Mijn heer en lieste hartge

Tag: Bouwkosten

Een schoon gebouw

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is naar Utrecht geweest om de financiën te regelen. Kennelijk wordt Godard Adriaan betaald door zowel de Staten van Utrecht als door de Ridderschap. Van de Staten van Utrecht hebben ze nog een kwart jaarsalaris tegoed en bij de Ridderschap een heel jaarsalaris. Alleen is bij die laatste voor kerstmis niets te verwachten.

Brieffragment geld tegoed

Ameronge den
13 Novem 1676
[rec 19. dito]
Mijn heer en lieste hartge

ick ben twee dage tot wttrecht geweest om te sien
of daer Eenich gelt weegens uhEd tracktement
bij de staete daer ons maer Een vierendeel
ijaers staet te ontfange, en bij de heere Edele
daer ons nu Een vol ijaer goets is, was te
bekoome, maer te vergeefs, bij de Eerste sal
in korte wel gelt sijn, maer bij de ridder =
schap is niet voor in ijanwa of naer kors =
=mis te verwachte, [de heer van schoonouwe]

Afbeelding van het wapenschild van de provincie Utrecht voor een gekruiste bisschopsstaf en een zwaard en bekroond door een mijter. Daaronder een cartouche met de titel.
“Het Neder Sticht van / UTRECHT / bestaet uyt dese drie Leden / Het 1e. Uyt acht Gecommitteerde van de Vijf Capittelen, / Het 2e. Uyt de Edelen ofte Ridderschap, / Het 3e. Uyt de Regeerders der Vyf Steden, / maeckende te samen de Opperhoocheyt deser Provintie, welcker / namen en wapenteeckenen alhier werden vertoont.”, anoniem, 1650-1670. Collectie Het Utrechts Archief.

Bender in en moeter mee deur

Nu de nok op het dak zit, zijn er dakgoten nodig, dus Margaretha moet het lood kunnen betalen. Ze heeft een lening moeten nemen met de obligatie als onderpand. Het is heel vervelend, maar ze is er nu in en moet er dus mee door.

Eerste brieffragment lening
Tweede brieffragment lening

mij Eenich te geefve, daer bij deese ockasie
dat het huijs nu onder dack moet ick niet
naer kan wachten, want het loot moeter

sijn en pront betaelt worden, daer om dan ge –
nootsaeck ben geweest de som van twee duij
sent gul te neegoosgeere daer toe last heb
gegeefve en sal weer Een oblijgasi van
drij duijsent gulde in ostadie moeten gaen
het doet mij wel leet maer bender nu in
en moeter mee deur, [het doet mij te lee]

In een ruimte met een gewelfd plafond staat een grote toonbank, waarachter meerdere mannen staan. Aan de muur planken met daarop papieren. De toenbank staat vol met allerlei goeden, in de ruimte staan mensen te wachten. Een man met een hond legt iets op de toonbank.
Bank van lening, Willem de Keyser, 1657 – 1692. Collectie Rijksmuseum.

Oeps

Inmiddels heeft ze echter een brief van Godard Adriaan gehad, waarin hij expliciet zegt dat ze geen lening af moet sluiten. Het is natuurlijk niks voor Margaretha om niet naar haar man te luisteren. Dus nu doet het haar leeder dan leed. Er lag nog 1000 gulden bij Temminck, maar daar zou ze niet genoeg aan hebben. Bovendien is er hout vanuit Anholt onderweg en dat moet in Hamburg betaald worden. Temminck stuurt het geld naar Godard Adriaan, dus als Margaretha die 1000 gulden op zou maken, zou Godard Adriaan niets krijgen.

Brieffragment over de brief van Godard Adriaan

[en moeter mee deur,] het doet mij te lee
=der om dat ick wt uhEd aengenaeme
vande 7 deeser die heede eerst heb ontfange sien deselfve niet garen had
ick meer geltop die oblijgasie nam, dien
brief quam wat te laet ock kost ick met
de duijsent gul die onder teminck
leijt niet toe, en sal uhEd die niet konne
misse, so wij het ten holtse hout noch
te verwachte hebbe sal te hamburch
weer gelt moeten sijn, [so ick den]

Vergeelde foto met links een zeilschip met diverse masten en heel veel touwen. Het schip ligt met zijn spiegel naar de kade, aan de rechter kant ligt een loopplank. Rechts op de kade liggen gezaagde boomstammen opgestapeld. Op de achtergrond zie je vaag de haven, de kade is verhard met kasseien.
Aangemeerd schip en een lading boomstammen, anoniem, 1880 – 1920. Collectie Rijksmuseum.

Steenhouwer

Kennelijk heeft Godard Adriaan ook geschreven dat hij een steenhouwer uit Bremen naar Amerongen heeft gestuurd. Margaretha heeft nog niets van hem vernomen, maar als hij er is, zal ze alles met hem, Schut en Rietvelt overleggen. Ze zegt het niet hardop, maar waarschijnlijk hoopt ze dat dat een deel van de verwarring zal oplossen.

Eerste brieffragment steenhouwer
Tweede brieffragment steenhouwer

[weer gelt moeten sijn,] so ick den
steenhouder van breeme gesonde
verneeme noch niet sal hem ver
wachte, hierkoomende sal allesmet

hem schut die weer hier is en rietvelt over
legge, [gistere naer middach weer hier]

Verrassing!

Toen Margaretha terug kwam uit Utrecht, wachtte haar en verrassing. Ze trof niemand minder dan Zijne Hoogheid de prins van Oranje die haar bouwplaats aan het bewonderen was. Nog een geluk dat Margaretha haar Visbach bij de zieke Godertge thuis gelaten had. Ze had pas om tien uur geweten dat de prins met een klein gevolg zou komen en had hem toch een goede maaltijd voor gezet. Met zijn volle buik was hij het kasteel in aanbouw aan het bekijken en hij herhaalde maar dat het een zeer schoon gebouw is…

Brieffragment over de prins van Oranje

legge, gistere naer middach weer hier
koomende vont ick sijn hoocheijt, die smid
=daechs hier inhuijs had gegeeten niemant bij
hem hebbende als bentin1Hans Willem Bentinck ouwerker
=cke2Hendrik van Nassau Ouwerkerk en twee graefges van van nassou
het kleijne graefge met sijn broedert
het was geluck dat ick visbach
bij godertge had thuijs gelaeten, die
van sijn hoocheijts komste niet voor
smergens te tien Euren had geweeten
ick vont hem opt werck dat hij wel
door sach en seijde hem heelwel aente
staen reepeteerende wel 2 a 3 mael
dat het Een seer schoon gebou is, [hij]

Op een koffiebruin paard dat zijn knieën hoog optrekt zit een lange slanke man fier rechtop. Hij heeft lange krullen, droevige ogen en een grote neus. Hij draagt een zwarte hoed met witte veren. Een bewerkte jas en lange zwarte laarzen.
Stadhouder Willem III te paard naar links, anoniem, 1688 – 1698. Collectie Rijksmuseum.

Ontslag

Margaretha heeft zoveel pijn aan haar tanden dat het haar niet lukt om verder te schrijven. Gelukkig weet ze er nog wel een naschrift uit te persen met wat positief financieel nieuws: ze kan de metselaars ontslaan zodra de scheidbogen in de kelder klaar zijn! De dagen worden korter, dus ze doen steeds minder terwijl de daghuren gelijk blijven. Ach, en Voetius is overleden…

Tandpijn metselaars en voetsius

Eer hij van hier reedt en heel quaet weer, nu moet ick
dees Eijndige heb sulcke pijn in mijn tande
dat niet weet waer mij berge sal kan de pen
niet langer voeren blijf

uhEd getrouwe wijff
MTunor

met dit quaet weer
en korte dagen So haest de scheijt
booge geslage sijn
sal de metselaers kasseere want sij
bedrijfven weijnich
en de dachhueren
gaen om de reeckenine
loopen hooch

den heer voetsius
is is overleeden was
88 ijaeren out

Borstbeeld rechts in toga in ovaal. Een oudere man met een hoge voorhoofd en mutsje waar dunne krullen onderuit komen. Hij heeft een rechte neus, priemende ogen en een strakke mond.
Portret van Gijsbert Voet (1589-1676) hoogleraar in de theologie aan de Utrechtse hogeschool (1634-1676) Kopergravure van Joannes van Munnickhuysen, eind 17de eeuw, naar een schilderij van Nicolaas Maes uit ca.1665. Collectie Het Utrechts Archief
  • 1
    Hans Willem Bentinck
  • 2
    Hendrik van Nassau Ouwerkerk

Godard Adriaan snapt het!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 31 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 2 november 1676
Lees hier de originele brief
De brief is alleen ‘ockto’ gedateerd, gezien de regelmaat moet het haast wel een brief van 31 oktober zijn.

Margaretha is zo blij dat Godard Adriaan eindelijk begrijpt hoe het vloerplan in elkaar zit, dat ze vergeet om deze brief te dateren. Ze schrijft dat Schut en Rietvelt aangenaam verrast zijn over de prijs van de vloerstenen. Volgens hen zou een vloer met klinkers nauwelijks goedkoper zijn.

Brieffragment over de prijs van hardsteen

Ameronge den
ockto 1676
[rec 2 nov 1676]
Mijn heer en liefste hartge

tis mij lief wt uhEd aengenaeme vande 24
deeser te sien uhEd de memoorije weegens
de hart en vloer steene nu verstaet, schut
en rietvelt konne haer niet verwonderen
over de prijs vande deck steene en segge dat
het geen bedencken heeft die in plaets van
de klinckert op sijn kant te neeme ver=
midts de klinckert of graeuwe steene
weijnich of niet min sou koste, [de de]

Een vrouwfiguur, voorstellende Het Perspectief staat met meetinstrumenten in de handen voor een tegelvloer. Linksonder en rechtsonder vliegt een vogel op uit het riet.
Perspectief, Etienne Delaune, 1528 – 1583. Collectie Rijksmuseum

Donkere kelders

De vloer kan nog niet direct gelegd worden omdat de kelders nog geen gewelven hebben. De muren moeten eerst zetten voordat die gewelven gemetseld kunnen worden en dat moet wachten tot maart. Margaretha geeft als extra uitleg dat ‘de dagen so kort’ worden ‘en ist in het donckere weer so doncker in de kelders dewijle de steijgerinne noch omt huijs staen’.

Brieffragment steenhouwer en wulfsels
Brieffragment over de steigers om het huis

[weijnich of niet min sou koste,] de de
steenhouders om de vloere te legge met
de steene soude koomen, waer heel goet
maer de wulfsels vande kelders konne
niet voor inde maent van maert ge
slage worde om dat de muere haer
noch op Een setten, en ock worden
de dagen so kort en ist in het don=
ckere weer so doncker inde kelders

dewijlle de steijgerine noch omt huijs staen
dat se niet veel soude bedrijfven [en de]

Een gewelfde, brede gang, waar links een deur open staat waardoor zonlicht naar binnen valt. Aan weerszijden zitten deuren en staan kasten. Aan het eind zit een raam waardoor beperkt licht naar binnen valt.
Natuurlijk licht in het souterrain eind oktober rond zonsondergang (ca. 17:15 uur). Foto: Annemiek Barnouw

Winterstop

Misschien is het ook wel niet zo erg dat er even gepauzeerd moet worden, want het ‘winter loon is seer hooch’, kortom, de bouwvakkers willen goed betaald worden voor hun bevroren tenen. Meester Schut is weer naar Amsterdam om te informeren naar de prijs van hardsteen voor de schoorstenen. Misschien is het wel handig dat Godard Adriaan daar ook naar informeert, ‘dewijlle de schoorsteene van de winter niet boven het dack sullen opgehaelt worde en dat omt uut vriese’. Geen haast dus, de schoorstenen moeten toch wachten omdat er tijdens de vorst niet gemetseld kan worden. En het vroor in 1676 een stukje harder dan nu!

Brieffragment over de winterstop

[dat se niet veel soude bedrijfven en] de
dachhuere loopen hoewelt winter loon
is seer hooch ijae so dat ick haest niet
weet hoet stelle sal, meester schut
gaet weer naer Amsterdam sal daer
naer de hartsteen die op de schoorstee
sulle koome verneeme ock naer de
prijs, en hoeveel dat ijder schoorstee
aen hartsteen soude koste gelooft
uhEd die ock wel van daer sal be=
stelle, dewijlle de schoorsteene vande
winter niet boven het dack sulle
op gehaelt worde en dat omt wt
vriese, so souder noch tijt genoech
sijn omt daer te bestelle, [nu sijn]

Van onderaf zoen we schoorsteen op de hoek van een leien dak. Onder de schoorsteen een raam en achter de schoorsteen op de nog van het hoogste dak een vlaggenmast.
Gezicht op de zuidoostelijke schoorsteen van het Kasteel Amerongen (Drostestraat) te Amerongen. Foto: Fotodienst GAU. Collectie: Het Utrechts Archief.

Waterafvoer

Maar als er niets aan het huis gedaan kan worden, dan toch wel aan de tuin. Heeft Godard Adriaan nog plannen voor een boomgaard? Van Ginkel denkt van niet, schrijft Margaretha. Maar Amerongen staat in de uiterwaard, de waterafvoer is belangrijk ‘om voor te koom dat de weije niet verdrencken’. Weilanden die onder water staan, daar komt alleen maar ellende van, zoals heermoes. Je wilt niet dat vee dat binnen krijgt! Margaretha laat dus een ‘gruppel’ graven in de dam waarover de stenen naar de bouwplaats worden gereden en daar moet dan weer een brug over worden gemaakt. Het ‘uut haelle van de binnen graft’ om het huis heeft ook haar aandacht en daar komt ‘ongelooflijck veel puijn steen en modder uut’. Het werk heeft haast, want ‘het water begint op den Rhijn heel te wasse’: er is hoog water op komst en voor dat water moet ruimte zijn!

Brieffragment over de waterafvoer

[Amsterdam te senden,] niet weetende of
uhEd noch van meijnine is de door snijdine
int weijtge teijnde het singel ent boogaer
=tge de laeten doen ende heer van ginckel
gelooft van neen, so laet ick maer Een
Een ruijme goot daer door graefve
om de waterloosine te hebbe on daer
door voor te koom dat de weije niet
verdrencken, ick het recht op aen
graefve daert uhEd heeft om in vijfer
te koomen en laet den dam daer de
steen wt den oven over wort gereede
ock Een gruppel in door graefve
het welke weer met maste1Mast: Paal en oude deele
sal toe legge dat me daer Evenwel
sal konne over rijde, dan heeft het
water sijn schoot2Schoot: Vrije loop en door tocht, [de]

Links een rij knotwilgen tegen de dijk, daarnaast weilanden die voor een deel onder water staan. Links aan de horizon de kerktoren, in het midden, tussen de bomen, kasteel Amerongen.
Gezicht op de Bovenpolder te Amerongen, uit het westen, met op de achtergrond de toren van de St. Andrieskerk en het Kasteel Amerongen. Fotograaf: onbekend. Collectie: Het Utrechts Archief.

Jacht

Ondanks alle drukte is er ook tijd voor vermaak. Voor Van Ginkel dan. De heer Van Zuylen, Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken, is een paar dagen op bezoek geweest en Van Ginkel is samen met hem wezen jagen. Of het wat eetbaars heeft opgeleverd? Dat schrijft Margaretha dan weer niet.

Brieffragment over de jacht

[niet genoech voor konne dancke,] de heer van
suijllen is deese weeck hier 3 a 4 dagen bij de heer
van ginckel geweest en met hem gaen jagen, [was]

De terugkomst van de jacht. Een jachtpartij van dames en heren bij de poort van een buitenverblijf. In het midden blaast een jager op een jachthoorn, links een knecht met honden en een geweer over de schouder. Een van de vrouwen heeft een valk op haar hand. Op de achtergrond een man met vogels op een raamwerk.
De terugkomst van de jacht, Johannes Lingelbach, 1650 – 1674. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Mast: Paal
  • 2
    Schoot: Vrije loop

Baksteen voor baksteen, vloersteen voor vloersteen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 26 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief met de financiële beslommeringen. Godard Adriaan heeft geregeld dat er direct geld naar Temminck gaat, en dat haalt Margaretha veel zorgen ‘van de hals’.

Trap- en vloerstenen

Ook met alle stenen wordt het nu concreet. Godard Adriaan heeft zowel de trap- als de vloerstenen aanbesteed.

Eersrbrieffragment over aanbesteedde traptreden
Tweede brieffragment over aanbesteedde traptreden

[ben wist geen raet die te betaelle,] nu dat
uhEd de 37 steene trape heeft aenbesteet te maecke
is heel goet ben daer in blijde, so ick hier
met beijde de werckbaese heb gesproocke is
t, heel goet koop dit is nu voor de trap wt
de kelder naer booven inde gaelderij en op
de steijger opt waeter, aengaende de
trappe opt voorburch aende bruch vant huijs
op te gaen kan uhEd hem noch op bedencke

nu wat de vloersteene belanckt is mij ock seer
lief uhEd die heeft aenbesteet daer te kant
rechte en is het selfve seer goede koop, [ick]

Prent van Interieur met trap en gewelven
Interieur met trap en gewelven, jonkheer Isaac Lambertus Cremer van den Berch van Heemstede, 1821 – 1879. Collectie Rijksmuseum

Gewelven

Margaretha rekent haar man nog maar eens voor hoe goed de prijsafspraak is die hij gemaakt heeft. Het betekent alleen wel dat de steenhouwer met de stenen mee moet komen. Maar wanneer? Margaretha wil graag eerst de gewelven maken. Logisch, want als wij een nieuwe vloerbedekking leggen, schilderen we ook liever daarvóór het plafond in plaats van erna. Maar die wulfels, wanneer kunnen die gemaakt worden? Voor dat kan, moeten eerst de muren goed gedroogd zijn. Rietvelt kan wel door willen, maar dat vindt Margaretha niet verstandig.

Brieffragment over de wulfsels

[saeme ree was,] maer ick vrees wij vande winter
de wulfsels vande kelders niet sulle konne
slaen, om dat de muere so binne als buij
=ten noch niet geset sijn en noch min of meer
sulle sacken dat beeter is Eer de wulfsels
geslaechge sijn als daer naer, en mijns oordeels
hoe wel rietvelt gaeren die over winter sou
slaen, salt beeter sijn wij daer nu alle
preeperaesie toe maecke maer inde maent
van maert die Eerst laette slaen of legge
dan sijn de muere geset en de laechge vande
steen of de kalck daerse mee gemetselt
sijn, in gedroocht het welcke demuere altij
min of meer doet sacken, [ock is daer]

Metselwerk

Het huidige metselwerk gaat ondertussen gewoon door. Rietvelt gaat met “12 troffels”, dus waarschijnlijk 12 metselaars de schoorstenen binnensmuurs ophalen. Dat klinkt misschien veel, drie metselaars per schoorsteen, maar op elke schoorsteen komen komen meerdere rookkanalen uit.

Op de plattegrond van de tweede verdieping uit de 17e eeuw zie je dit mooi. De tweede verdieping is de verdieping onder de zolder. In de muren zijn alle rookkanalen van de kamers eronder ingetekend.

Oude handgetekende plattegrond van een vierkant gebouw. In het midden een grote ruimte zonder deuren met drie ramen aan de voorkant. Links een ruimte met vier ramen waar halverwege een soort scheidingswand zit met links een doorgang. Links boven een bijna vierkante kamer, afgezien van een hoekje om van de ruimte links onder naar de ruimte midden boven te komen. Deze kamer heeft aan de linkerkant twee ramen. Boven in het midden een ruimte met vier ramen met twee deuren linkerwand onder en rechterwand onder. Recht kom je in een soort brede (twee ramen breed) hal met een trap. Achter de trap zit nog een kamer met een schouw. Deze kamer heeft één raam rechts. Aan de onderkant komt de hal uit op een gangetje dat langs een kleinere kamer rechts komt van twee ramen breed. Het gangetje komt uit bij de ruimte rechts onder die zowel rechts als onder twee ramen heeft.
Plattegrond van de derde verdieping met benaming van de vertrekken van Kasteel Amerongen, 17de eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Kennelijk valt haar tijdens het schrijven opeens in dat in de toren die nog overeind staat, de muren oud zijn. Daar zitten in het souterrain de waskelder (nu waskeuken) en daarboven de torenkamer (nu de gobelinkamer). De oude muren hoeven natuurlijk niet meer te drogen, dus daar kunnen ze nu al beginnen met de gewelven.

Brieffragment over het metselwerk

[hij niet wt rechten,] nu sal rietvelt met sijn
volck gaen aende schoorsteen binens muers voort
op te haelle tot wt het dack waer aen hij met
12 truijfels1truifel=troffel sal wercken alt ander werck is
gedaen, het wulfsel op de waskelder of
inde den oude toorn soudense noch konne
slaen om dat die muere out sijn, [het sec]

Vooraan in het midden een halve toren, rechts een afgebroken muur op de tweede verdieping, links een stuk muur zonder ramen. Links op de achtergrond staat nog een toren. In het puin in het huis, staan drie schoorstenen nog overeind.
Maquette van het afgebrande kasteel met links achter de toren met de oude muren, Dave Pezarro, ca. 1988. Collectie Kasteel Amerongen.

Sanitair

Hoewel de muren in de toren oud zijn, wordt er wel gewerkt. Margaretha heeft in de torenkamer (nu de gobelinkamer) het secreet laten ruimen. Aan een keurig symmetrisch, classicistisch huis, kunnen natuurlijk geen secreten aan de gevel hangen. Waar dat secreet dan precies gezeten heeft is nog een beetje onduidelijk. Op de tekening van Roelant Roghman hieronder is de oude toren de toren rechts achter. Vanaf deze kant is daar geen secreet te zien. Bovenaan de toren links zie je wel een secreet hangen.

Mogelijk bedoelt Margaretha met het ‘door de waterlozing vrij en liber houden’ dat ze de gracht vrij wil houden van uitwerpselen. De vraag is wat er dan met de inhoud van potten en poepdozen gedaan wordt. We weten dat in steden de onwelriekende restanten van de reeds genuttigde maaltijd opgehaald werden. Of dat in dorpen ook zo was weten we niet. Het kan ook dat alles op de mesthoop verdween en zo op andere wijze weer in de kringloop des levens terecht kwam.

Brieffragment over het secreet

[slaen om dat die muere out sijn,] het sec
=kreet dat inde toorn kamer is geweest wort
nu wt geruijmt en opgehaelt om daer
door de waterloosine vrij en lijber te
maecken, [het heeft hie twee daegen]

Kasteel Amerongen vanuit het noorden. Het kasteel ligt in een gracht. Links een gebouw en de kade muur met op de achtergrond een brug en een poort. Zowel links achter als rechts achter staat een toren. Op de voorgrond drie gebouwtjes, een kleine in het midden, rechts één van twee verdiepingen met een trapgevel en links een van één verdieping met een heel lang schuin dak en een schoorsteen bovenop.
Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Trots

Het gebint vordert gestaag, het wordt nu ineen gewerkt. Iedereen die het ziet bevestig dat dat vast en net gebeurt: sulcken hecht werck het is. Godard Adriaan moet niet denken dat ze van de complimenten naast haar schoenen gaat lopen. Ze herhaalt nog maar eens dat ze tenminste twee à drie keer per dag boven op het huis bij het werk gaat kijken.

Brieffragment over het gebint

[weer goet,] alle mense diet werck sien
weeten niet genoech te segge so vast
en net de kap in Een gewercktwort
en sulcken hecht werck het is, uhEd be
=lieft vrij gerust te sijn daer wort niet
in versuijmt, ick gaen ten minste 2
a 3 mael daechs booven opt huijs bijt werck

Foto van de balken op de zolder van Kasteel Amerongen
Sulcken hecht werck het is. Foto en ©: Hans Neecke.

Vrouwenpraat

Van Ginkel is naar Willem III en Philippota en de kinderen zijn gezellig (?) bij Margaretha gebleven. Wellicht was het echt gezellig, want Margaretha deelt zowaar wat vrouwenpraat met haar man. Het lukt de Vrouw van Ginkel niet hemden voor een halve rijksdaalder te maken. Margaretha zou wel veeren voor de dekbedden kunnen gebruiken en ook wel vlas. Maarja, ze moet de tering naar de nering zetten. Het geld verdwijnt momenteel als sneeuw voor de zon.

Brieffragment met vrouwenpraat

de heer van ginckel is naer sijn hoocheijt die op de
veeluwe ijaecht, hoope het hem wel bekoome sal
was noch vrij swack sijn vrou is met al de
kindere hier, seijt dat sij geen hemde voor
Een halfve rijxsdaelder kan maecken,
veeren tot bedde had ick wel van doen ock wel
vlas, maer het gelt weet bij ons teegewoordich
beeter wech daerom ick daer niet aenderf
dencke, [het is mij lief alles daer so goeij]

Een jonge vrouw zit te naaien. Onder de voorstelling een dubbelzinnige vierregelige tekst in het Nederlands: Ik naey in groot getal, klamutse, schorteldoeken En lap ook bij geval, wel vrijers onderbroecken, Een vrijijer is myn sin, ik wil mijn lijf en leden In trou en eerbaere min. aan manne lust besteden.
Zittende vrouw aan het handwerken, anoniem, 1700 – 1900. Collectie Rijksmuseum.

Zultevoet

Daarom is Margaretha extra blij dat in Bremen alles zo goedkoop is. Stel je voor dat Jenneke Godard Adriaan en Blanche vier keer in de week zultevoet zou voorzetten! Zultevoet levert niet veel google resultaten op. Het komt voor in een artikel over eten in een Gronings weeshuis en in het boek Ons voorgeslacht in zijn dagelijks leven. Daar wordt het genoemd in een weekmenu voor studenten tussen hoofdvlees en andere kelderkost. Beide geen hoogwaardige luxevoedsel. Ook is de volgende beschrijving te vinden: ‘Wat aan den snuit en de pooten (beneden de knie) zit, en, na gekookt te zijn, bewaard wordt in de wei of in het dunne van karnemelk’. Dat ‘beneden de knie’ is wel heel belangrijk, want bij de achterpoten boven de knie zit natuurlijk de ham en een goede schinck is wel de moeite waard.

Brieffragment over zultevoet

[dencke,] het is mij lief alles daer so goeij
koop is nu hoeft jenken uhEd en Mons
blansche nie 4 mael ter weeck sultevoet
te Eeten te geefve, [als ick diet altijt de]

Op een ton ligt een plank en daarachter staat een vrouw met een vis in haar rechter hand en een mes in haar linker hand. Ze is de vis aan het schoonmaken. Rechts van haar een schaal met de schoongemaakte vis. Links van haar (voor ons rechtsonder) een schaal met twee niet schoongemaakte vissen, waar de ingewanden uit hangen.
Vrouw die vis schoonmaakt, Gabriël Metsu, 1657-1658. Collectie The Leiden Collection.

Diplomatenvrouw

In dit fragment vinden we tevens een verwijzing naar haar leven als diplomatenvrouw die thuis blijft. Ze geeft hier aan dat als ze naar Godard Adriaan toe zou gaan, ze liever bij Blanche logeert. Ze bewondert hoe hij geen cent teveel betaalt op de markt. Ze moeten hem er maar dankbaar voor zijn, want de kosten in Amerongen blijven maar oplopen.

We weten niet waarom Margaretha nooit met haar man mee ging. Misschien is ze wel met hem mee geweest toen ze jonger was, maar we hebben pas brieven vanaf 1667. Ze schrijft wel over andere diplomaten die hun vrouw meenemen, maar dat lijkt niet afgunstig. Ook hier is de opmerking meer bedoelt om te kunnen schertsen over de huishouding van haar man, dan dat je het idee heeft dat ze eigenlijk liever bij hem was geweest.

Brieffragment over Blanche op de markt

[te Eeten te geefve,] als ick diet altijt de
beurt is gevalle thuijs te blijfve bij uhE
kom sal liefver in blansches huishou
=din bij uhEd te gast koome als in jenkes
dewijl hij so wel te mart gaet, hij doet heel
wel so naeu te dinge wij sijn hem ver
oblijgeert want het komter nu op aen
alles loopt hier hooch en so dat ick haest
geen door koome sien, hiermeede blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwewijff
M Turnor

Groepen mensen staan rondom marktstands met verschillende producten, van blaasbalgen tot stof en van manden tot levensmiddelen.
Markt, anoniem naar Jacques Callot, 17e eeuw. Collectie: Kunsthalle Bremen.

  • 1
    truifel=troffel

Geldzorgen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is weer terug in Amerongen en ze neemt vol overgave de teugels in de handen. Nog even het laatste nieuws over Ginkel: het gaat nu echt beter. Weliswaar drinkt hij nog geen bier, maar wel Rijnse wijn met een beetje suiker bij het eten en tussendoor tisane of siroop. Hij wil graag naar Amerongen komen, schrijft Margaretha. 

Brieffragment over Van Ginkel

Ameronge den
7 ockto 1676
[rec: 12 Dito]

Men heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 3 deeser ontfange ick
so aenstonts, ick heb de heer van ginckel vrij
beeter gelaete als ick hem inde haech koomende
heb gevonde, hij drinckt heel geen bier, tusche
sijn Eeten Een glas rhijnsche wijn met Een weij
nich suijcker en buijtens tijts niet dan tiesaen1Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
of schulep2Julep, siroopachtig drankje was gereesolveert3Resolveren: Besluiten niet meer te
meediesijneere4Medicineren: geneeskundig behandelen , hier sijn schrijft de vrou
van ginckel dat sijn hEd noch dagelijcks
in beeterschap en sterckte toeneemt so dat
ick hoope hij in korte weer wel sal sijn, hij
verlanckt seer hier op Ameronge te sijn,

Interieur van een slaapkamer. Een man ligt ziek op zijn bed en wordt bezocht door een andere man.
Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Collectie Rijksmuseum.

Vloerstenen

In haar afwezigheid is het werk goed gevorderd. Samen met de secretaris, Schut en Rietvelt heeft ze het overzicht van de kosten van de vloer en de hardstenen opgemaakt. Er is een nauwkeurige tekening gemaakt van de vloerstenen, zodat duidelijk is hoeveel stenen er nodig zijn en van welk formaat. Maar de stenen kunnen het beste pas in Amerongen op het juiste formaat gekapt worden, want in het vervoer kan er gemakkelijk een hoekje van afbreken en zo’n steen is dan natuurlijk niet bruikbaar.

Brieffragment over vloerstenen

[of niet,] nu hebbense Een pertinente gront teijckenin
vande vloersteene gemaeckt en ock vande hartsteene
die hier neffens gaet daer wt sij meijne uhEd nu
perfeckt sal konne sien hoeveel steene der sijn
moet, ock op wat groote die diene te sijn, maert
kant rechte oordeelense dat hier dient gedaen
te worde, om dat int vervoeren licht Een hoeck
=ge of Eits kan afgestooten worden, [wt het]

Op een geblokte tegelvloer lopen vier paar meisjes voeten. De laatste heeft een koffer vast. Ze lopen richting een trap. Één vrouw is al op de trap.
Fragment uit:Vier meisjes volgen een vrouw een trap op, anoniem, ca. 1900 – ca. 1930. Collectie Rijksmuseum.

De kosten rijzen de pan uit

Margaretha bespaart waar ze kan. Ze heeft zo’n 18 tot 20 metselaars en evenveel opperlieden ontslagen en ze is van plan nog meer werklui af te danken. Ongeveer 8 tot 10 man moet voldoende zijn om de schoorstenen te metselen en de bogen boven de vensters af te werken. De rekening van Rietvelt bedroeg inmiddels 1778 gulden en de rekening van Schut ruim 600 gulden. Beide rekeningen heeft ze betaald, maar dat is niet alles, want morgen moet ze nog ‘al de andere werck baesen’ uitbetalen. ‘Het beloopt een ongelooflijck gelt’, schrijft ze. Weliswaar heeft ze in Utrecht de toegezegde betaling ontvangen van 5413 gulden plus nog een rente van 1000 gulden uit Gelderland, maar het geld verdwijnt zo als sneeuw voor de zon.

Eerste brieffragment over de kosten
Tweede brieffragment over de kosten

[reeijen en klaer te na maecken,] ick heb
rietvelt weer sijn reeckenin teenemael
af betaelt die beliep in vijf weecken
arbeijens so voor hem als sijn volck 1778 f

en schut overde 600 f, dan sijnder noch al
de andere werck baesen die alle meede
merge sulle betaelt worden, het beloopt
Een ongelooflijck gelt, ick heb nu laest
te wttrecht sijnde de weeder helfte vande
bewuste assinnaesie5Assignatie: aanwijzing tot betaling ontfange, so dat
ons nu de volle som van vijfduijsent
vier honde dartien gulde betaelt en
voldaen is, wat gelt ick ontfan t gaet
=ter al om, ick heb ock de rente ter som
van duijsent gul die ons op gelderlant
den Eerste septem was verscheene ont
fange, ben blijde vast so veel werck volck

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Ontslag

Ze is blij dat ze die werklui ontslagen heeft, maar als de kap gelegd is, dan komen daarna de leidekkers en die moeten ook betaald worden. En weliswaar is de verwachting dat stenen in de eigen steenoven goed gelukt zijn, maar ze heeft ook van Ot Barentse 240.000 stenen gehad voor een bedrag van zeker 1500 gulden en dat moet ook weer betaald.

Brieffragment over komende kosten
Tweede brieffragment komende kosten

[fange,] ben blijde vast so veel werck volck
vande hals quijt ben6Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden , maer als de kap
opt huijs komt sullender weer de leij=
=deckers koome, insoma so lange dit tim
=mere duert salt veel kosten, ick hoor
niet meer vande leijen die noch van boove
soude koomen offer noch te verwachte
sijn of niet, den steenoven is teenemael
afgestoockt se meene datse heel wel ge=
luckt sal sijn, wij hebbe van ott baerense
over de twee hondert en veertich duijsent
steen gehadt dat is bij de vijftien hondert

gul aen steen die hem ock sulle moeten betaelt
worden, [wij hebbe noch het schoonste weer]

Een kijkje in de kap van het kasteel. Foto en ©: Hans Neecke.

Ditjes en datjes

In de rest van de brief probeert Margaretha nog allerlei nieuwtjes te persen. Ze heeft het over de bemoeienis van Prins Willem met de Utrechtse politiek en het schijnt dat hij naar Engeland gaat. Ze zal informeren naar een stuk land maar eigenlijk is het beste stuk al verkocht. Gisteravond is ze naar de bruiloft van Kristoffel geweest. Kennelijk was Kristoffel daarom langsgekomen met de brief van Godard Adriaan. Fritsje was representant voor zijn vader en zijn opa en Antje als plaatsvervangster voor haar moeder. 

Brieffragment over de bruilof van Kristoffel

[had staen heeft dat gekocht,] gistere
avont sijn wij hier op de voor bruijloft
van kristoffel geweest, frits heeft groote
en kleijne papas plaets gereepreesenteert
en antge haer kleijne mama, sij hebe
en sondach haer Eerste gebodt gehadt
en ons heel net en wel getrackteert,
ick blijf
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Boeren dansen op een bruiloft. Links op de voorgrond danst de bruid, te herkennen aan haar kroon. Een doedelzakspeler en een jongetje met een trom en een fluit maken muziek.
Boerenbruiloftsfeest met doedelzakspeler, Peeter Baltens, 1540 – 1584. Collectie Rijksmuseum.

PS: nog meer geld

Maar dan komt Margaretha toch weer terug op het geld. Temminck heeft geschreven dat molenaar Visser op de zaagmolen in Amsterdam heeft verzocht om een betaling van 100 ducatons. De molenaar heeft eerder een scheepslading hout uit Harburg voor hen betaald. Margaretha kan er niet onderuit om hem te betalen maar ze heeft geen geld meer en ze weet niet wat ze antwoorden moet.

PS over geld voor Temmink

ps temminck schrijft dat visser opde
saech moolle tot Amsterdam
hem versocht heeft weer hondert
duijcketons op reeckenin te geefve
en hij diende wel weer Een schip
met schilp kalck te sende
so dat ick vrees hij daer toe
so veel gelt qualijck van
ons in hande heeft, vermidts
hij al de scheeps vrachte vant
hout van haerburch7Harburg (bij Hamburg) tot
Amsterdam heeft betaelt
en ick hier geen gelt overheb
weet haest niet wat hem antwoorde sal

Aan een sloot staat een huisje met daarbij een molen en een schuur. Achter het huisje staan de houten planken hoog opgestapeld. Over de sloot ligt een bruggetje waar iemand overheen loopt. Voor de schuur ligt een soort bootshuisje in de sloot. Op de linkeroever staat een knotwilg.
Een houtzaagmolen aan de kattensloot, H.G. ten Cate, 1837. Collectie Amsterdams Archief.
  • 1
    Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
  • 2
    Julep, siroopachtig drankje
  • 3
    Resolveren: Besluiten
  • 4
    Medicineren: geneeskundig behandelen
  • 5
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 6
    Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden
  • 7
    Harburg (bij Hamburg)

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén