Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Renesse van Moermont (Frederik van)

Middachten

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 maart 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 april 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Er is ook geen moment dat Margaretha kan ontspannen. Ze is nog nauwelijks bekomen van het afbranden van haar kasteel in Amerongen of er komt slechte tijding uit Middachten.

Bos

Volgens berichten uit Gelderland wordt het Middachter bos omgehakt. Het schijnt ook dat de intendant het bos verkocht heeft aan iemand die meent er recht op te hebben. Ook over Herreveld, dat ook van zoon Van Ginkel en zijn vrouw is, wordt nu een brandschatting geëist. De bijzonder goed ingevoerde nicht, de vrouwe van Nieuwenheim, wordt weer ingezet. Er zit weer niks anders op dan het lot in de handen van de Heer te leggen.

Eerste brieffragment over Middachten
Tweede brieffragment over Middachten

[men weet niet hoe of wat men doen sal,] so men wt
gelderlant schrijft sijnse int Middachtense bos
al aent hacke en soude dien giene1diegenen die de preetensi
op die middachtense goederen maeckt het selfve bos vande inten
=dant voor 5000f gekreechgen hebben , over harvelt2Herreveld
Eijschense ock swaere kontreebuijsie, de vrou van
nieuwenheijm is naer wtrrecht om met den inten
intendant te spreecke en sien of sijt kan af
maecken, het sou Een swaeren slach sijn dat sijn
bos geruweeneert wiert en wat sou mender toe
doen , dit sijn swaere besoeckine dan moetent met
gedult drage en de wtkomste vanden heere verwachte

ditt aen geene middelen ontbreeckt om ons weer te
seegenen alst sijne godlijcke wille is, op wiens
barmharticheijt en goedertierentheijt wij ons moete
vertrouwe, [de pagadoors sulle van dach tot dach de]


Zwartwitfoto van een man met een kistje in zijn hand. We zien hem op zijn rug en hij kijkt naar een gigantische omgehakte boom. De stomp van de boom is bijna zo groot als de man zelf. De boom ligt in de kijkrichting van de man.
Omgezaagde bomen langs de Middachter Allee, De Steeg, Zilver Rupe, 1945. Collectie: Gelders Archief

Rechten op Middachten

Zoon Van Ginkel wordt Heer van Middachten door zijn huwelijk met Ursula Phlippota van Raesfelt, zij was de erfdochter van Reinier van Raesfelt, haar vader. Op verschillende momenten in de vererving van Middachten en de bijbehorende goederen (bijvoorbeeld Herreveld en de zogenaamde Münsterse goederen), zijn er mensen die vinden dat zij onheus bejegend zijn. Reinier van Raesfelt erft samen met zijn zus Middachten van zijn tante, maar een andere neef van die tante roept dat het testament gemanipuleerd is. De (familie van) deze Godert Egberts blijft aanspraken maken op Middachten. Reinier had zijn zwager, die ook aanspraak maakte, al in 1633 afgekocht. Daarnaast had hij nog een bastaardzoon, die zich ook achtergesteld voelde door de ‘echte’ familie van zijn vader. Voor al deze mensen was de inval van de Fransen een mogelijkheid om oude rekeningen te vereffenen.

Oude vogelvluchttekening van een omgracht kasteel. De gracht loopt rond, met daar omheen bomen. Het huis staat midden in de gracht. Op de ommuurde voorburcht staan aan weerszijde van de oprijlaan twee gebouwen met trapgevels. Recht tegenover het kasteel, bij de eerste brug staat een poortgebouw. Aan de voorkant hebben de muren van de voorburcht torens.
Fragment uit Het kasteel Middachten : met ontwerp voor een buiten de slotgracht gelegen plein voor de poort van de voorburcht, N. Ritz van Geelkerck[en], 1652. Archief Huis Middachten.

Soldij

Ondanks de aanstelling van de pagadoors3van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieters. schiet de uitbetaling van soldaten en officieren ook nog niet op. De hoge officieren worden helemaal niet betaald. Vooral de officieren die hun huizen in Utrecht en Gelderland hebben en niet door Holland betaald worden4Van Ginkel was overgestapt naar Hollandse dienst, dat is kennelijk niet alle officiers gelukt, die hebben het zwaar.

Uiteraard krijgen ook Margaretha’s eigen financiële perikelen in deze brief weer uitgebreid de ruimte. Uitbetaling van de ordinanties zit er, ondanks de beloftes, nog steeds niet in.

Brieffragment over soldij

[vertrouwe,] de pagadoors sulle van dach tot dach de
meeliesie betaelle doch geschiet niet en alse al gelt
geefve salt noch geen maent sols sijn wat ree
kruijteerine konnense daer mee doen, geen
tracktemente vande hoochge offiesiers worde betael
die al haer goet int sticht en gelderlant hebbe gelate
en hier niet betaelt worde sijnder niet
wel aen, [den ontfanger wt den boogaert stelt]

Gravure van twee soldaten bij een tafel. De een probeert de andere weg te houden bij de tafel waarop geld ligt. Achter de tafel zitten mannen die zichzelf erg belangrijk lijken te vinden. Eén van hen schrijft in een boek.
Soldaten die hun soldij uitbetaald krijgen (fragment van: Illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ van Allain Manesson Mallet), Romeijn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum

Klein nieuws

Er is ook hartverwarmend nieuws. De oude heer Temminck, de bankier die de zaken van de Van Reedes in Amsterdam behartigt, heeft Margaretha bij hem thuis uitgenodigd. Dat waardeert ze zeer.

Ovaal geschilderd portret van een beetje een blekige jonge man. Hij heeft dik golvend haar tot op zijn schouders. Zijn gezicht is lang en smak. Hij heeft een relatief klein bovenlijf. Hij draagt een kuras, met daaronder een gele wambuis en poffende manchetten. Met zijn rechter hand leunt hij op een wandelstok.
Ulrik Frederik Gyldenløve, Wolfgang Heimbach, 1661. Collectie: Deens Nationaal Historisch Museum. Bron: Wikipedia

De vrouw van neef Van Wulven “blijft nogal liggen”, gelukkig zijn haar man en haar broer nu wel bij haar. De Heer van Wulven heeft inmiddels wel zijn meubels terug, maar hij moest er wel 1500 gulden voor betalen.

Gerechtigheid

Helemaal aan het eind van haar brief haalt Margaretha nog even uit. Hoewel het geen christelijke deugd is, leek Margaretha een beetje afgunstig ten opzichte van Daniël Oem van Wijngaarden toen hij zijn missie in Denemarken begon. Zou het haar goed doen dat ze nu kan schrijven dat hij het verbruid heeft? Hij heeft op eigen houtje met de Koning van Denemarken onderhandeld en beloften gedaan die hij niet kan waarmaken. Hij heeft contant geld beloofd, terwijl de opdracht was om met (staats-)obligaties te betalen. En hij ligt ook nog overhoop met de halfbroer van de koning. Niet erg handig voor een diplomaat. Ze schijnen hem uit de regering te willen zetten.

Brieffragment over Werkendam

men roept hier
seer over den heer
van werckendam5De heer van Werkendam: Daniël Oem van Wijngaarden
die so geseijt wort
soude teegens de intensie vanden staet geneegoosgeer6Negotieren: Politieke onderhandelingen voeren
hebbe, hebbende den koninck7Koning Christiaan V van Denemarken belooft het tracktaet in
kontante peninge te voldoen, daer sijn last is geweest
om die met oblijgaesie8Obligatie: Schuldbekentenis te voldoen, men spreeckt
hier seer s, den jonge bemont isser naer toe om de raet
=tefikasie wt te wissele en nu komt dit voor den dach
ock leijt hij heel overhoop met den heere guldeleuw9Ulrik Frederik Gyldenløve, bastaardzoon van Frederik III ,
men spreeckt hier van hem heel wt de reegeerin
te sette te weete wercken
dam

  • 1
    diegenen
  • 2
    Herreveld
  • 3
    van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieters.
  • 4
    Van Ginkel was overgestapt naar Hollandse dienst, dat is kennelijk niet alle officiers gelukt
  • 5
    De heer van Werkendam: Daniël Oem van Wijngaarden
  • 6
    Negotieren: Politieke onderhandelingen voeren
  • 7
    Koning Christiaan V van Denemarken
  • 8
    Obligatie: Schuldbekentenis
  • 9
    Ulrik Frederik Gyldenløve, bastaardzoon van Frederik III

Huis in de hemel

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 maart 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

Leek Margaretha in de vorige brief de wanhoop nabij, deze brief is de wanhoop tastbaar: als de Heer almachtig niet te hulp schiet, zijn allen verloren. Toch is er een klein wondertje: ze heeft drie brieven van haar man gekregen!

Soldatenleven

Het begint met de droevige staat van het Brandenburgse leger. Juist nu het zo nodig is, lijkt daar niet veel van over. Met het Staatse leger lijkt het niet beter gesteld. De staat is tergend traag. Nu zijn de milities aangeschreven dat de rekrutering van het leger voor 15 april gereed moet zijn. Dat is leuk bedacht, maar er wordt geen cent uitbetaald. Er zijn compagnieën bij die al meer dan een jaar niet uitbetaald zijn. Bij de cavalerie zijn ze drie à vier maanden achter met betalen. Daar verkopen ze zelfs hun laarzen om voer voor de paarden en brood voor zichzelf en hun familie te kopen. Die arme prins. Hij denkt met een goed leger voor de dag te komen, maar door de traagheid van de regering, zit hij met de gebakken peren.

Brieffragment financiën leger
Brieffragment over teleurstelling Willem III

[is,] de meliesie is aengeschreefve haer reekruijteerin
te doen en sonder wtstel teegens den 15 April ge=
=reet te sijn, men geeftse niet Een stuijver gelt
daer sijn kompangie die 12 a 14 maende ten achter
sijn de ruijterij is meest 3 en 4 maende ten
achteren moeten alles versette wat sij hebbe tot haer
steefvels in kluijs omt voer voor haer paerde en
broot voor haer selfs vrou en kindere te kooppe, de
heer van ginckel al wat hij grijpe en vange kan gaet
tot betaelline vande kompangi, en de kantoore
sijn op gepropt van gelt men seijt der meer als
vier mielijoene kontant leijt tot betaelline vande
meeliesi en daer komt geen ordere omt gelt wt
te telle, tis meer als bedroeft de traecheijt die bij
de reegeerine is, sijn hoocheijt is ongeluckich sal meene

Een leeger te velt te brenge het welcke te vreese staet door
de wan betaelline so kompleet niet sal konne sijn

Godard Adriaan heeft gezegd dat ze misschien niet zo op “de vleselijke arm” moet vertrouwen12 Kronieken 32:8, in de statenvertaling en in moderne taal. Ofwel: vertrouw minder op het leger en meer op God.

Brieffragment vleselijke arm

uhEd seijt heel wel dat wij so seer niet op de vleeslijcke
arm moete sien vreese wij dat te veel gedaen hebbe
en noch doen dat dat almeede oorsaeck is dat godt
de heere die en onse wapene niet en seegent, den

Tekening van een boerderij met een strooien dak. In het raam boven de voordeur zit een oude man. Voor de gesloten voordeur staan twee soldaten met een boomstam klaar om de deur in te slaan. Naast de boerderij staan twee soldaten met geweren en zit er één op de grond zijn geweer te controleren. Achter de soldaten met de boom twee soldaten te paard. Ook met hun geweer in de hand.
Plunderende soldaten bij een boerenwoning, Adriaen van de Velde, 1669. Collectie Rijksmuseum

De Heer geeft, de Heer neemt

Uit Amerongen is er verder geen nieuws, alleen de schoorsteen van de keuken is omgevallen, maar de planten en de tuinen zijn nog in goede staat, zelfs de beelden staan er nog. En ze heeft nog een nieuwe uitspraak van de intendant Robert tegen secretaris Van den Doorslagh. Op de vraag hoeveel geld er nodig was om het huis te bewaren, gaf hij als antwoord dat het huis sowieso moest branden.

Brieffragment over Kasteel Amerongen

[van sal segge] de seeckreetaris is hier seijt de
muere vant boove en beneede huijse noch vier
kant staen alleen dat de schoorsteen vande keucke
opt booven huijs ingevalle is, voort al de plante
en hoofve sijn noch in EsseIn esse zijn: in goede staat zijn tot de beelde inde hof
staen noch wel, macht maer so blijfve, [want so]

Ze moeten maar een voorbeeld nemen aan Job, hij verstaat als geen ander de kunst om lijden, pijn, tegenspoed, of enige andere onaangenaamheid met kalmte en zonder opstandigheid of klagen te kunnen verdragen. Daarnaast vertrouwt ze erop dat God genoeg middelen geeft om hun huis weer op te bouwen en bidt ze om ooit een huis in de hemel te hebben dat door geen mens afgebrand of afgenomen kan worden.

Brieffragment de heer geeft de heer neemt

[vorste teegens sijn koninck op hitste,] in soma
het ongeluck heeft ons gedient, wat sulle wij doen
al met den verduldige2Verduldig: De eigenschap of gezindheid bezittend om lijden, pijn, tegenspoed, of eenige andere onaangenaamheid met kalmte en zonder opstandigheid of klagen te kunnen verdragen; lijdzaam, geduldig, berustend. Vooral in religieus verband waarbij het lijden dat iemand overkomt als een goddelijke beschikking en beproeving wordt gezien waarvan het kalm verdragen als een zedelijke deugd geldt. jopt segge godt gaf god nam
de naeme des heere sij gepreese3Job 1:21, in de statenvertaling en in modern Nederlands ist sijn godlijcke wil
heeft middele genoech omt ons weer te geefve so niet
moete wij vretrouwe en bidde Een huijs inden heemel
te hebbe dat ons van geen mensche kan gebrant of
genoome worde, [ick kan niet segge of dencke of dit]

Een geluk bij een ongeluk is dat mensen nu minder kwaadspreken over Godard Adriaan. Ze hielden hem verantwoordelijk voor de dure mislukking van de Brandenburgse veldtocht. Maar nu ze zien dat hij alles is kwijtgeraakt, zijn hun stemmen verstomd.

Gravure van jubelende mensen op wolken en engeltjes in de wolken daarboven. Op de achtergrond een vierkante, symmetrische ommuurde tuin.
Het hemels Jeruzalem met lofzingende engelen en verlosten, Jan Luyken, 1687. Collectie Rijksmuseum

Orde op zaken

Het uitbetalen van het geld voor Godard Adriaans werk blijft moeizaam. Er liggen ordinanties klaar, er zijn ordinanties aangevraagd, maar er gebeurt niets. Margaretha moet maar weer zelf naar Amsterdam om het te regelen. Als wat van de laatste 6000 gulden uitgegeven is, heeft ze nauwkeurig genoteerd en stuurt ze mee als een Memorie. Ze doet het zo zuinig mogelijk aan, maar het was een zware periode. Gelukkig is iedereen weer beter. Kennelijk heeft Godard Adriaan voorgesteld dat ze met de hele menage naar Duitsland komt. Ze lijkt er niet afwijzend tegenover te staan, maar ze denkt dat ze haar schoondochter niet mee krijgt. Van Ginkel heeft nu ook aan de stadhouder gevraagd of Godard Adriaan thuis mag komen, maar ook tegen hem is gezegd dat hij moet wachten tot de Graaf van Waldeck4Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg terug is.

Brieffragment Margaretha's eigen financieën
Laatste zin over Waldeck

[geen tijt tot de derde te setten,] ick ben van meen
=nine int lest vandeese weeck selfs naer Amster
=dam te gaen om te sien wat ick van hem sal
konne krijge, sal uhEd met de naeste post Een mee
=moorije sende wat ick wt de ontfangene ses duijs=
sent gulde heb betaelt dit alles volgens uhEd
ordere, daer niet of weijnich van over is gebleefe
ick lech hier alles so naeu aen alst Eenichsins
moogelijck is maer heb al de winter een seer
swaere meenaesge5Menage: huishouding, maar ook zuinig beheer der inkomsten gehadt, al de siecke sijn
de heere sij gedanckt weer wel, de heer
van wellant drijcht6Dreigen is hier in de betekenis van talmen naer seelant te gaen
en blijft al, ick sal geen swaericht maecke
om naer duijtslant te gaen maer geloof
de vrou van ginckel daer beswaerlijck toe
sou konne reesolveere , de heer van ginckel
heeft sijn hoocheijt wt mijne naem verlof versocht
voor uhEd om Een keer herwaerts te mooge doen
die hem seijde uhEd tot de weerkomste vande

graef van waldijck daer sou moete blijfve,

Weinig hoop van leven

Margaretha is ook weer naar Rotterdam geweest om de vrouw van Wulven7Anna van Renesse van Moermont op te zoeken. Daar gaat het niet goed mee, de dokters hebben haar opgegeven. Helaas is haar man8Hieronymus van Tuyll van Serooskerken nog in Utrecht, want hij zit klem in de Franse mangel. Haar broer zit weliswaar in Amsterdam, maar die komt haar ook niet bezoeken. Ach, die vijf arme kinderen…

Brieffragment over de vrouw van Wulven

[niet anders te sechgge valt,] ick ben gistere
alweer bij de vrou van wulfve tot rotterdam
geweest die ick so sooberen9Sobere staat: zwakke, flauwe staat staet heb gevonde
en gelaete dat de docktoore segge datter
weijnich hoop van leefve is, haer man blijft
of is noch te wttrecht de heer vander A10Frederik van Renesse van Moermont haer
broer tot Amsterdam en komt ock bij sijn
suster niet mij jamert haer vijf kleijne
kinderen, de heer wilse Een genaedige wt
komste geefven, [den heere schade verte]

Een interieur met links een brede trap omhoog, de trap komt uit op een soort overloop met een rode stoel en schilderijen aan de wand. Direct bovenaan de trap staat een deur open waar we nog net een doorkijkje hebben naar een schouw met een schilderij. Rechts zit een vrouw in het wit met een goudgeel jasje aan, ze is bijna net zo bleek als haar jurk. Haar linker voet staat op een stoof waar een bruin aardenwerken bakje in staat. Naast haar op de grond ligt een grijze kat met de voorpoten opgetrokken onder het lijf. Ze heeft haar handen gevouwen en leunt met haar linkerarm op een tafel waar een tapijt op ligt met daarop een witte doek. Achter haar staat een man in het zwart met een baret op. In zijn rechterhand heeft hij zijn handschoenen, in zijn linkerhand houdt hij een kolf met urine omhoog. Hij kijkt serieus. Naast hem staat een man met een bruine (kamer?)jas aan die beteuterd naar de urine kijkt.
‘De bleekzuchtige dame’, Samuel van Hoogstraten, 1660 – 1678. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    2 Kronieken 32:8, in de statenvertaling en in moderne taal
  • 2
    Verduldig: De eigenschap of gezindheid bezittend om lijden, pijn, tegenspoed, of eenige andere onaangenaamheid met kalmte en zonder opstandigheid of klagen te kunnen verdragen; lijdzaam, geduldig, berustend. Vooral in religieus verband waarbij het lijden dat iemand overkomt als een goddelijke beschikking en beproeving wordt gezien waarvan het kalm verdragen als een zedelijke deugd geldt.
  • 3
    Job 1:21, in de statenvertaling en in modern Nederlands
  • 4
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 5
    Menage: huishouding, maar ook zuinig beheer der inkomsten
  • 6
    Dreigen is hier in de betekenis van talmen
  • 7
    Anna van Renesse van Moermont
  • 8
    Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
  • 9
    Sobere staat: zwakke, flauwe staat
  • 10
    Frederik van Renesse van Moermont

Slecht nieuws en slecht weer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 januari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 februari 1673 Soest
Lees hier de originele brief

Margaretha start haar brief met dat er weinig te schrijven valt – opmerkelijk, want deze brief telt toch zes kantjes. Willem III blijft twijfelen over de uitspraak over Pain et Vin. Er ligt een voorstel van de krijgsraad, maar Willem III doet niets. Zelfs de predikanten bemoeien zich ermee. Ondertussen klaagt het volk. Hoewel dat misschien te zacht is uitgedrukt. Ze voeren zulke taal dat men ervan schrikt het te horen!

De troepen moeten doorstoten

Van alle kanten in het land krijgt Margaretha weer dingen ter oren. In Rotterdam zegt men dat het absoluut niet goed gaat met de strijd, in Amsterdam is men ook zeer ontevreden. ‘De heer wil ons aen allekante bewaere’. Men verlangt zeer naar het nieuws dat de troepen eraan zullen komen, maar dat blijft uit. Dat Höxter (ten Oosten van Bielefeld en Paderborn) verovert is, is iets positiefs, maar sommigen zeggen dat dat alleen maar is gelukt omdat er net geld binnen was gekomen. Pas als er geld is, komt het leger in actie. Als het geld op is, wordt er weer niks gedaan. Wanneer de vijand voor de zomer niet uit Utrecht is, blijft er onzekerheid. Men zegt dat Lodewijk XIV zeer veel man aan het werven is en er dus sterk voor komt te staan. Hij zal met een aanzienlijk leger aankomen in het voorjaar.

Brieffragment Franse leger

[meeste garnesoen daer wt had getrocke,] men seijt
ock dat tureijne1Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne te weesel is en sijn volck daer
ontrent, so den vijant voor de soomer niet wt
wttrecht is sijn wij hier niet seecker dewijl men
seijt den koninck weer seer sterck werft en
met Een aensienlijck leeger teegent voor ijaer
af sal koome, [ick weet niet hoe ickt sl maecke]

Huren of niet huren?

Vervolgens twijfelt ze weer over wat ze met het huis in Amsterdam aan moet. Ze heeft het nog sowieso tot mei gehuurd, daarna wordt het verhuurd aan joden, schrijft ze. Moet ze nu alvast een ander huis gaan huren in de stad? Ze zal het nog eventjes aankijken de komende tijd, wie weet wat er nog gebeuren zal.

Gezicht op de Nieuwe Zijds Voorburgwal met de Oude Haarlemmersluis te Amsterdam. Links aan de gracht het huis Bartolotti, rechts een heiligenbeeld op de hoek boven het water. In het midden een ijzeren brug waarvan de pijlers zijn versierd met heraldische wapens met leeuwen. Op het water twee schuiten. Een van de schuiten ligt aangemeerd, twee mannen kijken naar de schuit in de sluis een derde geeft iets aan een vrouw op de weg. Een andere vrouw loopt via de loopplank met een volle emmer in haar hand naar de weg. Op de weg twee heren die elkaar ontmoeten, de lopende heeft een koffer in zijn hand. Links op de brug staan twee mannen te praten, rechts komt een man met een hondje aanlopen. Het is zonnig, het water is spiegelglad, aan de blauwe lucht een paar wattenwolken.
Amsterdams stadsgezicht met huizen aan de Herengracht en de oude Haarlemmersluis, Jan van der Heyden, ca. 1670. Collectie Rijksmuseum.

In de gracht gewaaid

Over de ordinantie voor 1000 gulden is er goed nieuws en slecht nieuws: het goede nieuws is dat hij er is, het slechte nieuws is dat raadspenionaris Fagel hem “verlegd” heeft. Hij is dus kwijt. Ze eindigt haar brief dat ze maar gelijk de volgende 6000 gulden gaat vragen, het duurt allemaal zo lang…

Maar ze blijkt nog niet uitgeschreven. In een p.s. noteert ze dat het haar zo bedroeft dat de post traag is, de laatste brief die ze van haar man ontvangen heeft is al weer van twee weken geleden. En wat ander nieuws: door de harde wind zijn er twee mensen (één in Amsterdam en de ander in Delft) in de grachten gewaaid en verdronken!

Afsluiting en naschrift

uhEd getrouwe
MTurnor


tis bedroeft
dat de briefve
so lange onderweege
sijn, uhEd laeste is
nu weer over de 14
dagen out

haer hoocheijt2Amalia van Solms blijft noch
al so leggeZe is nog steeds niet beter, den raetsheer kerckenraet
is te Amsterdam bij avont door de stercke
wint inde graft geweijt en verdroncke, den
heere golsteijns soon is te delft ock inde graft
verdroncken

Tekening van een straat. De mensen op straat lopen diep weggedoken in jassen sjaals rond, een jongetje rent. Bij een half open deur staat een man te kijken en een hond springt snel naar binnen. Je ziet het water in pijpenstelen naar beneden komen. Rechts onder een afdakje zitten een paar mensen, ook zij zitten weggedoken in hun jas.
Straatgezicht met zware wind en regen, Jan Luyken, 1698 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Wéér betalen

Ook hierna houdt het schrijven nog niet op. De post is die avond waarschijnlijk door het slechte weer nog niet geweest, dus een dag later, op 20 januari, kan ze nog wat neer krabbelen: van de secretaris heeft ze een brief ontvangen waarin wordt verteld dat de dorpelingen in Amerongen de Fransen wederom moeten betalen. Maar wie moet dat gaan betalen, eigenlijk? Er zijn zoveel sterfgevallen geweest in het dorp: de timmerman en de lakenkoper gestorven. En als de rest van de mensen in het dorp nog niet dood zijn, dan wel dodelijk ziek. Hoewel de predikant in Utrecht gelukkig aan de betere hand is. In Utrecht vragen de Fransen ook weer om belastingen. Ze willen de 200e penning, een vermogensbelasting, tien keer innen, bovenop het huisgeld. Er wordt per huis getaxeerd en geïnd tot in de Kreupelstraat3Nu de Keukenstraat, tussen het Servaasbolwerk en de Nieuwegracht.

Een tekening met links op de achtergrond de Dom die fier boven alles uit steekt, rechts een gebouw met twee daken dat je van de kopse kant ziet. In de voorkant van elke gevel zitten twee hele hoge, smalle boogvenster, midden daartussen aan de bovenkant in elke nog een groot roosvenster en daarboven twee kleine venstertjes. Aan de vier einden van de twee daken zitten schoorstenen. Op de voorgrond een straatje met kleine huisjes. Ze zijn een verdieping en een dak hoog. Ze zien er vervallen uit. Dat is de kreupelstraat/keukenstraat.
Gezicht vanaf de stadswal te Utrecht op het Leeuwenberggasthuis aan de Schalkwijksteeg met op de voorgrond de Keukenstraat en op de achtergrond de Domtoren, uit het zuidoosten. Anonieme tekening uit ca. 1770. Collectie Het Utrechts Archief.
Eerste deel toegevoegde brief

den 20 ijanw
vermidts de post die gewent is op
donderdach savonts af te rijde nu
Eerst deesen avont sal gaen, voechge
ick deese noch bij de neefens gaende,
om te segge dat ick heeden Een brief
vande seeckreetaris heb ontfange de
welcke schrijft dat ons dorp tot Een
kontrebuijsi voor betaeline van twee
maende is aengeschreefve te moete brenge
desom vande 420f hij is seer b .. koome
waer de gemeente4Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. dat haelle sal gulse
der weijnich luijden int dorp sijn her
neellis harmars onse timerman is te
wijck gestorfve ock de laeckenkooper da
=velaer de overijge mense legge meest al
dootlijcke kranck, onse preedikant5Bernardus Keppel leijt
noch te wttrecht sieck doch is aent beetere,
te wtterecht willense den twee honderste
penin tienmael teffens betaelt hebbe,
bovent huijsgelt se hebbe alle de huijse ge
taxseert tot inde kreupel straet in kluijs
de heere van wulfve6Hieronymus van Tuyll van Serooskerken moet voor beijde sijn

Tweede deel van de toegevoegde brief

huijse vier hondert gul ter maent den heer
van sandenburch7Diederik Borre van Amerongen 500 f geefve op peene8Op peene van: op straffe van
van de huijse te raeseer9Raseren: met de grond gelijk maken en totaliter af
te breecken, den heer vander A10Frederik van Renesse van Moermont mach niet
op sijn huijs terA gaen datse teenemael
wt geplondert en al sijn beeste genoome
hebbe gaen of moet voor ho duijsent
rijxsdaelders borch stelle, in soma
die provinsie sijnder seer qualijck aen
och Eens Een wtkomste sach de
hr almachtich wil ons alle helpen
ick had gehoop vandaech noch
briefve van uhEd te ontfange maer vernee
=me der geen, geloof de post doort quade
weer dat wij nu Eenige tijt herwaerts
hebbe gehadt en insonderheijt deese voorlee
dene nacht, niet voort en kan,

Nog meer schade aangericht door de Fransen

Nog meer leed wat de Fransen aanrichten: De heer van der Aa mag niet meer naar zijn huis terug gaan. Wat overigens ook niet eens meer zou kunnen, het huis is geplunderd en van zijn dieren is ook niks overgebleven.

Tot slot hoopte Margaretha deze dag toch nog een brief te mogen ontvangen van haar geliefde man, maar door het slechte weer is er geen post aangekomen.

Gravure in een passe-partout. Op de afbeelding staat een ruïne. Op de voorgrond een lang, smal gebouw met daarachter een afgebrokkelde brede toren. Links achter een gehalveerde smallere toren. Op de voorgrond zit een man met een papier in zijn hand. We zien hem op zijn rug, dus we zien niet wat hij doet (tekenen? lezen?) Naast hem staat een man die half gebukt mee kijkt op het papier. In het passe-partout staat: Het HUIS ter AA bij BREUKELEN siende naar de Vecht.
Huis ter Aa bij Breukelen, Jacobus Schijnvoet, 1711. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne
  • 2
    Amalia van Solms
  • 3
    Nu de Keukenstraat, tussen het Servaasbolwerk en de Nieuwegracht
  • 4
    Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt.
  • 5
    Bernardus Keppel
  • 6
    Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
  • 7
    Diederik Borre van Amerongen
  • 8
    Op peene van: op straffe van
  • 9
    Raseren: met de grond gelijk maken
  • 10
    Frederik van Renesse van Moermont

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén