Mijn heer en lieste hartge

Tag: Staatse Leger Pagina 2 van 4

De herovering van Naarden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 september 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 13 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De brief van 9 september is verstuurd vanaf Amsterdam. Ontvanger Uyttenboogaard heeft namelijk tegen de drost gezegd dat hij de ordinantie niet kan betalen, en ook geen termijn kan geven, waarop Margaretha naar Amsterdam vertrokken. Ze wilde er wat druk achter te zetten. Ook is er zeer belangrijk nieuws uit Naarden… En Van Ginkel is erbij betrokken!

Geld en mannen

Het is heel fijn dat de troepen van Godard Adriaan inmiddels gearriveerd zijn, maar het maakt het dagelijks leven wel ingewikkeld. Margaretha had al moeite om de financiën van haar man en haar zoon bij te houden, nu komt dit regiment er ook nog bij. Het is de vraag wie al geld gehad heeft en waarvoor. Daarbij kunnen deze mannen ook weer uit verschillende potjes betaald worden. Gelukkig is er de oude vertrouwde Temminck waar Margaretha op kan rekenen, of dat bij alle officiers van de troepen ook zo is, vraagt ze zich serieus af.

Twee mannen, links de geldschieter met een vos met een vogel in de bek en rechts de burger met een hond.
De geldschieter en de burger, anoniem, 1700 – 1800. Collectie Rijksmuseum

Daarnaast is het de vraag welke troepen waar zijn en hoeveel man er nu echt zijn. Los van het feit dat er verschillende varianten zijn over de aantallen van de geleverde mannen, zijn goede manschappen ook bij andere regimenten zeer gewenst. Margaretha is er inmiddels achter dat meerdere mensen de mannen van Godard Adriaan claimen.

Margaretha schrijft alles minutieus op, hopelijk kan Godard Adriaan het nog volgen.

Brieffragment over troepen, betaling, demissie, bandelieren en een vaandel

[wat dichter bij] ock hebbenderseer veel siecke onder
die kompange geweest die meest al beetere, ick
heb bij provijsie tot betaeline van de 25 man 50f
aen gelt gesonde door den drost diet selfve aende
sergant jochem nicklaij1Onbekende sergeant heeft gegeefve en belast
alleen die 25 man daer meede te betaelle,
uhEd sal nu sijn demissie2Demissie: Verlof om uit de dienst te vertrekken om thuijs te koome hebe
ontfange, ick heb volgens uhEd schrijfve van Eerste
deeser noch 50 bandeliere3Bandelier: Een door musketiers dwars over den schouder gedragen riem, waaraan een zeker aantal houten of metalen kruidmaatjes waren vastgehecht; later werd aan den bandelier de patroontasch gedragen bestelt te maecke en
salt korlonels vaendel hier aent huijs vande
drost bestelle, [nu leijt sijn hoocheijt met het]

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Margaretha legerfinancier

In haar vorige brief vroeg Margaretha zich nog af of ze de troepen uit eigen zak moest betalen. Nu heeft ze de knoop doorgehakt. Ze heeft 50 gulden gereserveerd voor betaling van 25 man. De drost moet het geld aan een sergeant te gegeven, die ALLEEN deze 25 mannen daarmee mag betalen, en niets of niemand anders.

Maar dat is niet het enige dat Margaretha voor het leger doet. Ze laat op bestelling vijftig bandeliers maken en is nog van plan een kolonelsvaandel te laten maken.

Beschrijving staat in bijschrift
Bandelier of schelkoord (fragment) van groen zijden ripslint, met florale motieven geborduurd van zilverdraad en vloszijde, aan uiteinde ornament met afhangende slingers, rondom afgezet met lusjesfranje van metaaldraad, anoniem, ca. 1700 – ca. 1750. Collectie Rijksmuseum

Willem III met het leger voor Naarden

Willem III ligt met het leger voor Naarden. De stad, die vorig jaar juni door de Fransen is ingenomen, is op dinsdag 5 september omsingeld. In de eerste dagen van september zijn troepen met uitleggers naar Naarden gebracht. Margaretha schrijft niets over uitleggers, maar ze wist op 1 september al wel te melden dat er iets groots op handen leek te zijn. Willem III heeft de stad opgeëist, maar de Fransen geven zich nog niet zo gemakkelijk over. Tot nu toe zijn de Staatse troepen nog bezig geweest met het op orde stellen van het geschut, maar Margaretha gelooft dat de beschietingen van de vesting vandaag van start zullen gaan.

Brieffragment over Willem III voor Naarden

[drost bestelle,] nu leijt sijn hoocheijt met het
leeger voor naerde dat de heer van ginckel
voorleeden dijnsdach heeft berentBerennen: Het insluiten van een plaats, zodat die plaats belegerd kan worden sij begrae
fven haer daer voor sijn hoocheijt heeft de stat
doen op Eijschen dan hebbe geantwoort hetsel
=fve te wille defendeere, tot noch toe sijnse beesich
geweest met de baterijeBatterij: Een verzameling geschut te stelle so datter noch
niet op is gekanoneert maer gelooft me dat
vandaech begine sal, [de heer van ginckel]

Op de achtergrond Naarden. Op en om de wallen de rook van kanonnen. Helemaal op de voorgrond wat verschanste soldaten met kanonnen die naar de stad schieten. de baan van de kogel staat met een streepjeslijn aangegeven. Tussen de verschanste soldaten een zigzag loopgraaf naar de stad vol met soldaten.
Belegering en verovering van Naarden (detail van de beschietingen), 1673, Jacobus Harrewijn, 1684. Collectie Rijksmuseum.

Van Ginkel op de linkerflank

Margaretha heeft begrepen dat haar zoon het commando voert op de linkerflank. Hij heeft het zo druk; hij heeft nog geen dag rust gehad! Hij heeft laatst 40 uur achter mekaar op zijn paard gezeten en is oververmoeid. Ze hoop dat de Heer hem sterkt en gezondheid geeft en hem zal bijstaan.

Levensgrote cartoon van een charmante jonge man in een blauw harnas met lang, golvend rossig haar en een witte sjaal om. Hij staat met zijn linkerbeen ergens op en zijn linkerhand rust op zijn been, zijn rechter hand rust op een zwaard.
Godard van Reede van Ginkel in het Vestingmuseum Naarden.

Brieffragment over Van Ginkel op de linker flank

[vandaech begine sal,] de heer van ginckel
komandeert so mij geseijt wort de lincker vleu
=gelt vant leeger en heeft so veel te doen dat
hij nacht noch dach rust heeft heeft 40 Eure
te paert geseete, hoope de heer almachtich hem
sterckte en gesontheijt sal geefve om deese
swaere fatijgees4Fatigeren: Vermoeien te konne wtstaen voor waer
het komter op aen, [den vijant seijt me dat noch]

Plattegrond van Naarden omsingeld door de troepen van Willem III. Rechts een regiment dat omcirkeld is.
Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje (detail, met door de auteur groen omcirkeld Van Ginkel met zijn troepen), 1673, Romeyn de Hooghe, 1673. Collectie Rijksmuseum

Fransen, Spanjaarden en broodbakkers

Hoewel het erop lijkt dat het Staatse leger bij Naarden een klinkende overwinning zal behalen, is er nog geen eindoverwinning in zicht. Het Franse leger is nog zeer goed vertegenwoordigd in de bezette provincies en lijkt met geweld een troepenmacht te verzamelen. Men vreest voor een aanval op het Staatse leger. En dan zijn er nog de Spanjaarden, notabene de bondgenoten van de Republiek, die de schaarse levensmiddelen innemen zodra de schepen aanmeren! Ze willen niet eens betalen. Naast gebrek aan overige levensmiddelen, is er gebrek aan brood. Daarom zijn alle bakkers nu gelast dag en nacht voor het leger te bakken.

Eerste brieffragment Fransen, Spanjaarden en broodbakkers
Tweede brieffragment Fransen, Spanjaarden en broodbakkers

[het komter op aen,] den vijant seijt me dat noch
wel inde 40000 man inde ge veroverde provinsie
sterck is en dat se haer volck met gewelt
bij Een trecke so dat men vreest sij noch Een

Efort op ons leeger sulle doen, de spaense maecke groote
dees ordere, alser scheepe met vijfvrees5Vivres: Levensmiddelen en andere
behoefticheede in ons leeger koome so haellen sijtter
wt en koopent sonder te wille betaelle, waerom
de toevoer so groot niet is alser wel noodich
waer, en se somtijt broot gebreck hebbe nu is hier
aen al de backers gelast nacht en dach voort
leeger te backe en worter gesonde, [ick Maestri]

*Onderste boven aan de bovenkant van de pagina:
tis hier dach en nacht sulck quade natten reegenige
weer dat ick vrees ons leeger grootelijcks moet inko
modeere

Links staat een bakker deeg te kneden voor het raam, een weegschaal boven zijn werkbank. Achter hem een man die takkenbossen verzameld voor de over waar de vlammen uit slaan, daarachter staat een vrouw met een mandje. Daaronder de tekst: O schepper van het lieve brood, tot voetsel van het tijd'lick leeven, hoe heeft uw mildheidt ons genood, om ons uselfs tot brood te geeven, o brood dat uit den heemel viel, versaadigd ghij dan onse ziel
Bakker, Jan Luyken, 1694. Collectie Rijksmuseum.

Troepen in Amerongen

Maastricht is in elf dagen door de Fransen op de Republiek veroverd, hoe lang zal het nu duren voordat het Staatse leger Naarden op de Fransen verovert? Hopelijk staat de Heer ons bij. Margaretha zegt het niet met zoveel woorden, maar ze hoopt dat het allemaal snel voorbij is. In Amerongen zijn namelijk ook troepen gesignaleerd, en het schijnt dat er beesten gevorderd worden. En er was al niet veel meer over in het dorp…

Brieffragment over Maastricht en Amerongen

[leeger te backe en worter gesonde,] ick Maestri
hebbe de franse van ons in Elf dage gekreechge
hoet ons hier voor naerde gaen sal moete wij
sien de heer wel ons bij staen en sijne seegen
geefve, de partije loope tot Ameronge toe daer al
beeste vandaen hebbe gehaelt, so dat nu weer
op nieu alles bedurfve wort watter noch over
is gebleefve, [het doet mij leet dat het ter plaet]

Op het moment dat ze haar handtekening onder de brief van 9 september zet, heeft Margaretha maar liefst zes kantjes volgeschreven. Maar ze heeft nog meer te melden, want ze voegt nog een los briefje toe. Bij Wijk bij Duurstede schijnt de vijand een brug te hebben geslagen. Zouden ze zich in de Betuwe zich willen terugtrekken? Ze hebben in ieder geval flink in de omgeving geplunderd. In Amerongen wonen nog maar drie inwoners: Teunis Huijbertse, de secretaris en ene Jan Evertse. Wat een ellendige oorlog is dit toch…

Briefje over de ellendige oorlog

te wijck te duerstede heeft den vijant Een
bruch geslage somige meene dat is om
alstder op aen sou koome om haer reetreete
inde beetuwe te neeme, voor hebbense alle
bruchge afgebroocke, en de meeste dorpe
weer wt geplundert, te Ameronge sijn
maer drije mans int heelle dorp dat
is tunis huijbertse en de seekreetaris en Eenen
ijan Evertse, och wat Elendiger
oorlooch is dit, de heer almachtich wil
ons alle bij staen, men seijt deese nacht
met het ineeme vande konterscherp6Conterscherp: De buitenboord van eene vestinggracht daer
700 man in was en al omgekoome sijn
van donse wel bij de 1200 soude gebleefve
sijn

Zicht op Wijk bij Duurstede over de Lek. Op de voorgrond de rivier, in het midden de kerk met de stompe toren, links het nog volledig staande kasteel Duurstede, rechts het stadje met twee molens en een kade.
Gezicht op Wijk bij Duurstede, Adam Frans van der Meulen, 1672. Collectie Mobilier National Frankrijk
  • 1
    Onbekende sergeant
  • 2
    Demissie: Verlof om uit de dienst te vertrekken
  • 3
    Bandelier: Een door musketiers dwars over den schouder gedragen riem, waaraan een zeker aantal houten of metalen kruidmaatjes waren vastgehecht; later werd aan den bandelier de patroontasch gedragen
  • 4
    Fatigeren: Vermoeien
  • 5
    Vivres: Levensmiddelen
  • 6
    Conterscherp: De buitenboord van eene vestinggracht

Soldaten in beweging

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.

Brieffragment over de troepenwerving

reca. 9 7ber in Hamburg
haech den 4
septem 1673

Mijn heer en lieste hartge

Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die
mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer
godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein
Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6
Augusti heeft behandicht en geseijt volgens
uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede
gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man
aen de luijtenant van heer van Ginckels komp
tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat
de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de
heer van ginckel hier voer geschreefve dat
hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die
volckere bij een blijfve en niet en verloope

Een kapitein, staande ten voeten uit met een stok in de hand. Op de achtergrond twee soldaten.
Een kapitein, Willem Bartsius, ca. 1622 – ca. 1639. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha legerfinancier?

De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.

Brieffragment over de financiering
geefve

Van heetere heb ick noch niet konne spreecke
maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant
selfve reesgement sal wille aeneeme so lang
hij van sijn achterstallige vant lant niet
voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe
daer hij als noch niet een stuijver van kan
krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick
dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet
sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet
dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle

geefve [ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch]

Aan de tafel links zitten drie secretarissen die de schuld noteren en uitbetalen aan de man aan de andere kant van de tafel. De mannen rechts staan op hun geld te wachten. Rechtsboven genummerd: 45. Tekening maakt deel uit van een album.
Alexander de Grote betaalt de schulden van zijn soldaten af, Leonaert Bramer, ca. 1655 – ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.

Brieffragment dat Van Ginkel moet betalen

[geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch
draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompacompagnie
en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve

Laat je soldaten niet kapen

Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.

Brieffragment over het kapen van soldaten

uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier
verleege sijn om volck en hoese op passe als als de
duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe
sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die
offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het
volck meede heeft gegeefve is goet maer
anders soudens al Een toer konne speelle5een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken

Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.

Landschap met links op de achtergrond een kerk en recht op de achtergrond een molen. Vanaf de kerk een pad waarop een zwaar beladen ezel met daarachter een vrouw met een zweep in haar hand. Langs de weg staan drie grote bomen die veel wind vangen. Het regent pijpenstelen, de vrouw houdt haar hoed vast.
De heide tussen ‘s-Graveland en Hilversum. Drielst, E. van 1745-1818Wit Jansz., I. de 1744-1809. Collectie Noord-Hollands Archief.

Beweging op de Veluwe en in het Gooi

Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.

Brieffragment over Willem III op de Veluwe
Brieffragment over Waldeck bij 's-Gravenland en Loosdrecht

[dat betaelt heeft] , wat nu belanckt ons
leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge
veeluwe de graef van waldeck heeft opt

schrafelant6‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer
se haer begraefve7zich ingraven wat verder het deseijnplan
van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde,
de heer almachtich wilt selfve seegene en
ons in alles bijstaen, inwiens beschermin
=ge uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor
[dat ick beijde]

Rechtsboven aan de Zuiderzeekust met Naarden, direct daarnaast (midden boven het Naardermeer en links daarvan Weesp. Onder Naarden de woeste gronden waarin staat Goyland. Links hiervan de rechte ontginning van 's-Graveland en daaronder de ronde ontginning van Loosdrecht. De grens van Holland is roze, die van Utrecht is geel.
Fragment (o.a. Loosdrecht en ‘s-Graveland) van de kaart van de provincie Utrecht met aangrenzende delen van Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (Veluwe) door B. de Roij Sr., 1680. Collectie Het Utrechts Archief.

P.S.

Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.

Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn…
Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.

Brieffragment over doorsteken Grebbedijk

dit neffensgaende plakaet is hier vandaech
overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck
de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor
alles inde provincie van Wttrecht onder water
soude sijn, en dat het op die provincie soude
soude aangesien weesen

Een kaart waarop te zien is dat het land tussen Rhenen en Wageningen via Veenendaal Scherpenzeel. Renswoude en Woudenberg tot aan Amersfoort onder gelopen is.
Overzichtskaart van het overstroomde gebied in de Gelderse Vallei ten gevolge van de doorbraak van de Grebbedijk op de 5 maart 1855, het noorden ligt rechts. Collectie Gelders Archief.
  • 1
    Lützow
  • 2
    kapitein
  • 3
    compagnie
  • 4
    geïnspecteerd
  • 5
    een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken
  • 6
    ‘s-Graveland
  • 7
    zich ingraven

Ambassadeursroddels en geldnood

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 14 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De bekende tienduizend gulden is weer waar Margaretha haar brief begint. Weer is er geen vooruitgang te melden. Waarom ze er dan toch over blijft schrijven? Om Godard Adriaan op de hoogte te houden natuurlijk en om te laten zien dat ze hard werkt om betaald te krijgen. Het moet voor Godard Adriaan wat geweest zijn: iedere brief van vrouwlief die hij kreeg begon met steeds hetzelfde slechte nieuws. Toch fluit Godard Adriaan Margaretha hier kennelijk niet over terug, zoals hij dat bij andere zaken waar Margaretha iets te uitgebreid over doorging wel deed. Schijnbaar is dit onderwerp van groot belang voor hem. Begrijpelijk wel, het is tenslotte zijn salaris.

Eerste pagina van de brief
Brieffragment over verdubbeling van schuld

Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 7 deeser heb ick ontfange,
de state van hollant sijn vergadert, den ontfa
wt den boogaert1Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard wort hier verwacht die de raet
pensionaris2Raadspensionaris Gaspard Fagel belooft heeft te sulle spreecke
weegens onse betaeline van de bekende tien
duijsent gul, ick wacht daer op met het
versoecke van weer Een ordinansi, vrees
=sende dat als ick die weer versoecke sij noch
difisielder sulle weesen om deese te behaelle
maer so haest ick hoore wat hoop den ontfanger
mij tot de betaeline van deese geeft sal ick
weer Een versoecke, het gelt is niet te krijge 
uhEd sou niet geloofve hoe slecht het met de
betaelline gaet, en hoe scherp se overde be=
=taeline vande schattine maene, ick meende
en wist niet beeter of had met de betaelin
van de Eerste kapitaele leenin overt ijaer 1673
voldaen, en nu van weeck sendense mij wees
Een deurwaerder om de tweede kapijtaele
leenine overt selfve ijaer bine 24 Eeure

op peene van Een dubbelde som te moete betaele
het welcke ick dan weer voorde tweede mael
betaelt heb ter som van 200f, [int begin]

Salaris krijgt Godard Adriaan niet maar leningen moeten wel terugbetaalt worden. Zo was er van de week nog een deurwaarder langsgekomen die geld wilde. Had Margaretha hem niet afbetaald, was het bedrag als straf verdubbeld. Heel de Republiek is in geldnood en iedereen moet moeite doen om rond te komen. Zo ook de Staten-Generaal: de eerder aangekondigde honderdste penning moet in augustus weer betaald worden, net als de belasting op onroerende goederen.

Echter, niet iedereen heeft zin om dit te betalen wanneer de betalingen aan het leger zo slecht lopen en het geld daarnaast gestopt gaat worden in het versterken van steden die dan na tien of elf dagen toch wel in de handen van de vijand vallen. Het pessimisme zit er goed in bij de bevolking.

voor waer niet hoet gaen sal, so onwillich
worden de liede alse hoore dat de betaelin
so slecht voor de meeliesie gaet en dat de
steede die so veel van fortifiseere koste
en van alles so wel versien sijn so in 10
a 11 daege over in hande vande vijant
gaen, men derft niet segge maer se roepe
seer over de spaense, de heer almachtich
weet alles, met de naeste post sal ick
uhEd de meemoorije vande mij laest ontfan
gene twee duijsent gul sende op dat deself
kan sien wat ick daer van heb betaelt
so ick hier geen gelt ontfan weet ick geen
raet het wort tijt om alderhande provijsie

De geldnood heeft ook nog een ander nadelig gevolg: Margaretha kan niet op tijd voorraden voor de winter in slaan. Met name hout en turf zijn duur geworden. De constante regen is slecht voor de turf en heeft ook nadelige gevolgen voor het hooi. Margaretha vraagt zich af waar de ruiters nog hooi voor hun paarden vandaan zullen halen, wanneer er zo veel hooiland onder water staat en de regen de rest verpest. Het blijkt weer eens dat de Hollandse Waterlinie zowel een zegen als een vloek is.

Brieffragment over voorraad

[voorde winter te doen] turf en hout is seer
dier ten doet niet als reegenen dach op dach
dat niet goet opt hoeijhooi of turf is, soot so
voort gaet weet ick niet waerse hoeij voor
de ruijters sulle haelle, daer staet so veel
hoeij lant onder water en dat drooch leijt
wort vande reegen bedurfven, [sijn hoocheijt]

Het staatse leger trekt uit

Dat er hooi nodig is voor paarden mag blijken uit de rol die de ruiterij heeft gekregen van Stadhouder Willem III: ze zijn de Langstraat in gestuurd, een gebied tussen Breda en de Meierij van Den Bosch. Willem III is bezig met het formeren van een leger in het zuiden van Holland maar helaas is hij niet de enige die daarmee bezig is. Ook de Fransen zijn bezig met de voorbereidingen van snode plannen: menig takkenbos wordt naar de stad Woerden gesleept met een onduidelijk doel. In Utrecht zijn de Franse plannen een stuk duidelijker: daar willen ze simpelweg driehonderdduizend gulden van de inwoners hebben. Alsof het niets is…

Brieffragment over Willem III op de Langstraat

[wort vande reegen bedurfven,] sijn hoocheijt
doet vast Een leeger formeere so men seijt
gaet onse ruijterij s naer de langestraet3De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
derworde ock veel scheepe geprest4Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen., de heer
almachtich wilt voorneeme seegenen,
te woerde seijt me dat ock groote preepe
raesie gemaeckt worde datter meenichte
vande tackebosse gebrocht sijn die wel Eens
so lan als ordinaerise5Ordinaris: Gewoon(lijk), ick vreese sij alweer
wat voor sulle hebbe, tot de vreede seijt me
dat gans geen apreehensie6Apprehensie: Bevatting / besef hebben van is. Kan ook beducht, bezorgd betekenen. De context is onduidelijk, de heer wil ons
bij staen te wttrecht willense weer drijmael
hondert duijsent gul vande inwoonders hebbe
en dat voor kontrebuijsie over de maende
van meij en ijuini lestleeden, [de heer van]

Antieke topografische kaart van West-Brabant, destijds onderdeel van het gewest Holland met daarop de cultuur-historische regio's te zien. Links op de kaart ligt de Baronie van Breda, dan de Langstraat, dan het Land van Altena en vervolgens een deel van het gewest Gelderland.
Kaart van “Hollandiae pars meridionalior vulgo Zuyd-Holland” (met aanduiding van De Langstraat: Baardwijk, Waalwijk, Besoijen, Sprang, Vrijhoeve, Capelle, Waspik), z.j. Auteur: Nic Visscher. Via Streekarchief Langstraat Heusden Altena. Links groen is de Baronie van Breda, het roze midden onder is het Land van Altena en het witte daartussen is de Langstraat.

Diplomatieke rivaliteiten

Er heerst geldnood, de oorlog woedt door en het leven is onzeker maar ondanks al deze narigheid neemt Margaretha toch nog even de tijd voor roddels over Godard Adriaans rivaal, ambassadeur Daniël Oem van Wijngaarden, heer van Werkendam. De rivaliteit – van Margaretha’s kant tenminste – is al een tijdje gaande: al in maart 1672 schreef Margaretha over hem in weinig positieve bewoording en met enige jaloezie. Werkendam mocht namelijk een koets, zijn vrouw en een stel dienaren meenemen op missie naar Denemarken. Destijds was Werkendam al ambassadeur extraordinair terwijl Godard Adriaan nog maar ambassadeur ordinaris was.

Schandalig dus. Het laatste bericht over Werkendam was weinig positief: hij heeft een rommeltje gemaakt van zijn opdracht. Toch is Werkendam nu nieuwe eer ten dele gevallen: hij is door de Deense koning Christiaan V benoemd tot baron en is geridderd. Gelukkig niet tot de orde van de olifant merkt Margaretha op. Godard Adriaan is sinds 1660 ridder in deze orde die de hoogst mogelijke ridderorde in Denemarken is. Heeft hij toch nog een stapje voor op Werkendam.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden

[van meij en ijuini lestleeden,] de heer van
rhijnswou7Johan van Reede van Renswoude gistere bij mij sijnde seijde gehoort
te hebbe dat den heer van werckendam8Daniël Oem van Wijngaarden vande
koninck van deenmercke9Christiaan V was baron ge
=maeckt en Een ordere had bekoomen
dan geloofde niet het die vande oliphant was

Om de situatie nog wat spannender te maken: Werkendam heeft deze buitenlandse titel ontvangen zonder dat de machthebbers in de Republiek hier iets van wisten. Dat nemen ze Werkendam uiteraard kwalijk en Margaretha lijkt hier nogal van te genieten. Of er daadwerkelijk gevolgen zullen volgen is onwaarschijnlijk maar het is toch wel licht vernederend voor Werkendam. Het zijn de kleine pleziertjes in het leven die er toe doen…

Vervolg Daniel Oem van Wijngaarden

en dat hij dit buijten kenisse van den staet soude aengenoome
hebbe, het welcke sijn hEd meende seer qualijck soude
genoome worde, hij staet hier noch niet wel datter geen
goet toe sal doen, dan hij moet sijn doen verantwoorden,

Twee griffioenen houden een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij.
Detail van de plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen.

Troepen in beweging

Het lijkt er wel op dat niet alleen de ruiterij van Willem III zich nabij Den Bosch bevindt: zoon Godard van Ginkel schrijft dat de Franse voorhoede al nabij Heeze en Leende is. Een oogje houden op Heeze en Leende is belangrijk aangezien daar Godard Adriaans nichtje en haar man dame en heer zijn. Veel schrijft Van Ginkel er blijkbaar niet over: de Franse troepen lijken zonder veel problemen te zijn gepasseerd. Wat er verder volgt is iets wat enkel God weet – en Margaretha in haar volgende brieven natuurlijk.

Brieffragment over de Fransen bij Heeze en Leende

so komt Een brief vande heer van ginckel wt gorckom die schrijft
daer advijse10Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel te sijn dat de franse weer afkoome en de voor
troepees al hees en leen11De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant. gepasseert waeren so dat me gelooft
sij noch Eits sulle atenteere12Attenteren: ondernemen waert hem nu weer gelde sal
vrees ick dat mij haest sulle hooren de heere wil ons bij staen 
en bewaeren, inwiens heijlige bescherminge w uhEd be=
veelle, blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard
  • 2
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 3
    De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
  • 4
    Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen.
  • 5
    Ordinaris: Gewoon(lijk)
  • 6
    Apprehensie: Bevatting / besef hebben van
  • 7
    Johan van Reede van Renswoude
  • 8
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 9
    Christiaan V
  • 10
    Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel
  • 11
    De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant.
  • 12
    Attenteren: ondernemen

Niets schrijvenswaardigs

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Volgens Margaretha is er niets schrijvenswaardigs gebeurd. Maastricht is verloren en Lodewijk XIV zou al weer naar Parijs vertrokken zijn, hoewel in de ps blijkt dat hij nog bij Visé ligt. Willem III trekt zijn leger samen beneden de rivieren en bij de Engelsen rommelt het. Velen hopen op vrede. Maar waarom is Van Reede van Renswoude blijven zitten met zijn hoed op?

Willem III naar De Langstraat

Gezien het feit dat Lodewijk al weer onderweg naar Parijs zou zijn met een deel van zijn leger, gelooft men niet dat hij deze zomer nog tot extra aanvallen op de Nederlandse grenzen over zal gaan. Toch trekt prins Willem een groot deel van zijn leger samen in De Langstraat (omgeving Waalwijk en Raamsdonk), onder de Maas. Wat zijn plan daarbij is zal de tijd leren.

Brieffragment over het leger van Willem III

[naer parijs gegaen,] soot so is gelooft me niet
dat hij deese soomer op onse frontiere Eits1iets
sal atenteere2Attenteren: ondernemen , nietemin treckt sijn hoocheijt Een
gros van Een leeger bij Een het welcke so men
seijt haer inde langestraet3De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant sulle vergaere
daer se overmerge naer toe soude gaen,
wat het deseijn4Dessein: plan is sal ons den tijt leeren, [de]

Kaart van het gebied in Brabant tussen Heusden, Waalwijk en Geertruidenberg. Met de tocht van het Staatse leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat (de weg bij Waalwijk en Besoijen), 1625. Onder de plaat gedrukt een tekst in 3 kolommen in het Nederlands.
Fragment uit een afbeelding van de tocht van het leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat, 1625, anoniem. Collectie Rijksmuseum.

Muiderberg verlaten

Bovendien is er ook beweging bij Franse troepen elders in het land. Ze schijnen een zelf opgeworpen verdedigingswerk op de Muiderberg verlaten te hebben. Margaretha is bang dat dat betekent dat ze de legeronderdelen gaan hergroeperen, waardoor de Nederlanders extra op hun hoede moeten zijn. Velen denken dat er vrede komt.

Brieffragment over Muiderberg

[wat het deseijn is sal ons den tijt leeren,] de
vijant die Een schans of Eenich foortres
op de muijer berch5Muiderberg hadt gemaeckt hebbe so me
seijt het selfve verlaeten, en soude het vande
onse weer om veer geschoote sijn, wat dit vande
vijant segge wil kan men niet dencken ten
waere sij almee Een gos gros van Een
leeger bij Een wille trecken waerom wij op
ons hoede moeten sijn, veel sijn van opijnie
dat wij nu wel tot Een vreede sulle geraecke

Tekening van op de voorgrond en links een kaal landschap. Strand/duinachtig. Helemaal links een ruïne met een toren. Rechts de Zuiderzee met daarop een paar vage scheepjes. Aan de horizon liggen Muiden en Amsterdam.
Gezicht van Muiderberg op Weesp, Muiden en Amsterdam, Wenceslaus Hollar, 1634. Collectie Rijksmuseum.

Engelse admiraal op zijspoor

Ondertussen is er in Engeland onrust ontstaan rond James Stuart, hertog van York, en broer van koning Charles II. Toen deze hoogste admiraal van de marine bij het parlement om zijn nieuwe aanstellingsakte vroeg om de Engelse vloot weer aan te kunnen voeren, is deze hem geweigerd. Niet lang geleden is namelijk de Test Act aangenomen, die voorschrijft dat wie in Engeland een ambt wil bekleden, het avondmaal moet mee vieren in de Anglicaanse kerk. Als goed katholiek heeft James dat afgeslagen.

Brieffragment over James II

men seijt ock datter in Engelant Eenige desensie6dissentie: verschil van mening soude
sijn dat den hartooch van jorck7James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland beegeerende vant
parlement sijn Ackte om opt konins vloot te
komandeere en te gaen8James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was, deselfve seijde volgens
de preevileesie vant rijck9Margaretha heeft het hier over de Test Act hem dat niet konde
geefve voor en al Eer hij neffens andere litmaete
komuniseerde en belijdenis vande gereeformeerde
reeligie deede het welcke hij weijgert te doen
en sij hem tot alle bedieninge van Eenige schars
=gees10verantwoordelijkheden vant rijck so lange hij en alle andere daer in kontiniweert
onbequaem achten, dit sal daer int rijck al vrij ontstelte
=nis veroorsaecke, [van onse scheeps vloot hoore]

Portret van een serieus kijkende man met een dun snorretje, donkere ogen en een grote bos rossigbruine krullen. De achtergrond is bruin.
Portret van James Stuart, hertog van York (1633-1701), later koning James II van Engeland, door Sir Peter Lely, circa 1665-1670. Collectie National Portret Gallery Londen, NPG 5211.

Heer houdt hoed op

De vertegenwoordigers van de vier provincies in de Staten-Generaal hebben inmiddels allemaal een eed tot geheimhouding afgelegd met betrekking tot de vredesonderhandelingen in Keulen. Ze stonden allen met opgestoken vingers. Alleen de heer van Renswoude, vertegenwoordiger van Utrecht, bleef zitten en hield zijn hoed op. Wat dat wel mocht betekenen? Met de vier provincies bedoelt Margaretha de niet-bezette provincies Holland, Zeeland, Groningen en Friesland. Het is bekend dat Lodewijk XIV de onderhandelingspositie van Johan van Reede van Renswoude afwees omdat hij hem als inwoner van het bezette Utrecht als zijn eigen onderdaan beschouwde.

Hoed van zwart vilt, met brede rand, gevlochten koord van wit-blauw zilverdraad. Afkomstig van Hendrik Casimir I, graaf van Nassau-Dietz, gesneuveld bij Hulst 1640.
Hoed van Hendrik Casimir I, anoniem, 1612 – 1640. Collectie Rijksmuseum.
Brieffragment over Johan van Reede van Renswoude

de heere vande vier provinsie ter geeneraeliteijt hebbe alle haeren Eet van seeckreetie11geheimhoudingseed
over de saecke vande vreedehandelin met op gesteeckene
vingeren gedaen, behalfve de heer van rhijnswou die
preesent was maer met sijn hoet opt hooft bleef sitte
dat men niet weet hoet daer meede is of wat het bediet12beduidt, betekent

Het gevoel. Een man loopt, gebogen onder het gewicht van de enorme hoed die hij op zijn rug draagt, naar links. Uit de hoed steken de kop en nek van een vogel. De nek van de vogel is doorboord met een mes. De prent maakt deel uit van een serie met de vijf zintuigen.
Man met enorme hoed op zijn rug, Cornelis Saftleven, 1645 – 1706. Collectie Rijksmuseum.

Benen en banen

Bovenstaande vermeldt Margaretha in haar ps, waarin ze ook een aantal benoemingen opsomt, de stand van de gewonden en wie er overleden is. Graaf d’ Estrades is door Lodewijk XIV, die toch nog in de buurt van Maastricht is gebleven, benoemd tot commandant van die stad. De gewonden, Graaf van Dohna, Adriaan van Gent en de heer van Weede zouden nu buiten gevaar zijn, ‘de tweede zijn been kwijt, en het andere zijn kuit eraf’.

Naschrift

[uhEd getrouwe wijff
en dieners M Turnor]

vandaech met de
poste seijt me dat
de koninck noch niet naer parijs is maer met sijn volck tusche visee13Visé
en Maestricht noch leijt, da straed14eLouis Godefroi d’Estrades koman=
deert in Maestricht, de graef van dona15Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, ooster
=wee16Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde en wee17George Johan van Weede sijn so pester18Joan Pesters schrijft buijte prij
=ckel19perikel: gevaar de de tweede sijn been quijt en vant tande20de ander de kuijt af

Portret van een oudere man met een getekend gezicht. Hij heeft lichte ogen en een prominente neus. Zijn haar is donker en hij heeft lange krullen. Hij draag een wit kanten befje.
Portret van Louis Godefroi d’Estrades, Wallerant Vaillant, ca. 1647 – 1677. Collectie Rijksmuseum.

De heer van Werkendam21Daniël Oem van Wijngaarden zou als gezant zijn teruggeroepen uit Denemarken en vervangen worden door een ander. Dat zou volgens geruchten Godard Adriaan zijn, wat Margaretha niet gelooft. In Utrecht is de secretaris van de Staten van Utrecht Van de Poll overleden. In normale tijden zou zijn functie zijn vervallen aan de heer van Zuilen.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden en van de Poll

men seijt ock dat den heer van werckendam22Daniël Oem van Wijngaarden te wt deenmerck23Denemarken
weer komt en datter Een ander soude gesonde worden
datter gesproocke wort van uhEd daer toe te versoecke
het welcke niet wel kan aeneemen
beusechem schrijft mij dat den ontfanger seeckreetaris
vande state van wttrect vande pol te wttrecht aen
sieckte overleeden is, wiens amt naer den ouden sleur
aenden heer van suijlen soude vervalle sijn volgens
sijn soer24soer: zuster

  • 1
    iets
  • 2
    Attenteren: ondernemen
  • 3
    De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant
  • 4
    Dessein: plan
  • 5
    Muiderberg
  • 6
    dissentie: verschil van mening
  • 7
    James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland
  • 8
    James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was
  • 9
    Margaretha heeft het hier over de Test Act
  • 10
    verantwoordelijkheden
  • 11
    geheimhoudingseed
  • 12
    beduidt, betekent
  • 13
    Visé
  • 14
    eLouis Godefroi d’Estrades
  • 15
    Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna
  • 16
    Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde
  • 17
    George Johan van Weede
  • 18
    Joan Pesters
  • 19
    perikel: gevaar
  • 20
    de ander
  • 21
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 22
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 23
    Denemarken
  • 24
    soer: zuster

Gedurig Alarm

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 10 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Aanval afgeslagen

Bericht van Godard Adriaan: een deel van zijn geworven regiment is onderweg! En dat is hard nodig, want de afgelopen dagen waren vol gevaar. De aangekondigde aanval heeft nu echt plaats gevonden! 3000 Fransen raakten op 2 juni slaags met het Staatse leger, maar konden worden tegengehouden. Ze hebben zich nu op Jaarsveld teruggetrokken, maar als er meer hulp was geweest, was het misschien gelukt ze echt te verjagen.

Plattegrond met drie groene vlakken die langs een lijn die schuin omhoog loopt. Rechts boven een windroos (Noord is rechtsonder) onder de kaart tekst in een oud handschrift.
Plattegrond met drie groene vlakken die langs een lijn die schuin omhoog loopt. Rechts boven een windroos onder de kaart tekst in een oud handschrift. Kaart van de rivier de Lek ten oosten van Jaarsveld, door J. van Diepenem 1643. Collectie Het Utrechts Archief
Brieffragment over aanval

[hoet ons noch gaen sal] wij hebbe nu Etlijcke dagen
in Een geduerigen alarm geseeten en sij noch
niet vrij, de franse legge soot schijnt op haer loere1de Fransen liggen op de loer
sijn te ijaersfelt wel 3000 sterck die de onse voorlee
=de vrijdach hebbe geatackeert wmaer waeren te
swack so geseijt wort was de vijant al aent reetie
=reeren2retireren: terugtrekken hadden de onse maer Eenich seckoers3secour: hulp ge
kreege daer was kans geweest om den vijant
daer wt te slaen [daer wij nu hebbe moete doorga]

En dat gaat naar Den Bosch toe…

Hoewel het uiteindelijk goed is afgelopen zijn er natuurlijk wel doden en gewonden te betreuren, waaronder bekenden van Margaretha en Godard Adriaan. Dat weerhoudt het Staatse leger niet van plannen voor een tegen offensief, of minimaal het nog verder versterken van vestingen. Er is sprake van Breda, maar dat is eigenlijk best goed verdedigd. Den Bosch is een beter idee, want dat is slechter bezet en heeft een gouverneur die ‘suft en gehaat is’. Zou ze zich realiseren dat ze een portret van deze gouverneur geërfd heeft van haar oom? De Fransen kunnen steeds veel te makkelijk tussen Brussel en Den Bosch door Brabant marcheren, zonder dat men in Spaans Brabant een vinger uitsteekt. Margaretha heeft niet het idee dat de Spaanse Habsburgers echt met Frankrijk gebroken hebben.

Plattegrond van Den Bosch. De stad is breed van onder en smaller aan de bovenkant. De versterkingen en muren zijn goed te zien. De kerken zijn ingetekend.
Plattegrond van Den Bosch door Hubert Jaillot, ca. 1672. Collectie Bossche Encyclopedie
Brieffragment over Den Bosch

[wel bij de drije duijsent man,] andere meene om
dat breeda van alles so wel versien is dat sijt Eer
op den bos4‘s-Hertogenbosch sulle aen legge daer so geseijt wort
weijnich volck in is en Een goeverneur5John Kirkpatrick die
suft6suffen:in de war zijn en gehaet is als de pest, altijt de koninck7Lodewijk XIV van Frankrijk
met sijn volck is recht door brabant tuschen
bruijselBrussel en die plaetse heen gemarscheert sonder
dat de spaense de minste reesestensi8resistentie:verweer hebbe gedae
is dat met vranckrijck breecken, [nu waert]

Maar een actie van het Staatse leger met veel soldaten in het zuiden mag er natuurlijk niet toe leiden dat de posten in Holland weer onderbezet raken en een makkelijke prooi voor de vijand worden!

Op het portret is een borststuk te zien van een blanke man, naar rechts gedraaid. Kirkpatrick staat voor een rustige, donkere achtergrond en is afgebeeld binnen een ovaal met in de hoeken van het rechthoekige paneel een rand van rolwerk. Hij heeft een harnas aan met een zilveren sjerp en een witte, platte kraag met kant langs de rand. Hij heeft een snor en een smalle sik en donker haar tot op zijn schouders. Het portret bevindt zich in een eenvoudige, zwarte houten lijst.
John Kirckpatrick (?? – 1681), Jacob Franszoon van der Merck, 1635. Collectie Kasteel Amerongen.

Vijandelijke vloten naderen elkaar

Niet alleen op het land, ook 0p zee in de buurt van de Scheldemond, gaat het er om spannen. Cornelis Tromp heeft zich op Schooneveld bij de vloot van Michiel de Ruijter gevoegd. Die telt nu 70 grote schepen, branders en kleine scheepjes niet meegerekend. De Engelsen en Franse vloten liggen vlakbij, op slechts twee schoten afstand. Op 2 juni zijn sommige schepen nog dichter bij elkaar geweest, maar aangezien ze er niks meer over heeft gehoord, zullen ze vanwege de harde wind wel weer uit elkaar zijn gedreven.

Kaart met links een soort rond eiland: Walcheren. Bovenaan Vlissingen, Rechts o.a. Zoutelande en Westkapelle. Bovenaan ligt nog een andere kust met Casandt, Sluys en Brugge. In de zee liggen zandbanken. De kaarten is doorsneden met allemaal lijnen met cijfers erbij.
Fragment van een kaart de Vlaamse kust van Walcheren tot Boulogne, 1631, anoniem, 1631 – 1665. Collectie Rijksmuseum
Brieffragment over de scheepsvloot

ons scheeps vloote leijt
noch opt schoonevelt daer tromp9Cornelis Tromp met sijn scheepe
bij is daermee die 70 kapijtaelle scheepe sonder
de branders entvaertuijch sterck sijn, de Engel
gekonsijongeert10Conjungeren: Samen gaan met de franse legge op de hooch
te van blanckendael11Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux. geen twee schoote van
d onse, men seijt de brantwachte den 2 deese12De tweede van deze [maand]: 2 juni
al aen malkandere waere maar vermidts
mender niet naer der van hoort gelooft me
dat se door de stercke wint die wij Eenige dag
en noch hebbe van Een sulle geraeckt sijn

Vreemd volk goed betaald?

Vreemd volkBuitenlanders in Staatse dienst is overigens niet altijd te spreken over de betaling. Hannibal van Degenfeld, de aanvoerder van een regiment uit Saksen, schijnt zich beklaagd te hebben. Margaretha vindt het allemaal leugens: buitenlanders worden juist beter betaald dan ingezetenen. Dat Degenfelds mannen honger hebben geleden gelooft ze wel: hij steekt het geld immers in zijn eigen zak.

Prent van een man in een tent die aan een tafel zit. Hij noteert iets in een boek en op tafel ligt geld. Aan de andere kant van de tafel zit een soldaat op een kist met een dolk op zijn rug. Daarnaast staat een soldaat met een zwaard aan zijn zijde en een dolk op zijn rug. De afbeelding is rond en eromheen is een soort lijst getekend met putti, engeltjes en plantachtige figuren.
Uitbetaling van soldij, Jost Amman, 1573. Collectie Rijksmuseum.
Brieffragment over Deegeveld

dat deegevelt13Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen. so qualijck spreeckt en seijt dat
de vreemde naesie14de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk hier so qualijck getrackteer
wort is van hem valslijck geloochgen de vreemde
naesie sijn hier vrij beeter en promter betaelt als
de ingeseetene of oude meliesie, doch dat deege
=velts kompangi of volckeren onbetaelt honger
moeste lijde geloof dat waer is, want hijt gelt
in sijn sack stack ent volck onbetaelt liet

Van Willem III geen kwaad

Degenfeld zou ook nog eens gezegd hebben dat Willem III de vreemde troepen onbeschoft behandelt. Daar wil Margaretha helemaal niets van weten. Zijn hoogheid is, als ze de waarheid mag zeggen, ‘van geen brutaal humeur’. Dat heeft ze nog nooit gehoord en ze gelooft het ook niet.

Brieffragment over Willem III

maer dat sijn hoocheijt hem of Eenige vreemde
naesie qualijck of bruijske soude beijeegent
hebbe heb ick noijt gehoort ter kontraeijreije15in tegendeel
de ingeseetene hebbe altijt sijaloers geweest
dat me de vreemdeline vrij beeter beijeegent
de en trackteerde als haer, ock is sijnhooc
=heijt als ick de waerheijt sal segge van geen
brutael heumeur dat heb ick noijt gehoort
kant ock niet geloofve, [och of ik uhEd Eens]

Defltsblauwe afbeelding van een buste van Willem III. Boven hem komen twee engeltjes met een trompet uit een medaillon, samen houden ze een lauwerkrans vast. de afbeelding is omgeven door bladeren.
Fragment van Twee platen uit een kolom, De Grieksche A, naar Adrianus Kocx, ca. 1690. Collectie Rijksmuseum

Moeder en kind maken het goed

Ach, Margaretha wou maar dat ze Godard Adriaan af en toe kon spreken. Ze wijdt nog een paar zinnen aan de tienduizend gulden die ze maar niet loskrijgt en de belastingpachters die niks opleveren. De heer van Dieden16Johan Walraven van Gent, heer van Dieden laat Godard Adriaan hartelijk danken voor het feit dat hij via zijn bemiddeling het drostambt van de Keurvorst17Johan Walraven van Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde heeft gekregen. En fijn familienieuws: gerekend dat de bevalling pas veertien dagen geleden is, maken moeder en kind het zeer goed.

Naschrift over moeder en kind

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

sijnhoocheijt is
noch te gorckom
daer is de heer
van ginckel ock
de vrou van ginckel die vandaech
14 dage out inde kraem is, is
heel wel naer den tijt so is ock het kint

  • 1
    de Fransen liggen op de loer
  • 2
    retireren: terugtrekken
  • 3
    secour: hulp
  • 4
    ‘s-Hertogenbosch
  • 5
    John Kirkpatrick
  • 6
    suffen:in de war zijn
  • 7
    Lodewijk XIV van Frankrijk
  • 8
    resistentie:verweer
  • 9
    Cornelis Tromp
  • 10
    Conjungeren: Samen gaan
  • 11
    Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux.
  • 12
    De tweede van deze [maand]: 2 juni
  • 13
    Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen.
  • 14
    de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk
  • 15
    in tegendeel
  • 16
    Johan Walraven van Gent, heer van Dieden
  • 17
    Johan Walraven van Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde

Aanval op komst? Aanval op komst!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 29 mei 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 3 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha houdt het bij een korte brief vandaag. Ze begint met de melding dat het gelukkig goed gaat met haar schoondochter en kersverse kleinkind. En een gelukje: de aanval die dreigde, heeft nog niet plaatsgevonden.

Dreiging

Maar het gevaar is nog niet verdwenen, aangezien de vijand zich nog wel aan het voorbereiden is voor een aanval. Wel gaat het verhaal rond dat het eigen leger zich hier goed op voorbereid, het zou bijna onmogelijk zijn om door de verdediging heen te breken, maar Margaretha herinnert zich dat ze dit eerder heeft gehoord en dat de geschiedenis haar iets anders heeft geleerd. Oh god, en hoe moet dat toch met de bescherming van die schare kleinkinderen?

Brieffragment over aanval en verdediging

Rec. 3e. Junij in Hamburgh

haech de 29
meij 1673

Mijn heer en lieste

godt niet genoech konne dancke,] tot noch toe sijn wij
hier in rust en hebbe de vijantte op onse post noch
niet geatenteert1Attenteren: ondernemen hoewel men seijt sij alle preeperaesi
daertoe hebbe gemaeckt se hebbe Een bruch overden
rhijn tuschen Ameronge en wijck geslage men seijt
sij haere vergader plaets tot seijst hebbe en ock
op de heij bij naerde en dat se Amersfoort slechte
onse poste seijt me dat alle so wel versorcht en ver
=sien sijn dat naer menselijckerwijse onmoogelijck
is dat ser door konne, dan wij hebbe Een ijaer her
=waerts so veel gesien dat onmoogelijck scheen, dat
men daer niet gerust op kan sijn maer sitte in
geduerige vrees ick insonderheijt met al de kindere
en noch so Een versse kraemvrou [daer toe de heer]

Van Ginckel in Gorinchem

Haar zoon zit nog in Gorinchem. Daar voert de graaf van Hoorn het bevel. Naar de mening van Margaretha heeft de graaf zeker voldoende moed, maar of hij genoeg bekwaamheid bezit om zo’n belangrijke positie te bekleden, daar is ze niet zeker van. Margaretha vreest aan de lopende band. Het vertrouwen gunt ze alleen de almachtige Heer.

Allegorie van de dapperheid, Christian Bernhard Rode, 1788. Collectie Rijksmuseum.

De dromen van de Zonnekoning

Het gerucht over een mogelijke alliantie tussen de keurvorst van Brandenburg en de koning van Frankrijk wordt nu als waar beschouwd. Margaretha raakt politiek in de war. De Republiek heeft de keurvorst zo veel betaald voor het leger en nu het leger zo dichtbij is, sluit hij een vrede met de Fransen. Zonder het zijn bondgenoten te vertellen! Ze vraagt zich af waar het Lodewijk XIV eigenlijk om te doen is. De meeste mensen denken dat de koning van Frankrijk zijn zinnen heeft gezet op de titel Keizer van het Heilige Roomse Rijk. De keizer van het Heilige Roomse Rijk werd gekozen door de Duitse Keurvorsten, in 1658 had Lodewijk al een poging gedaan, maar was niet gekozen. Droomt Lodewijk XIV van een verzwakt Oostenrijk om zo de titel over te nemen?

Brieffragment over de vrede tussen de keurvorst en de zonnekoning

[hoope ick dat ons bij sal staen,] men hout hier nu
voorseecker dat de keurvorst met de koninck van
vranckrijck is geackordeert daer men hier seer over
roept dewijlle hij sulcke groote som gelts vande
staet heeft heeft getrocken , tsijn voorwaer onbegrijp
lijcke dinge dit dus buijten kennise van sijn gealiijeerde
te doen, ick vreese wij niet beeter met spange ock
sulle vaeren want hadden sij int sin gehadt te bree
=cke met vranckrijck souden de scheepe die so rijcklij
gelade met gelt en andere waere in haer havens
lagen wel aengehoude hebbe, nu t gaet wonderlijck
aen alle kante toe, nochtans geloofve veelle dat het
vranckrijck meest omt huijs t oostenrijck te doen
is en om roomskeijser te sijn , godt de heere weet
alles, [uhEd schrijfvens vande 23 heb ick ontfange]

Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met op een wit veld een dubbele zwarte adelaar onder een keizerskroon en met in de poten een zwaard en scepter, om de hals het ordeteken van het Gulden Vlies en op de borst een wapenschild met wederom het wapen van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met in het midden op dit wapenschild een blanco wapenschildje waar het wapen van de regerende koning of keizer ingetekend kon worden. Vlag op vlaggensteng en mastvoet.
Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk, anoniem, 1667 – 1670. Collectie Rijksmuseum.

Geen brief zonder kaas

Gelukkig heeft Margaretha onlangs nog een brief van haar man ontvangen, waar ze dankbaar voor is. Ze hoopt dat er snel geld geregeld kan worden, zodat zijn troepen snel ter plaatse kunnen zijn. En natuurlijk mag er geen brief voorbijgaan zonder een vermelding van een kaasje. Ze heeft een aantal kazen met Teminck meegestuurd, in de hoop dat ze snel in Hamburg aankomen.

Een tafel met in het midden een halve brokkelkaas met daarop een schoteltje boter. Links een bord met twee grotere vissen (haringen?) en daarachter een brandertje met kleinere visjes (sardientjes?). Rechts naast de kaas staat een tinnen kan, en een berkemeyer (glas met wijn) met daarnaast een bordje met schijfjes gedroogde worst. Voor de worst liggen op een servet witte broodjes.
Tafel met servies, kaas, worst en vis, Alexander Adriaensen, Collectie Museo del Prado, Madrid.

Toch een aanval!?

En plots krijgt ze tijdens het schrijven nog bericht dat de vijand klaar staat om de posten tot Alphen aan de Rijn aan te vallen. God mogen haar en de haren beschermen! Hopelijk schenkt de Heer het leger moed. En wenst ze dat de vijand te schande wordt gebracht. Ze moet er niet aan denken, stel dat het vijandelijke leger toch doorbreekt? Wat te doen?

Eerste brieffragment over de aanval op Alphen aan den Rijn
Tweede brieffragment over de aanval op Alphen aan den Rijn

[te bestelle,] so int schrijfve wort mij geseijt
datter seeckere advertensie2Advertentie: kennisgeving, bericht sijn dat den vijant
gereet staet om alle Eure onse post tot
Alfhen te Atackeere3Attaqueren: aanvallen, de heer almachtich wil
ons bewaeren en ons volck manlijcke harte

geefven en onse vijanden te schande doen keere
of se quaeme door te breecken wat sou ick doen
ick hoop alleen op dien groote en almoogende
godt, in wiens bescherminge uhEd beveelle en
blijfve
Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Attenteren: ondernemen
  • 2
    Advertentie: kennisgeving, bericht
  • 3
    Attaqueren: aanvallen,

Zware en bekommerde tijden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 mei 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 mei 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Het geld waar Margaretha in haar twee vorige brieven over heeft geschreven, ligt bij huisbankier Adriaan Temminck in Amsterdam. Margaretha denkt dat het geld voor de wervingen door Willem III eveneens aan Temminck is overhandigd, maar ze weet het niet zeker. Erg blij is ze trouwens niet met die Prins van Oranje…

Geen nieuwe Tocht naar Chatham

De Staatse vloot ligt ergens in de contreien van Schoneveld. Het plan was om de Engelsen, net als in 1667, te verrassen. Maar de Engelse schepen hadden de zeilen al gehesen; het plan viel in het water. We zullen zien of de Staatse vloot de vereniging van de Engelse en Franse vloot nog kan beletten.

Brieffragment over de scheepsvloot

[hebbe die dat ambacht daer doet,] onse scheeps vloot
leijt ontrent of opt schoone velt, quaeme wat te laet
omt deseijn1Dessein: plan te voltrecken de Engelse scheepe laechge
al seijl ree, nu sulle d onse sien ofse de konsijonsi2Conjunctie: vereniging
van de franse met dEngelse konne beletten

Gravure van twee grote zeilschepen. Het enge vaart naar links en heeft drie zeilen en de fok gehesen. Het ander vaart van ons af achter een andere schip aan. Beide schepen hebben een vlag met drie banen, waarschijnlijk de Hollandse driekleur. Bij de schepen is duidelijk te zien dat de luiken van de kanonnen open staan.
Twee grote oorlogsschepen, Reinier Nooms Zeeman, 1650-1667. Collectie National Gallery Prague.

Mopperen op Mompeljan

Wat Margaretha echt niet begrijpt, is dat Willem III het vacante commissaris-generaalschap aan Armand de Caumant, markies de Montpouillan, heeft gegeven. Godard van Ginkel is er ook zeer verbouwereerd over, maar daar hoeft Margaretha niet over uit te wijden – Godard Adriaan zal dit vast wel uit de brieven van zijn zoon kunnen opmaken. Als het niet zulke zware en bekommerde tijden waren, dan had Van Ginkel – uiteraard met toestemming van zijn vader – het leger adieu gezegd. Het is niet eerlijk, vindt Margaretha. Van Ginkel heeft de post al die tijd als waarnemer bekleed, en nu gaat een ander er mee vandoor! Het gaat Margaretha niet eens om het ambt of het geld dat met het commisaris-generaalschap gepaard gaat, maar om de aantasting van de eer. Een ingezetene van het land, die goed en bloed inzet, wordt gepasseerd voor een buitenlander. Zijn dit nu de vruchten van de mooie woorden en beloften van de Prins aan Godard Adriaan?

Eerste brieffragment over Mompeljan
Tweede brieffragment over Mompeljan

dat sijn hoocheijt het vakante komijsarisgenerael
=schap aen mompelijan3Armand de Caumont, marquis de Montpouillan die gisteren sijn Eet heeft
gedaen heeft gegeefve sal uhEd wt het schrijfve
vande heer van ginckel sien die daer vrij over ver=
=set is en niet weet wat hij doen sal, waerende tijde
niet so swaer en bekomert om de leefven alse sijn
hij sou met uhEd premisie quiteere maer wat sal
hij nu doen men heeft hem die plaets al den tijt
laeten bediene sijn hoocheijt heeft selfs teegens ver
scheijde geseijt dat hij sijn post wel heeft waergenoo
=men en nu gaet men en Een ander booven sijn hooft

tis voorwaer hart Een ingeseeten vant lant die goet
en bloet daer bij op set, ick kan niet segge hoeseer
mij dit speijt niet so seer om dit amt oft inkoome
van dien als om de smaet voorde werlt dit sijn
de vruchte vande schoone woorde en belofte die uhE
van tijt tot tijt sijn gedaen [doch paesijensi wij]

Schets met op de voorgrond links soldaten te paard die staan te kletsen. Rechts zitten twee soldaten op de grond. De soldaten staan voor een klein boerderijtje. Op de achtergrond meer mensen en ruiters en verschillende tenten.
Bereden soldaten in hun kwartier, Pieter de Molijn, 1650 – 1660. Collectie Rijksmuseum

De hand die alles bestiert

Margaretha vindt dat we niet moeten kijken naar de stok die ons tegenslag op tegenslag geeft, maar naar de hand die alles bestiert. En dan zegt ze iets heel interessants: was het niet beter geweest als we bij ’t onze waren gebleven? Oftewel, als ze thuis in Amerongen waren gebleven? Dan hadden ze het huis wellicht kunnen redden. Ach, het heeft vast allemaal een reden: we moeten hier volgens Margaretha de bestiering van de allerhoogste in zien.

Brieffragment over de hand die alles bestiert

[van tijt tot tijt sijn gedaen doch paesijensi] wij
moete niet sien op de stock die ons so slach op
slach geeft maer op die hant die alles bestiert
wie weet oft ons niet best waer geweest dat wij bijt
ons waere gebleefve hadent ons noch gekonserveer
en ons moogen behelpe so men best had gekost wie weet
hoet ons nu noch gaen sal doch wij moeten hier in
al meede sien op de bestierine der alderhoochste

Gravure van onderaf van een man met korte krullen en een baard die naar beneden kijkt en zijn handen ten hemel steekt (of wacht, hij is waarschijnlijk al in de hemel... omhoog dan). Een Engeltje vliegt boven hem, twee kijken om het bovenste randje en vier Engeltjes verschuilen zich achter hem en aan zijn zijde.
God omringd door putti (detail), Nicolas Dorigny, naar Rafaël, 1695. Collectie Rijksmuseum

Stank voor dank

Trouwens, nog even terug naar die benoeming van Mompeljan… Dat is dus allemaal bekokstoofd door een neef van Margaretha’s heer en liefste hartje. Hij bemoeide zich met de benoeming op verzoek van Hedwig van Brederode, een zus van Amelia van Brederode. En Amelia Wilhelmina van Brederode was, je raadt het al, getrouwd met de markies van Montpouillan! Nog een saillant detail, die neef van Godard Adriaan, waarschijnlijk Frederik van Reede, een zoon van nestor Johan van Reede van Renswoude, bewoog een jaar geleden nog hemel en aarde om een wit voetje te halen bij de De Witten. En nu loopt hij te slijmen bij de Prins! Hij waait met alle winden mee, of zoals onze briefschrijfster het verwoord, hij ‘hangt zijn huik naar de wind’. Vorig jaar was Margaretha nog door vorst, sneeuw en hagel van Amerongen naar Utrecht gereisd om hem en zijn neef Van Rossem te helpen met hun sollicitatie! En nu? Krijgt ze alleen maar stank voor dank.

Brieffragment over de neef en zijn neef

onse kosijn die uhEd naeme draecht4Vermoedelijk Frederik van Reede. Dit is in ieder geval de meest waarschijnlijke kandidaat heeft dit schoo
=ne werck opt versoeck van hetwich van breederoode
almeede helpe fasiliteere, maer ick sal ock daer
kan ent Eenichsins te pas komt niet verswijgen
wat Een vrint hij is geweest weijnich meer als Een
ijaer geleede doen hij noch heemel en aerde be=
weechde om onse vriende inde partij vande witte5Aanhangers van Johan en Cornelis de Witt, Staatsen te
trecken, en nu hanckt hij so de huijck naer de wint6De huik naar de wind hangen: ‘zijn overtuiging wisselen met de omstandigheden’. Een huik is een mantel zonder mouwen. Betekent hetzelfde als ‘met alle winden mee waaien’
en ist beste kint, hoe liep hij mij de voorleeden
winter Een ijaer ten ooren en deed mij door vorst
sneeuw en hagel van Ameronge naer wttrecht
reijse niet Eens maer vrij meer om niet alleen
hem maer sijn neef van rossom7Waarschijnlijk Adriaan van Rossem in haer solisi
=tasie te helpen, dit is nu de loon daer van
[nu mijn lieste hartge neemt het mij niet qualij]

Een elegante dame met een rode rok met lange biezen. Ze draagt een zwarte huik met een witte kraag en witte manchetten. Op haar hoofd heeft ze een zwarte shawl en in haar hand een blauwe veer.
Vrouw in een huik (detail), Gesina ter Borch, ca. 1652. Collectie Rijksmuseum

Het is immers het een op het ander

Op een gegeven moment dringt het tot Margaretha door dat ze wel erg veel aan het klagen is. Ze verontschuldigt zich en vraagt Godard Adriaan het haar niet kwalijk te nemen. Maar ze heeft het zo zwaar, en er is haast geen levende ziel waar ze vrijuit tegen durft te spreken. Het is een en al ellende. Eerst dat gedonderd met de compagnie, en nu weer dit… Oh, kon ze haar man maar weer eens onder twee ogen spreken. Eén ding weet ze zeker: wie op God vertrouwt, zal niet verloren gaan.

Eerste brieffragment over het klagen
Tweede brieffragment over het klagen

nu mijn lieste hartge neemt het mij niet qualij

de moet is mij so vol dat ick haest meen te bersten
en heb imers geen leevende siel daer ick vrij
teegens derf spreecken, tis imers teen opt ander
Eerst met de kompangi en nu weer dit, och mocht
ick uhEd Eens spreecken, nu dat kan niet sijn
paesijensi, naer deese tijt Een beeter die op godt
vertrout sal Evewel niet verlooren gaen[, ick wil]

Nieuwersluis en Nyenrode

De Fransen hebben geprobeerd om enige huizen in de omgeving van de pas door de Staatsen heroverde post te Nieuwersluis in te nemen, maar ze zijn door de Staatse troepen verdreven. Er zijn ook een paar Fransen gesneuveld. Margaretha heeft gehoord dat kasteel Nyenrode of het huis Ter Aa is afgebrand, maar dat gerucht is nog niet bevestigd. Wel schrijft ze dat de gravin van Waldeck, Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, bij haar is geweest en heeft verteld dat ze via via heeft gehoord dat huis Ter Aa is afgefikt. De gravin heeft dit in een brief van haar man, de graaf van Waldeck, gelezen. De graaf heeft het op zijn beurt weer van de Johan van Stockheim, die het commando voert over Nieuwersluis. Vreemd, want zover Margaretha weet hebben de eigenaren van Ter Aa wel betaald om het huis te bewaren.

Brieffragment over Ter Aa en Nyenrode

de post aende nieuwersluijs wort bij d onse noch
ingehoude8Nieuwersluis is op 13 mei 1673 ingenomen door de Staatse troepen den vijant heeft getracht daeron=
trent Eenige huijse inte neeme maer sijn van
donse daer wt gedreefve met verlies van Eenig
volck, nu seijt me datseet huijs te nieuwenroij9Nyenrode
oft huijs te dr A10Ter Aa soude afgebrant hebbe
doch hier is geen seeckerheijt van, so gaet de
graefvin van waldeck11Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, gravin van Waldeck van mij seijt de graef
van waldeck12Georg Frederik van Wakdeck-Eisenberg briefve gehadt heef van stockom13Johan van Stockheim
die aen nieuwer sluijs komandeert dewelcke
schrijft dat huijs ter d A afgebrant is vande
vijant, sij hebbe so ick meen almee tot afkoop
van brande en schade betaelt[, de sweetse]

Gravure van een ruïne. Midden een poort van twee pilaren met een fronton. Daarachter een zwartgeblakerde muur van ruim een verdieping hoog en de gaten van ramen. Een deel van de toren staat nog wel maar is ook geruïneerd. Drie mannen met een hondje staan naar het kasteel te kijken, links voor in de schaduw zitten ook twee personen. Midden boven staat de tekst "t Huys te Niewen rode"
Ruïne van Nyenrode, Isaac Sorious, 1672 – 1676. Collectie Rijksmuseum

Ongehoorde dingen

De Zweedse ambassadeurs die op weg zijn naar Aken voor de vredesbesprekingen, zijn bij de Bessemer hei tegengehouden door een partij Fransen. De Fransen wilden niet hebben dat de ambassadeurs door Maastricht trokken, waardoor de ambassadeurs nu een omweg moeten maken. Margaretha vindt het ongehoord, en eindigt vervolgens haar brief met de gebruikelijke afscheidsgroet.

Brieffragment over de Zweeds Ambassadeurs

[van brande en schade betaelt,] de sweetse
Ambassadeurs die naer Acke sijn koomende
op de bessemer heij14Bessemer ligt tussen Genk, Maasmechelen en Lanaken, tegen Nationaal Park de Hoge Kempen aan hebbe Een partij franse
daer gevonde die niet wilde lijde dat sij door
Maestricht soude passeere hebbense Een
ander wech om doen gaen, ongehoorde dinge
nu moet ick blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor


  • 1
    Dessein: plan
  • 2
    Conjunctie: vereniging
  • 3
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan
  • 4
    Vermoedelijk Frederik van Reede. Dit is in ieder geval de meest waarschijnlijke kandidaat
  • 5
    Aanhangers van Johan en Cornelis de Witt, Staatsen
  • 6
    De huik naar de wind hangen: ‘zijn overtuiging wisselen met de omstandigheden’. Een huik is een mantel zonder mouwen. Betekent hetzelfde als ‘met alle winden mee waaien’
  • 7
    Waarschijnlijk Adriaan van Rossem
  • 8
    Nieuwersluis is op 13 mei 1673 ingenomen door de Staatse troepen
  • 9
    Nyenrode
  • 10
    Ter Aa
  • 11
    Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, gravin van Waldeck
  • 12
    Georg Frederik van Wakdeck-Eisenberg
  • 13
    Johan van Stockheim
  • 14
    Bessemer ligt tussen Genk, Maasmechelen en Lanaken, tegen Nationaal Park de Hoge Kempen aan

De vijand slaapt niet en is vol praktijken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 15 mei 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 mei 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft dringend om geld gevraagd voor de werving van het nieuwe regiment in Duitsland. Maar zoals bekend zijn er geen contanten te krijgen. Margaretha legt haar man uit dat de soldaten thuis ook al nauwelijks betaald krijgen.

Soldaten onbetaald

Korporaalsvrouwen moeten bedelen om brood. Het schijnt dat sommige officieren het geld dat voor de soldaten bedoeld is, in hun eigen zak steken. Van Ginkels compagnie wordt gelukkig redelijk betaald, maar zijn salarisverhoging krijgt hij nog niet. Terwijl we het hier wel over een vitaal beroep hebben!

Brieffragment over betaling leger

ick derf niet segge hoe de ruijters en arme soldate
Een deel van wan betaeline1wanbetaling klaechge ija korperaels
vrouwe gaen bidde om Een stuck broot, en konne
niet subsijsteere, ick geloofve het ock veel aende
offijsiers schort diet gelt in haer beurs steecke ende
arme soldate onbetaelt laeten, de kompangi vande
heer van ginckel wort nu reedelijck wel betaelt
maer van sijn hoochge tracktement krijcht hij
noch niet, [sijn hoocheijt is gistere weer hier gekoo]

Een vrouw zit tegen haar rugzak aangeleund, haar hoed bedekt haar gezicht. In haar linkerhand houdt ze een hoed op. In een draagzak zit een zuigeling.
Bedelende soldatenvrouw, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1764. Collectie Rijksmuseum

Willem waakt

De veiligheidssituatie blijft precair, met de verse Franse troepen onder leiding van Condé in het land. Willem III heeft de posten bij Muiden en de Hinderdam geïnspecteerd. De zogenaamde aanval op de Hinderdam was inderdaad vals alarm, er zijn alleen wat paarden en koeien gestolen. Zijne hoogheid is waakzaam genoeg. Margaretha lijkt echt vertrouwen in hem te hebben. Alle legerposten zijn nu op orde, en menselijker wijs kan er niets misgaan. Maar ja, ze hebben afgelopen jaar wel meer meegemaakt, niets is zeker. Want ook de vijand slaapt niet en ‘is vol praktijken’ (streken).

Brieffragment over wakende Willem

sijn hoocheijt viegeleert2Vigileren: waken genoech bij sijn versuijm hebbe
wij geen ongelucke te verwachten al de poste sijn wel
versorcht, naer menschelijcker wijse ist onmoogelijc
datser door konne breecke, dan wij hebbe so veel in
Een ijaer herwaerts beleeft en gesien datter niet
van te verseeckeren is, de vijant slaept niet is
vol pracktijcke, [sijn hoocheijt sendt drije reesgemente]

Een bruine tekening met op de voorgrond de oever van een rivier, links bosjes met een boom, rechts alleen bosjes. Op de rivier een zeilboot in het midden en daarachter wat minder goed uitgewerkte roeiboten. Aan de overkant van de rivier ligt een stad met een stadsmuur met torens en poorten. Boven de stad steken verschillende kerktorens uit, rechts een molen.
Gezicht op Schoonhoven, Johannes Leupenius, 1653 – 1693. Collectie Rijksmuseum

De prins heeft ook drie regimenten naar Friesland gestuurd. Zelf blijven hij en de graaf van Waldeck met een “vliegend” (flexibel) leger in de buurt van Alphen en Schoonhoven. Zodat ze bij een eventuele aanval snel ter plaatse zijn. Een mooi succes: Nieuwersluis is weer in eigen handen gekomen. God geve dat het zo blijft!

Brieffragment over vliegend leger

men seijt sijn hoocheijt met de graef van waldeck
met Een vliegent leeger ontrent schoonhoofve
en Alfhen sulle blijfve om ofse Eenige van
onse post mochte atackeere daer terstont
bij te sijn donse3De onzen: ons leger hebbe aende nieuwe sluijs nu
weer post gevat godt geefve sijt mooge behou
=de, [wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe]

Oorlogsvloot

Inmiddels is de uitgevaren oorlogsvloot gesignaleerd ter hoogte van Oostende, zeilend richting de Theems. Gaan de plannen slagen?

Brieffragment over de scheepsvloot

[voor swaerder wil bewaeren], onse scheepsvloot
is voorleedene vrijdach smergens ontrent 4 Euren
op de hoochte van oostende gesien en seijlde naer de
teems4Thames van waer alle daege men verwacht te
hooren wat suckses van het deseijn5Dessein: plan is, [dus verde int]

Plattegrond van oostende. De bastionstructuur is duidelijk te zien. Aan de bovenkant de Noordzee en het strand, rechts de haven. Onder de plattegrond staan een paar gravures.
Plattegrond van Oostende met stadsgezicht, Matthaeus Seutter (III), 1708 – 1757 Collectie Rijksmuseum

Inwendige mens

Margaretha vergeet als altijd de inwendige mens niet in haar brief. In de eerste plaats het inwendige mensje dat er bij haar schoondochter uit moet: volgende week zullen ze toch echt naar Amsterdam gaan om daar veilig te kunnen bevallen. En in de tweede plaats haar eigen inwendige mens die erg blij is met het vat wijn dat Godard Adriaan heeft gestuurd. Ze hebben het inmiddels aangebroken en de inhoud is heerlijk. Wijn is nu erg duur, en boter ook: 8 stuivers per pond.

Bireffragment over de kraamvrouw en de wijn
Brieffragment over de prijzen van boter en wijn

[=de] wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe
koomende weeck met de vrouw van ginckel en haer
kindere naer Amsterdam te gaen om haer
kraem met godts hulpe daer wt te houde
de heere wille Een goede verlossine en gesonde
vrucht verleene, wij hebbe de wijn die uhEd mij
heeft beliefve te sende ontsteecke is heel goet
bedancke deselfve noch seer voorde goede sorchge


die hij voor ons draecht, booter en wijn is hier seer
dier het pont booter kost hier noch al 8 en 9
stuijvers, [het ongeluck heeft den heer van ginckel]

Bouwmeester als boodschappenjongen

De Parmezaanse kaas (verblijfplaats nog steeds onbekend) zit Margaretha hoog. Zo hoog zelfs, dat ze de keurvorstelijke bouwmeester, Michiel Mattheus Smits, inschakelt. Terwijl ze zit te schrijven staat hij op de stoep met een brief van Godard Adriaan. Hij heeft weinig tijd, want hij is op doorreis naar zijn familie in Breda. Hij belooft daar naar de kaas te informeren en op de terugreis wat langer te blijven.

Brieffragment over de bouwmeester en de kaas

[hooren wat suckses van ht deseijn is] dus verde int
schrijfve kom den boumeester vande heere keurvorst
van brandenburch6Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen die mij uhEd aengenaeme7aangename brief behandi8behandigt:overhandigt
hij is so haestich dat hij niet wilde sitten maer so voort
naer breeda vertrecken, sal daer naer de perme
saense kaes verneemen, als hij weer komt heeft
belooft weer aente sulle koome sal hem dan so wij
noch hier sijn versoecke Een maetijt met ons te Eete
en so veel onthael doen als wij konnen,

Portret van een man die ons zijdelings aankijkt. Hij draagt een jas met knoopjes en een strik op zijn schouder. Hij heeft een kanten sjaaltje om. Hij heeft lang haar met een slag en een brede maar dunne snor. Onder het portret staat Michael Mathias Smidts Serenissimi Electoris Brandenburgici Frerici Guilelmi Magni Architectus.
Michael Matthias Smidts (1626 – 1692) door Jacques Vaillant, 1685.Collectie: Stadtmuseum Berlin © Repro: Michael Setzpfandt Berlin

Twee oude heren en nog meer kaas

Met oom Dirk Adolf van Reede in Wijk bij Duurstede gaat het voor zijn doen goed, voor zover Margaretha weet, maar ze heeft eigenlijk al een poosje niet van hem gehoord. Blijkbaar heeft Godard Adriaan naar hem gevraagd. Deze oom is een broer van zijn vader en loopt al een eind in de zeventig. Een opmerkelijk familielid, want als twintiger is hij bij de Jezuïeten gegaan en ondertussen bedient hij al zo’n veertig jaar redelijk ongestoord als priester de katholieken in Wijk. Zijn gezondheid begint wat achteruit gegaan. Uiteindelijk zou hij in 1674 overlijden.

Een man met gesloten ogen, een snor en een paar dagen baardje. Op zijn hoofd een zwarte kap waar grijze krullen onderuit steken. Om zijn nek een lichtblauwe stola met een rode rand. De kleding eronder is wit. Aan de rechter kant een opengetrokken blauw gordijn. Rechts in de hoek staat RP Theod: Reede M 1674 12 Dec Aet: 74 MIS 41
Dirk Adolf van Reede op zijn doodsbed 12 december 1674 op de leeftijd van 74 jaar. Collectie Parochie H. Suitbertus, Culemborg

Van een andere oude heer die net ziek is geweest, Johan Temminck in Hamburg, vindt Margaretha zeker dat hij aan moet sterken, want ze stuurt hem…kaas. Geen Parmezaanse, maar ‘S-Gravenzandse kaas dit keer.

Brieffragment over oude mannen en nog meer kaas

[vant lant vereijst] onse oom van reede9Dirk Adolf van Reede weet ick niet
beeter of is naer sijnen doen reedelijck wel is noch
tot wijck10Wijk bij Duurstede, dan heb nu in Eenige tijt herwaerts niet van
sijn hEd gehoort, ick sal met deerste geleegentheijt
Een paer goede schraefvesantse11’s Gravezandse kazen voor den goede
oude heere teminck sende wenste te weete wat
hem aengenaem mochte sijn, sal nu blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

  • 1
    wanbetaling
  • 2
    Vigileren: waken
  • 3
    De onzen: ons leger
  • 4
    Thames
  • 5
    Dessein: plan
  • 6
    Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen
  • 7
    aangename
  • 8
    behandigt:overhandigt
  • 9
    Dirk Adolf van Reede
  • 10
    Wijk bij Duurstede,
  • 11
    ’s Gravezandse

Haagse heisa

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 mei 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 mei 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief schreef Margaretha over de kwitantie. Het lijkt goed te gaan, in tegenstelling tot de ordinantie van de 10.000 gulden… daar heeft ze nog geen cent van gezien. En dan zijn er ook nog Franse troepen gesignaleerd bij de Hinderdam en weet ze zich geen raad met de hoogzwangere Philippota. Zal de vloot binnenkort misschien goed nieuws brengen…?

Fransen aan de Hinderdam?

Fort de Hinderdam in vogelvluchtperspectief. Onder stroomt horizontaal de vecht. Aan de linkerkant ligt een dam met een soort opening waar een bootje door vaart. Rechts vaart een trekschuit met een paard op het jaagpad. In het fort zijn een paar soldaten. Naar boven toe ligt ook een water met een dam.
Fort Hinderdam. Uit Lambert van de Bos, Toneel des oorlog, 1675. www.edward-wells.nl/catalogus, Public domain, via Wikimedia Commons Wikimedia

Er is weer alarm geslagen! Het gerucht gaat dat de vijand zich rondom de Hinderdam begeeft. Een paar maanden geleden is de schans bij de Hinderdam omgevormd tot gebastioneerd fort. Margaretha vreest dat de vijand het op de Hinderdam heeft gemunt en een plaats zoekt om door te breken, maar er wordt geen woord over losgelaten.

Brieffragment over de Hinderdam

[tijt gehandicht,] nu mijn lieste hartge krijge
wij alweer Eene alarm en seijt me dat
de vijant aenden hinderdam1Fort Hinderdam ligt in Utrecht aan de Vecht tussen Nigtevecht en Uitermeer en was onderdeel van de stelling van Amsterdam. In 1673 is er een stenen bastion gebouwd. In 1674, nog tijdens de bezetting van Utrecht door de Fransen, heeft Amsterdam bij Muiden een zeesluis gebouwd en de sluis in de Vecht bij Hinderdam gesloopt en het recht van inundatie van Utrechts gebied opgeeist. Ben geen aanval bij Hinderdam tegen gekomen.  wil atack
=queert daer is wat te doen dant wort
seer geseeckreeteert ick vrees ick vrees
dat wij der van sulle hebbe en dat den
vijant op deene plaets of dander sal
soecke door te breecke[, dat kraeme van]

Krantenbericht: Wesop den 11 Mey. Op gisteren vertoonden haer omtrent den Hinderdam, 150 Fransse Officieren, men meynt dat de Prince van Conde daer by geweest ism ode Duc de Anguyn, by haer hebbende 600 Soldaten; doch zijn weder vertrocken sonder yets te ondernemen. Op Gisteren zijn binnen Naerden noch 2 Regimenten gekomen, of sy nu tegens ons yets sullen attendere, moet men verwachten. wy zijn altoos op onse hoeden.
Bericht uit de Oprechte Haarlemsche Courant van 13 mei 1673. Volgens het krantenbericht zouden zich op 10 mei inderdaad 150 Franse officieren en 600 soldaten bij de Hinderdam hebben opgehouden, maar zijn ze vertrokken zonder iets te ondernemen. Via Delpher.nl

Hoogzwangere Philippota

De toestand van haar schoondochter drukt zeer zwaar op de gemoedsrust van Margaretha. Zoals het er nu voor staat, is ze genoodzaakt de komende week met de hoogzwangere Philippota en de kleinkinderen richting Amsterdam te vertrekken. Oh, de heer almachtig wil ons land bewaren en ons allen bijstaan…

Brieffragment over Ursula Philippota

[soecke door te breecke,] dat kraeme van
onse dochter leijt mij seer swaer opt
hart en naer dat de saecke gaen sijn
wij gereesolveert inde toekoomende
weeck met haer en de kinderen naer
Amsterdam te gaen, de heer almach
=tich wil ons lant bewaere en ons alle
bij staen[, onse pleijne potensiaerijse sij]

In een ruimte staat een tafel, links zit een hoogzwangere vrouw met haar benen wijd. Ze steunt met haar linkerhand haar hoofd, haar elleboog rust op tafel. Rechts zit een heer op een stoel druk te schrijven. Links in de ruimte staat een bed, erachter komt een vrouw een glas met pis brengen.
Arts en vrouwelijke patiënt, Jan Steen, ca. 1665. Collectie National Gallery Prague

Ambassadeurs in Aken

De plenipotentiarissen – de hoogste rang die een zeventiende-eeuwse Staatse ambassadeur kon hebben! – zijn gisteren en vandaag vanuit de hofstad richting Aken vertrokken. Johan van Reede van Renswoude heeft uiteindelijk tóch toestemming van de Franse koning gekregen om als gevolmachtigde namens de Republiek in Aken te onderhandelen, en zal binnen een aantal dagen zijn collega’s volgen. Voor hem is er een slaapplaats gereserveerd bij Hieronymus van Beverningh in huis.

Brieffragment over Johan van Reede van Renswoude

[bij staen,] onse pleijne potensiaerijse2Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een andergemachtigd is te handelen sij
gistere en vandaech van hier naer
Acken vertrocken, de heere van
rhijnswou seijt me dat sijn pas vanden
koninck om over de saecken van sijnhoo
meede naer Acken te mooge gaen ge
kreechgen en sal so geseijt wordt nu in
weijnich dage volgen en bij den heere
beeverline in Een huijs loosgeere[, onse]

Komt de vloot in actie?

De vloot is eergisteren met zo’n 48 schepen voorbij Scheveningen gezeild. Er gaan geruchten op dat het plan is om richting de rivier de Theems te varen om aldaar de vereniging van de Franse en de Engels vloot te beletten, waarbij ook de Engelse schepen in de haven in de hens zullen worden gezet. Afgelopen dagen heeft het goed gewaaid, dus de Staatse vloot zal zich waarschijnlijk al in de Engelse wateren begeven.

Brieffragment over de vloot

[beeverline in Een huijs loosgeere,] onse
scheeps vloot is met ontrent 48 scheep eergistere
merge voor bij scheefveline3Scheveningen geseijlt so geseijt wort
naer de teems om te sien ofse de konsijonsi4Conjunctie: vereniging, samengaan vande
Engelse met de franse scheepe kan belette en
de Engelse scheepe in haer havene ruweneere , die
=wijl de wint seer goet is geweest en noch so is
gelooft men datter onse vloot al is, de heere wil
haer deseijn seegenen en ons wat geluck geefve

Op de achtergrond een heuvelachtig landschap, op de voorgrond een riviermonding. Op de voorgrond liggen allemaal zeilschepen, aan de rook de zien schieten sommigen hun kanon af. Aan de kust en verder landinwaarts zie je diverse rookkolommen waar iets in de hens staat.
De Staatse vloot verraste in 1667 de Engelse vloot bij Chatham, waarbij schepen in de hens werden gezet en tot zinken werden gebracht. Een herhaling van zetten…? Tocht naar Chatham, Willem Schellinks, ca. 1668. Collectie Rijksmuseum

En het Staatse leger?

Behalve op zee, woedt de oorlog ook op het land nog altijd door. Margaretha verlangt ernaar iets te horen. Prins Willem III is zojuist vertrokken, en op de Haagse wegen is het een hele heisa. Maar echt veel nieuws is er niet. En de postmeester wil weg, dus Margaretha moet afsluiten.

Afsluiting brief

mij verlanckt seer waert hier te lant te doen
is sijn hoocheijt is so aenstonts vertrocke het rijdt
hier door den haech seer dan men kan niet weete
wat het is, en de post wil wech ick blijf

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Een man met een gevederde hoed, een platte kanten witte kraag en grote kanten manchetten heeft zijn mond halverwege een woord open. In zijn hand heeft hij een brief. Je ziet het zegel nog net zitten.
Man met een brief, anoniem, 1667 – 1714. Collectie Rijksmuseum

Toch nog een kattenbelletje

Blijkbaar heeft de postmeester toch niet zoveel haast, want Margaretha heeft nog tijd om belangrijk oorlogsnieuws in een PS op te nemen. Het schijnt dat de vijand een hoop troepen heeft gemobiliseerd. De Prins is naar Muiden vertrokken en heeft Van Ginkel gelast hem te volgen, waar Van Ginkel uiteraard gehoor aan heeft gegeven. Ach, zijn zwangere vrouw en vier kinderen…
Gelukkig kan ze nu nog wel even ‘Mijn lieste hartge’ toevoegen. Met ‘Adieu’!

Kattenbelletje

de post so geseijt wort, wert noch
niet geatackeert maer men heeft
advertensie5Advertentie: kennisgeving, bericht dat de vijant al sijn
volck bij Een treckt, waerom sijn
hoocheijt naer muije6Muiden en daer ont=
trent wil heeft de heer van
ginckel belast mee te gaen
die hem so aenstonts volcht
tis hier als heel in roor de
heere wilse en ons alle be=
waere wij sitten hier in geen
kleijne benoutheijt had ick die
swangere vrou met haer
vier kinderen niet, gafver
niet om sou mij selfve wage
adieu mijn lieste hartge

  • 1
    Fort Hinderdam ligt in Utrecht aan de Vecht tussen Nigtevecht en Uitermeer en was onderdeel van de stelling van Amsterdam. In 1673 is er een stenen bastion gebouwd. In 1674, nog tijdens de bezetting van Utrecht door de Fransen, heeft Amsterdam bij Muiden een zeesluis gebouwd en de sluis in de Vecht bij Hinderdam gesloopt en het recht van inundatie van Utrechts gebied opgeeist. Ben geen aanval bij Hinderdam tegen gekomen.
  • 2
    Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een andergemachtigd is te handelen
  • 3
    Scheveningen
  • 4
    Conjunctie: vereniging, samengaan
  • 5
    Advertentie: kennisgeving, bericht
  • 6
    Muiden

Huis in de hemel

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 maart 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

Leek Margaretha in de vorige brief de wanhoop nabij, deze brief is de wanhoop tastbaar: als de Heer almachtig niet te hulp schiet, zijn allen verloren. Toch is er een klein wondertje: ze heeft drie brieven van haar man gekregen!

Soldatenleven

Het begint met de droevige staat van het Brandenburgse leger. Juist nu het zo nodig is, lijkt daar niet veel van over. Met het Staatse leger lijkt het niet beter gesteld. De staat is tergend traag. Nu zijn de milities aangeschreven dat de rekrutering van het leger voor 15 april gereed moet zijn. Dat is leuk bedacht, maar er wordt geen cent uitbetaald. Er zijn compagnieën bij die al meer dan een jaar niet uitbetaald zijn. Bij de cavalerie zijn ze drie à vier maanden achter met betalen. Daar verkopen ze zelfs hun laarzen om voer voor de paarden en brood voor zichzelf en hun familie te kopen. Die arme prins. Hij denkt met een goed leger voor de dag te komen, maar door de traagheid van de regering, zit hij met de gebakken peren.

Brieffragment financiën leger
Brieffragment over teleurstelling Willem III

[is,] de meliesie is aengeschreefve haer reekruijteerin
te doen en sonder wtstel teegens den 15 April ge=
=reet te sijn, men geeftse niet Een stuijver gelt
daer sijn kompangie die 12 a 14 maende ten achter
sijn de ruijterij is meest 3 en 4 maende ten
achteren moeten alles versette wat sij hebbe tot haer
steefvels in kluijs omt voer voor haer paerde en
broot voor haer selfs vrou en kindere te kooppe, de
heer van ginckel al wat hij grijpe en vange kan gaet
tot betaelline vande kompangi, en de kantoore
sijn op gepropt van gelt men seijt der meer als
vier mielijoene kontant leijt tot betaelline vande
meeliesi en daer komt geen ordere omt gelt wt
te telle, tis meer als bedroeft de traecheijt die bij
de reegeerine is, sijn hoocheijt is ongeluckich sal meene

Een leeger te velt te brenge het welcke te vreese staet door
de wan betaelline so kompleet niet sal konne sijn

Godard Adriaan heeft gezegd dat ze misschien niet zo op “de vleselijke arm” moet vertrouwen12 Kronieken 32:8, in de statenvertaling en in moderne taal. Ofwel: vertrouw minder op het leger en meer op God.

Brieffragment vleselijke arm

uhEd seijt heel wel dat wij so seer niet op de vleeslijcke
arm moete sien vreese wij dat te veel gedaen hebbe
en noch doen dat dat almeede oorsaeck is dat godt
de heere die en onse wapene niet en seegent, den

Tekening van een boerderij met een strooien dak. In het raam boven de voordeur zit een oude man. Voor de gesloten voordeur staan twee soldaten met een boomstam klaar om de deur in te slaan. Naast de boerderij staan twee soldaten met geweren en zit er één op de grond zijn geweer te controleren. Achter de soldaten met de boom twee soldaten te paard. Ook met hun geweer in de hand.
Plunderende soldaten bij een boerenwoning, Adriaen van de Velde, 1669. Collectie Rijksmuseum

De Heer geeft, de Heer neemt

Uit Amerongen is er verder geen nieuws, alleen de schoorsteen van de keuken is omgevallen, maar de planten en de tuinen zijn nog in goede staat, zelfs de beelden staan er nog. En ze heeft nog een nieuwe uitspraak van de intendant Robert tegen secretaris Van den Doorslagh. Op de vraag hoeveel geld er nodig was om het huis te bewaren, gaf hij als antwoord dat het huis sowieso moest branden.

Brieffragment over de secretaris over de muren

[van sal segge] de seeckreetaris is hier seijt de
muere vant boove en beneede huijse noch vier
kant staen alleen dat de schoorsteen vande keucke
opt booven huijs ingevalle is, voort al de plante
en hoofve sijn noch in Esse2In esse zijn: in goede staat zijn tot de beelde inde hof
staen noch wel, macht maer so blijfve, [want so]

Ze moeten maar een voorbeeld nemen aan Job, hij verstaat als geen ander de kunst om lijden, pijn, tegenspoed, of enige andere onaangenaamheid met kalmte en zonder opstandigheid of klagen te kunnen verdragen. Daarnaast vertrouwt ze erop dat God genoeg middelen geeft om hun huis weer op te bouwen en bidt ze om ooit een huis in de hemel te hebben dat door geen mens afgebrand of afgenomen kan worden.

Brieffragment de heer geeft de heer neemt

[vorste teegens sijn koninck op hitste,] in soma
het ongeluck heeft ons gedient, wat sulle wij doen
al met den verduldige3Verduldig: De eigenschap of gezindheid bezittend om lijden, pijn, tegenspoed, of eenige andere onaangenaamheid met kalmte en zonder opstandigheid of klagen te kunnen verdragen; lijdzaam, geduldig, berustend. Vooral in religieus verband waarbij het lijden dat iemand overkomt als een goddelijke beschikking en beproeving wordt gezien waarvan het kalm verdragen als een zedelijke deugd geldt. jopt segge godt gaf god nam
de naeme des heere sij gepreese4Job 1:21, in de statenvertaling en in modern Nederlands ist sijn godlijcke wil
heeft middele genoech omt ons weer te geefve so niet
moete wij vretrouwe en bidde Een huijs inden heemel
te hebbe dat ons van geen mensche kan gebrant of
genoome worde, [ick kan niet segge of dencke of dit]

Een geluk bij een ongeluk is dat mensen nu minder kwaadspreken over Godard Adriaan. Ze hielden hem verantwoordelijk voor de dure mislukking van de Brandenburgse veldtocht. Maar nu ze zien dat hij alles is kwijtgeraakt, zijn hun stemmen verstomd.

Gravure van jubelende mensen op wolken en engeltjes in de wolken daarboven. Op de achtergrond een vierkante, symmetrische ommuurde tuin.
Het hemels Jeruzalem met lofzingende engelen en verlosten, Jan Luyken, 1687. Collectie Rijksmuseum

Orde op zaken

Het uitbetalen van het geld voor Godard Adriaans werk blijft moeizaam. Er liggen ordinanties klaar, er zijn ordinanties aangevraagd, maar er gebeurt niets. Margaretha moet maar weer zelf naar Amsterdam om het te regelen. Als wat van de laatste 6000 gulden uitgegeven is, heeft ze nauwkeurig genoteerd en stuurt ze mee als een Memorie. Ze doet het zo zuinig mogelijk aan, maar het was een zware periode. Gelukkig is iedereen weer beter. Kennelijk heeft Godard Adriaan voorgesteld dat ze met de hele menage naar Duitsland komt. Ze lijkt er niet afwijzend tegenover te staan, maar ze denkt dat ze haar schoondochter niet mee krijgt. Van Ginkel heeft nu ook aan de stadhouder gevraagd of Godard Adriaan thuis mag komen, maar ook tegen hem is gezegd dat hij moet wachten tot de Graaf van Waldeck5Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg terug is.

Brieffragment Margaretha's eigen financieën
Laatste zin over Waldeck

[geen tijt tot de derde te setten,] ick ben van meen
=nine int lest vandeese weeck selfs naer Amster
=dam te gaen om te sien wat ick van hem sal
konne krijge, sal uhEd met de naeste post Een mee
=moorije sende wat ick wt de ontfangene ses duijs=
sent gulde heb betaelt dit alles volgens uhEd
ordere, daer niet of weijnich van over is gebleefe
ick lech hier alles so naeu aen alst Eenichsins
moogelijck is maer heb al de winter een seer
swaere meenaesge6Menage: huishouding, maar ook zuinig beheer der inkomsten gehadt, al de siecke sijn
de heere sij gedanckt weer wel, de heer
van wellant drijcht7Dreigen is hier in de betekenis van talmen naer seelant te gaen
en blijft al, ick sal geen swaericht maecke
om naer duijtslant te gaen maer geloof
de vrou van ginckel daer beswaerlijck toe
sou konne reesolveere , de heer van ginckel
heeft sijn hoocheijt wt mijne naem verlof versocht
voor uhEd om Een keer herwaerts te mooge doen
die hem seijde uhEd tot de weerkomste vande

graef van waldijck daer sou moete blijfve,

Weinig hoop van leven

Margaretha is ook weer naar Rotterdam geweest om de vrouw van Wulven8Anna van Renesse van Moermont op te zoeken. Daar gaat het niet goed mee, de dokters hebben haar opgegeven. Helaas is haar man9Hieronymus van Tuyll van Serooskerken nog in Utrecht, want hij zit klem in de Franse mangel. Haar broer zit weliswaar in Amsterdam, maar die komt haar ook niet bezoeken. Ach, die vijf arme kinderen…

Brieffragment over de vrouw van Wulven

[niet anders te sechgge valt,] ick ben gistere
alweer bij de vrou van wulfve tot rotterdam
geweest die ick so sooberen10Sobere staat: zwakke, flauwe staat staet heb gevonde
en gelaete dat de docktoore segge datter
weijnich hoop van leefve is, haer man blijft
of is noch te wttrecht de heer vander A11Frederik van Renesse van Moermont haer
broer tot Amsterdam en komt ock bij sijn
suster niet mij jamert haer vijf kleijne
kinderen, de heer wilse Een genaedige wt
komste geefven, [den heere schade verte]

Een interieur met links een brede trap omhoog, de trap komt uit op een soort overloop met een rode stoel en schilderijen aan de wand. Direct bovenaan de trap staat een deur open waar we nog net een doorkijkje hebben naar een schouw met een schilderij. Rechts zit een vrouw in het wit met een goudgeel jasje aan, ze is bijna net zo bleek als haar jurk. Haar linker voet staat op een stoof waar een bruin aardenwerken bakje in staat. Naast haar op de grond ligt een grijze kat met de voorpoten opgetrokken onder het lijf. Ze heeft haar handen gevouwen en leunt met haar linkerarm op een tafel waar een tapijt op ligt met daarop een witte doek. Achter haar staat een man in het zwart met een baret op. In zijn rechterhand heeft hij zijn handschoenen, in zijn linkerhand houdt hij een kolf met urine omhoog. Hij kijkt serieus. Naast hem staat een man met een bruine (kamer?)jas aan die beteuterd naar de urine kijkt.
‘De bleekzuchtige dame’, Samuel van Hoogstraten, 1660 – 1678. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    2 Kronieken 32:8, in de statenvertaling en in moderne taal
  • 2
    In esse zijn: in goede staat zijn
  • 3
    Verduldig: De eigenschap of gezindheid bezittend om lijden, pijn, tegenspoed, of eenige andere onaangenaamheid met kalmte en zonder opstandigheid of klagen te kunnen verdragen; lijdzaam, geduldig, berustend. Vooral in religieus verband waarbij het lijden dat iemand overkomt als een goddelijke beschikking en beproeving wordt gezien waarvan het kalm verdragen als een zedelijke deugd geldt.
  • 4
    Job 1:21, in de statenvertaling en in modern Nederlands
  • 5
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 6
    Menage: huishouding, maar ook zuinig beheer der inkomsten
  • 7
    Dreigen is hier in de betekenis van talmen
  • 8
    Anna van Renesse van Moermont
  • 9
    Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
  • 10
    Sobere staat: zwakke, flauwe staat
  • 11
    Frederik van Renesse van Moermont

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén