Mijn heer en lieste hartge

Bewoners en familieleden: Reede van Ginkel (Godard van) Pagina 2 van 9

Geldzorgen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is weer terug in Amerongen en ze neemt vol overgave de teugels in de handen. Nog even het laatste nieuws over Ginkel: het gaat nu echt beter. Weliswaar drinkt hij nog geen bier, maar wel Rijnse wijn met een beetje suiker bij het eten en tussendoor tisane of siroop. Hij wil graag naar Amerongen komen, schrijft Margaretha. 

Brieffragment over Van Ginkel

Ameronge den
7 ockto 1676
[rec: 12 Dito]

Men heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 3 deeser ontfange ick
so aenstonts, ick heb de heer van ginckel vrij
beeter gelaete als ick hem inde haech koomende
heb gevonde, hij drinckt heel geen bier, tusche
sijn Eeten Een glas rhijnsche wijn met Een weij
nich suijcker en buijtens tijts niet dan tiesaen1Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
of schulep2Julep, siroopachtig drankje was gereesolveert3Resolveren: Besluiten niet meer te
meediesijneere4Medicineren: geneeskundig behandelen , hier sijn schrijft de vrou
van ginckel dat sijn hEd noch dagelijcks
in beeterschap en sterckte toeneemt so dat
ick hoope hij in korte weer wel sal sijn, hij
verlanckt seer hier op Ameronge te sijn,

Interieur van een slaapkamer. Een man ligt ziek op zijn bed en wordt bezocht door een andere man.
Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Collectie Rijksmuseum.

Vloerstenen

In haar afwezigheid is het werk goed gevorderd. Samen met de secretaris, Schut en Rietvelt heeft ze het overzicht van de kosten van de vloer en de hardstenen opgemaakt. Er is een nauwkeurige tekening gemaakt van de vloerstenen, zodat duidelijk is hoeveel stenen er nodig zijn en van welk formaat. Maar de stenen kunnen het beste pas in Amerongen op het juiste formaat gekapt worden, want in het vervoer kan er gemakkelijk een hoekje van afbreken en zo’n steen is dan natuurlijk niet bruikbaar.

Brieffragment over vloerstenen

[of niet,] nu hebbense Een pertinente gront teijckenin
vande vloersteene gemaeckt en ock vande hartsteene
die hier neffens gaet daer wt sij meijne uhEd nu
perfeckt sal konne sien hoeveel steene der sijn
moet, ock op wat groote die diene te sijn, maert
kant rechte oordeelense dat hier dient gedaen
te worde, om dat int vervoeren licht Een hoeck
=ge of Eits kan afgestooten worden, [wt het]

Op een geblokte tegelvloer lopen vier paar meisjes voeten. De laatste heeft een koffer vast. Ze lopen richting een trap. Één vrouw is al op de trap.
Fragment uit:Vier meisjes volgen een vrouw een trap op, anoniem, ca. 1900 – ca. 1930. Collectie Rijksmuseum.

De kosten rijzen de pan uit

Margaretha bespaart waar ze kan. Ze heeft zo’n 18 tot 20 metselaars en evenveel opperlieden ontslagen en ze is van plan nog meer werklui af te danken. Ongeveer 8 tot 10 man moet voldoende zijn om de schoorstenen te metselen en de bogen boven de vensters af te werken. De rekening van Rietvelt bedroeg inmiddels 1778 gulden en de rekening van Schut ruim 600 gulden. Beide rekeningen heeft ze betaald, maar dat is niet alles, want morgen moet ze nog ‘al de andere werck baesen’ uitbetalen. ‘Het beloopt een ongelooflijck gelt’, schrijft ze. Weliswaar heeft ze in Utrecht de toegezegde betaling ontvangen van 5413 gulden plus nog een rente van 1000 gulden uit Gelderland, maar het geld verdwijnt zo als sneeuw voor de zon.

Eerste brieffragment over de kosten
Tweede brieffragment over de kosten

[reeijen en klaer te na maecken,] ick heb
rietvelt weer sijn reeckenin teenemael
af betaelt die beliep in vijf weecken
arbeijens so voor hem als sijn volck 1778 f

en schut overde 600 f, dan sijnder noch al
de andere werck baesen die alle meede
merge sulle betaelt worden, het beloopt
Een ongelooflijck gelt, ick heb nu laest
te wttrecht sijnde de weeder helfte vande
bewuste assinnaesie5Assignatie: aanwijzing tot betaling ontfange, so dat
ons nu de volle som van vijfduijsent
vier honde dartien gulde betaelt en
voldaen is, wat gelt ick ontfan t gaet
=ter al om, ick heb ock de rente ter som
van duijsent gul die ons op gelderlant
den Eerste septem was verscheene ont
fange, ben blijde vast so veel werck volck

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Ontslag

Ze is blij dat ze die werklui ontslagen heeft, maar als de kap gelegd is, dan komen daarna de leidekkers en die moeten ook betaald worden. En weliswaar is de verwachting dat stenen in de eigen steenoven goed gelukt zijn, maar ze heeft ook van Ot Barentse 240.000 stenen gehad voor een bedrag van zeker 1500 gulden en dat moet ook weer betaald.

Brieffragment over komende kosten
Tweede brieffragment komende kosten

[fange,] ben blijde vast so veel werck volck
vande hals quijt ben6Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden , maer als de kap
opt huijs komt sullender weer de leij=
=deckers koome, insoma so lange dit tim
=mere duert salt veel kosten, ick hoor
niet meer vande leijen die noch van boove
soude koomen offer noch te verwachte
sijn of niet, den steenoven is teenemael
afgestoockt se meene datse heel wel ge=
luckt sal sijn, wij hebbe van ott baerense
over de twee hondert en veertich duijsent
steen gehadt dat is bij de vijftien hondert

gul aen steen die hem ock sulle moeten betaelt
worden, [wij hebbe noch het schoonste weer]

Een kijkje in de kap van het kasteel. Foto en ©: Hans Neecke.

Ditjes en datjes

In de rest van de brief probeert Margaretha nog allerlei nieuwtjes te persen. Ze heeft het over de bemoeienis van Prins Willem met de Utrechtse politiek en het schijnt dat hij naar Engeland gaat. Ze zal informeren naar een stuk land maar eigenlijk is het beste stuk al verkocht. Gisteravond is ze naar de bruiloft van Kristoffel geweest. Kennelijk was Kristoffel daarom langsgekomen met de brief van Godard Adriaan. Fritsje was representant voor zijn vader en zijn opa en Antje als plaatsvervangster voor haar moeder. 

Brieffragment over de bruilof van Kristoffel

[had staen heeft dat gekocht,] gistere
avont sijn wij hier op de voor bruijloft
van kristoffel geweest, frits heeft groote
en kleijne papas plaets gereepreesenteert
en antge haer kleijne mama, sij hebe
en sondach haer Eerste gebodt gehadt
en ons heel net en wel getrackteert,
ick blijf
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Boeren dansen op een bruiloft. Links op de voorgrond danst de bruid, te herkennen aan haar kroon. Een doedelzakspeler en een jongetje met een trom en een fluit maken muziek.
Boerenbruiloftsfeest met doedelzakspeler, Peeter Baltens, 1540 – 1584. Collectie Rijksmuseum.

PS: nog meer geld

Maar dan komt Margaretha toch weer terug op het geld. Temminck heeft geschreven dat molenaar Visser op de zaagmolen in Amsterdam heeft verzocht om een betaling van 100 ducatons. De molenaar heeft eerder een scheepslading hout uit Harburg voor hen betaald. Margaretha kan er niet onderuit om hem te betalen maar ze heeft geen geld meer en ze weet niet wat ze antwoorden moet.

PS over geld voor Temmink

ps temminck schrijft dat visser opde
saech moolle tot Amsterdam
hem versocht heeft weer hondert
duijcketons op reeckenin te geefve
en hij diende wel weer Een schip
met schilp kalck te sende
so dat ick vrees hij daer toe
so veel gelt qualijck van
ons in hande heeft, vermidts
hij al de scheeps vrachte vant
hout van haerburch7Harburg (bij Hamburg) tot
Amsterdam heeft betaelt
en ick hier geen gelt overheb
weet haest niet wat hem antwoorde sal

Aan een sloot staat een huisje met daarbij een molen en een schuur. Achter het huisje staan de houten planken hoog opgestapeld. Over de sloot ligt een bruggetje waar iemand overheen loopt. Voor de schuur ligt een soort bootshuisje in de sloot. Op de linkeroever staat een knotwilg.
Een houtzaagmolen aan de kattensloot, H.G. ten Cate, 1837. Collectie Amsterdams Archief.
  • 1
    Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
  • 2
    Julep, siroopachtig drankje
  • 3
    Resolveren: Besluiten
  • 4
    Medicineren: geneeskundig behandelen
  • 5
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 6
    Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden
  • 7
    Harburg (bij Hamburg)

Wel en wee

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 oktober 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag, maar ze is alweer van alles aan het regelen voor wanneer ze weer terug is in Amerongen. Zo heeft ze zich voorgenomen om aan de secretaris, Schut en Rietvelt te vragen of zij een overzicht zouden willen maken van de kosten van de vloerstenen en de hardstenen voor het huis. Godard Adriaan heeft hier om gevraagd in zijn brief van 30 september. Ze zal het hem zo spoedig mogelijk opsturen. Maandag hoopt ze weer in Amerongen te zijn.

Brieffragment over de vloer- en hardstenen

haech den 3
ockto 1676
rec: 5 Dito

Mijn heer en lieste hartge

so aenstonts ontfange ick uhEd vande 30 pasato
sal so haest ick weer t Ameronge koome met
de sekreetaris schut en rietvelt alles weegens
de vloersteene en hartsteene overlegge en
Een pertinente1Pertinent: Ter zake dienende memoorije2Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven. laete maecken
uhEd die met den Eerste en opt spoedichste
oversenden, ben van meeninge met godeshulp
merge weer van hier te gaen en maendach
op Ameronge te sijn[, de heer van ginckel]

Een trap van een witte hardsteen. Op elke trede zitten twee koperen onderdelen om de roede van een loper vast te houden
De trap naar de galerij is gemaakt van de door Margaretha bestelde stenen. Foto en ©: Hans Neecke.

Aan de beterende hand

Zoon Van Ginkel is inmiddels aan de beterende hand. Het gaat zelfs zo goed, dat de doctoren met elkaar discussiëren of hij nog wel koorts heeft. Gisternacht was hij nog ‘met swaere droome beset’, maar afgelopen nacht heeft hij maar één uurtje wakker gelegen. Ook zijn smaak komt langzaam terug. Godzijdank! Hopelijk begrijpt Godard Adriaan dat zijn zoon nog wel te zwak is om zelf een brief te schrijven.

Eerste brieffragment over Van Ginkel
Tweede brieffragment over Van Ginkel

op Ameronge te sijn, de heer van ginckel
die ick hier koomende heel swack en debijl3Debiel: Wankel, onvast
vont is seedert in beeterschap so toegenoome
dat de docktoore disputeere4Disputeren: Redetwisten of hij noch
koorts heeft of niet, heeft seedert begonne
te ruste, heeft deese voorleedene nacht
ontrent 3 Euren aen Een geslaepen en
doen maer Een Eeur wacker geleegen
en weer ingeslaepe, koomende nu heel
fris en wel wt sijn slaep, daer hij noch

gisteren en te vooren wt de weijnich rust die
hij kost hebbe heel beswaert en qualijck quam
ock met swaere droome beset was, so dat
wij hoope sijnhEd de met de verdere hulpe
van godt almachtich deese sieckte te boove
is en konne godt niet genoech dancke voor
sijne genaede, hij begint ock wat smaeck int
Eeten te krijgen, versoeckt uhEd hem te Exs
=kuseere dat hij met deese post niet en schrijft
hoopt het met de naeste te doen kan noch
onmoogelijck niet is te swack[, ick sal ock]

In een man met een eenvoudige hoed op die zijn tanden zet in iets. Eronder staat in sierlijke letters ‘de Smaak’ met daaronder ‘ By Nic: Vischer met Privilegie’
De Smaak: etende man, Jacob Gole, 1670 – 1709. Collectie: Rijksmuseum

Bestellijst

Godard Adriaan heeft om spullen gevraagd. Margaretha zal morgen – ze verwacht dan immers weer terug in Amerongen te zijn – een kist met de gevraagde spullen richting Temminck in Amsterdam. Temminck zal er vervolgens voor zorgen dat de spullen bij Godard Adriaan in Bremen terechtkomen. Margaretha schrijft dat ze de ‘bestellijst’ bij de voorliggende brief heeft gevoegd. Helaas is de lijst niet bij de brief bewaard gebleven, en weten we dus niet precies waar Godard Adriaan om heeft gevraagd.

Brieffragment over de koffer naar Temminck

[onmoogelijck niet is te swack,] ick sal ock
merge Een koffer5Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats. aen temminck op Amster
=sende6Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen. om voort op breeme aen uhEd te
bestelle, daer in is altgeene de selfve
heeft ontboode waer van de memoorije
van alt geene daer in is hier neffens
gaet[, inde generaelijteijts meubel kamer]

Een bed voor Godard Adriaan

Margaretha heeft een poging gedaan om via de Generaliteits Meubelkamer een bed te bemachtigen. In de Generaliteits Meubelkamer waren meubels opgeslagen die Staatste diplomaten die naar het buitenland vertrokken konden meenemen om hun ambassade- of gezantswoning in te richtingen. Misschien is Margaretha zelf wel gaan kijken of er iets van haar gading bij zat; ze is immers in Den Haag. Ze vond ledikant noch paviljoen. Een ledikant was een losstaand hemelbed, ook wel een pronk- of staatsiebed. Een paviljoen was een ronde, tentvormige baldakijn die aan het plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden. Het wordt niet helemaal duidelijk welke invulling van de term Margaretha in haar brief bedoelt. Hoe dan ook, ze heeft een paviljoen laten maken. Bij Godard Adriaans terugkomst kan het paviljoen naar de Staat. Of ze houden het gewoon lekker zelf.

Eerste brieffragment over het paviljoen
Tweede brieffragment over het paviljoen

[gaet,] inde generaelijteijts meubel kamer
was so noch leedikant noch pauvelijoen7Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
noch niet te krijge heb dit pavelijoen

hier sijnde laete maecken het welcke men op
uhEd weederkomste den staet kan weer
geefve of het voor ons selfve houde soot de
selfve goet sal vinden[, de maijoor ijan]

Een schildering van een kamer, links en recht een deur, rechts een schouw, aan de achterwand twee dubbele ramen. Achter de schouw staat een kast. Aan de wanden hangen schilderijen en een spiegel. Tegen de wanden staan rechte stoelen. Links staat een kinderbedje dat is afgedekt met een doek. Midden tegen de achterwand, tussen de ramen een bed met daarboven een paviljoen: een stoffen kap als een klamboe over het bed gehangen. Het paviljoen is open, op het bed liggen twee kussen. Op één van de stoelen zit een man met een hoed op. Hij heeft een pop op schoot. In de kamer staat een meisje dat hetzelfde gekleed is als de pop.
Kamer met een ledikant met een paviljoen. Fragment uit: Poppenhuis van Petronella Oortman, Jacob Appel (I), ca. 1710. Collectie Rijksmuseum.

Nog steeds rode loop

Aan het begin van de brief schrijft Margaretha dat het beter gaat met zoon Godard. Ook de collega’s van Godard in het leger, waar de rode loop (dysenterie) heerst, zijn aan de beterende hand. De ziekte heeft ook in Amerongen wild om zich heengeslagen. In de situatie van de zieke dorpsgenoot Teunis Huijbertse is geen verbetering zichtbaar.

Eerste brieffragment rode loop
Tweede brieffragment rode loop

[niet weer gekoomen,] men begint te
spreecke van onse Armee int gernesoen
te brenge daer sijn veel siecke en meest
aende roode loop, de heer van obdam8Jacob Wassenaar van Obdam de
graef van floodorp9Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf den heer van schra
=venmoer10Adam van der Duijn legge daer aen doch sijn aent
beeteren, hebbe haer tot mechlen laeten
brengen, teunis huijbertse schrijft de

seekreetaris dat noch Even sieck daer aen blijf

Een open sollicitatie

In Den Haag is Margaretha aangesproken door een jonge man van ongeveer 23 jaar oud. Het lijkt wel alsof ze een aanbevelingsbrief voor hem schrijft, voordat ze opschrijft wat deze jonge man nu eigenlijk kwam doen. De jongeman heeft ‘geen quade mijne’, ofwel: geen kwaad voorkomen. Hij komt uit Breda en hij kent Kristoffel, die de 26e de brief van Godard Adriaan bracht, goed. Hij heeft vier jaar bij penningmeester Adrichem gewoond, heeft een prettig handschrift, is trouw, en kan in afwezigheid van zijn werkgever diens taken waarnemen. Zijn naam is Dulckes en hij wil graag kamerling worden in dienst van Godard Adriaan. Inmiddels heeft Margaretha iemand gevraagd om de referentie van de jongeman na te gaan. De jongen wordt geprezen door zijn huidige werkgever, die zegt hem liever zelf te willen houden, maar hem niet kan tegenhouden als hij een andere baan wil. Margaretha verzoekt Godard Adriaan zo spoedig mogelijk te laten weten of hij de jongen in dienst wil nemen of niet. De naam van de jongen komt verder niet meer voor in de brieven van Margaretha, dus het lijkt erop dat hij het baantje niet gekregen heeft.

Brieffragment over de jongeman

hier is vandaech Een jonckman bij mij geweest
out ontrent 23 ijaere die geen quade mijne11Mijne/Mine: Voorkomen
heeft en sijn woort wel kan doen, die van
breeda vandaen is en kristoffel wel kent
hij heeft vier ijaer bij de peninck meester
Adreechem gewoont schrijft Een tamelijck
goede hant, is heel trou, als de peninck
meeste wt is ontfanckt hij het gelt
en geeft wt neemt het kantoor waer,
deese jonman genaemt dulckes, pree
=senteert hem selfve voor kamerlin bij
uhEd, lapoorte heeft bij Adrijchem naer
hem vernoome die hem prijst en seijt hem
liefver te houde, maer hem niet van sij voor
deel te konne houde, so uhE die aen staet be
lieft met den Eerste te schrijf heb hem so lan
wtgestelt12Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d. later terug te komen[, blijf]
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Een gebrandschilderd ruit met de afbeelding van een deftige jongeman staande in een landschap, gekleurd.
Ruit met jongeman in landschap, anoniem, ca. 1650 – ca. 1675. Collectie Rijksmuseum.

Kennelijk vindt Margaretha deze jongeman zo interessant dat ze nog een postscriptum ondersteboven op de laatste pagina schrijft. Ze denkt dat de jongeman geen livrei wil dragen…

Postscriptum

deese Adrechem is ock prockereur, daer de
knecht bij woont en schrijft, maer geloof
niet dat hij leefvereij sou wille draegen

  • 1
    Pertinent: Ter zake dienende
  • 2
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven.
  • 3
    Debiel: Wankel, onvast
  • 4
    Disputeren: Redetwisten
  • 5
    Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats.
  • 6
    Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen.
  • 7
    Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
  • 8
    Jacob Wassenaar van Obdam
  • 9
    Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf
  • 10
    Adam van der Duijn
  • 11
    Mijne/Mine: Voorkomen
  • 12
    Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d.

Ziek, zwak en misselijk

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 september 2024 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 oktober 2024
Lees hier de originele brief

Gealarmeerd door een brief van haar schoondochter Philippota, ‘vrou van Ginckel’ is Margaretha naar Den Haag gereisd. Zoon Van Ginkel heeft nog steeds last van de benauwdheid in de maag. Hij is al diverse malen ‘gepurgeert’ en ‘gelaeten’. Arme man.

Aanhef brief

haech den 28 
septem 1676 

Mijn heer en lieste hartge 
[rec: 1. October 1676]

op het schrijfve vande vrou van ginckel die door de 
kontin waesie vande benautheijt die de heer van ginckel inde 
krop van maech naer dat hij verscheijde veijse1wijze is gepursgeert2Genezen, eig. zuiveren van ongezonde stoffen of vochtenof van schadelijke invloeden. en gelaeten, [ock in de voorleedene]

Purgeren, laten en een vomitorium

Of dat purgeren gebeurde met een braakmiddel of met een laxeermiddel is op dit punt in de brief nog niet helemaal duidelijk, maar later schrijft Margaretha over een ‘vomotoryum’ en dat is in ieder geval een braakmiddel. Met ‘gelaeten’ doelt Margaretha op aderlaten, wat in die tijd als een probaat middel bij allerlei ziekten werd gezien. Het vomitorium had tot gevolg dat Van Ginkel gal en slijm braakte, niet zo vreemd bij een maag die na al deze ellende helemaal leeg moet zijn geweest. 

Brieffragment behandeling

[is gepursgeert en gelaeten,] ock inde voorleedene 
weeck Een vomotorijom3Vomitorium: braakmiddel heeft genoome die hij 
meest heeft naer Een oochgenblick ingenome 
te hebbe weer most overgeefve doch Evenwel 
noch Eenige operaesie4Operatie: Kunstbewerking die de heelmeester op het levend lichaam verricht met behulp van instrumenten of soms ook alleen met de hand. heeft gedaen met het 
loose van Eenich gal en slijm, [seer bekomert] 

Een man zit op een kruk, naast hem staat een man die zijn arm vast houdt. Uit de arm spuit bloed in een kommetje
Aderlaten, James Gillray, 1804. Collectie: The British Museum.

In ieder geval, Margaretha maakte zich grote zorgen en trof haar zoon zo zwak aan dat hij ‘naulijcks kenbaer’ was maar niettemin, ze had het zich nog erger ‘geinmaesgeneert’. Ze heeft de dokters nog niet gesproken, maar van die ‘kontiniweele koortse’ is haar zoon naar haar mening voorlopig nog niet verlost. Toch heeft Margaretha goede hoop en ze maakt zelfs al plannen voor een terugkeer naar Amerongen.

Brieffragment over zwakte van Van Ginkel

hier gekoomen, en vinde hem seer swack en so 
verandert dat naulijcks kenbaer is, doch bee=
ter als mij had geinmaesgeneert, maer kan 
noch tot geen rust koomen, ick heb de docktoore 
noch niet gesproocke mijns oordeels blijft hem 
de kontiniweelle koortse noch bij, het schijnt deese 
sieckte sijn tijt van verwininge5Overwinning van hartstochten, emoties, zwakke physieke gesteldheid e.d. sal wille hebbe 
de heer almachtich wilt maer ten beste schicke

Gebakken stenen en een brug

Ze verwacht dat het muurwerk deze week op de juiste hoogte zal zijn om een begin te maken met de kap van het huis. De steenoven waar Margaretha het op 19 september al over had, zal deze week ‘afgestoockt’ zijn en dan is er weer een nieuwe voorraad aan stenen. Als de ziekte van Van Ginckel niet verergert, dan gaat ze toch echt terug naar Amerongen. Margaretha voegt bij haar brief een tekening van meester Schut, die de leiding heeft over de bouw, van de ‘bou bruch’, de brug van de voorburcht naar het huis. Met de vraag of het ontwerp naar de zin van haar man is.

Brieffragment bouw

voor mijn vertreck van Ameronge heb ick op alles 
ordere gestelt so veelt moogelijck is, int lest van=
deese weeck sullense sonde merckelijcke6Merkelijk: Evident, gewichtig, opmerkelijk verhinderin 
het muerwerck vant huijs rontom op haer hooch
te hebbe ende kap daer op beginne te sette, ock 
sal de steen oven die nu meest buijten prijckel 
is, int begin vande toekoomende weeck afge=
stoockt sijn, ick maeck staet7Staat maken: Gissing maken, gissen. so der geen 
nieuwe toevalle inde sieckte vande heer van ginckel 
koome int laest vande toekoomende weeck 
weer op Ameronge te sijn, meester schut is weer 
daer die dees neefens gaende teeckenin vande bou
bruch vant huijs heeft gemaeckt om te sien 
of uhEd die gevallich is, [tot Ameronge heb] 

Helaas is de tekening van Schut van de brug niet bewaard gebleven. Het is uiteindelijk wel heel mooi geworden, dus we gaan er maar vanuit dat de tekening er ongeveer zo uit zag. Foto en ©: Hans Neecke.

Nog meer zieken

Margaretha weet al dat ze op Amerongen ook weer in een ziekenboeg terecht komt: ‘rode loop’ hebben ze daar, oftewel dysenterie. Ze heeft haar ‘werckmeijt’ Trijntge Leijter ondergebracht in het huis van Gijsbert Velbertsen, nog eigenlijk voordat ze wist wat Trijntge voor ziekte had. Trijntge is aan de beterende hand maar Margaretha somt enkele andere zieken op met wie het minder goed gaat, zoals Teunis Huijbertse en Cornelis Stevense, de broer van de ‘lackeij’ van Godard Adriaan. Lubbertge, de huisvrouw van dove Arijen de smid is er zelfs aan gestorven net als drie mensen in de buurtschap Remmerden, ‘Remerde’ schrijft Margaretha, bij Rhenen. ‘De heere wil ons alle voor daer voor bewaere’, schrijft ze.

Eerste brieffragment zieken in Amerongen
Tweede brieffragment zieken in Amerongen

of uhEd die gevallich is, tot Ameronge heb 
sijn seer veel siecke en meest aende roode loop, 
mijn werckmeijt trijntge leijter aen die ick ten 
Eerste Eer ick wist wat haer sieckte was maer 
wt vreese in gijsbert velbertsens huijs heb 
laeten brengen, doch sij is aen beeter hant 
maer teunis huijbertse leijt heel kranck 
daer aen so doet ock korneelis steefvense 
die broer van ijan uhEd lackeij is, en lub=
=bertge de huijsvrou van den doofven Arjen

de smit isser aen gestorfven ock sijnder drie op 
remerde aen gestorfve, de heere wil ons alle voor 
daer voor bewaere, [kristoffel is voorleeden sa=] 

Rechts stroomt de Nederrijn met op de voorgrond een roeibootje en op de achtergrond een paar zeilboten. In de verte op de linker oever de Cuneratoren en links daarvan twee molens. Links op de voorgrond een zandpad dat langs een paar schuren loopt. Op het pad staan drie mensen.
Gezicht op de Rijn bij Remmerden uit het noordwesten met de Cuneratoren te Rhenen op de achtergrond, N. Wicart, 1780-1810. Collectie Het Utrechts Archief.

Een paviljoen

‘Voorleeden saterdach’, dus 26 september, bracht Kristoffel haar een brief van Godard Adriaan en vandaag ontving ze weer een brief. Kennelijk vroeg haar man haar om een hemel voor boven zijn bed. In de meubelopslag van de generaliteit is Margaretha op zoek gegaan naar een ‘pauveljoen’, maar dat was er niet en ook geen hemelbed. Ze heeft dus besloten om er eentje te laten maken en die zal ze hem sturen. Een paviljoen is een soort gordijn om om een los bed heen te hangen. Het lijkt een beetje op een klamboe, maar dan van dikkere stof en soms zelfs versierd.

Bireffragment over het paviljoen

[daer voor bewaere,] kristoffel8Personeelslid van Godard Adriaan is voorleeden sa= 
terdach op Ameronge gekoome die mij uhEd 
meesifve heeft behandicht, ick heb vandaech ock 
die vande 25 deeser ontfange en heb inde meubel 
kamer van generaelieteijt naer Een pauvel 
=ijoen9Paviljoen: Hemel of baldakijn boven bed. voor uhE laete sien maer daer is noch 
pauvelijoen noch leedikant noch geen derleij 
meubelen, waerom ick goetgevonde heb hier 
sijnde Een te laeten maecken het welcke met 
alt andere de volgens uhEd memoorije10Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval waarschijnlijk een soort verlanglijstje met zaken die Margaretha naar Bremen moet zenden. te 
saeme met den Eerste sal senden, de brief 

In een kamer met een zwartwit geblokte tegelvloer zitten een man en een vrouw aan een ronde tafel met een blauw kleed te kaarten. Achter de vrouw staat de dienstmeid die haar een glas wijn inschenkt. Een jonge man leunt op de stoel van de man en kijkt mee in zijn kaarten. Achter de tafel hangt aan het plafond een groen paviljoen. Een soort loshangende hemel boven een bed. Aan de muur op de achtergrond hangen drie geweren, een schilderij met schepen, een plattegrond en een spiegel. Ook hangt er een bak met een kraantje boven een soort wasbekken op een poot. Tegen de muur staan twee stoelen, een deur staat open. Op de voorgrond snuffelt een hondje met een rode strik op de grond.
Kaartspelers in een interieur, Gesina ter Borch, ca. 1660. Collectie Rijksmuseum. Op de achtergrond een paviljoen.

Kattenbelletjes

Verder gaat Margaretha er vanuit dat Godard Adriaan de brief van secretaris Van den Doorslagh over de vloerstenen en de hardstenen heeft ontvangen. Ze is blij dat de zaken bij de bisschop zo goed zijn gegaan en schrijft dat Luchtenburg wel blij zal zijn dat Godard Adriaan bereid is zijn neef te steunen bij zijn sollicitatie naar de positie van kameraar en dat er allerlei roddels de ronde doen over de vorige kameraar, Matijsius. Ze heeft zelfs gehoord dat hij heeft geprobeerd de overdracht van de Heerlijkheid Amerongen tegen te houden, maar of het waar is of niet, ze blijft ‘u edeles getrouwe wijf’.

Kasteel Amerongen vanuit de lucht. Op de nog van het dak de rode vlag van de heerlijkheid amerongen, op de achtergrond de uiterwaarden en de Nederrijn.
Kasteel Amerongen, Arie Rebergen. Op de nok wappert nog altijd de vlag met het wapen van de Heerlijkheid Amerongen.

Groetjes

Kleinzoon Frits en zijn zusjes, die op Amerongen bij hun grootmoeder wonen, presenteren hun ‘ootmoedige dienst’ aan groote papa. Margaretha schrijft erbij dat het niet hun schuld is dat de kleinkinderen dat niet vaker doen, maar dat zij het vergeet te schrijven. 

Er is nog een beetje ruimte op het papier, dus de volgende dag schrijft Margaretha het laatste nieuws over haar zoon: hij heeft deze laatste nacht geslapen en de dokters hopen dat hij het ergste nu heeft gehad.

Afsluiting

Mijn heer en liestee hartge
uhEd getrouwe wijff 
M Turnor

frits met al sijn 
susters preesenteere 
haeren ootmoedige dienst 
aen groote p a pa tis haer 
schult niet dat het niet 
meer gedaen wort maer 
groote mama diet dickmael vergeet 

de heer van ginckel heeft dees nacht wat gerust 
de docktoore hoope met godts hulpe de sieckte 
nu te booven te sijn 
dijnsdach den 29 septem

In een stenen venster met gordijn houdt een jongetje in zijn linkerhand een muizenval omhoog, met zijn rechterarm houdt hij een kat vast. Naast hem een meisje die naar de val wijst, achter haar een huilende jongen. Voor het venster een plant in een pot.
Kinderen met een muizenval, Domenicus van Tol, 1660 – 1676. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    wijze
  • 2
    Genezen, eig. zuiveren van ongezonde stoffen of vochtenof van schadelijke invloeden.
  • 3
    Vomitorium: braakmiddel
  • 4
    Operatie: Kunstbewerking die de heelmeester op het levend lichaam verricht met behulp van instrumenten of soms ook alleen met de hand.
  • 5
    Overwinning van hartstochten, emoties, zwakke physieke gesteldheid e.d.
  • 6
    Merkelijk: Evident, gewichtig, opmerkelijk
  • 7
    Staat maken: Gissing maken, gissen.
  • 8
    Personeelslid van Godard Adriaan
  • 9
    Paviljoen: Hemel of baldakijn boven bed.
  • 10
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval waarschijnlijk een soort verlanglijstje met zaken die Margaretha naar Bremen moet zenden.

De akte arriveert!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 23 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 28 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha schrijft dat ze een brief van Godard Adriaan heeft ontvangen op 19 september. Godard Adriaan schrijft in die brief dat hij weer naar de bisschop van Munster1Bernhard van Galen gaat, maar dat het een flitsbezoekje zal zijn.

Memorie over hardsteen

De brief vervolgt met een memorie die is opgesteld door de secretaris van Amerongen Van den Doorslagh. De memorie beschrijft welke vloerstenen voor in de kelders en de achtergang van het onderhuis nodig zijn. Ook is er hardsteen nodig voor de trap naar de kelder.

Brieffragment over het pertinente memorie

[het welcke geloofve niet voor lange sal sijn,] hier
neffens gaet Een pertinente2Pertinent: In alle bijzonderheden nauwkeurig, duidelijk, juist. memoorije3Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven. vande sekree=
taris opgestelt, wat vloer steene tot de kelders
gaelderije4Galerij of gaanderij: Verwulfde, gewoonlijk door zuilen of pilaren gevormde gang binnen een gebouw, dienende tot verbinding der vertrekken of vleugels en ter bevordering van het verkeer. het voor huijs en Elders, men in ons
huijs van noode sal hebbe, ock wat stucke
hartsteen tot de bordes keldertrape van
noode sulle sijn, [wa ock hoet met de timeraesge]

De timmerage

Margaretha vervolgt haar brief met een update over de bouw (timmerage). Het gaat goed met vooruitgang. De verwachting is dat de kap van het huis binnen tien of twaalf dagen voltooid is.

Van uit kikvorsperspectief zien een we een groepje mannen voor de de bouwwerkzaamheden zitten. Links een man met een meetlat, daarachter een man met een luit, Dan een man die tekent en daarnaast een man met een passer. Op de achtergrond wordt net een groot stuk steen omhoog gehesen.
Architecten en kunstenaars werken aan de bouw van een paleis, Michel Dorigny, naar Simon Vouet, 1640. Collectie Rijksmuseum.

Mooi weer om te bakken

Het is een mooie nazomer in september 1676, want Margaretha beschrijft dat zij tijdens het stoken van de steenoven mooi weer hebben gehad. Dat was ook wel nodig, want een steenoven doet er zeker twee weken over voordat de stenen mooi gebakken zijn. Daarom hoopt ze dat het goede weer nog een weekje aanhoudt, dan loopt ze niet meer het risico dat de stenen mislukken.

Een vrouw in werkkleding, van opzij gezien, een met stenen gevulde kruiwagen voortduwend. Op de achtergrond staat een soldaat naast een kanon op de walmuur.
Vrouw in werkkleding, met kruiwagen, Dirk Eversen Lons, 1622. Collectie Rijksmuseum

Nogmaals, over die stenen

Margaretha schrijft dat ze verwacht dat Godard Adriaan een trap naar de kelder van hardsteen zal willen. Volgens haar is dat duurzaam omdat dat niet snel slijt. Het is een goede investering volgens haar. Margaretha stelt daarom voor om ook de bordestrap die naar de brug zal leiden ook hetzelfde soort hardsteen aan te schaffen. Dat het hardsteen een goede koop zal zijn, blijkt nu nog te zien. In de tentoonstelling ‘Portretten op de trap’ heeft de slijtvaste hardstenen trap de hoofdrol.  

Brieffragment over de timmerage

[setten,] wij hebbe geduerende het stoocke vande
steen ove heel schoonen goet weer geladt,
mooge wij dat noch deese weeck houde sal
den oven buijte prijckel5Buiten gevaar sijn, mijns oordeels
sal uhEd heel wel doen de bordes keldertrap
van hartsteen te neemen dat sal duerabel6Durabel: duurzaam
sijn, en weet niet alsmense7als men ze so goet koop
kost krijgen of men niet behoorde de trap
voorde bruch opt voorburch daer ock van te
neemen

Op het bordes voor Kasteel Amerongen staan allemaal verregende vrijwilligers, sommigen hebben een paraplu, iedereen heeft regenjassen aan. Ook op het balkon en achter de ramen staan vrijwilligers. Door de dakgoot lopen twee mannen van de monumentenwacht.
Vrijwilligers op de bordestrap van Kasteel Amerongen, Taco Anema, 2024. Kasteel Amerongen. De trap is nog steeds van het harsteen dat Godard Adriaan in Bremen goedkoop op de kop kon tikken.

Verschillende nieuwtjes en groot nieuws

De Amsterdamse bankier van de familie, Teminck, heeft laten weten aan Margaretha dat er zeven schepen met hout vanuit Harburg onder leiding van Cornelis van Weede veilig in Amsterdam zijn aangekomen. Er wordt nog één schip verwacht, maar Teminck denkt dat dat in goede orde zal aankomen.
Stadhouder Willem III van Oranje is volgens de laatste kennis van Margaretha op Soestdijk. De laatste geruchten zijn dat het leger binnenkort zal worden opgebroken en in garnizoenen zal worden geplaatst.

De akte

In de brief van 18 september verwacht Margaretha dat secretaris Luchtenburg alleen langs zal komen. Het wordt uiteindelijk toch een hoog in aanzien gezelschap die de akte komen brengen. De Secretaris der Staten van Utrecht Jonathan Luchtenburg, rentmeester Willem Booth, en Nicolaas van Beusichem komen op zondag 20 september op bezoek bij Margaretha in Amerongen. Op die dag krijgt Margaretha van secretaris Luchtenburg in naam van haar man, Adriaan Godard, een zilveren vierkanten doos met daarin de akte. De akte van 18 augustus 1676 is een zeer belangrijke!

Brieffragment over aanbieden acte

voorleedene sondach is de sekreetaris luchten
=burch8Jonathan van Luchtenburg met de rentmeester vande domeijne9Willem Booth en
sijn broer de scheepen bot10Everard Both die gaern burgemeester
waer, en beusekom11Nicolaas van Beusichem hier geweest den Eerste
heeft mij wt den naem van men heere de
staten met Een groot komplement de bekende
Ackte in Een silvere vergulde vierkantige
doos behaddicht, [ick heb hem opt men heer]

Een nogal gebutste doos met een deksel met een verhoging. Midden op het deksels staat het wapen van de Provincie Utrecht (vieren gedeeld twee keer een kruis en twee keer een leeuw) met een kroon erboven en aan weeszijde een tak met blaadjes en besjes.
Zilveren vergulde doos waarin de Acte van de Staten van Utrecht de Heerlijkheid Amerongen in allodiaal bezit geven is aangeboden, onbekend, 1674. Collectie Kasteel Amerongen.

Zonneleen

In de akte wordt namelijk het huis en de bijbehorende heerlijkheid door de Staten van Utrecht in allodiaal bezit gegeven aan Godard Adriaan van Reede. Door de akte kwamen alle goederen binnen de heerlijkheid Amerongen in bezit van Godard Adriaan, en kon hij zijn heerlijkheid zelf besturen, en weer doorgeven aan zijn nazaten. Wanneer het een heerlijkheid zou blijven, zouden de opbrengsten van de oogst, lokale militairen en belasting aan een hogere heer of vorst moeten afdragen. Dit is beter bekend als het feodalisme of het leenstelsel. Een allodium wordt ook wel een ‘zonneleen’ genoemd, waarmee werd gedoeld op dat alleen God en de zon nog boven de eigenaar stond en verder niemand. Door deze akte werd Amerongen veilig gesteld voor de familie. Door het allodium hoefden de erven van Godard Adriaan geen belasting te betalen wanneer zij het huis en de heerlijkheid in bezit zouden krijgen.

Een oude acte waar in grote, elegante letters met krullen boven staat De Staten vanden Lande van Utrecht. De rest van de tekst is op de foto niet te lezen. Onder aan de acte hangt een rood zegel.
Akte waarbij de Staten van Utrecht het huis en de heerlijkheid van Amerongen aan Godard Adriaan van Reede in allodiaal bezit geven, die tot dan toe de heerlijkheid van hen in pand hield, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen. Collectie: Het Utrechts Archief

Feestmaal

Margaretha is zeer blij met de akte en heeft haar best gedaan om de heren passend te bedanken. De jager van Van Ginkel is ingeschakeld om hazen en patrijzen naar Amerongen te brengen waarmee een feestmaal is bereid. Joan Carel Smissaert schuift ook aan bij het feestmaal. Hij is één van de mensen die profiteert van de politieke omwenteling in Utrecht. Hij heeft zich in het rampjaar zo onderscheidden dat hij voor het leven tot schout van Rhenen benoemd is.

Zoals ook voorspeld in de vorige brieven, probeert Luchtenburg zijn neef, Philips Ram, naar voren te schuiven voor de positie van kameraar van de Lekdijk. Luchtenburg geeft aan dat er andere edele heren hier positief tegenover staan, maar dat ook Godard Adriaan het eens moet zijn.

Eerste brieffragment over verloop van de avond
Tweede brieffragment over verloop van de avond

[doos behaddicht,] ick heb hem opt men heer
de staete en hem opt best geantwoort en
bedanckt dat ick kost, en haer op mijn
fatsoen so ick meijne heel wel getrackteer
had de ijager vande heer van ginckel laete
wtgaen die mij haesen en patrijse heeft

gebrocht, ick had den heere smitsaert daer
bij die ick hopis maeckte, luchtenburch
had heel gaern het kamelaerschap vande
leckendijck voor sijn neef ram , seijt
dat meest al de heere Edelen hem ge=
neegen sijn maer dat de meeste seijde
met uhEd te korespondeese sonderde
welcke sij niet haer koste angaesgeere

Stilleven met een haas en patrijs aan een wildkroon, Paul Emile Nicolié, 1876. Collectie Rijksmuseum.

Terug naar de ziekenboeg

Bij zoon Van Ginkel is er helaas nog steeds de benauwdheid aanwezig boven de maag. Van Ginkel kan daardoor niet goed slapen, wat het uitzieken lastig maakt. Margaretha maakt zich zorgen en vreest dat Van Ginkel blijft ‘vomeren’, een oude term voor braken. Margaretha schrijft dat de situatie in God’s handen is, net zoals de bescherming van haar lieve man.

Van Ginkel en Afsluiting

[berch heeft,] naer, de heer van ginckel
blijft de benautheijt boven de maech noch
bij en kan noch niet wel tot slaep of
rust koome dat mij seer bekomert
vrees hij sal moete voomeere dat wat
viement is, hoope de heere het ten beste
sal schicke, inwiens bescherminge uhEd
beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

Zieke man ligt in bed en wordt verzorgd. Een vrouw gooit zijn braaksel met een hostie in het vuur. Onder de voorstelling staan twee versen: in Latijn en de vertaling in het Nederlands. Maer de kracke swack e tede Braec't de spijs naer tnutte wede 't voetsel ;twelck men schtso dier De vrouw die't braeksel had en sag Dat waerdigh pant met dat daer lagh Stort het reuckeloos in 't vier.
Braaksel met hostie van zieke man wordt in het vuur gegooid, Boëtius Adamsz. Bolswert, naar Jacob Cornelisz. van Oostsanen, 1639. Collectie Rijksmuseum.

  • 1
    Bernhard van Galen
  • 2
    Pertinent: In alle bijzonderheden nauwkeurig, duidelijk, juist.
  • 3
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven.
  • 4
    Galerij of gaanderij: Verwulfde, gewoonlijk door zuilen of pilaren gevormde gang binnen een gebouw, dienende tot verbinding der vertrekken of vleugels en ter bevordering van het verkeer.
  • 5
    Buiten gevaar
  • 6
    Durabel: duurzaam
  • 7
    als men ze
  • 8
    Jonathan van Luchtenburg
  • 9
    Willem Booth
  • 10
    Everard Both
  • 11
    Nicolaas van Beusichem

Het venijn

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 september 1676
Lees hier de originele brief

Het postexperiment heeft resultaten opgeleverd! De brieven van 16 en 19 september gingen met de gewone post hebben er respectievelijk zes en acht dagen over gedaan. De brief met de Duitse post van de 18e heeft er tien dagen over gedaan. Alleen weet Margaretha dat bij het schrijven van deze brief natuurlijk nog niet, want de andere brieven zijn nog onderweg en deze is nog niet verzonden. Na zoveel brieven achter elkaar is er natuurlijk weinig om over te schrijven. Toch? Ze begint maar met wat ze al geschreven heeft.

In het midden een rechter hand met daarin een ganzenveren pen. De hand schrijft op papier, een linker hand houdt het papier vast. Het papier ligt op een blauw tafelkleed en op de voorgrond ligt een parelketting. Links van het papier staat een kistje.
Fragment uit Schrijvende vrouw, Johannes Vermeer, 1665. Collectie National Gallery of Art, Washington

Bezoek

Morgen komt de de secretaris van de Staten van Utrecht, de heer Luchtenburg, met de acte over het pandschap, Margaretha maakt er een netwerkdinertje van: ze heeft ook de secretaris van de Ridderschap, Van Beusinchem, de rentmeester van de domeinen en de heer Smissaert uitgenodigd. Luchtenburg speelt het netwerken voor de functie van kameraar voor de Lekdijk nu via Van Beusichem, maar heeft Godard Adriaan waarschijnlijk ook zelf geschreven.

Aanhef en de neef van Luchtenburg

[rec. 27. dito.]
Ameronge den
19 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere heb ick uhEd met de duijtse post die hier
door passeert geschreefve op hoope die wel over
koomen sal, en geseijt hoe ick merge de heere
sekreetaris luchtenburch met de bewuste
Ackte hier verwachte, ick heb den rentmeester
vande domeijne en den heere smitser met beus
sekom daer bij ten Eetten versocht, den
heere luchtenburch heeft mij door beusekom
versocht aen uhEd te reeckomandeere tot
kamelaer vande leckendijck inplaets vande
overleedene kamelaer Mattijsius , sijn
neef den heere scheepen ram dat Een soon
vande drossaert aende vaert is, twijfele niet of
hij sal hier over selfs aen uhEd schrijfve ,

De gezondheid van Van Ginkel

In haar vorige brief had Margaretha geschreven het beter ging met Van Ginkel, maar ze heeft een brief van Philippota gehad en het blijkt nu toch weer slechter te gaan. De koorts is terug en ook de ‘brand’ en de benauwdheid. Margaretha maakt zich ernstige zorgen. Ze hoopt ook snel wat te horen van haar man en hoe het met zijn ziekte is. Over de bouw heeft ze in haar brief van gisteren al geschreven, de steenoven brand voorspoedig.

Eerste brieffragment over de ziekte van Van Ginkel
Tweede brieffragment over de ziekte van Van Ginkel en afsluiting

ick heb uhEd met alle poste geschreefve de
beeterschap vande sieckte van onse soon den
heer van ginckel, en deese merge met de post

dat de verheffine vande koorts die hem had verlaete
hem weerderom was aengekoomen en dat den
brant hem Even starck bij bleef als meede de
benoutheijt boven de maech dat mij seer be=
komert en oordeel hem de kontini weelle koorts
noch niet heeft verlaete, ick ben inden meeste
bekomerin vande werlt wenste wel bij hem te
sijn en weet niet wat ick doen sal, verlange
ock seer te hoore hoet met uhEd en de loop is
hoope t avont deselfs briefve te ontfange
en daer wt wat goets te sien, hoet hier met
de timeraesge en den steenoven die aent
brande is staet heb ick met de laeste post
geschreefve, hebbe als noch gewenst weer
daer op, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Deze Italiaanse apothekerspot is veelkleurig beschilderd, met op de buik een medaillon in de vorm van een krans van gevleugelde engelenkopjes. Hierin zijn twee kleinere medaillons weergegeven met afbeeldingen van een vrouwelijke heilige en eronder een Afrikaan met hoofdband en apothekersmerk dat is samengesteld uit de letters P.A.Q. en een Lotharings kruis. Op een tekstband over het midden is het opschrift: TRIACA.F. te lezen
Apothekerspot, anoniem, 1501. Collectie Boijmans van Beuningen. TRIACA.F. verwijst naar Theriaca of het koortswerende theriak. De letter F achter het woord wijst erop dat het recept voor deze theriak door de Venetiaanse arts Girolamo Fracastori (1478-1553) was samengesteld.

Nog meer gezondheid

Nadat ze haar brief afgesloten heeft komt de post met een brief van Godard Adriaan en een brief van Ursula Phlippota. Kennelijk wacht degene die de post brengt rustig, want Margaretha neemt uitgebreid de tijd om een PS van formaat toe te voegen.

Margaretha is blij dat Godard Adriaan weer gezond is, met zoon Godard gaat het minder goed

PS over de ziekte van Van Ginkel

p s
so aenstonts ontfange uhEd aengenaeme 
vande 16 deeser ben blijde daer wt te sien 
uhEd weer wel is, de heere wilt lange 
laeten kontiniweere, ick ontfange ock 
met Eenen Een vande vrou van ginckel 
die schrijft de heer van ginckel gistere 
wat beeter was, maer dat hij niet 
kost ruste door de groote benautheij 
die sijn hEd noch booven de maech bij 
blijft, vreese hij sal moete voomeere 
want niet als klisteere1Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel te gebruijcke 
en kan inde maech niet koomen, en al 
wat hij van boove inneemt kan hij 
niet in houde, ick hoope den heere 

Zilveren penning. Op voorgrond klisteer, mortier, stamper, pillendoos,likkepot, pillen en andere apothekersbenodigdheden. Op de achtergrond plant in een pot met een oor gersierd met wapenschild en stamper met vijzel, waarop jaartal staat geschreven.
Utrecht, Apothekersgilde, op naam van Albertus Overmeer, Hendrik Winter, 1665. Collectie: Rijksmuseum.

Ridder Van Ginkel in nood

Margaretha lijkt er soort feuilleton van te maken in haar brieven: mensen die dood zijn of (nog) niet. De Rijngraaf is zeker dood en ook de heer van De Haar. Van Ginkel heeft diens vrouw nog gered, die was in het leger en was anders zo in handen van de vijand gevallen! En de magie van deze brief: de heren van Slangenburg en Lievendaal zijn weer levend!

PS over de Rijngraaf en de heer van de Haar
PS over de heren van Slangenburg en Lievendaal

[staen,] den rhijngraef2Karel Florentijn van Salm is seeckerlijck
doot ock den heer van haer3Paulus van Alkemade had de
heer van ginckel de vrou van haer4Antonetta van Lynden
die meede int leeger was niet met
gelt en sijn kar geassijsteert sij
had in hande vande vijant gevallen

den heer van slangenburch5Frederik Johan van Baer en joncker jan van
Eck of heer van liefvendael6Johan Willem van Panthaleon van Eck seijt men dat weer
leefven, [den heer Mattijsius kamelaer]

Een indrukwekkend kasteel in een gracht. Links een ronde torn die tegen een hoog huis met trapgevels en een vierkante toren aan staat. Op de voorgrond een lagere gevel met twee zadeldaken en rechts een stompe zeshoekige toren. Op de achtergrond nog een hoog gebouw met zadeldak en twee torens.
Kasteel De Haar, Roelant Roghman, 1646. Collectie: Fondation Custodia, Collection Frits Lugt, Paris.

Het gif in de staart

Waar het gif opeens vandaan komt is niet helemaal duidelijk, maar opeens moet de dode kameraar het ontgelden. Volgens Margaretha zal niemand hem missen. Het schijnt dat hij op zijn doodsbed nog even flink heeft uitgehaald naar de Utrechtse politiek. Men verwacht dat er uit zijn papieren nog wel het één en ander zal blijken.

PS over Matthisius

[leefven,] den heer Mattijsius kamelaer
vande leckendijck, sijn doot wor van niemant
beklaecht en seijt men dat hij aende preedi=
=kant buermaenus7Pieter Burman of één van zijn nakomelingen op sijn doot bedt sou
gereeckomandeert hebbe dat hij toch sou
bidde voor diegeene die sulcke vuijlle stuck
=ken inde provinsie van wttrecht bedreefven
daer hij wel kenisse van had, men ge=
looft men onder hem of sijn pampieren
sal vinde datter sijn die peninge wt sijn
kantoor hebbe gelicht, in soma daer
wort veel geseijt,

Rond een bed staan diverse mensen. Een vrouw heeft haar arm om het hoofd van de man in bed geslagen. Aan het voeteneind staat een man in het zwart. Op een tafel voor het bed staan diverse kannen.
Dood van een man, Moses ter Borch, ca. 1662 – voor 1667. Collectie Rijksmuseum.

Tegels

Kennelijk heeft Godard Adriaan aangegeven dat hij goedkoop stenen voor de vloer kan krijgen. Dat ziet Margaretha wel zitten. En als ze dan zo goedkoop zijn, dan moeten ze maar gelijk voor de zaal van Kasteel Middachten bestellen. Zodra Schut in Amerongen is, zal ze er met hem eens over hebben en de secretaris een memorie laten schrijven.

Kennelijk wordt de postbezorger nu ongeduldig (en terecht), dus ze breit er snel een eind aan.

PS over de stenen om een vloer te leggen

so uhEd de steene om vloere van te lege
so goeijkoop kont krijge mocht wel so
veel tot de sael op Middachte meede
koope, so haest schut die naer
Amsterdam is en int midde van dees
weeck weer hier koomt, komt salde
sekreetaeris uhEd de perfeckte me=
moorije vande vloere sende, ick blij
met haest de post gaet

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Vloerstenen. Foto en ©: Hans Neecke.

  • 1
    Klisteer: Hoeveelheid vloeistof door de aarsopening in het darmkanaal gespoten, gewoonlijk met het doel den stoelgang op te wekken, soms als geneesmiddel of als voedingsmiddel
  • 2
    Karel Florentijn van Salm
  • 3
    Paulus van Alkemade
  • 4
    Antonetta van Lynden
  • 5
    Frederik Johan van Baer
  • 6
    Johan Willem van Panthaleon van Eck
  • 7
    Pieter Burman of één van zijn nakomelingen

Moeder van het gasthuis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 21 september 1676
Lees hier de originele brief

Ook Godard Adriaan is ziek! Dat leest Margaretha in zijn brief van 12 september. Ze maakt zich vooral zorgen omdat het blijkbaar al langer duurt, en vindt dat hij toch wat medicijnen moet proberen en vooral rust moet nemen.

Aanhef en de zorgen om Godard Adriaan

Ameronge den
16 septem 1676
rec: 21. dito

Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 12 deeser heb ick gistere ontfa
het doet mij niet alleen leet dat uhEd de loop so lange
bij blijft maer bekomert mij seer, deselfve sal wel
doen wat te meedisineere en hoope hij wt ruste
sal en sich daer wel bij bevinde, [uhEd sal versta]

In een vertrek houdt een apotheker of arts een flesje in de hand en neemt kruiden van een jongen aan. Rechts een man in bed, van wie een ader wordt gelaten. Links een ruimte met distillatietoestellen.
Bereiding van medicijnen en een aderlating, Julius Milheuser, 1662. Collectie Rijksmuseum

Uit Den Haag komen gelukkig goede berichten over zoon Godard. De koorts neemt af en ook valt hij minder flauw, dus ze denkt dat het ergste achter de rug is.

Bedrieglijk besmettelijk

Godard Adriaan zelf heeft zijn besmetting blijkbaar opgelopen van een knecht die ziek was, maar die dat niet heeft gemeld. Margaretha windt zich er over op: die man had nooit het huis van Godard Adriaan binnen moeten komen als hij zelf al wist dat hij ziek was. Feitelijk een vorm van verraad. Verder wel een goede knecht, daar niet van, maar het maakt haar toch kwaad.

Eerste brieffragment zieke knecht
Tweede brieffragment zieke knecht

[geefven,] het doet mij ock seer leet uhEd so
qualijck gedient is, dat is recht bedroch sulcke
sieckte te hebbe in de luijde haer huijse te koome
, bender wel quaet om, soot anders Een goet
knecht was, [is daer raet voor dat heel soe=]

Men neme…

Margaretha weet wel een goed medicijn. Men neme drie harten van (levende!) jonge reigers, verpulvere dat tot poeder en neme dat in. Werkt heel goed, maar ze denkt niet dat er nu makkelijk aan te komen is. Jonge reigers vind je natuurlijk vooral in de lente.

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum
Brieffragment medicijn

[knecht was,] is daer raet voor dat heel soe=
=vereijn is, se neeme 3 harte van jonge
reijgers daer leevendich wt gehaelt en
gepolveerijseert ingenoome is heel goet maer
geloof niet dat men die nu sou konne krijge

Gasthuis Amerongen

Ondertussen voelt Margaretha zich in Amerongen ook een gasthuismoeder. In het dorp heerst dysenterie (‘roode loop’) en ook het werkvolk ontkomt er niet aan. Rietveld, Tielman en meerdere metselaars en opperlieden hebben koorts. Margaretha maakt medicijnen en verzorgt de zieken.

Brieffragment gasthuis

hier int dorp en ondert werck volck sij so
veel siecken aen koortse en roode loop dat
=ter haest niet Een huijs vrij van is, rietvelt
en tielman hebbe de koortse en Etlijeke met
selaers en opperlie, ick ben niet anders als
of ick moeder vant gashuijs ben heb alle dage
werck meedesijne ree te maecke en
voort de siecke te versorchge, [het schijnt de heer]

Vijf glazen met afbeeldingen van het werk van dokters, apothekers en barbiers in een houten vatting. Het glas uiterst links: een man leest staande een boek. Het glas rechts daarvan: een man maalt iets met vijzel. Het middelste glas: een staande man scheert een andere man die zit en een wit laken voorgebonden heeft. Het glas rechts daarvan: een staande man houdt met zijn linkerhand de hand van een zittende vrouw vast, en heeft in zijn rechterhand een gevulde beker in de lucht. Het glas uiterst rechts: een lopende man, beide handen vooruitgestoken en in de linkerhand een onherkenbaar voorwerp, wordt gevolgd door een jongen.
Vijf bezigheden van dokters, apothekers en barbiers, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

Vroeg op

De helft van het geld voor de assignatie is binnen! Een ook 283 gulden van de declaratie. Daarmee heeft ze alle bouwvakkers vooruit betaald, maar ze houdt goed in de gaten of het werk ook echt gebeurt. Ze zit ze ‘dun op de hakken’, dat wil zeggen ‘op de hielen’ oftewel met haar neus er boven op. Met dat doel is ze vroeg uit de veren: tussen zes en zeven is ze al op de bouwplaats. Er is nog wel veertien dagen werk voordat ze aan het dak kunnen beginnen.

Een foto van het middengedeelte van een gestuct plafond. In het midden is een ovale plafondschildering te zien. Eromheen is een gestucte lijst van gestileerde, in elkaar gestoken acanthusbladeren. Het ovaal wordt weer omlijst door een rechthoek bestaand uit gestucte decoratie van zonnebloemen en acanthusbladeren. Daarbinnen bevindt zich een zwart gemarmerde lijst. Tussen deze lijst en de ovale gestucte lijst is de ruimte opgevuld met een gestucte decoratie bestaand uit takken met eraan rozen en bladeren. Om de rechthoek is een gedeelte van het barokke stucwerk van het plafond te zien met rechtsboven en linksonder een schelp met aan beide zijden gestileerde planten. Rechtsonder en linksboven is een gedeelte van de gestucte decoratie van gestileerde planten in de vorm van een gedraaide spiraal naar binnen alsof het slagroom is. Op de plafondschildering zijn de twee belangrijkste figuren zwevend boven elkaar, half op een wolk leunend, geschilderd. De wolk is aan de bovenkant licht en aan de onderkant heel donker van kleur. Van de bovenste figuur zijn alleen de blote schouders en een bloot rechterbeen te zien. Ze draagt een kroon van laurierbladeren en heeft om zich heen een rozerood kleed gedrapeerd waarvan het grootste gedeelte achter haar aan wappert. Achter haar hoofd is een stralenkrans te zien. Ze kijkt liefdevol naar de persoon onder haar, waarschijnlijk een man. Hij is ook bloot met om zijn bovenlijf een geel doek en om zijn onderlijf een blauw doek gewikkeld. Hij lijkt ook een soort krans te dragen. Er zijn van hem twee blote benen te zien. Zijn rechterarm heeft hij naar voren gestrekt met de palm omhoog. Hij kijkt omhoog naar de vrouw. Achter de wolk is nog een kleiner figuurtje te zien met vleugels en ook een krans om het hoofd. Alleen de bovenkant van het lijf is te zien. Op de achtergrond van de schildering zijn wat vage, lichte en donkere wolken te zien.
Aurora, M.L.A. Clifford, 1726. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Brieffragment geld en voortgang werk

[wil alles ben beste schicke,] ick heb de helfte
vant gelt weegens de bekende assinasie1Assignatie: aanwijzing tot betaling tot
wttrecht ontfange als meede de 283f weege
de dikleraesie, heb nu alt werck volck voort
af betaelt, weest vrij verseeckert dat ickse so
deun op de hackesit2dun op de hakken zitten: op de hielen zitten alst moogelijck is ben
alledage smergens tusche ses en seeven
Euren opt werck dat voor mij vroech is , en
sien datse noch al ontrent de veertien dage
werck hebbe op t huijs Eerse de kap sulle begin
=ne te rechte [wij hebe noch gewenst weer opt]

Mooi weer

Het weer zit tot nu toe mee, wat gunstig is voor zowel de bouw zelf, als voor het stoken van de steenoven. Als het nog veertien dagen aanhoudt dan zijn de meeste stenen wel gebakken. Punt van aandacht is wel dat alle turf met lichters en trekpaarden uit Culemborg, aan de andere kant van de rivier, moet komen. Dat kost geld, die schippers moeten ook betaald worden!

[=ne te rechte] wij hebe noch gewenst weer opt
werck en op de steen oven die aent brande
is, otbaerentse3Ot Barendse, de steenhandelaar isser ock weer bij mooge wij
maer veertien dage sulcken weer houde
sal den oven overt quaetste sijn, maer
ick moet al den turf met lichters en treck
paerde laete vant spoel Effen beneeden
kuijlenburch4Culemborg laeten haelle dat kostelijck
valt dan dat sal ick de schippers doen betaelle

Gezicht op de stad Culemborg in de situatie omstreeks 1620. Op de voorgrond, buiten de stadsmuren, de oever van de rivier De Lek met een roeiboot en een vrachtschip met tonnen.
Culemborg, Abraham Rademaker, 1727 – 1733. Collectie Rijksmuseum.

Zilver vergulde doos

Margaretha is blij dat Godard Adriaan tevreden is over de tekst van de Akte van de Staten van Utrecht over de overdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen. Ze heeft gehoord dat de akte zal worden overhandigd in een kistje dat in Amsterdam met zilver wordt verguld. Een teken dat ook de Staten van Utrecht de transactie zien als iets heel bijzonders. Ze weet nog niet wie hem zullen komen brengen. Maar wie het ook zijn, Margaretha zal ze goed ontvangen, zoals ze in haar vorige brief ook al beloofde.

Brieffragment over de overdracht van het pandschap

[gekoome die hem thuijs gebrocht sijn,] tis mij lief uhEd de
Ackte vande state van wttrecht so wel gevalt men schrijft
mij de seekreetaris luchtenburch mij int laest vande weeck
die in Een silvere vergulde doos die te Amsterdam te ver
=gulde is, sal brenge, wie daer meede sal koomen weete niet
ick salse opt best onthaelle en trackteere dat ick kan,

Een zilversmid, zittend aan het werk bij een raam. Hij bewerkt een schaal met een hamer, voor het raam staat meer van zijn werk: twee vazen een kandelaar en nog een soort schaal.
De Zilversmid. Uitsnede uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum

  • 1
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 2
    dun op de hakken zitten: op de hielen zitten
  • 3
    Ot Barendse, de steenhandelaar
  • 4
    Culemborg

Korte update

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 september 1676 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 september 1676
Lees hier de originele brief

Kennelijk heeft Margaretha niet veel tijd, want deze brief heeft maar twee kantjes. Ze begint deze brief met een overzicht van de financiën. Het gaat nu niet alleen over ordonnanties en assignaties, maar ook over declaraties en defroyementen (onkostenvergoedingen).

De provincie Utrecht als werkgever

Godard Adriaans werkgever voor deze missie is de provincie Utrecht en die is nog steeds krap bij kas na de plundering door de Fransen. Er worden dan ook wat trucjes uitgehaald. Kennelijk is het potje voor de onkostenvergoedingen beperkt, dus worden Godard Adriaans onkosten nu geboekt onder legeruitgaven. De reden daarvoor? De kans dat het daadwerkelijk tot een betaling komt is groter. Gelukkig heeft Nicolaas van Beusichem, de secretaris van de Ridderschap, beloofd dat hij erop zal toezien dat Godard Adriaan betaald wordt, zodra er geld is.

Brieffragment over geld

wttrecht den 3
septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

uhEd laeste is geweest vande 28 pasato dewelcke
ick met de laeste post heb beantwoort, gistere
avont ben ick hier gekoome alwaer deesen dach
genootsaeckt ben te blijfve om verscheijde affaerees1Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden
de 400f weegens uhEd equipaesge2Equipage: uitrusting voor een reis heb ick van
beusekom3Nicolaas van Beusichem ontfange maer vande 280f of de dekla
=raesie weetense hier niet, de seeckreetaris luch
=tenburchJ4onathan van Luchtenburg heb ick niet konne aentreffe om te
spreecke, dan beusekom seijt dat de Assinaesi5Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling”
van 5413f verandert is vande post vande defroije
=mente6Defroyement: onkostenvergoeding en gestelt is op de post vande leegerlaste
daer se geloofve wij beeter op sulle konne be
taelt worde, beusekom die deselfve asinaesi
in hande heeft, heeft aengenoome sorch te drage
dat wij wt het Eerste gelt mooge betaelt worde

Beurs van groen fluweel met trekkoord en afgezet met gouddraad op een doosje in de vorm van een schaar (fallus?) van dito fluweel en passement, voorzien van twee metalen ogen, anoniem, na 1580. Collectie Rijksmuseum.

Beleg of geen beleg?

Het nieuws uit Maastricht blijft uit. Margaretha heeft uit Den Haag vier brieven geschreven aan haar zoon en ze heeft niets van hem gehoord. Morgen gaat ze toch maar naar Amerongen. Er wordt veel over de situatie in Maastricht gepraat, maar Margaretha gelooft dat dat allemaal Paapse propaganda is. Kennelijk heeft ze de Oprechte Haerlemsche Courant van twee dagen eerder niet gelezen, want daar stond in dat het beleg opgebroken werd. Wel met de mogelijkheid om eventueel strijd te leveren met de vijand.

Uyt het Leger onder sijn Hoogheyt tot Lonake den 28 Aug. Terwijl men vast vernam het aennaderen van de Fransse, onder het Commandement van Monsr. Schombergh en d'Humieres, soo heeft men van onse kant goet gevonden uyt de Belegeringh van Maestricht op te trecken, gelijck wy dan op gisteren hebben gedaen, en on op heden hier neergslagen, zijnde omtrent een half uur van ons voorgaende Quartier, omme, indien mogelijck, den Vyant Battailje te leveren.
Oprechte Haarlemsche Courant van 1 september 1676. Bron: Delpher
Eerste brieffragment over Maastricht
Tweede brieffragment over Maastricht

, nu meen ick merge heel vroech naer Ameronge
te gaen, en heb noch vande heer van ginckel
niet ter werlt gehoort heb hem wt den haech
vier briefve geschreefve en niet Een letter
tot antwoort bekoomen, int op breecke van

ons leeger is al Eenige kleijne schermutselin
voor gevalle so men seijt, dat mij te meer
bekomert, en weet niet wat ick dencke sal
, de mense spreecke in hollant seer en hier
niet min, doch hebbe ongelijck, geloof het
meest door de paepiste aengestoockt wort
de briefve die heeden wt Maestricht sijn
aengekoome brenge meede dat meest al
de huijse in die stat so sijn doorschoote
datse niet te gebruijcke sijn, de rechte
pertikulierijteijte7Particulariteiten: bijzonderheden, details vant opbreecke van
ons leeger weet men hier noch niet, ge
loof uhEd dat beeter sult hebbe al wij ,

Op de trap van een gebouw met pilaren zit een huilende vrouw. Op de achtergrond een stad waar alles brand en mensen plunderen en vernielingen aanrichten.
Treurende vrouw bij verwoeste stad, Jean Baptiste Nolin (I), naar Sébastien Leclerc (I), 1678. Collectie Rijksmuseum.

Trouw volk en een muitende predikant

Het begint inmiddels een feuilleton te worden: Margaretha hoopt dat Blanche, het personeel en de bagage inmiddels bij Godard Adriaan in Bremen zijn. Na de gebruikelijke afsluiting volgt een beetje een cryptisch post scriptum. Jodocus van Lodenstein heeft volgens Margaretha muitineus en seditieus, dus oproerig én oproerig, gepredikt.

Helaas is niet te achterhalen waar de bewuste preek over ging. Van Lodenstein, één van de gijzelaars van de Fransen, stond een sobere levensstijl voor en een directe beleving van het geloof. Net als andere predikers van de nadere reformatie was hij wars van ‘volkszonden’ als de ontheiliging van de zondag, dobbelen, luxe en kermisbezoek. Hij was ook scherp op misstanden binnen de kerk.

Predikanten van de nadere reformatie er moeite mee, dat de benoeming van predikanten van buiten de kerk gebeurde: door wereldlijke bestuurders. Vond Margaretha hem te streng wat betreft de volkszonden? Of had hij stevig tegen het collatierecht8Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen gefulmineerd? Ach, Margaretha was er zelf ook niet bij geweest, dus of de soep echt zo heet gegeten werd als zij hem hier opdient, is ook nog maar de vraag.

Afsluiting met ps

blansche sal nu al bij deselfve sijn,
ock het volck met de begaesge9bagage , hiermee
de blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

gistere beedach
sijnde heeft hier
loodisteijn so geseijt wort
seer muijtineus10Van muitineren: oproering veroorzaken en sediesieus11Seditieus: oproerig, opstandig gepreeckt

Een dame en een heer badmintonnen in een kamer. Op de achtergrond pakt een jongen een shuttle op. Links op de vloer liggen speelkaarten rechts ligt een kolfspel en bij de tafel rechtsachter liggen wijnglazen op de grond. Op tafel ligt een luit. Op de achtergrond loert een skelet tussen de gordijnen door. Onder de tekening de tekst 'Elck sijn tijt verdrijff". De tekening gaat over ledigheid.
Elck sijn tijt-verdrijff, Adriaen van der Venne, ca 1632. Collectie: Metropolitan Museum of Art, New York
  • 1
    Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden
  • 2
    Equipage: uitrusting voor een reis
  • 3
    Nicolaas van Beusichem
  • 4
    onathan van Luchtenburg
  • 5
    Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling”
  • 6
    Defroyement: onkostenvergoeding
  • 7
    Particulariteiten: bijzonderheden, details
  • 8
    Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen
  • 9
    bagage
  • 10
    Van muitineren: oproering veroorzaken
  • 11
    Seditieus: oproerig, opstandig

Geen nieuws van het zuidelijk front

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 september 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 9 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag. Er doen onheilspellende geruchten over Maastricht de ronde, en ze heeft nog niets van Van Ginkel gehoord, dus heeft ze besloten nog even in de hofstad te blijven. Want wat nu als zoonlief een brief naar Den Haag stuurt, terwijl Margaretha net weer is vertrokken richting Amerongen? Margaretha is als de dood dat ze een brief van haar zoon mist. De laatste was van 26 augustus. Trouwens, niemand heeft brieven gehad. Zelfs de Staat niet! Of misschien wel, maar er wordt heel geheimzinnig over gedaan. De geruchten over Maastricht blijven voorlopig geruchten.

Brieffragment over gebrek aan nieuws

haech den Eerste
septem 1676

rec: 9 dito

Mijn heer en lieste hartge
de quade en onseeckere tijdine en geruchte die
hier nu drije dage aen Een van ons leeger dat
voor Maestricht leijt of heeft geleechge, is oor=
=saeck dat noch deese twee dage hier ben ge=
=bleefve, op hoope vande briefve vande heer van
ginckel te krijge, die wij tot noch toe niet hebbe
bekoome noch ock niemant pertikuliers1Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad., men
seijt ock selfs den staet niet, en so men heere
de state die hebbe gekreechge wordense seer
geseekreeteert2Secreteren: geheimhouden dade laeste briefve vande heer
van ginckel sijn vande 26 Augusti, [de luijckse post]

Het aanreiken van een brief in een voorhuis. In een vertrek bij het raam zit een vrouw met een hondje op schoot. Rechts nadert een man met een brief in de hand. Links staat een hond en zicht door de openstaande deur naar buiten, waar op straat aan een gracht (Kloveniersburgwal?), een kind met een zweepje speelt.
Het aanreiken van een brief in het voorhuis, Pieter de Hooch, 1670. Collectie Rijksmuseum.

Foute boel

Waar bestaan die geruchten uit? Men beweert dat de Luikse post opgehouden is en dat er 6000 vijandelijke militairen binnen Maastricht zijn gekomen. Hierop zou Willem III het beleg van Maastricht hebben opgebroken en richting Tongeren zijn getrokken om zich met zijn troepen bij de troepen van Waldeck en de Spaanse troepen te voegen, waarna ze slag zouden leveren tegen de Fransen. Maar hier is zoals gezegd helemaal geen zekerheid over. Het enige dat Margaretha zeker weet, is dat er iets niet helemaal goed zit.

Eerste brieffragment over troepen in het zuiden
Tweede brieffragment over troepen in het zuiden

[van ginckel sijn vande 26 Augusti,] de luijckse post
most gistere al hier sijn geweest dan men
seijt die op gehoude is, en datter ses duijsent
man vande vijant binne Maestricht soude
gekoome sijn, waer op sijn hoocheijt met de
beleegerin soude op gebroocke sijn en naer
tongeren den vij om met het bij hebbende

volck vande graef van waldijck3Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg en de spaense
te konsijongeere4Conjugeren: samenvoegen de vijant die af komt te
gemoet te gaen en slach te leeveren, doch
gelijck voorseijt heb is hier de minste seecker=
heijt niet van, maer wel datter Eits is dat
niet wel is[, de heer almachtich wil sijn hooch]

Gezicht op de versterkingen van de stad in vogelvluchtperspectief. Op de voorgrond de prins met zijn staf. Bovenaan portretten in medaillons van de graaf van Hornes en prins Willem III. Op het blad onder de plaat de titel en de legenda.
Beleg van Maastricht, 1676, anoniem, 1676. Collectie Rijksmuseum.

Kopzorgen

Uiteraard hoopt Margaretha dat de Heer almachtig het land en zijne Hoogheid bewaart, maar ze maakt zich ook ernstige zorgen om haar zoon. Naast dat ze geen idee heeft hoe het staat met de belegering van Maastricht, is ze bang dat haar zoon rode loop (dysenterie) krijgt of heeft. Zweder van Boetzelaar is daar al aan gestorven!

Brieffragment over bezorgdheid om Van Ginkel

[niet wel is,] de heer almachtich wil sijn hooch
en ons lant bewaeren, de raet pensionaris
is buijten op ter lee , ick hoope vandaech
noch briefve van h van ginckel te ontfange
want ben seer ongerust so omt Een alst
ander de roode loop renneert seer in ons
leeger en is den heer van leuwen5Zweder van Boetzelaar daer aen
gestorfven, so dat ick bekomert ben,

Margaretha herhaalt nogmaals dat er echt geen brieven bezorgd zijn en wil misschien toch vandaag nog richting Amerongen vertrekken.

Brieffragment over vertrek naar Amerongen

doch krijch briefve of geen meen van daech
noch te vertrecke en met godts hulpe merge
t Ameronge te sijn[, uhEd aengenaeme vande]

Op een tafel ligt een boekje met daarop een paar papieren in een mapje. Daar bovenop ligt een schede. Aan de rechterkant is een roemer van het boek gevallen, op de voorgrond een ganzenveer die gebruikt is om mee te schrijven en iets van een napje. Links op de achtergrond een lege kaarsenstandaard. Alle onderdelen van dit Vanitas stilleven duiden op de vergankelijkheid en het verstrijken van tijd.
Pieter Claesz, Stilleven met een schedel en schrijfgerei. Collectie The Metropolitan Museum of Art.

Postproblemen

Er is sowieso iets raars aan de hand met de postbezorging. Eerder in de brief schrijft Margaretha al dat de Luikse postbezorging tijdelijk wordt opgehouden. Maar ook Godard Adriaan lijkt haar brieven niet allemaal goed te ontvangen. Ze heeft er vier geschreven, maar in zijn brief van 28 augustus vermeldt Godard Adriaan niet dat hij deze allemaal ontvangen heeft. En het personeel is ook nog steeds niet aangekomen!

Eerste brieffragment over brieven van Godard Adriaan
Tweede brieffragment over brieven van Godard Adriaan

[t Ameronge te sijn,] uhEd aengenaeme vande
28 pasato heb ick gistere ontfange kan
mij niet genoech verwondere dat hij geen
tijdine van sijn volck heeft die nu lange

tot breeme moete aengekoome sijn, ock maeckt
uhEd geen mensie van mijn briefve ontfange
te hebbe, dit is de vierde die ick deselfve heb
geschreefve[, de oblijgasie op de generaelijteij]

Hout

Ondertussen is ze ook nog druk bezig met de herbouw van het kasteel. Er moet hout vanuit het Duitse Harburg naar Amsterdam gezonden worden. Maar Margaretha informeert ook naar hout dat ze misschien zouden ontvangen van Johann Georg II Anholt-Dessau, kortweg de prins van Anholt. Godard Adriaan zal hierover vast wel iets gehoord hebben van de bouwmeester. Margaretha hoopt in ieder geval van wel, want het hout zou zeer goed van pas komen.

Brieffragment over hout

[noch te sien,] ick hoope deselfve bij van weede6Cornelis van Weede ordere sal ge=
=stelt hebbe dat het hout van haerburch naer Amsterdam
mach gesonde worde dewijlle de scheeps vrachte so wel
te geniete sijn, en dat uhEd vande boumeester7Michiel Mattheus Smits sult ge
hoort of verstaen hebbe hoet met het hout vande prins
van Aenholt8Johann Georg II Anholt-Dessau staet kost me daer noch van bekoome
soude goet sijn en ons seer wel te passe koomen,

Met de meeste bekommering van de wereld

Margaretha heeft haar brief al afgesloten, maar voegt er toch nog iets aan toe. Met Philipotta en de kleine Agnes gaat het gelukkig hartstikke goed. Met Margaretha gaat het wat minder, want ze heeft nog steeds geen brieven ontvangen en maakt zich ernstige zorgen. ‘Met de meeste bekommering van de wereld’ besluit ze toch maar naar Amerongen te vertrekken.

Afsluiting

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

de vrou van ginckel
die met het kraem
kintge heel wel naer
den tijt is preesenteert
haer dienst aen uhEd
ick gae met de meeste bekomerin vande werlt van hier
tot noch toe geen briefve bekoome hebbende

Een jonge vrouw zit met haar naaiwerk bij het raam, met naast haar een dienstmeisje dat bij de wieg knielt.
De jonge moeder, Gerrit Dou, 1658. Collectie Mauritshuis.
  • 1
    Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad.
  • 2
    Secreteren: geheimhouden
  • 3
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 4
    Conjugeren: samenvoegen
  • 5
    Zweder van Boetzelaar
  • 6
    Cornelis van Weede
  • 7
  • 8
    Johann Georg II Anholt-Dessau

De brieven van 1676

In 1676 vertrekt Godard Adriaan als extraordinair gecommitteerde naar Bremen. De basis van het nieuwe huis in Amerongen staat, maar er moet nog veel gebeuren, dus dat laat hij over aan zijn vrouw en zijn secretaris Godard van den Doorslagh. Het zal vrij snel duidelijk worden waar hard aan gewerkt wordt en wat allemaal nog moet gebeuren.

Bureaucratie

In 1672 en 1673 had Margaretha er bijna een dagtaak aan de betaling voor haar mans werk los te krijgen. In 1676 zien we dat ze die taken voor een deel heeft afgestoten en dat Van Heteren dat werk doet. Uiteraard blijft Margaretha wel verantwoordelijk voor het verantwoorden van de uitgaven. Dat zal haar ook in 1676 weer de nodige hoofdbrekens kosten, nu alleen niet omdat er geen geld te krijgen is, maar omdat het bouwen van een huis nou eenmaal veel geld kost.

Op een veld zijn mannen aan het bouwen. Voor proberen ligt een boomstam op twee bokken en zijn mannen met bijlen bezig. Rechts roert een man onder een afdak in een grote bak (mortel?) daarachter wordt een muur gebouwd met drie mannen op een steiger en helemaal achter timmert een ban het gebint van een dak in elkaar.
Over bouwen in het algemeen. Uit: Georgica curiosa : das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität Düsseldorf

De kleinkinderen

De brieven beginnen met de geboorte van een volgend kleinkind. Als Margaretha naar Amerongen gaat, neemt ze alle kinderen behalve de oudste, Margaretha (Tietge) en de pas geboren Agnes mee, die blijven achter bij hun moeder in Den Haag. De groeten van de kleinkinderen gaan dus onveranderlijk mee in de brieven, alleen nu niet omdat Ursula Philippota en Margaretha noodgedwongen op elkaars lip zitten.

Kinderkamer met drie vrouwen, waarschijnlijk moeders en geen kindermeiden. De vrouw links leert een kind lopen. De vrouw in het midden zit op een stoel en geeft haar kind de borst. De rechter vrouw heeft een kind op de arm. Twee van de kinderen dragen een valhoedje, een gevoerd hoofddeksel dat hen moest beschermen als ze vielen. Op de achtergrond staat een wieg, één kind speelt met een wagentje aan een touw, een ander heeft een stokpaard.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.

Voor wie niet alle kinderen paraat heeft en niet direct weet hoe oud ze zijn als de brieven Margaretha weer van start gaan (op 25 augustus 1676):

  • Margaretha (Tietge), geboren 15-07-1667, negen jaar oud
  • Frederik Christiaan (Fritsge), geboren 20-10-1667, zeven jaar oud
  • Anna Ursula (Antge), geboren 19-09-1669, zes jaar oud
  • Reiniera (Niera), geboren 08-06-1672, vier jaar oud
  • Salomé Jacoba (Jacoba), geboren 22-05-1673, drie jaar oud
  • Godard Adriaan (Godertge), gedoopt 11-10-1674, één jaar oud
  • Agnes (Angenis), geboren 24-08-1676, één dag oud

En voor de volledigheid: op de dag dat Agnes wordt geboren, is Ursula Philippota jarig, ze wordt 33. Er zijn geen aanwijzingen dat in het gezin Van Reede verjaardagen gevierd werden, Margaretha feliciteert alleen zo nu en dan haar man.

Oorlogsnieuws

De Republiek is in 1676 nog steeds in oorlog met Frankrijk. Eén van de ‘zeehelden’ van 1673, luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, was in april 1676 gesneuveld. Een ander, Cornelis Tromp, heeft met toestemming van de Staten-Generaal het bevel gekregen over de Deense vloot. De Republiek steunt de Denen in hun strijd tegen de Zweden, die op hun beurt weer gesteund worden door de Fransen. In juni 1676 wordt de Zweedse vloot verpletterend verslagen. Begin juli wil Willem III een eind maken aan de Franse bezetting van Maastricht. Na een beleg van bijna twee maanden, is hij genoodzaakt de aftocht te blazen: het Franse ontzettingsleger komt er aan. Zoon Godard van Ginkel bevindt zich op dat moment in Maastricht.

Op een stuk land staan een paar tenten. Er omheen staan wagens en paarden. Tussen de tenten staan mannen.
Gezicht op een legerkampement, Barend Klotz (toegeschreven aan), 1674. Collectie Rijksmuseum.

Memoriael-bouck

In een boek heeft Godard Adriaan de stand van zijn bezittingen opgeschreven. Het begint met alles wat ze geërfd hebben, dan alles wat er aan schulden open stond en daarna wat ze aangekocht hebben. Daarna is er uitgebreid beschreven wat ze allemaal verbeterd hebben aan het oude huis. Na het verhaal van de brand en de dank voor het hout van de Keurvorst, gaat het memoriaalboek verder met alle landaankopen die tijdens hun huwelijk gedaan zijn. Er ligt dus een duidelijk overzicht van wat er bij het landgoed hoort dat Margaretha te beheren heeft als Godard Adriaan er niet is.

Eerste fragment uit het memoriaalboek
Tweede fragment uit het memoriaalboek

Meloratien en Aenkoop

van goederen gedurende onsen
Ehestant gedaen____:

Voor eerst stellen wij alhier voor Timmeragie

Metselen, planten, verleggen van de Hoven,
vermaken van ’t Voorburg, graven van
Graften, Wallen en Vijvers, poten van
Boomgaerden, Sedert het Jaer 1645
tot Junio 1672 ten minsten een som
van vijff en sestigh duisent gulden

Een bruin leren boek met koperen sluitingen. Het boek is versierd met een goudkleurige rand met flora. In het midden staat: Memoriaal-bouck van de Goederen specterende aan de Huyse en de hoge Heerlicheyd van Amerongen. MDCLXXVI
De kaft van het memoriaalboek, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

De Slag bij Seneffe

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Godard van Reede van Ginkel 12 augustus 1674 Bergen (Henegouwen)
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Wat moet Margaretha geschrokken zijn toen ze de brief van haar zoon las. Godard van Ginkel was tijdens de Slag bij Seneffe in zijn schouder geschoten. De wond bloedde zo hevig, dat Godard flauw werd. De brief waarin Godard dit schrijft, is geadresseerd aan vader Godard Adriaan van Reede en op 12 augustus 1674 verzonden vanuit het Belgische plaatsje Bergen.

Brieffragment over pistoolschot

[daer onder] inde welcke ick geen van achteren 
met een pistoolkoogel even onder mijn 
lincker schouder wiert deur en deur geschooten,
dat mijn door het ongemeen starck bloeden 
een weijnigh flau maeckte, ende obligeerde 
te retireeren

Drie ruiters in gevecht, met zwaarden en een pistool. Op de achtergrond meer vechtende mannen te paard en op de grond een gewonde soldaat.
Drie ruiters in gevecht, Jan Martszen de Jonge, 1619 – 1649. Collectie Rijksmuseum.

De weg naar vrede

Nadat de Vrede van Westminster in februari 1674 gesloten was en ook Münster en Keulen eieren voor hun geld hadden gekozen, moesten alleen de Fransen nog verslagen worden. Om Frankrijk op de knieën te krijgen was prins Willem III echter afhankelijk van zijn bondgenoten. Ondertussen had de prins van Condé van de Zonnekoning toestemming gekregen om indien mogelijk de confrontatie met de geallieerden aan te gaan. De prins van Condé hield zich met zijn legermacht op in de omgeving van Charleroi. De Spaanse gouverneur-generaal Juan Domingo Mendez de Haro y Fernández de Córdoba, graaf van Monterey, voelde de bui al hangen: Condé was van plan één van de vijf Spaanse vestingen aan te vallen. Maar welke? Namen, Mons, Condé, Chambrai of Bouchain? Hoe dan ook, Condé moest zo snel mogelijk teruggedreven worden naar de Franse landsgrenzen. Monterey probeerde Willem III er derhalve van te overtuigen dat het noodzakelijk was zo snel mogelijk slag te leveren tegen de Fransen.

Medaillon met een man in een harnas met lange krullen en een harnas. Een dame houdt het gordijn voor het medaillon opzij.
Portret van Juan Domingo de Zuñiga y Fonseca, graaf van Monterey, Gerard de Lairesse, 1672. Collectie Rijksmuseum.

Dekkingsmacht

Op 9 augustus 1674 arriveerde de geallieerde legermacht, bestaande uit ongeveer 65.000 man, in het Belgische plaatsje Seneffe. Dit plaatsje lag niet ver van het Franse legerkamp. Het geallieerde leger trok vervolgens verder richting de Franse grens, met als doel Condé af te snijden van zijn aanvoerlijnen. Bij Seneffe werden 3000 à 4000 cavaleristen en 500 dragonders achtergelaten om als dekkingsmacht te dienen. Onder de cavaleristen bevond zich brigadegeneraal Godard van Ginkel. Van Ginkel diende onder het bevel van Karel Hendrik van Lotharingen, de prins van Vaudemont.

Te midden van het strijdgewoel een wolk van waaruit wat wapens steken.
Detail van Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie: Rijksmuseum. Op deze uitsnede zijn de troepen van brigadegeneraal Van Ginkel afgebeeld.

De slag

In de ochtend van 11 augustus 1674 viel het 50.000 man tellende leger van Condé de dekkingsmacht van Vaudemont aan. Van Ginkel schrijft dat Vaudemont bij Willem III eiste dat hij versterking zou krijgen. Hierop zond de Prins van Oranje de regimenten van veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen en van diens neef Willem Maurits van Nassau-Siegen.

De Slag bij Seneffe bestond in feite uit die verschillende slagen. Naast Seneffe, werd er strijd geleverd bij het klooster Saint-Nicolas-aux-Bois en in het dorpje Fayt-lez-Manage. De cavaleristen en infanteristen hielden bij Seneffe aanvankelijk redelijk stand, maar moesten de aftocht blazen toen de Fransen het plaatsje begonnen te bombarderen. Bij het klooster werd lang standgehouden, totdat de Spaanse aanvoerder dodelijk gewond raakte en de cavalerie en infanterie op de vlucht sloegen. Na verkeerde inschattingen van Condé, die ervan overtuigd was dat de geallieerden richting Bergen wilde ontkomen en de achtervolging had ingezet, moesten de Fransen de strijd om het dorpje Fayt staken.

Overzicht van de slag. Op de voorgrond wordt heftig gevochten en steeds verder naar achteren is het redelijk georganiseerd. De wolken van de slag zijn ook rechts op de achtergrond te zien.
Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie Rijksmuseum.

Geen winnaar

Wie heeft de Slag bij Seneffe gewonnen? Hoewel de Fransen minder verliezen telden dan de geallieerden, hadden ze veel officieren verloren. Hoewel Condé Seneffe en Saint-Nicolas-aux-Bois op zijn conto kon schrijven, claimden de geallieerden de overwinning bij Fayt. Toch waren er ook aan de kant van de geallieerden veel doden en gewonden gevallen. Tevens waren er veel door de Fransen gevangen genomen. Van Ginkel somt ze allemaal op in zijn brief.

Eerste brieffragment over doden en gewonden
Tweede brieffragment over de doden en gewonden
Derde brieffragment over doden en gewonden

men siet haest 
geen officieren onder de infanterie oft 
sijn doot oft gequets, van onse vrunden 
sijn doot den oversten Torck1Hendrick Torck de majoor 
haegedoren2François de Ram van Hagedoorn, den heer van Valkenborgh3George de Hertoghe, heer van Valkenburg
la villaumaire4Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire, majoor DedemJ5ohan baron van Dedem, Cassiopin6Thomas van Cassiopijn 
Capitein Torck van Bergen op Zoom7Pascasius Turck, Wilick 
Nieuwenheijm8Onbekend, de Luitenant van Moesbergen9Onbekend

mijn gewesen quaertiermeester, en veel meer andere 
die mijn tegenwoordigh niet in vallen, ende oock 
niet pertinent weeten kan, de Graef van 
Waldijck10Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg is gequetst, de generael majoor Veen11Onbekend 
tot der doot gequets, papen kop12Nicolaas van Vlooswijck doot, 
palm13François Abrahamszoon Palm tot er doot gequetst, slangen borgh14Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg 
tot er dootgequetst, de jonge prins Maurits15Willem Maurits van Nassau-Siegen 
sijn ben16Been anstucken en gevangen, graef van 
solms17Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III gequetst en gevangen, Capiteijn Heekeren18Mogelijk Gerrit van Heeckeren 
swaer gequetst Owerkerck19Hendrik van Nassau-Ouwekerk een quetsuijr int 
hooft, die beneffens mij van deese nacht, metde 
koetze van sijn Hoogheijt hier in Bergen is 
gebracht, den Hertogh van Lotteringen 
generael vande Keijserschen20Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont, had ick vergeeten 
is oock swaer gequets, enfin de Carnasie 
is seer groot geweest ende mij onmoogelijck
breeder te verhaelen, ick gelove dat er vande 
onse meer gevangen sijn, doch vande viandt 
immer soo veel doot gebleeven, de prins 
van Berkevelt21Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen, hertogh van Holsteijn22Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg, en 
stockheijm23Johan van Stockheym sijn oock noch gequets

De Majoor Schaep24Onbekend is oock gequets

Op de voorgrond een dood paard met daarnaast een pauk. Daarachter liggen drie dode mannen.
Gesneuvelden bij Seneffe, Fragment uit Slag bij Seneffe, 1674, anoniem, naar Jan Luyken, 1692 – 1694. Collectie Rijksmuseum

Van Ginkel zelf was er redelijk goed van afgekomen. Het slot van de brief van haar zoon moet Margaretha dan ook gerust gesteld hebben. Er waren geen vitale delen geraakt en de chirurgijns hadden Van Ginkel verzekerd dat hij binnenkort weer helemaal de oude zou zijn.

Overigens is de brief van een andere hand dan gebruikelijk. Het handschrift is sierlijker en niet zo vluchtig als het handschrift van Van Ginkel. Hoogstwaarschijnlijk is de brief gedicteerd door Godard, maar zijn de woorden opgeschreven door een klerk. Mogelijk kon Van Ginkel door de verwonding in zijn schouder tijdelijk niet schrijven.

  • 1
    Hendrick Torck
  • 2
    François de Ram van Hagedoorn
  • 3
    George de Hertoghe, heer van Valkenburg
  • 4
    Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire
  • 5
    ohan baron van Dedem
  • 6
    Thomas van Cassiopijn
  • 7
    Pascasius Turck
  • 8
    Onbekend
  • 9
    Onbekend
  • 10
    Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
  • 11
    Onbekend
  • 12
    Nicolaas van Vlooswijck
  • 13
    François Abrahamszoon Palm
  • 14
    Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg
  • 15
    Willem Maurits van Nassau-Siegen
  • 16
    Been
  • 17
    Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III
  • 18
    Mogelijk Gerrit van Heeckeren
  • 19
    Hendrik van Nassau-Ouwekerk
  • 20
    Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont
  • 21
    Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen
  • 22
    Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg
  • 23
    Johan van Stockheym
  • 24
    Onbekend

Pagina 2 van 9

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén