Mijn heer en lieste hartge

Bewoners en familieleden: Reede van Ginkel (Godard van) Pagina 7 van 9

De Slag om Woerden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 oktober 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 oktober 1672 Frankfurt
Lees hier de originele brief

Eindelijk zijn er brieven van Godard gearriveerd, van 28 september en 1 oktober. Er is meer mis geweest met de post, want één van haar eigen brieven ontbreekt ook. De belangrijkste onderwerpen uit die brief herhaalt ze voor de zekerheid. Om te beginnen is er de mislukte aanval op Woerden tussen 11 en 13 oktober. Daarnaast was er de gelijktijdige overval op het Franse bolwerk bij Vreeswijk.

Van Ginkel schittert bij Vreeswijk

Van Ginkel heeft in Vreeswijk een prominente rol gespeeld en Margaretha is in de wolken dat dat niet onopgemerkt is gebleven. Prins Willem heeft hem in Schoonhoven persoonlijk bedankt, en Margaretha hoopt dat het daarbij niet blijft. Nu mag de loopbaan van haar zoonlief nu wel in een stroomversnelling komen.

Brieffragment Van Ginkel bij Vreeswijk

[gepaseert ,] wij konne godt niet genoech dancke
voor de genaede die hij aen onse soon heeft be=
=weese hem wt sulcken swaeren gevecht met
so veel Eer en reeputaesi1reputatie onbeschadicht heeft
gebrocht, sijn hoocheijt te schoonhoofve2Schoonhoven koomende
ontboodt den heer van ginckel bij hem en heeft
hem met de meeste sievielliteijt3Civiliteit: beleefdheid bedanckt
voor sijn goede dierexsie4Directie: leiderschap en genereuse acksie
die hij int gevecht aende vaert5De vaart is de Vaartse Rijn bij Vreeswijk hadde gehou
de en getoont met verseeckerin dat hijt altijt
soude gedencke versocht daer in te wille
kontintweere6Continueren, [so dat Een ijder de heere sij ge=]

Zuylestein gesneuveld bij Kruipin

Margaretha is zeer verslagen over het sneuvelen van hun buurman, en vroegere mentor van Willem III, Frederik van Nassau Zuylestein. Zijn legeronderdeel bewaakte tijdens de belegering van Woerden tussen 10 en 13 oktober een vooruit geschoven post aan de weg naar Utrecht, om te voorkomen dat van die kant Franse versterking zou kunnen komen. Hij had echter verzuimd rugdekking te regelen. Hierdoor piepte de Franse versterking onverwacht vanuit het noorden alsnog tussen Woerden en Zuylesteins post. Het liep uit op een vreselijk gevecht waarbij Zuylestein omkwam. Volgens Margaretha had hij nog drie steken na gekregen van de verrader Montbas.

Brieffragment over de dood van Frederik van Nassau-Zuylestein bij Kruipin

ick kan niet segge hoeseer mij den goeden heer van
suijlisteijn jamert7Jammeren: verdriet doen, dien schemse8Schelmse: had vroeger een hardere connotatie, schurkachtig, gewetenloos momba9Jean Barton de Montbas heeft
hem nae sijn doot noch drije steecken gegeefven
denck van so Een traeter10Traeter is ongeveer treiter, de zin wordt dan ongeveer: Wat denk je van zo’n verrader/rotzak , nu seijt men dat het

Portret van Frederik van Nassau-Zuylestein. Ingekleurde gravure van een man met een vlassig snorretje en golvend haar tot op de schouders.
Frederik van Nassau Zuylestein. Fragment uit Dodelycke Uytgang van Syn Hoogheyt Fred. Hendrik Prince van Oranje etc. Anno 1647, Cornelis van Dalen (I), naar Adriaen Pietersz. van de Venne, 1647. Collectie Rijksmuseum

Margaretha betreurt het extra dat het Zuylestein zelf zo wordt aangerekend. Behalve dat hij bij Kruipin geen wachtpost had gezet, zou er in zijn legeronderdeel wanorde en gebrek aan discipline hebben geheerst. De officieren hadden geen overwicht op de soldaten. Maar, vindt Margaretha, hij heeft het duur genoeg betaald.

Brieffragment over wat er bij Kruipin gebeurde

[denck van so Een traeter ,] nu seijt men dat het
ongeluck voorwoerde11voor Woerden is door puer versuijm ge
koomen en deesordere12Desordre: wanorde het welck int quartier
vande heer van Suijlisteijn was alwaer deen ofisiere
hier en dander daer de soldate vangelijcke waere13al waar de ene officier en de andere daar aan de soldaten gelijk waren. Soldaten en officieren hebben dus even hard gevochten
men hadt het altemael met Een post te besette
met 15 a 16 man konne voorkoome, het schijnt
dat de heer almachtich niet belieft heeft, en
heeft den heer van Suijlisteijn versuijmt hij heeft
het dierduur genoech betaelt, [hij was alte goet]

Delfts blauw bord. Links een herberg met een uithangbord waarop staat "Hier is Kruipin". Binnen staat een man met een glas in zijn hand. Buiten staat een man die het glas inschenkt van een man te paard: de kwartiermeester. Op de voorgrond blaft een hond naar twee mensen. Rechts ligt een zeilboot aangemeerd. opschrift, midden boven: ‘komt wilt u spoen // tot koenraet t hoen // In het kruipin getrou // drincken daar wijn // 't saem vroolick sijn // Ter eeren t huis van nasou’
Schotel met de herberg Kruipin, anoniem, 1675. Collectie Rijksmuseum.
De plek waar Zuylestein een post hadden moeten bezetten om de verrassing uit het Noorden te voorkomen, was bij de herberg Kruipin, waar de Kameriker Wetering op de Oude Rijn aansluit. De oranjegezinde herbergier laat in 1675 dit bordje maken. Het is niet helemaal duidelijk of dit een herinneringsbordje is en waar het dan aan zou herinneren.

Duizend ruiters door Amerongen

Ondertussen hebben de Fransen, om een Nederlandse succes bij Woerden te voorkomen, wel bijna hun hele bezetting uit Utrecht moeten laten overkomen. Dat gat moest gevuld worden met legeronderdelen uit Amersfoort en Wijk bij Duurstede. Duizend man ruiterij trok van Wijk bij Duurstede naar Utrecht. Onder andere door Amerongen waar ze een nacht gebleven zijn, met alle gevolgen van dien. Uit Margaretha’s beschrijving lijkt alsof er een sprinkhaanplaag voorbij gekomen is: er is niet meer te wezen.

Brieffragment over de ruiterij die door Amerongen trok

[wt wijck en Amersfoort getrocke,] nu hebbense
weer Een duijsent ruijterij in wttrecht gekree
chge, welcke weer door Ameronge sijn gepasseert
en Een nacht geweest so dat daer noch niet
wel te weesen is, [men verlanckt noch Evenseer]

Enige weken heel niet wel

Margaretha hoopt met Gods hulp in de komende week met ‘de menage’, dus de hele huishouding inclusief schoondochter, kinderen, personeel, naar Haag te gaan. Ze heeft zich een paar weken niet goed gevoeld, anders was ze al lang in Den Haag geweest. Ze eindigt met de wens snel van haar man te horen over de hulptroepen van de keurvorst.

Ick ben de heere gedanckt...

Waarschijnlijk is ze bang dat ze Godard misschien iets te bezorgd maakt door de mededeling dat ze zich een paar weken niet goed had gevoeld. Dus krabbelt ze nog even snel onder haar handtekening dat het nu veel beter gaat.

  • 1
    reputatie
  • 2
    Schoonhoven
  • 3
    Civiliteit: beleefdheid
  • 4
    Directie: leiderschap
  • 5
    De vaart is de Vaartse Rijn bij Vreeswijk
  • 6
    Continueren
  • 7
    Jammeren: verdriet doen,
  • 8
    Schelmse: had vroeger een hardere connotatie, schurkachtig, gewetenloos
  • 9
    Jean Barton de Montbas
  • 10
    Traeter is ongeveer treiter, de zin wordt dan ongeveer: Wat denk je van zo’n verrader/rotzak ,
  • 11
    voor Woerden
  • 12
    Desordre: wanorde
  • 13
    al waar de ene officier en de andere daar aan de soldaten gelijk waren. Soldaten en officieren hebben dus even hard gevochten

Spelevaren

Terwijl het resterende strookje Republiek in rep en roer was door de moord op de gebroeders De Witt, ging het “gewone” leven ook door. Godard was inmiddels gelegerd bij Nieuwpoort, maar erg veel gebeurde daar niet. Het was gebruikelijk dat vrouwen hun mannen kwamen opzoeken in het leger. Bij grote veldtochten bestond het eind van de colonne uit de facilitaire zaken en voorraden, de dames van lichte zeden en de echtgenotes. Aangezien je aan de Hollandse kant van de waterlinie veilig kon reizen, konden de vrouwen gewoon bij hun ingekwartierde mannen op bezoek.

Aan de waterlinie

Voor Margaretha’s schoondochter Philippota was de situatie in Amsterdam niet makkelijk. Als goede 17e eeuwse vrouw luisterde ze naar haar man, die naar zijn moeder en zijn vader luisterde. Margaretha wist wat ze wilde en ook Philippota was een eigenzinnige dame. Waarschijnlijk zaten ze dus behoorlijk op elkaars lip, waarbij Philippota altijd aan het kortste eind trok. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Philippota gebruik maakte van de impasse in de oorlog en naar haar man ging in Nieuwpoort.

Gezelschap van zes mensen in een roeiboot op de Zwolse singel. In de verte zijn de torens van de Sint-Michaëlskerk en de Onze Lieve Vrouwe Kerk te zien.
Gezelschap van zes mensen in een boot op de Zwolse singel, Harmen ter Borch, ca. 1655. Collectie Rijksmuseum

Spelevaren

Na het droge weer van het voorjaar, waardoor de vijandelijke troepen zo makkelijk de rivieren konden oversteken, was het eindelijk begonnen met regenen. De rivieren vulden zich weer en de waterlinie was goed gevuld.

Tot de zeventiende eeuw waren boten vooral functioneel: voor vervoer van personen of goederen van A naar B of om te vissen. In de zeventiende eeuw komt daar een functie bij: voor je plezier dobberen op het water. Inmiddels worden in de Republiek speciaal voor dit doel speciaal “speeljachten” gebouwd. Die zullen de ingekwartierde officieren niet tot hun beschikking hebben gehad, maar er zal zeker gebruik gemaakt zijn van sloepjes en roeiboten om tijdens de droge momenten toch vertier te zoeken op het water.

Dit zorgeloze vertier lijkt haaks te staan op ons idee van oorlog en de ellende waar de Republiek zich in bevond. Maar je kunt je ook voorstellen dat dit juíst reden voor vertier was: zolang het kon moest je ervan genieten, je wist nooit wanneer de oorlog weer los barstte. De bezoekjes van Philippota aan haar man bleven alleen zelden zonder gevolgen…

Utrecht geeft zich aan de koning

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 juni 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft zich met Ursula Philippota en de kinderen gesetteld in Amsterdam. Gelukkig kunnen ze achter de waterlinie nog reizen, want ze hebben Van Ginkel samen nog gezien. Hij is inmiddels in Gouda gelegerd, maar ontmoette zijn moeder en vrouw bij Uithoorn en is met hen mee gereisd naar Amsterdam. Uiteraard moest hij ’s avonds wel weer weg om op tijd terug in Gouda te zijn.

Utrecht en koning Lodewijk XIV

Het grote nieuws komt uit Utrecht: de stad heeft zichzelf en de provincie overgegeven aan de Franse koning. Margaretha heeft geen goed woord over voor de heren van de Staten van Utrecht. De sleutels van de stad zijn overgedragen en de Heeren ontmoeten de koning: met de hoed in de hand! Hoewel de politieke onrust van afgelopen winter niets is vergeleken bij wat er nu gebeurt, houdt Margaretha het goed bij. Ze weet precies wie wel en wie niet hun hoed afgenomen hebben. Pleegzoon Welland (Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken) was er niet bij, want hij was naar Lodewijk XIV gezonden, net als buurman Van der Does van Bergestein. En zoon Frederik van familielid en politiek vriend Johan van Reede van Renswoude was in het leger, dus die heeft zijn hoed ook niet hoeven afnemen.

Op de voorgrond Lodewijk XIV op een schimmel voor hem knielen drie regenten met de sleutel op een kussen. Om hen heen soldaten en burgers te paard. Op de achtergrond de plattegrond van de std Utrecht met daar omheen verschillende compagniën die optrekken richting de stad.
De overgave van de stad Utrecht aan de Franse legers op 24 juni 1672, Hondt II, Lambert de (1645 – 1708). Collectie Centraal Museum, Utrecht; aankoop met steun van het Mondriaanfonds en het K.F. Hein Fonds 2018 © Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018

Catch-22

De praktische gevolgen van deze overgave worden ook gelijk duidelijk en hebben grote gevolgen voor de familie. De Staten van Utrecht betalen het regiment van Van Ginkel. Als Utrecht Frans is, zijn de Staten dat dan ook en in wiens dienst vecht hij dan?

Brieffragment over het dilemma van Van Ginkel

[=ter gelaeten,] nu sit den heer van ginckel sonder betaelts
heere weet niet wat hij doen sal, of te kiteere1quiteren: verlaten, weg gaan
of niet , och mijn lieste hartge wat komt ons over
wij sijn tenden2te enden: ten einde raet en weet niet Een mens te
vragen alsmen wijse liede vraecht treckense
de schouders op en swijgen, quiteert hij indeese
hooch dringende noode van tijde wie weet hoet noch
gaen kan en of de heer almachtich hem noch over
ons mocht ontferme en Eenige genaedige wtkomste
verleene hoewel daer geen hoope toe sien, son men het
vieleijn en quaelijck spreecke niet konne ontgaen
blijft hij in dienst moogen sij al sijn goederen voor altijt
konfiskeeren so is hij met sijn vrou en kin=
deren geruijwineert hoe sal ment nu doen
sijn vrou sach seer gaeren dat hij quiteerde,
men is hier in duijsent pijne, [voor ons ick hou –]

Het is een catch-22 situatie: blijft hij in het Staatse leger dan vervallen zijn goederen aan de Fransen en is hij alles kwijt, gaat hij uit het leger dan is hij zijn inkomsten kwijt, gaat hij terug naar zijn goed (Middachten), dan moet hij trouw zweren aan de Franse koning en is hij een verrader.

En wat doen de Fransen verder?

Margaretha maakt zich zorgen over de volgende stappen van de Fransen. De Heer almachtig zal haar bijstaan, maar toch…

Brieffragment over Lodewijk XIV in Utrecht

de heer Almachtich sal mij bij staen daer is alleen
mijn betrouwe op, het water komt niet alleen op de
lippe maert begint der al over te gaen, de konin
seijt men dat merge in Persoon binne wttrecht
sal koome en int duijtsen huijs loosgeere , en dat
hij komt met sestich duijsent man om deese

Brieffragment met de wanhoop over het land haar familie en haar man die over de wadden moet

stat3Amsterdam te beleegeren of te benauwe, dewelcke haer teenemael in defen
sie stelt en vande buijten tot verders van veelle ront om onder
water staet, het verse water sal ons t Eerst ontbreecke inder
groote droochte, ick kan niet segge in hoe lange het niet gereegen
heeft dat Eenich water bij kan brenge, de heemelen sijn als
geslooten de heer is op ons merckelijck vertoornt, menseijt
al de steeden in hollant gereesolveert sijn haer tot den
wtterste toe te defendeere, altijt hier inde stat is Elck
Even animeus4boos, vijandig maer wat salt al sijn, wij sijn verloore
so de heer almachtich ons niet merckelijck en helpt, alle onse
steede en foortresse gaen over sonder datter Een schoet
op gedaen wort, daer is geen ordere, ick wenste mijn silver
en linne tot gelt waer en dat ickt in Een ander lant kost
over maecke maer siedaer geen raet toe wien ick daer van
spreeck, in Een woort geseijt ick sit Elendich en verlaeten,
op de watte5de wadden ist so onveijl en vol kapers dat die so geseijtwort
onbruijckbaer sijn, [het reijnkonter dat de raetpensionaeris]

Wanhoop

Margaretha’s wanhoop wordt bijna tastbaar in de brief. En dan zijn ook De Wadden nog onveilig, terwijl haar man via die weg vanuit Hamburg naar huis zal komen… Daarna wijdt ze een paar woorden aan de moordaanslag op Johan de Witt van 21 juni, die ze een “reijkonter”, een rencontre, een ongeregeld gevecht, noemt. Ze maakt er zelf geen woorden aan vuil, maar stuurt waarschijnlijk een pamflet (neefensgaende) mee.
Ook de ondertekening is luid en duidelijk.

Brieffragment over de aanslag op Johan de Witt

[spreeck,] in Een woort geseijt ick sit Elendich en verlaeten,op de watte ist so onveijl en vol kapers dat die so geseijtwort
onbruijckhaer sijn, het reijnkonter dat de raetpensionaeris
heeft gehad sal uhEd wt dit neefensgaende sien, daer is de
jonste soon vande raetsheer vande graef bij geweest diese hebbe ge
kreechgen , nu de heer wil ons voort bewaere, ick blijf

Mijn heer en lieste hartge
uhEd wel benoude en bedroefde
wijff MTurnor

  • 1
    quiteren: verlaten, weg gaan
  • 2
    te enden: ten einde
  • 3
    Amsterdam
  • 4
    boos, vijandig
  • 5
    de wadden

De verrader Montbas

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 juni 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 juni 1672
Lees hier de originele brief

Jean Barton de Montbas is opgepakt nadat hij de vlucht nam voor de Franse troepen en zijn post, de Schenkenschans, onverdedigd achter liet. Montbas claimt dit op iemands orders gedaan te hebben. In een eerdere brief deed Margaretha zeer mysteries over de identiteit van deze persoon maar nu komt er opheldering: volgens Montbas handelde hij naar de orders die hij van Hiëronymus van Beverningh gekregen had. Volgens deze orders zou hij zijn post mogen verlaten als deze onhoudbaar werd.

De troepen van Lodewijk XIV voor Schenkenschans, 18 juni 1672. Vanaf de voorgrond dalen links en rechts ruiters een heuvel af op weg naar de vesting, gelegen in de vlakte bij de splitsing van Rijn en Waal. Op de voorgrond een groep officieren te paard, op de achtergrond een plattegrond van de streek in vogelvluchtperspectief met van alle kanten oprukkende legers.
Koning Lodewijk XIV bij het beleg van Schenkenschans, 1672, Lambert de Hondt (II), ca. 1675. Collectie Rijksmuseum.

Montbas en de Fransen?

Margaretha vraagt zich af of Montbas’ flinterdunne verdediging stand gaat houden. Met deze laffe actie heeft Montbas zichzelf namelijk in één klap tot een van de impopulairste personen in de Republiek gemaakt. De geruchten die op straat rond zwerven, zijn dus vol woede en gaan uit van het ergste.

Brieffragment over het verweer van Montbas

[van rhiene Een van is], men seijt dat mout
momba sijn saeck wel deffendeere1defenderen: verdedigen met
Een brief die hij seijt vande heere bever
-lin
2Hiëronymus van Beverningh, diplomaat en gedeputeerde te velde te hebbe die hem soude geschreefve
hebbe als hij die post niet langer konde
houde se vrij te verlaete, of hem dat sal
ontschuldige sal te besien staen, ock
seijt men dat hij geduerich deesen oorlooch
met de vijant soude gekorespondeert3corresponderen: in contact zijn hebe
en aengeweese waer wij opt swackste
waere en hem de wech aengeweesen was
hij sijn mers sou neemen, dit sijn de lie
diemen4lieden die men voorde ingeseetene5ingezete: inwoner van een gebied vant lant most
preefereere6prefereren: voorkeur geven aan, nu dat is over ondertusche moet
onse soon den dienst waerneeme en geen weijnich
fatijgees7fatigue: vermoeidheid, uitputting wtstaen, [nu mijn hartge dees is]

Men zegt dat Montbas contact heeft gehad met de vijand om door te geven waar het Staatse leger op het zwakste is. Ook zouden de Fransen Montbas verteld hebben welke route hij zou moeten volgen bij het verlaten van de Schenkenschans. Ernstige beschuldigingen dus. Mocht dit waar zijn dan zou Montbas de doodstraf krijgen.

Gevolgen voor Godard van Ginkel

Zoals wel vaker volgt Margaretha het nieuws over Montbas op met een vergelijking met haar lieve zoon Godard van Ginkel. Het verschil mag er zijn: de Franse Montbas is een verraderlijke, onbetrouwbare lapzwans terwijl haar zoon het toonbeeld is van een dappere, plichtsgetrouwe Staatse officier. Margaretha is duidelijk zuur dat haar zoon gepasseerd is voor de promotie tot commissaris-generaal. Nu Montbas gearresteerd is moet Godard weer zijn dienst waarnemen terwijl hij al oververmoeid is door zijn harde werk. De oorlog vraagt echt het uiterste van Godard.

Een geharnaste man te paard, naar links rijdend, met een aanvoerdersstaf in de rechterhand (een ritmeester).
Aanvoerder van de cavalerie (ritmeester), Jacques de Gheyn (II) (atelier van), naar Jacques de Gheyn (II), 1640. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    defenderen: verdedigen
  • 2
    Hiëronymus van Beverningh, diplomaat en gedeputeerde te velde te
  • 3
    corresponderen: in contact zijn
  • 4
    lieden die men
  • 5
    ingezete: inwoner van een gebied
  • 6
    prefereren: voorkeur geven aan,
  • 7
    fatigue: vermoeidheid, uitputting

Aanval van twee kanten

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 juni 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1672
Lees hier de originele brief

Kleef is gevallen. Met dat slechte nieuws begint Margaretha haar brief. Dat betekent dat de Franse legers zich nu kunnen richten op de laatste Staatse verdedigingslinies aan de IJssel of aan de Rijn. In de Republiek heerst chaos: mensen slaan op de vlucht en Margaretha heeft Philippota en de kleinkinderen al naar Utrecht gestuurd, een stukje verder weg van het front dan Amerongen. Verder dan dat wil Philippota niet gaan: ze wil niet te ver van haar man zijn.

Brieffragment Franse troepen en de vrouw van Ginkel

Mijn heer en lieste hartge
seedert mijne laeste sijn de vijande so seer genadert dat
mense alledaege verwacht aenden ijsel of rhijn, den
prinse van konde1Louis II van Bourbon, de Prins van Condé, is een van de belangrijkste generaals onder de Franse koning is bine deutekom2Doetinchem den koninck
so men seijt binne kleef3De stad Kleef en op den Elteren berchde 4Eltenberg is een heuvel nabij het plaatjes Elten, in het Hertogdom Kleef
met gars5gros vant leeger
nu is den tijt van Elende voor ons en sitte wij inde
meeste benautheijt vande werlt, de mense vluchte 
van allekante so dach en nacht dat deerlijck is
te sien, ick heb gistere de vrou van ginckel met
haer vier kinderen naer wttrecht voort Eerst
laeten brengen die als noch niet gaere naer
Amsterdam en wil om dat sij meent te veer
van haer man te sijn, [en waer is Een plaets]

Een woedende menigte met burgers en soldaten lyncht een oude man. Op de achtergrond spreekt een man mensen toe vanaf een trapje.
Gevangenneming van Paulus in Jeruzalem, Christoffel van Sichem (II), naar Philips Galle, naar Jan van der Straet, 1740. Collectie Rijksmuseum.

Volksoproeren

Of het een goed idee was om de rest van de familie naar Utrecht te sturen moet nog blijken. Overal in het land vinden volksoproeren plaats, ook in Utrecht. Het volk is ongerust over de aankomende invasie maar ook, zo schrijft Margaretha, over het wegblijven van de Brandenburgse troepen die Godard Adriaan zou regelen. Sterker nog, er gaan geruchten dat Godard Adriaan zijn land verraden zou hebben om er samen met de Keurvorst zo veel mogelijk geld uit los te krijgen. Godard Adriaan krijgt stank voor dank voor zijn harde werk.

Protesterende mensen komen dagelijks langs het huis van de familie in Den Haag en ook in de omgeving van Kasteel Amerongen doet deze praat de ronde. Margaretha is bang dat ook in Amsterdam deze complottheorie de ronde doet: haar familie is op geen plaats in de wereld nog veilig.

Eerste brieffragment over het oproerige volk dat moppert op Godard Adriaan

[van haer man te seijn ,] en waer is Een plaets
inde heelle werlt voor ons seecker daer de gemeente6het volk
so oproerich van binne in verscheijde plaetse
is alste wttrecht te haerlem7Haarlem en meer andere
plaetse te meer dewijlle de gemeente so seer
op uhEd begine te morre overt lan achter –
blijfve vande brandenburchse troepees, inde haech
gaense savonts en smergens lans ons huijs8Margaretha doelt hier op het huis aan de Kneuterdijk wat ze van haar oom erfde
seggende dat den keurvorst ons verraet en dat uhEd het
met hem hout daer so lange leggende omt lant
wt te suijpen9uitzuipen: leegzuigen, geld aftroggelen daer doch niet van en komt, daer bij
voechgende dat me sijn huijs onder de voet

Tweede brieffragment over het oproerige volk dat moppert op Godard Adriaan

haelde10onder de voet halen: slopen wat duijvel waer daer aengeleechgen11mogelijk een verbastering van “de duivel inhebben”: zeer boos zijn, ick
schrick daer aen te dencken dier gelijcke12dergelijke tael
wort te rheene13Rhenen onder die kompangie burgers14een groep burgers heeft zichzelf bewapend en heeft een militie gevormd 
die wt wandere plaetse daer koome door trecke
ock gevoert, dit is den danck die uhEd voor den
dienst vant vaderlant sal hebbe het welcke hij met so veel
ijver doet, ock waer sal ick noch blijfve vrees
diergelijcke praetges te Amsterdam almee sulle
omgaen en komt het grau15het grauw: de lagere standen van de bevolking Eens op de been hoe

Op de grond zittende jammerende oude vrouw.
Klaag de tijd maar aan, Francisco de Goya, 1806 – 1812. Collectie Rijksmuseum.

Klaagzang

Margaretha gebruikt haar brief aan Godard Adriaan ook om haar hart te luchten. Ze is nogal ongelukkig door alles wat gaande is. Nu de beloofde Brandenburgse troepen niet of te laat komen neemt de hoop op zegevieren op de Fransen sterk af. Margaretha vreest dat het al te laat is voor de Republiek en haar familie. Als een stortvloed van droefheid komen al haar emoties er uit.

Brieffragment met klaagzang

[hoe] sal ickt maecke wier sal ick mijn hooft op
steecken och ongeluckige vrou als ick ben, uhE
belieft het so te doen en salder toch Eer noch
danck van hebbe en laet ons hier so alleen
uhEd soon in Een leeger dat so prijckeleus16perikleus: in gevaar, in de perikelen is
mijn met vier sulcke liefve kinderkens als
alleen inde werlt indees wtneemende swaere tij
de, uhEd sout hem noch wel konne beklaechge
nu heer van Ameronge mijn sechge is noijt ge
acht, maer so die beloofde troepees niet in
korte en koome so weet ick mij nergens te
berge17bergen: waarborgen, een veilige plek bewonen waer sal ick blijfve, en om de waer
heijt te segge se sulle koome vrees ick alst
te laet sal sijn, ick ben bedroeft tot int binenste
van mijn hart ija tot der doot, ick bid neemt
niet qualijck ick dit so schrijf ben als over
stort van droefheijt, [den heer van wellant]

De Engelsen vallen aan: Slag bij Solebay

Margaretha weet ook goed nieuws te melden aan Godard Adriaan: er is een zeeslag geweest en de Staatse Vloot heeft deze gewonnen! Helaas kwam de overwinning met een prijs. Admiraal Van Gent heeft de slag niet overleefd: kogels door de borst en een afgerukt been waren hem fataal. Hij zal dus helaas Godard Adriaan niet kunnen ophalen in Hamburg.

In het midden een Nederlands schip dat explodeert, Daarachter de spiegel van een Engels schip. Recht een Nederlands schip en ook op de achtergrond een twee Nederlandse schepen. Op de voorgrond een Nederlandse sloep.
Zeeslag bij Solebay, 7 juni 1672. Geschilderd door Willem van de Velde (II). Collectie Het Scheepvaartmuseum

De slag waar Margaretha aan refereert is de Slag bij Solebay op 7 juni 1672. Michiel de Ruyter stak met een vloot de Noordzee over en overviel de Engels-Franse vloot in de Solebay. In de daarop volgende zeeslag slaagt De Ruyter erin om flinke chaos aan te richten en maakt hij het onmogelijk voor Engeland om de Republiek op zee te blokkeren.

Brieffragment over de slag bij Solebay

[al sijn bedencke,] wij hadde voorleedene
vrijdach wat verquickine18verkwikking: verbetering van het humeur door de vicktoorije
die sich te water voor ons liet sien nu heb
ick sints het vervolch daer van niet gehoort, de heer wil
geefve het mach weesen alst begin be –
halfve dat den Admirael van gent doot is
was het been afgeschoote en twee kogels
door de borst wiens doot mij seer jamert

Margaretha blijft in Amerongen

Tenzij ze slecht nieuws over het leger te horen krijgt blijft Margaretha nog een dag of twee in Amerongen. Ondanks de wanhoop die uit haar brief blijkt heeft ze toch wel vertrouwen in de landsverdediging. Nijmegen is goed voorzien van soldaten en ammunitie en er zijn nog veel troepen naar de IJssel gegaan de afgelopen week.

Het bedroeft haar echter wel dat het onmogelijk is iets te horen over de belegerde steden. Er heerst een volledig gebrek aan initiatief. Verkenners gaan enkel uit als zoon Godard van Ginkel ze er op uit stuurt. Typisch voor Margaretha drukt ze ook hier weer de hoop uit dat Van Ginkels harde werk onthouden wordt en vergoed wordt met een promotie in de toekomst.

Brieffragment waarin Margaretha aangeeft nog twee dagen in Amerongen te blijven.

ick meen noch Een dach of twee hier te blijfe
so lange ick geen Erger tijdine wt ons leeger
hoor daer is dees voorleedene weeck seer
veel volck noch naer toe gegaen hoope den

Brieffragment over het vertrouwen in de verdediging

den ijsel nu sal konne gedefendeert19defenderen:verdedigen worde nimweege20Nijmegen is ock nu
so van volck als van Amonijsi21ammunitie van oorlooch wel versien dat groote
moet en koraesge22courage: moed ondert volck geeft, de baterije23batterij: een verdedigingswerk waarachter geschut is geplaatst ent kanon
seijt men dat op den ijsel nu is gestelt, de heer almachtich wil
al donse bewaere, dat bedroeft is men kan niet seeckers hoore
hoet met de beleegerde steede is, daer gaet niemant op kons
schap24kondschap: op verkenning gaan, inlichtingen inwinnen wt als die den heer van ginckel wt sent, of hem wel Eens
weer sal vergoet worde sal te besien staen, nu mijn lieste hartge
ick bidt godt uhEd wijsheijt en voorsichtichheijt te geefve en op alle
uhEd weege te bewaere, sal blijfve so lange ick leef

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

Een vrouw zit rustig tegen een bergachtige achtergrond met donkere wolken. Ze kijkt rustig voor zich uit. In haar linker hand een hoorn des overvloeds en in haar rechterhand een scepter die ze naar beneden houdt. Aan haar voeten ligt een ongebruikte wapenuitrusting.
Veiligheid, Jacques-Antoine Friquet de Vauroze, naar Sébastien Bourdon, 1663 – 1716. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Louis II van Bourbon, de Prins van Condé, is een van de belangrijkste generaals onder de Franse koning
  • 2
    Doetinchem
  • 3
    De stad Kleef
  • 4
    Eltenberg is een heuvel nabij het plaatjes Elten, in het Hertogdom Kleef
  • 5
    gros
  • 6
    het volk
  • 7
    Haarlem
  • 8
    Margaretha doelt hier op het huis aan de Kneuterdijk wat ze van haar oom erfde
  • 9
    uitzuipen: leegzuigen, geld aftroggelen
  • 10
    onder de voet halen: slopen
  • 11
    mogelijk een verbastering van “de duivel inhebben”: zeer boos zijn,
  • 12
    dergelijke
  • 13
    Rhenen
  • 14
    een groep burgers heeft zichzelf bewapend en heeft een militie gevormd
  • 15
    het grauw: de lagere standen van de bevolking
  • 16
    perikleus: in gevaar, in de perikelen
  • 17
    bergen: waarborgen, een veilige plek
  • 18
    verkwikking: verbetering van het humeur
  • 19
    defenderen:verdedigen
  • 20
    Nijmegen
  • 21
    ammunitie
  • 22
    courage: moed
  • 23
    batterij: een verdedigingswerk waarachter geschut is geplaatst
  • 24
    kondschap: op verkenning gaan, inlichtingen inwinnen

Een tijd van ellende

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 juni 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 juni 1672
Lees hier de originele brief

Het is drie dagen sinds de laatste brief naar Godard Adriaan wanneer Margaretha hem weer schrijft. De gebeurtenissen in de Republiek zijn in een stroomversnelling beland en het tempo van Margaretha’s brieven laat dat goed merken. Zoals wel vaker begint Margaretha met familienieuws: ze is namelijk bij haar zoon in Arnhem op bezoek geweest. Met Godard Junior gaat het absoluut niet goed. Eeuwig plichtsgetrouw vraagt hij of Margaretha zijn excuses aan zijn vader kan aanbieden, hij heeft namelijk in geen 2 of 3 postrondes geschreven. Godard van Ginkel slaapt door alle drukte nog maar drie uur per nacht en zit vrijwel constant in het zadel. Margaretha is bezorgd: als haar zoon nu maar gezond blijft.

Brief over de zorgen om haar zoon

Mijn heer en lieste hartge
tis mij lief wt uhEd mesiefve1missive: brief vande Eerste deeser2eerste van deze maand
sien deselfve weer tot berlijn wel is gearijveert, ick ben
gisteren op dien dach wech en weer tot Aernhem3Arnhem ge=
weest om den heer van ginckel noch Eens te sien die
daer bij ons quam, hij bidt uhEd hem belieft te Excku
seere4excuseren: vergeven dat hij in 2 a 3 poste niet heeft geschreefven
heeft het omoogelijcke niet konne bij brenge door sijn
meenichvuldige affaerees5affaires: zaken, hij slaept geen drije
Euren op Een nacht en is meest gedurich te paert
als hij maer gesont blijft, [ist noch goet maer mijn]

De Frans opmars

Ondertussen verloopt de Franse opmars gestaag. In drie dagen tijd hebben Lodewijks troepen evenveel dorpen veroverd: het Rijnfort Wesel, een kernpunt van de verdediging van de Republiek is gevallen, net als Orsoy en Büderick. De Fransen trekken op langs de Rijn richting de stad Kleef en daarna Nijmegen. Margaretha vreest dat het op de IJssellinie aan gaat komen. Erg veel vertrouwen heeft ze niet daarin: haar zoons verwachte dood ziet ze als een nutteloos offer.

Kaart van een rivier die helemaal links splitst. Onder de rivier ligt het Land van Cleef met heuvel. Links boven ook een heuvelgebied met aan de rand sHeerenberch. Andere herkenbare plaatsnamen: Calkar, Santen, Cleve, Rees, Zevenaar, Emmerick
Fragment kaart “De Rijn van Nijmegen tot Rijnberch”, collectie Leiden University Libraries.
Brieffragment opmars Franse troepen

[maer] men gelooft, het almeede over is, en dat de
koninck6koning Lodewijk XIV daerReijnberck inpersoon voor is geweest, die men seijt
deese Middach van meeninge was binne kleefe7de stad Kleef ligt in het gelijknamige hertogdom. Hoewel de stad in modern Duitsland ligt was Kleef in 1672 de facto deels onder controle van de Republiek te
Eeten, en so voort recht op Nimweechge8Nijmegen aen te
Marscheere welcke stat so geseijt wort van alles
wel versien is, en hoopt men die haer sal konne def
– fendeere9defenderen: verdedigen, dan vreest ick het op den ijsel10rivier de IJssel en de IJssellinie aldaar aensal koomen
mijn hart int lijf bloeijt als ick der aen denck och wat
droefheijt is mij aenstaende [ick derf niet al schrijfve]

Soldaten en generaals naar het front

Ook over het Staatse leger heeft Margaretha nog iets te melden. Eindelijk, na lang dralen, is commissaris-generaal Montbas aangekomen bij zijn positie in het leger! Hij heeft het commando gekregen over de troepen in de Betuwe en heeft als hoofdkwartier de Schenkenschans. Volgens de geruchten wordt Montbas te veel verantwoordelijkheid toevertrouwt. De toekomst zal het leren. Ook is luitenant-generaal Van Steenhuizen aangekomen bij zijn troepen alsof hij alle tijd van de wereld heeft. Duidelijk neemt Margaretha de beide generaals nog niet serieus, haar zoon moest immers steeds hun werk doen.

Kaart van Gelderland, omgeving van Nijmegen. 1664, Atlas van Loon. Collectie Scheepvaartmuseum

Er gaan dagelijks nog steeds nieuwe troepen naar het (verwachte) front. Zo kwam er afgelopen nacht een troep Spaanse soldaten langs Amerongen. Deze soldaten dwongen de boeren om hun eten en drinken te geven, nog een teken dat het leger slecht georganiseerd is. Margaretha heeft de brug van het kasteel maar omhoog laten halen om moeilijkheid te voorkomen. Een stuk minder onbehouwen was een Zeeuws regiment dat eerder langs kwam. Het is wel duidelijk welk land de beste soldaten levert. Over de voortgang van de oorlog op zee is Margaretha kort: het schijnt dat de Staatse vloot verwikkeld is geweest in een zeeslag maar meer weet ze zelf ook nog niet. Hopelijk is het een overwinning.

Brieffragment situatie Staatse leger

vreesende de poste aengehoude mochte worde, uhEd heeft sijn
soon tot dienst vant lant op geoffert maer ick vreese
hij wel Een rechte offerhande11offrande: offer sal sijn en vrees hem niet
weer te sulle sien, momba12Commissaris-generaal Jean Barton de Montbas is Entelijck int leeger ge
koome, die men het komanda overt alt volck dat inde
beetuwe13Betuwe leijt14leijen: liggen heeft gegeegve daer niet weijnich op
gesproocke wort dat men hem so veel toe vertrout
steenhuijse15Luitenant-generaal Ludolf van Steenhuizen is op sijn muijltges int leeger gekoome16op zijn muiltjes komen: op zijn gemak, erg kalm
ondertusche moet de heere van ginckel het werck
doen en wat noot waert dat het daer noch gin soot
hoorde maer de disordrees17disordre: wanorde sulle ons ruwineere18ruïneren: ten gronde richten
hoe roept men nu om de troepees vande keurvorst en
verlanck men daer naer die hier indeesen hoochgen
noot wel van doen sijn, deese nacht is hier int dorp
ontrent de 800 spaense voet knechte19De Republiek heeft in 1672 een bondgenootschap gesloten met Spanje. Er is afgesproken dat Spanje troepen levert tegen de Franse invasie. die naert leeger
gaen en Een reesgement20regiment wt seelant geweest dewel
= cke saeme over de 1600 man maeckte de seuwe ginge
naer nimweege, die hebbe deminste insolensie21insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid, lompheid niet
gedaen maer deerste hebbe vrij wat deesordere22disordre: wanorde ge
maeckt de boere mostense Eeten en drincke geefve
of se dwongense, ick liet de bruchge vant huijs op treck
vreesde voor swaericheijt23zwarigheid: moeilijkheden, problemen, vandaech krijch ick ock tijdine24tijdingen: nieuws
dat onse scheeps vloote van Eergistere merge
aen Een sijn geweest sonde dat men weet hoet daermee
staet, als dat men seer fuijrijEus25furieus: op zeer krachtige, heftige wijze heeft hooren schiete
ontrent doeversans26Doeverenschans, nabij Heusden de heer almachtich wilse bij staen
ende vicktoorije27victorie: overwinning geefve, [gisteren isser te wttrecht]

Onrust in Utrecht

Ook binnen landsgrenzen begint het te rommelen. Waar Margaretha eerder nog in één enkel zinnetje schrijft over onrust in Utrecht wijdt ze nu flink uit. Daar ontstond een volksoproer toen een aantal regenten erop betrapt werden samen met hun bezittingen de stad te willen ontvluchten. De vrouwen van het houtsgilde, een onderdeel van het Utrechtse Zakkendragersgilde, vonden dat dit absoluut niet kon. “Zullen de heren die onze mannen hebben doen uitgaan om te vechten, vluchten en ons hier ten prooi achterlaten?” Zo luidde hun aanklacht. De vrouwen rukten koffers open en strooiden de bezittingen van de regenten uit op straat. Enkel met geweld werd de rust enigszins hersteld. Volgens Margaretha lijkt het er op dat nu iedereen die de stad Utrecht uit wil onderhevig is aan controle door de burgers.

Eerste brieffragment over de opstand in Utrecht

[ende vicktoorije geefve], gisteren isser te wttrecht  
inde stat ock geen kleijne ontsteltenisse28ontsteltenis: oproer, opschudding geweest door
Eenich goet dat de luijtenant kolonel wee29Georg Johann van Weede en andere wt
de stat meende te vluchte, het welcke de vrouwe
vande hout schilde30de houtsgilde is onderdeel van het Utrechtse zakkendragersgilde. Leden van het houtsgilde mogen zakken dragen tot 3 el. niet wilde lijde roepen sullende
heere vluchte die onse mans hebbe doen wtgaen
om te vechte en ons hier ten proij31prooi geefve dat wille

Tweede brieffragment over de opstand in Utrecht

wij niet lijden, een rockte de koffers open dat het silver ent gout
dat daer in was door de weech verstroijde, de burgers moste inwa
– pene om de vrouwe te stille, nu maegcher32mag er so geseijt wort niet wt
of inde stat oft moet besichticht worde, [uhEd denckt Eens hoe men]

Het is een bende van plunderende mensen. Er gooit iemand een kist leeg, er worden spullen uit een huis gehaald, rechts brand een vuur.
Fragment uit: Oproer te Lyon, 1621, Jan Luyken, 1696. Collectie Rijksmuseum.

Een tijt van elende

Overal om heer heen ziet Margaretha de klauwen van de angst om zich heen grijpen. Zelf begint ze nu opniew te twijfelen of Amsterdam wel veilig is. Koning Lodewijk XIV heeft immers beloofd deze stad te zullen belegeren en plunderen. In de steden en op het platteland heerst een verslagen gevoel. Mensen pakken hun spullen en vluchten weg. Margaretha wil dat ook doen maar ze weet niet waarheen. Ze is ten einde raad.

Brieffragment met algehele zorgen over de toekomst

[of inde stat oft moet besichticht worde,] uhEd denckt Eens hoe men
hier sit ock nu ist wel Een tijt van Elende , en derf ick met de
kindere en vrou van Ginckel niet langer hier te blijfve en weet noch
niet waer ons derf vertrouwe tot Amsterdam is meest al ons
goet, en seijt men nu dat de konin33Koning Lodewijk XIV het daer teenemael op heeft
aengesien, en dat hij die stat sal wille beleegeren, dat mij seer
bekomert34bekommeren: zorgen maken want met vier sulcke kleijne kinderen in Een beleeger
de stat te sijn sou wel benout35benauwd weesen, ock nu komt het de op
aen en is den tijt van onse Elende voor hande hoe sit ick nu
in Eensaemheijt en sonder raet en weet niet wat ick doen
sal, heb sulcke koste met wech doen van mijn goet gehadt
en weet nog niet oft verseeckert is, ick ben so bedroeft dat
ick mij niet weet te laeten, hier te platte lande en inde steeden
is sulcken verslagentheijt dats niet wt te spreecken alle mense
packen hier en vluchten haer goet, och wat tijt beleefve wij
de heer almachtich wil ons bijstaen en behoede dat wij in hande
van die tierane36tirannen niet en valle want sij leefve groulijck37gruwelijk met
de mense daer sij koome, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Titelpagina van het pamflet van Georgius Buchananus: T’samensprekinghe, Vant recht der Coninghen, ofte Overheyt over haere Onderdanen, ende der Onderdanen plicht teghens haer, deur onderlinghe verbindinghe, Amsterdam 1610, anoniem, 1610. Collectie Rijksmuseum. Spotprent op de Spaanse vredesvoorstellen van Albrecht aan de Staten-Generaal, augustus 1598. Titelprent van een pamflet getiteld: T’samensprekinghe, Vant recht der Coninghen, ofte Overheyt over haere Onderdanen, ende der Onderdanen plicht teghens haer, deur onderlinghe verbindinghe. De Batavier en de Arragonees worden benaderd door een tiran en een jezuïet met olijftakken en zwaarden. Onderschrift: Mistrouwen het sterckste Wapen is tegens den Tyran. Deur te licht vertrouwe, wert bedroge menich man.
  • 1
    missive: brief
  • 2
    eerste van deze maand
  • 3
    Arnhem
  • 4
    excuseren: vergeven
  • 5
    affaires: zaken,
  • 6
    koning Lodewijk XIV
  • 7
    de stad Kleef ligt in het gelijknamige hertogdom. Hoewel de stad in modern Duitsland ligt was Kleef in 1672 de facto deels onder controle van de Republiek
  • 8
    Nijmegen
  • 9
    defenderen: verdedigen,
  • 10
    rivier de IJssel
  • 11
    offrande: offer
  • 12
    Commissaris-generaal Jean Barton de Montbas
  • 13
    Betuwe
  • 14
    leijen: liggen
  • 15
    Luitenant-generaal Ludolf van Steenhuizen
  • 16
    op zijn muiltjes komen: op zijn gemak, erg kalm
  • 17
    disordre: wanorde
  • 18
    ruïneren: ten gronde richten
  • 19
    De Republiek heeft in 1672 een bondgenootschap gesloten met Spanje. Er is afgesproken dat Spanje troepen levert tegen de Franse invasie.
  • 20
    regiment
  • 21
    insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid, lompheid
  • 22
    disordre: wanorde
  • 23
    zwarigheid: moeilijkheden, problemen,
  • 24
    tijdingen: nieuws
  • 25
    furieus: op zeer krachtige, heftige wijze
  • 26
    Doeverenschans, nabij Heusden
  • 27
    victorie: overwinning
  • 28
    ontsteltenis: oproer, opschudding
  • 29
    Georg Johann van Weede
  • 30
    de houtsgilde is onderdeel van het Utrechtse zakkendragersgilde. Leden van het houtsgilde mogen zakken dragen tot 3 el.
  • 31
    prooi
  • 32
    mag er
  • 33
    Koning Lodewijk XIV
  • 34
    bekommeren: zorgen maken
  • 35
    benauwd
  • 36
    tirannen
  • 37
    gruwelijk

Voorbereiding op het laatste moment

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 juni 1672 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1672
Lees hier de originele brief

De Franse troepen zijn inmiddels aangekomen bij Wezel, één van de Rijnforten die de Republiek zou moeten verdedigingen. Wezel ligt in het hertogdom Kleef waar de Keurvorst van Brandenburg ook heerser over is. De Franse opmars heeft nu ook de belangen van de Keurvorst geschaad. De Franse troepen hebben een groep mannen verslagen, die ter voorbereiding van de oorlog nog op het laatste moment een palissade wilden aanleggen. Het is nu afwachten hoe de vestiging de aanval weerstaat, als deze komt.

Brieffragment over de mannen die in Wezel palisades plaatsen

[sich al vrij verwonderen,] maer ick derf niet
de franse seijt men dat Een partij van honder
man die wt weesel1Wezel, een van de forten aan de Rijn ginge om palasade2palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen. te
gaen houwen hebbe geslagen, tis nu wel tijt
noch om palesade te houwen, so doet men tis
alles opt lest [ick heb geen tijt meer, ben Eergister]

Margaretha sluit haar brief af met de mededeling dat ze geen tijd meer heeft om verder te schrijven. Ze is eergisteren naar Amsterdam gegaan om daar orde op zaken te stellen en is op het moment van schrijven in Utrecht op de terugweg naar Amerongen. Ze wil vanavond nog thuis zijn op het kasteel dus verder schrijven aan de brief zit er niet in.

Foto van een tekening met een panoramisch gezicht op Wesel, ingenomen door het Franse legers op 5 juni 1672.
Gezicht op Wezel, 1672, naar een tekening van Adam Frans van der Meulen, ca. 1900-1903. Collectie Rijksmuseum.

Een postscriptum

Een duidelijk latere toevoeging aan de brief vinden we onder haar afsluitende groet. Het P.S. bestaat uit een grote hoeveelheid ditjes en datjes die steeds met een enkele regel worden beschreven.

Brieffragment van het eerste deel van het postscriptum

tsal wel goet
sijn dat uhEd met
die kompangi twee sulcke aensienlijcke prins
oblijgeert3obligeren: verplichten maer daer sien ick niet dat Eit4iets
van sal koome, ent goet men daer aen doet
wort haest vergeeten,
ick twijfel niet of kapteijn meroode5Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden sal nu
bij uhE sijn, den heer van ginckel bedient het
komisaeris generaelschap noch momba6Jean Barton de Montbas gaet
vast inde haech int voorhout7het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen dat is wel

Tweede deel van het postscriptum

so gemacklijck, en noch wil men hier de hooch
offisiers geen tracktemente8salaris toe legge, hoe
wel die bij den staet van oorlooch9de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd wdeese
provinsie werde goetgedaen 

Bij het Staatse Leger is het hetzelfde liedje als eerder: het is nog steeds slecht georganiseerd. Er is bijvoorbeeld nog niet geregeld hoe de hoge officiers uitbetaald gaan worden, terwijl de oorlog nu wel heel dichtbij komt. Ook deelt Margaretha even trots mee, dat haar zoon nog steeds als commissaris-generaal mag optreden. Montbas, die eigenlijk commissaris-generaal is, loopt nog te flaneren in Den Haag, schertst Margaretha.

Het Lange Voorhout gezien naar de Kneuterdijk en de Heulstraat. Links het huis van Francois van Aerssen van Sommelsdijck. Rechts de Kloosterkerk. In het midden, tussen de bomen lopen mensen te flaneren. Voor het huis van Van Aerssen een koets met vier paarden.
Flaneren op het Lange Voorhout, J. van Call, ca. 1690. Collectie: Haags Gemeentearchief.

  • 1
    Wezel, een van de forten aan de Rijn
  • 2
    palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen.
  • 3
    obligeren: verplichten
  • 4
    iets
  • 5
    Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden
  • 6
    Jean Barton de Montbas
  • 7
    het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen
  • 8
    salaris
  • 9
    de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd

De Fransen marcheren voort

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 23 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 mei 1672
Lees hier de originele brief

Terwijl de Fransen door marcheren richting De Republiek, schrijft Margaretha aan Godard Adriaan: “Vertrouw de Franse ambassadeur niet! Wie weet wat er in zijn wijn verschuilt.” Zelfs als ze door vele honderden kilometers gescheiden is van haar man probeert ze haar man te beschermen.

Brieffragment over de wijn van de Fransen

[=noomen waer wel te wenschen,] ick bidt weest toch voor
=sichtich int drincke van dien fransmans wijn wie weet
wat daer in mocht schuijlle sij sijn niet te vertrouwe,

Dat de Franse ambassadeur in Berlijn Godard Adriaan wel eens weg zou willen werken is geen loze zorg. Nu de Franse invasie langzaam maar zeker in kracht opbouwt is het voor de Republiek erg belangrijk dat ze vanuit Brandenburg troepen toegezegd krijgen. Dankzij Godard Adriaan tekende de Keurvorst op 6 mei 1672 een verbond met De Republiek, waarin hij belooft een leger te sturen. Nu moet Godard Adriaan ervoor zorgen, dat de Keurvorst dit verbond ook daadwerkelijk uitvoert.

Groot symmetrisch gebouw van twee verdiepingen. In het midden een soort toren met een poort, daarboven en aan weerszijde een raam. Boven het bovenste raam staat MDCLXV. Aan weerszijde vijf ramen en aan de uiteinden weer een soort soort toren met drie verdiepingen en twee ramen breed.
Het kasteel te Heeze, Atlas Schoemaker, 1710-1735. Brabant-Collectie, Universiteit van Tilburg, bron: Het Geheugen

De Fransen omsingelen Maastricht

Het is slechts drie dagen sinds de laatste brief van Margaretha. Daarin schreef ze dat Maastricht omsingeld was. Nu is daar zekerheid over gekomen. Ook marcheert het Franse leger onder leiding van koning Lodewijk XIV verder. Ze zijn inmiddels al aangekomen bij Heeze en Leende in de omgeving van Eindhoven. Het noemen van Heeze en Leende lijkt willekeurig, maar dat is het niet. Heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten is Albert Snouckaert van Schauburg, de man van Anna Margaretha van Randwijck, een nichtje van Godard Adriaan. Albert Snouckaert van Schauburg kocht Kasteel Heeze in 1657 en had het flink laten verbouwen. De voorhof was net in 1665 klaar.

Brieffragment Fransen bij Maastricht

dat de franse Maestricht hebbe berent1berennen: omsingelen hout men nu voor
seecker maer men hoort noch van geen beleegerin, maer
wel dat den koninck met sijn leeger voort koomt af sacke
en dat sij al ontrent heesenleen2Heeze en Leende gekoome sijn, ijae dat
de partije tot worckom3Woudrichem toe begine te koomen en te
loopen, [ick ben vast beesich mijn ende vrou van ginckels]

De Franse opmars is dus gestaag. Maar hoe staat het er voor bij het Staatse Leger dat bij de IJssel de Republiek zal moeten verdedigen?

De revue van het Staatse leger

Op het plein staan in het middel allemaal tenten. Om de tenten heen lopen compagnieen van schutters keurig in het gelid
Haagse kermis met de optreckende burgerry sig presenterende aan haar Koninglyke Hoogheden myn heer de prince en mevrouw de princesse van Orange, Daniel Marot, 1686. Collectie Rijksmuseum. Er is geen afbeelding van een echte revue van het leger, maar het moet er ongeveer zo uitgezien hebben.
De revue...
Brieffragment over Van Ginkel als commissaris generaal bij de revue

[hoet met onse scheepsvloote in de see staet,] de reevuwe4revue: wapenschouw

is voorleedene vrijdach van onse krijs volckeren5krijgsvolk tuschen
sutphen6Zutphen en deeventer7Deventer gedaen, daer momba8Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas noch
steenhuijse9Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen preesent sijn geweest den leste seijt me dat
sieck is, den heer van ginckel hoor ick dat op begeerte10wens, bevel
van sijn hoocheijt11Prins Willem III het komissaris generael schap heeft
bedient12uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap, men seijt het heel fraeij geweest is te sien
maer seer veel onbedreefve13onbedreven: onervaren volckeren bij waeren
die heer almachtich wil met haer alle weesen,

Margaretha’s eerdere scepsis ten opzichte van Montbas en Steenhuizen blijkt weer eens gegrond: beide generaals waren afwezig bij de revue. Steenhuizen heeft nog een excuus, hij schijnt ziek te zijn. Waar Montbas uitspookt is een mysterie maar het is aannemelijk dat hij nog steeds in Den Haag is, in plaats dat hij aan de IJssel verkeert. In dat opzicht is er weinig veranderd sinds 11 april. De onkunde van deze twee generaals heeft er wel voor gezorgd dat Willem III haar dappere zoon Godard van Ginkel gevraagd heeft om tijdens de revue als commissaris-generaal op te treden. Zo’n revue is natuurlijk vooral een theaterspektakel, maar hij rijdt daar wel mooi in ’t zicht. Het blijft natuurlijk zuur dat hij gepasseerd is door deze twee minkukels. Of de Heer Almachtig met hen wil zijn. Zeg dat wel.

In de ps meldt ze nog hoe blij ze is dat Godard Adriaan zo veel hulp van zijn neef Carel van Reede van Drakestein en Gerard Bernhard van Pöllnitz.

  • 1
    berennen: omsingelen
  • 2
    Heeze en Leende
  • 3
    Woudrichem
  • 4
    revue: wapenschouw
  • 5
    krijgsvolk
  • 6
    Zutphen
  • 7
    Deventer
  • 8
    Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas
  • 9
    Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen
  • 10
    wens, bevel
  • 11
    Prins Willem III
  • 12
    uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap
  • 13
    onbedreven: onervaren

Hoe zit het Staatse Leger in elkaar?

Nu er een invasie nadert schrijft Margaretha veel over het Staatse leger. Ze heeft het over verdedigingswerken, onrust onder de generaals, en algehele traagheid. Ook heeft ze het regelmatig over het onrecht wat haar zoon aangedaan wordt. Hij blijft ondanks zijn harde werk, steken op de rang van kolonel. Voor Margaretha is alles vanzelfsprekend maar voor ons kan het nogal lastig zijn om de structuur van het Staatse leger te doorgronden.

Belangrijk om in je achterhoofd te houden, is dat het Staatse leger, anders dan de naam doet vermoeden, niet werd gefinancierd door “de staat”. Elke provincie financierde zijn eigen regimenten en officieren. Bij financiering door de Staten Generaal speelt de (financiële) verdeling tussen of de representatie van de provincies een grote rol.

De onderdelen van het leger

Het leger bestaat uit infanterie (voetvolk), cavalerie (ruiters) en artillerie (kanonnen en ander zwaar geschut). Zowel de infanterie en cavalerie zijn onderverdeeld in regimenten, permanente administratieve eenheden, en bataljons, tactisch zelfstandige eenheden. Vaak bestaat één regiment ook maar uit één bataljon: de termen worden dan ook soms door elkaar heen gebruikt. Bataljons zijn dan weer onderverdeeld in compagnieën. De hoeveelheid mannen die in een bataljon zit varieert sterk, deels omdat het lastig is om genoeg soldaten te werven om een bataljon volledig te vullen.

Ongeveer de helft van alle soldaten in het Staatse Leger komt niet uit de Republiek. Buitenlandse huurlingen worden aangenomen om de infanterie of cavalerie aan te vullen. Ook hoge posities in het leger worden soms gegeven aan buitenlandse adel. Jean Barton de Montbas, bijvoorbeeld, is een Franse markies die in Staatse dienst benoemd werd tot comissaris-generaal, tot teleurstelling van Margaretha.

Man op een licht paard met een lichte jas, zwarte muts en blauw zadeldek. Voor het paard loopt een zwart paard en erachter een schimmel, maar de ruiters zijn van de afbeelding geknipt.
Vereenigde Provincien der Nederlanden. Onleesbare rang en onderdeel 1672, 1910, Vinkenhuizen Collectie. Collectie: New York Public Library.

De Generale Staf

De hoogste leiding van het Staatse Leger is de generale staf. Deze hoge officieren zijn aanwezig bij vergaderingen van de krijgsraad en nemen de belangrijkste besluiten.

Het opperbevel

De opperbevelhebber van het leger is de kapitein-generaal der Unie, Prins Willem III van Oranje. De kapitein-generaal is in dienst van de Staten-Generaal. Op gelijke voet met hem staan de gedeputeerden te velde. Dit zijn afgezanten van de Staten-Generaal die toezien op de kapitein-generaal. De gedeputeerden staan Willem III ter zijde met advies. In geval van nood mogen ze de beslissingen van Willem III overstemmen of zelf het commando overnemen. Uiteraard leverden alle provincies minimaal één gedeputeerde. Voor Utrecht was dit Jasper Schade van Westum.

Jasper Schadé van Westrum, 1645, Frans Hals. Collectie Národní Galerie Praha.

De veldmaarschalken

Onder de kapitein-generaal vindt men de veldmaarschalken. Tijdens het Eerste Stadhouderloze TijdperkDit was in Holland en Zeeland van 1650-1672 en in Overijssel en Gelre tot 1675 was dit de hoogste rang in het leger. De regel was dat de Stadhouder tevens kapitein-generaal was. In de periode zonder Stadhouder werd de functie niet door een ander ingevuld.

De generaals

Onder de veldmaarschalken komen de generaals. Deze sturen de legers aan. In Margaretha’s brieven komen we titels tegen als luitenant-generaal, commissaris-generaal en generaal-majoor. Wat die titels precies inhouden is niet helemaal duidelijk, omdat het leger niet zo strak georganiseerd is als een modern leger. Omdat de provincies elk hun eigen soldaten en officiers betalen, bepaald iedere provincie dus ook deels wie welke titel krijgt. Hierdoor wordt het lastig navigeren in het Staatse Leger wie precies boven wie staat. Het komt dus soms zelfs voor dat twee personen met dezelfde titel niet gelijk staan qua rang.

Margaretha’s zoon Godard van Reede – van Ginkel valt onder de generaal van de cavalerie, de Spaanse Markies de Louvigny.

Lage officieren

Wanneer we kijken naar de rangen onder de generale staf wordt een iets duidelijkere hiërarchie duidelijk. De kolonel heeft het commando over een regiment. Godard van Reede – Ginkel is in 1672 kolonel van de cavalerie. Onder de kolonel komt de luitenant-kolonel, de vervanger van de kolonel wanneer deze niet tot leiden in staat is. Daarna komt de majoor.

Portret van Jacob de Graeff, in officiersuniform. Kniestuk, staande tussen een zuil en een tafel waarop zijn hoed ligt. Zijn rechterhand steunend op een wandelstok. wapen (heraldiek), rechtsonder: ‘Gevierendeeld: I en IV in rood een omgekeerde schop. II en III in zwart een rood gekapte valk
Jacob de Graeff in een officiersuniform, Gerard ter Borch II (1670-1681). Collectie Rijksmuseum

Aan het hoofd van een compagnie staat de kapitein (bij de infanterie) of ritmeester (bij de cavalerie). De kapitein werft troepen, betaalt de soldij uit en neem veel andere alledaagse taken waar. Indien de kapitein afwezig is neemt de luitenant voor hem waar. De derde officiersrang in een compagnie is de vaandrig (infanterie) or kornet (cavalerie), de vaandeldragers. Vaak is dit de officiersrang die een adellijke jongeman krijgt wanneer hij begint in het leger.

Andere rangen

Voor het dagelijks reilen en zeilen van een compagnie zijn ook een aantal andere rangen ingesteld. De wachtmeester of schrijver heeft de functie van secretaris of assistent van de officieren. De zoetelaar, geen militair maar een burger, zorgt voor de bevoorrading van de troepen. De tamboer (infanterie) or trompetter (cavalerie) geeft bevelen aan met hun instrument en dient ook vaak als boodschapper wanneer met de vijand gesproken moet worden. De sergeant drilt de troepen en tenslotte geeft de korporaal leiding aan kleine groepjes soldaten.

Margaretha’s brieven lezen

De post heeft in mei 1672 zijn werk niet goed gedaan. Tussen 6 mei en 20 mei zijn er geen brieven van Margaretha brieven aan gekomen. Het kan ook zijn dat Godard Adriaan ze niet bewaard heeft. Merkwaardig genoeg schrijft ze daar helemaal niets over in haar brieven van eind mei. Het kleine aantal brieven in mei geeft ons de tijd om eens andere onderwerpen aan te snijden. Begin april kwam er een reactie op een blog over het lezen van het handschrift van Margaretha. Wij van de “app- en mailgeneratie” zijn steeds minder gewend om handschriften te lezen. Dus hier een uitgebreid(er) verhaal over het lezen en transcriberen van oude handschriften.

Handschriften en spelling

Het lezen van een oud handschrift is voor veel mensen een heel nieuwe ervaring. Sowieso verschillen handschriften natuurlijk zowel van persoon tot persoon, maar ook van tijdsperiode tot tijdsperiode. Als je wat specifieke kenmerken van 17de eeuwse handschriften weet, helpt dat al met lezen.

Zo zetten ze toen een soort krul boven een u, als onderscheid met een v en een n. Een s was een veel langere letter die boven en onder de andere letters uit kon komen, sterker nog er bestonden een lange en een korte s! Een heel handig gebruik was om een streep boven een woord te zetten als daar nog -de of -den achter moet. Bijvoorbeeld van met een streep erboven is vande.

Wat ook lastig is in 17de eeuwse brieven, is dat er in de 17de eeuw nog geen standaardspelling bestond. Margaretha schrijft haar brieven heel erg fonetisch, maar ze heeft een gigantische woordenschat. Ze gebruikt heel veel woorden die we in het Nederlands eigenlijk niet meer gebruiken, maar als je ze uitspreekt herken je ze nog wel uit het Engels en het Frans. De meeste van deze woorden zijn overigens wel terug gevonden in de historische woordenboeken van het Instituut voor de Nederlandse Taal en waren dus gewoon Nederlandse woorden.

Hieronder staan een paar fragmenten uit brieven van Margaretha’s familieleden en een tijdgenoot. Ze komen allemaal uit het familiearchief van Kasteel Amerongen. Het gaat niet om de inhoud, maar vooral om het handschrift.

Godard Adriaan

Margaretha heeft Godard Adriaans brieven niet bewaard, dit fragment komt uit een brief waar hij zelf een minuut (=kopie) van bewaard heeft. Het is de brief die Godard Adriaan aan Margaretha stuurt na het afbranden van het kasteel. Kennelijk was deze brief (van 10 maart 1673) zo belangrijk en koos hij zijn woorden hier zo zorgvuldig, dat hij daar een minuut van maakte.

Brieffragment van Godard Adriaan

Het soude mij bedroeven, bij aldien ick op godt
niet en vertrouwde, die ick weete dat alles ten besten
ende tot onse salicheijdt dirigeert, uijt U Hooch Edele schrijvens
vande 3e martij te zien, het ruineren en afbranden van onse
goederen ende huijsen tot Amerongen, [ende waer over u]

Godard Adriaan heeft een handschrift dat er erg mooi uit ziet met zijn sierlijke krullen en halen. Het leest alleen niet heel makkelijk. Mooi is de lange s in het eerste soude, de krul boven de u van uijt in de derde regel en aan het begin van de vierde regel: vande 3e.

Lees hier de hele brief

Godard van Reede van Ginkel

Zoon Godard schreef zijn vader regelmatig brieven en deze liggen ook in het Utrechts Archief. Deze brief (13 april 1672) schrijft hij nog voor het rampjaar, vlak na zijn sollicitatie (waar Margaretha het uiteraard ook over heeft gehad).

Brief van Godard van Reede van Ginkel

T’sedert mijnen laetsten van voorleden woensdach
hebbe ick de eere gehad t’ontfangen UHEd
missive van 10 deses, ick trooste mij gaern dat
in mijne sollicitatie niet veel heb opgedaen
en dencke mede, die weijnich op sich hebben
sal, te weijniger hoeft te verantwoorden
ongetwijfelt sal alles soo effen niet toe gaen
of daer sal wel een abuijs begaen werden, en

In deze brief ook weer de verschillende ss-en: missive en deses in de derde regel en het krulletje boven de hoofdletter U in UHEd aan het eind van de tweede regel en boven de u in abuijs in de laatste regel.

Lees hier de hele brief

Ursula Philippota van Raesfelt

In het archief van Kasteel Amerongen zitten een aantal brieven die Ursula Philippota aan haar schoonvader Godard Adriaan schreef. Deze brief is van 13 juni 1672 als ze net met Margaretha van Amerongen naar Amsterdam gevlucht is.

Brieffragment van Ursula Philippota

den drouegedroevige tou stant van ons vaderlant
sal uHEgU hoogedelgeleerde nou ock weten en met verwonderinge
gehort hebbe, wan het is nit te begripe hast
in soo corte tit soo een lant te vorligen sonder
dat de geuosten1waarschijnlijk vorsten: uitstellen wort, als een ranconter2rencontre: ongeordend treffen tussen twee strijdmachten dat
de is voor gevallen, in het passeren ouer den rin
en doun3toen heeft ons helle leger har geritert4Retireren: terugtrekken

Als het puur om de letters zou gaan, is haar handschrift best goed te lezen, maar de spelling is lastig, vooral omdat u en v hetzelfde zijn, maar ook de ou als oe gebruikt wordt. Als je meer van haar brieven leest, valt op dat ze veel Oost-Nederlandser zijn met een duidelijke Duitse invloed.

Lees hier de hele brief

Stadhouder Willem III

Het handschrift van Stadhouder Willem III is heel goed te lezen, vooral omdat zijn spelling al een stuk dichter bij onze spellingsregels komt, dan bijvoorbeeld de spelling van Margaretha. Deze brief (16 augustus 1691) schrijft hij aan Margaretha om haar te bedanken voor de felicitatie die zij hem gestuurd heeft voor zijn overwinning in Ierland.

Brieffragment Willem III

UhE missive van den 4 deser is mij wel ter
hand gekomen en hebbe niet willen onder
laten deselve ganschr vrundelijkck te bedancken
voor de felicitatie daer in vervat over de victorie daer mede het God gelieft
heeft mijne wapenen te zegenen in’t passere,

In de eerste zin zie je het verschil van de lange ss-en in missive en de korte s in deser. Ook het haakje boven de u in vrundelijck is goed herkenbaar. Het UhE aan het begin is een soort sierlijke krul geworden.
Lees hier de hele brief

Transcriberen met kunstmatige intelligentie

Voor het lezen van individuele handschriften zijn gelukkig moderne snufjes ontwikkeld, die heel erg kunnen helpen om een handschrift te gaan lezen. De brieven van Margaretha liggen, net als het hele archief van Kasteel Amerongen, in Het Utrechts Archief. Het Utrechts Archief heeft een Europees initiatief, Transkribus, gebruikt om de brieven van Margaretha beter toegankelijk te maken. Transkribus is een computerprogramma dat kan leren om oude handschriften te lezen. Van een handschrift moeten dan scans en de transcripties van 100 van die scans ingevoerd worden. Het programma interpreteert de vorm van de letters en de meest logische volgorde van de letters en kan zo de handgeschreven brieven omzetten in platte computertekst.

Dit is een gigantische klus geweest, die waar namens Het Utrechts Archief Kathleen Verdult (inhoud), Joyce Pennings (projectleiding), Rick Companje (dataprogrammering) en Petra Dreiskämper van Grobbel & Dreis (dataprogammering) aan gewerkt hebben.

Icoontjes, van boven naar beneden een velletje papier met daarop een rij streepjes met een vraagteken ervoor, tegen voor een link (drie bolletjes waarvan twee aan de derde gelinkt zijn), downloaden (vierkant met een pijl naar beneden op een horizontale streep), hoofdletter T met een cursor ernaast.

Bij de scans van de brieven van Margaretha op de site van Het Utrechts Archief kan je de transcriptie van die brief weergeven. Links naast de scan staan de icoontjes die je hier ook links ziet. De bovenste drie (informatie, link en download) kom je bij bijna alle stukken in het archief tegen, maar de T die onderaan staat niet. Als die T er staat is er een transcriptie beschikbaar. Door op de T te klikken kan je de transcriptie naast de scan van het document op het scherm zien.

Een groep vrijwilligers van Kasteel Amerongen is onder leiding van Roel ten Kleij (die ook de transcriptie van de brief hierboven van Godard Adriaan maakte) momenteel hard aan het werk om transcripties te maken van de brieven van Van Ginkel. Transkribus gaat er vervolgens mee aan de slag en kan dan ook al die brieven omzetten naar platte tekst.

Zelf doen!

Als je wilt oefenen met het lezen van oude handschriften of het maken van transcripties, dan kan je daarvoor de site Wat staet daer? gebruiken. Hier staan voorbeelden van handschriften uit verschillende tijden, kan je oefeningen doen en veel meer lezen over het maken van transcripties. Er is ook een pagina waar je kunt oefenen met een fragment uit een brief van Margaretha.

Video over het transcriberen van de brieven van Van Ginkel
  • 1
    waarschijnlijk vorsten: uitstellen
  • 2
    rencontre: ongeordend treffen tussen twee strijdmachten
  • 3
    toen
  • 4
    Retireren: terugtrekken

Pagina 7 van 9

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén