De laatste brief van Godard Adriaan dateert van 25 juni. Margaretha hoopt dat hij Van Reede van Drakenstein snel zal antwoorden op diens op 4 juli meegestuurde brief in verband met het getouwtrek tussen vroedschap en ridderschap in de Staten.

Prebenden en prelatuurschappen

De samenstelling van de Staten is niet het enige voorwerp van koehandel en handje klap waar leden van de ridderschap bij betrokken zijn. Ook voor het uitgeven en verkrijgen van prebenden en prelatuurschappen bestaat een levendige markt, waar de Van Reedes actief aan deelnemen. Oorspronkelijk bedoeld voor het levensonderhoud van geestelijke kapittelheren en kloosterzusters, worden ze nu, na de reformatie, verdeeld onder jongere zonen en adellijke dames. Niet alleen het ontvangen, maar ook het uitgeven van een prebende of prelatuurschap kan geld opleveren. Een aanbieding die Godard Adriaan onlangs aan een bepaalde vrouw heeft willen doen is blijkbaar op niets uitgelopen. De heer van Ewijk zal rondvragen naar een ander en denkt dat hij wel iemand weet. Hij heeft iemand ontmoet die voor de van Limburg Stierums op zoek is. Voor de definitieve verdeling van de prebenden begint de tijd trouwens te dringen, want het jaar is al bijna om.

Brieffragment over prebenden en prelaturen

[opt spoedichste antwoort op,] wat de proofveProve: prebende, jaarlijks inkomen (eigenlijk uit geestelijke goederen)
en het prelatuerschapprelatuurschap: soort prebende maar dan voor een abdis, levert twee keer zo veel op belancktbetreft uhEd voorslach
sal met die vrou niet aengaen Euwijck sal nae
Een ander om hoore van ochte meent hij tot het
Een ent ander wel Eimant sal weete
daer was Een die hem voor Een vande stieromsVan Limburg Stierum last
had gegeefve of hij wat wist salder voort
naer verneeme maer meent voorde prelatuer
schap niet bove de vijf duijsent gulde sou krijge
men sal de proofve haest moete konfereere
alsoot ijaer haest om is, [onse soon is naer]

Een combinatie van vier lage lage gebouwen achter elkaar aan een weg, in het midden een toren en daarachter een hoger gebouw. Links een beschut laantje richting een theekoepel. Op de weg een koets en een paar mensen. Voor het gebouw staan vier bomen.
Gezicht op de overgebleven gebouwen van de abdij Oudwijk, Abraham Rademaker, 1710-1730. Collectie Het Utrechts Archief. Margaretha had in 1660-1661 het prelatuurschap van Oudwijk.

Laatste maand

Godard is inmiddels vertrokken naar de afgesproken plek van zijn regiment. Margaretha leeft erg mee met Ursula. Je merkt dat ze de eerste zwangerschap van haar schoondochter best spannend vind. Eigenlijk gaat het heel goed, gezien de tijd dat ze al in verwachting is. Ze is nu in haar laatste maand. Margaretha hoopt dat de Heer haar een genadige verlossing zal geven en wou maar dat de bevalling (‘het werk’) al achter de rug was.

Eerste brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel
Tweede brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel

onse soon is naer
sijn randevoosRendez-vous:afgesproken plaats alwaer hij naerder ordere
moet verwachte, sijn vrou is noch heel wel
naer den tijt is nu in haer leste maent
de heer wil haer hEd Een genadige verlossin
geefve ick wensche dat werck al door te sijn

In een stad staat een zwangere vrouw naast een slager die bij zijn hakblok staat. Op het blok ligt vlees en een grote bijl. De slager geeft een stuk vlees aan de zwangere vrouw. Achter de slager staat nog een vrouw, achter het hakblok een jongen. Boven de slager hangt een stok met haken waar ook nog vlees aan hangt.
Zwangere vrouw ontvangt een stuk ossenvlees, Caspar Luyken, 1710. Collectie Rijksmuseum.

Hitte en droogte

Er heerst al acht dagen zo’n enorme hitte dat het niet te harden is. Het is zo droog, dat alles verschroeit. Margaretha verwacht dat er in de herfst geen appelen of peren te oogsten zullen zijn, en er zijn ook weinig tot geen kersen. Ze denkt dat ‘die van Wijck’ daarom wel niet zal komen. Misschien bedoelt ze hiermee een kersenkoopman uit Wijk bij Duurstede, of eentje met de naam Van Wijck, die jaarlijks een deel van haar kersen komt kopen?

Brieffragment over het weer

tis hier nu achdage herwaerts sulcken wtter
maetenuitermate, buitengewone hette en droochte geweest dat niet is
te harte dat het niet is te harden alles verbrant en verdroocht inde
hoofve wij sulle weer geen appeele noch peere
hebbe karsekersen sijnder ock weijnich of haest geen
dat die van wijck qualijck sal koomen

Marmeren borstbeeld omgeven door vier festoenen van vruchten (druiven, perziken, pruimen, kersen, peren, sinaasappels en appels). Tussen de vruchten vliegen vlinders.
Illusionistische sculptuur van een vrouwenhoofd in een cartouche versierd met festoenen van vruchten, Joris van Son, 1655 – 1665. Collectie Rijksmuseum. Een dergelijke rijke oogst zit er dit jaar voor Margaretha niet in.

Werk aan muur en gracht ligt stil

De hitte slaat ook toe bij de mannen die bij het kasteel aan het werk zijn aan de gracht bij de doelen. Ze zijn met z’n tienen, maar kunnen weinig klaar spelen. De metselaar die aan de muur van de hof zou beginnen is nog niet gearriveerd. Waarschijnlijk begint hij maandag.

Brieffragment over de gravers en de metselaars

de graefvers sijn vast aent werck inde
graft inde doelle dat sijnde met haer tiene
in doch konne door de groote hette niet veel
doen, den metselaer sou ock aende muer
vande hof begine maer is noch niet gekoo
= men geloofve hij met de nieuwe weeck beginne
sal [ Eergistere sijnde beededach heeft men]

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Vreugdevuur wordt hellevuur

Een verloren fruitoogst en een onverhoopte bouwvakvakantie zijn nog niet eens de ergste gevolgen van de droogte in de buurt. Een overwinningsvuur in Veenendaal tijdens biddag (waarschijnlijk vanwege de succesvolle tocht van de Nederlandse vloot naar Chatham) is uitgelopen op een ramp. Er ging iets mis met de brandende pektonnen. Dertig huizen zijn afgebrand! Vreugde- noch hellevuur op Amerongen, want Margaretha had geen pektonnen ontvangen. Dus ‘wij hebben ons hier stil gehouden’.

Brieffragment over pektonnen

Eergiste sijnde beededachbiddag heeft men
ficktoorijeVictorie (wrsch. vanwege tocht naar Chatham) int veenVeenendaal gebrant waerdoor een swaer
brant is ontstaen en inde dartich
huijse gans afd gebrant sijn. Wij hebbe ons
hier stil gehoude also mij geen picktonepektonnen. Het branden van pektonnen was het vuurwerk van de 17e eeuw. sijn gesonde hebben wij niet gebrant

Het volk te Brussel belet het ontsteken van een vreugdevuur van opgestapelde pektonnen opgericht door Sasburgh, de Nederlandse gezant namens de Staten-Generaal, ter viering van de overwinning op de Engelsen in de Vierdaagse Zeeslag, 1666. Bedrukt op achterzijde met tekst in het Nederlands.
Sabotage van de pektonnen bestemd voor de viering te Brussel van de overwinning in de Vierdaagse Zeeslag, 1666, Jan Luyken, 1696 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Condoleance aan de keurvorst

De Staten van Holland hebben de heer van ‘s-Gravenmoer, Adam van der Duijn, naar de keurvorst van Brandenburg gestuurd om hem te condoleren met het overlijden van zijn vrouw Louise HenriĆ«tte. Hij is net langs Amerongen gekomen. Van der Duijn krijgt daar 50 gulden per dag onkostenvergoeding voor. Dat heeft-ie mooi voor elkaar! Klinkt in Margaretha’s woorden, ‘wat een heel fraaie opdracht voor hem is’, enige afgunst door? Zou ze liever haar man in die rol zijn opwachting aan het Brandenburgse hof hebben zien maken? Tja, hij is niet beschikbaar want is met een andere opdracht naar Denemarken.

Brieffragment over het overlijden van de keurvorstin

de heer van schravenmoerAdam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer is van weegen men
heere van hollantvanwege de Staten van Holland op vijftich gulde daechs in komissi aende keurvorst van brandenburFriedrich Wilhelm
om die te kondoleere gesondeIn verband met het overlijden van zijn vrouw, Louise Henriette van Nassau , datr al Een
fraije komisie voor hem is, hij isser al heen
en hier gepasseert, [men seijt der goede hoope]

Zilveren penning. Voorzijde: borststuk vrouw binnen omschrift. Keerzijde: opschrift onder keurvorstelijke kroon
Gedenkpenning vanwege het overlijden van Louise Henriette van Oranje, gemalin van Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg, door Johann Liebmann, 1667. Collectie Rijksmuseum.

Einde aan het vergieten van christenbloed?

Met de onderhandelingen in Breda schijnt het de goede kant op te gaan. Er is goede hoop op het sluiten van de vrede. Margaretha hoopt dat de grote God dat wil geven. Ze verlangt er erg naar dat het vergieten van al dat christenbloed eens op mag houden en beveelt ook haar man in de bescherming van de Allerhoogste aan. In een ps laat Ursula Godard Adriaan ootmoedig groeten, en meldt dat haar zus bij haar moeder in Arnhem is gearriveerd.

Eerste brieffragment Breda
Vervolg Breda en afsluiting brief

[en hier gepasseert,] men seijt der goede hoope

tot het sluijten van de vreede te breeda het welcke dien groote
godt wil geefve en ick wel naer verlange opdat aldat vergiete van so veel kristenbloet Eens mach opholde, hier
meede beveelle uhEd int schutin de bescherming des alderhoochste blijfvend

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
en dieners MTurnor

de vrou van ginckel
presenteert haeren
ootmoedige dienst aen
uhEd, nicht van Raesfelt
is te Aernhem bij haer
moeder

Op de voorgrond en links sloepen met zeelieden en soldaten. Uiterst links het fort Sheerness dat is ingenomen door de Nederlanders. In het water liggen twee grote schepen met een Engelse vlag die in Brand staan. Daarnaast liggen er een paar Nederlandse schepen. Overal zit je mannen: in het wand, op de boeg, over boord springen...
De Hollanders steken Engelse schepen in brand tijdens de Tocht naar Chatham, 20 juni 1667, Jan van Leyden, 1667 – 1669. Collectie Rijksmuseum.