Mijn heer en lieste hartge

Tag: Turf

Moeder van het gasthuis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 september 1676
Lees hier de originele brief

Ook Godard Adriaan is ziek! Dat leest Margaretha in zijn brief van 12 september. Ze maakt zich vooral zorgen omdat het blijkbaar al langer duurt, en vindt dat hij toch wat medicijnen moet proberen en vooral rust moet nemen.

Aanhef en de zorgen om Godard Adriaan

Ameronge den
16 septem 1676
rec: 21. dito

Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 12 deeser heb ick gistere ontfa
het doet mij niet alleen leet dat uhEd de loop so lange
bij blijft maer bekomert mij seer, deselfve sal wel
doen wat te meedisineere en hoope hij wt ruste
sal en sich daer wel bij bevinde, [uhEd sal versta]

In een vertrek houdt een apotheker of arts een flesje in de hand en neemt kruiden van een jongen aan. Rechts een man in bed, van wie een ader wordt gelaten. Links een ruimte met distillatietoestellen.
Bereiding van medicijnen en een aderlating, Julius Milheuser, 1662. Collectie Rijksmuseum

Uit Den Haag komen gelukkig goede berichten over zoon Godard. De koorts neemt af en ook valt hij minder flauw, dus ze denkt dat het ergste achter de rug is.

Bedrieglijk besmettelijk

Godard Adriaan zelf heeft zijn besmetting blijkbaar opgelopen van een knecht die ziek was, maar die dat niet heeft gemeld. Margaretha windt zich er over op: die man had nooit het huis van Godard Adriaan binnen moeten komen als hij zelf al wist dat hij ziek was. Feitelijk een vorm van verraad. Verder wel een goede knecht, daar niet van, maar het maakt haar toch kwaad.

Eerste brieffragment zieke knecht
Tweede brieffragment zieke knecht

[geefven,] het doet mij ock seer leet uhEd so
qualijck gedient is, dat is recht bedroch sulcke
sieckte te hebbe in de luijde haer huijse te koome
, bender wel quaet om, soot anders Een goet
knecht was, [is daer raet voor dat heel soe=]

Men neme…

Margaretha weet wel een goed medicijn. Men neme drie harten van (levende!) jonge reigers, verpulvere dat tot poeder en neme dat in. Werkt heel goed, maar ze denkt niet dat er nu makkelijk aan te komen is. Jonge reigers vind je natuurlijk vooral in de lente.

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum
Brieffragment medicijn

[knecht was,] is daer raet voor dat heel soe=
=vereijn is, se neeme 3 harte van jonge
reijgers daer leevendich wt gehaelt en
gepolveerijseert ingenoome is heel goet maer
geloof niet dat men die nu sou konne krijge

Gasthuis Amerongen

Ondertussen voelt Margaretha zich in Amerongen ook een gasthuismoeder. In het dorp heerst dysenterie (‘roode loop’) en ook het werkvolk ontkomt er niet aan. Rietveld, Tielman en meerdere metselaars en opperlieden hebben koorts. Margaretha maakt medicijnen en verzorgt de zieken.

Brieffragment gasthuis

hier int dorp en ondert werck volck sij so
veel siecken aen koortse en roode loop dat
=ter haest niet Een huijs vrij van is, rietvelt
en tielman hebbe de koortse en Etlijeke met
selaers en opperlie, ick ben niet anders als
of ick moeder vant gashuijs ben heb alle dage
werck meedesijne ree te maecke en
voort de siecke te versorchge, [het schijnt de heer]

Vijf glazen met afbeeldingen van het werk van dokters, apothekers en barbiers in een houten vatting. Het glas uiterst links: een man leest staande een boek. Het glas rechts daarvan: een man maalt iets met vijzel. Het middelste glas: een staande man scheert een andere man die zit en een wit laken voorgebonden heeft. Het glas rechts daarvan: een staande man houdt met zijn linkerhand de hand van een zittende vrouw vast, en heeft in zijn rechterhand een gevulde beker in de lucht. Het glas uiterst rechts: een lopende man, beide handen vooruitgestoken en in de linkerhand een onherkenbaar voorwerp, wordt gevolgd door een jongen.
Vijf bezigheden van dokters, apothekers en barbiers, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

Vroeg op

De helft van het geld voor de assignatie is binnen! Een ook 283 gulden van de declaratie. Daarmee heeft ze alle bouwvakkers vooruit betaald, maar ze houdt goed in de gaten of het werk ook echt gebeurt. Ze zit ze ‘dun op de hakken’, dat wil zeggen ‘op de hielen’ oftewel met haar neus er boven op. Met dat doel is ze vroeg uit de veren: tussen zes en zeven is ze al op de bouwplaats. Er is nog wel veertien dagen werk voordat ze aan het dak kunnen beginnen.

Een foto van het middengedeelte van een gestuct plafond. In het midden is een ovale plafondschildering te zien. Eromheen is een gestucte lijst van gestileerde, in elkaar gestoken acanthusbladeren. Het ovaal wordt weer omlijst door een rechthoek bestaand uit gestucte decoratie van zonnebloemen en acanthusbladeren. Daarbinnen bevindt zich een zwart gemarmerde lijst. Tussen deze lijst en de ovale gestucte lijst is de ruimte opgevuld met een gestucte decoratie bestaand uit takken met eraan rozen en bladeren. Om de rechthoek is een gedeelte van het barokke stucwerk van het plafond te zien met rechtsboven en linksonder een schelp met aan beide zijden gestileerde planten. Rechtsonder en linksboven is een gedeelte van de gestucte decoratie van gestileerde planten in de vorm van een gedraaide spiraal naar binnen alsof het slagroom is. Op de plafondschildering zijn de twee belangrijkste figuren zwevend boven elkaar, half op een wolk leunend, geschilderd. De wolk is aan de bovenkant licht en aan de onderkant heel donker van kleur. Van de bovenste figuur zijn alleen de blote schouders en een bloot rechterbeen te zien. Ze draagt een kroon van laurierbladeren en heeft om zich heen een rozerood kleed gedrapeerd waarvan het grootste gedeelte achter haar aan wappert. Achter haar hoofd is een stralenkrans te zien. Ze kijkt liefdevol naar de persoon onder haar, waarschijnlijk een man. Hij is ook bloot met om zijn bovenlijf een geel doek en om zijn onderlijf een blauw doek gewikkeld. Hij lijkt ook een soort krans te dragen. Er zijn van hem twee blote benen te zien. Zijn rechterarm heeft hij naar voren gestrekt met de palm omhoog. Hij kijkt omhoog naar de vrouw. Achter de wolk is nog een kleiner figuurtje te zien met vleugels en ook een krans om het hoofd. Alleen de bovenkant van het lijf is te zien. Op de achtergrond van de schildering zijn wat vage, lichte en donkere wolken te zien.
Aurora, M.L.A. Clifford, 1726. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Brieffragment geld en voortgang werk

[wil alles ben beste schicke,] ick heb de helfte
vant gelt weegens de bekende assinasie1Assignatie: aanwijzing tot betaling tot
wttrecht ontfange als meede de 283f weege
de dikleraesie, heb nu alt werck volck voort
af betaelt, weest vrij verseeckert dat ickse so
deun op de hackesit2dun op de hakken zitten: op de hielen zitten alst moogelijck is ben
alledage smergens tusche ses en seeven
Euren opt werck dat voor mij vroech is , en
sien datse noch al ontrent de veertien dage
werck hebbe op t huijs Eerse de kap sulle begin
=ne te rechte [wij hebe noch gewenst weer opt]

Mooi weer

Het weer zit tot nu toe mee, wat gunstig is voor zowel de bouw zelf, als voor het stoken van de steenoven. Als het nog veertien dagen aanhoudt dan zijn de meeste stenen wel gebakken. Punt van aandacht is wel dat alle turf met lichters en trekpaarden uit Culemborg, aan de andere kant van de rivier, moet komen. Dat kost geld, die schippers moeten ook betaald worden!

[=ne te rechte] wij hebe noch gewenst weer opt
werck en op de steen oven die aent brande
is, otbaerentse3Ot Barendse, de steenhandelaar isser ock weer bij mooge wij
maer veertien dage sulcken weer houde
sal den oven overt quaetste sijn, maer
ick moet al den turf met lichters en treck
paerde laete vant spoel Effen beneeden
kuijlenburch4Culemborg laeten haelle dat kostelijck
valt dan dat sal ick de schippers doen betaelle

Gezicht op de stad Culemborg in de situatie omstreeks 1620. Op de voorgrond, buiten de stadsmuren, de oever van de rivier De Lek met een roeiboot en een vrachtschip met tonnen.
Culemborg, Abraham Rademaker, 1727 – 1733. Collectie Rijksmuseum.

Zilver vergulde doos

Margaretha is blij dat Godard Adriaan tevreden is over de tekst van de Akte van de Staten van Utrecht over de overdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen. Ze heeft gehoord dat de akte zal worden overhandigd in een kistje dat in Amsterdam met zilver wordt verguld. Een teken dat ook de Staten van Utrecht de transactie zien als iets heel bijzonders. Ze weet nog niet wie hem zullen komen brengen. Maar wie het ook zijn, Margaretha zal ze goed ontvangen, zoals ze in haar vorige brief ook al beloofde.

Brieffragment over de overdracht van het pandschap

[gekoome die hem thuijs gebrocht sijn,] tis mij lief uhEd de
Ackte vande state van wttrecht so wel gevalt men schrijft
mij de seekreetaris luchtenburch mij int laest vande weeck
die in Een silvere vergulde doos die te Amsterdam te ver
=gulde is, sal brenge, wie daer meede sal koomen weete niet
ick salse opt best onthaelle en trackteere dat ick kan,

Een zilversmid, zittend aan het werk bij een raam. Hij bewerkt een schaal met een hamer, voor het raam staat meer van zijn werk: twee vazen een kandelaar en nog een soort schaal.
De Zilversmid. Uitsnede uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

  • 1
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 2
    dun op de hakken zitten: op de hielen zitten
  • 3
    Ot Barendse, de steenhandelaar
  • 4
    Culemborg

Bouwen, betalen, bataille

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft de brief van Godard Adriaan van 4 september ontvangen. Blijkbaar is de diplomaat ’tot dienst van ons lieve vaderland’ bij de vorst-bisschop van Münster langs geweest.

Brieffragment vorst-bisschop

Amerongen den 9
septem 1676
[rec. 19. dito]

Mijn heer en lieste hartge

deese merge heb ick uhEd aengenaeme vande 4 deeser
ontfange, waer wt sien deselfve naer den bischop
van Munster1Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster is, de heere wil geefven uhEd wat
goets so bij deen als dander tot dienst van ons liefe
vaderlant meucht verichte[, met de laeste post]

Turfmand, rond, iets bol uitlopend, van gespleten wilgenteen, in de techniek van het fijnscheenwerk. Naturelkleurige tenen zijn afgewisseld met zwart gebeitste tenen. Op de rand twee handvatten. De mand is gevuld met blokjes echte turf.
Turfmand met turf, vervaardigd van gespleten wilgenteen. Poppenhuis van Petronella Dunois, ca. 1676. Collectie Rijksmuseum.

Nog geen turf

In haar vorige brief schreef Margaretha wat ze bij haar terugkomst in Amerongen allemaal aantrof. Ze heeft inmiddels nieuws over de turf voor de veldoven, maar het is geen goed nieuws. Het water staat te laag en de wind waait de verkeerde kant op. Het is trouwens sowieso rotweer. Maar het kwade en buiige weer hindert de werklieden niet. De metselaars steken de handen uit de mouwen, en morgen worden de balken voor de tweede verdieping van het huis gelegd.

Brieffragment nog geen turf

[vaderlant meucht verichte,] met de laeste post
heb ick uhEd mijn aenkoome alhier en hoet
hier heb gevonde geschreefve, gistere bekoome
tijdine dat den turf tot onse steenove aende
vaert leijt maer kan doort laechge water en
kontraijreije wint niet op daer is geen dardalfe
voet water op de reevier, ick heb haer geschreef
datse sulle lichte en maecke opt spoedichste hier
te sijn, het is hier alledaechge seer quaet en
buijechweer, Evewel wercken de metselaers
daer door heen merge worden de balcke vande
tweede verdiepine geleijt[, het wechgelt vande]

Boven op een witte gestucte muur ligt een balk die de plankenvloer van de verdieping erboven draagt. De balk en de planken zijn in crèmachtig beige geschilderd.
Eén van de balken van de tweede verdieping. De muur is inmiddels strak gestuct. Foto en ©: Hans Neecke.

Hout

Maar voor de bouw van het huis is meer nodig dan een goed werkende veldoven, turf, en balken. Er is ook hout nodig. In haar brief van 1 september schreef Margaretha al dat er hout onderweg is vanuit Harburg, en dat de prins van Anholt-Dessau misschien ook nog wel bereid is om hout te leveren. Ook herhaalt Margaretha dat dit hout zeer goed van pas zou komen.

Brieffragment het hout uit Harburg

[ongeluckige reijsers,] tis heel goet dat nu alt
hout van haerburch opwech is om hier te koome
koste wij dat vande prins van Aenholt2Georg Friedrich II Anholt-Dessau noch krijg
waer te wensche want sullent noch wel van
doen hebbe[, op de assinnasie ten som van 5413 f]

Niemand wordt betaald

Het is hartstikke goed dat er zo geklust wordt aan het kasteel, maar al die werklieden moeten natuurlijk wel betaald worden. Margaretha heeft nog niets gehoord van de assignatie, maar ze moet Schut, Rietvelt, de steenhouwer voor het leveren van de hardstenen poort, de werklieden van de steenoven, de timmermannen, de metselaar en de dagloners nog betalen. En ook de turf en de spijkerman3De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt zijn niet gratis. Anders moet Margaretha maar weer een tripje naar Utrecht maken, om daar de mannen die verantwoordelijk zijn voor het uitbetalen eens stevig aan de tand te voelen…

Eerste brieffragment uitbetaling
Tweede brieffragment uitbetaling

[doen hebbe,] op de assinnasie4Assignatie: aanwijzing tot betaling ten som van 5413 f
heb ick noch niet ontfange, se hebbe belooft
deese weeck daer Eenich gelt op te geefve dat heel
wel sal koomen, ick heb hier 3000 f aen gelt gebrocht
dat so veel helpt alst niet, most terstont
aen schut 600 f en rietvelt 1400 f den steen
houder voorde hartsteene poort 445 f aent
steen ovens volck 350 f, den timerman tiel
man van tiel 300 f gerit ijanse den timer=
man 150 f ijan ijanse de metselaer 158 f

geefve en dan al de andere dach huerders so
dat dit saeme al over de 4000 f bedraecht
ick hebse so verde betaelt als mijn gelt streckte
als ick nu weer gelt ontfange salse voort af
betaelle nu moet den turf en den spijckerman
ock betaelt sijn, dees maent of ses weecken
sal ons de quaetste noch weese daer mee sijn
wij het waerste door, en siender nu raet toe
so wij maer betaelt worde als ick hoope datse
doen sulle of ick moet weer naer wttrecht

Steenhouwer die bezig is het met houwen van steen voor het bouwen van een huis. Boven de afbeelding staat: De Steenhouwer Hoewel verspreid, Nochtans bereid. Onder de afbeelding staat: De Stenen worden vast behouwen, Om't machtig Huis meed' op te bouwen; Gelijk des Heeren Jesu werck, De Steenen, hier en daar geleegen Bereid, en vleid en schickt ter deegen, Tot Opstal van zijn eeuw'ge kerck.
Steenhouwer, Jan Luyken, 1694. ollectie Rijksmuseum.

Rode loop

Ondertussen hebben de Denen en de Brandenburgers het Zweedse Kristianstad met succes belegerd. Margaretha hoopt dat de Heer ‘ons’ ook wil bijstaan en zijn goddelijke zegen wil geven. Dat is ook hard nodig, want er schijnt weer een slag aan te komen. Althans, dat is het woord op straat. De geruchten boezemen haar ook angst in. Ze maakt zich zorgen over de prins van Oranje en uiteraard over haar eigen zoon. Die angst komt echter niet zo zeer voort uit de vrees voor een belegering. Margaretha maakt zich meer zorgen om de rode loop. We zagen al eerder dat veel militairen momenteel aan dysenterie lijden, en dat er zelfs al mannen aan gestorven zijn.

Brieffragment over de toestand in het leger

dat de koninck van deenmercke en den hartooch
van brandenburch5Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst so vicktoorijeus sijn gaet
heel wel, de heer wil ons ock bij staen en sijnen
godlijcke seegen geefven dat wij niet krijge is ons
=ser sonde schult, men spreeckt noch al van Een
bataelge te leevere en schrick daer aen te dencke
omt groote hasaert6Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie dat daer in is godt wil ons
geefve wat ons best en salich is, ick ben met
sijn hoocheijt en den heer van ginckel bekomer
om dat de roode loop so seer in ons leeger en veel
steede is daer de heer van leuwe7Zweder van den Boetzelaer aen gestorfven
is, den rhijngraef8Karel Florentijn van Salm seijtmen dat aen sijn quetsuer
ter doot toe opt huijs te peeterson9Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren leijt,

En dan zijn er natuurlijk ook nog mannen die op het slagveld zelf zijn gestorven. De Rijngraaf is aan zijn verwondingen overleden en gisteren ontving Margaretha een rouwbrief van Johanna van Zuylen van Natewisch. Haar enige zoon10Willem Godard van Oostrum is omgekomen bij het Beleg van Maastricht.

Brieffragment over de rouwbrief

ick heb gistere Een rou brief gekreechge vande oude vrou van broeck=
huijse11Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum over de doot van haeren Eenigen soon, die sij schrijft inde
laeste attacke voor Maestricht doot geschooten te sijn [, mij jame]

De Dood op een slagveld, op een paard dat naar links rijdt, met een hoed met veel veren, Op de achtergrond andere figuren die de dood representeren die vechten. Onder de gravure een gedicht in het Frans
De Dood op het slagveld, Stefano della Bella, ca. 1646. Metropolitan Museum of Art, New York.

De één z’n dood is de ander z’n brood

Het gaat goed met de Philipotta, besluit Margaretha haar brief. En ze hoopt dat haar man snel weer thuis komt.

Afsluiting brief

[geen soons , de oude vrou van preustine is ock doot,] de vrou
van ginckel schrijft heel wel naer den tijt te sijn, ick beelt
mij in of uhEd wel Eer weer thuijs mocht koomen met deese
veranderine dat wel wenste, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff

MTurnor

In het PS volgt nog een typisch gevalletje ‘de één z’n dood is de ander z’n brood’: Cornelis Matthisius is plotseling overleden, dus er is weer een plaatsje vrij in de vroedschap en er wordt ook een nieuwe kameraar voor het heemraadschap van de Lekdijk gezocht.

PS over de kamelaar

ps so schrijft men mij dat de kamelaerKamelaar of kameraar: ambtenaar belast met geldzaken Matijsi
Matijsius12Cornelis Matthisisus deese nacht is overleede men
heeft van sijn sieckte niet gehoort
daer meede is weer Een plaets inde
vroetschap tot wttrecht vakant
en het kamelaerschap

  • 1
    Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster
  • 2
    Georg Friedrich II Anholt-Dessau
  • 3
    De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt
  • 4
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 5
    Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst
  • 6
    Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie
  • 7
    Zweder van den Boetzelaer
  • 8
    Karel Florentijn van Salm
  • 9
    Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren
  • 10
    Willem Godard van Oostrum
  • 11
    Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum
  • 12
    Cornelis Matthisisus

Baksteen en turf

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 september 1676 Onleesbaar, maar het lijkt niet op Bremen
Lees hier de originele brief

Margaretha is terug in Amerongen en het valt haar niet mee: het werk aan het huis is niet zo ver gevorderd als ze gehoopt had. De werklieden moeten wel voort gaan maken, want de dagen beginnen te korten en er komt vuil weer aan.

Brieffragment over het werk tijdens Margaretha's afwezigheid

Ameronge den
5 septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere merge vroech ben ick weer hier gekoome
dat hooch tijt was, heb alles wel gevonde doch
het werck so werde niet geavanseert als wel gemeent
hadt, sij metselen noch tuschen en op de raemte
vande tweede verdiepine, hoope inde toekoomende
weeck de balcke vande selfve verdiepine to
sulle geleijt worde, ick salse nu wat kort
opde hacke sitten, het welcke noodich sal
sijn, want de dage korte seer en wij hebbe
vuijl weer te verwachte, [ick had gaern]

Metselwerk in de buitenmuur van Kasteel Amerongen. Foto en ©: Hans Neecke.

Waar is Krijn?

Iets anders dat niet helemaal volgens de verwachting loopt, is het stoken van de steenovenMargaretha gebruikt stuctureel het woord steenoven, eigenlijk gaat het over een veldoven of misschien over veldbrand. Drie maanden geleden heeft Margaretha Krijn van Kampen mét geld op weg gestuurd om turf te gaan halen. Ze heeft niets van hem gehoord en niemand weet waar hij zit. De tijd begint te dringen, want de oven moet gestookt worden! Ook het branden van de steenoven is afhankelijk van het weer en ze had al geschreven dat het vuile weer dreigt…

Eerste brieffragment over Krijn van Kampen
Tweede brieffragment over Krijn van Kampen

[vuijl weer te verwachte,] ick had gaern
dat me inde aenstaende weeck den steen
oven begon onder te stoocke maer nu
ick hier koom is krijn van kampe die
over de drije maende met gelt om turf

te koope van hier is gegaen, noch niet hier
ock weet men niet waer hij is, l ick hebt soo
meenich mael geschreefve dat men naer hem
in tijts verneeme sou, nu moet ick sien
hoe ickt maecke sal den oven mach so
niet blijfve staen, [deesen avont ontfan]

Vooraan ligt op het grijze water een schuit met daarop een groot vierkant bruin vlak. Voor het bruine vlak staat iemand met een rood jak en een wit mutsje voorover gebogen. Op de donkergroene kant staat een donker silhouet van een man met een kruiwagen. Hij staat voor de loopplank. De lucht is grijs en een dun boompje vangt wind.
De turfschuit, Vincent van Gogh, 1883. Collectie Drents Museumaangekocht met steun van de Provincie Drenthe, Nederlandse Aardolie Maatschappij, Vuil Afvoer Maatschappij, Stichting Pieter Roelf, Stichting Van Gogh, Stichting Vrienden van het Drents Museum, Stichting Schone Kunsten rond 1900, VSB-fonds en Vereniging Rembrandt.

Allodiaal

Margaretha bespreekt nog kort de roddels over het Beleg van Maastricht: ze zegt dat ze er zijn, maar niet wat die roddels dan zijn. Daar hebben we in de 21ste eeuw natuurlijk helemaal niets aan. Ook de financiën worden nog even op een rijtje gezet.
Tot slot komt Van Beusichem met goed nieuws. Er ligt een conceptstuk waarin de Staten van Utrecht het pandschap van de Hoge Heerlijkheid Amerongen overdragen aan Godard Adriaan. Luchtenburg, de secretaris van de Staten van Utrecht, zal dit stuk ter goedkeuring aan Godard Adriaan sturen. Dit betekent een heleboel: de Heerlijkheid wordt allodiaal. Dat wil zeggen dat de heerlijkheid vol eigendom wordt en er geen pachtconstructie meer is.

Eerste brieffragment over document van de Staten van Utrecht
Tweede brieffragment over document van de Staten van Utrecht

[sal sijn,] beusekom heeft mij geseijt
dat de sekreetaris luchtenburch uhEd

de reesoluijsie ent konsept vande afdoeninge
vant pantschap vande hooch heerlijckheijt
heeft gesonde waer op hij vandeselfve ant=
=woort verwacht om te hoore of hij daer
Eits af of toe belieft gedaen te hebbe ,

Landschappelijk overzicht richting Amerongen. Op de voorgrond een boerderij met twee hooibergen en een duiventil. Daarachter en wij met paarden en een laan met bomen richting Amerongen. Helemaal links de molen aan de rand van het dorp. In het midden van het dorp de Andrieskerk en helemaal rechts aan de rand van het dorp Kasteel Amerongen. In de verte rechts zie je nog net de toren van de Cunerakerk in Rhenen. Links achter het dorp de kale heuvels van de heuvelrug, rechts achter het dorp en richting Rhenen is het bebost.
Gezicht vanuit Kasteel Zuilenstein op Amerongen, Daniël Stopendaal, 1682 – 1726. Collectie Rijksmuseum. Je eigen ‘goed’ zie je het best uit het huis van de buren… Zou dit Margaretha’s droom zijn?

Eindelijk!

Het volk en de bagage zijn ein-de-lijk in Bremen aangekomen. Hopelijk is Blanche ook snel bij Godard Adriaan.

Brieffragment over personeel en bagage

tis mij lief uhEd volck tot breeme is aen
gekoomen, twijfele niet of blansche sal
nu al bij v sijn, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Links stroomt een rivier met daarin een boot. Op de rechter oever staan twee heren, meer naar rechts een groep van drie vrouwen en een man bij een paar kisten. Links een heuvellandschap en op de achtergrond een paar zeilbootjes.
Reizigers met bagage bij een rivier, Jean Pesne, naar Guercino, 1633 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén