Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Ghent (Willem Joseph van)

Enerverende tijden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 30 juni 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Eindelijk weer in Amerongen! Margaretha is met haar zoon en de hoogzwangere Philppota aangekomen. Ze maakt zich nogal zorgen, want het is Philippota’s eerste zwangerschap en ‘ze loopt nogal op het eind’. Tegenwoordige is een bevalling eigenlijk alleen een roze wolk en vergeten we voor het gemak alle minder aangename zaken die er omheen hangen. Tot in de twintigste eeuw was de dood in het kraambed één van de belangrijkste doodsoorzaken van vrouwen. Vooral bij het eerste of tweede kind was de kans op overlijden hoog. Gelukkig komt ook Philippota’s moeder naar Amerongen: met twee ervaren vrouwen moet het lukken. Toch voel je Margaretha’s zorgen.

Brieffragment over de zwangerschap van Philippota

Amerongen den 30 ijuin 1667

Mijn heer en lieste hartge

gistere avont sijn wij met de vrou van ginckel en
onse soon hier gekoomen het welcke mijns oordeels
tijt is wantse begint al heel pijnlijck te gaen hoe
wel naer haer reeckenin sij noch wel ontrent
Een maent of vijf weecke sal moeten gaen nu
sij hier is ben ick so veer gerust en moete wij met
paesijensie1Patientie: geduld afwachte wat de heer almachtich
ons geefven sal, de vrou van Middachte2Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota sal so
se seijt binne veertiendaege volge en ock hier koome
ick sal met godt wel sorchge drage voort doope
vant kint en wat daer toe dient, wij doen noch
dagelijcks ons beste ontrent de Persoon vande vrou
van ginckel dan dewijlle sij so opt leste van haer
dracht is moete wijt al met diskreesie in alles gaen
ick hoop noch als het beste, [hierkoomende ontfan]

Als alles maar aankomt

Met Godard Adriaan gaat het goed en daar is Margaretha zeer verheugd over. Het tinnen servies is overgekomen, maar het schilderij van Cromwell sukkelt nog een beetje. Margaretha hoopt dat dat eindelijk is aangekomen, net als de goede tijding over de vloot! Margaretha maakt niet veel woorden vuil aan de tocht naar Chatham. Ze gaat ervan uit dat Godard Adriaan de officiële verslagen wel binnen zal krijgen. Maar Admiraal van Ghent en de Ruwaard van Putten (Cornelis de Wit) verdienen volgens Margaretha alle eer.

Brieffragment over brieven, tin en Cromwell
Brieffragment over de tocht naar Chatham

ick hoop noch als het beste, hierkoomende ontfan
ge ick u uhEd schrijfve vande 21 deeser tis ons
van harte lief daer wt te sien uhEd welvaerent
heijt hoope het selfve lange sal kontiniweere ,
tis goet dat uhEd het tin Entelijck heeft ont
fange doet mij leet dat de selfve daer so lange
meede ontrijft is geweest dan dat is nu over
de schilderij van kromwel hoope ick niet dat
so lange onderweechge sal sockelen maer dat

uhEd die nu al heeft, alsmeede de goede tijdin
van onse scheeps vloote , die ick niet twijfele of
sal uhEd de pertikulaerijteijte daer van
wt den haechge geschreefve sijn waer toe mij
reefereere uhEd kan dencke hoe men hier daer
in verheucht is, hier heeft den Admirael gent
en de ruwert van putte geen kleijne Eere in
geleijt, de heer die hier voor gedanckt moet sijn
wil onse wapenen voort seegenen en geefve
wij nu te beeter tot Een gewenste vreede
moogen geraecken, [ick heb hier de heer sij]

Tekening van een oorlogsschip met een bijzonder rijkversierde achtersteven. Bovenin is het wapen van Engeland te herkennen dat door een Leeuw en een Eenhoorn gedragen wordt. De masten zijn niet afgemaakt. Onder de afbeelding staat De Royale Charles. Lange 170 Wijt 42 voet.
Schip de Royal Charles, Abraham Storck, 1672. Collectie Rijksmuseum

De dood van de prinses

Thuis is verder alles goed, het is niet zo droog als op Middachten en Margaretha kan nu aan de slag met de opdracht van Godard Adriaan: de muur repareren en de gracht uitgraven. Ze eindigt de brief met de dood van de vrouw van de keurvorst: Louise Henriette van Oranje, de oudste dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Louise Henriette was kort te voren nog bij haar moeder in Den Haag geweest, dus dat bedoelt Margaretha waarschijnlijk met de moeilijke reis. Kort voor haar dood schreef Louise Henriette: ‘ik heb wel geen reden om naar mijn dood te verlangen; ik bemin de keurvorst, mijn heer, hartelijk en zo ook mijn lieve kinderen; maar ik wil gaarne mijn God gehoorzaam wezen’. Louise Henriette was de oermoeder van de Brandenburgse en Pruisische vorsten en uiteindelijk de Duitse keizers. Margaretha zou trots geweest zijn, als ze geweten had dat een nazaat van Louise Henriette nog anderhalf jaar in haar kasteel zou wonen.

Brieffragment over de dood van de keurvorstin.

ick kan niet segge so bedroeft ick en meest
alle mensche om de doot vande goede keurvors
tin van brandenburch ben, sij most noch
voort lest van haer leefve hier so melankolijck
den heelle winter sitte en so Een moijlijcke reijs
hebbe, dit gaet onse kindere in haer affaerees
ock teegen, dan de wil des heere moet geschie
de in wiens heijlige bewaerine uhEd beveele
en blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

In het midden staat de keurvorst met een grote bos lanf krullend haar een brokaten gewaard en een hermelijnenmantel. Rechts naast hem zijn vrouw in een zwart fluwelen jurk die afgezet is met hermelijn. Op haar schoot heeft ze een naakte baby die naar zijn broer gewend is die naast hen staat. Aan de andere kant van de keurvorst de beoogde troonopvolger Karl Emil die een podium beklimt met de kroon in zijn handen. Op de achtergrond twee pilaren met daar tussen een fluwelen gordijn. Boven aan het schilderij de drie jong gestorven kinderen van het stel als engeltjes: een jongetje en een tweeling.
Keurvorst Friedrich Wilhelm von Brandenburg (1620-1688) met zijn eerste echtgenote Louise Henriette van Oranje-Nassau (1627-1667), hun zonen Karl Emil (1655-1674) en Friedrich (1657-1713) en de kort tevoren geboren Ludwig (1666-1687). Collectie: Stiftung Preußische Schlösser und Gärten Berlin-Brandenburg.
  • 1
    Patientie: geduld
  • 2
    Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota

Duivels Dilemma

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Dit is één van de meest geciteerde brieven van Margaretha, omdat hier zo duidelijk het dilemma rond betalen of niet betalen voor het behoud van Kasteel Amerongen uit de doeken wordt gedaan. Ze stuurt deze brief wel mee met de diplomatieke post van de Brandenburgse vertegenwoordiger in Den Haag, Matthias Romswinckel. Een snelle route, want Godard Adriaan krijgt hem binnen een week, en dat is zelfs sneller dan via de ijlbode van Willem III (de koetsier van graaf Waldeck) waar de vorige brief mee gekomen is.

Goede raad is duur

Binnen drie dagen betalen, of anders….! Zoals in de vorige brief aangekondigd wil ze de beslissing niet in haar eentje nemen maar gaat ze te rade bij vrienden in Den Haag en Utrecht. Die komen met het advies om toch het geld maar neer te tellen, omdat de Fransen zich tot nu toe netjes aan hun woord hebben gehouden, en huizen waarvoor betaald is met rust hebben gelaten. Maar als ze zou betalen zou ze dat, om verschillende redenen die Godard Adriaan wel kan bedenken, geheim moeten houden. Betalen aan de Fransen was door de Staten-Generaal verboden.

Brieffragment betalen of niet

[in de tijt van drije dagen en niet betaelle], ver=
scheijde van onse goede vriende al hier so wel
als die te wttrecht oordeele wij die som tot be=
houdenis vant huijs behoorde te wagen, voegende
voor reede daer bij datse tot noch toe haer woort
diese tot konservasie1conservatie: behoud vande huijse hebbe gegeefve
niet te buijten hebbe gegaen2haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden maer die hebbe
verschoont en bewaert datter int minst
niet aen is gekrenckt, doch alsmen wat geefe
sou dat ment selfge sou moete seeckreeteere3secreteren: geheimhouden om
verscheijde reedene die uhEd kan dencken,

Wat moet ze doen? Het zou haar zwaar vallen om een huis dat van generatie op generatie in de familie van Godard Adriaan is doorgegeven, en waar ze zelf dertig jaar ziel en zaligheid in heeft gestopt, verloren te zien gaan als het met zo’n bedrag te redden zou zijn. Hoewel geld dus schaars is en bijna niet te krijgen.

Eerste brieffragment over het idee van het verlies van het huis
Tweede brieffragment over het idee van het verlies van het huis

ick in pijn sijnde niet weetende wat ick doen sal
sou niet gaeren Een huijs dat so out van uhEd
voorouders is gekoome en daer ick nu dartich

ijaere met so veel sorch op heb getobt4Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren sien verloore
gaen alst ment met so een som sou konne voorkoom

Ze gaat laten navragen of er niet nog 14 dagen uitstel te krijgen is, of dat er met 2000 in plaats van 3000 gulden ook wat te bereiken is.

Interieur met een staande vrouw die wordt toegesproken door een zittende officier. Naast hem zit een oudere vrouw die uit een glas drinkt. Rechts een hond. Op de tafel een kandelaar met kaars en een opengeklapte spiegel.
De galante conversatie, ca. 1654. Door Gerard ter Borch (II), Collectie Rijksmuseum

Brandenburgs succes?

Ondertussen wordt in Den Haag reikhalzend uitgekeken naar de Duitse post, want het gerucht gaat dat de keurvorst van Brandenburg nu toch een overwinning op Turenne heeft gehaald. Maar het wachten is nu op bevestiging uit het leger van Brandenburg zelf, want het bericht wordt sterk betwijfeld.

Dooi verhindert prinselijke plannen

Willem III is weer naar Alphen aan den Rijn. Het vriest hard, maar men zegt dat de grond zo warm is, dat dat opweegt tegen de kou in de lucht, waardoor het toch dooit. De prins kan daarom met zijn leger niet zoveel uitrichten, en zo vervliegt er weer een sprankje hoop op bevrijding van de bezette gebieden. Dat omgekeerd de dooi ook beschermt tegen eventueel Frans gevaar voor Holland, benoemt Margaretha dit keer niet. Het glas is momenteel halfleeg, en dat is te begrijpen.

Brieffragment over Prins Willem III

[bataelge sal leevere of dat wagen,] sijn
hoocheijt is weer naer Alfhen, het vriest 
hier weer sterck dan men seijt dat de gront
van ondere so warm is dat vandaer so veel
doijt als de lucht van booven vriest, geloof
niet datter Eits gedaen sal worde, daermee
dan al onse hoop van verlossine verdwijnt, [dees]

Een soort opengeklapte tekening van de Gouwe Sluis. Links verticaal stroomt de Rijn, midden over de pagina horizontaal stroom de Gouwe. Op ongeveer 3/4 van de pagina ligt in de gouwe het sluisje. De huizen en bomen aan de bovenkant van de Gouwe staan normaal, die aan de onderkant van de Gouwe staan op zijn kop alsof het land bij de Gouwe is opengeklapt.
Gouwesluis bij Alphen aan den Rijn, Jan Daemszoon, ca 1561. Collectie Archief Hoogheemraadschap Rijnland

Rijngraaf voorgetrokken

Nog een nijdige p.s.: Rijngraaf Karel Florentijn van Salm heeft voor zijn zoontje (12 jaar) weer een compagnie gekregen. “Dat kind heeft nu drie compagnieën!” Graaf Karel had er zelf ook al drie én drie regimenten, dus feitelijk heeft hij nu drie regimenten en zes compagnieën. “Dat kan voor een man wel gaan”, pent Margaretha bozig, maar de weduwe van admiraal van Ghent kon er voor háár zoon geen krijgen. Schrijft Margaretha hier nu dat een kind een legeronderdeel gaat aanvoeren? Nee, het gaat hier waarschijnlijk om het verzamelen van aanstellingen (voor jezelf of familie) die geld opleveren, en die je vervolgens voor een lager bedrag door een ander laat uitvoeren.

Postscriptum

graef karel de rijngraef5Karel Florentijn van Salm heeft nu weer een kompangi
voor sijn soon gekreechge dat kint heeft nu drie kompa
en graef karel 3 en drije reesgement, Ergo 6 kompan
en die reesgemente dat kan voor Een man wel gaen
de arme weduwe van den Admiraal gent kost
voor haer soon niet krijge, so dient den Eene het
geluck bij dandre niet

  • 1
    conservatie: behoud
  • 2
    haer woort niet te buijten hebben gegaan: woord hebben gehouden
  • 3
    secreteren: geheimhouden
  • 4
    Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren
  • 5
    Karel Florentijn van Salm

Aanval van twee kanten

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 juni 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1672
Lees hier de originele brief

Kleef is gevallen. Met dat slechte nieuws begint Margaretha haar brief. Dat betekent dat de Franse legers zich nu kunnen richten op de laatste Staatse verdedigingslinies aan de IJssel of aan de Rijn. In de Republiek heerst chaos: mensen slaan op de vlucht en Margaretha heeft Philippota en de kleinkinderen al naar Utrecht gestuurd, een stukje verder weg van het front dan Amerongen. Verder dan dat wil Philippota niet gaan: ze wil niet te ver van haar man zijn.

Brieffragment Franse troepen en de vrouw van Ginkel

Mijn heer en lieste hartge
seedert mijne laeste sijn de vijande so seer genadert dat
mense alledaege verwacht aenden ijsel of rhijn, den
prinse van konde1Louis II van Bourbon, de Prins van Condé, is een van de belangrijkste generaals onder de Franse koning is bine deutekom2Doetinchem den koninck
so men seijt binne kleef3De stad Kleef en op den Elteren berchde 4Eltenberg is een heuvel nabij het plaatjes Elten, in het Hertogdom Kleef
met gars5gros vant leeger
nu is den tijt van Elende voor ons en sitte wij inde
meeste benautheijt vande werlt, de mense vluchte 
van allekante so dach en nacht dat deerlijck is
te sien, ick heb gistere de vrou van ginckel met
haer vier kinderen naer wttrecht voort Eerst
laeten brengen die als noch niet gaere naer
Amsterdam en wil om dat sij meent te veer
van haer man te sijn, [en waer is Een plaets]

Een woedende menigte met burgers en soldaten lyncht een oude man. Op de achtergrond spreekt een man mensen toe vanaf een trapje.
Gevangenneming van Paulus in Jeruzalem, Christoffel van Sichem (II), naar Philips Galle, naar Jan van der Straet, 1740. Collectie Rijksmuseum.

Volksoproeren

Of het een goed idee was om de rest van de familie naar Utrecht te sturen moet nog blijken. Overal in het land vinden volksoproeren plaats, ook in Utrecht. Het volk is ongerust over de aankomende invasie maar ook, zo schrijft Margaretha, over het wegblijven van de Brandenburgse troepen die Godard Adriaan zou regelen. Sterker nog, er gaan geruchten dat Godard Adriaan zijn land verraden zou hebben om er samen met de Keurvorst zo veel mogelijk geld uit los te krijgen. Godard Adriaan krijgt stank voor dank voor zijn harde werk.

Protesterende mensen komen dagelijks langs het huis van de familie in Den Haag en ook in de omgeving van Kasteel Amerongen doet deze praat de ronde. Margaretha is bang dat ook in Amsterdam deze complottheorie de ronde doet: haar familie is op geen plaats in de wereld nog veilig.

Eerste brieffragment over het oproerige volk dat moppert op Godard Adriaan

[van haer man te seijn ,] en waer is Een plaets
inde heelle werlt voor ons seecker daer de gemeente6het volk
so oproerich van binne in verscheijde plaetse
is alste wttrecht te haerlem7Haarlem en meer andere
plaetse te meer dewijlle de gemeente so seer
op uhEd begine te morre overt lan achter –
blijfve vande brandenburchse troepees, inde haech
gaense savonts en smergens lans ons huijs8Margaretha doelt hier op het huis aan de Kneuterdijk wat ze van haar oom erfde
seggende dat den keurvorst ons verraet en dat uhEd het
met hem hout daer so lange leggende omt lant
wt te suijpen9uitzuipen: leegzuigen, geld aftroggelen daer doch niet van en komt, daer bij
voechgende dat me sijn huijs onder de voet

Tweede brieffragment over het oproerige volk dat moppert op Godard Adriaan

haelde10onder de voet halen: slopen wat duijvel waer daer aengeleechgen11mogelijk een verbastering van “de duivel inhebben”: zeer boos zijn, ick
schrick daer aen te dencken dier gelijcke12dergelijke tael
wort te rheene13Rhenen onder die kompangie burgers14een groep burgers heeft zichzelf bewapend en heeft een militie gevormd 
die wt wandere plaetse daer koome door trecke
ock gevoert, dit is den danck die uhEd voor den
dienst vant vaderlant sal hebbe het welcke hij met so veel
ijver doet, ock waer sal ick noch blijfve vrees
diergelijcke praetges te Amsterdam almee sulle
omgaen en komt het grau15het grauw: de lagere standen van de bevolking Eens op de been hoe

Op de grond zittende jammerende oude vrouw.
Klaag de tijd maar aan, Francisco de Goya, 1806 – 1812. Collectie Rijksmuseum.

Klaagzang

Margaretha gebruikt haar brief aan Godard Adriaan ook om haar hart te luchten. Ze is nogal ongelukkig door alles wat gaande is. Nu de beloofde Brandenburgse troepen niet of te laat komen neemt de hoop op zegevieren op de Fransen sterk af. Margaretha vreest dat het al te laat is voor de Republiek en haar familie. Als een stortvloed van droefheid komen al haar emoties er uit.

Brieffragment met klaagzang

[hoe] sal ickt maecke wier sal ick mijn hooft op
steecken och ongeluckige vrou als ick ben, uhE
belieft het so te doen en salder toch Eer noch
danck van hebbe en laet ons hier so alleen
uhEd soon in Een leeger dat so prijckeleus16perikleus: in gevaar, in de perikelen is
mijn met vier sulcke liefve kinderkens als
alleen inde werlt indees wtneemende swaere tij
de, uhEd sout hem noch wel konne beklaechge
nu heer van Ameronge mijn sechge is noijt ge
acht, maer so die beloofde troepees niet in
korte en koome so weet ick mij nergens te
berge17bergen: waarborgen, een veilige plek bewonen waer sal ick blijfve, en om de waer
heijt te segge se sulle koome vrees ick alst
te laet sal sijn, ick ben bedroeft tot int binenste
van mijn hart ija tot der doot, ick bid neemt
niet qualijck ick dit so schrijf ben als over
stort van droefheijt, [den heer van wellant]

De Engelsen vallen aan: Slag bij Solebay

Margaretha weet ook goed nieuws te melden aan Godard Adriaan: er is een zeeslag geweest en de Staatse Vloot heeft deze gewonnen! Helaas kwam de overwinning met een prijs. Admiraal Van Gent heeft de slag niet overleefd: kogels door de borst en een afgerukt been waren hem fataal. Hij zal dus helaas Godard Adriaan niet kunnen ophalen in Hamburg.

In het midden een Nederlands schip dat explodeert, Daarachter de spiegel van een Engels schip. Recht een Nederlands schip en ook op de achtergrond een twee Nederlandse schepen. Op de voorgrond een Nederlandse sloep.
Zeeslag bij Solebay, 7 juni 1672. Geschilderd door Willem van de Velde (II). Collectie Het Scheepvaartmuseum

De slag waar Margaretha aan refereert is de Slag bij Solebay op 7 juni 1672. Michiel de Ruyter stak met een vloot de Noordzee over en overviel de Engels-Franse vloot in de Solebay. In de daarop volgende zeeslag slaagt De Ruyter erin om flinke chaos aan te richten en maakt hij het onmogelijk voor Engeland om de Republiek op zee te blokkeren.

Brieffragment over de slag bij Solebay

[al sijn bedencke,] wij hadde voorleedene
vrijdach wat verquickine18verkwikking: verbetering van het humeur door de vicktoorije
die sich te water voor ons liet sien nu heb
ick sints het vervolch daer van niet gehoort, de heer wil
geefve het mach weesen alst begin be –
halfve dat den Admirael van gent doot is
was het been afgeschoote en twee kogels
door de borst wiens doot mij seer jamert

Margaretha blijft in Amerongen

Tenzij ze slecht nieuws over het leger te horen krijgt blijft Margaretha nog een dag of twee in Amerongen. Ondanks de wanhoop die uit haar brief blijkt heeft ze toch wel vertrouwen in de landsverdediging. Nijmegen is goed voorzien van soldaten en ammunitie en er zijn nog veel troepen naar de IJssel gegaan de afgelopen week.

Het bedroeft haar echter wel dat het onmogelijk is iets te horen over de belegerde steden. Er heerst een volledig gebrek aan initiatief. Verkenners gaan enkel uit als zoon Godard van Ginkel ze er op uit stuurt. Typisch voor Margaretha drukt ze ook hier weer de hoop uit dat Van Ginkels harde werk onthouden wordt en vergoed wordt met een promotie in de toekomst.

Brieffragment waarin Margaretha aangeeft nog twee dagen in Amerongen te blijven.

ick meen noch Een dach of twee hier te blijfe
so lange ick geen Erger tijdine wt ons leeger
hoor daer is dees voorleedene weeck seer
veel volck noch naer toe gegaen hoope den

Brieffragment over het vertrouwen in de verdediging

den ijsel nu sal konne gedefendeert19defenderen:verdedigen worde nimweege20Nijmegen is ock nu
so van volck als van Amonijsi21ammunitie van oorlooch wel versien dat groote
moet en koraesge22courage: moed ondert volck geeft, de baterije23batterij: een verdedigingswerk waarachter geschut is geplaatst ent kanon
seijt men dat op den ijsel nu is gestelt, de heer almachtich wil
al donse bewaere, dat bedroeft is men kan niet seeckers hoore
hoet met de beleegerde steede is, daer gaet niemant op kons
schap24kondschap: op verkenning gaan, inlichtingen inwinnen wt als die den heer van ginckel wt sent, of hem wel Eens
weer sal vergoet worde sal te besien staen, nu mijn lieste hartge
ick bidt godt uhEd wijsheijt en voorsichtichheijt te geefve en op alle
uhEd weege te bewaere, sal blijfve so lange ick leef

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

Een vrouw zit rustig tegen een bergachtige achtergrond met donkere wolken. Ze kijkt rustig voor zich uit. In haar linker hand een hoorn des overvloeds en in haar rechterhand een scepter die ze naar beneden houdt. Aan haar voeten ligt een ongebruikte wapenuitrusting.
Veiligheid, Jacques-Antoine Friquet de Vauroze, naar Sébastien Bourdon, 1663 – 1716. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Louis II van Bourbon, de Prins van Condé, is een van de belangrijkste generaals onder de Franse koning
  • 2
    Doetinchem
  • 3
    De stad Kleef
  • 4
    Eltenberg is een heuvel nabij het plaatjes Elten, in het Hertogdom Kleef
  • 5
    gros
  • 6
    het volk
  • 7
    Haarlem
  • 8
    Margaretha doelt hier op het huis aan de Kneuterdijk wat ze van haar oom erfde
  • 9
    uitzuipen: leegzuigen, geld aftroggelen
  • 10
    onder de voet halen: slopen
  • 11
    mogelijk een verbastering van “de duivel inhebben”: zeer boos zijn,
  • 12
    dergelijke
  • 13
    Rhenen
  • 14
    een groep burgers heeft zichzelf bewapend en heeft een militie gevormd
  • 15
    het grauw: de lagere standen van de bevolking
  • 16
    perikleus: in gevaar, in de perikelen
  • 17
    bergen: waarborgen, een veilige plek
  • 18
    verkwikking: verbetering van het humeur
  • 19
    defenderen:verdedigen
  • 20
    Nijmegen
  • 21
    ammunitie
  • 22
    courage: moed
  • 23
    batterij: een verdedigingswerk waarachter geschut is geplaatst
  • 24
    kondschap: op verkenning gaan, inlichtingen inwinnen

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén