Margaretha is al helemaal gewend aan de nieuw gehanteerde kalender; ze noteert nog slechts één datum bovenaan haar brief. Waar ze haar vorige brief nog met de Duitse post heeft gestuurd, kiest ze nu weer voor de diensten van Franco Bisdomer. Veel heeft ze echter niet te vertellen, dus het wordt een relatief korte brief.

Aanhef en brieffragment over post

Ameronge den
8 deesem 1679
Mijn heer en lieste hartge
uhEd meesiefve vande 27 novem wt minde heb
ick voorleedene dijnsdach met de duijtse
post noch beantwoort, nu gaet dees weer
met bisdomer[, het grauwe koetspaert]

Gravure van een man met een postzak onder zijn arm. Hij draagt een hoef met een brede zak en een cape die een sluiting heeft met drie kruisen (als het wapen van Amsterdam?). Achter hem loopt een man met een kruiwagen met daarop een kist en een zak langs een los staande bel. Daarachter zijn de masten van schepen te zien. Links op de achtergrond een klein gebouw waar een man een brief in een kist tegen de muur stopt.
Postiljon, Casper Luyken, 1698. Collectie Rijksmuseum.

Het grauwe koetspaard

Het paard waar Margaretha al een aantal keer over geschreven heeft, is inmiddels van Utrecht naar Amerongen gebracht. Volgens ‘de meester’, vermoedelijk de stalmeester, zou het paard best op reis kunnen. Maar Margaretha is het niet eens met zijn oordeel; het been van het dier is nog hartstikke dik en gezwollen. Ze denkt dat het geen goed idee is. Conform de wens van haar echtgenoot, houdt ze het dier voorlopig in Amerongen en laat ze het zo goed mogelijk verzorgen.

Brieffragment grauwe koetspaard

[met bisdomer,] het grauwe koetspaert
is van wttrecht hier gebrocht en hoewel beuse
kom schrijft dat de meester die daer over
gegaen heeft seijt dat men het sou konne
versende so weet niet oft bequaem is
want het been noch seer dick en geswolle
met doecke bewonden is, ick salt vol
gens uhEd ordere hier houde en so veel
laete koestere als doenlijck sal sijn

Een paard, ingespannen voor een koets, drinkt uit een emmer op de grond. Van de koets zien we net de voorste willen.
Drinkend paard met koets, Ferdinand Laufberger, 1864. Collectie Museum angewandte Kunst, Wenen.

Bestemming bereikt?

Margaretha hoopt dat Godard Adriaan bijna op zijn bestemming is aangekomen; ze hoopt snel te horen of hij inderdaad in Berlijn is gearriveerd.

Brieffragment reis naar Berlijn

[en verswackt seer,] ick hoope uhEd
nu sijn swaerste reijs sal voltrocken hebbe
ende nu haest te berlijn sijn het welcke ver
lange te hoore[, hier konne wij met dit vochte]

Heuvellandschap met gezicht op een rivier of meer in een vallei. Op het water zeilen boten. Op de heuvels staan kerken en kastelen. Op de voorgrond gaan mensen te paard en te voet over een weg.
Landschap, Joost de Momper (II), 1585-1635. Collectie Rijksmuseum.

Huis en goed

Door het natte weer is de grond te drassig om aarde uit de boomgaard te vervoeren. Gelukkig konden de metselaars wel aan de slag; ze zijn nu begonnen aan de vloeren in de kelder onder de voorburcht. Waarschijnlijk is dit werk aanstaande dinsdag klaar. Vervolgens zullen ze beginnen aan het aanleggen van de riolering in het brouwhuis, de stal en het washuis. Het in één zin noemen van het brouwhuis, de stal en het washuis, is niet zo vreemd. Op landgoederen werden de ruimtes voor het brouwen van bier en het wassen van kleding en overig textiel vaak onder hetzelfde dak gebouwd. Ze hadden immers vergelijkbare voorzieningen nodig: veel water, grote kuipen, kookketels en een stookplaats.

Eerste brieffragment werkzaamheden
Tweede brieffragment werkzaamheden

[lange te hoore,] hier konne wij met dit vochte
weer niet noch geen Aerdt wt den boogaert
rijden, de metselaers sijn aent legge

vande vloere inde kelders ondert voorburch
daer geloofve dats en dijnsdach toekoome
nde sulle gedaen hebbe, en dan aent
maecke van reeijoolle1riolen int brouhuijs
de stal ent washuijs gaen[, daermee]

Op de voorgrond giet een man bier in een rijtje van zes voor hem liggende vaten. Op de achtergrond bewerkt iemand de vaten in een kuip en worden er spullen in een bootje gehesen.
De bierbrouwer, Christoph Weigel, 1698. Collectie Deutsche Fotothek.

De sollicitant

Joan Carel Smissaert heeft wederom een brief gestuurd. De sollicitant wil graag weten of hij nog kans maakt op de felbegeerde positie van rekenmeester. Margaretha zal zijn brief doorsturen aan Godard Adriaan, zodat hij kan bepalen of hij Smissaert de positie gunt of niet. Laat het maar weten, schrijft Margaretha, dan regel ik de rest wel.

Brieffragment over de brief van Smissaert

hier meede neffens gaen Een meesiefve
vande heere smitser die seer verlanckt
te weeten of hij noch hoop tot het
bewuste Amt heeft, versoecke
mij maer door Een letterken te schrij
hoet daer meede bij uhEd leijt salt
naer deselfs gevalle wel meenaes
geer, en blijf

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Zittend portret van een slanke jonge man met een wit hemd en daarover een zwart jak. Hij draagt een zwarte, brede muts. Hij leunt met zijn linker arm op een lessenaar waarop een stapeltje papieren met handschrift ligt. Voor de papieren een opengevouwen blaadje. Op de tafel naast de lessenaar een inktpot en een brief die opengemaakt is. In zijn rechter hand heeft hij een pen van een veer.
Afbeelding van een jonge man, mogelijk Matteo Sofferoni, Fraciabigio, 1522. Collectie Gemäldegalerie, Berlijn.
  • 1
    riolen