Mijn heer en lieste hartge

Tag: Taal

Margaretha en de taalpurist

Ik ben geen goede schrijver: ik ben een slordige ADHD-er en als ik typ probeer ik mijn gedachten bij te houden. Mijn snelle typen klinkt volgens mijn kantoorcollega als de rammelende flesjes bij een apotheek. Er zitten dus altijd vertypingen en domme dt-fouten in mijn teksten. Dat betekent niet dat ik geen taalpurist ben. Ik vind dat je in principe gewoon je best moet doen om fatsoenlijk Nederlands te gebruiken. Ik gruw van SMS-taal en “maar je begrijpt het toch” is voor mij geen argument. Mijn kinderen kunnen zich dan ook gelukkig prijzen dat ik bewust kinderloos ben.

Mijn typsnelheid volgens kantoorcollega

het voert hier wonderlijcke tael

Totdat Margaretha Turnor in mijn leven kwam. Ze kwam ongemerkt: haar verhalen nestelden zich in mijn hoofd, toen in mijn hart en daarna hunkerde ik naar meer. Dus dook ik in haar echte brieven. Nu kan ik me niet meer voorstellen dat ik destijds haar handschrift kon lezen en haar taal niet begreep. Als je meer 17de-eeuwse handschriften kent, is Margaretha’s lettertype eigenlijk behoorlijk modern. Haar taalgebruik is welbeschouwd ook heel goed te volgen. Als je het tenminste hardop aan jezelf voorleest, want ze schrijft nogal fonetisch.

het sal wel goede woorde geefve, damen niet mee te mart kan gaen

Inmiddels reageer ik vrij fel op mensen die op basis van Margaretha’s brieven zuur menen te moeten vertellen dat Margaretha niet veel opleiding had, omdat haar spelling toch echt beneden de maat is. Wij, 21ste-eeuwers denken te zwart-wit: je schrijft een woord goed of je schrijft het fout. In de 17de eeuw was er nog geen standaardspelling en Margaretha neemt de ruimte die ze daardoor krijgt volledig in. Ze schroomt er niet voor om één naam in één brief op drie verschillende manieren te spellen, ze bedenkt (waarschijnlijk) zelf gezegdes en maalt niet om interpunctie. En dat je in het heetst van het schrijven van een brief “daar men” afkort tot “damen”: sorry hoor, maar je begrijpt het toch?

Bruine tekening van een meisje dat voorover gebogen zit over een blad. In haar rechterhand een pen of potlood.
Jenneken tekenend of schrijvend, Harmen ter Borch, 1653. Collectie: Fondation Custodia, collectie Frits Lugt (eigen foto).

daer de foute bij gepleecht sijn 

We zijn hier, op dit blog, inmiddels drie archiefnummers (van de zeven) verder. Ik lees zelf vooruit, controleer de transcripties, zoek personen en gebeurtenissen uit en zoek woorden op in de historische woordenboeken van het Instituut voor de Nederlandse Taal. Bijna alle woorden vind ik overigens daarin terug en Margaretha heeft een enorme woordenschat! Wat doet deze innige relatie met Margaretha’s taalgebruik met mij?

Heel eerlijk? Veel! Ik kan inmiddels zelf ook behoorlijk op z’n Margaretha’s typen. De transcripties staan ook in een worddocument en met ctrl+f kan ik haar spelling zo nabootsen dat ik meestal wel vind wat ik zoek. Het werkt alleen wel door… Inmiddels ziet eigenlijk bijna alles wat ik typ er logisch uit en moet ik soms een woord op drie manieren spellen om te weten wat de juiste, 21ste-eeuwse spelwijze is. Gelukkig is er bij echte twijfel gewoon nog steeds Het Groene Boekje. Ik denk wel dat ik voor de échte 21ste-eeuwers teegen woordich meer foute pleech.

Een partiekuliere pasie 

Maar wat vind ik dan nu van 21ste-eeuwers die fonetisch schrijven? Je zou zeggen dat ik misschien milder geworden ben en dat ik tevreden ben als ik begrijp wat er bedoeld wordt. Nou. Nee. Ik ben meestal ook degene die ziet dat het verschil tussen d, dt of t een heel andere betekenis aan een zin kan geven. Dus ik blijf voorstander van goed taalonderwijs en zorgvuldige spelling. Zonder een goede basis in je eigen taal is het ook lastig andere talen te leren. En datzelfde geld1door een meelezende redacteur ben ik, terecht, gewezen op deze domme dt-fout, ik heb hem laten staan om de eerste alinea te bevestigen voor een tijdreis in je eigen taal. Ik merk bij historische brieven dat mijn Frans niet goed genoeg is om een brief uit de 18de eeuw te lezen, terwijl ik een moderne (gedrukte) Franse tekst wel redelijk kan lezen.

Op dit beroemde schilderij verbeeldt Bruegel het bijbelverhaal over de overmoed van de mens, die een toren tot in de hemel wilde bouwen. God strafte daarvoor met de Babylonische spraakverwarring wat samenwerking onmogelijk maakte. Het immense bouwwerk reikt tot in de wolken. Talloze mensen bevinden op en rond het gebouw. Breugel liet zich voor zijn toren uit de oudheid inspireren door de Romeinse arena, het Colosseum.
Toren van Babel, Pieter Brughel (I), ca. 1568. Collectie: Boijmans van Beuningen.

ick sien de kompasie 

Uiteraard is taal levend en zijn grenzen er om geslecht te worden. Mijn Frans is niet goed genoeg om oude brieven te lezen, mijn Duits was op de middelbare school écht berucht slecht. En toch probeer ik Duits te praten. Ik bak er weinig van, mijn naamvallen vliegen alle kanten op en als ik er niet uit kom, bedenk ik gewoon zelf een woord. Dus compassie voor slecht taalgebruik is er wel: we hebben nu eenmaal allemaal onze grenzen en het is zonde als die je beperken in het maken van een connectie met je medemens. Want dat is toch waarom we allemaal iets met taal doen.

Banner van de Week van het Nederlands met ondertitel Op reis in taal van 4 tot 12 oktober. Tegen een roze achtergrond staan twee vrouwen in reiskleding met een rolkoffer.

Dit blog is geschreven in het kader van de Week van het Nederlands, met als thema Op reis in taal.

nabrander

De kopjes “op z’n Margaretha’s” komen uit de volgende brieven

het voert hier wonderlijcke tael komt uit de brief van 10 juli 1684 (is nog niet over geblogd). Er is een bestand getekend in de Frans-Spaanse Oorlog en Margaretha verbaasd zich erover hoe er over de totstandkoming van dat verdrag gepraat wordt. Ze verwacht zware tijden.

het sal wel goede woorde geefve, damen niet mee te mart kan gaen komt uit de brief van 6 oktober 1680, hier schrijven we volgend jaar over. Margaretha hoopt dat Godard Adriaan zelf een keer met Willem III over de betaling voor zijn werk kan praten. Ze verwacht alleen dat dat wel goede woorden zal geven, waarmee je niet naar de markt kunt. Kortom: ze verwacht beloftes, maar geen geld. Dit spreekwoord heb ik op deze manier niet gevonden. Wel “Schone woorden vullen geen zak” en als synoniem daarvoor “Lullen is geen vis”. Dat laatste zou Margaretha natuurlijk noooooit zeggen, maar het past wel heel goed in de 21ste eeuw.

Een vismarkt in een stad. In het midden een stalletje waar vis uitgestald ligt en waarachter een vrouw vis schoonmaakt. Links andere stallen. Voor de stal een waterpomp en een bezem. Op de voorgrond een kruiwagen.
Vismarkt, Cornelis Dusart, 1683. Collectie Rijksmuseum.

daer de foute bij gepleecht sijn komt uit de brief van 1/11 mei 1680. Blijf vooral dit blog volgen, want het komend jaar krijgt Margaretha een conflict met de dominee en de kerkenraad. Daar worden zoveel fouten bij gepleegd, dat zelfs zoon Van Ginkel moet komen bemiddelen.

Een partiekuliere pasie komt uit dezelfde brief. Margaretha verzekert haar man ervan dat het niet haar persoonlijke vendetta tegen de dominee is.

ick sien de kompasie komt uit de brief van 1 april / 22 maart 1684. Margaretha heeft een acksident (wond) aan haar been, Godard Adriaan heeft eerder gesuggereerd dat het door een puist komt, maar Margaretha haalt alle chirurgijns uit de regio erbij om te bewijzen dat het veel erger is. Brieven later ziet ze in de brief van Godard Adriaan dat hij compassie met haar heeft wat betreft haar acksident.

  • 1
    door een meelezende redacteur ben ik, terecht, gewezen op deze domme dt-fout, ik heb hem laten staan om de eerste alinea te bevestigen

Blijvende dreiging

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 april 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 april 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Willem III is naar Zeeland om de betaling van het leger te regelen. Anders dan nu was er niet echt een nationale begroting. De Staten Generaal konden wel beslissen, maar waren afhankelijk van de betaling door de provincies. Tot nu toe klaagde Margaretha vooral over de Staten Generaal en de officieren die hun troepen niet uitbetaalden, maar ook de Zeeuwen stonden niet vooraan om mee te betalen. Gelukkig stelt Margaretha’s “Zijn Hoogheid” orde op zaken.

Brieffragment over Willem III in Zeeland

sijn hoocheijt is naer seelant so men seijt om die heere
te persosideere1Persuaderen: Ervan overtuigen tot betaeline van haer quote inde
leeger poste daer sij noch niet Een stuijver in
betaelt hebbe, het komt al ophollant aen, dat
oorsaeck is de meliesi so qualijck betaelt wort doch
door de goede direxsi van sijn hoocheijt is daer nu
ordere op gestelt, en begint de betaeline nu te
gaen, [te wttrecht wort meenichte van plat boomde]

Zes mannen zitten met hoeden op aan een ronde tafel. Ze lijken een geanimeerde discussie te voeren. de ruimte is groot en langs de wand staan lege stoelen. Op de achterwand hangt tussen de ramen het wapen van Zeeland. Boven de gravure staat Etats de Zelande.
De vergadering van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland gedurende het tweede stadhouderloze tijdperk (de representant van de Eerste Edele ontbreekt) in de Abdij te Middelburg, met op de achtergrond het wapen van Zeeland, 1702-1744. Collectie Zeeuws Archief.

Kattendans

In Utrecht zijn de Fransen platbodems aan het vorderen. En met platbodems kan je die ondiepe, maar verraderlijke Hollandse Waterlinie oversteken. Bovendien wordt de prins van Condé, Lodewijk II van Bourbon, in Utrecht verwacht. Hij zal het bewind van de Hertog van Luxemburg over Utrecht overnemen. Ze zegt het niet letterlijk maar ze legt wel een directe link tussen het één en het ander: een nieuwe bevelhebber, betekent een opleving van de oorlog. De laatste keer dat het de Fransen bijna lukte om de waterlinie over te steken, ligt nog vers in Margaretha’s geheugen. Dus ze vreest weer ‘Een kattendans’. “De dans ontspringen” was in de 16e eeuw “De kattendans ontspringen”, een kattendans is dus aanduiding van iets onaangenaams, iets hachelijks, iets gevaarlijks.

Brieffragment over de kattendans

[gaen,] te wttrecht wort meenichte van plat boomde
schuijtges bij den vijant gemaeckt, den prinse
van konde wort daer verwacht daer sijnde
vreese ick dat wij weer Een kattendans sulle
hebbe de heer wil ons behoeden, [ick ben meest met]

Een afbeelding van een feestje met allemaal katten in gala die aan het dansen zijn. Links achter staat een piano waar een kat achter zit en op de stoel ernaast staat een kat viool te spelen. Op de achtergrond bekijken katten het dansgewoel. In een inzet links onder zitten een katdame en een katheer aan tafe;. Op tafel staat een fles wijn en een oberkat komt eten brengen.
Fragment uit Hoe de poesjes zich vermaken, Arie Willem Segboer, 1903 – 1919. Collectie Rijksmuseum.

Een veilige plek

Het risico van de kattendans maakt Margaretha onrustig. Philippota is hoogzwanger. Dat reist al niet makkelijk, maar je weet al helemaal niet wanneer een pas bevallen vrouw weer in staat is om te reizen. Margaretha wil dus het liefst dat Philippota op een veilige plek bevalt en dat is in Amsterdam. Ze is eind mei uitgerekend, dus wil Margaretha volgende week naar Amsterdam. Ruim op tijd voor de bevalling. En als ze daar dan is, kan ze gelijk bedenken wat ze met alle spullen daar moet en of ze weer een huis gaat huren in Amsterdam. De huur van het huis dat ze heeft loopt immers eind mei af.

Brieffragment over de vrouw Van Ginkel

[hebbe de heer wil ons behoeden,] ick ben meest met
het kraeme vande vrou van ginckel bekomert het
welcke int lest van meij sal sijn, int laest van
deese of int Eerst van de toekoomende weeck sal
ick met godts hulpe weer naer Amsterdam
moeten om te sien waer ick met mijn goet sal
blijfve weet niet of ickt al weer hier derf
brengen of hoe ick der meede sal doen daer
koomende sal ick sien hoet sal maecken, [de ordi]

Een zwangere vrouw zit op een stoel in een kamer. Haar twee dochters zijn bezig met handarbeiden. Tegelijkertijd regelt de vrouw het huishouden, ze houdt een sleutelbos in haar hand en door het raam geeft ze iemand aanwijzingen.
Moeder, Pieter van den Berge (mogelijk), naar Pieter van den Berge, 1694 – 1737. Collectie Rijksmuseum.

Salaris en declaraties

Margaretha is nog steeds druk met de assignaties en ordinanties, het wil allemaal niet vlotten. Ook heeft ze gesproken met een collega van Godard Adriaan: Johan van Gent, heer van Oostwedde. Hij heeft zijn declaratie ingediend en daar is grof in geschrapt. De arme man is er mistroostig van en ook dan praat ook nog heel Den Haag over zijn zoon die een ongepaste flirt heeft.

Brieffragment over de declaratie en de zoon van de Heer van Gent

[fange alst moogelijck is,] de heer van gent heeft nu
Eerst sijn dickleeraesi afgedaen gekreechge hebbe
ongelooflijck daer op geroijeert2Royeren: Schrappen van geldelijke posten , alsde wasvrou
en in plaets van tot sijn equipaese 800f doense
hem maer 400f goet en veel meer andere
poste diese geroijeert hebbe het welcke sij
mij hebbe laeten sien, sijn hEd is so melanckolijck
over alt miskontentement3Miscontentement: Ontevredenheid dat hij heeft dat on
gelooflijck is, daer bij komt dat sijn soon frits4Frederik Willem van Gent
de Amoers aende dochter van hooft diese Juff van
budtine5Onbekend (helaas nog…) noeme maeckt dat heel teegens haer
beijde sin is daer den heelle haech van waecht6Wagen: Ophef maken

Blikken servies

Tot slot houdt Margaretha haar man nog op de hoogte over de voortgang van de voorbereidingen over de vredesonderhandelingen in Aken. Margaretha heeft er een hard hoofd in, met al die oorlogsvoorbereidingen van de Fransen.

Een ronde platte tinnen plaat met een heel klein opstaand randje.
Teljoor van tin, anoniem, 1400 – 1600. Collectie Rijksmuseum.

Het blikken servies dat Margaretha voor haar man heeft laten maken is klaar! Zodat hij weet wat er verstuurd gaat worden schrijft ze dat even op: 6 dozijn teljoren, 24 ovalen schotels en twee paar kandelaars. Het woord teljoor, telloor of tailloor kennen we in de Nederlandse taal nauwelijks meer, maar in Vlaanderen en dialecten komt het woord nog wel voor. Slechts 8% van de Nederlanders herkent het woord en 53% van de Vlamingen. Een teljoor is een tafelbord. Margaretha wacht ondertussen op de zadels en de wijn die Godard Adriaan naar haar gestuurd heeft.

Eerste regel van brieffragment over vrede, servies en afsluiting
Brieffragment over vrede, servies en afsluiting

[hartigen,] hoewel ick vreese van die handelin

niet veel sal koome, om dat so men seijt de franse sulcke groote
preeperaesi tot den oorloch maecken, en ock dat sij Aernhem
so verstercke, se hebbe dartich duijsent mael hondert
duijsent steen geEist tot de fortifikaesi van Aernhem
te maecken, het blicke servijese te weete 6 dosijn talijoore en
24 ovaelle schootels met twee paer kandelaers sal ick
deesen avont naer Amsterdam sen aende heer Teminck
sende omtselfve voort op hamburch te bestelle, de wijn
en sadels sien wij noch int gemoete, ondertussche blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

sijn hoocheijt seijtme dat
en woonsdach of donderdach
toekoomende weer hier sal
sijn

  • 1
    Persuaderen: Ervan overtuigen
  • 2
    Royeren: Schrappen van geldelijke posten
  • 3
    Miscontentement: Ontevredenheid
  • 4
    Frederik Willem van Gent
  • 5
    Onbekend (helaas nog…)
  • 6
    Wagen: Ophef maken

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén