Mijn heer en lieste hartge

Bewoners en familieleden: Reede van Ginkel (Godard van) Pagina 2 van 9

Maar eigenlijk…

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 4 december 1676
Lees hier de originele brief

Sinds de vorige brief van Margaretha is er niks veranderlijxs voorgevallen dus ze heeft niet veel te schrijven. De timmerlieden hebben nog wel werk voor een week, de metselaars nog voor een paar dagen. Margaretha zal blij zijn als ze van de mannen af is, want ze is bekaf.

Brieffragment niks nieuws en so moeij

Ameronge den
28 Novem 1676
[rec: 4 dec 1676]

Mijn heer en lieste hartge

sint mijne laeste met de laeste post geschreefve is hier
is hier niet veranderlijxs voorgevalle, de timerli hebbe
noch rijcklijck de toekoomende weeck werck, ende
metselaers noch 3 a 4 dage, dan sullensij al de
scheijt booge in kelders geslage hebbe, daermeede
wij voor deese winter wt het metselen sulle scheijde
ick bent so moeij dat ickt niet langer sien mach

Gedrukt kaart. De provincie grenzen zijn in kleuren aangegeven: Geel Utrecht, Groen Gelderland en Rood Holland. De grens tussen Utrecht en Gelderland kronkelt om de Nederrijn/Lek heen.
De zuidgrens van Utrecht langs de Nederrijn/Lek van Amerongen tot Vreeswijk. Fragment uit: Kaart van Utrecht (Ultraictum Dominium), Joan Blaeu, 1630-1645. Collectie: Het Utrechts Archief.

Lood

In de vorige brief was de secretaris gaan kijken bij het lood dat aan de Vaartse Rijn lag. Het blijkt dat het lood met lichters (lichtere schepen) opgehaald moet worden. Dat kost niet alleen tijd, maar ook geld. De Vaartse Rijn komt bij Vreeswijk, tegenover Vianen, uit in de Lek. Dat is nogal een afstand van Amerongen en dat lood, dat is waarschijnlijk loodzwaar (ja, flauwe grap, maar iemand moet hem maken). Aangezien het water in de rivier laag staat, moet het lood overgeladen worden op een boot met minder diepgang: een lichter. Dit kost natuurlijk allemaal geld en maandag willen ze beginnen met de goten…

Brieffragment over lood aan de vaart

, nu ist loot wt den haech gekoome en op gereeden
datse en maendach inde gooten sulle beginne te
leggen, ick moet alt loot met lichters vande
vaert laeten haellen dat kostlijck valt, maer
wat sal ick doen wij moetent nu hebbe om de
muere te konserveeren, dat van Amsterdam
verwacht ick ock met Een lichter, [nu sal de]

Tekening van over het water. Rechts op de rivier een zeilboot, links twee roeiboten. Op de wal (met een soort houten kade) links een molen, dan wat huizen en rechts daarnaast de kerk. In het midden de sluis met daarachter een ophaalbrug en de masten van schepen. Rechts nog meer huizen.
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief

Steen met wormen

Als opstapje naar haar volgende verhaal gebruikt Margaretha de steenhouwer, Jan Prang. Hij moet toch inmiddels wel in Bremen aangekomen zijn? Ze hoopt daarover te lezen in Godard Adriaans brieven. De vraag die natuurlijk eigenlijk op haar lippen brandt: “Snap je nu eindelijk die tekeningen?”, maar ze houdt zich in.

Margaretha heeft gehoord van een soort hardsteen die nogal slap is en waar de worm in komt. Ze heeft het er met Jan Prang over gehad en die had het precies uitgelegd: het is de steen boven in de rotsen die wat makkelijker te bewerken is. In ieder geval moet Godard Adriaan daar wel rekening mee houden nu hij druk bezig is met het bestellen van stenen!

Eerste brieffragment over de kwaliteit van steen
Tweede brieffragment over de kwaliteit van steen

verwacht ick ock met Een lichter, nu sal de
steen houder ijan prang al tot breeme sijn aen
gekoomen, het welcke verlange wt uhEd briefve
te sien, ick weet niet wel of ick geschreefve
heb dat men hier seijt datter Een soort van
st hartsteen is die seer weeck valt en daer de wurm
in is of komt, daer die gans niet dueraebel is
en seer in watert, daer uhEd int koope op ver

docht belieft te sijn, hebder met ijan prange van
gesproocke die seijt het steen is die boven inde rotse
sit en dickmael gebruijckt wort om datse sachter
int houwe valt, [de heer van ginckel die Eene]

Bij een heuveltje hijsen twee mannen met een soort kraan grote blokken steen via een glijbaan omhoog. Drie mannen zijn bezig het volgende blok steen klaar te leggen. Op de achtergrond is een man steenblokken te zagen.
Werklieden in een steengroeve, Hermanus Petrus Schouten, 1757 – 1822. Collectie Rijksmuseum.

En trouwens

En weer gebruikt Margaretha een bruggetje om bij haar echte punt te komen. Van Ginkel is langs geweest. Hij is naar Middachten en Stadhouder Willem III is naar Den Haag en daarna naar Zeeland. Zijn Hoogheid had trouwens aan Van Ginkel gevraagd waarom hij al een tijd geen brieven van Godard Adriaan gehad had… Om maar gelijk weer door te gaan zodat het alleen maar een neutrale opmerking lijkt: het salaris dat voor Van Ginkel bedacht is in de Staat van Oorlog valt onder de provincie Utrecht. Margaretha twijfelt er niet aan dat die hem daar graag voor aannemen.

[int houwe valt,] de heer van ginckel die Eene
nacht hier geweest is, is heede weer naer
Middachten gegaen, en sijn hoocheijt naer
den haech met intensie om voort naer seelant
te gaen, sijn hoocheijt vraechde aende heer van
ginckel waer uhEd was of deselfve aen hem
in Eenigen tijt niet geschreefve heeft en
dat hijt daerom vraechde weet ick niet, de heer
van ginckel is met sijn hooch tracktement opde
provinsi van wttrecht gestelt, twijfele niet of
se sullen hem daer aeneemen, [voort ist hier]

Cirkelvormige tekening van een zandpad met rechts een knotwilg bij een hek. Op het pad rijdt een wagen met daarvoor een paard. De zweep steekt boven de huif uit. Daarachter loopt op het zandpad een man met een rode jas, zwartte hoed en blauwe laarzen. In zijn rechterhand een stok, op zijn rug een geweer en naast hem een hondje. Links op de achtergrond een stad.
Zomer: Landweg met jager en koets, Gesina ter Borch, ca. 1655. Collectie Rijksmuseum.

Waar is het lood?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha valt maar gelijk met de brief in huis: steenhouwer Jan Prang moet toch inmiddels in Bremen aangekomen zijn. En hij heeft de tekeningen bij zich. Ze is benieuwd wat hij ervan vindt. Of is ze benieuwd of hij het nu eindelijk wel begrijpt? Ze zegt het niet letterlijk. De werkbazen zijn in ieder geval van mening dat ze alles nauwgezet getekend hebben én goed uitgelegd.

Brieffragment over de tekeningen


Ameronge den
25 Novem 1676
[rec: 30. dito]
Mijn heer en lieste hartge

heeden heb ick uhEd aengenaeme vande 21 deeser
ontfange, hoope den steenhouder ijan prang nu
haest weer te breeme sal sijn, mij verlanckt hoe
uhEd de teijckenin van onse werck baese al hier
en haer konsideraesie1Consideratie: overweging sal aenstaen, sij meenen
wel pertinent2Pertinent: nauwkeurig op gestelt en haere meijninge wel ge=
Exspliseert3Expliceren: uitleggen, toelichten te hebbe, [sijn hoocheijt is weer op soes]

Een rocaille ornament met een bouwtekening en meetinstrumenten zoals een meetlat en passer. In de achtergrond een obelisk en een colonnade.
Architectuur, Jan Balzer (mogelijk), naar Johann Kleinhard, 1772. Collectie Rijksmuseum.

Zijn Hoogheid

De Prins van Oranje is op Soestdijk, maar moet naar Zeeland. Daar liggen ze overhoop en er is zoveel onenigheid dat die arme Prins nauwelijks rust krijgt. Maar er is ook goed nieuws van de Prins! Volgens schoondochter Philippota had hij tegen haar man gezegd dat hij op de Staat van Oorlog4Begroting van de Staten Generaal stond met het salaris van commissaris-generaal. Hij had het op een “obligante” manier gezegd.

Waarschijnlijk is obligant een afgeleide vorm van het werkwoord obligeren, dat Margaretha ook vaak gebruikt. Het woord obligeren is al lastig en was waarschijnlijk in Margaretha’s tijd al ouderwets. De vorm obligant als afgeleide van een werkwoord is ook niet iets waar we nu dagelijks mee werken, dus het is een beetje puzzelen. Ik vergelijk het maar met vigileren (opletten, waken als in waakzaam zijn) en vigilant (oplettend, waakzaam). Dan wil obligant zeggen dat Willem III verplicht voelde, verbonden. Ik vermoed dat hier obligant uit een verplichtheid door Van Ginkels verbondenheid en staat van dienst voortkomt en dus vooral positief is. Ik sta open voor uitleg door iemand die er echt iets van snapt!

Hoe dan ook, Margaretha vindt dat Van Ginkel zijn nieuwe traktement aan Zijn Hoogheid en God te danken heeft. Nu maar hopen dat hij in de gunst van de Prins blijft.

Eerste brieffragment over Zijn Hoogheid
Tweede brieffragment over Zijn Hoogheid

[Exspliseert te hebbe,] sijn hoocheijt is weer op soes
dijck doch so geseijt wort niet voor lange en sal
hij van meeninge sijn om naer seelant te gaen
daerse so men seijt heel wat overhoop leggen
tis bedroeft dat me van so veel onEenicheijt hoort
en sijn hoocheijt so weijnich ruste heeft, van heeten
hee de vrou van ginckel schrijft dat sijn hoocheijt
aen haer man op Een seer oblijggante5Obligant: verplicht zijnd manier
had geseijt dat hij heer van ginckel op de staet
van oorlooch met sijn tracktement6Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt als fersg kom
misaeris generael is gestelt, het welcke hij alle
sijn hoocheijt heeft naest godt te dancken, is hem
wel geoblijgeert7Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen, en geluckich de gunste van hoochge

melte hoocheijt te hebbe, waer in hoope hij gekonserweert
sal blijfve, de graef van waldeck is gisteren hier door

Een statig, symmetisch huis met in het midden een brede voorgevel met daarin een breder deur (vier deuren) met daarboven een balkon. Aan weerszijden zit twee ramen. De zijvleugels zijn vier ramen breed. Het gebouw is twee verdiepingen hoog. Voor het. gebouw lopen groepjes mensen.
Paleis Soestdijk van voren gezien, anoniem, 1695. Collectie Rijksmuseum.

Loodzakelijk

Het is vriesweer, maar het is helemaal niet koud. Daardoor schiet het werk op het dak lekker op. Het enige dat vervelend is, is dat het lood er nog niet is. Er schijnt een deel aan de vaart8Vaartsche Rijn te liggen, de secretaris gaat daar eens polshoogte nemen en kijken hoe het naar Amerongen kan komen. Maar er is ook nog een Arnhemse schipper die lood heeft, waar die is is onduidelijk. Het zou fijn zijn als het allemaal tegelijk naar Amerongen komt. Daarvoor is dan een minder diepliggend schip nodig, want het water staat laag op de rivier. Twee Utrechtse voeten, dat is maar 55 cm…

Brieffragment over het lood en de goten

[gepasseert geloofve hij naer duijtslant gaet,] de
vorst hout noch al aen en is Evewel gans niet kout
ent schoonste weer vande werlt op ons werck, hadde
wij maer het loot hier dat ten deelle aende vaertleijt
derwaerts ick de seekreetaris heb gesonde om te sien
hoe wijt best hier sulle krijgen en ock te verneeme
waer den Aernhemse schipper die ock loot voor ons in
heeft is, op dat wijt saeme hier mochte krijge t sij met
Een lichter of Een kleijn vaertuijch so hijt best
voort kan krijgen, daer is geen twee voet water
op de reevier daertoe kontraeijreije wint, ent loot
moet inde gooten Eert aent reegene komt, tis ge
=luck dat de deelen so drooch opt huijs en in
Een koomen, [tis mij lief uhed aent beson]

Een riviergezicht met zeilende schepen, op de voorgrond twee figuren en twee bakens.
Zeilschepen op een rivier, Anthonij van der Haer, naar Pieter Coopse, ca. 1745 – 1785. Collectie Rijksmuseum.

Besogneren

Op de valreep toont Margaretha nog even interesse in het werk van haar man, maar ze hoopt wel dat het op een eind zal lopen. En dus dat hij weer thuis zal komen…

In de ps de laatste wetenswaardigheden over zoon en hoogheid en de vier kinderen. Dat Godertje sterk wordt is goed nieuws

Afsluiting brief

[Een koomen,] tis mij lief uhed aent beson=
ijeere9Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren is hoopen nu uhEd aent werck is het haest
op Een Ent sal loopen, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

so schrijft beusekom
dat de heer van ginckel
tot wttrecht is en
merge hier sal sijn
geloof sijn hoocheijt weer naer den haech is, Antge en
fritge reniera en godertge kusse groote papa
de hande de leste wort sterck

Eén kind zit met een pop in een rol kar. De Kar wordt voortgetrokken door een jongetje met een zweepje in zijn hand.
Kinderen spelend met rolkar, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1779. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Consideratie: overweging
  • 2
    Pertinent: nauwkeurig
  • 3
    Expliceren: uitleggen, toelichten
  • 4
    Begroting van de Staten Generaal
  • 5
    Obligant: verplicht zijnd
  • 6
    Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt
  • 7
    Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen
  • 8
    Vaartsche Rijn
  • 9
    Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren

Hoogste punt bereikt

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 november 1676
Lees hier de originele brief

Nu snapt Godard Adriaan een tekening van Schut alwéér niet! Schut kan inderdaad niet echt begrijpelijk schrijven, vindt Margaretha, en bovendien heeft Schut de tekeningen vanuit Amsterdam verzonden, zodat er geen toelichting van de secretaris aan toe kon worden gevoegd. Ondertussen is de prijs van de Amsterdamse stenen niet bekend, want de Amsterdamse steenhouwers willen geen prijs meer noemen nu ze doorkrijgen dat het bouwteam ook in Bremen stenen bestelt. Maar het werk gaat door, hoog in de lucht, en onder de grond: de kap is op zijn definitieve hoogte gekomen en ook in de kelder wordt nog gewerkt zolang het weer mooi blijft.

Brieffragment over de tekening van Schut

[rec. 12 dito]
Ameronge den
8 Novem 1676

Mijn heer en lieste hartge
het is mij leet wt uhEd vande 4 deeser te sien hij al
weer de toegesondene teeckenine niet verstaet
, tis waer schut sijn briefve sijn niet wel te
verstaen, en hij weet de prijs vande harteene
niet, geloof ock nu de steenhouders tot
Amsterdam beginne te mercken datter
steen tot breeme gekocht wort sij niet recht
de prijs daer van wille seggen, ock is schut
tot Amsterdam geweest doen hij die teeckeni
sont daerom de sekreetaris de meeninge
daer van daer niet op konde stellen, [tis]

Weergegeven is hoe Nimrod, de bouwer van de toren van Babel, de Romeinen voorlicht over zijn creatie. In de lucht is het alziend oog van God te zien. Op de achtergrond de toren en op de wolken zitten engeltjes.
Ontwerp voor het voorblad van het boek Turris Babel, sive Archontologia, van A. Kircher, Gerard de Lairesse, ca. 1679. Collectie Rijksmuseum

Eerste vereiste: begrip

Wat Margaretha betreft doet het er niet echt toe te weten wat de prijs in Amsterdam is, aangezien het in Bremen inclusief bewerking zeer waarschijnlijk voordeliger zal zijn. Het is veel belangrijker dat Godard Adriaan de tekeningen en de maten die er op staan begrijpt. Dan weet hij immers ook om wat voor orde van grootte het gaat en dat heeft weer invloed op de kosten.

Eerste brieffragment over het weten van de prijs of het begrijpen van de tekening
Tweede brieffragment over het weten van de prijs of het begrijpen van de tekening

[daer van daer niet op konde stellen,] tis
seecker dat de hartsteen in haer selfve tot
breeme en ock die te bearbeijde tot breeme
veel beeter koop is als tot Amsterdam ,
daer om mijns oordeels weijnich aen geleechge
is of men niet recht de prijs weet wat die
tot Amsterdam gelt, als uhEd maer te

recht de maet en teeckenine konde verstaen,

Afwachten in Middachten

Over nog meer geld gaat het in de Raad van State, waar prins Willem onderhandelt over de ‘Staat van Oorlog’. Dit is de landsbegroting, die voornamelijk de financiering van het leger betreft. Het besprokene kan van belang zijn voor zoon Godard. De prins heeft beloofd dat hij zal kijken of hij Godards salaris voor zijn post als majoor ter sprake kan brengen. Maar zijne hoogheid heeft natuurlijk genoeg aan zijn hoofd, dus Margaretha is bang dat dat er wel eens bij in zou kunnen schieten. Als het aan haar lag was Godard nu in Den Haag om zich van de prinselijke voorspraak te verzekeren. In plaats daarvan zit hij passief af te wachten in Middachten.

Eerste brieffragment over Staat van Oorlog
Tweede brieffragment Staat van Oorlog

en dat sijn hoocheijt inde raet van staten
over den staet van oorlooch besonijeert1Besogneren: Raadslagen, onderhandelen
mijns oordeels behoorde de heer van gincke

nu inde haech te sijn te meer om dat sijn hoocheij
hem belooft heeft te sien hem met sijn ma=
=ijoors tracktement daer op te brenge, maer
blijft hij op Middachte salt wel vergeeten
worden, [nu brenge de timerliede de vaen]

Aeneas ontvangt door voorspraak van Venus een nieuwe wapenrusting in de smidse van Vulcanus. In het midden knielt de held voor de godin. Een Cupido reikt hem de helm, vooraan liggen de andere delen van het harnas. Door de lucht buitelen putti, één met een lauwerkrans. Links werken vier smeden boven een vuur.
Aeneas ontvangt door voorspraak van Venus een nieuwe wapenrusting in de smidse van Vulcanus, Ferdinand Bol, 1660 – 1663. Collectie Rijksmuseum.

Pannenbier

De kap is klaar! Het hoogste punt is bereikt en de timmerlieden hebben een vlag op het huis gezet. Tijd voor een biertje op kosten van Margaretha en Godard Adriaan. Een traditie in de bouw die nu nog steeds bekend staat als ‘pannenbier’ op het moment dat de nok ligt en de pannen kunnen worden gelegd. In dit geval zullen het de ribben en de planken zijn.

Brieffragment over pannenbier

[worden], nu brenge de timerliede de vaen
opt huijs het welcke te seggen is dat de kap
volkoomen daer op staet en gedaen is
en dat sijt bier verdient hebbe, sulle
merge begine de ribbe daer op te legge
ende plancke [rietvelts volck sijn aen]

Samen met twee engelen draagt het Christuskind een balk de ladder op. Jozef timmert aan het dak van een huis. Voor het huis is Maria bezig met vlaskammen.
Christuskind legt een dak, Christoffel van Sichem (II), naar Hieronymus Wierix, 1617. Collectie Rijksmuseum.

Kelderbogen

Vele verdiepingen lager zijn de mannen van Rietveld ook hard aan het werk: ze brengen de scheidingsbogen van de keldergewelven aan. Een deel van het uithouwen van de stenen voor de lijst om het huis heeft hij uitbesteed. Het weer is mooi, god zij dank!

Brieffragment metselwerk en steenhakken

[ende plancke] rietvelts volck sijn aen
de scheijdt booge inde kelders te maecke
hij heeft Een gedeelte vande steen tot
de lijst omt huijs te hacken aen besteet
wij hebbe tot noch toe seer schoon weer
gehadt daer wij godt niet genoech
voor konne dancken, inwiens bescher
minge uhEd beveelle blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Biepul van porselein met eivormig lichaam en een brede hals, beschilderd in onderglazuur blauw. De buik is bedekt met 'karakusa'-ranken met daarin uitgespaard drie geschulpte cartouches. Het middelste catouche met twee mannen in een landschap, één met een parasol en een waaier, de ander met een een hondje. Links hiervan een cartouche met kraanvogels in een landschap met bomen en rotsen. Het derde cartouche met verschillende vogels in een landschap met een paviljoen, bergen en een vijver. De rand en het oor met bloemranken. Een gat in de bovenzijde van het oor. Arita, blauw-wit.
Bierpul met landschappen in cartouches en bloemranken, anoniem, anoniem, ca. 1650 – ca. 1680. Collectie Rijksmuseum.

  • 1
    Besogneren: Raadslagen, onderhandelen

Godard Adriaan snapt het!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 31 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 2 november 1676
Lees hier de originele brief
De brief is alleen ‘ockto’ gedateerd, gezien de regelmaat moet het haast wel een brief van 31 oktober zijn.

Margaretha is zo blij dat Godard Adriaan eindelijk begrijpt hoe het vloerplan in elkaar zit, dat ze vergeet om deze brief te dateren. Ze schrijft dat Schut en Rietvelt aangenaam verrast zijn over de prijs van de vloerstenen. Volgens hen zou een vloer met klinkers nauwelijks goedkoper zijn.

Brieffragment over de prijs van hardsteen

Ameronge den
ockto 1676
[rec 2 nov 1676]
Mijn heer en liefste hartge

tis mij lief wt uhEd aengenaeme vande 24
deeser te sien uhEd de memoorije weegens
de hart en vloer steene nu verstaet, schut
en rietvelt konne haer niet verwonderen
over de prijs vande deck steene en segge dat
het geen bedencken heeft die in plaets van
de klinckert op sijn kant te neeme ver=
midts de klinckert of graeuwe steene
weijnich of niet min sou koste, [de de]

Een vrouwfiguur, voorstellende Het Perspectief staat met meetinstrumenten in de handen voor een tegelvloer. Linksonder en rechtsonder vliegt een vogel op uit het riet.
Perspectief, Etienne Delaune, 1528 – 1583. Collectie Rijksmuseum

Donkere kelders

De vloer kan nog niet direct gelegd worden omdat de kelders nog geen gewelven hebben. De muren moeten eerst zetten voordat die gewelven gemetseld kunnen worden en dat moet wachten tot maart. Margaretha geeft als extra uitleg dat ‘de dagen so kort’ worden ‘en ist in het donckere weer so doncker in de kelders dewijle de steijgerinne noch omt huijs staen’.

Brieffragment steenhouwer en wulfsels
Brieffragment over de steigers om het huis

[weijnich of niet min sou koste,] de de
steenhouders om de vloere te legge met
de steene soude koomen, waer heel goet
maer de wulfsels vande kelders konne
niet voor inde maent van maert ge
slage worde om dat de muere haer
noch op Een setten, en ock worden
de dagen so kort en ist in het don=
ckere weer so doncker inde kelders

dewijlle de steijgerine noch omt huijs staen
dat se niet veel soude bedrijfven [en de]

Een gewelfde, brede gang, waar links een deur open staat waardoor zonlicht naar binnen valt. Aan weerszijden zitten deuren en staan kasten. Aan het eind zit een raam waardoor beperkt licht naar binnen valt.
Natuurlijk licht in het souterrain eind oktober rond zonsondergang (ca. 17:15 uur). Foto: Annemiek Barnouw

Winterstop

Misschien is het ook wel niet zo erg dat er even gepauzeerd moet worden, want het ‘winter loon is seer hooch’, kortom, de bouwvakkers willen goed betaald worden voor hun bevroren tenen. Meester Schut is weer naar Amsterdam om te informeren naar de prijs van hardsteen voor de schoorstenen. Misschien is het wel handig dat Godard Adriaan daar ook naar informeert, ‘dewijlle de schoorsteene van de winter niet boven het dack sullen opgehaelt worde en dat omt uut vriese’. Geen haast dus, de schoorstenen moeten toch wachten omdat er tijdens de vorst niet gemetseld kan worden. En het vroor in 1676 een stukje harder dan nu!

Brieffragment over de winterstop

[dat se niet veel soude bedrijfven en] de
dachhuere loopen hoewelt winter loon
is seer hooch ijae so dat ick haest niet
weet hoet stelle sal, meester schut
gaet weer naer Amsterdam sal daer
naer de hartsteen die op de schoorstee
sulle koome verneeme ock naer de
prijs, en hoeveel dat ijder schoorstee
aen hartsteen soude koste gelooft
uhEd die ock wel van daer sal be=
stelle, dewijlle de schoorsteene vande
winter niet boven het dack sulle
op gehaelt worde en dat omt wt
vriese, so souder noch tijt genoech
sijn omt daer te bestelle, [nu sijn]

Van onderaf zoen we schoorsteen op de hoek van een leien dak. Onder de schoorsteen een raam en achter de schoorsteen op de nog van het hoogste dak een vlaggenmast.
Gezicht op de zuidoostelijke schoorsteen van het Kasteel Amerongen (Drostestraat) te Amerongen. Foto: Fotodienst GAU. Collectie: Het Utrechts Archief.

Waterafvoer

Maar als er niets aan het huis gedaan kan worden, dan toch wel aan de tuin. Heeft Godard Adriaan nog plannen voor een boomgaard? Van Ginkel denkt van niet, schrijft Margaretha. Maar Amerongen staat in de uiterwaard, de waterafvoer is belangrijk ‘om voor te koom dat de weije niet verdrencken’. Weilanden die onder water staan, daar komt alleen maar ellende van, zoals heermoes. Je wilt niet dat vee dat binnen krijgt! Margaretha laat dus een ‘gruppel’ graven in de dam waarover de stenen naar de bouwplaats worden gereden en daar moet dan weer een brug over worden gemaakt. Het ‘uut haelle van de binnen graft’ om het huis heeft ook haar aandacht en daar komt ‘ongelooflijck veel puijn steen en modder uut’. Het werk heeft haast, want ‘het water begint op den Rhijn heel te wasse’: er is hoog water op komst en voor dat water moet ruimte zijn!

Brieffragment over de waterafvoer

[Amsterdam te senden,] niet weetende of
uhEd noch van meijnine is de door snijdine
int weijtge teijnde het singel ent boogaer
=tge de laeten doen ende heer van ginckel
gelooft van neen, so laet ick maer Een
Een ruijme goot daer door graefve
om de waterloosine te hebbe on daer
door voor te koom dat de weije niet
verdrencken, ick het recht op aen
graefve daert uhEd heeft om in vijfer
te koomen en laet den dam daer de
steen wt den oven over wort gereede
ock Een gruppel in door graefve
het welke weer met maste1Mast: Paal en oude deele
sal toe legge dat me daer Evenwel
sal konne over rijde, dan heeft het
water sijn schoot2Schoot: Vrije loop en door tocht, [de]

Links een rij knotwilgen tegen de dijk, daarnaast weilanden die voor een deel onder water staan. Links aan de horizon de kerktoren, in het midden, tussen de bomen, kasteel Amerongen.
Gezicht op de Bovenpolder te Amerongen, uit het westen, met op de achtergrond de toren van de St. Andrieskerk en het Kasteel Amerongen. Fotograaf: onbekend. Collectie: Het Utrechts Archief.

Jacht

Ondanks alle drukte is er ook tijd voor vermaak. Voor Van Ginkel dan. De heer Van Zuylen, Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken, is een paar dagen op bezoek geweest en Van Ginkel is samen met hem wezen jagen. Of het wat eetbaars heeft opgeleverd? Dat schrijft Margaretha dan weer niet.

Brieffragment over de jacht

[niet genoech voor konne dancke,] de heer van
suijllen is deese weeck hier 3 a 4 dagen bij de heer
van ginckel geweest en met hem gaen jagen, [was]

De terugkomst van de jacht. Een jachtpartij van dames en heren bij de poort van een buitenverblijf. In het midden blaast een jager op een jachthoorn, links een knecht met honden en een geweer over de schouder. Een van de vrouwen heeft een valk op haar hand. Op de achtergrond een man met vogels op een raamwerk.
De terugkomst van de jacht, Johannes Lingelbach, 1650 – 1674. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Mast: Paal
  • 2
    Schoot: Vrije loop

Wormkruid en klapmutsen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 29 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Godard Adriaans brief van de 21ste is binnen en kennelijk heeft hij geschreven dat hij een compliment van Willem III zelf gehad heeft. Margaretha is blij voor hem. Nu hopen dat het werk daar verder tot tevredenheid zal lopen. Heeft Godard Adriaan inmiddels de gezonden koffer ontvangen?

Aanhef

Ameronge den
24 ockto 1676
[rec: 29. Oct 1676]
Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 21 deeser ontfange
ick so aenstonts, het is mij lief sijn hoocheijt
so wel van uhEd doen aldaer voldaen is,
hoope alles verder tot kontente ment sal
wtvalle, en dat uhEd het gesondene
koffer nu sult ontfange hebbe, [wat be]

Dominee Keppel

Margaretha heeft tot op heden twee keer over de Amerongse dominee Keppel geschreven. In 1671 had hij ruzie met schoolmeester over de nalatenschap van Aaltje van Bemmel en eind 1672 was hij ziek. De predikant heeft nu iets gedaan wat ze niet noemt, ze geeft alleen maar aan dat hij er de wind flink onder heeft (hij heeft de lieden onder het sim). De irritatie is nu kennelijk echt heel hoog, want ze haalt een oude koe uit de sloot. De luitenant waar ze het over heeft is waarschijnlijk Floris Hage. Zijn vrouw wilde in 1659 niet bij hem wonen en toen heeft Keppel hen beiden uitgesloten van de Tafel de Heeren. Volgens 1 Korientiërs 14-37 heeft iedereen die gelooft toegang tot deze avondmaalsviering, behalve ongelovigen en zij die leven als ongelovigen. Door Floris Hage en zijn vrouw uit te sluiten, trekt hij dus eigenlijk hun geloof in twijfel.

Een man staat met een hand op zijn borst. In de andere hand houdt hij een opengeslagen boek. Op de achtergrond zit Christus met zijn discipelen aan het Laatste Avondmaal.
Staande man met geopend boek, Jan Luyken, 1683. Collectie Rijksmuseum. Titelpagina voor: J. Claude, Ondersoek van sigh selven, om sigh wel te bereiden tot de gemeinschap vande tafel des Heeren, 1683

Godard Adriaan heeft kennelijk aangeraden dat ze het zich maar niet aan moet trekken en dat is Margaretha met hem eens, maar toch. Als ze hem zonder wormkruid zou kunnen lozen, dus makkelijk van hem af zou kunnen komen, dan wist ze het wel. Maar de kans dat dat lukt acht ze klein.

Wormkruid werd vroeger gebruikt om plaagdieren af te weren: vliegen, muggen, mieren, wormen en ander kriebelig gespuis.

Eerste brieffragment dominee Keppel
Tweede brieffragment dominee Keppel

[koffer nu sult ontfange hebbe,] wat be
=lanckt het gepleechde van onsen preedi=
=kant1Bernard Keppel hij heeft de liede so ondert sim2Iemand onder (de, het) sim hebben of houden: onder de duim hebben dat
se niet derfve kicken3Kicken: Een nauwelijks hoorbaar geluid, een kik geven de luijtenant doen
hij hem de tafel des heeren verboot badt
als Een kreupel4Als een kreupel: gebruikt als bijwoordelijke bepaling van graad in den zin van: zeer, geweldig dat hem dat affront5Affront: Belediging, krenking van eer
niet aengedaen mocht wort maert holp
niet hij moster6moest er af blijfve, het beste mijn
s oordeels is dat men sich die domijnees
niet aen treckt gelijck uhEd wel seijt

konde wij hem sonde wurmkruijt losse7Iemand zonder wormkruid lozen: iemand, inz. een ongewenscht persoon, makkelijk kwijtraken waerender
wel aen maer vrees het so niet lucken sal
hij is te seer bekent, [onse timmeraesge]

Botanische tekening van een plant met met een gele schermbloem en een geveerd blad. In het midden de hele plant, daar langs details van blad, knop bloem en wortels.
Tanacetum vulgaris (wormkruid). Uit: Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905). Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz – in Wort und Bild für Schule und Haus. Bron: Botanik Online

De kap

De timmermannen die aan de kap werken, werken ondanks het slechte weer stug door. Ze werken zo netjes, dat Margaretha duidelijk geniet van het werk.

Brieffragment over de kap

[hij is te seer bekent,] onse timmeraesge
int sette vande kap is deese weeck hoewel
wij int begin van weeck seer quaet weer
hebbe gehad heel wel gevordert meest
al de onderste gebinte sijn geset en
sullense int begin van aenstaende
weeck de boovenste gebinte of de
spitse vande kap beginne te sette, sij
wercken het werck so net en vast in
Een dat Een plaeijsier is te sien ,
moogen wij maer noch Eenige dagen
goet weer houden salt al haest aen
schieten, [rietvelt is met 12 truijfelt]

Een blije timmerman met een passer in de hand en een handboor aan zijn muts.
Timmerman, Jacob Gole, naar Cornelis Dusart, 1670 – 1724. Collectie Rijksmuseum.

So doet die is 

De metselaars werken aan de schoorstenen, de gravers graven in de gracht en zoonlief heeft de stadhouder geholpen een hert te vangen. Schoondochter Philippota wacht in Amerongen op hem, zodat ze samen naar Middachten kunnen. Uiteraard doen zij en al haar kinderen de groeten. Dan sluit Margaretha af met ‘so doet die is’. So doet betekent hier eigenlijk ‘hetzelfde doet’ en die is ‘zij die is’, gevolgd door haar ondertekening, dus de zij is Margaretha zelf. Dus Margaretha groet haar man ook.

Eerste brieffragment over wat iedereen doet
Tweede brieffragment over wat iedereen doet

schieten, rietvelt is met 12 truijfelt8Truifel=troffel
aent op haelle vande schoorsteene tot
onder de nock vant dack, de graef
=vers wercke noch inde grafte, de heer
van ginckel is bij sijn hoocheijt op de jacht

heeft Een hart helpen jagen hoope hem die
Echsersisie9Exercitie: Oefening op geestelijk of lichamelijk gebied wel sal bekoomen, hij was
noch vrij wat swack doen hij van hier
ginck, de vrou van ginckel is noch hier
wacht haer man om saeme naer
Middachte te gaen, preesenteert
met al haer kindere haeren dienst
aen uhEd, so doet die is

Op een open plek in een donker bos rijdt een ruiter af op een hert dat opgejaagd wordt door honden. Verderop rijdt ook een ruiter. Voor op een pad staan drie mannen met honden.
Hertenjacht in een bos, Jan Hackaert, 1660. Collectie Mauritshuis.

Klapmutsen

In de ps (bijna zoals gebruikelijk) nog een belangrijke opmerking: er komt via Temminck een tekening aan van de schoorstenen en de pilaren in de tuin. Ook daarvoor wil Margaretha graag weten wat het kost en als daarvoor Bremer hardsteen gebruikt wordt. De stenen die boven op de pilaren liggen worden klapmutsen genoemd.

Afsluiting en ps

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
deesen avont
send ick aen
teminck Een teijckenin vande schoorsteene
en vande pijlaers inde hof met de maete
daer bij, om te verneeme wat de hartsteene
op de schoorsteene en de klap mutse
soude koste van breemer steen met
versoeck hijt selfve uhEd wilde schrijfve
ende teijckenine toesende

Onder een boom staat een bakstenen pilaar met een hardstenen klapmuts. Op de klapmuts staat een stenen leeuw met zijn rug naar ons toe, daarvoor zit een cyperse kat. Naast de pilaar staat een man met een hoed op die lacht naar de kat.
Hoofd Gebouwen, tuin en terrein Ruud en Hoofd Muizen Simon hebben werkoverleg in de tuin. Foto: Annemiek Barnouw. Simon zit op een klapmuts.
  • 1
    Bernard Keppel
  • 2
    Iemand onder (de, het) sim hebben of houden: onder de duim hebben
  • 3
    Kicken: Een nauwelijks hoorbaar geluid, een kik geven
  • 4
    Als een kreupel: gebruikt als bijwoordelijke bepaling van graad in den zin van: zeer, geweldig
  • 5
    Affront: Belediging, krenking van eer
  • 6
    moest er
  • 7
    Iemand zonder wormkruid lozen: iemand, inz. een ongewenscht persoon, makkelijk kwijtraken
  • 8
    Truifel=troffel
  • 9
    Exercitie: Oefening op geestelijk of lichamelijk gebied

Het opperste van het huis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft de laatste brief van haar liefste hartje die eigenlijk gisteren bezorgd zou worden nog niet ontvangen. Het is onduidelijk of de brief in Den Haag of in Utrecht is blijven liggen bij de post. Zeventiende-eeuwse problemen waar Margaretha niet te lang bij stil blijft staan. Zonder een antwoord op haar laatste brief, schrijft zij wat er afgelopen dagen allemaal is gebeurd om Godard Adriaan op de hoogte te houden.

Aanhef, missende brieven en hout

Ameronge den
18 ockto 1676
[rec. 22 dito]
Mijn heer en lieste hartge

gistere avont heb ick weederom de verwachte
briefve van uhEd niet de laeste post niet ontfange
of die in den haech of tot wttrecht
blijfve legge weet ick niet ,
Eijndelijck hebbe de timerliede gistere
en Eergistere de kap opt huijs begonne
te rechte en staender al Eenige ge=
binte op, het meeste hout is tot de
kap al opt huijs en bij de hant ge=
brocht so dat ick hoop het nu wat
beeter sal voort gaen, [ick heb deese]

een timmerman zittend op een balk die hij met hamer en beitel bewerkt
De timmerman, fragment uit: Vier beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum.

Het grootste ongeduld van de wereld

Twee dagen voor het schrijven van de brief zijn de timmerlieden begonnen met de kap van het huis. Er zijn al balken rechtop gezet. Ook het zware hout waar Margaretha in haar laatste brief over schreef is naar de bouwplaats gebracht. Margaretha hoopt dat dit de voortgang zal bevorderen. Margaretha heeft met de grootste ongeduld van de wereld gewenst dat het gebint al deze week gezet zou kunnen worden. Ze realiseert zich maar al te goed dat de werklieden een monsterklus moeten verrichten met al het zware hout dat zij moeten gebruiken om het huis te bouwen. De werklieden werken door maar zij zullen alsnog veel tijd nodig hebben om de klus te klaren.

Brieffragment over het gebint
Fragment ‘en opt werck brenge'

[beeter sal vortgaen,] ick heb deese
weeck met de meeste inpaesijensi vande
werlt gewenst sij Eens tot het sette
van de binte soude koomen en moet
segge datter niet in versuijmt is
maert neemt veel tijt wech Eerse
al dat swaere hout bij de hant

en opt werck brenge, [ick ben nu opt opperste]

Het gebint. Foto en ©: Hans Neecke.

Het schoonste gesicht

Dat de vrouwe van Amerongen een graag een nauwlettend oogje in het zeil houdt op de voortgang is wel duidelijk. Zo nauwlettend dat ze aan Godard Adriaan meldt dat ze naar het ‘opperste van t huijs’ is geweest.  Margaretha heeft op 63 jarige leeftijd de steigers beklommen naar het op dat moment hoogste punt van het huis. Wat ze daar zag vond ze adembenemend. Het uitzicht was het mooiste wat je je maar kon bedenken schrijft zij aan haar man. Hoe het uitzicht er destijds uit heeft gezien, vermeldt ze niet. Het uitzicht richting het westen, naar Wijk bij Duurstede, is waarschijnlijk vergelijkbaar met wat Margaretha moet hebben gezien.

Brieffragment over dak en uitzicht

[en opt werck brenge,] ick ben nu opt opperste
vant huijs geweest beken het schoonste
gesicht daer is dat men kan inmaesge=
neeren, [rietvelt is gister avont weer]

Een roze-paars-gele lucht met sluierbewolking, de kleur van de wolken weerspiegelt in het water dat in de uiterwaarden staat. Door de uiterwaarden kijk je ver weg, in de schemer zie je nog het silhouet van de bomen aan de horizon. Op de voorgrond aan twee kanten een schuin dak met leien, links de kruin van een kale boom.
Uitzicht vanaf het dak van Kasteel Amerongen naar het westen, 2016. Foto: Annemiek Barnouw

Reien

Meestermetselaar Rietvelt is gisteren gearriveerd in Amerongen. De metselaars zijn nog bezig met het afreien van de bogen boven de vensters. Een rei is een gereedschap dat door verschillende ambachtslieden wordt gebruikt om na te gaan of het oppervlak recht is of de juiste boog heeft. Een rei is meestal een rechte plank of liniaal. Afreien is dan met rei nagaan of (in dit geval) de boog klopt. Zodra de kap klaar is, zal Rietvelt met de mooiste stenen gaan werken. Ondertussen moet hij ook nog enkele schoorstenen binnen in het huis tot onder de nok van het dak metselen. Rietvelt staat nog een flinke klus voor de boeg aangezien er vier schoorstenen zijn gerealiseerd.

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

De brug wordt ook steeds meer af. De ijzeren leuning is geplaatst en zelfs al in de verf gezet. Margaretha heeft binnen een week werklieden kunnen vinden om het puin uit de gracht te halen en deze uit te modderen. Hoewel ze ongetwijfeld blij is geweest dat deze klus is afgestreept, begint het geld op te raken en raakt ze daar zwaarmoedig van

Brieffragment metselwerk, brugleuningen en gracht
dat ick niet weet hoet maecken sal

[=meeren,] rietvelt is gister avont weer
hier gekoome, de metselaers sijn noch
aent af reeijen vande boogen die booven
de vensters koomen, so haest Eeni
chsins de kap ree is sal hij aent op
haellen van de schoonsteene gaen en
ondertuschen noch Eenige schoorstee
=ne van binne int huijs tot onder
de nock vant dack op metselen,
de leunin vande bruchis daer op ge=
stelt en heb die Een ijser verfge
laeten geefven, bij dit lage water
dat ongemeen is, heb ick Eenige
wercklie wt het veen1Veenendaal laete koomme
om de grafte te laete het puijn wt
haelle, en ock klaer maecke, maer
moet al weer van swaericheijt
spreecken mijn gelt wort so kort

dat ick niet weet hoet maecken sal

De kwieke Van Ginkel

Naast drukte op de bouwplaats is het ook druk met bezoekjes van familie. Van Ginkel is weer up and running! Hij is bij Margaretha in Amerongen. Van Ginkel is in redelijke gezondheid maar kan eigenlijk nog niet paardrijden schrijft Margaretha. Toch wil hij morgen al naar zijne hoogheid Willem III.

Zwart paard met een hoofdstel met een man ernaast met een blauwe jas, een wit sjaaltje, een pofbroek en kousen die de teugels vast houden. Hij kijkt naar het paard, terwijl het paard naar de schilder kijkt.
Zwart paard door een stalknecht geleid, anoniem, ca. 1670. Collectie Rijksmuseum

De nicht van Godard Adriaan, Elisabeth van den Boetzelaer, is ook in Amerongen met haar twee dochters. Zij zou graag wat geld van de heer Ridderschap in Utrecht willen, maar Margaretha geeft aan dat zij daar niet bij kan helpen. 

Van Ginkel en de vrouw van Nieuwenheijm

de heer van ginckel is hier sijnde in
reedelijcke gesontheijt toegenoomen
maer kan noch qualijck te paert sitte
en derft niet langer blijfve wil
merge naer sijn hoocheijt, de vrou van
nieuwenheijm is ock b met beijde ha2haar
dochters hier had gaern wat gelt
van de heere ridderschap tot wttrecht
daer ick haer niet aen weet te
helpen, hier meede blijfve

P.S. Frits

In de brief van 28 september 1676 schreef Margaretha dat kleinzoon Frits vaak de groetjes doet, maar dat zij dat vergeet te vermelden. Gelukkig denkt ze er deze keer wel aan om de plannen van Frits en zijn zusjes door te geven aan opa. De kleinkinderen zijn van plan om een nieuwjaarsbrief aan hem te schrijven, maar hopen dat dat niet nodig zal zijn en hij tegen die tijd weer terug is.

Afsluiting en naschrift

Mijn heer en lieste hartg e
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
frits met al
sijn susters preesenteere
haeren ootmoedige3ootmoedig: nederig dienst
aen groote papa, leert
al om Een nieuijaers brief
te schrijfve maer hoopt niet
dat groote papa so lan wt sal blijfe

Bruine tekening van een moeder met een molensteenkraag die met een kind aan tafel zit. Voor hun ligt een boek met plaatjes opengeslagen, waar het kind in wijst. De vrouw heeft haar linkerarm om het kind heen geslagen en houd met haar linkerhand het boek vast. Met haar rechterarm ondersteunt ze haar hoofd. Op tafel ligt een mes en een (ganzen)veer, een kaarsschaar en een etuitje. Net op de rand van de tekening staat een kaars.
Vrouw met kind en plaatjesboek, Jacob van der Gheijn II, 1580 – 1629, Collectie Kupferstichkabinett

  • 1
    Veenendaal
  • 2
    haar
  • 3
    ootmoedig: nederig

Mooi weer en laag water

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint weer over de door de secretaris, Schut en Rietvelt opgestelde memorie van het hardsteen en de vloerstenen. Godard Adriaan heeft daarin kunnen lezen wat er allemaal nodig is en hoe het werk er voor staat. Sindsdien is er eigenlijk niet zo veel verandert in de situatie. Toch is er genoeg te melden om drie kantjes te vullen.

Brieffragment over pertinente memorie

Ameronge den
10 ockto 1676
[rec: 15. dito]

Mijn heer en lieste hartge

met de laeste post heeft de sekreetaris uhEd
so hij meent Een pertinente1Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig memoorije bij schut2Hendrik Schut
rietvelt3Cornelis Rietvelt en hem opgemaeckt weegens de hart
steen en vloersteene over Amsterdam gesonde, waer wt wij
hoope en niet en twijfele of uhEd sal konne
sien wat daer van, hier noodich is, en hij en ick
geschreefve hoet werck staet seedert isser niet
veel veranderins in[, alt muer werck so buijten]

Het huis krijgt vorm

Langzaam begint het nieuwe Kasteel Amerongen vorm te krijgen. De binnen- en buitenmuren zijn inmiddels op de gewenste hoogte. Vervolgens zijn daar platen op gelegd en is alles gelijkgemaakt of aangestopt. Aangestopt wil zeggen dat er reten of voegen in het metselwerk zijn gemaakt die vervolgens met mortel zijn aangevuld. Naast de binnen- en buitenmuren, wordt er gewerkt aan de kapconstructie. Er wordt hout naar boven gehesen. Dat kost ontzettend veel tijd, dus gelukkig is het mooi en droog weer.

Brieffragment over voortgang werk

[veel veranderins in,] alt muer werck so buijten
als binne sijn op haer hoochte en de plaete daer
op geleijt en alle geraeseert of aengestopt , nu
sijnse noch beesich met het hout tot de kap op te
hijssen dat veel tijt wech neemt, wij sijn geluckich
dat wij hier sulcken schoone droochgen weer op
hebbe, want tis groote swaerte dat in reegen
=nich4Regenachtig weer niet wel als met groote moeijt te
doen sou sijn[, het water op de reevier blijft Eve]

Op de achtergrond ligt een stad met op de heuvel ernaast een slot. Op de voorgrond staat een deftig stel te kijken naar een bouwvakker die met veger over de muur van een ruïne veegt.
Gezicht op Salzburg met een bouwvakker op de voorgrond, Daniel Sudermann, naar Matthäus Merian (I), 1624. Collectie Rijksmuseum.

Laag water

Door het mooie, droge weer staat het water in de grachten ontzettend laag. Zo laag zelfs, aldus Margaretha, ‘dat geen mense gedencke die so gesien te hebbe’. Met andere woorden: het water heeft in tijden niet zó laag gestaan! En als het water dan toch zo laag staat, dan kun je er maar beter goed gebruik van maken. Een aantal muren is langs de singels al uitgespoeld, dus heeft Margaretha haar kans gegrepen deze aan te laten stoppen. Ook is ze voornemens om van de week al het puin dat door het metselen in de gracht is gevallen daar uit te laten halen en in het paardenwed te storten. En als ze werklieden kan vinden, zal ze ook gelijk de gracht laten uitmodderen. Je kunt het maar beter gelijk goed doen, anders ben je zo weer twintig jaar verder. Als je het überhaupt zelf nog mee mag maken.

Eerste brieffragment over het weer
Eerste brieffragment over het weer en het leeghalen van de gracht

[doen sou sijn,] het water op de reevier blijft Eve
laech, en inde grafte omt huijs so binne als buijt
ist water so laech of op veel plaetse gans weel
wech en de grafte so drooch dat geen mense
gedencke die so gesien te hebbe, bij welcke geval

ick de muere om de grafte die vrij wat aende sijde
van de singels wt gespoelt sijn laet aen stoppe
en wel versien, ben ock van meeninge inde toe=
koomende weeck alt puijn dat vant metselen
inde graft is gevalle daer wt te laeten haelle
en voor so veel aende kant vant paerde wet5Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
is indie graft bijt paerde wet te laete brenge
en die daer voort meete vulle voor so veel dat
recken kan, so ick volck kost krijge sou noch
wel in die koste valle vande grafte te laeten
wt modderen en ter deegen klaer maecken
geloof die licht in twintich ijaer of bij ons
leefven niet weer so drooch sulle worden

Gezicht op een Amsterdamse gracht waar twee mannen in een schuit bezig zijn de gracht uit te diepen, een andere man haalt bij een huis geld op.
Waldiepers Nieuwe-Jaars Wensch, Jan Oortman, 1822. Collectie Rijksmuseum.

Karpers en reigers

Heeft het droge weer ook nadelen? De vissen zitten vrij diep en zouden het nog wel even kunnen volhouden in het kleine laagje water, ware het niet voor de reigers. Ze bijten de karpers de koppen af! Margaretha zegt dat ze er ‘op laat passen’. Zou ze daarmee bedoelen dat ze de reigers laat afschieten?

Brieffragment over reigers

tis te verwondere dat de vis haer inde diepte
onthout en wij daer so weijnich schade in hebe
de reijgers doen de meeste schaeij6Schade bijten de
kerpers de koppen af maer ick laeter ock
op passe[, de leunine op de steene bruch tuschen]

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum

Geldschieter Temminck

Er is weer een brief van Temminck gekomen. Er is weer 300 gulden aan Jan Visser van de zaagmolen betaald. Ook heeft Temminck de kosten van de scheepsvracht hout van Hamburg naar Amsterdam betaald. Temminck heeft nu inmiddels al zo’n 12 à 1300 gulden voorgeschoten en hij moet binnenkort ook weer betalen voor een vrachtschip met kalk, dus Margaretha heeft hem een paar duizend gulden gezonden.

Eerste brieffragment over betalingen Temminck
Tweede brieffragment over betalingen Temminck

so aenstonts ontfange Een brief van Monse7Afkorting van monsieur
teminck die weer 300f aen jan visser op de
saech moollen in minderin van sijn reeckenin
heeft geegeegve en al de scheeps vrachte vant hout
van haerburch tot Amsterdam heeft betaelt
daer meede hij schrijft ons nu ontrent de
12 a 1300f verschooten8Verschieten: Voorschieten te hebbe so dat me wel
diende hem weer Een paer duijsent gul te
sende want hij ons weer Een samoreus9Samoreus: Type lang vrachtschip met
kalck sal moeten bestelle dat ock weer over
de 300f loopt, [ick had van avont met de]

Een lang schip met een fok en een klein zeil en een schoorsteentje op de kajuit waar rook uit komt vaart naar links. Op het dek zijn meerdere mannen bezig met de zeilen. Achter het schip aan trekken ze een klein bootje met daarin wat tonnen.
Samoreus, Reinier Nooms, 1652 – 1654. Collectie Rijksmuseum.

PS: Van Ginkel is weer kwiek

Nadat ze haar naam op het velletje papier heeft geschreven, besluit ze toch nog iets toe te voegen over zoon Van Ginkel. Hij is weer zo kwiek, dat hij van plan is binnenkort weer een bezoek aan de kerk te brengen. Hij wil zelfs komende week richting Amerongen! Maar Margaretha heeft hem geschreven dat hij zich vooral niet moet overhaasten.

Afsluiting en Van Ginkel

de heer van ginckel
schrijft gistere sijn
karck ganck van meeninge
was te doen en inde toekoomende
weeck hier te koome, ick schrijf
hij hem toch niet en verhaeste
de heere sij gedanckt het met
hem weer so veer is

Links op de achtergrond een eenvoudige kerk met middenop een open klokkestoel. Uit de kerk komen diverse mensen, op de voorgrond twee vrouwen met moffen, daarachter twee vrouwen en een meisje. De linkerhand heeft haar klapstoeltje onder haar rechterarm en een stoof onder haar linkerarm. De andere vrouw draagt een mof en aan haar arm hangt een boek. Daarachter een man en een vrouw. De vrouw heeft ook een stoofje aan haar linker arm hangen. Daarachter twee mannen. Rechts in de verte lopen de figuren uit de rand van het boek. Boven de mensen staat het vierde van een vers dat er boven staat maar af is gesneden: 4. Eer sij u Vaeder ende Soon En Heijlghen Geest in s Hemels troon Bij ons all te samen sijn Moet dit doch Ja en amen sijn Fijnis
Groep kerkgangers bij het verlaten van de kerk, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig
  • 2
    Hendrik Schut
  • 3
    Cornelis Rietvelt
  • 4
    Regenachtig
  • 5
    Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
  • 6
    Schade
  • 7
    Afkorting van monsieur
  • 8
    Verschieten: Voorschieten
  • 9
    Samoreus: Type lang vrachtschip

Geldzorgen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is weer terug in Amerongen en ze neemt vol overgave de teugels in de handen. Nog even het laatste nieuws over Ginkel: het gaat nu echt beter. Weliswaar drinkt hij nog geen bier, maar wel Rijnse wijn met een beetje suiker bij het eten en tussendoor tisane of siroop. Hij wil graag naar Amerongen komen, schrijft Margaretha. 

Brieffragment over Van Ginkel

Ameronge den
7 ockto 1676
[rec: 12 Dito]

Men heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 3 deeser ontfange ick
so aenstonts, ick heb de heer van ginckel vrij
beeter gelaete als ick hem inde haech koomende
heb gevonde, hij drinckt heel geen bier, tusche
sijn Eeten Een glas rhijnsche wijn met Een weij
nich suijcker en buijtens tijts niet dan tiesaen1Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
of schulep2Julep, siroopachtig drankje was gereesolveert3Resolveren: Besluiten niet meer te
meediesijneere4Medicineren: geneeskundig behandelen , hier sijn schrijft de vrou
van ginckel dat sijn hEd noch dagelijcks
in beeterschap en sterckte toeneemt so dat
ick hoope hij in korte weer wel sal sijn, hij
verlanckt seer hier op Ameronge te sijn,

Interieur van een slaapkamer. Een man ligt ziek op zijn bed en wordt bezocht door een andere man.
Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Collectie Rijksmuseum.

Vloerstenen

In haar afwezigheid is het werk goed gevorderd. Samen met de secretaris, Schut en Rietvelt heeft ze het overzicht van de kosten van de vloer en de hardstenen opgemaakt. Er is een nauwkeurige tekening gemaakt van de vloerstenen, zodat duidelijk is hoeveel stenen er nodig zijn en van welk formaat. Maar de stenen kunnen het beste pas in Amerongen op het juiste formaat gekapt worden, want in het vervoer kan er gemakkelijk een hoekje van afbreken en zo’n steen is dan natuurlijk niet bruikbaar.

Brieffragment over vloerstenen

[of niet,] nu hebbense Een pertinente gront teijckenin
vande vloersteene gemaeckt en ock vande hartsteene
die hier neffens gaet daer wt sij meijne uhEd nu
perfeckt sal konne sien hoeveel steene der sijn
moet, ock op wat groote die diene te sijn, maert
kant rechte oordeelense dat hier dient gedaen
te worde, om dat int vervoeren licht Een hoeck
=ge of Eits kan afgestooten worden, [wt het]

Op een geblokte tegelvloer lopen vier paar meisjes voeten. De laatste heeft een koffer vast. Ze lopen richting een trap. Één vrouw is al op de trap.
Fragment uit:Vier meisjes volgen een vrouw een trap op, anoniem, ca. 1900 – ca. 1930. Collectie Rijksmuseum.

De kosten rijzen de pan uit

Margaretha bespaart waar ze kan. Ze heeft zo’n 18 tot 20 metselaars en evenveel opperlieden ontslagen en ze is van plan nog meer werklui af te danken. Ongeveer 8 tot 10 man moet voldoende zijn om de schoorstenen te metselen en de bogen boven de vensters af te werken. De rekening van Rietvelt bedroeg inmiddels 1778 gulden en de rekening van Schut ruim 600 gulden. Beide rekeningen heeft ze betaald, maar dat is niet alles, want morgen moet ze nog ‘al de andere werck baesen’ uitbetalen. ‘Het beloopt een ongelooflijck gelt’, schrijft ze. Weliswaar heeft ze in Utrecht de toegezegde betaling ontvangen van 5413 gulden plus nog een rente van 1000 gulden uit Gelderland, maar het geld verdwijnt zo als sneeuw voor de zon.

Eerste brieffragment over de kosten
Tweede brieffragment over de kosten

[reeijen en klaer te na maecken,] ick heb
rietvelt weer sijn reeckenin teenemael
af betaelt die beliep in vijf weecken
arbeijens so voor hem als sijn volck 1778 f

en schut overde 600 f, dan sijnder noch al
de andere werck baesen die alle meede
merge sulle betaelt worden, het beloopt
Een ongelooflijck gelt, ick heb nu laest
te wttrecht sijnde de weeder helfte vande
bewuste assinnaesie5Assignatie: aanwijzing tot betaling ontfange, so dat
ons nu de volle som van vijfduijsent
vier honde dartien gulde betaelt en
voldaen is, wat gelt ick ontfan t gaet
=ter al om, ick heb ock de rente ter som
van duijsent gul die ons op gelderlant
den Eerste septem was verscheene ont
fange, ben blijde vast so veel werck volck

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Ontslag

Ze is blij dat ze die werklui ontslagen heeft, maar als de kap gelegd is, dan komen daarna de leidekkers en die moeten ook betaald worden. En weliswaar is de verwachting dat stenen in de eigen steenoven goed gelukt zijn, maar ze heeft ook van Ot Barentse 240.000 stenen gehad voor een bedrag van zeker 1500 gulden en dat moet ook weer betaald.

Brieffragment over komende kosten
Tweede brieffragment komende kosten

[fange,] ben blijde vast so veel werck volck
vande hals quijt ben6Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden , maer als de kap
opt huijs komt sullender weer de leij=
=deckers koome, insoma so lange dit tim
=mere duert salt veel kosten, ick hoor
niet meer vande leijen die noch van boove
soude koomen offer noch te verwachte
sijn of niet, den steenoven is teenemael
afgestoockt se meene datse heel wel ge=
luckt sal sijn, wij hebbe van ott baerense
over de twee hondert en veertich duijsent
steen gehadt dat is bij de vijftien hondert

gul aen steen die hem ock sulle moeten betaelt
worden, [wij hebbe noch het schoonste weer]

Een kijkje in de kap van het kasteel. Foto en ©: Hans Neecke.

Ditjes en datjes

In de rest van de brief probeert Margaretha nog allerlei nieuwtjes te persen. Ze heeft het over de bemoeienis van Prins Willem met de Utrechtse politiek en het schijnt dat hij naar Engeland gaat. Ze zal informeren naar een stuk land maar eigenlijk is het beste stuk al verkocht. Gisteravond is ze naar de bruiloft van Kristoffel geweest. Kennelijk was Kristoffel daarom langsgekomen met de brief van Godard Adriaan. Fritsje was representant voor zijn vader en zijn opa en Antje als plaatsvervangster voor haar moeder. 

Brieffragment over de bruilof van Kristoffel

[had staen heeft dat gekocht,] gistere
avont sijn wij hier op de voor bruijloft
van kristoffel geweest, frits heeft groote
en kleijne papas plaets gereepreesenteert
en antge haer kleijne mama, sij hebe
en sondach haer Eerste gebodt gehadt
en ons heel net en wel getrackteert,
ick blijf
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Boeren dansen op een bruiloft. Links op de voorgrond danst de bruid, te herkennen aan haar kroon. Een doedelzakspeler en een jongetje met een trom en een fluit maken muziek.
Boerenbruiloftsfeest met doedelzakspeler, Peeter Baltens, 1540 – 1584. Collectie Rijksmuseum.

PS: nog meer geld

Maar dan komt Margaretha toch weer terug op het geld. Temminck heeft geschreven dat molenaar Visser op de zaagmolen in Amsterdam heeft verzocht om een betaling van 100 ducatons. De molenaar heeft eerder een scheepslading hout uit Harburg voor hen betaald. Margaretha kan er niet onderuit om hem te betalen maar ze heeft geen geld meer en ze weet niet wat ze antwoorden moet.

PS over geld voor Temmink

ps temminck schrijft dat visser opde
saech moolle tot Amsterdam
hem versocht heeft weer hondert
duijcketons op reeckenin te geefve
en hij diende wel weer Een schip
met schilp kalck te sende
so dat ick vrees hij daer toe
so veel gelt qualijck van
ons in hande heeft, vermidts
hij al de scheeps vrachte vant
hout van haerburch7Harburg (bij Hamburg) tot
Amsterdam heeft betaelt
en ick hier geen gelt overheb
weet haest niet wat hem antwoorde sal

Aan een sloot staat een huisje met daarbij een molen en een schuur. Achter het huisje staan de houten planken hoog opgestapeld. Over de sloot ligt een bruggetje waar iemand overheen loopt. Voor de schuur ligt een soort bootshuisje in de sloot. Op de linkeroever staat een knotwilg.
Een houtzaagmolen aan de kattensloot, H.G. ten Cate, 1837. Collectie Amsterdams Archief.
  • 1
    Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
  • 2
    Julep, siroopachtig drankje
  • 3
    Resolveren: Besluiten
  • 4
    Medicineren: geneeskundig behandelen
  • 5
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 6
    Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden
  • 7
    Harburg (bij Hamburg)

Wel en wee

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 oktober 1676 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 5 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is nog steeds in Den Haag, maar ze is alweer van alles aan het regelen voor wanneer ze weer terug is in Amerongen. Zo heeft ze zich voorgenomen om aan de secretaris, Schut en Rietvelt te vragen of zij een overzicht zouden willen maken van de kosten van de vloerstenen en de hardstenen voor het huis. Godard Adriaan heeft hier om gevraagd in zijn brief van 30 september. Ze zal het hem zo spoedig mogelijk opsturen. Maandag hoopt ze weer in Amerongen te zijn.

Brieffragment over de vloer- en hardstenen

haech den 3
ockto 1676
rec: 5 Dito

Mijn heer en lieste hartge

so aenstonts ontfange ick uhEd vande 30 pasato
sal so haest ick weer t Ameronge koome met
de sekreetaris schut en rietvelt alles weegens
de vloersteene en hartsteene overlegge en
Een pertinente1Pertinent: Ter zake dienende memoorije2Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven. laete maecken
uhEd die met den Eerste en opt spoedichste
oversenden, ben van meeninge met godeshulp
merge weer van hier te gaen en maendach
op Ameronge te sijn[, de heer van ginckel]

Een trap van een witte hardsteen. Op elke trede zitten twee koperen onderdelen om de roede van een loper vast te houden
De trap naar de galerij is gemaakt van de door Margaretha bestelde stenen. Foto en ©: Hans Neecke.

Aan de beterende hand

Zoon Van Ginkel is inmiddels aan de beterende hand. Het gaat zelfs zo goed, dat de doctoren met elkaar discussiëren of hij nog wel koorts heeft. Gisternacht was hij nog ‘met swaere droome beset’, maar afgelopen nacht heeft hij maar één uurtje wakker gelegen. Ook zijn smaak komt langzaam terug. Godzijdank! Hopelijk begrijpt Godard Adriaan dat zijn zoon nog wel te zwak is om zelf een brief te schrijven.

Eerste brieffragment over Van Ginkel
Tweede brieffragment over Van Ginkel

op Ameronge te sijn, de heer van ginckel
die ick hier koomende heel swack en debijl3Debiel: Wankel, onvast
vont is seedert in beeterschap so toegenoome
dat de docktoore disputeere4Disputeren: Redetwisten of hij noch
koorts heeft of niet, heeft seedert begonne
te ruste, heeft deese voorleedene nacht
ontrent 3 Euren aen Een geslaepen en
doen maer Een Eeur wacker geleegen
en weer ingeslaepe, koomende nu heel
fris en wel wt sijn slaep, daer hij noch

gisteren en te vooren wt de weijnich rust die
hij kost hebbe heel beswaert en qualijck quam
ock met swaere droome beset was, so dat
wij hoope sijnhEd de met de verdere hulpe
van godt almachtich deese sieckte te boove
is en konne godt niet genoech dancke voor
sijne genaede, hij begint ock wat smaeck int
Eeten te krijgen, versoeckt uhEd hem te Exs
=kuseere dat hij met deese post niet en schrijft
hoopt het met de naeste te doen kan noch
onmoogelijck niet is te swack[, ick sal ock]

In een man met een eenvoudige hoed op die zijn tanden zet in iets. Eronder staat in sierlijke letters ‘de Smaak’ met daaronder ‘ By Nic: Vischer met Privilegie’
De Smaak: etende man, Jacob Gole, 1670 – 1709. Collectie: Rijksmuseum

Bestellijst

Godard Adriaan heeft om spullen gevraagd. Margaretha zal morgen – ze verwacht dan immers weer terug in Amerongen te zijn – een kist met de gevraagde spullen richting Temminck in Amsterdam. Temminck zal er vervolgens voor zorgen dat de spullen bij Godard Adriaan in Bremen terechtkomen. Margaretha schrijft dat ze de ‘bestellijst’ bij de voorliggende brief heeft gevoegd. Helaas is de lijst niet bij de brief bewaard gebleven, en weten we dus niet precies waar Godard Adriaan om heeft gevraagd.

Brieffragment over de koffer naar Temminck

[onmoogelijck niet is te swack,] ick sal ock
merge Een koffer5Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats. aen temminck op Amster
=sende6Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen. om voort op breeme aen uhEd te
bestelle, daer in is altgeene de selfve
heeft ontboode waer van de memoorije
van alt geene daer in is hier neffens
gaet[, inde generaelijteijts meubel kamer]

Een bed voor Godard Adriaan

Margaretha heeft een poging gedaan om via de Generaliteits Meubelkamer een bed te bemachtigen. In de Generaliteits Meubelkamer waren meubels opgeslagen die Staatste diplomaten die naar het buitenland vertrokken konden meenemen om hun ambassade- of gezantswoning in te richtingen. Misschien is Margaretha zelf wel gaan kijken of er iets van haar gading bij zat; ze is immers in Den Haag. Ze vond ledikant noch paviljoen. Een ledikant was een losstaand hemelbed, ook wel een pronk- of staatsiebed. Een paviljoen was een ronde, tentvormige baldakijn die aan het plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden. Het wordt niet helemaal duidelijk welke invulling van de term Margaretha in haar brief bedoelt. Hoe dan ook, ze heeft een paviljoen laten maken. Bij Godard Adriaans terugkomst kan het paviljoen naar de Staat. Of ze houden het gewoon lekker zelf.

Eerste brieffragment over het paviljoen
Tweede brieffragment over het paviljoen

[gaet,] inde generaelijteijts meubel kamer
was so noch leedikant noch pauvelijoen7Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
noch niet te krijge heb dit pavelijoen

hier sijnde laete maecken het welcke men op
uhEd weederkomste den staet kan weer
geefve of het voor ons selfve houde soot de
selfve goet sal vinden[, de maijoor ijan]

Een schildering van een kamer, links en recht een deur, rechts een schouw, aan de achterwand twee dubbele ramen. Achter de schouw staat een kast. Aan de wanden hangen schilderijen en een spiegel. Tegen de wanden staan rechte stoelen. Links staat een kinderbedje dat is afgedekt met een doek. Midden tegen de achterwand, tussen de ramen een bed met daarboven een paviljoen: een stoffen kap als een klamboe over het bed gehangen. Het paviljoen is open, op het bed liggen twee kussen. Op één van de stoelen zit een man met een hoed op. Hij heeft een pop op schoot. In de kamer staat een meisje dat hetzelfde gekleed is als de pop.
Kamer met een ledikant met een paviljoen. Fragment uit: Poppenhuis van Petronella Oortman, Jacob Appel (I), ca. 1710. Collectie Rijksmuseum.

Nog steeds rode loop

Aan het begin van de brief schrijft Margaretha dat het beter gaat met zoon Godard. Ook de collega’s van Godard in het leger, waar de rode loop (dysenterie) heerst, zijn aan de beterende hand. De ziekte heeft ook in Amerongen wild om zich heengeslagen. In de situatie van de zieke dorpsgenoot Teunis Huijbertse is geen verbetering zichtbaar.

Eerste brieffragment rode loop
Tweede brieffragment rode loop

[niet weer gekoomen,] men begint te
spreecke van onse Armee int gernesoen
te brenge daer sijn veel siecke en meest
aende roode loop, de heer van obdam8Jacob Wassenaar van Obdam de
graef van floodorp9Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf den heer van schra
=venmoer10Adam van der Duijn legge daer aen doch sijn aent
beeteren, hebbe haer tot mechlen laeten
brengen, teunis huijbertse schrijft de

seekreetaris dat noch Even sieck daer aen blijf

Een open sollicitatie

In Den Haag is Margaretha aangesproken door een jonge man van ongeveer 23 jaar oud. Het lijkt wel alsof ze een aanbevelingsbrief voor hem schrijft, voordat ze opschrijft wat deze jonge man nu eigenlijk kwam doen. De jongeman heeft ‘geen quade mijne’, ofwel: geen kwaad voorkomen. Hij komt uit Breda en hij kent Kristoffel, die de 26e de brief van Godard Adriaan bracht, goed. Hij heeft vier jaar bij penningmeester Adrichem gewoond, heeft een prettig handschrift, is trouw, en kan in afwezigheid van zijn werkgever diens taken waarnemen. Zijn naam is Dulckes en hij wil graag kamerling worden in dienst van Godard Adriaan. Inmiddels heeft Margaretha iemand gevraagd om de referentie van de jongeman na te gaan. De jongen wordt geprezen door zijn huidige werkgever, die zegt hem liever zelf te willen houden, maar hem niet kan tegenhouden als hij een andere baan wil. Margaretha verzoekt Godard Adriaan zo spoedig mogelijk te laten weten of hij de jongen in dienst wil nemen of niet. De naam van de jongen komt verder niet meer voor in de brieven van Margaretha, dus het lijkt erop dat hij het baantje niet gekregen heeft.

Brieffragment over de jongeman

hier is vandaech Een jonckman bij mij geweest
out ontrent 23 ijaere die geen quade mijne11Mijne/Mine: Voorkomen
heeft en sijn woort wel kan doen, die van
breeda vandaen is en kristoffel wel kent
hij heeft vier ijaer bij de peninck meester
Adreechem gewoont schrijft Een tamelijck
goede hant, is heel trou, als de peninck
meeste wt is ontfanckt hij het gelt
en geeft wt neemt het kantoor waer,
deese jonman genaemt dulckes, pree
=senteert hem selfve voor kamerlin bij
uhEd, lapoorte heeft bij Adrijchem naer
hem vernoome die hem prijst en seijt hem
liefver te houde, maer hem niet van sij voor
deel te konne houde, so uhE die aen staet be
lieft met den Eerste te schrijf heb hem so lan
wtgestelt12Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d. later terug te komen[, blijf]
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Een gebrandschilderd ruit met de afbeelding van een deftige jongeman staande in een landschap, gekleurd.
Ruit met jongeman in landschap, anoniem, ca. 1650 – ca. 1675. Collectie Rijksmuseum.

Kennelijk vindt Margaretha deze jongeman zo interessant dat ze nog een postscriptum ondersteboven op de laatste pagina schrijft. Ze denkt dat de jongeman geen livrei wil dragen…

Postscriptum

deese Adrechem is ock prockereur, daer de
knecht bij woont en schrijft, maer geloof
niet dat hij leefvereij sou wille draegen

  • 1
    Pertinent: Ter zake dienende
  • 2
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval een opsomming van inkomsten en uitgaven.
  • 3
    Debiel: Wankel, onvast
  • 4
    Disputeren: Redetwisten
  • 5
    Meubel bestaande uit een hecht getimmerde en vervolgens gewoonlijk nog op allerlei wijzen versterkte houten kist (minder dikwijls een geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats.
  • 6
    Waarschijnlijk ging Margaretha’s hoofd sneller dan ze kon schrijven: voor ze dam van Amsterdam geschreven had, kwam het volgende woord al uit haar pen.
  • 7
    Ronde, tentvormige baldakijn die aan plafond boven een bed werd opgehangen. Met de term paviljoen kan overigens zowel alleen de baldakijn, als de baldakijn in combinatie met een bed (paviljoenbed) bedoeld worden.
  • 8
    Jacob Wassenaar van Obdam
  • 9
    Adriaan Gustaaf Graaf van Flodorf
  • 10
    Adam van der Duijn
  • 11
    Mijne/Mine: Voorkomen
  • 12
    Uitstellen van een persoon: wegzenden met de mededeeling om voor de inwilliging van een gedaan verzoek, de vervulling van een geuit verlangen e.d.

Ziek, zwak en misselijk

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 september 2024 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 oktober 2024
Lees hier de originele brief

Gealarmeerd door een brief van haar schoondochter Philippota, ‘vrou van Ginckel’ is Margaretha naar Den Haag gereisd. Zoon Van Ginkel heeft nog steeds last van de benauwdheid in de maag. Hij is al diverse malen ‘gepurgeert’ en ‘gelaeten’. Arme man.

Aanhef brief

haech den 28 
septem 1676 

Mijn heer en lieste hartge 
[rec: 1. October 1676]

op het schrijfve vande vrou van ginckel die door de 
kontin waesie vande benautheijt die de heer van ginckel inde 
krop van maech naer dat hij verscheijde veijse1wijze is gepursgeert2Genezen, eig. zuiveren van ongezonde stoffen of vochtenof van schadelijke invloeden. en gelaeten, [ock in de voorleedene]

Purgeren, laten en een vomitorium

Of dat purgeren gebeurde met een braakmiddel of met een laxeermiddel is op dit punt in de brief nog niet helemaal duidelijk, maar later schrijft Margaretha over een ‘vomotoryum’ en dat is in ieder geval een braakmiddel. Met ‘gelaeten’ doelt Margaretha op aderlaten, wat in die tijd als een probaat middel bij allerlei ziekten werd gezien. Het vomitorium had tot gevolg dat Van Ginkel gal en slijm braakte, niet zo vreemd bij een maag die na al deze ellende helemaal leeg moet zijn geweest. 

Brieffragment behandeling

[is gepursgeert en gelaeten,] ock inde voorleedene 
weeck Een vomotorijom3Vomitorium: braakmiddel heeft genoome die hij 
meest heeft naer Een oochgenblick ingenome 
te hebbe weer most overgeefve doch Evenwel 
noch Eenige operaesie4Operatie: Kunstbewerking die de heelmeester op het levend lichaam verricht met behulp van instrumenten of soms ook alleen met de hand. heeft gedaen met het 
loose van Eenich gal en slijm, [seer bekomert] 

Een man zit op een kruk, naast hem staat een man die zijn arm vast houdt. Uit de arm spuit bloed in een kommetje
Aderlaten, James Gillray, 1804. Collectie: The British Museum.

In ieder geval, Margaretha maakte zich grote zorgen en trof haar zoon zo zwak aan dat hij ‘naulijcks kenbaer’ was maar niettemin, ze had het zich nog erger ‘geinmaesgeneert’. Ze heeft de dokters nog niet gesproken, maar van die ‘kontiniweele koortse’ is haar zoon naar haar mening voorlopig nog niet verlost. Toch heeft Margaretha goede hoop en ze maakt zelfs al plannen voor een terugkeer naar Amerongen.

Brieffragment over zwakte van Van Ginkel

hier gekoomen, en vinde hem seer swack en so 
verandert dat naulijcks kenbaer is, doch bee=
ter als mij had geinmaesgeneert, maer kan 
noch tot geen rust koomen, ick heb de docktoore 
noch niet gesproocke mijns oordeels blijft hem 
de kontiniweelle koortse noch bij, het schijnt deese 
sieckte sijn tijt van verwininge5Overwinning van hartstochten, emoties, zwakke physieke gesteldheid e.d. sal wille hebbe 
de heer almachtich wilt maer ten beste schicke

Gebakken stenen en een brug

Ze verwacht dat het muurwerk deze week op de juiste hoogte zal zijn om een begin te maken met de kap van het huis. De steenoven waar Margaretha het op 19 september al over had, zal deze week ‘afgestoockt’ zijn en dan is er weer een nieuwe voorraad aan stenen. Als de ziekte van Van Ginckel niet verergert, dan gaat ze toch echt terug naar Amerongen. Margaretha voegt bij haar brief een tekening van meester Schut, die de leiding heeft over de bouw, van de ‘bou bruch’, de brug van de voorburcht naar het huis. Met de vraag of het ontwerp naar de zin van haar man is.

Brieffragment bouw

voor mijn vertreck van Ameronge heb ick op alles 
ordere gestelt so veelt moogelijck is, int lest van=
deese weeck sullense sonde merckelijcke6Merkelijk: Evident, gewichtig, opmerkelijk verhinderin 
het muerwerck vant huijs rontom op haer hooch
te hebbe ende kap daer op beginne te sette, ock 
sal de steen oven die nu meest buijten prijckel 
is, int begin vande toekoomende weeck afge=
stoockt sijn, ick maeck staet7Staat maken: Gissing maken, gissen. so der geen 
nieuwe toevalle inde sieckte vande heer van ginckel 
koome int laest vande toekoomende weeck 
weer op Ameronge te sijn, meester schut is weer 
daer die dees neefens gaende teeckenin vande bou
bruch vant huijs heeft gemaeckt om te sien 
of uhEd die gevallich is, [tot Ameronge heb] 

Helaas is de tekening van Schut van de brug niet bewaard gebleven. Het is uiteindelijk wel heel mooi geworden, dus we gaan er maar vanuit dat de tekening er ongeveer zo uit zag. Foto en ©: Hans Neecke.

Nog meer zieken

Margaretha weet al dat ze op Amerongen ook weer in een ziekenboeg terecht komt: ‘rode loop’ hebben ze daar, oftewel dysenterie. Ze heeft haar ‘werckmeijt’ Trijntge Leijter ondergebracht in het huis van Gijsbert Velbertsen, nog eigenlijk voordat ze wist wat Trijntge voor ziekte had. Trijntge is aan de beterende hand maar Margaretha somt enkele andere zieken op met wie het minder goed gaat, zoals Teunis Huijbertse en Cornelis Stevense, de broer van de ‘lackeij’ van Godard Adriaan. Lubbertge, de huisvrouw van dove Arijen de smid is er zelfs aan gestorven net als drie mensen in de buurtschap Remmerden, ‘Remerde’ schrijft Margaretha, bij Rhenen. ‘De heere wil ons alle voor daer voor bewaere’, schrijft ze.

Eerste brieffragment zieken in Amerongen
Tweede brieffragment zieken in Amerongen

of uhEd die gevallich is, tot Ameronge heb 
sijn seer veel siecke en meest aende roode loop, 
mijn werckmeijt trijntge leijter aen die ick ten 
Eerste Eer ick wist wat haer sieckte was maer 
wt vreese in gijsbert velbertsens huijs heb 
laeten brengen, doch sij is aen beeter hant 
maer teunis huijbertse leijt heel kranck 
daer aen so doet ock korneelis steefvense 
die broer van ijan uhEd lackeij is, en lub=
=bertge de huijsvrou van den doofven Arjen

de smit isser aen gestorfven ock sijnder drie op 
remerde aen gestorfve, de heere wil ons alle voor 
daer voor bewaere, [kristoffel is voorleeden sa=] 

Rechts stroomt de Nederrijn met op de voorgrond een roeibootje en op de achtergrond een paar zeilboten. In de verte op de linker oever de Cuneratoren en links daarvan twee molens. Links op de voorgrond een zandpad dat langs een paar schuren loopt. Op het pad staan drie mensen.
Gezicht op de Rijn bij Remmerden uit het noordwesten met de Cuneratoren te Rhenen op de achtergrond, N. Wicart, 1780-1810. Collectie Het Utrechts Archief.

Een paviljoen

‘Voorleeden saterdach’, dus 26 september, bracht Kristoffel haar een brief van Godard Adriaan en vandaag ontving ze weer een brief. Kennelijk vroeg haar man haar om een hemel voor boven zijn bed. In de meubelopslag van de generaliteit is Margaretha op zoek gegaan naar een ‘pauveljoen’, maar dat was er niet en ook geen hemelbed. Ze heeft dus besloten om er eentje te laten maken en die zal ze hem sturen. Een paviljoen is een soort gordijn om om een los bed heen te hangen. Het lijkt een beetje op een klamboe, maar dan van dikkere stof en soms zelfs versierd.

Bireffragment over het paviljoen

[daer voor bewaere,] kristoffel8Personeelslid van Godard Adriaan is voorleeden sa= 
terdach op Ameronge gekoome die mij uhEd 
meesifve heeft behandicht, ick heb vandaech ock 
die vande 25 deeser ontfange en heb inde meubel 
kamer van generaelieteijt naer Een pauvel 
=ijoen9Paviljoen: Hemel of baldakijn boven bed. voor uhE laete sien maer daer is noch 
pauvelijoen noch leedikant noch geen derleij 
meubelen, waerom ick goetgevonde heb hier 
sijnde Een te laeten maecken het welcke met 
alt andere de volgens uhEd memoorije10Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval waarschijnlijk een soort verlanglijstje met zaken die Margaretha naar Bremen moet zenden. te 
saeme met den Eerste sal senden, de brief 

In een kamer met een zwartwit geblokte tegelvloer zitten een man en een vrouw aan een ronde tafel met een blauw kleed te kaarten. Achter de vrouw staat de dienstmeid die haar een glas wijn inschenkt. Een jonge man leunt op de stoel van de man en kijkt mee in zijn kaarten. Achter de tafel hangt aan het plafond een groen paviljoen. Een soort loshangende hemel boven een bed. Aan de muur op de achtergrond hangen drie geweren, een schilderij met schepen, een plattegrond en een spiegel. Ook hangt er een bak met een kraantje boven een soort wasbekken op een poot. Tegen de muur staan twee stoelen, een deur staat open. Op de voorgrond snuffelt een hondje met een rode strik op de grond.
Kaartspelers in een interieur, Gesina ter Borch, ca. 1660. Collectie Rijksmuseum. Op de achtergrond een paviljoen.

Kattenbelletjes

Verder gaat Margaretha er vanuit dat Godard Adriaan de brief van secretaris Van den Doorslagh over de vloerstenen en de hardstenen heeft ontvangen. Ze is blij dat de zaken bij de bisschop zo goed zijn gegaan en schrijft dat Luchtenburg wel blij zal zijn dat Godard Adriaan bereid is zijn neef te steunen bij zijn sollicitatie naar de positie van kameraar en dat er allerlei roddels de ronde doen over de vorige kameraar, Matijsius. Ze heeft zelfs gehoord dat hij heeft geprobeerd de overdracht van de Heerlijkheid Amerongen tegen te houden, maar of het waar is of niet, ze blijft ‘u edeles getrouwe wijf’.

Kasteel Amerongen vanuit de lucht. Op de nog van het dak de rode vlag van de heerlijkheid amerongen, op de achtergrond de uiterwaarden en de Nederrijn.
Kasteel Amerongen, Arie Rebergen. Op de nok wappert nog altijd de vlag met het wapen van de Heerlijkheid Amerongen.

Groetjes

Kleinzoon Frits en zijn zusjes, die op Amerongen bij hun grootmoeder wonen, presenteren hun ‘ootmoedige dienst’ aan groote papa. Margaretha schrijft erbij dat het niet hun schuld is dat de kleinkinderen dat niet vaker doen, maar dat zij het vergeet te schrijven. 

Er is nog een beetje ruimte op het papier, dus de volgende dag schrijft Margaretha het laatste nieuws over haar zoon: hij heeft deze laatste nacht geslapen en de dokters hopen dat hij het ergste nu heeft gehad.

Afsluiting

Mijn heer en liestee hartge
uhEd getrouwe wijff 
M Turnor

frits met al sijn 
susters preesenteere 
haeren ootmoedige dienst 
aen groote p a pa tis haer 
schult niet dat het niet 
meer gedaen wort maer 
groote mama diet dickmael vergeet 

de heer van ginckel heeft dees nacht wat gerust 
de docktoore hoope met godts hulpe de sieckte 
nu te booven te sijn 
dijnsdach den 29 septem

In een stenen venster met gordijn houdt een jongetje in zijn linkerhand een muizenval omhoog, met zijn rechterarm houdt hij een kat vast. Naast hem een meisje die naar de val wijst, achter haar een huilende jongen. Voor het venster een plant in een pot.
Kinderen met een muizenval, Domenicus van Tol, 1660 – 1676. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    wijze
  • 2
    Genezen, eig. zuiveren van ongezonde stoffen of vochtenof van schadelijke invloeden.
  • 3
    Vomitorium: braakmiddel
  • 4
    Operatie: Kunstbewerking die de heelmeester op het levend lichaam verricht met behulp van instrumenten of soms ook alleen met de hand.
  • 5
    Overwinning van hartstochten, emoties, zwakke physieke gesteldheid e.d.
  • 6
    Merkelijk: Evident, gewichtig, opmerkelijk
  • 7
    Staat maken: Gissing maken, gissen.
  • 8
    Personeelslid van Godard Adriaan
  • 9
    Paviljoen: Hemel of baldakijn boven bed.
  • 10
    Memorie: Een stuk waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt, in dit geval waarschijnlijk een soort verlanglijstje met zaken die Margaretha naar Bremen moet zenden.

Pagina 2 van 9

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén