Philippota’s baby is nog steeds niet geboren en je ziet de irritatie bij Margaretha week na week groeien. Op 6 februari is er nog iets meer begrip dan irritatie. Ze wilde wel naar Den Haag, maar zoals Philippota zich voelde was dat onmogelijk. Nu voelt ze zich gelukkig beter, dus hoopt Margaretha dat de verlossing niet lang op zich laat wachten. Maar ze heeft er toch heel wat bekommering mee.
[verseeckert sulle weesen,] de vrou van ginckel1Philippota is getrouwd met de Heer van Ginkel, Margaretha’s zoon Godard
Margartha aan haar man op 6 februari 1672
die nu vijf weecken hier is geweest en vant
begin aff van Eur tot Eur heeft gemeent
te kraeme gaet noch al dat mij wel in
geduerichge bekomerin hout, men seijt
wel dat ick met haer naer den haech
sou gegaen hebbe, dat is vant begin af
dat se hier is geweest onmoogelijck ge-
weest so heeft se haer van tijt tot tijt
gevoelt, nu isse, beeter als oijt daerom
ick hoope sij haest sal koome te kraeme
het welcke ons den almachtigen godt
wil geefve en dat se Een goede verlosi
en gesonde vrucht en kraem mach
hebbe, kan niet segge in wat bekomerin
ick geduerich in deese bekomerlijcke
tijde met haer ben [nu de heer almach]
Bepakt en bezakt
Een week later, op 11 februari, begint Margaretha een beetje te mopperen. Alle spullen staan nu al een maand ingepakt klaar zodat ze direct kunnen vertrekken, maar Philippota is nog steeds niet bevallen. En nu durft ze ook niet meer te reizen, want stel je voor dat ze onderweg bevalt! Margaretha hoopt maar dat het rustig blijft voorlopig.
te sende, ons silver koffer met noch
Margaretha aan haar man op 11 februari 1672
twee met linne hebbe wel Een maent
gepackt gestaen om ofter op Aen quam
dat ment maer op de wagen heeft te
setten, de vrou van ginckel kan so heel
opt lest sijnde niet reesolveere besluiten haer op
reijs naer den haech te begeefve vreest
al of se onderweech mocht koome te
kraemen hoope wij dien tijt hier noch
in ruste sulle sijn, sij heeft haer veel
te seer misreeckent, so haest dat over
is sal mij met het onse naer den haech
begeefve, [hier meede blijfve]
Wachten…
Op 15 februari heeft Margaretha besloten de kraam dan maar op Amerongen af te wachten en op 18 februari noemt ze haar schoondochter niet eens. Op 22 februari geeft ze aan dat ze zelfs een deel van de zaken niet heeft kunnen regelen, omdat ze Philippota niet alleen thuis durft te laten. Die denkt inmiddels al zeven weken dat ze elke dag kan bevallen. Op 26 februari verzucht ze dat het zo lang gaat duren als God het wil en de 29e rept ze met geen woord over haar schoondochter: zijn er belangrijker zaken te vertellen?
Het uur van geboorte en sterven
Op 3 maart: nog steeds niets. De irritatie is nu zo groot dat Margaretha haar brief begint met de lang verwachte kraam. De misrekening van twee maanden komt haar wat qualijck, maar nu wordt Margaretha er filosofisch van. Dan moet men het maar met geduld afwachten, dat geldt zowel voor de uren van geboren te worden als de uren van te sterven. En uiteindelijk verlaat ze zich op de Heer Almachtig.
Mijn heer en lieste hartge
gisteren ontfange ick uhEd schrijfvens vande
3 maart 1672
24 febrijwa neffens die aende vrou van gincke
die noch al gaet tot onse groote verwonder
sij is, nu beeter alse over twee maende was
en heel wel naer haer geleegentheijt, heeft
haer veel te seer misreeckent, dat mij wat
qualijck komt dan moet het met paesijensie geduld
afwachte de Eure van gebooren te worden
moeter so wel sijn als van te sterfven wil
hoopen de heer almachtich ons Een gesonde en
recht geschapen vrucht sal geefven, [het pree]
Lees de originele brieven hier: 6 februari, 11 februari, 3 maart (Het Utrechts Archief)
- 1Philippota is getrouwd met de Heer van Ginkel, Margaretha’s zoon Godard
Geef een reactie