Mijn heer en lieste hartge

Tag: Amsterdam

Den Haag of Amsterdam?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 29 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6 mei 1672
Lees hier de originele brief

Nu de Engelsen de Republiek de oorlog verklaard hebben is Den Haag niet meer veilig. Als de Engelse vloot erin slaagt om bij Scheveningen te landen ligt de hofstad wagenwijd open. Bij de Slag bij Terheide in 1653 konden de mensen vanaf de duintoppen de zeeslag volgen.

Zeeslag bij Terheide op 10 augustus 1653, tijdens de Eerste Engelse Oorlog. In het midden het gevecht tussen de 'Brederode', het vlaggenschip van Marten Harmensz. Tromp, en het Engels vlaggenschip 'Resolution' onder bevel van admiraal Monk.
Slag bij Terheide, Jan Abrahamsz. Beerstraten, 1653 – 1666. Collectie Rijksmuseum

Al sinds januari duurt de kwestie voort maar nu hakt Margaretha dus eindelijk de knoop door: ze gaat een huis huren in Amsterdam om heen te vluchten als Amerongen bedreigd wordt.

Brieffragment over een huis in Amsterdam

[dan soude wij hier suijver sitten,] men raet mij noch
al en dat van wijse liede Een gedeelte of een
kleijn huijs met Een packhuijs te Amsterdam
te huere tot verblijf voor ons ent packhuijs voor
ons goet, het welcke half gereesolveert1resolveren: besluiten ben want

Brieffragment over Den Haag en inpakken

in den haech is men niet seecker so lange wij niet
sien hoet met onse vloot die noch niet wt is
sal afloopen, ick heb inde haech sijnde mijn
beste lijwaet2linnen in kist en koffer gepackt als meede
al de pampiere3papieren en briefve, gelijcke ick hier ock
doen en sal mij met het wech sende vant selfve
reeguleere naer de tijdine4tijdingen: nieuws die wij krijgen, [de ordi-]

Naar Amsterdam gaan kost Margaretha wel meer geld. In Den Haag heeft ze een huis staan aan de Kneuterdijk waar ze zo in kan trekken. In Amsterdam is dat niet het geval: een huis en pakhuis huren kan nogal duur gaan uitvallen met het oog op de dreigende oorlog. Maar goed, de veiligheid van haar, haar schoondochter en haar kleinkinderen gaat voor. Ze kunnen altijd nog naar Den Haag trekken als blijkt dat de Nederlandse vloot de zeeën toch weet te beheersen. Dat is koffiedik kijken en daar heeft Margaretha niets aan. Ze gaat praktisch bezig en begint haar spullen te pakken.

Vrouw gebogen over een lange kist op een zolder. Boven haar een plank met kannen en potten. Het gebint is te zien en naast haar staan onduidelijke dingen.
Vrouw gebogen over een lange kist in een interieur, Harmen ter Borch, ca. 1651. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    resolveren: besluiten
  • 2
    linnen
  • 3
    papieren
  • 4
    tijdingen: nieuws

Diplomatie aan het hof

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 februari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 februari 1672
Lees hier de originele brief

De brief die Margaretha stuurt aan Godard Adriaan op 8 februari 1672 begint met alledaagse zaken: ze beschrijft wie inmiddels hun schulden aan de familie heeft afgelost en van wie ze nog steeds geld tegoed hebben. De “bekende” 5000 gulden is nog steeds niet betaald. Bekend omdat dit bedrag al open staat sinds voor Godard Adriaan naar Berlijn vertrok en Margaretha het bijna iedere brief wel noemt.

Diplomatieke perikelen

Met de alledaagse zaken uit de weg gaat Margaretha over op, voor ons, interessantere zaken: Godard Adriaans voortgang als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg.

Eerste brieffragment over de missie naar Brandenburg

tis mij seer lief te hoore dat den heere keur
= vorst kontiniweert1continueren, voortduren in sijn geneegentheijt tot
deesen staet het welcke wij wel van noode hebbe
so ick hoore hanckt de gunst vande vorste van
sel en luijnenburch2de Duitse Hertog van Celle en Lunenburg daer heel aen die haer
naer den keurvort van brandenburch wille
reeguleere, men seijt dat den Ambassadeur
doenin naer geen presentaesie die hem
vandeesen staet werde gedaen en wil
luijsteren maer seijt hij weerom ontboode
is en op sijn vertreck staet, dat ock den
koninck van vranckrijck aen onsen Amba
de groot3Staatse ambassadeur Pieter de Groot, gestationeerd in Parijs soude geseijt hebbe dat hij sijn
meesters geen dienst daer meer koste
doen oversulcks wel soude doen te ver
trecke,  so dat die twee rijcke als Enlant

Tweede brieffragment over Verdrag van Dover

en vranckrijck naer alle Aprehensi begrip, vrees het Eens
sijn en ons beijde sulle atackeere aanvallen, daerom
ick noch beducht4angstig, benauwd ben of wij in den haech al
verseeckertveilig sulle weesen, [de vrou van ginckel]

Op 25 januari schrijft Margaretha al dat ze overweegt om naar Amsterdam te gaan in plaats van Den Haag maar ze geeft geen specifieke reden hiervoor. Die krijgen we nu wel: dat Frankrijk en Engeland een verbond hebben gesloten in het Verdrag van Dover is bekend geworden. Een diplomatische oplossing met Frankrijk lijkt niet meer een realistische kans, zo zegt Lodewijk XIV aan de Staatse ambassadeur in Parijs. De Republiek heeft hard steun nodig.

Margaretha is dus ook blij om te vernemen dat de Keurvorst Godard Adriaan genegen is. De steun van de Keurvorst is van vitaal belang. Deels omdat de keurvorst een groot leger bijeen zou kunnen krijgen en deels omdat andere Duitse edelen, zoals de Hertog van Celle en Lunenburg, zijn voorbeeld zouden volgen. Hopelijk is God met hen, zo eindigt Margaretha de brief.

Op een vooruit springend lichtbruin paard met zwarte manen en zwarte staart zit een man in harnas. Hij kijkt ons strak aan en heeft in zijn linkerhand de teugels en in zijn rechterhand een maarschalkstaf. Op de achtergrond vindt een veldslag plaats. Links boven twee engeltjes die een wapen met een staf en een kroon erboven en een (zijn?) helm vasthouden.
Frederik Willem I van Brandenburg, toegeschreven aan R. van Langenfeld. Collectie Kasteel Amerongen. Waarschijnlijk had Margaretha de Keurvorst graag zo zien aankomen…
  • 1
    continueren
  • 2
    de Duitse Hertog van Celle en Lunenburg
  • 3
    Staatse ambassadeur Pieter de Groot, gestationeerd in Parijs
  • 4
    angstig, benauwd

Wat te doen, wat te doen?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 januari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 februari 1672
Lees hier de originele brief

Ondanks de geruchten van oorlog, doet De Republiek niets. Zo velt Margaretha haar vonnis over wat er gaande is in Den Haag op het moment van schrijven. Godard Adriaan had al in november 1671 gewaarschuwd voor de Franse bedreiging maar nu, bijna drie maanden later, hebben de politici in Den Haag nog steeds niets gedaan.

Patstelling

In de Staten-Generaal heerst een patstelling tussen de prinsgezinden die Prins Willem III van Oranje willen benoemen tot Stadhouder en de Staatsen (ook wel “Loevesteiners”) die willen voorkomen dat Willem III meer macht krijgt dan strikt noodzakelijk. De Stadhouder is traditioneel gezien de opperbevelhebber van het landleger van de Republiek maar sinds de dood van Stadhouder Willem II, de vader van Willem III, is er geen Stadhouder meer noch een sterk landleger om leiding aan te geven. Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt zal er toch echt iets moeten gebeuren. Geen van beide partijen wil toegeven en de goedkeuring van de oorlogsbegroting blijft uit. Pas als deze begroting door de Staten-Generaal is kan de landelijke werving voluit van start gaan. Pas dan kan Godard Adriaan concrete beloftes doen aan de Keurvorst.

Brieffragment over de besluiteloze staten generaal

[uhEd int gemoete sien ,] ondertuschen vermeerdere
van dach tot dach de geruchte van oorlooch so dat
men schrickt daer aen te dencke en heeft men te
meer reedene daer toe vermidts men siet hier noch
so weijnich ordere op alles gestelt1orde op zaken gesteld wort, inden
haech is men noch al met het werck van sijn hoocheij2Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
beesich dat bij hollant3de Staten van Holland en West-Friesland noch niet deur en wil in
middels wortter noch int stuck vande werfvin4werving van soldaten
en anders niets vast gestelt noch gedaen, [maer]

Veilige plek

In tegenstelling tot de Staten-Generaal blijft Margaretha niet stil zitten. Wanneer de familie weg moet vluchten uit Amerongen wil ze er voor zorgen dat ze ergens terecht kunnen. De familie heeft een huis aan de Kneuterdijk in Den Haag, een prachtig pand wat Margaretha geërfd heeft van haar oom Jacques Wijts. Maar, als de Engelse vloot de Nederlandse vloot verslaat en weet te landen in de Republiek dan ligt Den Haag onbeschermd. Den Haag is immers geen stad en heeft geen stadsmuur. Amsterdam is een veel veiligere keuze, want dat heeft wel een goede verdediging. Helaas heeft de familie daar nog geen onderkomen. Margaretha vraagt dus de drost van Amerongen om te zoeken naar een huis wat ze kan huren.

[sulle krijgen Eerment denckt] daerom ick ten
hoochste bekomert5bekommert: met zorg vervuld ben en weet niet of wij inde haech6Den Haag
al sulle verseeckertveilig weesen, heb onsen drost7een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd die
merge naer Amsterdam gaet last8opdracht gegeefve om
te hoore of daer niet Een huijs of Een gedeelte
van Een huijs al wast achter af voor Een
reedelijcke prijs daer wij ons soude konne be
helpe te krijgen is, Eer hijt huert sal ick
uhEd goetvinde en beliefte hier op verwachte

Hulp?

Door de patstelling in de Staten-Generaal heeft Margaretha weinig hoop dat de Republiek Frankrijk alleen aan kan. Ze sluit haar brief dus door het uitspreken van hoop in het slagen van de missie van haar man:

Brieffragment over de keurvorst staat naast de gebruikelijke afsluiting van Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor

mij sal wel verlange of den keurvorst9Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg met ons in alliansie sal treede

  • 1
    orde op zaken gesteld
  • 2
    Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
  • 3
    de Staten van Holland en West-Friesland
  • 4
    werving van soldaten
  • 5
    bekommert: met zorg vervuld
  • 6
    Den Haag
  • 7
    een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd
  • 8
    opdracht
  • 9
    Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén