Margaretha Turnor

Mijn heer en lieste hartge

De akte arriveert!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 23 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha schrijft dat ze een brief van Godard Adriaan heeft ontvangen op 19 september. Godard Adriaan schrijft in die brief dat hij weer naar de bisschop van Munster1Bernhard van Galen gaat, maar dat het een flitsbezoekje zal zijn.

Memorie over hardsteen

De brief vervolgt met een memorie die is opgesteld door de secretaris van Amerongen Van den Doorslagh. De memorie beschrijft welke vloerstenen voor in de kelders en de achtergang van het onderhuis nodig zijn. Ook is er hardsteen nodig voor de trap naar de kelder.

Brieffragment over het pertinente memorie

[het welcke geloofve niet voor lange sal sijn,] hier
neffens gaet Een pertinente2Pertinent: In alle bijzonderheden nauwkeurig, duidelijk, juist. memoorije3Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven. vande sekree=
taris opgestelt, wat vloer steene tot de kelders
gaelderije4Galerij of gaanderij: Verwulfde, gewoonlijk door zuilen of pilaren gevormde gang binnen een gebouw, dienende tot verbinding der vertrekken of vleugels en ter bevordering van het verkeer. het voor huijs en Elders, men in ons
huijs van noode sal hebbe, ock wat stucke
hartsteen tot de bordes keldertrape van
noode sulle sijn, [wa ock hoet met de timeraesge]

De timmerage

Margaretha vervolgt haar brief met een update over de bouw (timmerage). Het gaat goed met vooruitgang. De verwachting is dat de kap van het huis binnen tien of twaalf dagen voltooid is.

Van uit kikvorsperspectief zien een we een groepje mannen voor de de bouwwerkzaamheden zitten. Links een man met een meetlat, daarachter een man met een luit, Dan een man die tekent en daarnaast een man met een passer. Op de achtergrond wordt net een groot stuk steen omhoog gehesen.
Architecten en kunstenaars werken aan de bouw van een paleis, Michel Dorigny, naar Simon Vouet, 1640. Collectie Rijksmuseum.

Mooi weer om te bakken

Het is een mooie nazomer in september 1676, want Margaretha beschrijft dat zij tijdens het stoken van de steenoven mooi weer hebben gehad. Dat was ook wel nodig, want een steenoven doet er zeker twee weken over voordat de stenen mooi gebakken zijn. Daarom hoopt ze dat het goede weer nog een weekje aanhoudt, dan loopt ze niet meer het risico dat de stenen mislukken.

Een vrouw in werkkleding, van opzij gezien, een met stenen gevulde kruiwagen voortduwend. Op de achtergrond staat een soldaat naast een kanon op de walmuur.
Vrouw in werkkleding, met kruiwagen, Dirk Eversen Lons, 1622. Collectie Rijksmuseum

Nogmaals, over die stenen

Margaretha schrijft dat ze verwacht dat Godard Adriaan een trap naar de kelder van hardsteen zal willen. Volgens haar is dat duurzaam omdat dat niet snel slijt. Het is een goede investering volgens haar. Margaretha stelt daarom voor om ook de bordestrap die naar de brug zal leiden ook hetzelfde soort hardsteen aan te schaffen. Dat het hardsteen een goede koop zal zijn, blijkt nu nog te zien. In de tentoonstelling ‘Portretten op de trap’ heeft de slijtvaste hardstenen trap de hoofdrol.  

Brieffragment over de timmerage

[setten,] wij hebbe geduerende het stoocke vande
steen ove heel schoonen goet weer geladt,
mooge wij dat noch deese weeck houde sal
den oven buijte prijckel5Buiten gevaar sijn, mijns oordeels
sal uhEd heel wel doen de bordes keldertrap
van hartsteen te neemen dat sal duerabel6Durabel: duurzaam
sijn, en weet niet alsmense7als men ze so goet koop
kost krijgen of men niet behoorde de trap
voorde bruch opt voorburch daer ock van te
neemen

Op het bordes voor Kasteel Amerongen staan allemaal verregende vrijwilligers, sommigen hebben een paraplu, iedereen heeft regenjassen aan. Ook op het balkon en achter de ramen staan vrijwilligers. Door de dakgoot lopen twee mannen van de monumentenwacht.
Vrijwilligers op de bordestrap van Kasteel Amerongen, Taco Anema, 2024. Kasteel Amerongen. De trap is nog steeds van het harsteen dat Godard Adriaan in Bremen goedkoop op de kop kon tikken.

Verschillende nieuwtjes en groot nieuws

De Amsterdamse bankier van de familie, Teminck, heeft laten weten aan Margaretha dat er zeven schepen met hout vanuit Harburg onder leiding van Cornelis van Weede veilig in Amsterdam zijn aangekomen. Er wordt nog één schip verwacht, maar Teminck denkt dat dat in goede orde zal aankomen.
Stadhouder Willem III van Oranje is volgens de laatste kennis van Margaretha op Soestdijk. De laatste geruchten zijn dat het leger binnenkort zal worden opgebroken en in garnizoenen zal worden geplaatst.

De akte

In de brief van 18 september verwacht Margaretha dat secretaris Luchtenburg alleen langs zal komen. Het wordt uiteindelijk toch een hoog in aanzien gezelschap die de akte komen brengen. De Secretaris der Staten van Utrecht Jonathan Luchtenburg, rentmeester Willem Booth, en Nicolaas van Beusichem komen op zondag 20 september op bezoek bij Margaretha in Amerongen. Op die dag krijgt Margaretha van secretaris Luchtenburg in naam van haar man, Adriaan Godard, een zilveren vierkanten doos met daarin de akte. De akte van 18 augustus 1676 is een zeer belangrijke!

Brieffragment over aanbieden acte

voorleedene sondach is de sekreetaris luchten
=burch8Jonathan van Luchtenburg met de rentmeester vande domeijne9Willem Booth en
sijn broer de scheepen bot10Everard Both die gaern burgemeester
waer, en beusekom11Nicolaas van Beusichem hier geweest den Eerste
heeft mij wt den naem van men heere de
staten met Een groot komplement de bekende
Ackte in Een silvere vergulde vierkantige
doos behaddicht, [ick heb hem opt men heer]

Een nogal gebutste doos met een deksel met een verhoging. Midden op het deksels staat het wapen van de Provincie Utrecht (vieren gedeeld twee keer een kruis en twee keer een leeuw) met een kroon erboven en aan weeszijde een tak met blaadjes en besjes.
Zilveren vergulde doos waarin de Acte van de Staten van Utrecht de Heerlijkheid Amerongen in allodiaal bezit geven is aangeboden, onbekend, 1674. Collectie Kasteel Amerongen.

Zonneleen

In de akte wordt namelijk het huis en de bijbehorende heerlijkheid door de Staten van Utrecht in allodiaal bezit gegeven aan Godard Adriaan van Reede. Door de akte kwamen alle goederen binnen de heerlijkheid Amerongen in bezit van Godard Adriaan, en kon hij zijn heerlijkheid zelf besturen, en weer doorgeven aan zijn nazaten. Wanneer het een heerlijkheid zou blijven, zouden de opbrengsten van de oogst, lokale militairen en belasting aan een hogere heer of vorst moeten afdragen. Dit is beter bekend als het feodalisme of het leenstelsel. Een allodium wordt ook wel een ‘zonneleen’ genoemd, waarmee werd gedoeld op dat alleen God en de zon nog boven de eigenaar stond en verder niemand. Door deze akte werd Amerongen veilig gesteld voor de familie. Door het allodium hoefden de erven van Godard Adriaan geen belasting te betalen wanneer zij het huis en de heerlijkheid in bezit zouden krijgen.

Een oude acte waar in grote, elegante letters met krullen boven staat De Staten vanden Lande van Utrecht. De rest van de tekst is op de foto niet te lezen. Onder aan de acte hangt een rood zegel.
Akte waarbij de Staten van Utrecht het huis en de heerlijkheid van Amerongen aan Godard Adriaan van Reede in allodiaal bezit geven, die tot dan toe de heerlijkheid van hen in pand hield, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen. Collectie: Het Utrechts Archief

Feestmaal

Margaretha is zeer blij met de akte en heeft haar best gedaan om de heren passend te bedanken. De jager van Van Ginkel is ingeschakeld om hazen en patrijzen naar Amerongen te brengen waarmee een feestmaal is bereid. Joan Carel Smissaert schuift ook aan bij het feestmaal. Hij is één van de mensen die profiteert van de politieke omwenteling in Utrecht. Hij heeft zich in het rampjaar zo onderscheidden dat hij voor het leven tot schout van Rhenen benoemd is.

Zoals ook voorspeld in de vorige brieven, probeert Luchtenburg zijn neef, Philips Ram, naar voren te schuiven voor de positie van kameraar van de Lekdijk. Luchtenburg geeft aan dat er andere edele heren hier positief tegenover staan, maar dat ook Godard Adriaan het eens moet zijn.

Eerste brieffragment over verloop van de avond
Tweede brieffragment over verloop van de avond

[doos behaddicht,] ick heb hem opt men heer
de staete en hem opt best geantwoort en
bedanckt dat ick kost, en haer op mijn
fatsoen so ick meijne heel wel getrackteer
had de ijager vande heer van ginckel laete
wtgaen die mij haesen en patrijse heeft

gebrocht, ick had den heere smitsaert daer
bij die ick hopis maeckte, luchtenburch
had heel gaern het kamelaerschap vande
leckendijck voor sijn neef ram , seijt
dat meest al de heere Edelen hem ge=
neegen sijn maer dat de meeste seijde
met uhEd te korespondeese sonderde
welcke sij niet haer koste angaesgeere

Stilleven met een haas en patrijs aan een wildkroon, Paul Emile Nicolié, 1876. Collectie Rijksmuseum.

Terug naar de ziekenboeg

Bij zoon Van Ginkel is er helaas nog steeds de benauwdheid aanwezig boven de maag. Van Ginkel kan daardoor niet goed slapen, wat het uitzieken lastig maakt. Margaretha maakt zich zorgen en vreest dat Van Ginkel blijft ‘vomeren’, een oude term voor braken. Margaretha schrijft dat de situatie in God’s handen is, net zoals de bescherming van haar lieve man.

Van Ginkel en Afsluiting

[berch heeft,] naer, de heer van ginckel
blijft de benautheijt boven de maech noch
bij en kan noch niet wel tot slaep of
rust koome dat mij seer bekomert
vrees hij sal moete voomeere dat wat
viement is, hoope de heere het ten beste
sal schicke, inwiens bescherminge uhEd
beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

Zieke man ligt in bed en wordt verzorgd. Een vrouw gooit zijn braaksel met een hostie in het vuur. Onder de voorstelling staan twee versen: in Latijn en de vertaling in het Nederlands. Maer de kracke swack e tede Braec't de spijs naer tnutte wede 't voetsel ;twelck men schtso dier De vrouw die't braeksel had en sag Dat waerdigh pant met dat daer lagh Stort het reuckeloos in 't vier.
Braaksel met hostie van zieke man wordt in het vuur gegooid, Boëtius Adamsz. Bolswert, naar Jacob Cornelisz. van Oostsanen, 1639. Collectie Rijksmuseum.

  • 1
    Bernhard van Galen
  • 2
    Pertinent: In alle bijzonderheden nauwkeurig, duidelijk, juist.
  • 3
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven.
  • 4
    Galerij of gaanderij: Verwulfde, gewoonlijk door zuilen of pilaren gevormde gang binnen een gebouw, dienende tot verbinding der vertrekken of vleugels en ter bevordering van het verkeer.
  • 5
    Buiten gevaar
  • 6
    Durabel: duurzaam
  • 7
    als men ze
  • 8
    Jonathan van Luchtenburg
  • 9
    Willem Booth
  • 10
    Everard Both
  • 11
    Nicolaas van Beusichem

Het venijn

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 september 1676
Lees hier de originele brief

Het postexperiment heeft resultaten opgeleverd! De brieven van 16 en 19 september gingen met de gewone post hebben er respectievelijk zes en acht dagen over gedaan. De brief met de Duitse post van de 18e heeft er tien dagen over gedaan. Alleen weet Margaretha dat bij het schrijven van deze brief natuurlijk nog niet, want de andere brieven zijn nog onderweg en deze is nog niet verzonden. Na zoveel brieven achter elkaar is er natuurlijk weinig om over te schrijven. Toch? Ze begint maar met wat ze al geschreven heeft.

In het midden een rechter hand met daarin een ganzenveren pen. De hand schrijft op papier, een linker hand houdt het papier vast. Het papier ligt op een blauw tafelkleed en op de voorgrond ligt een parelketting. Links van het papier staat een kistje.
Fragment uit Schrijvende vrouw, Johannes Vermeer, 1665. Collectie National Gallery of Art, Washington

Bezoek

Morgen komt de de secretaris van de Staten van Utrecht, de heer Luchtenburg, met de acte over het pandschap, Margaretha maakt er een netwerkdinertje van: ze heeft ook de secretaris van de Ridderschap, Van Beusinchem, de rentmeester van de domeinen en de heer Smissaert uitgenodigd. Luchtenburg speelt het netwerken voor de functie van kameraar voor de Lekdijk nu via Van Beusichem, maar heeft Godard Adriaan waarschijnlijk ook zelf geschreven.

Aanhef en de neef van Luchtenburg

[rec. 27. dito.]
Ameronge den
19 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere heb ick uhEd met de duijtse post die hier
door passeert geschreefve op hoope die wel over
koomen sal, en geseijt hoe ick merge de heere
sekreetaris luchtenburch met de bewuste
Ackte hier verwachte, ick heb den rentmeester
vande domeijne en den heere smitser met beus
sekom daer bij ten Eetten versocht, den
heere luchtenburch heeft mij door beusekom
versocht aen uhEd te reeckomandeere tot
kamelaer vande leckendijck inplaets vande
overleedene kamelaer Mattijsius , sijn
neef den heere scheepen ram dat Een soon
vande drossaert aende vaert is, twijfele niet of
hij sal hier over selfs aen uhEd schrijfve ,

De gezondheid van Van Ginkel

In haar vorige brief had Margaretha geschreven het beter ging met Van Ginkel, maar ze heeft een brief van Philippota gehad en het blijkt nu toch weer slechter te gaan. De koorts is terug en ook de ‘brand’ en de benauwdheid. Margaretha maakt zich ernstige zorgen. Ze hoopt ook snel wat te horen van haar man en hoe het met zijn ziekte is. Over de bouw heeft ze in haar brief van gisteren al geschreven, de steenoven brand voorspoedig.

Eerste brieffragment over de ziekte van Van Ginkel
Tweede brieffragment over de ziekte van Van Ginkel en afsluiting

ick heb uhEd met alle poste geschreefve de
beeterschap vande sieckte van onse soon den
heer van ginckel, en deese merge met de post

dat de verheffine vande koorts die hem had verlaete
hem weerderom was aengekoomen en dat den
brant hem Even starck bij bleef als meede de
benoutheijt boven de maech dat mij seer be=
komert en oordeel hem de kontini weelle koorts
noch niet heeft verlaete, ick ben inden meeste
bekomerin vande werlt wenste wel bij hem te
sijn en weet niet wat ick doen sal, verlange
ock seer te hoore hoet met uhEd en de loop is
hoope t avont deselfs briefve te ontfange
en daer wt wat goets te sien, hoet hier met
de timeraesge en den steenoven die aent
brande is staet heb ick met de laeste post
geschreefve, hebbe als noch gewenst weer
daer op, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Deze Italiaanse apothekerspot is veelkleurig beschilderd, met op de buik een medaillon in de vorm van een krans van gevleugelde engelenkopjes. Hierin zijn twee kleinere medaillons weergegeven met afbeeldingen van een vrouwelijke heilige en eronder een Afrikaan met hoofdband en apothekersmerk dat is samengesteld uit de letters P.A.Q. en een Lotharings kruis. Op een tekstband over het midden is het opschrift: TRIACA.F. te lezen
Apothekerspot, anoniem, 1501. Collectie Boijmans van Beuningen. TRIACA.F. verwijst naar Theriaca of het koortswerende theriak. De letter F achter het woord wijst erop dat het recept voor deze theriak door de Venetiaanse arts Girolamo Fracastori (1478-1553) was samengesteld.

Nog meer gezondheid

Nadat ze haar brief afgesloten heeft komt de post met een brief van Godard Adriaan en een brief van Ursula Phlippota. Kennelijk wacht degene die de post brengt rustig, want Margaretha neemt uitgebreid de tijd om een PS van formaat toe te voegen.

Margaretha is blij dat Godard Adriaan weer gezond is, met zoon Godard gaat het minder goed

PS over de ziekte van Van Ginkel

p s
so aenstonts ontfange uhEd aengenaeme 
vande 16 deeser ben blijde daer wt te sien 
uhEd weer wel is, de heere wilt lange 
laeten kontiniweere, ick ontfange ock 
met Eenen Een vande vrou van ginckel 
die schrijft de heer van ginckel gistere 
wat beeter was, maer dat hij niet 
kost ruste door de groote benautheij 
die sijn hEd noch booven de maech bij 
blijft, vreese hij sal moete voomeere 
want niet als klisteere1Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel te gebruijcke 
en kan inde maech niet koomen, en al 
wat hij van boove inneemt kan hij 
niet in houde, ick hoope den heere 

Zilveren penning. Op voorgrond klisteer, mortier, stamper, pillendoos,likkepot, pillen en andere apothekersbenodigdheden. Op de achtergrond plant in een pot met een oor gersierd met wapenschild en stamper met vijzel, waarop jaartal staat geschreven.
Utrecht, Apothekersgilde, op naam van Albertus Overmeer, Hendrik Winter, 1665. Collectie: Rijksmuseum.

Ridder Van Ginkel in nood

Margaretha lijkt er soort feuilleton van te maken in haar brieven: mensen die dood zijn of (nog) niet. De Rijngraaf is zeker dood en ook de heer van De Haar. Van Ginkel heeft diens vrouw nog gered, die was in het leger en was anders zo in handen van de vijand gevallen! En de magie van deze brief: de heren van Slangenburg en Lievendaal zijn weer levend!

PS over de Rijngraaf en de heer van de Haar
PS over de heren van Slangenburg en Lievendaal

[staen,] den rhijngraef2Karel Florentijn van Salm is seeckerlijck
doot ock den heer van haer3Paulus van Alkemade had de
heer van ginckel de vrou van haer4Antonetta van Lynden
die meede int leeger was niet met
gelt en sijn kar geassijsteert sij
had in hande vande vijant gevallen

den heer van slangenburch5Frederik Johan van Baer en joncker jan van
Eck of heer van liefvendael6Johan Willem van Panthaleon van Eck seijt men dat weer
leefven, [den heer Mattijsius kamelaer]

Een indrukwekkend kasteel in een gracht. Links een ronde torn die tegen een hoog huis met trapgevels en een vierkante toren aan staat. Op de voorgrond een lagere gevel met twee zadeldaken en rechts een stompe zeshoekige toren. Op de achtergrond nog een hoog gebouw met zadeldak en twee torens.
Kasteel De Haar, Roelant Roghman, 1646. Collectie: Fondation Custodia, Collection Frits Lugt, Paris.

Het gif in de staart

Waar het gif opeens vandaan komt is niet helemaal duidelijk, maar opeens moet de dode kameraar het ontgelden. Volgens Margaretha zal niemand hem missen. Het schijnt dat hij op zijn doodsbed nog even flink heeft uitgehaald naar de Utrechtse politiek. Men verwacht dat er uit zijn papieren nog wel het één en ander zal blijken.

PS over Matthisius

[leefven,] den heer Mattijsius kamelaer
vande leckendijck, sijn doot wor van niemant
beklaecht en seijt men dat hij aende preedi=
=kant buermaenus7Pieter Burman of één van zijn nakomelingen op sijn doot bedt sou
gereeckomandeert hebbe dat hij toch sou
bidde voor diegeene die sulcke vuijlle stuck
=ken inde provinsie van wttrecht bedreefven
daer hij wel kenisse van had, men ge=
looft men onder hem of sijn pampieren
sal vinde datter sijn die peninge wt sijn
kantoor hebbe gelicht, in soma daer
wort veel geseijt,

Rond een bed staan diverse mensen. Een vrouw heeft haar arm om het hoofd van de man in bed geslagen. Aan het voeteneind staat een man in het zwart. Op een tafel voor het bed staan diverse kannen.
Dood van een man, Moses ter Borch, ca. 1662 – voor 1667. Collectie Rijksmuseum.

Tegels

Kennelijk heeft Godard Adriaan aangegeven dat hij goedkoop stenen voor de vloer kan krijgen. Dat ziet Margaretha wel zitten. En als ze dan zo goedkoop zijn, dan moeten ze maar gelijk voor de zaal van Kasteel Middachten bestellen. Zodra Schut in Amerongen is, zal ze er met hem eens over hebben en de secretaris een memorie laten schrijven.

Kennelijk wordt de postbezorger nu ongeduldig (en terecht), dus ze breit er snel een eind aan.

PS over de stenen om een vloer te leggen

so uhEd de steene om vloere van te lege
so goeijkoop kont krijge mocht wel so
veel tot de sael op Middachte meede
koope, so haest schut die naer
Amsterdam is en int midde van dees
weeck weer hier koomt, komt salde
sekreetaeris uhEd de perfeckte me=
moorije vande vloere sende, ick blij
met haest de post gaet

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Vloerstenen. Foto en ©: Hans Neecke.

  • 1
    Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel
  • 2
    Karel Florentijn van Salm
  • 3
    Paulus van Alkemade
  • 4
    Antonetta van Lynden
  • 5
    Frederik Johan van Baer
  • 6
    Johan Willem van Panthaleon van Eck
  • 7
    Pieter Burman of één van zijn nakomelingen

Experimenteren met de post

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha doet een proefje: zou de postdienst op Duitsland, die twee keer per week langs Amerongen komt, sneller gaan dan de diplomatieke post via Den Haag? In deze brief staat daarom niet veel meer dan in die van eergisteren.

Brieffragment over postexperiment

Ameronge de 18
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

mijne laeste is vande 16dees geweest die ick op den haech
heb gesonde, waer in die van uhEd vande 12 heb beantwoort
, nu gaet deese Eens met de duijtse post die twee
=mael ter weeck hier door rijtd om te sien of die
briefve wel overkoome, so hoefde ick se niet op den
haech te sende, [gistere heeft beusekom mij ge=]

Bosweg met postwagen en een lopende figuur, op de rug gezien.
Landschap met postwagen, Johannes Janson, 1761 – 1784. Collectie Rijksmuseum.

Aanbeveling

Waarschijnlijk wordt het alleen secretaris Luchtenburg zelf die de akte van eigendomsoverdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen komt brengen, komende zondag. Er zullen geen extra statenleden meekomen, omdat Godard Adriaan als heer des huizes ook niet thuis is. Ondertussen probeert van Luchtenburg ook zijn eigen familiebelangen te behartigen: hij heeft van Beusekom gevraagd Margaretha te schrijven of ze zijn neef, Philips Ram, bij Godard Adriaan wil aanbevelen voor de vrijgekomen functie van kameraar van de Lekdijk. Godard Adriaan is heemraad bij het waterschap Lekdijk Bovendams.

Eerste brieffragment over de neef van Luchtenburg
Tweede brieffragment over de neef van Luchtenburg

[onthaelle en trackteere als ick kan,] hij heeft
ock aen beusekom1Nicolaas van Beusichem versocht dat hij mij wt sijnen
naem wilde schrijfve, door afsterfve vande
heer Matijsius2Cornelis Mattisius kamelaer vande leckendijck
sijn neef den heere scheepen ram3Philips Ram wiens

vader4Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk drossaert aende vaert5Vreeswijk is, tot het voorseij
de kamelaers plaets uhEd te reeckomandeere
het welcke dan hier meede doe, [twijfele]

Tekening van over het water. Rechts op de rivier een zeilboot, links twee roeiboten. Op de wal (met een soort houten kade) links een molen, dan wat huizen en rechts daarnaast de kerk. In het midden de sluis met daarachter een ophaalbrug en de masten van schepen. Rechts nog meer huizen.
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief

Muren op hoogte

Wel echt nieuws van de bouwplaats: het mooie weer houdt aan en het hoogste kruisraam wordt gezet. De binnenmuren worden nu tot hun hoogste punt afgemetseld.

Brieffragment over voortgang bouw

tot noch toe hebbe wij heel goet weer op ons
werck en ock op den oven, men begint de hooch
ste kruijs raemte te sette de binne mueren
worde met Eene op haer volkoomene hoochte
gehaelt en op gemetselt, [mij bekomert de]

Nog ziek

Ze beklaagt Godard Adriaan nogmaals dat hij blijft sukkelen en meldt maar weer dat het met zoon Godard in Den Haag gelukkig al weer beter gaat.

Brieffragment over zieken

[gehaelt en op gemetselt,] mij bekomert de
loop uhEd so lange bij blijft en verlange hoe
deselfve het meedesineere bekoomt ,
de heer van ginckel, so van heetere schrijft
wort dagelijcks beeter daer de heere voor
gedanckt moet sijn, inwiens beschermin
uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

In bed ligt een man met een slaapmyts io die een slok uit een glas neemt. Naast hem staat een jongeman met een toorts en aan het voeteneind van zijn bed een oudere man met in zijn hand een takje kruiden. Aan de wand hangt een schilderij.
Fragment uit: Medicijn tegen syfilis, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Jan van der Straet, ca. 1589 – ca. 1593. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Nicolaas van Beusichem
  • 2
    Cornelis Mattisius
  • 3
    Philips Ram
  • 4
    Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk
  • 5
    Vreeswijk

Moeder van het gasthuis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 september 1676
Lees hier de originele brief

Ook Godard Adriaan is ziek! Dat leest Margaretha in zijn brief van 12 september. Ze maakt zich vooral zorgen omdat het blijkbaar al langer duurt, en vindt dat hij toch wat medicijnen moet proberen en vooral rust moet nemen.

Aanhef en de zorgen om Godard Adriaan

Ameronge den
16 septem 1676
rec: 21. dito

Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 12 deeser heb ick gistere ontfa
het doet mij niet alleen leet dat uhEd de loop so lange
bij blijft maer bekomert mij seer, deselfve sal wel
doen wat te meedisineere en hoope hij wt ruste
sal en sich daer wel bij bevinde, [uhEd sal versta]

In een vertrek houdt een apotheker of arts een flesje in de hand en neemt kruiden van een jongen aan. Rechts een man in bed, van wie een ader wordt gelaten. Links een ruimte met distillatietoestellen.
Bereiding van medicijnen en een aderlating, Julius Milheuser, 1662. Collectie Rijksmuseum

Uit Den Haag komen gelukkig goede berichten over zoon Godard. De koorts neemt af en ook valt hij minder flauw, dus ze denkt dat het ergste achter de rug is.

Bedrieglijk besmettelijk

Godard Adriaan zelf heeft zijn besmetting blijkbaar opgelopen van een knecht die ziek was, maar die dat niet heeft gemeld. Margaretha windt zich er over op: die man had nooit het huis van Godard Adriaan binnen moeten komen als hij zelf al wist dat hij ziek was. Feitelijk een vorm van verraad. Verder wel een goede knecht, daar niet van, maar het maakt haar toch kwaad.

Eerste brieffragment zieke knecht
Tweede brieffragment zieke knecht

[geefven,] het doet mij ock seer leet uhEd so
qualijck gedient is, dat is recht bedroch sulcke
sieckte te hebbe in de luijde haer huijse te koome
, bender wel quaet om, soot anders Een goet
knecht was, [is daer raet voor dat heel soe=]

Men neme…

Margaretha weet wel een goed medicijn. Men neme drie harten van (levende!) jonge reigers, verpulvere dat tot poeder en neme dat in. Werkt heel goed, maar ze denkt niet dat er nu makkelijk aan te komen is. Jonge reigers vind je natuurlijk vooral in de lente.

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum
Brieffragment medicijn

[knecht was,] is daer raet voor dat heel soe=
=vereijn is, se neeme 3 harte van jonge
reijgers daer leevendich wt gehaelt en
gepolveerijseert ingenoome is heel goet maer
geloof niet dat men die nu sou konne krijge

Gasthuis Amerongen

Ondertussen voelt Margaretha zich in Amerongen ook een gasthuismoeder. In het dorp heerst dysenterie (‘roode loop’) en ook het werkvolk ontkomt er niet aan. Rietveld, Tielman en meerdere metselaars en opperlieden hebben koorts. Margaretha maakt medicijnen en verzorgt de zieken.

Brieffragment gasthuis

hier int dorp en ondert werck volck sij so
veel siecken aen koortse en roode loop dat
=ter haest niet Een huijs vrij van is, rietvelt
en tielman hebbe de koortse en Etlijeke met
selaers en opperlie, ick ben niet anders als
of ick moeder vant gashuijs ben heb alle dage
werck meedesijne ree te maecke en
voort de siecke te versorchge, [het schijnt de heer]

Vijf glazen met afbeeldingen van het werk van dokters, apothekers en barbiers in een houten vatting. Het glas uiterst links: een man leest staande een boek. Het glas rechts daarvan: een man maalt iets met vijzel. Het middelste glas: een staande man scheert een andere man die zit en een wit laken voorgebonden heeft. Het glas rechts daarvan: een staande man houdt met zijn linkerhand de hand van een zittende vrouw vast, en heeft in zijn rechterhand een gevulde beker in de lucht. Het glas uiterst rechts: een lopende man, beide handen vooruitgestoken en in de linkerhand een onherkenbaar voorwerp, wordt gevolgd door een jongen.
Vijf bezigheden van dokters, apothekers en barbiers, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

Vroeg op

De helft van het geld voor de assignatie is binnen! Een ook 283 gulden van de declaratie. Daarmee heeft ze alle bouwvakkers vooruit betaald, maar ze houdt goed in de gaten of het werk ook echt gebeurt. Ze zit ze ‘dun op de hakken’, dat wil zeggen ‘op de hielen’ oftewel met haar neus er boven op. Met dat doel is ze vroeg uit de veren: tussen zes en zeven is ze al op de bouwplaats. Er is nog wel veertien dagen werk voordat ze aan het dak kunnen beginnen.

Een foto van het middengedeelte van een gestuct plafond. In het midden is een ovale plafondschildering te zien. Eromheen is een gestucte lijst van gestileerde, in elkaar gestoken acanthusbladeren. Het ovaal wordt weer omlijst door een rechthoek bestaand uit gestucte decoratie van zonnebloemen en acanthusbladeren. Daarbinnen bevindt zich een zwart gemarmerde lijst. Tussen deze lijst en de ovale gestucte lijst is de ruimte opgevuld met een gestucte decoratie bestaand uit takken met eraan rozen en bladeren. Om de rechthoek is een gedeelte van het barokke stucwerk van het plafond te zien met rechtsboven en linksonder een schelp met aan beide zijden gestileerde planten. Rechtsonder en linksboven is een gedeelte van de gestucte decoratie van gestileerde planten in de vorm van een gedraaide spiraal naar binnen alsof het slagroom is. Op de plafondschildering zijn de twee belangrijkste figuren zwevend boven elkaar, half op een wolk leunend, geschilderd. De wolk is aan de bovenkant licht en aan de onderkant heel donker van kleur. Van de bovenste figuur zijn alleen de blote schouders en een bloot rechterbeen te zien. Ze draagt een kroon van laurierbladeren en heeft om zich heen een rozerood kleed gedrapeerd waarvan het grootste gedeelte achter haar aan wappert. Achter haar hoofd is een stralenkrans te zien. Ze kijkt liefdevol naar de persoon onder haar, waarschijnlijk een man. Hij is ook bloot met om zijn bovenlijf een geel doek en om zijn onderlijf een blauw doek gewikkeld. Hij lijkt ook een soort krans te dragen. Er zijn van hem twee blote benen te zien. Zijn rechterarm heeft hij naar voren gestrekt met de palm omhoog. Hij kijkt omhoog naar de vrouw. Achter de wolk is nog een kleiner figuurtje te zien met vleugels en ook een krans om het hoofd. Alleen de bovenkant van het lijf is te zien. Op de achtergrond van de schildering zijn wat vage, lichte en donkere wolken te zien.
Aurora, M.L.A. Clifford, 1726. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Brieffragment geld en voortgang werk

[wil alles ben beste schicke,] ick heb de helfte
vant gelt weegens de bekende assinasie1Assignatie: aanwijzing tot betaling tot
wttrecht ontfange als meede de 283f weege
de dikleraesie, heb nu alt werck volck voort
af betaelt, weest vrij verseeckert dat ickse so
deun op de hackesit2dun op de hakken zitten: op de hielen zitten alst moogelijck is ben
alledage smergens tusche ses en seeven
Euren opt werck dat voor mij vroech is , en
sien datse noch al ontrent de veertien dage
werck hebbe op t huijs Eerse de kap sulle begin
=ne te rechte [wij hebe noch gewenst weer opt]

Mooi weer

Het weer zit tot nu toe mee, wat gunstig is voor zowel de bouw zelf, als voor het stoken van de steenoven. Als het nog veertien dagen aanhoudt dan zijn de meeste stenen wel gebakken. Punt van aandacht is wel dat alle turf met lichters en trekpaarden uit Culemborg, aan de andere kant van de rivier, moet komen. Dat kost geld, die schippers moeten ook betaald worden!

[=ne te rechte] wij hebe noch gewenst weer opt
werck en op de steen oven die aent brande
is, otbaerentse3Ot Barendse, de steenhandelaar isser ock weer bij mooge wij
maer veertien dage sulcken weer houde
sal den oven overt quaetste sijn, maer
ick moet al den turf met lichters en treck
paerde laete vant spoel Effen beneeden
kuijlenburch4Culemborg laeten haelle dat kostelijck
valt dan dat sal ick de schippers doen betaelle

Gezicht op de stad Culemborg in de situatie omstreeks 1620. Op de voorgrond, buiten de stadsmuren, de oever van de rivier De Lek met een roeiboot en een vrachtschip met tonnen.
Culemborg, Abraham Rademaker, 1727 – 1733. Collectie Rijksmuseum.

Zilver vergulde doos

Margaretha is blij dat Godard Adriaan tevreden is over de tekst van de Akte van de Staten van Utrecht over de overdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen. Ze heeft gehoord dat de akte zal worden overhandigd in een kistje dat in Amsterdam met zilver wordt verguld. Een teken dat ook de Staten van Utrecht de transactie zien als iets heel bijzonders. Ze weet nog niet wie hem zullen komen brengen. Maar wie het ook zijn, Margaretha zal ze goed ontvangen, zoals ze in haar vorige brief ook al beloofde.

Brieffragment over de overdracht van het pandschap

[gekoome die hem thuijs gebrocht sijn,] tis mij lief uhEd de
Ackte vande state van wttrecht so wel gevalt men schrijft
mij de seekreetaris luchtenburch mij int laest vande weeck
die in Een silvere vergulde doos die te Amsterdam te ver
=gulde is, sal brenge, wie daer meede sal koomen weete niet
ick salse opt best onthaelle en trackteere dat ick kan,

Een zilversmid, zittend aan het werk bij een raam. Hij bewerkt een schaal met een hamer, voor het raam staat meer van zijn werk: twee vazen een kandelaar en nog een soort schaal.
De Zilversmid. Uitsnede uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

  • 1
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 2
    dun op de hakken zitten: op de hielen zitten
  • 3
    Ot Barendse, de steenhandelaar
  • 4
    Culemborg

Goed nieu…, toch niet

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief optimistisch. De laatste brief van haar man heeft ze al beantwoord en in Amerongen gaat alles goed. Het werk op de bouw gaat naar verwachting: de muren zijn opgetrokken tot de balken op de tweede verdieping. Die balken zijn ze nog aan het leggen: aan de zuidkant liggen ze, nu zijn ze bezig aan de noordkant en dan leggen ze de rest.

Brieffragment metselwerk en balken

de binne muere vant huijs sijn nu tot onderde
balcke vande tweede verdiepine op gehaelt de balcke
vande tweede verdiepine sijn aende suijtsijde
geleijt en sijnse beesich om die aende noortsijde en voort
al om te legge, [hier is Eenige turf met lichter]

Een balk tegen een plafond. Hij is geverfd, maar door de verf heen zie je dat het twee delen zijn: van links onder loopt een naad naar rechts boven. Aan de linkerkant zit een mee geverfde metalen band.
Eén van de balken die na verloop van tijd toch wat restauratie nodig had. Er is een nieuwe balk tegenaan gezet. De twee delen worden met een metalen band bij elkaar gehouden. Foto en ©: Hans Neecke.

Lichter

Gelukkig is inmiddels de eerste turf aangekomen met een lichter. Margaretha schreef al dat het water laag stond. Hierdoor kon het turfschip niet in Amerongen komen. Een lichter is letterlijk een lichter schip met minder diepgang. Dit schip lichtte een deel van van de lading van het vrachtschip en bracht dat naar de plaats van bestemming.

Doordat het turf aangekomen is, kan ook eindelijk de steenoven gestookt worden. Daar zullen ze vanavond of morgen mee beginnen. En nu maar hopen dat het weer goed blijft, zeker de eerste veertien dagen, dan is de kwaliteit van de stook zeker.

Brieffragment over het turf in de lichter

[al om te legge,] hier is Eenige turf met lichter
tot de steenove aengekoome so dat me met goe
godts hulpe deesen avont of merge sal begine
onder te stoocken, het is teegenwoordich heel
schoon weer mochte wij dat noch so Een maent
houde waer Een gewenste saeck en alwaert
voorde steen oven maer veertiendagen dan
waer die behoude, al wat godt belieft,

Omslag

Tijdens het schrijven wordt Margaretha opgeschrikt door onverwacht bezoek: Jan, de trompetter van Van Ginkel, en de stalknecht Martijn komen met vier paarden langs. Ze hebben een brief bij zich van Roelof, de lakei van zoon Godard. Ze komen niet met goed nieuws: Godard ligt ziek in Antwerpen met koorts, een grote overloop van gal en verstoppingen in de maag. Hij wil naar Den Haag en dat lijkt Margaretha een goed idee.

Eerste brieffragment zieke Van Ginkel
Tweede brieffragment over de zieke Van Ginkel

so aenstonts komt ijan de trompetter vande heer
van ginckel met martijn sijn stalknecht met

vier van sijn rij paerde om voort naer Middachte tegaen, die mij Een brief van roelof
verweij brenge die segge en schrijfve dat haer heer
tot Antwerpen aende koorts leijt doch ist Een
afgaende koorts met Een groote overloope
vande gal en verstoppine inde maech, met inten
=sie om voort naer den haech te gaen, hoope de
veranderin van lucht hem goet sal doen,

In een met schilderijen gedecoreerde kamer braakt een man vanuit zijn bed in een po. De vrouw die naast de man in bed zit heeft haar handen ten hemel geheven. De scène wordt verlicht door twee dienstertjes die met een kaars bij het bed staan, één van de twee knijpt haar neus dicht. In de deuropening slaan twee dienstmeisjes het tafereel gade.
Brakende man in bed, Crispijn van den Queborn, 1629. Collectie Rijksmuseum.

Meer slecht nieuws

Dat is niet het enige slechte nieuws dat Jan de Trompetter heeft. Ze wilden de paarden eigenlijk direct naar Middachten brengen via Den Bosch. Maar rondom Den Bosch waren nog zo veel Franse soldaten, dat hij die weg niet durfde te nemen. Margaretha vindt het een veeg teken.

Brieffragment over de Fransen bij Den Bosch

ijan de trompetter seijt last gehadt te hebbe om
om over den bos naer Middachte te gaen
maer dat de partije vande franse daer ontrent
so sterck loope dat hij die wech niet en dorste
neemen, ick vreese wij daer meer van sulle
hooren, men spreeckt noch al van Een bataelije
te slaen de heer almachtich wil sijn hoocheij
bewaere en on liefve vaderlant bij staen,

Man met een hoed en een lange, rechte trompet met daaraan een vaandel. Hij blaast zijn wangen bol.
Trompetter naar rechts, Jacob van der Gheijn II, 1580-1629. Collectie Kupferstichkabinett Berlijn.

Tot slot

Margaretha hoopt dat Godard Adriaan na zijn werk bij de Bisschop van MünsterBernhard van Galen weer terug is in Bremen en daarmee sluit ze haar brief af.

Dacht ze, want daarna komen er nog twee brieven van Godard Adriaan binnen waar ze nog op moet reageren. Het was handig geweest als die net wat eerder gekomen waren. Nu moet ze een lange ps schrijven.

PS over de brieven van Godard Adriaan

ps naert schrijfve dees ontfange ick
beijde uhEd aengenaeme vande 7 en
vande 9 deeser wt breeme en wt
kloppenburch, hadde die volckere
vrij wat Eer gekoome waer goet
geweest, [ben blijde het konsept]

Trakteren en een micke

Kennelijk is Godard Adriaan akkoord gegaan met het het conceptstuk van de Staten van Utrecht over het eigendom van de Heerlijkheid Amerongen. Margaretha belooft dat ze de heren die het komen brengen goed zal trakteren, ze hoopte dit al binnen micke te hebben. Dat wil zeggen dat ze eigenlijk hoopte dat de afspraak al gemaakt was, dat het al in de agenda zou staan. Helaas wordt het woord agenda pas in de achttiende eeuw gebruikt voor een “boekje waarin men van te voren aanteekent wat men op een bepaalden dag te verrichten heeft“.

PS over de acte

geweest, ben blijde het konsept
vande ackte uhEd vande h luchten=
burchJonathan van Luchtenburg so wel gevalt, als hij mij
die brenckt sal mijn beste doen
se wel te trackteere wenstse al
binne micke te hebbe want de
mensche sijn so verijabel datter
geen staet op te maecken is,

Stilleven met pasteien, een taart, broodjes, schalen met bessen en druiven, fruit, glazen en een mes.
Stilleven van een banket, Osias Beert (I) (navolger van), ca. 1620 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum.

De zieke

Het is een drukte van belang bij Margaretha, want zelfs als ze denkt de ps al af te hebben, komt er nog een brief binnen: Van Ginkel is in Den Haag. Het gaat niet goed met hem, maar Margaretha is blij dat hij in Den Haag is, dan kan hij tenminste uitrusten. Zou ze niet ook een beetje blij zijn dat schoondochter Philippota nu voor hem kan zorgen? Of zou ze bang zijn dat daar weer kleinkinderen van komen?

PS over Van Ginkel

so aenstonts bekoome ick schrijfe
vande vrou van ginckel dat de
heer van ginckel inde haech is maer
heel niet wel, kan niet in hou
de tschijnt sijn maech heel ontstelt
moet sijn, de heere wil hem beeter
schap geefve ist hem salich, ben
blijde hij daer is kan nu wt ruste

Een ezel ligt in zijn ziekbed en braakt. Hij staat symbool voor het zieke menselijk lichaam (Caro) en wordt door de personificatie van de lustvolle mens (Homo Carnalis) verpleegd. Een dokter is bij de patiënt geroepen en bekijkt een kruik met urine. Op de achtergrond sterft de personificatie van de door de mens verwaarloosde ziel (Anima) in een schuur. Een duivel vliegt boven haar en zal haar naar de hel begeleiden. Prent uit een serie van vier prenten over de zorg van de mens voor het lichaam en het negeren van de ziel. Elke prent met een onderschrift in het Latijn, Frans en Nederlands.
Alleen een ziek lichaam wordt verzorgd, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Philips Galle, 1610 – 1676. Collectie Rijksmuseum.

Bouwen, betalen, bataille

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft de brief van Godard Adriaan van 4 september ontvangen. Blijkbaar is de diplomaat ’tot dienst van ons lieve vaderland’ bij de vorst-bisschop van Münster langs geweest.

Brieffragment vorst-bisschop

Amerongen den 9
septem 1676
[rec. 19. dito]

Mijn heer en lieste hartge

deese merge heb ick uhEd aengenaeme vande 4 deeser
ontfange, waer wt sien deselfve naer den bischop
van Munster1Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster is, de heere wil geefven uhEd wat
goets so bij deen als dander tot dienst van ons liefe
vaderlant meucht verichte[, met de laeste post]

Turfmand, rond, iets bol uitlopend, van gespleten wilgenteen, in de techniek van het fijnscheenwerk. Naturelkleurige tenen zijn afgewisseld met zwart gebeitste tenen. Op de rand twee handvatten. De mand is gevuld met blokjes echte turf.
Turfmand met turf, vervaardigd van gespleten wilgenteen. Poppenhuis van Petronella Dunois, ca. 1676. Collectie Rijksmuseum.

Nog geen turf

In haar vorige brief schreef Margaretha wat ze bij haar terugkomst in Amerongen allemaal aantrof. Ze heeft inmiddels nieuws over de turf voor de veldoven, maar het is geen goed nieuws. Het water staat te laag en de wind waait de verkeerde kant op. Het is trouwens sowieso rotweer. Maar het kwade en buiige weer hindert de werklieden niet. De metselaars steken de handen uit de mouwen, en morgen worden de balken voor de tweede verdieping van het huis gelegd.

Brieffragment nog geen turf

[vaderlant meucht verichte,] met de laeste post
heb ick uhEd mijn aenkoome alhier en hoet
hier heb gevonde geschreefve, gistere bekoome
tijdine dat den turf tot onse steenove aende
vaert leijt maer kan doort laechge water en
kontraijreije wint niet op daer is geen dardalfe
voet water op de reevier, ick heb haer geschreef
datse sulle lichte en maecke opt spoedichste hier
te sijn, het is hier alledaechge seer quaet en
buijechweer, Evewel wercken de metselaers
daer door heen merge worden de balcke vande
tweede verdiepine geleijt[, het wechgelt vande]

Boven op een witte gestucte muur ligt een balk die de plankenvloer van de verdieping erboven draagt. De balk en de planken zijn in crèmachtig beige geschilderd.
Eén van de balken van de tweede verdieping. De muur is inmiddels strak gestuct. Foto en ©: Hans Neecke.

Hout

Maar voor de bouw van het huis is meer nodig dan een goed werkende veldoven, turf, en balken. Er is ook hout nodig. In haar brief van 1 september schreef Margaretha al dat er hout onderweg is vanuit Harburg, en dat de prins van Anholt-Dessau misschien ook nog wel bereid is om hout te leveren. Ook herhaalt Margaretha dat dit hout zeer goed van pas zou komen.

Brieffragment het hout uit Harburg

[ongeluckige reijsers,] tis heel goet dat nu alt
hout van haerburch opwech is om hier te koome
koste wij dat vande prins van Aenholt2Georg Friedrich II Anholt-Dessau noch krijg
waer te wensche want sullent noch wel van
doen hebbe[, op de assinnasie ten som van 5413 f]

Niemand wordt betaald

Het is hartstikke goed dat er zo geklust wordt aan het kasteel, maar al die werklieden moeten natuurlijk wel betaald worden. Margaretha heeft nog niets gehoord van de assignatie, maar ze moet Schut, Rietvelt, de steenhouwer voor het leveren van de hardstenen poort, de werklieden van de steenoven, de timmermannen, de metselaar en de dagloners nog betalen. En ook de turf en de spijkerman3De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt zijn niet gratis. Anders moet Margaretha maar weer een tripje naar Utrecht maken, om daar de mannen die verantwoordelijk zijn voor het uitbetalen eens stevig aan de tand te voelen…

Eerste brieffragment uitbetaling
Tweede brieffragment uitbetaling

[doen hebbe,] op de assinnasie4Assignatie: aanwijzing tot betaling ten som van 5413 f
heb ick noch niet ontfange, se hebbe belooft
deese weeck daer Eenich gelt op te geefve dat heel
wel sal koomen, ick heb hier 3000 f aen gelt gebrocht
dat so veel helpt alst niet, most terstont
aen schut 600 f en rietvelt 1400 f den steen
houder voorde hartsteene poort 445 f aent
steen ovens volck 350 f, den timerman tiel
man van tiel 300 f gerit ijanse den timer=
man 150 f ijan ijanse de metselaer 158 f

geefve en dan al de andere dach huerders so
dat dit saeme al over de 4000 f bedraecht
ick hebse so verde betaelt als mijn gelt streckte
als ick nu weer gelt ontfange salse voort af
betaelle nu moet den turf en den spijckerman
ock betaelt sijn, dees maent of ses weecken
sal ons de quaetste noch weese daer mee sijn
wij het waerste door, en siender nu raet toe
so wij maer betaelt worde als ick hoope datse
doen sulle of ick moet weer naer wttrecht

Steenhouwer die bezig is het met houwen van steen voor het bouwen van een huis. Boven de afbeelding staat: De Steenhouwer Hoewel verspreid, Nochtans bereid. Onder de afbeelding staat: De Stenen worden vast behouwen, Om't machtig Huis meed' op te bouwen; Gelijk des Heeren Jesu werck, De Steenen, hier en daar geleegen Bereid, en vleid en schickt ter deegen, Tot Opstal van zijn eeuw'ge kerck.
Steenhouwer, Jan Luyken, 1694. ollectie Rijksmuseum.

Rode loop

Ondertussen hebben de Denen en de Brandenburgers het Zweedse Kristianstad met succes belegerd. Margaretha hoopt dat de Heer ‘ons’ ook wil bijstaan en zijn goddelijke zegen wil geven. Dat is ook hard nodig, want er schijnt weer een slag aan te komen. Althans, dat is het woord op straat. De geruchten boezemen haar ook angst in. Ze maakt zich zorgen over de prins van Oranje en uiteraard over haar eigen zoon. Die angst komt echter niet zo zeer voort uit de vrees voor een belegering. Margaretha maakt zich meer zorgen om de rode loop. We zagen al eerder dat veel militairen momenteel aan dysenterie lijden, en dat er zelfs al mannen aan gestorven zijn.

Brieffragment over de toestand in het leger

dat de koninck van deenmercke en den hartooch
van brandenburch5Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst so vicktoorijeus sijn gaet
heel wel, de heer wil ons ock bij staen en sijnen
godlijcke seegen geefven dat wij niet krijge is ons
=ser sonde schult, men spreeckt noch al van Een
bataelge te leevere en schrick daer aen te dencke
omt groote hasaert6Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie dat daer in is godt wil ons
geefve wat ons best en salich is, ick ben met
sijn hoocheijt en den heer van ginckel bekomer
om dat de roode loop so seer in ons leeger en veel
steede is daer de heer van leuwe7Zweder van den Boetzelaer aen gestorfven
is, den rhijngraef8Karel Florentijn van Salm seijtmen dat aen sijn quetsuer
ter doot toe opt huijs te peeterson9Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren leijt,

En dan zijn er natuurlijk ook nog mannen die op het slagveld zelf zijn gestorven. De Rijngraaf is aan zijn verwondingen overleden en gisteren ontving Margaretha een rouwbrief van Johanna van Zuylen van Natewisch. Haar enige zoon10Willem Godard van Oostrum is omgekomen bij het Beleg van Maastricht.

Brieffragment over de rouwbrief

ick heb gistere Een rou brief gekreechge vande oude vrou van broeck=
huijse11Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum over de doot van haeren Eenigen soon, die sij schrijft inde
laeste attacke voor Maestricht doot geschooten te sijn [, mij jame]

De Dood op een slagveld, op een paard dat naar links rijdt, met een hoed met veel veren, Op de achtergrond andere figuren die de dood representeren die vechten. Onder de gravure een gedicht in het Frans
De Dood op het slagveld, Stefano della Bella, ca. 1646. Metropolitan Museum of Art, New York.

De één z’n dood is de ander z’n brood

Het gaat goed met de Philipotta, besluit Margaretha haar brief. En ze hoopt dat haar man snel weer thuis komt.

Afsluiting brief

[geen soons , de oude vrou van preustine is ock doot,] de vrou
van ginckel schrijft heel wel naer den tijt te sijn, ick beelt
mij in of uhEd wel Eer weer thuijs mocht koomen met deese
veranderine dat wel wenste, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff

MTurnor

In het PS volgt nog een typisch gevalletje ‘de één z’n dood is de ander z’n brood’: Cornelis Matthisius is plotseling overleden, dus er is weer een plaatsje vrij in de vroedschap en er wordt ook een nieuwe kameraar voor het heemraadschap van de Lekdijk gezocht.

PS over de kamelaar

ps so schrijft men mij dat de kamelaerKamelaar of kameraar: ambtenaar belast met geldzaken Matijsi
Matijsius12Cornelis Matthisisus deese nacht is overleede men
heeft van sijn sieckte niet gehoort
daer meede is weer Een plaets inde
vroetschap tot wttrecht vakant
en het kamelaerschap

  • 1
    Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster
  • 2
    Georg Friedrich II Anholt-Dessau
  • 3
    De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt
  • 4
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 5
    Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst
  • 6
    Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie
  • 7
    Zweder van den Boetzelaer
  • 8
    Karel Florentijn van Salm
  • 9
    Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren
  • 10
    Willem Godard van Oostrum
  • 11
    Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum
  • 12
    Cornelis Matthisisus

Baksteen en turf

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 september 1676 Onleesbaar, maar het lijkt niet op Bremen
Lees hier de originele brief

Margaretha is terug in Amerongen en het valt haar niet mee: het werk aan het huis is niet zo ver gevorderd als ze gehoopt had. De werklieden moeten wel voort gaan maken, want de dagen beginnen te korten en er komt vuil weer aan.

Brieffragment over het werk tijdens Margaretha's afwezigheid

Ameronge den
5 septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere merge vroech ben ick weer hier gekoome
dat hooch tijt was, heb alles wel gevonde doch
het werck so werde niet geavanseert als wel gemeent
hadt, sij metselen noch tuschen en op de raemte
vande tweede verdiepine, hoope inde toekoomende
weeck de balcke vande selfve verdiepine to
sulle geleijt worde, ick salse nu wat kort
opde hacke sitten, het welcke noodich sal
sijn, want de dage korte seer en wij hebbe
vuijl weer te verwachte, [ick had gaern]

Metselwerk in de buitenmuur van Kasteel Amerongen. Foto en ©: Hans Neecke.

Waar is Krijn?

Iets anders dat niet helemaal volgens de verwachting loopt, is het stoken van de steenovenMargaretha gebruikt stuctureel het woord steenoven, eigenlijk gaat het over een veldoven of misschien over veldbrand. Drie maanden geleden heeft Margaretha Krijn van Kampen mét geld op weg gestuurd om turf te gaan halen. Ze heeft niets van hem gehoord en niemand weet waar hij zit. De tijd begint te dringen, want de oven moet gestookt worden! Ook het branden van de steenoven is afhankelijk van het weer en ze had al geschreven dat het vuile weer dreigt…

Eerste brieffragment over Krijn van Kampen
Tweede brieffragment over Krijn van Kampen

[vuijl weer te verwachte,] ick had gaern
dat me inde aenstaende weeck den steen
oven begon onder te stoocke maer nu
ick hier koom is krijn van kampe die
over de drije maende met gelt om turf

te koope van hier is gegaen, noch niet hier
ock weet men niet waer hij is, l ick hebt soo
meenich mael geschreefve dat men naer hem
in tijts verneeme sou, nu moet ick sien
hoe ickt maecke sal den oven mach so
niet blijfve staen, [deesen avont ontfan]

Vooraan ligt op het grijze water een schuit met daarop een groot vierkant bruin vlak. Voor het bruine vlak staat iemand met een rood jak en een wit mutsje voorover gebogen. Op de donkergroene kant staat een donker silhouet van een man met een kruiwagen. Hij staat voor de loopplank. De lucht is grijs en een dun boompje vangt wind.
De turfschuit, Vincent van Gogh, 1883. Collectie Drents Museumaangekocht met steun van de Provincie Drenthe, Nederlandse Aardolie Maatschappij, Vuil Afvoer Maatschappij, Stichting Pieter Roelf, Stichting Van Gogh, Stichting Vrienden van het Drents Museum, Stichting Schone Kunsten rond 1900, VSB-fonds en Vereniging Rembrandt.

Allodiaal

Margaretha bespreekt nog kort de roddels over het Beleg van Maastricht: ze zegt dat ze er zijn, maar niet wat die roddels dan zijn. Daar hebben we in de 21ste eeuw natuurlijk helemaal niets aan. Ook de financiën worden nog even op een rijtje gezet.
Tot slot komt Van Beusichem met goed nieuws. Er ligt een conceptstuk waarin de Staten van Utrecht het pandschap van de Hoge Heerlijkheid Amerongen overdragen aan Godard Adriaan. Luchtenburg, de secretaris van de Staten van Utrecht, zal dit stuk ter goedkeuring aan Godard Adriaan sturen. Dit betekent een heleboel: de Heerlijkheid wordt allodiaal. Dat wil zeggen dat de heerlijkheid vol eigendom wordt en er geen pachtconstructie meer is.

Eerste brieffragment over document van de Staten van Utrecht
Tweede brieffragment over document van de Staten van Utrecht

[sal sijn,] beusekom heeft mij geseijt
dat de sekreetaris luchtenburch uhEd

de reesoluijsie ent konsept vande afdoeninge
vant pantschap vande hooch heerlijckheijt
heeft gesonde waer op hij vandeselfve ant=
=woort verwacht om te hoore of hij daer
Eits af of toe belieft gedaen te hebbe ,

Landschappelijk overzicht richting Amerongen. Op de voorgrond een boerderij met twee hooibergen en een duiventil. Daarachter en wij met paarden en een laan met bomen richting Amerongen. Helemaal links de molen aan de rand van het dorp. In het midden van het dorp de Andrieskerk en helemaal rechts aan de rand van het dorp Kasteel Amerongen. In de verte rechts zie je nog net de toren van de Cunerakerk in Rhenen. Links achter het dorp de kale heuvels van de heuvelrug, rechts achter het dorp en richting Rhenen is het bebost.
Gezicht vanuit Kasteel Zuilenstein op Amerongen, Daniël Stopendaal, 1682 – 1726. Collectie Rijksmuseum. Je eigen ‘goed’ zie je het best uit het huis van de buren… Zou dit Margaretha’s droom zijn?

Eindelijk!

Het volk en de bagage zijn ein-de-lijk in Bremen aangekomen. Hopelijk is Blanche ook snel bij Godard Adriaan.

Brieffragment over personeel en bagage

tis mij lief uhEd volck tot breeme is aen
gekoomen, twijfele niet of blansche sal
nu al bij v sijn, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Links stroomt een rivier met daarin een boot. Op de rechter oever staan twee heren, meer naar rechts een groep van drie vrouwen en een man bij een paar kisten. Links een heuvellandschap en op de achtergrond een paar zeilbootjes.
Reizigers met bagage bij een rivier, Jean Pesne, naar Guercino, 1633 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Korte update

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 september 1676 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 september 1676
Lees hier de originele brief

Kennelijk heeft Margaretha niet veel tijd, want deze brief heeft maar twee kantjes. Ze begint deze brief met een overzicht van de financiën. Het gaat nu niet alleen over ordonnanties en assignaties, maar ook over declaraties en defroyementen (onkostenvergoedingen).

De provincie Utrecht als werkgever

Godard Adriaans werkgever voor deze missie is de provincie Utrecht en die is nog steeds krap bij kas na de plundering door de Fransen. Er worden dan ook wat trucjes uitgehaald. Kennelijk is het potje voor de onkostenvergoedingen beperkt, dus worden Godard Adriaans onkosten nu geboekt onder legeruitgaven. De reden daarvoor? De kans dat het daadwerkelijk tot een betaling komt is groter. Gelukkig heeft Nicolaas van Beusichem, de secretaris van de Ridderschap, beloofd dat hij erop zal toezien dat Godard Adriaan betaald wordt, zodra er geld is.

Brieffragment over geld

wttrecht den 3
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

uhEd laeste is geweest vande 28 pasato dewelcke
ick met de laeste post heb beantwoort, gistere
avont ben ick hier gekoome alwaer deesen dach
genootsaeckt ben te blijfve om verscheijde affaerees1Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden
de 400f weegens uhEd equipaesge2Equipage: uitrusting voor een reis heb ick van
beusekom3Nicolaas van Beusichem ontfange maer vande 280f of de dekla
=raesie weetense hier niet, de seeckreetaris luch
=tenburchJ4onathan van Luchtenburg heb ick niet konne aentreffe om te
spreecke, dan beusekom seijt dat de Assinaesi5Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling”
van 5413f verandert is vande post vande defroije
=mente6Defroyement: onkostenvergoeding en gestelt is op de post vande leegerlaste
daer se geloofve wij beeter op sulle konne be
taelt worde, beusekom die deselfve asinaesi
in hande heeft, heeft aengenoome sorch te drage
dat wij wt het Eerste gelt mooge betaelt worde

Beurs van groen fluweel met trekkoord en afgezet met gouddraad op een doosje in de vorm van een schaar (fallus?) van dito fluweel en passement, voorzien van twee metalen ogen, anoniem, na 1580. Collectie Rijksmuseum.

Beleg of geen beleg?

Het nieuws uit Maastricht blijft uit. Margaretha heeft uit Den Haag vier brieven geschreven aan haar zoon en ze heeft niets van hem gehoord. Morgen gaat ze toch maar naar Amerongen. Er wordt veel over de situatie in Maastricht gepraat, maar Margaretha gelooft dat dat allemaal Paapse propaganda is. Kennelijk heeft ze de Oprechte Haerlemsche Courant van twee dagen eerder niet gelezen, want daar stond in dat het beleg opgebroken werd. Wel met de mogelijkheid om eventueel strijd te leveren met de vijand.

Uyt het Leger onder sijn Hoogheyt tot Lonake den 28 Aug. Terwijl men vast vernam het aennaderen van de Fransse, onder het Commandement van Monsr. Schombergh en d'Humieres, soo heeft men van onse kant goet gevonden uyt de Belegeringh van Maestricht op te trecken, gelijck wy dan op gisteren hebben gedaen, en on op heden hier neergslagen, zijnde omtrent een half uur van ons voorgaende Quartier, omme, indien mogelijck, den Vyant Battailje te leveren.
Oprechte Haarlemsche Courant van 1 september 1676. Bron: Delpher
Eerste brieffragment over Maastricht
Tweede brieffragment over Maastricht

, nu meen ick merge heel vroech naer Ameronge
te gaen, en heb noch vande heer van ginckel
niet ter werlt gehoort heb hem wt den haech
vier briefve geschreefve en niet Een letter
tot antwoort bekoomen, int op breecke van

ons leeger is al Eenige kleijne schermutselin
voor gevalle so men seijt, dat mij te meer
bekomert, en weet niet wat ick dencke sal
, de mense spreecke in hollant seer en hier
niet min, doch hebbe ongelijck, geloof het
meest door de paepiste aengestoockt wort
de briefve die heeden wt Maestricht sijn
aengekoome brenge meede dat meest al
de huijse in die stat so sijn doorschoote
datse niet te gebruijcke sijn, de rechte
pertikulierijteijte7Particulariteiten: bijzonderheden, details vant opbreecke van
ons leeger weet men hier noch niet, ge
loof uhEd dat beeter sult hebbe al wij ,

Op de trap van een gebouw met pilaren zit een huilende vrouw. Op de achtergrond een stad waar alles brand en mensen plunderen en vernielingen aanrichten.
Treurende vrouw bij verwoeste stad, Jean Baptiste Nolin (I), naar Sébastien Leclerc (I), 1678. Collectie Rijksmuseum.

Trouw volk en een muitende predikant

Het begint inmiddels een feuilleton te worden: Margaretha hoopt dat Blanche, het personeel en de bagage inmiddels bij Godard Adriaan in Bremen zijn. Na de gebruikelijke afsluiting volgt een beetje een cryptisch post scriptum. Jodocus van Lodenstein heeft volgens Margaretha muitineus en seditieus, dus oproerig én oproerig, gepredikt.

Helaas is niet te achterhalen waar de bewuste preek over ging. Van Lodenstein, één van de gijzelaars van de Fransen, stond een sobere levensstijl voor en een directe beleving van het geloof. Net als andere predikers van de nadere reformatie was hij wars van ‘volkszonden’ als de ontheiliging van de zondag, dobbelen, luxe en kermisbezoek. Hij was ook scherp op misstanden binnen de kerk.

Predikanten van de nadere reformatie er moeite mee, dat de benoeming van predikanten van buiten de kerk gebeurde: door wereldlijke bestuurders. Vond Margaretha hem te streng wat betreft de volkszonden? Of had hij stevig tegen het collatierecht8Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen gefulmineerd? Ach, Margaretha was er zelf ook niet bij geweest, dus of de soep echt zo heet gegeten werd als zij hem hier opdient, is ook nog maar de vraag.

Afsluiting met ps

blansche sal nu al bij deselfve sijn,
ock het volck met de begaesge9bagage , hiermee
de blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

gistere beedach
sijnde heeft hier
loodisteijn so geseijt wort
seer muijtineus10Van muitineren: oproering veroorzaken en sediesieus11Seditieus: oproerig, opstandig gepreeckt

Een dame en een heer badmintonnen in een kamer. Op de achtergrond pakt een jongen een shuttle op. Links op de vloer liggen speelkaarten rechts ligt een kolfspel en bij de tafel rechtsachter liggen wijnglazen op de grond. Op tafel ligt een luit. Op de achtergrond loert een skelet tussen de gordijnen door. Onder de tekening de tekst 'Elck sijn tijt verdrijff". De tekening gaat over ledigheid.
Elck sijn tijt-verdrijff, Adriaen van der Venne, ca 1632. Collectie: Metropolitan Museum of Art, New York
  • 1
    Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden
  • 2
    Equipage: uitrusting voor een reis
  • 3
    Nicolaas van Beusichem
  • 4
    onathan van Luchtenburg
  • 5
    Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling”
  • 6
    Defroyement: onkostenvergoeding
  • 7
    Particulariteiten: bijzonderheden, details
  • 8
    Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen
  • 9
    bagage
  • 10
    Van muitineren: oproering veroorzaken
  • 11
    Seditieus: oproerig, opstandig

Geen nieuws van het zuidelijk front

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag. Er doen onheilspellende geruchten over Maastricht de ronde, en ze heeft nog niets van Van Ginkel gehoord, dus heeft ze besloten nog even in de hofstad te blijven. Want wat nu als zoonlief een brief naar Den Haag stuurt, terwijl Margaretha net weer is vertrokken richting Amerongen? Margaretha is als de dood dat ze een brief van haar zoon mist. De laatste was van 26 augustus. Trouwens, niemand heeft brieven gehad. Zelfs de Staat niet! Of misschien wel, maar er wordt heel geheimzinnig over gedaan. De geruchten over Maastricht blijven voorlopig geruchten.

Brieffragment over gebrek aan nieuws

haech den Eerste
septem 1676

rec: 9 dito

Mijn heer en lieste hartge
de quade en onseeckere tijdine en geruchte die
hier nu drije dage aen Een van ons leeger dat
voor Maestricht leijt of heeft geleechge, is oor=
=saeck dat noch deese twee dage hier ben ge=
=bleefve, op hoope vande briefve vande heer van
ginckel te krijge, die wij tot noch toe niet hebbe
bekoome noch ock niemant pertikuliers1Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad., men
seijt ock selfs den staet niet, en so men heere
de state die hebbe gekreechge wordense seer
geseekreeteert2Secreteren: geheimhouden dade laeste briefve vande heer
van ginckel sijn vande 26 Augusti, [de luijckse post]

Het aanreiken van een brief in een voorhuis. In een vertrek bij het raam zit een vrouw met een hondje op schoot. Rechts nadert een man met een brief in de hand. Links staat een hond en zicht door de openstaande deur naar buiten, waar op straat aan een gracht (Kloveniersburgwal?), een kind met een zweepje speelt.
Het aanreiken van een brief in het voorhuis, Pieter de Hooch, 1670. Collectie Rijksmuseum.

Foute boel

Waar bestaan die geruchten uit? Men beweert dat de Luikse post opgehouden is en dat er 6000 vijandelijke militairen binnen Maastricht zijn gekomen. Hierop zou Willem III het beleg van Maastricht hebben opgebroken en richting Tongeren zijn getrokken om zich met zijn troepen bij de troepen van Waldeck en de Spaanse troepen te voegen, waarna ze slag zouden leveren tegen de Fransen. Maar hier is zoals gezegd helemaal geen zekerheid over. Het enige dat Margaretha zeker weet, is dat er iets niet helemaal goed zit.

Eerste brieffragment over troepen in het zuiden
Tweede brieffragment over troepen in het zuiden

[van ginckel sijn vande 26 Augusti,] de luijckse post
most gistere al hier sijn geweest dan men
seijt die op gehoude is, en datter ses duijsent
man vande vijant binne Maestricht soude
gekoome sijn, waer op sijn hoocheijt met de
beleegerin soude op gebroocke sijn en naer
tongeren den vij om met het bij hebbende

volck vande graef van waldijck3Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg en de spaense
te konsijongeere4Conjugeren: samenvoegen de vijant die af komt te
gemoet te gaen en slach te leeveren, doch
gelijck voorseijt heb is hier de minste seecker=
heijt niet van, maer wel datter Eits is dat
niet wel is[, de heer almachtich wil sijn hooch]

Gezicht op de versterkingen van de stad in vogelvluchtperspectief. Op de voorgrond de prins met zijn staf. Bovenaan portretten in medaillons van de graaf van Hornes en prins Willem III. Op het blad onder de plaat de titel en de legenda.
Beleg van Maastricht, 1676, anoniem, 1676. Collectie Rijksmuseum.

Kopzorgen

Uiteraard hoopt Margaretha dat de Heer almachtig het land en zijne Hoogheid bewaart, maar ze maakt zich ook ernstige zorgen om haar zoon. Naast dat ze geen idee heeft hoe het staat met de belegering van Maastricht, is ze bang dat haar zoon rode loop (dysenterie) krijgt of heeft. Zweder van Boetzelaar is daar al aan gestorven!

Brieffragment over bezorgdheid om Van Ginkel

[niet wel is,] de heer almachtich wil sijn hooch
en ons lant bewaeren, de raet pensionaris
is buijten op ter lee , ick hoope vandaech
noch briefve van h van ginckel te ontfange
want ben seer ongerust so omt Een alst
ander de roode loop renneert seer in ons
leeger en is den heer van leuwen5Zweder van Boetzelaar daer aen
gestorfven, so dat ick bekomert ben,

Margaretha herhaalt nogmaals dat er echt geen brieven bezorgd zijn en wil misschien toch vandaag nog richting Amerongen vertrekken.

Brieffragment over vertrek naar Amerongen

doch krijch briefve of geen meen van daech
noch te vertrecke en met godts hulpe merge
t Ameronge te sijn[, uhEd aengenaeme vande]

Op een tafel ligt een boekje met daarop een paar papieren in een mapje. Daar bovenop ligt een schede. Aan de rechterkant is een roemer van het boek gevallen, op de voorgrond een ganzenveer die gebruikt is om mee te schrijven en iets van een napje. Links op de achtergrond een lege kaarsenstandaard. Alle onderdelen van dit Vanitas stilleven duiden op de vergankelijkheid en het verstrijken van tijd.
Pieter Claesz, Stilleven met een schedel en schrijfgerei. Collectie The Metropolitan Museum of Art.

Postproblemen

Er is sowieso iets raars aan de hand met de postbezorging. Eerder in de brief schrijft Margaretha al dat de Luikse postbezorging tijdelijk wordt opgehouden. Maar ook Godard Adriaan lijkt haar brieven niet allemaal goed te ontvangen. Ze heeft er vier geschreven, maar in zijn brief van 28 augustus vermeldt Godard Adriaan niet dat hij deze allemaal ontvangen heeft. En het personeel is ook nog steeds niet aangekomen!

Eerste brieffragment over brieven van Godard Adriaan
Tweede brieffragment over brieven van Godard Adriaan

[t Ameronge te sijn,] uhEd aengenaeme vande
28 pasato heb ick gistere ontfange kan
mij niet genoech verwondere dat hij geen
tijdine van sijn volck heeft die nu lange

tot breeme moete aengekoome sijn, ock maeckt
uhEd geen mensie van mijn briefve ontfange
te hebbe, dit is de vierde die ick deselfve heb
geschreefve[, de oblijgasie op de generaelijteij]

Hout

Ondertussen is ze ook nog druk bezig met de herbouw van het kasteel. Er moet hout vanuit het Duitse Harburg naar Amsterdam gezonden worden. Maar Margaretha informeert ook naar hout dat ze misschien zouden ontvangen van Johann Georg II Anholt-Dessau, kortweg de prins van Anholt. Godard Adriaan zal hierover vast wel iets gehoord hebben van de bouwmeester. Margaretha hoopt in ieder geval van wel, want het hout zou zeer goed van pas komen.

Brieffragment over hout

[noch te sien,] ick hoope deselfve bij van weede6Cornelis van Weede ordere sal ge=
=stelt hebbe dat het hout van haerburch naer Amsterdam
mach gesonde worde dewijlle de scheeps vrachte so wel
te geniete sijn, en dat uhEd vande boumeester7Michiel Mattheus Smits sult ge
hoort of verstaen hebbe hoet met het hout vande prins
van Aenholt8Johann Georg II Anholt-Dessau staet kost me daer noch van bekoome
soude goet sijn en ons seer wel te passe koomen,

Met de meeste bekommering van de wereld

Margaretha heeft haar brief al afgesloten, maar voegt er toch nog iets aan toe. Met Philipotta en de kleine Agnes gaat het gelukkig hartstikke goed. Met Margaretha gaat het wat minder, want ze heeft nog steeds geen brieven ontvangen en maakt zich ernstige zorgen. ‘Met de meeste bekommering van de wereld’ besluit ze toch maar naar Amerongen te vertrekken.

Afsluiting

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

de vrou van ginckel
die met het kraem
kintge heel wel naer
den tijt is preesenteert
haer dienst aen uhEd
ick gae met de meeste bekomerin vande werlt van hier
tot noch toe geen briefve bekoome hebbende

Een jonge vrouw zit met haar naaiwerk bij het raam, met naast haar een dienstmeisje dat bij de wieg knielt.
De jonge moeder, Gerrit Dou, 1658. Collectie Mauritshuis.
  • 1
    Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad.
  • 2
    Secreteren: geheimhouden
  • 3
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 4
    Conjugeren: samenvoegen
  • 5
    Zweder van Boetzelaar
  • 6
    Cornelis van Weede
  • 7
  • 8
    Johann Georg II Anholt-Dessau

Ditjes en datjes

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 augustus 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Het personeel en de bagage zijn op 19 augustus uit Amsterdam vertrokken en in de brief van Godard Adriaan van de 25ste augustus waren ze nog niet aangekomen. En dat terwijl het zulke goede wind was!

Brieffragment over het personeel dat onderweg is.

[9 septr. 1676]
Haech den 29
Augusti 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere heb ick uhEd mesiefve vande 25 deeser
ontfange, het doet mij leet sijn volck die met
sulcken goede wint op woensdach sijn den
19 deeser van Amsterdam sijn afgevaeren
doen noch niet waeren gearijveert, hoope
sij nu al bij uhEd sulle sijn, [met de laeste]

Een schip met bollende zeilen vaast op een woelige zee.
Varend schip op zee, Gerard ter Borch (II) (mogelijk), naar anoniem, 1627 – 1690. Collectie Rijksmuseum.

Angenis

Zoals al aangekondigd is de jongste kleindochter in de Duitse kerk gedoopt, Margaretha herhaalt nog maar eens het verhaal van de naam. Voor ons is het misschien wat verwarrend: Angenis hier, Agnes daar, maar in de 17e eeuw was men minder gefocust op goed en fout wat betreft spelling. Ook met namen. Met de kraamvrouw gaat het gelukkig goed, dus Margaretha wil weer naar Amerongen. Wel via Utrecht om daar de secretaris van de Staten van Utrecht, Jonathan van Luchtenburg, te spreken over een assignatie.

den 27 dito. Is gefoopt een kint van de Heer Godert Baron van Reede, Heer van Ginckel en Ursela filipina Baronesse van Raetsvelt: het kints naem Angenis, de getuijgen de Vrou Barnosse van Amerongen etc.
De doopinschrijving van Agnes van Reede van 27 oktober 1674. Collectie Haags Gemeentearchief
Eerste brieffragment doop Angenis
Tweede brieffragment doop Angenis

[sij nu al bij uhEd sulle sijn], met de laeste
post heb ick uhEd het geluckich gelegge
vande vrou van ginckel van Een dochter
geschreefve heb welcke Eergisteere inde hooch=
duijtse kerck gedoopt is en de naem van
Angnis naer de oude vrou van meuwe1Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota
is gegeefve, de kraemvrou ent kint sijn
reedelijck naer den tijt, daerom ick beuij
=ten ongeluck gereesolveert2Resolveren: Besluiten ben toekoom
mende maendach van hier naer Amerong

te gaen sal in paesant tot wttrecht de sekree
=taris luchtenburch3Jonathan van Luchtenburg weegens de bekende assin
naesie4Assignatie: aanwijzing tot betaling spreecken, [men heeft hier met de post]

Een moeder ligt in een bed met baldakijn in een kraamkamer. Voor het bed een gezelschap dames dat de baby terugbrengt van de doop: een van hen houdt de ingebakerde baby vast. Aan het voeteneind twee kinderen, op de rug gezien. Rechts een tafel met schalen koek en gebak. Tegen de achterwand van het vertrek een gobelin met als voorstelling de geboorte van Adonis uit zijn moeder Myrrha op het moment dat zij in een boom verandert.
Terugkeer van de doop, Abraham Bosse, ca. 1632 – ca. 1633. Collectie Rijksmuseum.

Maastricht

Het leger blijft actief in de buurt van Maastricht, tot nu toe weinig succesvol. Het echt slechte nieuws is dat de Fransen richting Maastricht marcheren. Hopelijk houdt de Heer almachtig een oogje in het zeil.

Brieffragment Maastricht

[naesie spreecken,] men heeft hier met de post
van gistere tijdine dat donse Een atacke
opt hoornwerck voor maestricht hebbe ge=
daen doch sijn afgeslage, daer men seijt
dat Alckema5Paulus van Alkemade heere vande haer soude ge
bleefve sijn en dutel6Onbekend in sijn been gequets
men seijt ock dat den vijent int marsche
=re tuschen scharleroij7Charleroi en Maestricht is
met intensie om Maestricht te ontsette, de
heer almachtich wil ons leeger bij staen,
sijn hoocheijt en onse soon bewaeren[, tis]

Portret van Georg Wilhelm (1625-1705), hertog van Brunswijk-Luneburg. Buste, naar links. Hij heeft een grote bos met krullen die bijna het hele medaillon vult, hij heeft een fors hoofd, bleek gelaat en hele lichte blauwe ogen en een flinke neus. Hij draagt een wit hemd met wat strikken er op.
Georg Wilhelm (1625-1705), hertog van Brunswijk-Luneburg, Jean Michelin, 1674. Collectie Rijksmuseum.

Zaken

Het is niet alleen Margaretha die haar man op de hoogte houdt over de politieke situatie in Utrecht, haar man schrijft haar ook over zijn werk. We hebben zijn brief niet meer, dus wat hij haar precies vertelde weten we niet. Wel is duidelijk dat het goed gaat en natuurlijk hoopt ze dat ook hier de Heer almachtig de onderhandelingen zal zegenen.

Brieffragment over het werk van Godard Adriaan

[sijn hoocheijt en onse soon bewaeren,] tis
mij seer lief uhEd bij de prins van sel8Georg Wilhelm van Brunswijk Lünenburg, prins van Celle so
wel is onthaelt en noch meer dat sijn
komste sulcken goede Efeckte hebbe ge
daen, hoop de goede godt uhEd verdere
neegoosgasie9Negociatie: onderhandelingen sal seegenen, [kapteijn blans]

Voor een grote stad met een grote poort is het een drukte van belang. Richting de stad gaan mannen te paard, mannen te voet, mannen op wagens. Er is een wal gebouwd waarachter een kanon opgesteld staat. Op de voorgrond zitten twee soldaten bij een tent gezellig te keuvelen alsof er daarachter niet gebeurt.
Belegering van een stad, Jan Luyken, 1698. Collectie Rijksmuseum.

Onderweg

Inmiddels is ook kapitein Blanche onderweg naar Godard Adriaan, maar hij komt met de postkoets. Bij de volgende brief hoort Margaretha graag of al het volk en de bagage bij Godard Adriaan in Bremen aangekomen zijn.

Brieffragment Kapteijn Blans
Brieffragment vertrek Blanche

[neegoosgasie sal seegenen,] kapteijn blans

is gistere van Amsterdam of naer de met
de postwaege op breeme vereijst hoope
hij spoedich bij uhEd sal sijn, en ick met
de naeste post sal hoore het volck
met de bogaesge bij uhEd sijn, waer
meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Bosweg met postwagen en een lopende figuur, op de rug gezien. Vóór de lucht.
Landschap met postwagen, Johannes Janson, 1761 – 1784. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota
  • 2
    Resolveren: Besluiten
  • 3
    Jonathan van Luchtenburg
  • 4
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 5
    Paulus van Alkemade
  • 6
    Onbekend
  • 7
    Charleroi
  • 8
    Georg Wilhelm van Brunswijk Lünenburg, prins van Celle
  • 9
    Negociatie: onderhandelingen

Pagina 7 van 29

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén