Margaretha vindt het wel genoeg. Wat haar betreft is er niks meer dat haar man in Duitsland houdt.

Brieffragment over Godard Adriaan

[hem selfs in hande heeft gegeefven,] dewijlle
uhEd geen ordere krijcht om naer berlijn te gaen
en daer niet veel te doen valt geloofve ick deselfve
haest weer thuijs sal koomen [sal verlange dat]

Er wordt weer druk gepraat over de Brandenburgse troepen. Die zouden een beter leger richting de Republiek sturen en zelfs de keizer zou nu mee werken. Eerst zien dan geloven. En als dat leger al komt komt het vast te laat.

Brieffragment over de troepen van de Keurvorst

[tijdine meede brenckt,] men wil hier segge dat
den heere keurvorst met sijn armee veel schoonder
volck als hij voor dees heeft gehadt weer afkoomt
en dat de keijser sae nu ock wondere saecke
tot onser hulpe sal doen maer als ickt sie
salt geloofve en Eer niet, en alse al koome
vreese ick dat het voor ons vrij wat laet sal
bij koome, [want men hier seecker hou dat]

Twee chique officieren met blauwe mantels, grote hoeden met veren, een kanten kraag, witte handschoenen en bruine laarzen. Ze hebben halflang haar, en een snor. Ze lijken te praten, de linker leunt op een stok en de rechter trekt zijn handschoen recht. Op de achtergrond een kasteeltoren.
Brandenburgse hoofdman en luitenant uit het infanterieregiment „Kurfürstin Dorothea“ na 1675, Maximilian Schäfer, voor 1916. Bron: Wikimedia.
Twee mannen met eenvoudige hoeden. en rode mantels. De linker heeft een rode jas en een rode broek. In zijn rechterhand heeft hij een speer, met zijn linkerhand houdt hij een geweest op zijn schouder. Om zijn nek een tas. De rechter heeft een blauwwit gestreepte jas aan en een rode broek. In zijn hand heeft hij een grote kromme hoorn (van een rund?) die versierd is. Het dunne eind houdt hij vlak bij zijn mond terwijl hij luistert naar de ander.
Brandenburgse soldaat en schalmei-blazer uit het infanterieregiment „Kurfürstin Dorothea“ na 1675, Maximilian Schäfer, voor 1916. Bron: Wikimedia

Meer land onder water

De Fransen roeren zich ook weer. Of misschien wel nog steeds. Gelukkig is de Prins van Oranje goed bezig. Niet alle troepen zijn even sterk, maar op de posten ziet het er goed uit. Helaas schijnen de Fransen ook weer een plan te hebben: ze willen een brug bij Schoonhoven maken en dan zouden ze zo doorlopen naar Dordrecht en Rotterdam. Dus is nu het hele gebied tussen Dordrecht, Heusden en Gorinchem onder water gezet. Met natuurlijk weer alle ellende die dat met zich mee brengt. Voor er vrede komt, zal er nog flink wat misère te verwachten zijn.

Brieffragment over de Franse dreiging

[seer swack te sijn,] men seijt ock dat den vijant
Een deseijn1Dessein: plan soude gehadt hebbe om bij schoon
=hoofve Een bruch over den rhijn te slaen en
so voort op dort en rotterdam aen te koome,
waer op so geseijt wort de heelle dortse waert
onder water geset is dat bij naest Een halfve
mans lenckte of meer al onder staet, bij
heusde wort ock Een dijck doer gesteecke so
dat heusde gorckom dort en alles daer
ontrent onde rontom int water leijt, dat
meenich bedroeft mens maeckt de heer
wil ons voort bij staen so wij geen vreede krij
=gen vreese ick dat wij verlooren sijn, en
Eert noch so veer komt sulle wij noch miseerij
op miseerije hebbe te verwachte, [wij derfvent]

Het echte probleem is natuurlijk dat als de Fransen in Rotterdam staan, dan staan ze ook zo in Den Haag. Hoe brengt Margaretha dan de hele menage in veiligheid? Er is geen huis meer in Amsterdam, een paar kamers bij de drost, maar met alle kinderen, het personeel en de hoogzwangere Philippota…

Zeventiende eeuwse kaart met het meest opvallende in het midden de Biesbosch. je ziet duidelijk de deltastructuur vanuit de Merwede.
Fragment uit Kaart van het zuidwestelijk deel van Nederland. Gradenverdeling in de linkerrand, 17e eeuw. Het noorden ligt rechts, helemaal bovenin Rotterdam, de Biesbosch is duidelijk te herkennen, net daarboven Dordrecht en helemaal onderaan Heusden. Halverwege rechts Schoonhoven. Collectie BHIC.

Alles in esse

Er moet Margaretha nog wat van het hart. Bij alle ellende in Utrecht, valt het toch wel op dat het de Van Reedes van Renswoude helemaal niet zo slecht gaat. Er zijn misschien wat meubels weg, maar alle huizen zijn nog in perfecte staat en zelfs de wijn staat nog in de kelder. En dat is niet alleen bij Johan van Reede van Renswoude zo, maar ook bij de huizen van zijn nageslacht lijkt alles ‘in esse’: Huis Bornewal van zijn dochter Mechteld, de weduwe van Gijsbert (8) van Hardenbroek, Huis Schonauwen van zoon Frederik van Reede en de huizen Hardenbroek en Groenewoude van kleinzonen Hendrik Gijsbert (zoon van dochter Jacomina van Reede van Renswoude en Gijsbert (7) van Hardenbroek) en Gijsbert Johan van Hardenbroek (zoon van de eerder genoemde Mechteld). Nergens lijkt iets aan de hand. Margaretha zet niets zwart op wit, maar ze denkt er duidelijk het hare van.

Brieffragment over de huizen van de familie van Johan van Reede van Renswoude

[kinderen noodich is,] wij sijn ongeluckich al het onse
quijt te sijn dan alst godt belieft heeft hondert
midele om ons door sijne godlijcke seegen weer
te geefve soot hem niet belieft sijnen wille geschie de
de heer van rhijnswou2Johan van Reede van Renswoude heeft tot noch toe de min
ste schade niet, als alleen in Eenige meube
=len die op rhijnswou waeren, te wttrecht staet
noch al sijn goet in Esse3In esse zijn: in goede staat zijn tot de wijn in sijn
kelder in kluijs ock in sijn dochter van harden
broecks huijs , schoonouwe hardenbroeck en
groenewou hoert me niet dat int minste
beschadicht is ock het huijs te rhijnswou niet
haer dient het geluck, [men verwacht noch of de]

De bedelstaf

Een oude vrouw met een rood jack en een bruine rok aan leunt op een stok. Ze draagt een wit kapje met daar overheen een muts. Aan haar linkerarm draagt ze een mand. Door de neus van haar rechterschoen zie je net haar tenen. Ze houdt haar rechter hand op en kijkt vragend naar boven. Achter haar staat een kind met een lange donkere mantel. Het heeft zijn/haar mutsje in de hand.
Fragment uit Adolf en Catharina Croeser, bekend als ‘De burgemeester van Delft en zijn dochter’, Jan Havicksz. Steen, 1655. Collectie Rijksmuseum

Margaretha beklaagt nog een keer de inwoners van Utrecht, de armoede is zelfs bij fatsoenlijke lieden toegeslagen. En de vooroordelen die ze had over de nieuwe intendant van Utrecht, de prins van Condé, zijn helemaal waar. Hij geeft zelf toe dat hij zonder barmhartigheid geboren is. Hij is daar zelf ook nog eens erg tevreden over, omdat hij daardoor zijn koning beter kan dienen. Tot slot houdt Margaretha Godard Adriaan nog even op de hoogte waar de Utrechtse regenten en adel zich ophouden. Wie is in Utrecht gebleven en wie is gevlucht. De gevluchte edelen willen meestal niet terug naar Utrecht, ook al worden ze in Holland ook met de nek aangekeken. ‘Ze gaan als een hond zonder staart’, schrijft ze. Ook herhaalt ze nog een keer de gewaagde ontsnapping van Ruijsch.

Brieffragment over de armoede en de intendant in Utrecht
Brieffragment over de intendant in Utrecht

[heeden achdaechge geschreefve,] te wttrecht
en voort in de overheerde provinsie sijnder de
liede mieserabel aen worde met sulcke swaer
=re schattine belast dat niet op te brenge is
te wtterecht noch meer als Ergens daer
sterfve veel mense en heelle fatsoenlijcke
liede die met de felpe4Felp: een soort fluweel met lang haar mantel over Een ijaer
noch ginge nu bij avondt om Een stuck broot
gaen bidde en so geseijt wort sijnder verscheij
de die met haer kindere draf5Draf: Afval/afvalproduct van graan of zaden waaruit bier of alcohol gebrouwen is of olie geperst is. Eeten, alse
bij den intendant koome hem bide dat hij
hem haerder wil Eerberme geeft hij tot antwoo
godt te dancke dat hij sonde barmhartichheijt geboor
ren is

om dat hij daer door te bequaemer is om sijn koonin te konne one
dienen, mensen hart doet seer alsme vande Elende hoort daer die
arme mense in sijn, [de reegente aldaer hebbent so gemaeckt]

Lodewijk II de Bourbon-Condé te paard in Turks kostuum, François Chauveau, 1670. Collectie Rijksmuseum

Tot slot

Tot slot is er nog neef Van Wulven, hij is nog in Rotterdam. Margaretha heeft geen idee of hij terug wil of wil blijven. En daar steek toch de angst voor een aanval weer op: de oudste dochter is nog bij Margaretha, maar als ze moeten vluchten is Margaretha onverbiddelijk, dan moet ze terug naar haar broertjes en zusjes in Delft.

  • 1
    Dessein: plan
  • 2
    Johan van Reede van Renswoude
  • 3
    In esse zijn: in goede staat zijn
  • 4
    Felp: een soort fluweel met lang haar
  • 5
    Draf: Afval/afvalproduct van graan of zaden waaruit bier of alcohol gebrouwen is of olie geperst is.