op dat voorseijde muer
tge vande boven hof sette, en dat men dan
fruijt boomges teegens dat muertge omlaech
liet sette die soude dan hoochte genoech hebe
om tegens die glintin op te wasse, en alst
niet hoochger komt sout het gesicht vant
Eene hof int ander gans niet beneeme
maer Een reegeliere teijt geefven, uhEd

Brieffragment of haar man ook eens zijn mening wil geven.

belieft eens te schrijfve oft deselfve gevalt so
soude ickt laete maecke op dat wij die hoofve
Eens in Esse mochte krijgen3In esse mogen krijgen: in goede staat mogen krijgen, hiermeede blijfe
Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
en dieners M Turnor

Een muur met leifruit

Het muurtje om de bovenhof moet gerepareerd worden. Kennelijk is daar net een boomgaard gerooid. De tuin van het kasteel heeft een hoogteverschil waardoor verschillende tuinen ontstaan en één daarvan is kennelijk de bovenhof (nu de boventuin). Het idee van haar zoon is om latwerk (glintinge) aan te brengen, waar fruitbomen tegenaan kunnen groeien. Margaretha is verguld met het idee, want zo kan je toch nog van de ene naar de andere hof kijken. Ze eindigt haar brief met de vraag of haar man ook maar eens zijn mening wil schrijven en als het hem bevalt, dan zal ze er werk van maken, zodat de hof eindelijk eens op orde is.

In een boomgaard wordt geoogst. Er lopen mensen met ladders, er wordt aan bomen geschud en vruchten worden van de grond geraapt en in manden gedaan. In het midden loopt een elegant stel te flaneren. Op de achtergrond zien we nog net een huis.
September (fragment), anoniem, 1584 Collectie Rijksmuseum
  • 1
    boomgaard
  • 2
    Latwerk dienende om vruchtboomen te ondersteunen of leiboomen te leiden
  • 3
    In esse mogen krijgen: in goede staat mogen krijgen

Willem III, kapitein-generaal!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 29 februari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 maart 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft groot nieuws om met Godard Adriaan te delen. Prins Willem III is namelijk eindelijk benoemd tot kapitein-generaal van het Staatse Leger! Het duurde lang voordat deze benoeming door de Staten-Generaal kwam omdat Raadspensionaris Johan de Witt weinig voelde voor iemand benoemen vanwege zijn afkomst. Het is voor Margaretha niet helemaal duidelijk wat de benoeming van Willem III precies betekent. Is het een benoeming voor het leven of slechts voor “deel Expedisie”, voor één veldtocht?

Om een tafel en daar verder omheen staan allemaal mannen met pruiken. Op tafel ligt een stad, Willem III houdt met zijn linker hand de stad vast en steekt met zijn rechterhand twee vingers in de lucht. Hij kijkt schuin naar boven. Boven de tekst Zijn Hoogheijt d'Heer Prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672
“Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum

Daar duidelijkheid in scheppen is voor Margaretha belangrijk: als kapitein-generaal voor het leger kan Prins Willem III vaste benoemingen doen. Nu Willem III benoemt is kan er overgegaan worden op het benoemen van de andere hoge ambten, zoals de positie van generaal-majoor waar zoon Godard van Ginkel naar had gesolliciteerd.

Als Willem III benoemd is tot kapitein-generaal zijn de benoemingen die hij doet van veel langere duur dan wanneer hij enkel opperbevelhebber voor één veldtocht zou zijn. Toen hij werd aangesteld, werd hij nog niet levenslang benoemd. Dat zou, volgens de in februari gemaakte afspraken, pas gebeuren op 14 november 1672, Willems verjaardag. Margaretha is hier op het moment van schrijven kennelijk niet volledig van op de hoogte. Margaretha hoopt dat haar zoon de promotie krijgt die hij, in haar ogen, verdient. Vader Godard Adriaan is namelijk altijd een sterk voorstander geweest van Willem III in de Staten van Utrecht en zoon Godard van Ginkel dient al sinds zijn jeugd in het leger.

Brieffragment over de promotie van Willem III tot kapitein-generaal voor één veldtocht.

[serveere,] hoe sijt nu met den heer van ginck 
-kels sollisitasie1Godard van Ginkel had eerder dit jaar gesolliciteerd voor een positie als generaal-majoor maar had nog niets gehoord sulle maecke sal te ver
wachte staen, waertoe mijns oordeels de
wijlle sijn hoocheijt de prins van oransge 
nu voor kaptein generael2kapitein-generaal is de hoogste rang in het landleger van de Republiek deel Expedisie is aengenoome
hij wt moet sien, want so geseijt wort sulle
se nu tot het vergeefve van de hoochge
Amtte gaen, ick ben blijde uhEd sijn
sentimente daer ontrent met de mijne

Brieffragment over de sollicitatie van Van Ginkel

so wel ackordeereovereenkomen, heb Even het selfde aen
de heer van ginckel geseijt als uhEd hem
schrijft, hij gaet vandaech naer wttrecht 
om sijn solisitasie aldaer te bevordere
en meent voort Een keer naer den haech
te doen [het vriest hier weer so fel als]

Een jonge man met en muts op het hoofd, kijkend over zijn linker schouder en blazend op een trompet.
Hoofd van een jongen blazend op een trompet, Giovanni Benedetto Castiglione, 1645 – 1650. Collectie Rijksmuseum.

Het volk viert feest!

Voor de adel betekent Willem III’s benoeming kansen om te klimmen in de rangen. Voor de rest van het volk betekent het een einde aan de onzekerheid en kan er feest gevierd worden. Honderden mensen gaan de straat op in Den Haag en er wordt druk getrompetterd.

Brieffragment over de feesten in Den Haag.

[spaen noch,] wt den haech schrijft men
mij dat daer met het aeneemen vande
prins sulcke ongemeene vreucht is ge
weest datter den heelle nacht honder
de van mense op de strate waeren dat
d’Een sonch3zong dander4de ander tromde dander blies
de trompet met sulcken geijuijch dat
niet te seggen is de heer almachtich
wil sijne onse wapenen door hem seegenen en hem voor
spoedich maecke, den heere beverline5Hieronymus van Beverningh, Gouds regent en diplomaat. Hij wordt nu benoemd tot gedeputeerde te velde: dat houdt in dat hij Willem III’s beslissingen op het slagveld mag overstemmen heeft hier
groote Eer ingeleijt so men seijt, [hier]

Het is alsof God de wapenen zegent, zegt Margaretha. Eindelijk is er een sprankje hoop. Lijkt het.

  • 1
    Godard van Ginkel had eerder dit jaar gesolliciteerd voor een positie als generaal-majoor maar had nog niets gehoord
  • 2
    kapitein-generaal is de hoogste rang in het landleger van de Republiek
  • 3
    zong
  • 4
    de ander
  • 5
    Hieronymus van Beverningh, Gouds regent en diplomaat. Hij wordt nu benoemd tot gedeputeerde te velde: dat houdt in dat hij Willem III’s beslissingen op het slagveld mag overstemmen

Doesburg versterkt

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 11 februari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Op 11 februari schrijft Margaretha nogal geïrriteerd naar Godard over Philippota’s zwangerschap. Naast dat onderwerp bespreekt ze ook militaire ontwikkelingen in de Republiek.

De eerste maanden van 1672 kenmerken zich door enorme vrieskou en het water in de rivieren bevriest. Een zorgelijke zaak want zowel de IJssel als de Rijn zijn onderdeel van de verdediging van de Republiek. Bij een bevroren rivier zou de vijand er gewoon over heen kunnen lopen. Margaretha denkt echter dat de vijand dat niet zou durven: straks komen ze nog vast te zitten in het land als de rivieren weer dooien.

Brieffragment over de bevroren rivieren

[sij is noch hier,] en naert segge van de
meeste wort geoordeelt dat hoewelt
hier harder vriest alst noch vant heelle
ijaer heeft gedaen, en dat al de reeviere1rivieren
sitte2bevroren zijn, dat de vijant hem niet sal derfve3durven
so verde hier int lant begeefve vermidts
het te laet int ijaer wort, ock heeft me

Brieffragment over de versterking van Doesburg

nu de stat van doesburchDoesburg en voort de boo
=ve frontiere4grenzen van kruijt5buskruit en lonte ver
sorcht ock spreecktme van Een vliech =
=gent leeger6mobiel leger wat inspringt waar nodig van 8000 man naer men
te sende, [ons silver koster met noch]

De Rijn en de IJssel zijn versterkt met meerdere vestingsteden, waaronder Doesburg. Doesburg ligt aan de IJssel, vlakbij Kasteel Middachten, het thuis van zoon Godard van Ginkel. Van Ginkel zelf is op dat moment is Doesburg: daar is immers zijn regiment gestationeerd. Voor Margaretha en Godard Adriaan is het dus goed nieuws dat de stad nieuwe voorraden kruit heeft gekregen en dat er een mobiel leger die kant op gaat. Hoe sterker Doesburg is, hoe groter de kans is dat Godard van Ginkel het overleefd.

Boven een zicht op de stad Doesburg met in het midden een grote kerktoren, en diverse kleinere kerktorens en een paar molens. Op de voorgrond zie je de bastions. Daaronder een plattegrond van de stad met in het midden de grote kerk, rechts tuinen binnen de stadsmuur. De stad heeft 9 bastions met een gracht eromheen. Aan de onder en de rechterkant daarna een smalle strook land en dan de rivier. Links onder de scheepjesbrug in de IJssel.
Kaart van de vestingstad Doesburg in 1654 door Nicolaes van Geelkercken. Collectie Gelders Archief

  • 1
    rivieren
  • 2
    bevroren zijn
  • 3
    durven
  • 4
    grenzen
  • 5
    buskruit
  • 6
    mobiel leger wat inspringt waar nodig

Pagina 8 van 9

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén