Mijn heer en lieste hartge

Tag: Orde van de Olifant

De brieven van 1667

We zijn dit blog begonnen tijdens het herdenkingsjaar van het Rampjaar, dus bij de uitzending van Godard Adriaan in 1671. In het archief zitten alleen ook nog een paar brieven van 1667. Die pakken we nu op, voor Godard Adriaan op zijn volgende missie van 1676 gaat.

Op het plafond een grote gouden band met daarin een wolkenlucht met vier blazende gezichtjes. In het midden van het plafond houden twee griffioenen een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij. Boven het wapen een band met de spreuk Quid Reddam Domino. Aan de buitenkant is grisaille geschilderd met acanthusbladeren waar omhelzende figuren iuit komen en hoorns van overvloed met bloemen, fruit en groenten.
De plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen, Willem van Nijmegen, 1685. Op de band rondom de schildering staat ‘Godard Adriaan Baron van Reede Vry Heer van Amerongen, Ginkel, Elst & Ridder vande Coninckl Deense Ordre vande Oliphant & En Margaretha Turner Baronesse en VryVrouwe van Amerongen’. De orde van de olifant hangt onder het familiewapen.

Denemarken

In 1667 is Godard Adriaan op zijn derde missie naar Denemarken. Zijn eerste missie was in 1656/1657. Deze missie was bijzonder succesvol, want in 1660 krijgt Godard Adriaan van Christiaan V de Orde van de Olifant. Zijn tweede missie was in 1665 en van april tot november 1667 zit hij weer in Denemarken. Godard Adriaan ligt kennelijk goed bij de Deense koning, want in 1671 wordt hij verheven tot baron. Deze adellijke titel komt hem zeer van pas. In De Republiek werd niemand in de adel verheven, omdat er geen koning was die dat kon doen. Aan veel Europese hoven had je wel een adellijke titel nodig om binnen te komen.

Een bruine kist op een onderstel. De kist is opengeklapt en de klep blijft door twee schakelkettinkjes bijna horizontaal hangen. In de kist zitten allerlei formaten laatjes. De laatjes zijn lichtrood en om de knop van elk lade staat een lichtgele wieber. De spijltjes tussen de laden zijn ook geel.
Reissecretaire van Godard Adriaan van Reede, ca. 1650. Collectie Kasteel Amerongen.

Brieven

In het archief bevinden zich alleen brieven van 18 juni tot 7 augustus 1667. Dus echt midden in de periode dat Godard Adriaan weg was. Het is een beetje een mysterie waarom deze brieven bewaard zijn gebleven. Het zijn wel de enige brieven die we hebben die van voor het Rampjaar zijn. Margaretha zal haar man op al zijn eerdere missies ook geschreven hebben, maar die brieven zijn er niet meer. Zou ze die bij de vlucht voor Lodewijk XIV in Amerongen hebben laten liggen? Dan hebben al die oude brieven de brand in het kasteel waarschijnlijk niet overleefd. En zaten deze twaalf brieven uit 1667 dan misschien per ongeluk nog in de reissecretaire van Godard Adriaan? Dat hij hem niet helemaal goed leeg geruimd had na zijn laatste missie?

Ten voeten uit portret van een trotse man met een harnas aan. Hij heeft zijn rechter hand in zijn zij, zijn linker hand leunt op zijn helm met rode en witte veren die naast hem op een tafel ligt. Hij heeft lang pluizig haar, een hoog voorhoofd en een snor.
Godard Adriaan van Reede (1622-1691), Jurriaen Ovens, 1663. Collectie Kasteel Amerongen
Dame met een heel hoog voorhoofd en een flinke bos krullend haar tot op de schouder. Ze draagt een zwart fluwelen lijfje en overrok. Een witte bedenking op de wijde hals en witte manchetten. Onder de overrok een glimmende rok met goud en zilver en motiefjes.
Margaretha Turnor (1613-1700), Jurriaen Ovens, 1661. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox

Godard Adriaan en Margaretha

In 1667 gaat het Godard Adriaan en Margaretha voor de wind. Godard Adriaan was in 1642 Heer van Amerongen geworden en in 1643 trouwde hij met Margaretha. Sinds die tijd hebben ze hun best gedaan om hun bezit uit te breiden door de aankoop van landerijen en huizen, maar ook windrecht en het recht om tol te heffen. Bovendien hebben ze flink geïnvesteerd in het oude kasteel. Ze gaan er vanuit dat ze tussen 1645 en 1672 zeker 65.000 gulden uitgegeven hebben aan het huis. In 1686 schrijven ze een memoriaalboek, waarin alle verandering aan de goederen van de Heerlijkheid Amerongen opgenomen worden.

Ook Godard Adriaans carrière gaat voor de wind: is hij niet in het buitenland, dan heeft hij wel opdrachten in het land. En in de Utrechtse politiek wordt serieus rekening gehouden met zijn mening.

Een schilderij met houten lijst gedecoreerd met acanthusbladeren. De zittende jonge vrouw is frontaal afgebeeld. De onderste helft van haar onderbenen en voeten zijn niet afgebeeld. Zij zit voor een roodkleurig gordijn dat rechts een klein stukje open is en een doorkijkje geeft naar een heuvellandschap met een paar boompjes en in de blauwe lucht een paar wolkjes. De vrouw heeft donker krullend haar dat haar gezicht omlijst. Aan haar rechteroor heeft ze een oorbel met drie parels boven elkaar. Haar gezicht is schuin naar ons toegekeerd waardoor de andere oorbel niet te zien is. Ze maakt een knappe indruk. Ze kijkt ons aan met een glimp van een glimlach. Haar rechterarm leunt op een tafeltje. In haar rechterhand houdt ze een parelketting vast tussen haar vingers, de andere kant valt in een hoopje parels in de palm van haar linkerhand die in haar schoot ligt. Ze draagt een weelderige, goudkleurige japon afgezet met een wit randje. De pofmouwen zijn van boven goudkleurig, van onderen wit. met een diep decolleté. Haar schouders en borsten zijn grotendeels ontbloot. Over haar rechterarm hangt een klein stukje van een paars doek. Het grootste gedeelte van het doek ligt over haar schoot uitgespreid en valt omlaag.
Ursula Philippota van Raesfelt, toegeschreven aan Gerard Hoet, 1664-1666. Collectie: Kasteel Amerongen.

Godard en Philippota

Zoon Godard, die Van Ginkel genoemd wordt, is in 1666 getrouwd met Philippota. De bruiloft, of eigenlijk vooral de onderhandeling over de huwelijkse voorwaarden, had wat voeten in de aarde. Philippota is niet onbemiddeld, want ze is erfdochter van Kasteel Middachten in De Steeg in Gelderland. Haar vader is al overleden toen ze acht was, maar haar moeder en haar oom doen hun best om een goede partner te vinden. Hoewel de zakelijke en politieke belangen voor dit huwelijk erg belangrijk waren, wilden de wederzijdse ouders dat de jongelingen het met elkaar zouden kunnen vinden. Dus al vanaf 1661, Godard was zeventien, Philippota achttien, wordt er regelmatig heen en weer gereisd tussen Amerongen en Middachten. In de huwelijkse voorwaarden wordt onder andere vastgelegd dat Philippota alle inkomsten van Middachten en andere goederen zal inbrengen en Godard Adriaan en Margaretha staan 1/3 van hun inkomsten af aan de kinderen.

De huwelijkse voorwaarden werden op 31 juli 1666 op Middachten getekend en op 26 augustus 1666 werd het huwelijk gesloten in het kerkje van Ellecom. Juni 1667, hoeveel maanden is dat na Augustus 1666?

Een zogenaamd ten voeten uit schilderij met een goudkleurige lijst. Geleund tegen een tafel met een roodzijden kleed, staat een jongeman, levensgroot afgebeeld. Op de tafel ligt een helm met roze rode veren. De jonge man staat met zijn rechterbeen iets naar voren zodat en kijkt de toeschouwer aan. Hij heeft een jong vriendelijk gezicht en lang haar tot iets over zijn schouders. Hij draagt zijn haar met een middenscheiding. Bovenop zijn hoofd is zijn haar glad, aan de zijkant krullend. Hij is gekleed in een zwart harnas met om zijn middel een dunne ceintuur waaraan aan zijn linkerkant een sabel hangt. Onder het harnas komt een klein stukje van zijn wambuis. Hij draagt bruine laarzen. Bij zijn hals over zijn over zijn harnas draagt hij een een kunstig geplooide, witte halsdoek. Achter de jongeman is linksboven een stukje landschap en lucht afgebeeld.
Godard van Reede van Ginkel (1644-1703), Jurriaen Ovens, 1661. Collectie: Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.

Van Ginkel

Het was gebruikelijk om mannen bij hun ‘goed’ aan te spreken. Zo was vader Godard Adriaan in de omgangstaal ‘Amerongen’. Voor de zoon werd vaak een tweede titel gebruikt. Officieel was Godard Adriaan Heer van Amerongen, Ginkel en Elst. Dus zoon Godard werd Van Ginkel. Na het huwelijk wordt Van Ginkel vrij snel (namens zijn vrouw) beleend met Middachten. Aangezien haar moeder, Margaretha van Leefdaal, nog leeft, wordt die door Margaretha nog ‘Vrouwe van Middachten’ genoemd en wordt Philippota ‘Vrouwe van Ginkel’.

Ambassadeursroddels en geldnood

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 14 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De bekende tienduizend gulden is weer waar Margaretha haar brief begint. Weer is er geen vooruitgang te melden. Waarom ze er dan toch over blijft schrijven? Om Godard Adriaan op de hoogte te houden natuurlijk en om te laten zien dat ze hard werkt om betaald te krijgen. Het moet voor Godard Adriaan wat geweest zijn: iedere brief van vrouwlief die hij kreeg begon met steeds hetzelfde slechte nieuws. Toch fluit Godard Adriaan Margaretha hier kennelijk niet over terug, zoals hij dat bij andere zaken waar Margaretha iets te uitgebreid over doorging wel deed. Schijnbaar is dit onderwerp van groot belang voor hem. Begrijpelijk wel, het is tenslotte zijn salaris.

Eerste pagina van de brief
Brieffragment over verdubbeling van schuld

Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 7 deeser heb ick ontfange,
de state van hollant sijn vergadert, den ontfa
wt den boogaert1Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard wort hier verwacht die de raet
pensionaris2Raadspensionaris Gaspard Fagel belooft heeft te sulle spreecke
weegens onse betaeline van de bekende tien
duijsent gul, ick wacht daer op met het
versoecke van weer Een ordinansi, vrees
=sende dat als ick die weer versoecke sij noch
difisielder sulle weesen om deese te behaelle
maer so haest ick hoore wat hoop den ontfanger
mij tot de betaeline van deese geeft sal ick
weer Een versoecke, het gelt is niet te krijge 
uhEd sou niet geloofve hoe slecht het met de
betaelline gaet, en hoe scherp se overde be=
=taeline vande schattine maene, ick meende
en wist niet beeter of had met de betaelin
van de Eerste kapitaele leenin overt ijaer 1673
voldaen, en nu van weeck sendense mij wees
Een deurwaerder om de tweede kapijtaele
leenine overt selfve ijaer bine 24 Eeure

op peene van Een dubbelde som te moete betaele
het welcke ick dan weer voorde tweede mael
betaelt heb ter som van 200f, [int begin]

Salaris krijgt Godard Adriaan niet maar leningen moeten wel terugbetaalt worden. Zo was er van de week nog een deurwaarder langsgekomen die geld wilde. Had Margaretha hem niet afbetaald, was het bedrag als straf verdubbeld. Heel de Republiek is in geldnood en iedereen moet moeite doen om rond te komen. Zo ook de Staten-Generaal: de eerder aangekondigde honderdste penning moet in augustus weer betaald worden, net als de belasting op onroerende goederen.

Echter, niet iedereen heeft zin om dit te betalen wanneer de betalingen aan het leger zo slecht lopen en het geld daarnaast gestopt gaat worden in het versterken van steden die dan na tien of elf dagen toch wel in de handen van de vijand vallen. Het pessimisme zit er goed in bij de bevolking.

voor waer niet hoet gaen sal, so onwillich
worden de liede alse hoore dat de betaelin
so slecht voor de meeliesie gaet en dat de
steede die so veel van fortifiseere koste
en van alles so wel versien sijn so in 10
a 11 daege over in hande vande vijant
gaen, men derft niet segge maer se roepe
seer over de spaense, de heer almachtich
weet alles, met de naeste post sal ick
uhEd de meemoorije vande mij laest ontfan
gene twee duijsent gul sende op dat deself
kan sien wat ick daer van heb betaelt
so ick hier geen gelt ontfan weet ick geen
raet het wort tijt om alderhande provijsie

De geldnood heeft ook nog een ander nadelig gevolg: Margaretha kan niet op tijd voorraden voor de winter in slaan. Met name hout en turf zijn duur geworden. De constante regen is slecht voor de turf en heeft ook nadelige gevolgen voor het hooi. Margaretha vraagt zich af waar de ruiters nog hooi voor hun paarden vandaan zullen halen, wanneer er zo veel hooiland onder water staat en de regen de rest verpest. Het blijkt weer eens dat de Hollandse Waterlinie zowel een zegen als een vloek is.

Brieffragment over voorraad

[voorde winter te doen] turf en hout is seer
dier ten doet niet als reegenen dach op dach
dat niet goet opt hoeijhooi of turf is, soot so
voort gaet weet ick niet waerse hoeij voor
de ruijters sulle haelle, daer staet so veel
hoeij lant onder water en dat drooch leijt
wort vande reegen bedurfven, [sijn hoocheijt]

Het staatse leger trekt uit

Dat er hooi nodig is voor paarden mag blijken uit de rol die de ruiterij heeft gekregen van Stadhouder Willem III: ze zijn de Langstraat in gestuurd, een gebied tussen Breda en de Meierij van Den Bosch. Willem III is bezig met het formeren van een leger in het zuiden van Holland maar helaas is hij niet de enige die daarmee bezig is. Ook de Fransen zijn bezig met de voorbereidingen van snode plannen: menig takkenbos wordt naar de stad Woerden gesleept met een onduidelijk doel. In Utrecht zijn de Franse plannen een stuk duidelijker: daar willen ze simpelweg driehonderdduizend gulden van de inwoners hebben. Alsof het niets is…

Brieffragment over Willem III op de Langstraat

[wort vande reegen bedurfven,] sijn hoocheijt
doet vast Een leeger formeere so men seijt
gaet onse ruijterij s naer de langestraet3De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
derworde ock veel scheepe geprest4Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen., de heer
almachtich wilt voorneeme seegenen,
te woerde seijt me dat ock groote preepe
raesie gemaeckt worde datter meenichte
vande tackebosse gebrocht sijn die wel Eens
so lan als ordinaerise5Ordinaris: Gewoon(lijk), ick vreese sij alweer
wat voor sulle hebbe, tot de vreede seijt me
dat gans geen apreehensie6Apprehensie: Bevatting / besef hebben van is. Kan ook beducht, bezorgd betekenen. De context is onduidelijk, de heer wil ons
bij staen te wttrecht willense weer drijmael
hondert duijsent gul vande inwoonders hebbe
en dat voor kontrebuijsie over de maende
van meij en ijuini lestleeden, [de heer van]

Antieke topografische kaart van West-Brabant, destijds onderdeel van het gewest Holland met daarop de cultuur-historische regio's te zien. Links op de kaart ligt de Baronie van Breda, dan de Langstraat, dan het Land van Altena en vervolgens een deel van het gewest Gelderland.
Kaart van “Hollandiae pars meridionalior vulgo Zuyd-Holland” (met aanduiding van De Langstraat: Baardwijk, Waalwijk, Besoijen, Sprang, Vrijhoeve, Capelle, Waspik), z.j. Auteur: Nic Visscher. Via Streekarchief Langstraat Heusden Altena. Links groen is de Baronie van Breda, het roze midden onder is het Land van Altena en het witte daartussen is de Langstraat.

Diplomatieke rivaliteiten

Er heerst geldnood, de oorlog woedt door en het leven is onzeker maar ondanks al deze narigheid neemt Margaretha toch nog even de tijd voor roddels over Godard Adriaans rivaal, ambassadeur Daniël Oem van Wijngaarden, heer van Werkendam. De rivaliteit – van Margaretha’s kant tenminste – is al een tijdje gaande: al in maart 1672 schreef Margaretha over hem in weinig positieve bewoording en met enige jaloezie. Werkendam mocht namelijk een koets, zijn vrouw en een stel dienaren meenemen op missie naar Denemarken. Destijds was Werkendam al ambassadeur extraordinair terwijl Godard Adriaan nog maar ambassadeur ordinaris was.

Schandalig dus. Het laatste bericht over Werkendam was weinig positief: hij heeft een rommeltje gemaakt van zijn opdracht. Toch is Werkendam nu nieuwe eer ten dele gevallen: hij is door de Deense koning Christiaan V benoemd tot baron en is geridderd. Gelukkig niet tot de orde van de olifant merkt Margaretha op. Godard Adriaan is sinds 1660 ridder in deze orde die de hoogst mogelijke ridderorde in Denemarken is. Heeft hij toch nog een stapje voor op Werkendam.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden

[van meij en ijuini lestleeden,] de heer van
rhijnswou7Johan van Reede van Renswoude gistere bij mij sijnde seijde gehoort
te hebbe dat den heer van werckendam8Daniël Oem van Wijngaarden vande
koninck van deenmercke9Christiaan V was baron ge
=maeckt en Een ordere had bekoomen
dan geloofde niet het die vande oliphant was

Om de situatie nog wat spannender te maken: Werkendam heeft deze buitenlandse titel ontvangen zonder dat de machthebbers in de Republiek hier iets van wisten. Dat nemen ze Werkendam uiteraard kwalijk en Margaretha lijkt hier nogal van te genieten. Of er daadwerkelijk gevolgen zullen volgen is onwaarschijnlijk maar het is toch wel licht vernederend voor Werkendam. Het zijn de kleine pleziertjes in het leven die er toe doen…

Vervolg Daniel Oem van Wijngaarden

en dat hij dit buijten kenisse van den staet soude aengenoome
hebbe, het welcke sijn hEd meende seer qualijck soude
genoome worde, hij staet hier noch niet wel datter geen
goet toe sal doen, dan hij moet sijn doen verantwoorden,

Twee griffioenen houden een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij.
Detail van de plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen.

Troepen in beweging

Het lijkt er wel op dat niet alleen de ruiterij van Willem III zich nabij Den Bosch bevindt: zoon Godard van Ginkel schrijft dat de Franse voorhoede al nabij Heeze en Leende is. Een oogje houden op Heeze en Leende is belangrijk aangezien daar Godard Adriaans nichtje en haar man dame en heer zijn. Veel schrijft Van Ginkel er blijkbaar niet over: de Franse troepen lijken zonder veel problemen te zijn gepasseerd. Wat er verder volgt is iets wat enkel God weet – en Margaretha in haar volgende brieven natuurlijk.

Brieffragment over de Fransen bij Heeze en Leende

so komt Een brief vande heer van ginckel wt gorckom die schrijft
daer advijse10Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel te sijn dat de franse weer afkoome en de voor
troepees al hees en leen11De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant. gepasseert waeren so dat me gelooft
sij noch Eits sulle atenteere12Attenteren: ondernemen waert hem nu weer gelde sal
vrees ick dat mij haest sulle hooren de heere wil ons bij staen 
en bewaeren, inwiens heijlige bescherminge w uhEd be=
veelle, blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard
  • 2
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 3
    De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
  • 4
    Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen.
  • 5
    Ordinaris: Gewoon(lijk)
  • 6
    Apprehensie: Bevatting / besef hebben van
  • 7
    Johan van Reede van Renswoude
  • 8
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 9
    Christiaan V
  • 10
    Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel
  • 11
    De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant.
  • 12
    Attenteren: ondernemen

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén