Margaretha Turnor

Mijn heer en lieste hartge

Het eerste kleinkind

Op 19 juli 1667 wordt Margaretha van Reede gedoopt in de Andrieskerk in Amerongen. Schoondochter Ursula Philippota was vier dagen eerder, op 15 juli, bevallen van haar eerste kind. Hernoemen was bij dit eerste kind makkelijk: zowel de moeder van vader (onze Margaretha) als de moeder van moeder (Margaretha van Leefdaal) heette Margaretha. Helaas is de eerst volgende brief van Margaretha aan haar man pas na tien dagen, op 25 juli. Gelukkig was Philippota gezegend met het talent om snel te bevallen en snel te genezen. Wij weten dat al van de geboorten in 1672 bij Reiniera en in 1674 bij Godard Adriaan. De kans is groot dat ook deze eerste bevalling voorspoedig verliep.

Een vrouw ligt naakt op een bed met haar armen boven haar hoofd. Om haar heen drie vrouwen. de middelste vrouw heeft tussen de benen van de bevallende vrouw de placenta in haar handen. Links een vrouw met een baby'tje op een kussen. De vrouw rechts heeft een laken vast.
Marmeren plaquette met de baringsscène, Romeins, uit Ostia, Italië. Collectie Science Museum Londen.© The Board of Trustees of the Science Museum.

Afwezige vader

Margaretha was opgelucht dat het gelukt was om Ursula Philippota op tijd in Amerongen te hebben. Ze wist gelukkig nog niet hoeveel moeite ze daar later mee zou hebben. Een minpuntje was dat de verse vader de bevalling niet kon mee maken. In verband met de aanval van Lodewijk XIV op de Spaanse Nederlanden moest hij kort na hun aankomst in Amerongen alweer vertrekken naar zijn regiment. Waarschijnlijk heeft hij de doop van de kleine Margaretha vier dagen later in de Andrieskerk ook niet meegemaakt.

Ets van soldaten die bezig zijn een tent op te zetten. Links staan soldaten aan scheerlijnen te trekken, in het midden proberen soldaten de palen waar het tentdoek aan hangt omhoog te trekken. Rechts een vermoedelijk een officier die op de bagage zit en aanwijzingen geeft. Achter hem een wagen. Op de voorgrond ligt nog een baal met wat losse spullen (een paar haringen, een spade). Er zit een man bij en een hond snuffelt aan de spullen.
Opzetten van een tent, Robert van den Hoecke, 1632 – 1668. Collectie Rijksmuseum.

Geloof

Philippota zal haar oudste dochter altijd dicht bij zich houden en zij is dan ook één van de dochters die katholiek opgevoed wordt. Het verschil in geloof zal altijd een strijdpunt tussen Margaretha en haar schoondochter blijven. Formeel is afgesproken dat de kinderen protestant opgevoed worden, maar Philippota volhard in haar katholieke geloof.

In 1693 zal dochter Margaretha trouwen met de katholieke Johan Hendrik van Isendoorn à Blois. Bijzonder is dat er op 14 mei 1693 een attestatie in de Doop-, Trouw- en Begraafboeken van de protestantse Andrieskerk in Amerongen staat voor een voorgenomen huwelijk in Ellecom. In Ellecom wordt echter geen huwelijk voor het paar vermeld. Het paar trouwt wel katholiek in Doesburg op 15 mei 1693. Gelukkig weet onze Margaretha in 1667 nog niets van dit alles. Ik denk dat ze dik tevreden was dat ze vernoemd was, dat het goed ging met moeder en kind én dat het meisje in de eigen vertrouwde kerk gedoopt werd.

Een ovaal schilderij zonder lijst van een jonge vrouw die frontaal gepositioneerd is. Haar onderbenen zijn niet zichtbaar. Op de achtergrond is vaag een paar bomen tegen een donkerblauwe lucht met witte wolken te zien. Ze is gekleed in een rood glanzende japon. Op haar rechterschouder is de japon door middel van een sierspeld bij elkaar gehouden. Bij haar linkerschouder is dat niet het geval. De jurk glijdt dan ook van haar blote schouder af en een deel van het zilverkleurige, kanten onderlijfje, is te zien. De pofmouwen zijn van een lichte glanzende stof en vallen tot net over haar elleboog. Over deze stof is een groene glanzende band met sierklemmen bevestigd. Haar rechterarm ligt schuin naar links over haar schoot. In haar hand heeft ze een klein, plat schaaltje waarin een vloeistof zit dat uit een pijpje komt dat recht onder de bruin leren leuning van een fauteuil of bank aan de linkerkant te zien is. Haar linkerarm heeft ze naar achter over die leuning. Ze heeft een ovalen gezicht met amandelvormige, donkere ogen en donkere wenkbrauwen. Haar mond is klein met rode lippen. Haar donkere, krullende haar lijkt opgestoken, Alleen haar rechteroor is te zien. Daarin heeft ze een kleine, donkere, ronde oorbel.
Margaretha van Reede (1667-1726). Collectie Kasteel Amerongen.

Banencarrousel en een snapreisje

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 11 juli 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft Godard Adriaan in haar vorige brief op de hoogte gehouden van het politieke gekonkel in Utrecht. De brief van ‘neef’ Gerard van Reede van Drakestein blijft een heet hangijzer. Margaretha heeft het idee dat het goed met hem gaat, maar toch merkte ze dat hij het nodig heeft dat men hem het ‘hart wat inspreekt’. Wat zou ze daarmee bedoelen? Iets als hem het hart onder de riem steken of moed inspreken?

Brieffragment Drakestein en de cornetsplaats

[sende,] hoet bekende werck te wttrecht staet
heb ick uhEd inde voorleedene weecke geschreefve
hoope uhE nu den brief vande heer van draeke
steijn door mij gesonde sult hebbe ontfange
ick kan wel niet sien of dien goede man
is noch wel maer mercke hij wel van noode
heeft dat men sijnhEd het hart wat in stee
spreeckt het welcke ick al vrij te wttrecht sijnde
gedaen heb daer was weer de kornets plaest
vande rhijngraefs komp vakant doort kas
– seere vande wiltfanger, hier maeckte de
heer van drakesteijn staet op voor sijn soon
ick wil niet hoope hij hem daer door int
minste, aen haer sal angaesgeere1engageren , [want]

Bordspel genaamd Carousel-Spel uit 1823. Centraal een pikeur met zweep waaromheen vijf koetsjes waarin een vrouw zit en getrokken door een paard waarop een man zit. Onderdeel van een groep van kinder- en gezelschapsspelen gedrukt in de periode ca. 1750-1850.
Carrousel spel, 1823, Daniel Willem Stoopendaal, 1823. Collectie Rijksmuseum.

Carrousel

De banencarrousel in Utrecht draait op volle toeren. Eén van de functies die vrij komt is de cornetsplaats in het leger van de Rijngraaf. Drakestein zou die plaats graag voor zijn zoon hebben. Margaretha heeft er een mening over, maar welke wordt mij niet helemaal duidelijk.

Man gepositioneerd naar recht met kastanjebruine krullen en een vlassig snorretje. Hij draagt een harnas met een kraag met een kanten geschulpte rand. Om zijn middel draagt hij een oranje sjerp.
Frederik Adolf van Reede (1614-1638), anoniem, ca. 1635. Collectie Kasteel Middachten.

Misschien ligt de cornetsplaats bij de Rijngraaf ook nog een beetje gevoelig. Het is de functie die de oudere broer van Godard Adriaan bekleedde toen hij in 1638 om kwam. Door zijn overlijden werd Godard Adriaan in 1641 Heer van Amerongen, in plaats van zijn oudere broer.

Ook voor de overige functies steekt Margaretha haar mening niet onder stoelen of banken: de ene is kwaadwillig, de ander zegt functies toe aan meerdere mensen en de genen die van goede wil zijn, worden misbruikt door anderen.

Vrede van Breda

Er komt nieuws dat de Vrede van Breda tussen de Engelse koning en de Republiek nagenoeg rond is. Dat is goed nieuws, want de Republiek ligt weer behoorlijk onder vuur. We kwamen eerder al de Bisschop van Münster tegen. Gelukkig is met hem inmiddels de vrede gesloten. De Tocht naar Chatham heeft de Republiek een goede onderhandelingspositie ten opzichte van de Engelsen gegeven.

Brieffragment over de vredesonderhandelingen in Breda

[gister avont wt den haech is voort naar nimweege,] seijde men
daer2In Den Haag voorsecker hielt dat de vreede tusche den koninck van
Enlant3Koning van Engeland, Karel II en ons so goet als gesloote was, datter heel weijnich
different meer is dat de prinsipaelste det deense4De Vrede van Breda is breder dan alleen tussen Engeland en Nederland: er worden ook afspraken gemaakt over de handel in de Oostzee.
verschille sijn dieme niet twijffelde of soude in korte almeede
gevonde worde, so dat is geloofve en hoop uhEd sijn affaerees
aldaer ock haest sulle geEijndicht sijn, de sweetse vreede
met deesen staet heeft men meer van gesproocke als men nu doet

Karel II zit op zijn troon met een grote kroon, een hermelijngevoerde cape en mantel, witte kousen met een kousenband, de orde van de kousenband om zijn nek. In zijn rechterhand een staf, in de linkerhand de staatsappel. Hij draagt beige schoenen met edelstenen, zijn voeten staan op een kussen.
Karel II van Engeland. John Michael Wright (ca. 1671-1676), Collectie: Royal Collection Trust.

In paraatheid

Als we de vrede binnen hebben, staan we sterker tegenover Lodewijk XIV. Hij is niet in oorlog met de Republiek, maar hij is wel de Spaanse Nederlanden binnen gevallen. Als het even kan wil Johan de Witt voorkomen dat de Fransen onze directe buren worden. Dus het leger is in paraatheid! Die paraatheid is serieus: de officiers moeten in de garnizoenen en op hun verzamelplekken blijven. Alleen mogen ze soms een ‘snapreisje’ maken. Ik ben er helemaal voor om dat woord weer terug in te voeren in het Nederlands.

Brieffragment over het Staatse en het Franse leger

de offisiers hebbe heelle strickte ordere om in haer gernisoene en
op haer randivoes te sijn en blijfve, so dat de heer van ginckel
ock niet vandaer derft als somtijts Een kort snapreijsge
doen, men seijt ock dat het leeger van de franse weer wt
flaendere gaet dat de cock5Verwijzing naar de Franse haan of persoon? Of is het een samensmelting van co(nin)ck? haer vandaer doet scheijde
sonder dat sij daer veel progresse hebbe gedaen met so Een
groot leeger, de heer almachtich wil ons aen alle kanten
vreede geefve in wiens bescherminge uhEd beveelle en
blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

Rivierlandschap met op de voorgrond twee ruiters, één laat zijn paard uit het water drinken. Rechts een herder die enkele koeien bewaakt, achter hem enige huizen en in de verte de torens van een stad.
Rivierlandschap met ruiters, Aelbert Cuyp, ca. 1653 – 1657. Collectie Rijksmuseum. Een snapreisje naar de rivier…
  • 1
    engageren
  • 2
    In Den Haag
  • 3
    Koning van Engeland, Karel II
  • 4
    De Vrede van Breda is breder dan alleen tussen Engeland en Nederland: er worden ook afspraken gemaakt over de handel in de Oostzee.
  • 5
    Verwijzing naar de Franse haan of persoon? Of is het een samensmelting van co(nin)ck?

Een hete zomer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 juli 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

De laatste brief van Godard Adriaan dateert van 25 juni. Margaretha hoopt dat hij Van Reede van Drakenstein snel zal antwoorden op diens op 4 juli meegestuurde brief in verband met het getouwtrek tussen vroedschap en ridderschap in de Staten.

Prebenden en prelatuurschappen

De samenstelling van de Staten is niet het enige voorwerp van koehandel en handje klap waar leden van de ridderschap bij betrokken zijn. Ook voor het uitgeven en verkrijgen van prebenden en prelatuurschappen bestaat een levendige markt, waar de Van Reedes actief aan deelnemen. Oorspronkelijk bedoeld voor het levensonderhoud van geestelijke kapittelheren en kloosterzusters, worden ze nu, na de reformatie, verdeeld onder jongere zonen en adellijke dames. Niet alleen het ontvangen, maar ook het uitgeven van een prebende of prelatuurschap kan geld opleveren. Een aanbieding die Godard Adriaan onlangs aan een bepaalde vrouw heeft willen doen is blijkbaar op niets uitgelopen. De heer van Ewijk zal rondvragen naar een ander en denkt dat hij wel iemand weet. Hij heeft iemand ontmoet die voor de van Limburg Stierums op zoek is. Voor de definitieve verdeling van de prebenden begint de tijd trouwens te dringen, want het jaar is al bijna om.

Brieffragment over prebenden en prelaturen

[opt spoedichste antwoort op,] wat de proofve1Prove: prebende, jaarlijks inkomen (eigenlijk uit geestelijke goederen)
en het prelatuerschap2prelatuurschap: soort prebende maar dan voor een abdis, levert twee keer zo veel op belanckt3betreft uhEd voorslach
sal met die vrou niet aengaen Euwijck sal nae
Een ander om hoore van ochte meent hij tot het
Een ent ander wel Eimant sal weete
daer was Een die hem voor Een vande stieroms4Van Limburg Stierum last
had gegeefve of hij wat wist salder voort
naer verneeme maer meent voorde prelatuer
schap niet bove de vijf duijsent gulde sou krijge
men sal de proofve haest moete konfereere
alsoot ijaer haest om is, [onse soon is naer]

Een combinatie van vier lage lage gebouwen achter elkaar aan een weg, in het midden een toren en daarachter een hoger gebouw. Links een beschut laantje richting een theekoepel. Op de weg een koets en een paar mensen. Voor het gebouw staan vier bomen.
Gezicht op de overgebleven gebouwen van de abdij Oudwijk, Abraham Rademaker, 1710-1730. Collectie Het Utrechts Archief. Margaretha had in 1660-1661 het prelatuurschap van Oudwijk.

Laatste maand

Godard is inmiddels vertrokken naar de afgesproken plek van zijn regiment. Margaretha leeft erg mee met Ursula. Je merkt dat ze de eerste zwangerschap van haar schoondochter best spannend vind. Eigenlijk gaat het heel goed, gezien de tijd dat ze al in verwachting is. Ze is nu in haar laatste maand. Margaretha hoopt dat de Heer haar een genadige verlossing zal geven en wou maar dat de bevalling (‘het werk’) al achter de rug was.

Eerste brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel
Tweede brieffragment over heer en vrouw Van Ginkel

onse soon is naer
sijn randevoos5Rendez-vous:afgesproken plaats alwaer hij naerder ordere
moet verwachte, sijn vrou is noch heel wel
naer den tijt is nu in haer leste maent
de heer wil haer hEd Een genadige verlossin
geefve ick wensche dat werck al door te sijn

In een stad staat een zwangere vrouw naast een slager die bij zijn hakblok staat. Op het blok ligt vlees en een grote bijl. De slager geeft een stuk vlees aan de zwangere vrouw. Achter de slager staat nog een vrouw, achter het hakblok een jongen. Boven de slager hangt een stok met haken waar ook nog vlees aan hangt.
Zwangere vrouw ontvangt een stuk ossenvlees, Caspar Luyken, 1710. Collectie Rijksmuseum.

Hitte en droogte

Er heerst al acht dagen zo’n enorme hitte dat het niet te harden is. Het is zo droog, dat alles verschroeit. Margaretha verwacht dat er in de herfst geen appelen of peren te oogsten zullen zijn, en er zijn ook weinig tot geen kersen. Ze denkt dat ‘die van Wijck’ daarom wel niet zal komen. Misschien bedoelt ze hiermee een kersenkoopman uit Wijk bij Duurstede, of eentje met de naam Van Wijck, die jaarlijks een deel van haar kersen komt kopen?

Brieffragment over het weer

tis hier nu achdage herwaerts sulcken wtter
maeten6uitermate, buitengewone hette en droochte geweest dat niet is
te harte7dat het niet is te harden alles verbrant en verdroocht inde
hoofve wij sulle weer geen appeele noch peere
hebbe karse8kersen sijnder ock weijnich of haest geen
dat die van wijck qualijck sal koomen

Marmeren borstbeeld omgeven door vier festoenen van vruchten (druiven, perziken, pruimen, kersen, peren, sinaasappels en appels). Tussen de vruchten vliegen vlinders.
Illusionistische sculptuur van een vrouwenhoofd in een cartouche versierd met festoenen van vruchten, Joris van Son, 1655 – 1665. Collectie Rijksmuseum. Een dergelijke rijke oogst zit er dit jaar voor Margaretha niet in.

Werk aan muur en gracht ligt stil

De hitte slaat ook toe bij de mannen die bij het kasteel aan het werk zijn aan de gracht bij de doelen. Ze zijn met z’n tienen, maar kunnen weinig klaar spelen. De metselaar die aan de muur van de hof zou beginnen is nog niet gearriveerd. Waarschijnlijk begint hij maandag.

Brieffragment over de gravers en de metselaars

de graefvers sijn vast aent werck inde
graft inde doelle dat sijnde met haer tiene
in doch konne door de groote hette niet veel
doen, den metselaer sou ock aende muer
vande hof begine maer is noch niet gekoo
= men geloofve hij met de nieuwe weeck beginne
sal [ Eergistere sijnde beededach heeft men]

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Vreugdevuur wordt hellevuur

Een verloren fruitoogst en een onverhoopte bouwvakvakantie zijn nog niet eens de ergste gevolgen van de droogte in de buurt. Een overwinningsvuur in Veenendaal tijdens biddag (waarschijnlijk vanwege de succesvolle tocht van de Nederlandse vloot naar Chatham) is uitgelopen op een ramp. Er ging iets mis met de brandende pektonnen. Dertig huizen zijn afgebrand! Vreugde- noch hellevuur op Amerongen, want Margaretha had geen pektonnen ontvangen. Dus ‘wij hebben ons hier stil gehouden’.

Brieffragment over pektonnen

Eergiste sijnde beededachbiddag heeft men
ficktoorije9Victorie (wrsch. vanwege tocht naar Chatham) int veenVeenendaal gebrant waerdoor een swaer
brant is ontstaen en inde dartich
huijse gans afd gebrant sijn. Wij hebbe ons
hier stil gehoude also mij geen picktone10pektonnen. Het branden van pektonnen was het vuurwerk van de 17e eeuw. sijn gesonde hebben wij niet gebrant

Het volk te Brussel belet het ontsteken van een vreugdevuur van opgestapelde pektonnen opgericht door Sasburgh, de Nederlandse gezant namens de Staten-Generaal, ter viering van de overwinning op de Engelsen in de Vierdaagse Zeeslag, 1666. Bedrukt op achterzijde met tekst in het Nederlands.
Sabotage van de pektonnen bestemd voor de viering te Brussel van de overwinning in de Vierdaagse Zeeslag, 1666, Jan Luyken, 1696 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Condoleance aan de keurvorst

De Staten van Holland hebben de heer van ‘s-Gravenmoer, Adam van der Duijn, naar de keurvorst van Brandenburg gestuurd om hem te condoleren met het overlijden van zijn vrouw Louise Henriëtte. Hij is net langs Amerongen gekomen. Van der Duijn krijgt daar 50 gulden per dag onkostenvergoeding voor. Dat heeft-ie mooi voor elkaar! Klinkt in Margaretha’s woorden, ‘wat een heel fraaie opdracht voor hem is’, enige afgunst door? Zou ze liever haar man in die rol zijn opwachting aan het Brandenburgse hof hebben zien maken? Tja, hij is niet beschikbaar want is met een andere opdracht naar Denemarken.

Brieffragment over het overlijden van de keurvorstin

de heer van schravenmoer11Adam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer is van weegen men
heere van hollant12vanwege de Staten van Holland op vijftich gulde daechs in komissi aende keurvorst van brandenbur13Friedrich Wilhelm
om die te kondoleere gesonde14In verband met het overlijden van zijn vrouw, Louise Henriette van Nassau , datr al Een
fraije komisie voor hem is, hij isser al heen
en hier gepasseert, [men seijt der goede hoope]

Zilveren penning. Voorzijde: borststuk vrouw binnen omschrift. Keerzijde: opschrift onder keurvorstelijke kroon
Gedenkpenning vanwege het overlijden van Louise Henriette van Oranje, gemalin van Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg, door Johann Liebmann, 1667. Collectie Rijksmuseum.

Einde aan het vergieten van christenbloed?

Met de onderhandelingen in Breda schijnt het de goede kant op te gaan. Er is goede hoop op het sluiten van de vrede. Margaretha hoopt dat de grote God dat wil geven. Ze verlangt er erg naar dat het vergieten van al dat christenbloed eens op mag houden en beveelt ook haar man in de bescherming van de Allerhoogste aan. In een ps laat Ursula Godard Adriaan ootmoedig groeten, en meldt dat haar zus bij haar moeder in Arnhem is gearriveerd.

Eerste brieffragment Breda
Vervolg Breda en afsluiting brief

[en hier gepasseert,] men seijt der goede hoope

tot het sluijten van de vreede te breeda het welcke dien groote
godt wil geefve en ick wel naer verlange opdat aldat vergiete van so veel kristenbloet Eens mach opholde, hier
meede beveelle uhEd int schutin de bescherming des alderhoochste blijfvend

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
en dieners MTurnor

de vrou van ginckel
presenteert haeren
ootmoedige dienst aen
uhEd, nicht van Raesfelt
is te Aernhem bij haer
moeder

Op de voorgrond en links sloepen met zeelieden en soldaten. Uiterst links het fort Sheerness dat is ingenomen door de Nederlanders. In het water liggen twee grote schepen met een Engelse vlag die in Brand staan. Daarnaast liggen er een paar Nederlandse schepen. Overal zit je mannen: in het wand, op de boeg, over boord springen...
De Hollanders steken Engelse schepen in brand tijdens de Tocht naar Chatham, 20 juni 1667, Jan van Leyden, 1667 – 1669. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Prove: prebende, jaarlijks inkomen (eigenlijk uit geestelijke goederen)
  • 2
    prelatuurschap: soort prebende maar dan voor een abdis, levert twee keer zo veel op
  • 3
    betreft
  • 4
    Van Limburg Stierum
  • 5
    Rendez-vous:afgesproken plaats
  • 6
    uitermate, buitengewone
  • 7
    dat het niet is te harden
  • 8
    kersen
  • 9
    Victorie (wrsch. vanwege tocht naar Chatham)
  • 10
    pektonnen. Het branden van pektonnen was het vuurwerk van de 17e eeuw.
  • 11
    Adam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer
  • 12
    vanwege de Staten van Holland
  • 13
    Friedrich Wilhelm
  • 14
    In verband met het overlijden van zijn vrouw, Louise Henriette van Nassau

De Utrechtse lobby

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 juli 1667 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Margaretha is heel even in Utrecht. Ze blijft maar een dag, want ze wil haar schoondochter niet te lang alleen laten, omdat die elk moment kan bevallen.

Brieffragment over schoondochter

wttrecht den
4 ijuli 1667

Mijn heer en lieste hartge
ick ben gisteravont hier gekoome met meeninge om
merge vroech weer naer Ameronge te gaen als
ick niet lange onse dochter alleen derfve laete

De ridderschap schrijft

De hele dag is ze druk met de provinciale politiek. Ze spreekt zowel mensen van de ridderschap als van de vroedschap. Binnen de ridderschap rekenen sommige partijen zeer op de invloed van Godard Adriaan. Van Reede van Drakestein heeft hem geschreven maar die brieven zijn waarschijnlijk in het Duitse plaatsje Celle (op de route naar Denemarken waar Godard Adriaan op missie is) blijven liggen. Nu stuurt hij dan maar een brief ingesloten in dezelfde enveloppe als waar deze brief van Margaretha zelf in zit.

Brieffragment over Van Reede van Drakestein

[treck geen gesien,] den heer van drackesteijn1Gerard van Reede van Drakestein
is dees merge bij mij geweest kan hem niet genoech
verwonderen dat sijn briefve uhEd niet sijn ter
hande gekoome, beusekom2Nicolaas van Beusichem meent die te sel3Celle sijn
blijfve legge salder door de post maer doen ver
neemen, hoet bekende werck hier staet sal de
heer van draeckesteijn uhEd met deese post schrijfe
dewelcke sijn hEd mij heeft belooft te sende om
neffens deese onder Een koevert4Couvert: Briefomslag, enveloppe te doen, [nu]

Een zilveren munt met een door de wolken springend paard met een lauwerkrans boven de stad Celle.
Herdenkingsmunt Christiaan Lodewijk van Brunswijk-Lünenburg, Lippold Weber, 1654. Collectie: Museum August Kestner, Hannover. Het paard springt over de stad Celle.

De vroedschap speelt kunstjes

Bij een bezoek aan de vrouw van Cornelis Booth treft ze ook de oud- Burgemeester zelf aan. Van hem hoort ze dat de vroedschap helemaal niet unaniem was bij het opstellen van de zogenaamde ‘deductie’, een soort nota over het nieuwe regelement voor de samenstelling van de Staten. Ze waren het volgens Booth wel eens dat er een regelement moest komen, maar niet wat er in moest staan.

Brieffragment Cornelis Booth

ben ick dees naer middach bij den heere boot5Cornelis Booth geweest
sijn vrou besoecke daer ick hem selfs vondt en naer
verscheijde diskoerse6discours: redenering quaeme wij op de deducksie7deductie: eigenlijk het redeneren op geldige wijze, waarbij de waarheid van de praemissen noodzakelijk leidt tot de waarheid van de conclusie. Hier het resultaat van de deductie: de afgeleide waarheid.
bij de heere van de stat gemaeckt, die hij seijde daer
in gans niet Eenpaerich8eenparig: unaniem geweest te sijn, dat hij
wel van opijnie was geweest der Een reechgelement
gemaeckt sou worde en datse in dat stuck9wat dat betreft Een=
paerich waeren geweest maer verder niet [dat]

Een huis met twee zadeldaken, links een trapgeveltje. Voor het huis een hek. Links bosjes en struiken, rechts een muur met daarvoor vier bomen. Op de achtergrond een torentje. Onder de afbeelding staat 'Booth van buijten te zien'.
Het huis van Cornelis Booth tussen Janskerkhof en Voorstraat. Door J. Stellingwerf, ca. 1720 naar een ouder voorbeeld. Collectie Het Utrechts Archief

Dat ze unaniem zouden zijn geweest is er achteraf pas in gezet. Sterker nog, er zijn wel drie verschillende versies van de uiteindelijke tekst voor de verklaring tegelijkertijd in omloop geweest! Booth heeft ze thuis nog liggen. Godard Adriaan zal zich wel kunnen indenken ‘wat voor kunstjes zij spelen’.

Brieffragment over het spelen van kunstjes

[paerich waeren geweest maer verder niet] dat
ock het woort van Eenpaerich daer naer10daarna bij
of in is gevoecht, seijde ock dat hij drij verscheij
de deducksie noch in sijn huijs heeft die vande
andere deffireere11devieeren: afwijken en op Eene datem sijn, uhEd
kan dencke watte kunsges sij speelle [altijt deese]

Van die kunstjes noemt Margaretha nog een paar voorbeelden, en een stuk of acht daar aan verbonden namen. Ze vraagt Godard Adriaan om maar niet in zijn brieven te benoemen dat Booth zo openlijk met haar gesproken heeft en om Drakestein zo snel mogelijk terug te schrijven. Hij en vele anderen zullen blij zijn als hij weer thuis komt.

Godard opgeroepen

Ondertussen heeft zoon Godard een oproep gekregen om zich bij zijn regiment te voegen in Arnhem of Doesburg. Daarom gaat hij morgen al naar Middachten en van daaruit verder. Margaretha hoopt dat God zorgt dat hij wijs en voorzichtig zal zijn.

Brieffragment over Van Ginkel

[te moogen hebben] gisteravont heeft de heer van
ginckel ordere of patent gekreechge om hem opt spoedichste
naer sijn rande voes12Rendez Vous, afspraak, ontmoeting(splek) te begeefve hetwelcke te Aernhem en
Doesburch is en gaet merge weer naer Middachte de heer
hoope ick sal hem wijsheijt en voorsichticheijt geefve

Wirtz wordt generaal

Niet lang geleden is Paulus Wirtz benoemd tot generaal van het leger van de Republiek. Naar men zegt zou dat mede op aanbeveling van Godard Adriaan zijn. Een groot deel van de manschappen zou daar niet bepaald enthousiast over zijn. Wat ze precies tegen Wirtz hebben weet Margaretha niet13Misschien heeft het iets te maken met verdeling van geroofde buit en zijn optreden in het algemeen tijdens zijn gouveneursschap van Krakau in Zweedse dienst in 1657..

Omdat er zo ontevreden over Wirtz wordt gesproken is Margaretha er niet blij mee dat zijn aanstelling zo in verband wordt gebracht met haar man. Godard Adriaans rol daarin wordt volgens haar groter gemaakt dan hij in werkelijkheid was. Ze sluit af met de mededeling dat van de regimenten van De graaf van Horne en Aquila gezegd wordt dat ze naar zee moeten.

Brieffragment over Wirtz

16670704 Brieffragment over betrokkenheid Godard Adriaan bij benoeming Wirtz

[hoope ick sal hem wijsheit en voorsichticheijt geefve,] men
spreeckt hier seer van wurts tot generael van ons
leeger die so geseijt wort van uhEd gereeckomaandeert
soude sijn, so ick van veel hoor sal hij seer teegens de
borst van heelle meliesie weese watse teegens hem hebbe
weet ick niet dan se sijn heel teegens hem ingenoomen en

somige derfve al wat misnoecht spreecken daer om ick wel
wenste uhEd naem hier niet in gespelt wiert, doch geloofve
der hier al sijn diet vrij wat grooter uhEd reeckomandasi
van sijn Persoon maecke alst inderdaet geweest is, het
reesgement vande graef van hoorn en van Aquila seijt me
dat op see moeten, hiermede blijfve,
uhEd getrouwe wijff
MT

Ovaal portret ten halven lijve in ovaal van Paulus Wirtz, veldmaarschalk. Hij is geharnast en draagt een sjaal. Het portret zit in een soort cartouche met een richel onder het portret. Daaronder staat PAULUS WIRTS, veldmaarschalk.
Portret van Paulus Wirtz, Christiaan Lodewijk van Kesteren, 1842-1897. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Gerard van Reede van Drakestein
  • 2
    Nicolaas van Beusichem
  • 3
    Celle
  • 4
    Couvert: Briefomslag, enveloppe
  • 5
    Cornelis Booth
  • 6
    discours: redenering
  • 7
    deductie: eigenlijk het redeneren op geldige wijze, waarbij de waarheid van de praemissen noodzakelijk leidt tot de waarheid van de conclusie. Hier het resultaat van de deductie: de afgeleide waarheid.
  • 8
    eenparig: unaniem
  • 9
    wat dat betreft
  • 10
    daarna
  • 11
    devieeren: afwijken
  • 12
    Rendez Vous, afspraak, ontmoeting(splek)
  • 13
    Misschien heeft het iets te maken met verdeling van geroofde buit en zijn optreden in het algemeen tijdens zijn gouveneursschap van Krakau in Zweedse dienst in 1657..

Enerverende tijden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 30 juni 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Eindelijk weer in Amerongen! Margaretha is met haar zoon en de hoogzwangere Philppota aangekomen. Ze maakt zich nogal zorgen, want het is Philippota’s eerste zwangerschap en ‘ze loopt nogal op het eind’. Tegenwoordige is een bevalling eigenlijk alleen een roze wolk en vergeten we voor het gemak alle minder aangename zaken die er omheen hangen. Tot in de twintigste eeuw was de dood in het kraambed één van de belangrijkste doodsoorzaken van vrouwen. Vooral bij het eerste of tweede kind was de kans op overlijden hoog. Gelukkig komt ook Philippota’s moeder naar Amerongen: met twee ervaren vrouwen moet het lukken. Toch voel je Margaretha’s zorgen.

Brieffragment over de zwangerschap van Philippota

Amerongen den 30 ijuin 1667

Mijn heer en lieste hartge

gistere avont sijn wij met de vrou van ginckel en
onse soon hier gekoomen het welcke mijns oordeels
tijt is wantse begint al heel pijnlijck te gaen hoe
wel naer haer reeckenin sij noch wel ontrent
Een maent of vijf weecke sal moeten gaen nu
sij hier is ben ick so veer gerust en moete wij met
paesijensie1Patientie: geduld afwachte wat de heer almachtich
ons geefven sal, de vrou van Middachte2Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota sal so
se seijt binne veertiendaege volge en ock hier koome
ick sal met godt wel sorchge drage voort doope
vant kint en wat daer toe dient, wij doen noch
dagelijcks ons beste ontrent de Persoon vande vrou
van ginckel dan dewijlle sij so opt leste van haer
dracht is moete wijt al met diskreesie in alles gaen
ick hoop noch als het beste, [hierkoomende ontfan]

Als alles maar aankomt

Met Godard Adriaan gaat het goed en daar is Margaretha zeer verheugd over. Het tinnen servies is overgekomen, maar het schilderij van Cromwell sukkelt nog een beetje. Margaretha hoopt dat dat eindelijk is aangekomen, net als de goede tijding over de vloot! Margaretha maakt niet veel woorden vuil aan de tocht naar Chatham. Ze gaat ervan uit dat Godard Adriaan de officiële verslagen wel binnen zal krijgen. Maar Admiraal van Ghent en de Ruwaard van Putten (Cornelis de Wit) verdienen volgens Margaretha alle eer.

Brieffragment over brieven, tin en Cromwell
Brieffragment over de tocht naar Chatham

ick hoop noch als het beste, hierkoomende ontfan
ge ick u uhEd schrijfve vande 21 deeser tis ons
van harte lief daer wt te sien uhEd welvaerent
heijt hoope het selfve lange sal kontiniweere ,
tis goet dat uhEd het tin Entelijck heeft ont
fange doet mij leet dat de selfve daer so lange
meede ontrijft is geweest dan dat is nu over
de schilderij van kromwel hoope ick niet dat
so lange onderweechge sal sockelen maer dat

uhEd die nu al heeft, alsmeede de goede tijdin
van onse scheeps vloote , die ick niet twijfele of
sal uhEd de pertikulaerijteijte daer van
wt den haechge geschreefve sijn waer toe mij
reefereere uhEd kan dencke hoe men hier daer
in verheucht is, hier heeft den Admirael gent
en de ruwert van putte geen kleijne Eere in
geleijt, de heer die hier voor gedanckt moet sijn
wil onse wapenen voort seegenen en geefve
wij nu te beeter tot Een gewenste vreede
moogen geraecken, [ick heb hier de heer sij]

Tekening van een oorlogsschip met een bijzonder rijkversierde achtersteven. Bovenin is het wapen van Engeland te herkennen dat door een Leeuw en een Eenhoorn gedragen wordt. De masten zijn niet afgemaakt. Onder de afbeelding staat De Royale Charles. Lange 170 Wijt 42 voet.
Schip de Royal Charles, Abraham Storck, 1672. Collectie Rijksmuseum

De dood van de prinses

Thuis is verder alles goed, het is niet zo droog als op Middachten en Margaretha kan nu aan de slag met de opdracht van Godard Adriaan: de muur repareren en de gracht uitgraven. Ze eindigt de brief met de dood van de vrouw van de keurvorst: Louise Henriette van Oranje, de oudste dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Louise Henriette was kort te voren nog bij haar moeder in Den Haag geweest, dus dat bedoelt Margaretha waarschijnlijk met de moeilijke reis. Kort voor haar dood schreef Louise Henriette: ‘ik heb wel geen reden om naar mijn dood te verlangen; ik bemin de keurvorst, mijn heer, hartelijk en zo ook mijn lieve kinderen; maar ik wil gaarne mijn God gehoorzaam wezen’. Louise Henriette was de oermoeder van de Brandenburgse en Pruisische vorsten en uiteindelijk de Duitse keizers. Margaretha zou trots geweest zijn, als ze geweten had dat een nazaat van Louise Henriette nog anderhalf jaar in haar kasteel zou wonen.

Brieffragment over de dood van de keurvorstin.

ick kan niet segge so bedroeft ick en meest
alle mensche om de doot vande goede keurvors
tin van brandenburch ben, sij most noch
voort lest van haer leefve hier so melankolijck
den heelle winter sitte en so Een moijlijcke reijs
hebbe, dit gaet onse kindere in haer affaerees
ock teegen, dan de wil des heere moet geschie
de in wiens heijlige bewaerine uhEd beveele
en blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

In het midden staat de keurvorst met een grote bos lanf krullend haar een brokaten gewaard en een hermelijnenmantel. Rechts naast hem zijn vrouw in een zwart fluwelen jurk die afgezet is met hermelijn. Op haar schoot heeft ze een naakte baby die naar zijn broer gewend is die naast hen staat. Aan de andere kant van de keurvorst de beoogde troonopvolger Karl Emil die een podium beklimt met de kroon in zijn handen. Op de achtergrond twee pilaren met daar tussen een fluwelen gordijn. Boven aan het schilderij de drie jong gestorven kinderen van het stel als engeltjes: een jongetje en een tweeling.
Keurvorst Friedrich Wilhelm von Brandenburg (1620-1688) met zijn eerste echtgenote Louise Henriette van Oranje-Nassau (1627-1667), hun zonen Karl Emil (1655-1674) en Friedrich (1657-1713) en de kort tevoren geboren Ludwig (1666-1687). Collectie: Stiftung Preußische Schlösser und Gärten Berlin-Brandenburg.
  • 1
    Patientie: geduld
  • 2
    Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota

Tin en veren

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 juni 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief reageerde Margaretha kort op de brief van 14 juni, die ze op het moment van schrijven nét binnenkreeg. In deze brief beantwoord ze Godard Adriaans bericht van de 14de uitgebreider.

Tinnen servies

Margaretha heeft Godard Adriaan een tinnen servies gestuurd, maar dat heeft hij blijkbaar (nog steeds) niet ontvangen. Ze vreest dat het gestolen is. De ton rookvlees die Margaretha richting haar man gezonden heeft, is dan zeker ook niet aangekomen… Blijft Godard Adriaan nog lang weg? Zo ja, dan zal ze hem nog wel een ander tinnen servies sturen.

Brieffragment tinnen servies

[wachten kost,]  het doet mij leet uhEd 
het tin niet krijcht sou nu wel vreese het 
genoome is, dien selfve tijt isser de ton 
met roockt fleijs meede gesonde vreese die 
ock niet over gekoome sal sijn so uhEd 
staet maeckt daer noch Eenigen tijt te 
blijfve sal ick ander tin sende[, den brief]

Stilleven met een vergulde bokaal. Op een tafel bekleed met een groen tafelkleed en twee linnendamasten servetten zijn uitgestald: tinnen borden met brood en een tinnen schaal met oesters, een glas met rode wijn, een olie- of azijnkannetje van glas, een zilveren zoutvat, een roemer met witte wijn, een verguld zilveren bokaal met deksel, een tinnen wijnkan en een neergelegde berkenmeier.
Stilleven met vergulde bokaal, Willem Claesz. Heda, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Woelen en warren

Margaretha blijft de Utrechtse politiek volgen, ook al zit ze nog steeds in Middachten. Hoewel ze zegt dat ze niets meekrijgt, weet ze wel verrassend goed te vertellen wat er op de laatste vergadering van de Staten van Utrecht is besloten rondom het aanstellen van secretarissen en klerken. Iedereen loopt alleen maar te woelen en te warren.

Eerste brieffragment Utrechtse politiek
Tweede brieffragment Utrechtse politiek

[aende heer van rhijnswoude is wel bestelt,] van
wttrechtse werck hoore ick hier sijnde niet
meer als dat op de laeste vergaderin van
state is voor geslage om twee sekretarisse aen
te stelle deen om naert over lijde van van hilte en
dander inde finansie te diene En Een
Eerste klerck om naert overlijde van haeste
dewelcke vande twee sekretarisse soude dependeere
of dit beusekom1Nicolaas van Beusichem mee sal gaen weete niet se
haeste hier seer meede, geloofve om door deese
benifijse2Benefice: voordeel noch al deen en dander aen haer
koort te haelle3De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen, die mense woelle seer4Woelen: onrustig zijn, doch geloo

sij haer selfve so sulle warre5Warren: in de war maken datse opt Ent niet
sulle weete hoeser wt sulle koome , laetse al
vrij talme6van talmen tent sal de last dragen7’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden [van de]

Nog geen vrede van Breda

En dan is er nog iets met een vrede in Breda. Margaretha heeft vernomen dat er in de stad van de Nassaus een vredesakkoord gesloten zou worden tussen de Republiek en Engeland, maar ze heeft er verder niets meer over gehoord, dus ze vreest dat het ook niet meer gaat gebeuren.

Brieffragment over de Vrede van Breda

[vrij talme tent sal de last dragen] van de
vreede die te breeda gemaeckt sou worde hoort me
hier niet vrees daer niet van valle sal [onder]

Bange boeren

Ondertussen is de vorst-bisschop van Münster weer flink aan het werven. Hij laat met geweld de wegen vrij maken, zodat er vier ruiters overheen kunnen marcheren. De boeren in Herreveld zijn hartstikke bang. Ze durven geen geld bij zich te hebben, en hebben uit vrees dat het gestolen wordt ook de pacht maar alvast betaald.

Brieffragment over Herreveldse boeren en de bisschop van Münster

[hier niet vrees daer niet van valle sal] onder
tusche werft den bischop van Munster weer
met gewelt en laet allomtom sijn weechge
maecke datte vier ruijters int gelit door kon
marscheere, de harveltse boere sijn so ban der
fve geen gelt bij haer holde hebbe haer pachte
die noch niet verscheene sijn betaelt wt vreese
het haer mocht genoome werde[, de heer van]

Een boeren man wordt gebonden weggevoerd door een groep soldaten. Links in de achtergrond een brandend dorp.
Boer en soldaten, Rudolph Meyer, 1615 – 1638. Collectie: Rijksmuseum.

Op veldtocht?

Ook zoon Van Ginkel maakt zich alvast klaar om op veldtocht te gaan. Hij heeft zelfs al een kok aangenomen (een Duitser). Maar iemand heeft de matras en de donzen deken van Van Ginkels legerledikant meegenomen, waardoor hij weer nieuwe moet laten maken. Met Gods hulp hoopt Margaretha morgen in ieder geval met haar schoondochter naar Amerongen te vertrekken. Dan zal ze ook wel even kijken naar de muur en de gracht. O ja, hopelijk is het schilderij van Cromwell inmiddels aangekomen.

Brieffragment over het ledikant van Van Ginkel

[het haer mocht genoome werde,] de heer van
ginckel maeckt hem ock vast gereet om te velt
te gaen heeft Een duijtse kock aengenoome
nicklaij moet sijn matras en sijn ponse8Schrijffout: donzen deecke die
tot sijn leeger ledikantge hoort mee genoome hebe
die kame9kan men niet vinde en isser heel om verleechge
moet weer nieu laette maecke hij had het wel
moogen laeten, wij meene met dgodes hulpe
overmerge met de vrou van ginckel naer
Ameronge te gaen derf niet langer wachte
de vrou van Middachte10Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota die vandaech weer na
Aernhem is sal daer bij ons koome, als ick
daer koom salde muer aenden hof en de graft
aenden doelle volgens uhEd ordere laete maecke

Ganzenveren

Het laatste kantje schrijft Margaretha overdwars op de pagina. Na de bekende afsluiting ‘uhoogEdele [uw] getrouwe wijf en dienares’, volgt nog een PS. Margaretha heeft aan dienstmeid Jenneke gevraagd of ze ganzenveren kan kopen om de bedden op te vullen. Jenneke is bij Godard Adriaan, en het schijnt dat ganzenveren daar goedkoop zijn. De ganzenveren zouden dan met de bagage mee kunnen reizen, en ondertussen kunnen de dienstlui erop slapen. Margaretha hoopt maar dat Jenneke iets goeds koopt. De witte veren zijn de beste!

Naschrift

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners MTurnor

ik heb aen jeneken laete schrijfve datsij daer eens naer
leevendige ganseveere sou verneeme tis nu in tijt wij
hadde hier wel 3 a 400 pont van doen so voor onse dochter
als voor ons om in de bedde te vulle, als uhEd met godt te
huijs koomt soudense met bogaesije11Bagage mee over konne koome
ondertusche kost het volck daer op slaepen ick bidt laet
sij der naere verneeme datse wat goets koopt de witte
veere sijnde beste se sijn daer heel goij koopt en wij heb
-bense hier nodich vandoen.

Een hond bij een stilleven van gevogelte (dode gans en een pauw) en fruit (druiven, meloen, perziken en appels). Op een balustrade zit een papegaai, in de lucht een zwaluw en een appelvink. Op de achtergrond een laan in een park of tuin.
Een hond bij een dode gans en een pauw, Jan Weenix, ca. 1700. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Nicolaas van Beusichem
  • 2
    Benefice: voordeel
  • 3
    De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen,
  • 4
    Woelen: onrustig zijn,
  • 5
    Warren: in de war maken
  • 6
    van talmen
  • 7
    ’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden
  • 8
    Schrijffout: donzen
  • 9
    kan men
  • 10
    Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota
  • 11
    Bagage

Bedrog met een schip stenen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 22 juni 1667 Middachten
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft nog geen nieuwe brief van haar man binnen. Zijn laatste was van de 7e. Er zijn dus geen vragen van hem te beantwoorden, en verder heeft ze weinig nieuws te melden, ook niet over de politieke spelletjes rond de Ridderschap in Utrecht.

Geen tijd om te wachten

De kans is groot dat als straks de post komt dat er dan wel een brief van Godard Adriaan is. Maar dan is er geen tijd om nog uitgebreid voor een antwoord te gaan zitten, want de postbode heeft altijd haast. Toch weet ze een paar items bij elkaar te schrapen.

Brieffragment zonder nieuws

Middachte den
22 ijuin 1667

Mijn heer en liefste hartge

ick sien vast uhEd aengenaeme briefve int
gemoet1tegemoet die ick geloofve noch met de postin
sulle koome, maer dewijlle het so laet
wert derfve ick niet langer met schrijfe
wachte want se haest alse koomt so seer
datse geen tijt geeft en tis middach
uhEd laeste is vande 7 deeser, met de laeste
post heb ick alles geschreefve dat ick weet
seedert isser niet voor gevalle vant wt=
trechtse werck2van de zaken in Utrecht hoor ick niet Een woort als
tgeene uhEd voorleede maendach heb geschreve

In Utrecht probeert het stadsbestuur, zoals ze al eerder schreef, Van de Capelle er van te weerhouden om zich kandidaat te stellen voor de Ridderschap. Dit om de uitbreiding van de Ridderschap binnen de Staten van Utrecht te frustreren en vervolgens het Statenbestuur naar hun eigen fantasie in te richten, aldus Margaretha.

Brieffragment over de uitbreiding van de ridderschap.

[koome,] om dat (het) haer3ze so se selfs afgeefve4toegeven al
=leen te doen is om de augementasi5uitbreiding vande
riderschap te niet te doen en het selfve
daer naer6daarna , nae7volgens haer Eijge vantasij8fantasie en wil te sette9regelen, uhEd sult met de laeste post
twee briefve van mij doch van verscheijde
datems krijge, [ick had vandaech gemeent]

Gravure van een plein. Links in de hoek een huis met een zadeldak en een bijzonder bewerkte ingang. Daarnaast een huis met een trapgevel. Helemaal rechts bomen. Op het plein lopen en zitten verschillende personen. Titel op het werk: De E. Mogende Heere Staten kammer ende het vermakelijck St. Johans kerckhof
Gezicht op de Statenkamer en het Ridderschapshuis te Utrecht, G. Verhaer, 1650-1680. Collectie: Het Utrechts Archief.

Ouderling pleegt stenenzwendel

In Amerongen is de balustrade van de brug bijna gemaakt. De dertigduizend stenen die Ot Barentse heeft geleverd, worden momenteel ontscheept en naar het kasteel gereden. Volgens de schipper heeft Barentse hen lelijk bedrogen. De mooiste stenen heeft hij er uit gepikt en naar Amsterdam gestuurd! Hij is nog niet betaald en ze heeft hem geschreven dat ze voortaan geen stenen meer van hem hoeft te hebben. En dat is dan een ouderling in de kerk!

Brieffragment over bakstenen

[bruch is haest gemaeckt en der aen,] men
is beesich met dartich duijsent steen die
ot barentse vande veertich gaerde10Veertich gaarden is een Amerongse boerderij heeft ge=
sonden op te rijde daer hij ons leelijck meede
heeft bedroochge hij heeft so de schipper diese
gebrocht heeft seijt alde beste daer wtge=
schoote11Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen en naer Amsterdam gesonde en
de slechtse hier maer hij heeft ock noch sijn
gelt daer niet voor, hebbe hem geschreef geen
meer van hem te begeere, dat is Een
ouderlin vande kerck, [ick hoop uhEd]

Op een rivier zijn drie mannen bakstenen uit een boot aan het laden. Links op de achtergrond een stad met achter de mannen een poort en een ophaalbrug. Rechts staan ook nog huizen. Op het water liggen meerdere bootjes.
Uitsnede uit: Rivierlandschap met een stad op de achtergrond. Door Simon Frisius, naar David Vinckboons (I), 1605. Collectie Rijksmuseum. Op de voorgrond laden drie mannen bakstenen uit een boot.

Schilderij

Ze hoopt dat het tinnen servies dat ze heeft gestuurd inmiddels bij Godard Adriaan is aangekomen. Nog benieuwder is ze naar de lotgevallen van het schilderij van Cromwell dat naar hem onderweg was. Gezien het feit dat zich in de collectie van Huis Amerongen nog steeds een portret van John Cromwell bevindt, is dat waarschijnlijk goed gekomen. John Cromwell, een neef van de bekendere Oliver Cromwell, was een Engelse officier in dienst van het Staatse leger.

Brieffragment over toegezonden goederen

[ouderlin vande kerck,] ick hoope uhEd het
tin nu sult gekreechge hebbe en haest
de schilderij van kromwel12John Cromwell sult ontfange
het welcke verlange te hoore [voorts ist hier]

Kalende officier met een grote vierkanten kanten kraag met kanten rand, een snor en een kneveltje. Over zijn harnas draagt hij een oranje sjerp.
John Cromwell (?-1663), Gerard van Honthorst, 1634. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.

In Amerongen en Middachten is verder alles goed. De moeder van Philippota verwachten ze vandaag ook weer thuis. Tijd voor de handtekening, en oh ja, beleefde groeten aan monsieur en juffrouw Van de Mandel.

Toch nog een brief

Maar, daar is reeds de post, met… een brief van Godard Adriaan van 14 juni. Margaretha leest hem snel en schrijft op de valreep toch nog even een reactie: ze zal, zoals hij vraagt, als ze weer in Amerongen is zich bezig houden met de muur en de gracht. De moeder van Philippota, de Vrouwe van Middachten, komt ook net binnen en doet de groeten. En weg is de postbode weer.

Kattenbelletje

naert13na het schrijfve van dees ontfange ick
uhEd aengenaeme vande 14 dees, also de
postin wech wil sal int kort segge
so haest ick te Ameronge koom
sal de graft en muer volgens
deselfs ordere laete maecke
voor Eeijndige, so koomt ock
de vrou van Middachte die
haer hEd dienst preesenteert

  • 1
    tegemoet
  • 2
    van de zaken in Utrecht
  • 3
    ze
  • 4
    toegeven
  • 5
    uitbreiding
  • 6
    daarna
  • 7
    volgens
  • 8
    fantasie
  • 9
    regelen
  • 10
    Veertich gaarden is een Amerongse boerderij
  • 11
    Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen
  • 12
    John Cromwell
  • 13
    na het

Hoogmoed

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 juni 1667 Middachten
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog bij haar zoon en schoondochter op Middachten. En hoewel ze in Gelderland zit, houdt de Utrechtse politiek haar bezig. Gelukkig wordt die ten dele in Nijmegen uitgevochten, misschien dat ze er daarom van hoort.

Brieffragment politiek gekonkel

naert schrijfve van mijne laeste het welcke den
15 deeser is geweest, worde ick seeckerlijck
bericht hoe dat men heer schadee1Jasper Schade van Westrum, aen sijn
swager den heere luchtere2Hendrick van Lochteren die te nimweege
geweest heeft geschreefve, dat hij bij den
heere vande boethof3Frederik van der Capellen, heer van de Boedelhof die broeder vande heere
kapel4Gerlach van der Capellen, heer van Aersbergen is, soude intersideere5Intercedeeren: bemiddelen om den voorseijde
heere kapel te beweechge dat hij soude afstant
doen van sijn pretensie om volgens de leste
augementasi inde ridderschap te wttrecht te
kompareere6Compareren: Verschijnen, kan ook in de betekenis van vergaderen, hier ter vergadering verschijnen? , met belofte dat sij hem aenstonts
raetsheer te hoof soude maecke en verseeckere
dat se hem binne den tijt van twee ijaere inde
ridderschap soude sette, [daer bij voechgende]

Jasper Schade van Westrum

En omdat in deze brief Schadee genoemd wordt, maken we van de gelegenheid gebruik om het schilderij van Frans Hals nog een keer te plaatsen. Uiteraard is Schade bij het schrijven van deze brief al ouder dan dat portret. Hij is zelfs al ouder dan het portret dat Jonson van Ceulen schilderde. Zou Margaretha de portretten kennen? Een mening zal ze in ieder geval hebben.

Jasper Schadé van Westrum, 1645, Frans Hals. Collectie Národní Galerie Praha.Zelfgenoegzame man in het zwart met zijn rechter hand in zijn zij. Hij draagt een witte kraag en uit zijn openvallende mouwen bolt witte stof. Hij heeft een bleek gelaat, een vlassig snorretje en krullen tot op zijn schouders.
Jaspar Schade (1623-1692), Cornelis Jonson van Ceulen, 1654. Collectie: Rijksmuseum Twente.

Hoogmoed komt voor de val

Wie denken deze mannen wel niet wie ze zijn? Welke rechten denken ze eigenlijk wel niet dat ze hebben? Kunnen ze dit wel waar maken? Margaretha hoopt maar dat hoogmoed voor de val komt. En ze gaat gelijk over tot de afsluiting van de brief. Hoe zou het komen dat Ursula Philippota zo dik is?

Brieffragment met de groeten van de familie

dan hoope dat hoochmoet voorde val komt,
onse soon en dochter is noch wel dan sij
wort heel dick, onse kindere en nicht
van raetsfelt7Agneta Margaretha van Raesfelt, zus van Ursula Philippota preesenteere haeren dienst aen
uhEd so doen ick en blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners
M Turnor

Ze krabbelt nog onder de brief dat Van der Capellen niet geneigd is om af te zien van zijn plek. Godard Adriaan moest eens weten hoe hier in Nijmegen op de Gelderse Landdag over gesproken wordt.

Een staande zwangere vrouw, driekwart van achteren, ze kijkt over haar rechter schouder. Ze staat ietwat naar achteren geleund en ze heeft haar rechter hand op haar buik.
Een staande zwangere vrouw, Rembrandt van Rijn, ca. 1639. Collectie: British Museum
  • 1
    Jasper Schade van Westrum
  • 2
    Hendrick van Lochteren
  • 3
    Frederik van der Capellen, heer van de Boedelhof
  • 4
    Gerlach van der Capellen, heer van Aersbergen
  • 5
    Intercedeeren: bemiddelen
  • 6
    Compareren: Verschijnen, kan ook in de betekenis van vergaderen, hier ter vergadering verschijnen?
  • 7
    Agneta Margaretha van Raesfelt, zus van Ursula Philippota

Leugens, God en een zware tempeest

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 juni 1667 Middachten
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

De brief van 18 juni 1667 is de op één na vroegst bewaarde brief van Margaretha Turnor. Het blijft gissen waarom deze brieven wel bewaard zijn gebleven, en brieven van eerdere missies van Godard Adriaan niet. Margaretha schrijft de brief in het huis van haar zoon en schoondochter in Middachten. Waarschijnlijk zijn er in de dagen vóór deze brief ook brieven geschreven, maar die zijn niet bewaard gebleven. Wie de brief van 18 juni 1667 leest, krijgt dan ook het idee binnen te vallen in een lopend gesprek.

Een man en een vrouw voeren een gesprek. De vrouw zit rechts, met haar rug naar de toeschouwer. De man zit links, met zijn gezicht naar de toeschouwer. Hij kijkt naar de vrouw. De man en vrouw zitten allebei op een stoel. Het raam staat open.
Gevoelige conversatie, Quirijn van Brekelenkam, omstreeks 1660-1665. Collectie Metropolitan Museum of Art, New York.

Niet bezorgde brief

Margaretha begint haar brief met een verontschuldiging waarom ze niet eerder geschreven heeft: de post was laat. Daarna heeft ze het over een brief aan Christiaan van Rodenburg, een geëligeerde in de Staten van Utrecht. Margaretha had de postiljon naar Schenkenschans gestuurd, waar Rodenburg zich ophield met het visiteren van de vestingwerken. Maar toen de postiljon daar aankwam, was Rodenburg alweer naar Nijmegen vertrokken. Tot Margaretha’s leedwezen is de brief – waarvan de inhoud of strekking voor ons helaas onbekend is – niet bij de beoogde ontvanger terechtgekomen.

Brieffragment dat Margaretha Roodenburg niet bereikt heeft

voor Eerst segge, dat ick tot mijn leetweese den heere roodeburch  
niet heb konne aentreffe, want so den Espresse die, ick afgesonde 
had aen wijburch1Onbekend  om naer hem te verneeme me te schencke schans aen =
quam was den heere luchtere2Hendrick van Lochteren  en roodeburch dien middach daer 
aen gekoome ende wercke besichticht hebbende sijn den selfve avont 
ontrent vijf Eure weer naer nimweehge vertrocke sijnde ontrent 
Een Eur voort aenkoome van diegeene ick gesonde heb so dat ick
niet weete waer sijnE te vinde is [en derfve uhEd brief niet]

Gezicht op een stad aan een rivier, bij de muren voeren drie mannen metingen uit.
Fragment uit illustratie voor ‘Den Arbeid van Mars’ (p. 74) van Allain Manesson Mallet, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie Rijksmuseum.

De Utrechtse Ridderschap

Politiek gekonkel neemt in de brief van 18 juni 1667 een prominente plaats in. Margaretha schrijft voornamelijk over de Utrechtse Ridderschap en de Vroedschap. Men had het voornemen om het aantal edelen in de Ridderschap te vermeerderen. Kon dat wel? Margaretha begreep dat het aantal edelen al eerder was uitgebreid, namelijk vlak na de Reformatie, in 1618 om precies te zijn. Er zaten toen namelijk nog veel katholieken in de Ridderschap. Sinds 1667 moesten de geëligeerden, ten minste voor de bühne, de gereformeerde godsdienst belijden.

Brieffragment uitbreiding Ridderschap

[mentasi Een beschrijvin van state had behoore te weese wij] waer 
bij men had moete bekent macke dat men van sins was het 
lidt vande heere Edelen te verstercken, waer op dien heer mij 
seijde geantwoort te hebbe sulcks voordeese wel geschiet te 
sijn en dat korts naer de reformaesie om reedene datter doen
noch so veel katolijcke heere waere daer om men den staet sulck 
bekent maeckte op datse mochte weete wie men inde regeeringe
nam, maer dat sulcks seedert den ijaere achtien niet meer 
int gebruijck was geweest [dat ock so veel sijnhEd wt oude do]

Margaretha gaat nog even door over de Ridderschap en de Vroedschap. Zo worden er leugens verspreid en worden er personen verdacht gemaakt.

Vervolg brieffragment Ridderschap

en sulcke groote wtgestroijde leu leuchgens wt vorsen, want is
onverdrachlijck, de leugens daerse de heere Edelen meede soecken 
verdacht te maecken, tis voorwaer wel bedroeft en beklaechlij

De Heer almachtig is een kenner der harten

Margaretha hoopt dat dat de tijd de gemoederen zal verzachten, en dat blinde ogen geopend worden. Wij moeten handhaven wat billijk en rechtvaardig is. Laat de rest maar lekker onrustig ronddolen en laat verder alles aan de Heer over, de slechteriken zullen niet altijd aan het langste eind trekken.

Brieffragment over laten aan de heer

[om moogen hebben,] ick hoope dat den tijt de gemoederen sal versachte en de blinde 
oochgen openen wat ons aengaet ben van harte verblijt te sien uhEd so gerust int
werck is dat komt van Een goet gemoet te hebbe en niet anders te soecke als
wat bil-lijck en recht is Een ijder int sijne te meijnteneere3Mainteneren: handhaven laet de rest woelle4Woelen: onrustig zijn de heer almacht
– tich is een kener der harte sal ock alles te sijner tijt wel schicken ende geweldigers
niet altijd laeten heerschen [voor mij sou geen swaericheijt maecken dat uhEd wt de reege]

God, een oude man met baard, duwt wolken weg bij de vlammen in de voorgrond rechts. Genummerd rechtsonder: 5.
God scheidt het licht van de duisternis, Sisto Badalocchio, naar Rafaël, 1607. Collectie Rijksmuseum.

Zware tempeest

In 1665 was de prins-bisschop van Münster, Bernhard van Galen, het oosten en noorden van de Republiek binnengevallen. Op 18 april 1666 werd de Vrede van Kleef gesloten, die een eind maakte aan de Eerste Münsterse Oorlog. Margaretha had gehoord dat Van Galen niet langer bisschop was; hij zou het bisschopsambt aan zijn broer overgedragen hebben en was bezig troepen te werven in Doesburg. Verder hoopte Margaretha snel iets te horen van de vloot. Het was namelijk erg slecht weer. Het lijkt wel of God boos is, of hij het op ons gemunt heeft. Waar blijft de zomer? Er is zelfs nog sprake van nachtvorst!

Brieffragment over de bisschop, de vloot en de nachtvorst

[gunne, insonderheijt indeese swaere en bekomerde tijde daer wij in sijn,] den bischop van
münster5Bernhard van Galen, bisschop van Münster die menseijt sijn kap op den tuijn gehange te hebbe6De kap op de tuin hangen: een beroep vaarwel zeggen, komt van een monnik die zijn kap over (de muur van) de tuin hangt en het klooster verlaat. Dit heeft de bisschop niet gedaan.  ent bischopsdom aen sijn broeder overgegeefve te hebbe heeft dees weeck volck te doesburch gehad om te werfve7Dat was tegen de bepalingen van de Vrede van Kleef in, waarin was afgesproken dat het leger van Münster niet groter zou zijn dan 3000 man. die
Een ruijter so en sestich duijkatons op de hant presenteerde mij verlanckt seer te
hoore hoet met onse scheepsvloote die in see is staet8Van 9 tot 14 juni 1667 vond de Tocht naar Chatham plaats. de wijlle wij deese weecke sulcke swaeren tempeest hebbe gehadt tis of dien goedertierener godt teenenmael op ons ver
grimt en vertornt is wij hebbe geen soomer het maeckt hier noch alle nachte ijs

Zeegezicht met enkele schepen op zee tijdens een storm.
Schepen in de storm, Andries van Eertvelt (toegeschreven aan), 1600 – 1652. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha schreef deze brief overigens op beduidend groter papier, waardoor de tekst op onze scans heel klein geschreven lijkt: de paginabreedte hier is nog hetzelfde.

  • 1
    Onbekend
  • 2
    Hendrick van Lochteren
  • 3
    Mainteneren: handhaven
  • 4
    Woelen: onrustig zijn
  • 5
    Bernhard van Galen, bisschop van Münster
  • 6
    De kap op de tuin hangen: een beroep vaarwel zeggen, komt van een monnik die zijn kap over (de muur van) de tuin hangt en het klooster verlaat. Dit heeft de bisschop niet gedaan.
  • 7
    Dat was tegen de bepalingen van de Vrede van Kleef in, waarin was afgesproken dat het leger van Münster niet groter zou zijn dan 3000 man.
  • 8
    Van 9 tot 14 juni 1667 vond de Tocht naar Chatham plaats.

De brieven van 1667

We zijn dit blog begonnen tijdens het herdenkingsjaar van het Rampjaar, dus bij de uitzending van Godard Adriaan in 1671. In het archief zitten alleen ook nog een paar brieven van 1667. Die pakken we nu op, voor Godard Adriaan op zijn volgende missie van 1676 gaat.

Op het plafond een grote gouden band met daarin een wolkenlucht met vier blazende gezichtjes. In het midden van het plafond houden twee griffioenen een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij. Boven het wapen een band met de spreuk Quid Reddam Domino. Aan de buitenkant is grisaille geschilderd met acanthusbladeren waar omhelzende figuren iuit komen en hoorns van overvloed met bloemen, fruit en groenten.
De plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen, Willem van Nijmegen, 1685. Op de band rondom de schildering staat ‘Godard Adriaan Baron van Reede Vry Heer van Amerongen, Ginkel, Elst & Ridder vande Coninckl Deense Ordre vande Oliphant & En Margaretha Turner Baronesse en VryVrouwe van Amerongen’. De orde van de olifant hangt onder het familiewapen.

Denemarken

In 1667 is Godard Adriaan op zijn derde missie naar Denemarken. Zijn eerste missie was in 1656/1657. Deze missie was bijzonder succesvol, want in 1660 krijgt Godard Adriaan van Christiaan V de Orde van de Olifant. Zijn tweede missie was in 1665 en van april tot november 1667 zit hij weer in Denemarken. Godard Adriaan ligt kennelijk goed bij de Deense koning, want in 1671 wordt hij verheven tot baron. Deze adellijke titel komt hem zeer van pas. In De Republiek werd niemand in de adel verheven, omdat er geen koning was die dat kon doen. Aan veel Europese hoven had je wel een adellijke titel nodig om binnen te komen.

Een bruine kist op een onderstel. De kist is opengeklapt en de klep blijft door twee schakelkettinkjes bijna horizontaal hangen. In de kist zitten allerlei formaten laatjes. De laatjes zijn lichtrood en om de knop van elk lade staat een lichtgele wieber. De spijltjes tussen de laden zijn ook geel.
Reissecretaire van Godard Adriaan van Reede, ca. 1650. Collectie Kasteel Amerongen.

Brieven

In het archief bevinden zich alleen brieven van 18 juni tot 7 augustus 1667. Dus echt midden in de periode dat Godard Adriaan weg was. Het is een beetje een mysterie waarom deze brieven bewaard zijn gebleven. Het zijn wel de enige brieven die we hebben die van voor het Rampjaar zijn. Margaretha zal haar man op al zijn eerdere missies ook geschreven hebben, maar die brieven zijn er niet meer. Zou ze die bij de vlucht voor Lodewijk XIV in Amerongen hebben laten liggen? Dan hebben al die oude brieven de brand in het kasteel waarschijnlijk niet overleefd. En zaten deze twaalf brieven uit 1667 dan misschien per ongeluk nog in de reissecretaire van Godard Adriaan? Dat hij hem niet helemaal goed leeg geruimd had na zijn laatste missie?

Ten voeten uit portret van een trotse man met een harnas aan. Hij heeft zijn rechter hand in zijn zij, zijn linker hand leunt op zijn helm met rode en witte veren die naast hem op een tafel ligt. Hij heeft lang pluizig haar, een hoog voorhoofd en een snor.
Godard Adriaan van Reede (1622-1691), Jurriaen Ovens, 1663. Collectie Kasteel Amerongen
Dame met een heel hoog voorhoofd en een flinke bos krullend haar tot op de schouder. Ze draagt een zwart fluwelen lijfje en overrok. Een witte bedenking op de wijde hals en witte manchetten. Onder de overrok een glimmende rok met goud en zilver en motiefjes.
Margaretha Turnor (1613-1700), Jurriaen Ovens, 1661. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox

Godard Adriaan en Margaretha

In 1667 gaat het Godard Adriaan en Margaretha voor de wind. Godard Adriaan was in 1642 Heer van Amerongen geworden en in 1643 trouwde hij met Margaretha. Sinds die tijd hebben ze hun best gedaan om hun bezit uit te breiden door de aankoop van landerijen en huizen, maar ook windrecht en het recht om tol te heffen. Bovendien hebben ze flink geïnvesteerd in het oude kasteel. Ze gaan er vanuit dat ze tussen 1645 en 1672 zeker 65.000 gulden uitgegeven hebben aan het huis. In 1686 schrijven ze een memoriaalboek, waarin alle verandering aan de goederen van de Heerlijkheid Amerongen opgenomen worden.

Ook Godard Adriaans carrière gaat voor de wind: is hij niet in het buitenland, dan heeft hij wel opdrachten in het land. En in de Utrechtse politiek wordt serieus rekening gehouden met zijn mening.

Een schilderij met houten lijst gedecoreerd met acanthusbladeren. De zittende jonge vrouw is frontaal afgebeeld. De onderste helft van haar onderbenen en voeten zijn niet afgebeeld. Zij zit voor een roodkleurig gordijn dat rechts een klein stukje open is en een doorkijkje geeft naar een heuvellandschap met een paar boompjes en in de blauwe lucht een paar wolkjes. De vrouw heeft donker krullend haar dat haar gezicht omlijst. Aan haar rechteroor heeft ze een oorbel met drie parels boven elkaar. Haar gezicht is schuin naar ons toegekeerd waardoor de andere oorbel niet te zien is. Ze maakt een knappe indruk. Ze kijkt ons aan met een glimp van een glimlach. Haar rechterarm leunt op een tafeltje. In haar rechterhand houdt ze een parelketting vast tussen haar vingers, de andere kant valt in een hoopje parels in de palm van haar linkerhand die in haar schoot ligt. Ze draagt een weelderige, goudkleurige japon afgezet met een wit randje. De pofmouwen zijn van boven goudkleurig, van onderen wit. met een diep decolleté. Haar schouders en borsten zijn grotendeels ontbloot. Over haar rechterarm hangt een klein stukje van een paars doek. Het grootste gedeelte van het doek ligt over haar schoot uitgespreid en valt omlaag.
Ursula Philippota van Raesfelt, toegeschreven aan Gerard Hoet, 1664-1666. Collectie: Kasteel Amerongen.

Godard en Philippota

Zoon Godard, die Van Ginkel genoemd wordt, is in 1666 getrouwd met Philippota. De bruiloft, of eigenlijk vooral de onderhandeling over de huwelijkse voorwaarden, had wat voeten in de aarde. Philippota is niet onbemiddeld, want ze is erfdochter van Kasteel Middachten in De Steeg in Gelderland. Haar vader is al overleden toen ze acht was, maar haar moeder en haar oom doen hun best om een goede partner te vinden. Hoewel de zakelijke en politieke belangen voor dit huwelijk erg belangrijk waren, wilden de wederzijdse ouders dat de jongelingen het met elkaar zouden kunnen vinden. Dus al vanaf 1661, Godard was zeventien, Philippota achttien, wordt er regelmatig heen en weer gereisd tussen Amerongen en Middachten. In de huwelijkse voorwaarden wordt onder andere vastgelegd dat Philippota alle inkomsten van Middachten en andere goederen zal inbrengen en Godard Adriaan en Margaretha staan 1/3 van hun inkomsten af aan de kinderen.

De huwelijkse voorwaarden werden op 31 juli 1666 op Middachten getekend en op 26 augustus 1666 werd het huwelijk gesloten in het kerkje van Ellecom. Juni 1667, hoeveel maanden is dat na Augustus 1666?

Een zogenaamd ten voeten uit schilderij met een goudkleurige lijst. Geleund tegen een tafel met een roodzijden kleed, staat een jongeman, levensgroot afgebeeld. Op de tafel ligt een helm met roze rode veren. De jonge man staat met zijn rechterbeen iets naar voren zodat en kijkt de toeschouwer aan. Hij heeft een jong vriendelijk gezicht en lang haar tot iets over zijn schouders. Hij draagt zijn haar met een middenscheiding. Bovenop zijn hoofd is zijn haar glad, aan de zijkant krullend. Hij is gekleed in een zwart harnas met om zijn middel een dunne ceintuur waaraan aan zijn linkerkant een sabel hangt. Onder het harnas komt een klein stukje van zijn wambuis. Hij draagt bruine laarzen. Bij zijn hals over zijn over zijn harnas draagt hij een een kunstig geplooide, witte halsdoek. Achter de jongeman is linksboven een stukje landschap en lucht afgebeeld.
Godard van Reede van Ginkel (1644-1703), Jurriaen Ovens, 1661. Collectie: Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.

Van Ginkel

Het was gebruikelijk om mannen bij hun ‘goed’ aan te spreken. Zo was vader Godard Adriaan in de omgangstaal ‘Amerongen’. Voor de zoon werd vaak een tweede titel gebruikt. Officieel was Godard Adriaan Heer van Amerongen, Ginkel en Elst. Dus zoon Godard werd Van Ginkel. Na het huwelijk wordt Van Ginkel vrij snel (namens zijn vrouw) beleend met Middachten. Aangezien haar moeder, Margaretha van Leefdaal, nog leeft, wordt die door Margaretha nog ‘Vrouwe van Middachten’ genoemd en wordt Philippota ‘Vrouwe van Ginkel’.

Pagina 7 van 27

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén